BE1024372B1 - Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem - Google Patents

Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1024372B1
BE1024372B1 BE2016/5335A BE201605335A BE1024372B1 BE 1024372 B1 BE1024372 B1 BE 1024372B1 BE 2016/5335 A BE2016/5335 A BE 2016/5335A BE 201605335 A BE201605335 A BE 201605335A BE 1024372 B1 BE1024372 B1 BE 1024372B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
control
components
light
portable
control components
Prior art date
Application number
BE2016/5335A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024372A1 (nl
Inventor
Filip GELAUDE
Karl Neyrinck
Original Assignee
Telecom-It Nv
Eeg Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Telecom-It Nv, Eeg Nv filed Critical Telecom-It Nv
Priority to BE2016/5335A priority Critical patent/BE1024372B1/nl
Publication of BE1024372A1 publication Critical patent/BE1024372A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024372B1 publication Critical patent/BE1024372B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B45/00Circuit arrangements for operating light-emitting diodes [LED]
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/175Controlling the light source by remote control
    • H05B47/19Controlling the light source by remote control via wireless transmission
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B45/00Circuit arrangements for operating light-emitting diodes [LED]
    • H05B45/30Driver circuits
    • H05B45/31Phase-control circuits

Abstract

De huidige uitvinding betreft een verbeterde werkwijze en systeem voor het gecentraliseerd beheren van ruimtelijk verspreide verlichting op basis van locatie, alsook de afzonderlijke componenten gebruikt in het systeem. Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem. In een verder aspect betreft de uitvinding een systeem voor het gecentraliseerd en draadloos beheren van een ruimtelijk verspreid verlichtingssysteem. In een verder aspect betreft de uitvinding een systeem voor het locatie-gebaseerd beheren van een ruimtelijk verspreid verlichtingssysteem.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
TELECOM-IT NV 8730, BEERNEM België
EEG NV
8560, WEVELGEM België (72) Uitvinder(s) :
GELAUDE Filip 8730 BEERNEM België
NEYRINCK Karl 8560 WEVELGEM België (54) WERKWIJZE EN SYSTEEM VOOR HET DRAADLOOS EN LOCATIE-GEBASEERD AANSTUREN VAN EEN VERLICHTINGSYSTEEM (57) De huidige uitvinding betreft een verbeterde werkwijze en systeem voor het gecentraliseerd beheren van ruimtelijk verspreide verlichting op basis van locatie, aisook de afzonderlijke componenten gebruikt in het systeem. Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem. In een verder aspect betreft de uitvinding een systeem voor het gecentraliseerd en draadloos beheren van een ruimtelijk verspreid verlichtingssysteem. In een verder aspect betreft de uitvinding een systeem voor het locatie-gebaseerd beheren van een ruimtelijk verspreid verlichtingssysteem.
Figure BE1024372B1_D0001
FÎG. 1
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024372 Nummer van indiening: BE2016/5335
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: H05B 33/08 H05B 37/02 Datum van verlening: 07/02/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriëie Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 13/05/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
TELECOM-IT NV, Wingene Steenweg 49, 8730 BEERNEM België;
EEG NV, Oostlaan 5, 8560 WEVELGEM België;
vertegenwoordigd door
BRANTS Johan Philippe Emile, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;
VAN CAUTEREN Tim, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: WERKWIJZE EN SYSTEEM VOOR HET DRAADLOOS EN LOCATIE-GEBASEERD AANSTUREN VAN EEN VERLICHTINGSYSTEEM.
UITVINDER(S):
GELAUDE Filip, Wingene Steenweg 49, 8730, BEERNEM;
NEYRINCK Karl, Oostlaan 5, 8560, WEVELGEM;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 07/02/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2016/5335
WERKWIJZE EN SYSTEEM VOOR HET DRAADLOOS EN LOCATIE-GEBASEERD AANSTUREN VAN EEN VERLICHTINGSYSTEEM
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft onder meer betrekking op een systeem en een werkwijze voor het beheren van verlichting, specifiek in een groot complex, gestuurd vanuit een centraal beslissingsorgaan op basis van detectie van draagbare identificatoren.
STAND DER TECHNIEK
In grote complexen, specifiek ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en dergelijke, wordt steeds meer geëvolueerd naar centraal controleerbare (aanstuurbare) Systemen voor een aantal basisaccommodaties zoals verwarming, ventilatie en verlichting. Hierbij worden de voordelen van aansturing vanaf een centraal beslissingsorgaan meegenomen, veelal een centrale server, zoals een efficiënter energiegebruik, de mogelijkheid tot voorgeprogrammeerde veiligheidsvoorschriften en -scenario's, en vereenvoudigd controleren van afzonderlijke apparaten vanop afstand. De uitvinding beoogt specifiek een verbeterd verlichtingsbeheersysteem te voorzien.
Daarnaast is het in de bovengenoemde complexen vaak interessant en zelfs noodzakelijk om verlichting automatisch te sturen zodanig dat de verlichting lokaal specifiek reageert op bepaalde contacten en centraal begeleid wordt hierin. Bovendien dient een dergelijk systeem eenvoudig en goedkoop te implementeren zijn in bestaande gebouwen zonder dat grote investeringen of grote infrastructurele aanpassingswerken nodig zijn. Zo kan enerzijds tijd bespaard worden bij het lokaal regelen van verlichting, wat voordelen biedt in noodsituaties, maar ook in geval van gebruikers die moeilijkheden kunnen ondervinden bij het lokaal regelen van verlichting, zoals rolstoelgebruikers, mindervaliden, en op deze manier ondersteund worden.
De aanvrager wenst een verbeterd verlichtingsbeheersysteem aan te bieden dat optimaal comfort biedt voor zowel gebruiker als uitbater van het complex, door spaarzaamheid te combineren met gebruik(er)svriendelijkheid, alsook een bijzonder adaptief systeem dat instelbaar is op verschillende niveaus van functionaliteit, gaande van algemene settings, tot specifieke gebruikersafhankelijke insteilingen.
Een probleem met de gekende Systemen is dat deze vaak een uitgebreide installatie nodig hebben, en een overvloed aan nodige bekabeling. Dit leidt dan vaak tot
BE2016/5335 verregaande werkzaamheden op vlak van infrastructuur, die niet alleen onpraktisch zijn, maar ook vaak duur, zowel op vlak van materiaal als op mankracht. Daarnaast spreekt het voor zieh dat bij meer bekabeling, de kans op fouten of Problemen groter wordt.
Een verder probleem bij de gekende Systemen en werkwijzen is dat deze veelal interageren met de omgeving via bewegingssensoren die (zeker bij goedkope oplossingen) vaak voor Problemen kunnen zorgen, zoals onvoldoende detecteren van bewegingen, valse positieven, storingen ondervinden, eenvoudig kapot gaan, niet werken indien het gezichtsveld van de sensor (deels) geblokkeerd is en andere.
Een eerste voorbeeld van een dergelijk systeem is terug te vinden in het document WO2015/113003, waarin verlichting, specifiek solid-state lighting (SSL), aangestuurd wordt vanuit een controlecircuit aan de verlichting zelf, waarbij het controlecircuit opdrachten kan ontvangen van apparaten op afstand (via IR, Bluetooth, Wi-Fi en andere), waarbij de mogelijkheid bestaat om deze opdrachten via een centrale server of een centraal controlesysteem door te geven aan de controlecircuits op de verlichting. Hoewel dit systeem in een aantal domotica-toepassingen voldoende contrôle geeft aan gebruikers, voldoet dit echter niet aan de noden voor verlichting in grote complexen, waar een groot aantal gebruikers kan aanwezig waarbij het de bedoeling zou zijn dat een meerderheid hiervan (een bepaalde mate van) contrôle moet kunnen uitoefenen op de verlichting. Bovendien zal dit van veel gebruikers een familiariteit van gebruik vereisen met de controllers (apparaten op afstand) om de verlichting aan te sturen. Gezien in vele gevallen de gebruikers bezoekers zijn die slechts eenmalig of zeer infrequent aanwezig zijn, of zelfs niet in staat zijn om de controller actief te gebruiken (patiënten, maar ook verplegend personeel in spoed/noodsituaties), kan deze familiariteit niet verwacht worden. Vandaar dat er een nood aanwezig blijft voor een systeem dat een läge instapdrempel heeft voor gebruikers die slechts een beperkt niveau van functionaliteit nodig hebben.
Een ander voorbeeld hiervan wordt aangeboden in WO2014/138822, waar de verlichtingselementen een controleapparaat omvatten dat via persoonlijke controllers kan aangestuurd worden om zodanig de lichtsterkte van de verlichtingselementen te kunnen controleren. Er ontbreekt echter een capabele sturing die algemenere aspecten verzorgt indien geen persoonlijke controllers aanwezig zijn. Bovendien komt het eerder genoemde probleem in verband met onervaren gebruikers, of eenvoudigweg nietgemachtigde gebruikers terug, en blijft er nood aan een eenvoudiger beheersysteem voor de verlichting.
J BE2016/5335
Er is nood aan een verbeterd beheersysteem voor verlichting, alsook een methode voor het functioneren en interageren daarmee.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermeide probiemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft in een eerste aspect een verlichtingsbeheersysteem. Dit verlichtingsbeheersysteem omvat een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen waarbij de lichtgevende elementen afzonderlijk en/of in clusters voorzien zijn van een stuurcomponent. De stuurcomponenten worden op hun beurt aangestuurd door een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur een server, op basis van Iocatiebepaiing van één of meerdere draagbare identificatoren. De lichtgevende elementen zijn aangesloten op een voeding, bij voorkeur zodanig dat de stuurcomponent de voeding controleert. De stuurcomponenten zijn ingericht voor het communiceren met het centraal beslissingsorgaan en voor het detecteren van proximiteit van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korte-afstandsverbinding, en voor het aansturen van de lichtgevende elementen. Bij voorkeur zijn de lichtgevende elementen ook lokaal aanstuurbaar, bijvoorbeeld met een gewone schakelaar.
Bij voorkeur heeft het centraal beslissingsorgaan informatie over de fysieke locaties van de stuurcomponenten (zie ook location BL-adres op FIG. 2A, 2B, 3), zodanig dat verder op basis van Iocatie de stuurcomponenten aangestuurd kunnen worden, en op die manier de lichtgevende elementen aangestuurd door de stuurcomponenten. Hierop wordt verder in het document ook ingegaan.
De voordelen van het bovenvermeide systeem zijn velerlei. Enerzijds is de nood voor automatisering steeds hoger bij grote complexen zoals ziekenhuizen, waar vaak geen tijd of gelegenheid is om zieh actief bezig te houden met verlichting (noodsituaties) en wordt gestreefd naar Systemen die vanuit een centraal punt aanstuurbaar zijn via een bij voorkeur draadloos netwerk, zoals Wi-Fi. Bovendien zijn dergelijke Systemen vaak ook efficiënter op vlak van verbruik, aangezien dit nauwkeuriger wordt opgevolgd en sneller kan geremedieerd worden. Echter, deze Systemen steunen dan nog op ouderwetse onderdelen, zoals fysieke schakelaars. Het is wenselijk dat de verlichting echter geautomatiseerd aangaat bij nadering van gebruikers. Oplossingen hiervoor die meestal gebruikt worden zijn bewegingssensoren, of sensoren die ingebouwd zijn in andere elementen die bewegingen ondergaan (zoals toegangsdeur tot een gang/zaal die bij opening de verlichting hier aanschakelt). Echter, deze Systemen zijn onpraktisch en
BE2016/5335 zijn bovendien geneigd tot of eenvoudig vatbaar voor fouten (beperking in gezichtsveld, een door omstandigheden geblokkeerd gezichtsveld, siechte afstelling, slijtage, beschadiging en andere).
Anderzijds dienen de Systemen eenvoudig en snel in te speien op veranderlijke parameters, zoals aanwezigheid van gebruikers, gebruikers met een bepaalde machtiging en andere.
Door het detecteren te laten plaatsvinden via een proximiteitsdetectie, bij voorkeur over een draadloze korte-afstandsverbinding (zoals Bluetooth), wordt vermeden dat de detectie onderhevig is aan eerde vernoemde fouten. Bovendien kan zo nog eenvoudiger een precieze fysieke Iocatie aangegeven worden van de draagbare identificatoren. Daarnaast, door het detecteren van een identificator in plaats van beweging of andere, wordt ook verzekerd dat het om een geautoriseerde gebruiker gaat (en niet om een dier, toevallig omvallend voorwerp, ongeautoriseerde gebruiker of andere).
Door de informatie in verband met de gedetecteerde identificator te combineren met de informatie waarover het centraal beslissingsorgaan beschikt (instellingen, regels, opdrachten, ...) wordt een optimaal beheersysteem voorzien dat zowel robuust is en voor een algemeen verlichtingsprotocol kan zorgen, maar daarnaast flexibel en aanpasbaar is naargelang specifieke wensen van gebruikers. Door het gebruiken van een eenvoudige stuurcomponent hiervoor zullen installatiekosten bovendien sterk gereduceerd worden aangezien deze eenvoudig ingebouwd kan worden, bijvoorbeeld als controlerend tussenstation van de voeding voor de lichtgevende elementen.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de lichtgevende elementen operationeel opgehangen in (verlichtings)armaturen en zijn de stuurcomponenten ingebouwd in de armaturen. Bij voorkeur zijn de stuurcomponenten zodanig ingebouwd dat de stroomtoevoer naar de armatuur die normaliter naar de lichtgevende elementen van de armatuur wordt doorgeleid, via de stuurcomponent verloopt en vervolgens naar de lichtgevende elementen, zodanig dat deze eenvoudigweg door de stuurcomponent kunnen worden aangestuurd, en bovendien zo verzekerd is dat de stuurcomponent van stroom voorzien is.
Door de stuurcomponenten ingebouwd te voorzien in armaturen voor verlichting, wordt de installatie van een dergelijk systeem vereenvoudigd, aangezien geen specifieke kennis vereist is van de stuurcomponenten voor een installateur. Deze kan de armatuur zoals gewoonlijk aansluiten op het stroomnetwerk, waarbij de interne componenten van de armatuur zorgen dat de aansturing op een gewenste manier kan verlopen.
BE2016/5335
In een verdere uitvoeringsvorm kan de stuurcomponent voorzien zijn van een afzonderlijke batterij.
In een verdere uitvoeringsvorm omvatten de stuurcomponenten een Bluetooth module, bij voorkeur een Bluetooth Low Energy module. De stuurcomponenten zijn verder ingericht voor het communiceren met de draagbare identificatoren via een Bluetooth (Low Energy) verbinding.
Het detecteren van de draagbare identificatoren via Bluetooth biedt talloze voordelen. Vooreerst wordt Bluetooth (of BLE) ondersteund door de overgrote meerderheid van mobiele apparaten (gsm, smartphone, tablet en andere) en is het bovendien eenvoudig, compact en goedkoop te incorporeren in allerhande voorwerpen. Het nadeel, het korte bereik van deze verbindingen, is in deze toepassing geen probleem, en zelfs een voordeel, aangezien er minder storing zal aanwezig zijn van verre Bluetooth-signalen, en dus de dichtste identificatoren duidelijker detecteerbaar zijn aan de hand van een betere RSSI (Received Signal Strength Indication) of andere technieken bekend in de stand der techniek (bvb. AOA of Angle Of Arrival, TOA Of Time of Arrival, TDOA Of Time Difference Of Arrival, TWR of Two Way Ranging, SDS TWR of Symmetrical Double-Sided Two Way Ranging). Daarnaast biedt Bluetooth ook betere mogeiîjkheden voor preciezere plaatsbepaling via allerhande algoritmes die via combinatie van meerdere signaalwaarnemingen (meerdere RSSI's) een precieze locatie kunnen bepalen (triangulatie, trilateratie, maximum likelihood, fingerprinting, of andere). Bovendien dient de communicatie tussen de identificator en de stuurcomponent ook geen groot debiet nodig te hebben, aangezien het vaak slechts de detectie betreft van een identificator.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de stuurcomponenten ingericht om de draagbare identificatoren afzonderlijk te herkennen aan de hand van een identifier van de draagbare identificatoren. De lichtgevende elementen worden aangestuurd door het centraal beslissingsorgaan, via de stuurcomponenten, op basis van onder meer de identifier van een door de stuurcomponent van de lichtgevende elementen gedetecteerde identificator, en bij voorkeur verder op basis van onder meer proximiteit van de gedetecteerde draagbare identificator tot de stuurcomponenten van de lichtgevende elementen. De identificatoren worden bij verdere voorkeur, zoals eerder aangegeven, via Bluetooth of soortgelijke verbindingen (ZigBee) gedetecteerd.
Door de identificatoren (of toch een aantal daarvan) van een afzonderlijke identifier te voorzien, is het mogelijk de functionaliteiten van de identificatoren te verbreden, om zo
BE2016/5335 een aantal gebruikers gemachtigd te maken om opdrachten door te geven aan de lichtgevende elementen (al/of niet zonder gedetecteerd te zijn door de stuurcomponenten van de lichtgevende elementen). Zo kunnen één of meerdere van de identificatoren voorzien worden van een bepaalde eindbestemming (bijvoorbeeld locatie dokter waar afspraak bij is, kamer van patiënt die men wil bezoeken), waardoor de gebruiker van de identificator in kwestie geleid wordt naar de bepaalde eindbestemming via de lichtgevende elementen (die een pad naar de bepaalde eindbestemming vooraf oplichten, bijvoorbeeld een paar meter vooroplopen). Dit kan eveneens door korte flashes, kleurschakeringen, aanduidingen met Symbolen (pijlen, naam van gebruiker, ...) via de lichtgevende elementen. De functionaliteiten worden verder toegelicht in de voorbeelden. Bij voorkeur kan dit eenvoudig aangepast worden, zodanig dat dit bijvoorbeeld in het onthaal of aan de receptie ingesteld kan worden bij aankomst van de gebruiker, of reeds vooraf geprogrammeerd.
In een verdere uitvoeringsvorm kan minstens één van de één of meerdere draagbare identificatoren één of meerdere van de lichtgevende elementen kan aansturen via het centraal beslissingsorgaan. Bij voorkeur zijn er verschillende machtigingen mogelijk voor de identificatoren, die ook in verschillende vormen kunnen voorkomen (gaande van een simpele token zonder functionaliteit, tot een smartphone of tablet met appiicatie). Zo kunnen aangepaste identificatoren voorzien worden die lichtgevende elementen kunnen aansturen wanneer deze binnen 'bereik' zijn van de identificator (wanneer de stuurcomponent van het lichtgevend element de identificator detecteert), en waarbij de identificatoren deze lichtgevende elementen kunnen dimmen of aan- en uitzetten. Andere identificatoren kunnen uitgebreidere machtigingen krijgen, zoals contrôle over lichtgevende elementen die niet binnen 'bereik' vallen van de identificator, bijvoorbeeld door contact te maken met het centraal beslissingsorgaan dat de opdrachten verwerkt en communiceert aan (de stuurcomponenten van)de lichtgevende elementen. Dit kan bijvoorbeeld via een eenvoudige visuele interface met touchscreen (bvb. kaart met lichtgevende elementen). Ook contrôle over andere Systemen kan opgenomen worden in een dergelijke master-identificator, zoals verwarming, airco, elektriciteitsvoorziening, watervoorziening en/of andere. Dit biedt mogelijkheden tot een betere contrôle en daardoor efficiënter stroomgebruik, aisook een efficiëntere besturing van de verlichting vanuit gebruikersstandpunt. Zo is het mogelijk om zonder schakelaars te gebruiken (die een bron zijn van ziektekiemen, zeker in ziekenhuizen) de verlichting aan te sturen, gezien deze bijvoorbeeld automatisch kan reageren op de nadering van een gebruiker, of een voorafbepaald pad kan verlichten (al of niet gebaseerd op nadering). Bovendien kan een zorgverlener of, in een algemenere situatie, een werknemer zieh concentreren
BE2016/5335 op de taak die deze dient uit te voeren en dient deze zieh niet bezig te houden met verlichting.
In een verdere uitvoeringsvorm omvatten de stuurcomponenten een microcontroller. De microcontroller is ingericht voor het communiceren met de draagbare identificatoren via Bluetooth en voor het communiceren met het centraal beslissingsorgaan via een Wi-Fi verbinding.
Het gebruiken van een microcontroller laat toe om op een heel compacte en goedkope wijze aansturingsmogelijkheden te voorzien bij de lichtgevende elementen, waarbij zowel Wi-Fi mogelijkheden als Bluetooth-functionaliteit zonder veel meerkost of ruimteeisen kunnen voorzien worden. De microcontrollers kunnen heel eenvoudig ingebouwd worden in een armatuur, zodanig dat de voeding naar de armatuur, die de lichtgevende elementen van voeding voorziet, ook de microcontroller voedt. Bij voorkeur wordt deze zodanig ingebouwd dat de microcontroller als tussenstation de voeding ontvangt en deze al of niet (of gedeeltelijk) doorschakelt naar de lichtgevende elementen om deze op die manier aan te sturen. De microcontroller kan een chopper aansturen, bijvoorbeeld op basis van een TRIAC (triode voor wisselstroom), die op zijn beurt stroom voorzien aan een lichtgevend element. Op de werking van de chopper en de TRIAC wordt niet verder ingegaan in dit document. Wel dient aangegeven te worden dat soortgelijke toestellen voor stroom- of spanningsregeling (bijvoorbeeld een regelbare weerstand) eveneens kunnen worden voorzien als alternatief of uitbreiding van deze uitvinding en als gevolg daarvan, onderdeel van de uitvinding.
In een verdere uitvoeringsvorm stuurt het centraal beslissingsorgaan de lichtgevende elementen verder aan op basis van onder meer tijdstip en/of locatie en/of temperatuur en/of beweging.
Verdere sensoren die omgevingsparameters registreren, kunnen gebruikt worden bij de aansturing vanuit het centraal beslissingsorgaan dat deze registraties ontvangt en mede aan de hand daarvan beslissingen kan nemen. Zo kan een bewegingssensor aanwezig blijven voor gebruikers die geen identificator hebben (bijvoorbeeld bij noodsituaties, of om ongeoorloofde bezoekers te detecteren), en/of temperatuursensoren om noodsituaties te detecteren. Ook kan een verschil gemaakt worden in beslissingen op basis van locatie (lichten in een toilet blijven bijvoorbeeld een vaste période aan, ...) of op tijdstip ('s nachts blijven lichten langer aan of worden lichtgevende elementen die zieh verder van een identificator bevinden ook aangeschakeld, terwijl overdag slechts de dichtstbijzijnde aangeschakeld worden).
BE2016/5335
In een uitvoeringsvorm zijn de stuurcomponenten ingericht om te kunnen communiceren met één of meerdere van de andere stuurcomponenten, bij voorkeur waarbij de stuurcomponenten een Bluetooth module omvatten en waarbij de stuurcomponenten onderling via Bluetooth kunnen communiceren.
Bij verdere voorkeur betreft de Bluetooth module een Bluetooth Low Energy module om verbruik te minimaliseren, gezien veelal geen grote datastroom nodig is voor communicatie. Op de werking achter Bluetooth (Classic) en Bluetooth Low Energy wordt niet verder ingegaan in dit document, daar dit tot de stand der techniek behoort. Wel dient opgemerkt te worden dat soortgelijke technologieën dienen beschouwd te worden als een logische uitbreiding van deze uitvinding, en als gevolg daarvan, onderdeel van de uitvinding.
In een verdere uitvoeringsvorm is minstens één, en bij voorkeur alien, van de stuurcomponenten ingericht om één of meerdere van de lichtgevende elementen te kunnen dimmen, bij voorkeur waarbij de minstens één, en bij voorkeur alien, van de stuurcomponenten een TRIAC (triode voor wisselstroom) omvatten voor het dimmen van de lichtgevende elementen. Alternatief kan ook andere voorschakelapparatuur (VSA) dan een TRIAC gebruikt worden, zoals een DALI-dimmer, een trailing edge dimmer of zogenaamde elektronische dimmer, een PWM (Power Width Modulation)dimmer of oudere Systemen zoals DSI (digital serial interface) dimmers. Daarnaast kunnen de lichtgevende elementen ook aangestuurd worden via een 0-10 V (of 1-10 V) controller (in praktijk dan 0 tot -10 V of 0 tot 10 V), of via DMX 512-protocol.
De voordelen van het gebruik van DALI als netwerkprotocol zijn onder meer dat DALI internationaal als open standaard erkend is voor netwerkcommunicatie bij verlichtingssystemen en op die manier compatibel zal zijn met de veel andere Systemen en componenten, ongeacht de leveranciers of fabrikanten. Daarnaast laat gebruik van DALI-protocol ook toe om minder besturingskabels te gebruiken dan bij sommige oudere Systemen wat zowel een praktischere (onder meer gereduceerd gevaar op foute connecties) als goedkopere installatie toelaat. Verder laat het gebruik van DALI ook toe om achteraf eenvoudig componenten te vervangen of toe te voegen, en kan het eenvoudig verbonden worden aan een gebouwbeheersysteem (GBS) zoals LonWorks, BACnet of EIB.
DSI biedt onder meer het voordeel dat alle lichtgevende elementen op eenzelfde manier aangestuurd worden door digitale data-overdracht, en de elementen in het systeem zijn eenvoudig te vervangen, aangezien deze rechtstreeks met een controller verbonden zijn (en dus geen adres hebben per component/element zoals in netwerksystemen).
0-10 V contrôle kan ook rekenen op een groot aanbod aan componenten die geschikt zijn om gebruikt te worden in dit systeem, en is bovendien ook eenvoudig te begrijpen.
BE2016/5335
Verdere opties bestaan, zoals bijvoorbeeld het zogenaamde trailing edge (faseafsnijding) dimmen of het leading edge (faseaansnijding) dimmen, en allen hebben hun specifieke voor- en nadelen.
Verdere Systemen zoals gekend door een expert in het veld kunnen bij uitbreiding ook geïmplementeerd worden in de uitvinding en dergelijke uitvoeringsvormen vallen als dusdanig onder de uitvinding zoals voorgesteld in dit document.
De eerst vermelde optie van een TRIAC als onderdeel van een chopper die het lichtgevend element stuurt, is slechts een optie voor het dimmen van de lichtgevende elementen. Deze optie is zeer geschikt voor het beheren van de lichtsterkte van de lichtgevende elementen, gezien de compacte bouw van de TRIAC en geringe kost daarvan toelaten om op een efficiënte manier een nog gerichter beheer van de lichtsterkte mogelijk te maken en eveneens toelaten aan de installateur om de nodige componenten eenvoudig in de armatuur van de lichtgevende elementen in te bouwen. De uitvinding is echter geenszins beperkt tot uitvoeringen met een TRIAC als onderdeel.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een stuurcomponent voor het aansturen van een veelheid aan lichtgevende elementen, waarbij de stuurcomponent een microcontroller omvat en deze microcontroller ingericht is om via Bluetooth, bij voorkeur via Bluetooth Low Energy, te communiceren met andere apparaten en via een draadloze verbinding, bij voorkeur via Wi-Fi, met een server te communiceren.
In een verdere uitvoeringsvorm is de stuurcomponent aangepast om in een armatuur voor één of meerdere van de lichtgevende elementen ingebouwd te worden, zodanig dat de stuurcomponent inkomende voeding naar de één of meerdere lichtgevende elementen kan controleren en zodanig dat de stuurcomponent de lichtgevende elementen kan aansturen.
In een verdere uitvoeringsvorm is de stuurcomponent verder aangepast volgens één of meerdere uitvoeringen reeds beschreven in dit document.
De voordelen van een dergelijke stuurcomponent zijn reeds toegelicht in voorgaande delen van dit document en worden eveneens verder uitgelicht in volgende delen.
In een derde aspect betreft de uitvinding een armatuur omvattende een stuurcomponent, waarbij de stuurcomponent ingericht is voor het communiceren met een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur via een draadloos netwerk, en waarbij de stuurcomponent ingericht is voor het detecteren van proximiteit van draagbare identificatoren, bij voorkeur via een Bluetooth-verbinding, en waarbij de stuurcomponent ingericht is voor het aansturen van de lichtgevende elementen.
BE2016/5335
Door een armatuur te voorzien omvattende een stuurcomponent zoals beschreven in dit document, is het mogelijk om het systeem zoals voorgesteld in dit document toe te passen en te plaatsen zonder dat hiervoor grote voorkennis vereist is. De armaturen kunnen zoals gewoonlijk gepiaatst worden en voorzien worden van voeding, waarbij de interne componenten (onder meer de stuurcomponent) van de armaturen deze vervolgens sturen en beheren om zo de lichtgevende elementen aan te sturen, die eveneens op een gebruikelijke manier kunnen gepiaatst worden in de armaturen.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het aansturen van een verlichtingsbeheersysteem met een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtcomponenten, waarbij de lichtcomponenten individueel en/of in clusters kunnen gestuurd worden op een gecentraliseerde manier, bij voorkeur vanuit een centraal beslissingsorgaan zoals een server via een draadloos netwerk, bij verdere voorkeur via een Wi-Fi netwerk. Daarbij zijn de lichtcomponenten ingericht om draagbare identificatoren te detecteren, bij voorkeur gebeurt het detecteren via een draadloze korte-afstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding. De werkwijze omvat hierbij volgende stappen:
a. Het detecteren door één van de lichtcomponenten van één of meerdere van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding;
b. het doorgeven door de lichtcomponent van informatie over de gedetecteerde draagbare identificator aan een centraal beslissingsorgaan;
c. het verwerken van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door het centraal beslissingsorgaan;
d. het ontvangen van een opdracht op de lichtcomponent voor het aansturen van de lichtcomponent, waarbij de opdracht aan de hand van onder meer de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator is opgesteld;
e. het door de lichtcomponent uitvoeren van de ontvangen opdracht.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat ten minste één, bij voorkeur alien, van de lichtcomponenten één of meerdere lichtgevende elementen, bijvoorbeeld LED-lampen, en een armatuur voor het operationeel ontvangen van de één of meerdere lichtgevende elementen. De armatuur omvat hierbij een stuurcomponent, bij voorkeur in de armatuur ingebouwd, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om met het centraal beslissingsorgaan te communiceren, bij voorkeur via een draadloos netwerk, bij verdere voorkeur via een Wi-Fi verbinding. De stuurcomponenten zijn hierbij verder ingericht
BE2016/5335 om de draagbare identificatoren te detecteren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het verlichtingsbeheersysteem meer precies een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen vanuit een centraal beslissingsorgaan, waarbij de lichtgevende elementen in armaturen zitten, waarbij de armaturen een stuurcomponent omvatten voor het aansturen van de lichtgevende elementen, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om met het centraal beslissingsorgaan te communiceren, bij voorkeur via een draadloos netwerk, bij verdere voorkeur via een Wi-Fi verbinding, en waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om draagbare identificatoren te detecteren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding. De werkwijze vertaalt zieh in deze uitvoeringsvorm als omvattende volgende stappen:
a. het detecteren door één van de stuurcomponenten van één of meerdere van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding;
b. het doorgeven door de stuurcomponent van informatie over de gedetecteerde draagbare identificator aan het centraal beslissingsorgaan;
c. het verwerken van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door het centraal beslissingsorgaan;
d. het ontvangen van een opdracht op de stuurcomponent voor het aansturen van de lichtgevende elementen van de armatuur van de stuurcomponent, waarbij de opdracht aan de hand van onder meer de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator is opgesteld;
e. het door de stuurcomponent uitvoeren van de ontvangen opdracht.
De voordelen van deze werkwijzen zijn reeds besproken in dit document, aangezien deze grotendeels overeenstemmen met de voordelen van het systeem zelf. De werkwijze laat toe om over een korte-afstandsverbinding identificatoren te detecteren, welke verbindingen veel energie-efficiënter zijn en zo ook andere netwerken te sparen. Op deze wijze kan de locatie van een identificator (en dus gebruiker) heel precies bepaald worden, en op die manier de verlichting aangestuurd worden om de gebruiker in kwestie optimaal te ondersteunen. Dit kan het aanzetten van een lokale verlichting zijn (binnen een bepaalde straal), of het dimmen van verlichting, het uitschakelen van verlichting, een gekend of voorspeld pad voor de gebruiker belichten, informatie weergeven via lichtgevende elementen of andere. Door daarnaast te communiceren met en aangestuurd te worden vanuit een centraal beslissingsorgaan, kunnen de lichtcomponenten of lichtgevende elementen optimaal functioneren, aangezien bij het
BE2016/5335 centraal beslissingsorgaan veel meer informatie beschikbaar is en daarbij sneller en dieper ('slimmer') kan geredeneerd worden om zo voor een groot aantal lichtgevende elementen en voor een groot aantal identificatoren tegelijk instructies te geven. Zo kunnen ook de logische onderdelen bij de lichtcomponenten minimaal gehouden worden, zowel qua omvang, kost als complexiteit. Gezien de alomtegenwoordigheid van Wi-Fi netwerken in vele grote gebouwen, zoals een ziekenhuis, is dit een geprefereerde communicatiewijze. Een verder voordeel van de voorgestelde werkwijze, die eveneens van toepassing is voor de Systemen, componenten en verdere werkwijzen van dit document, is dat het aanleggen van een systeem geschikt voor het toepassen van de werkwijze geen bijkomende bekabeling nodig heeft voor de communicatie, en bij voorkeur zelfs door een installateur zonder extra kennis inzake het systeem kan uitgevoerd worden, gezien de stuurcomponent bij voorkeur ingebouwd is in de armatuur.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de lichtcomponenten ingericht om te kunnen communiceren met naburige lichtcomponenten via een draadloze korteafstandsverbinding, bij voorkeur via een Bluetooth verbinding, en omvat de werkwijze volgende alternatieve stappen in een geval van een onmogelijkheid tot het doorgeven van informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door een bepaalde lichtcomponent aan het centraal beslissingsorgaan:
a. het detecteren door de bepaalde lichtcomponent van één of meerdere van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korte afstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding;
bl.het doorgeven door de bepaalde lichtcomponent van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator aan één of meerdere naburige lichtcomponenten via de draadloze korte afstand verbinding;
b2. het doorgeven van de doorgegeven informatie door de één of meerdere naburige lichtcomponenten aan het centraal beslissingsorgaan;
c. het verwerken van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door het centraal beslissingsorgaan;
dl.het ontvangen van een opdracht op de één of meerdere naburige lichtcomponenten voor het aansturen van de bepaalde lichtcomponent, waarbij de opdracht aan de hand van onder meer de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator is opgesteld;
d2. het doorgeven van de ontvangen opdracht, van de één of meerdere naburige lichtcomponenten aan de bepaalde lichtcomponent via de draadloze korte afstand verbinding;
e. het door de bepaalde lichtcomponent uitvoeren van de ontvangen opdracht.
BE2016/5335
In een meer precieze verdere uitvoeringsvorm zijn de stuurcomponenten ingericht om te kunnen communiceren met naburige stuurcomponenten via een draadloze korteafstandsverbinding, bij voorkeur via een Bluetooth verbinding, en omvat de werkwijze volgende alternatieve stappen bij een onmogelijkheid van doorgeven van informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door een bepaalde stuurcomponent aan het centraal beslissingsorgaan:
a. het detecteren door de bepaalde stuurcomponent van één of meerdere van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding;
bl.het doorgeven door de bepaalde stuurcomponent van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator aan één of meerdere naburige stuurcomponenten via de draadloze korte-afstandsverbinding;
b2. het doorgeven van de doorgegeven informatie door de één of meerdere naburige stuurcomponenten aan het centraal beslissingsorgaan;
c. het verwerken van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door het centraal beslissingsorgaan;
dl.het ontvangen van een opdracht op de één of meerdere naburige stuurcomponenten voor het aansturen van de lichtgevende elementen van de armatuur van de bepaalde stuurcomponent, waarbij de opdracht aan de hand van onder meer de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator is opgesteld;
d2. het doorgeven van de ontvangen opdracht, van de één of meerdere naburige stuurcomponenten aan de bepaalde stuurcomponent via de draadloze korte-afstandsverbinding;
e. het door de bepaalde stuurcomponent uitvoeren van de ontvangen opdracht.
De beschreven uitbreiding van de werkwijze biedt een zeer elegante en eenvoudige failsafe indien één of meerdere stuurcomponenten of lichtcomponenten probiemen ondervindt met het communiceren met het centraal beslissingsorgaan. Door de informatie via een ander communicatiekanaal (korte-afstandsverbinding, bvb. Bluetooth) door te geven aan een naburige component, kan deze de informatie toch doorgeven aan het centraal beslissingsorgaan, en kan deze op zijn beurt ook dienen als doorgeefluik naar de eerste component (met communicatieproblemen).
Zo kan het, verdergaand op voorgaande méthodologie, ook mogelijk zijn om slechts één lichtcomponent (stuurcomponent) per zone (een zone met een bepaalde ruimtelijke uitgestrektheid, bijvoorbeeld per ruimte, om de 2m, 5 m, 10 m, ... in een gang, en
BE2016/5335 dergelijke, afhankelijk van de sterkte en dracht van de korte-afstandsverbinding) de functionaliteit te geven om te communiceren met het centraai beslissingsorgaan, of daar zelfs een afzonderlijke component voor te voorzien, zodanig dat slechts een beperkt aantal lichtcomponenten (stuurcomponenten) deze aanpassing dienen te hebben, wat verder kostenbesparend is.
In een verdere uitvoeringsvorm stelt het centraai beslissingsorgaan bij voorafbepaalde noodsituaties, aan de hand van informatie over de gedetecteerde draagbare identificatoren een vluchtpad op voor elk van de gedetecteerde draagbare identificatoren en geeft het centraai beslissingsorgaan opdrachten door aan de lichtcomponenten om de lichtcomponenten het vluchtplan te Iaten weergeven, bij voorkeur via een opeenvolging van tijdelijk verlichte lichtcomponenten langsheen het vluchtpad.
In een meer precieze uitvoeringsvorm stelt het centraai beslissingsorgaan bij voorafbepaalde noodsituaties, aan de hand van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificatoren een vluchtpad op voor elk van de gedetecteerde draagbare identificatoren en geeft het centraai beslissingsorgaan opdrachten door aan de stuurcomponenten om de lichtgevende elementen het vluchtplan te Iaten weergeven, bij voorkeur via een opeenvolging van tijdelijk verlichte lichtgevende elementen langsheen het vluchtpad. Andere manieren om het vluchtplan weer te geven zijn bijvoorbeeld verlichte Symbolen (pijlen en dergelijke), instructies weergegeven op lichtgevende elementen (scherm) of andere.
De voordelen van deze werkwijzen spreken voor zieh, een verbeterde manier om gebruikers in een noodsituatie te evacueren, waarbij het centraai beslissingsorgaan bovendien op de hoogte is van de locaties van de gebruikers in het gebouw, wat van grote hulp kan zijn voor hulpverleners bij het zoeken van achtergebleven mensen.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de lichtcomponenten geschikt om informatie weer te geven, en wordt aan de hand van een gedetecteerde draagbare identificator, informatie weergegeven die relevant is voor de gedetecteerde draagbare identificator op dichtbij zijnde lichtcomponenten. Dit kunnen bijvoorbeeld instructies zijn om een gewenste locatie te bereiken (bij herkenning van een identificator die ingesteid is met een bepaalde doelbestemming, zoals voor een doktersafspraak in een ziekenhuis), of andere mededelingen.
BE2016/5335
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de lichtcomponenten van een soort zoals besproken in dit document en omvatten de lichtcomponenten één of meerdere lichtgevende elementen, en een armatuur met een stuurcomponent daarin, en worden dichtbij zijnde lichtgevende elementen aangestuurd om de relevante informatie weer te geven.
In een verdere uitvoeringsvorm voorspelt het centraal beslissingsorgaan op basis van informatie van één of meerdere lichtcomponenten over een bepaalde draagbare identificator een traject voor de bepaalde draagbare identificator, en stuurt het centraal beslissingsorgaan lichtcomponenten aan Iangsheen het voorspelde traject. Bij voorkeur wordt het voorspelde traject aangepast naarmate nieuwe informatie ontvangen wordt bij het centraal beslissingsorgaan en worden de lichtcomponenten volgens het aangepaste traject aangestuurd. Het voorspelien van een traject kan variëren van het aan de hand van de bewegingssnelheid van de indicator vooraf verlichten van lichtgevende elementen in een gang, of het vooraf bepalen welke richting meest waarschijnlijk genomen zal worden bij een splitsing en andere.
Bij voorkeur is het verlichtingsbeheersysteem van de werkwijze een verlichtingsbeheersysteem zoals beschreven in dit document, en/of zijn de stuurcomponenten en/of de armaturen hierin gebruikt eveneens zoals beschreven in dit document.
In een vijfde aspect betreft de uitvinding een verlichtingsbeheersysteem omvattende een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen geschikt zijn om operationeel opgehangen te worden in armaturen, waarbij de lichtgevende elementen afzonderlijk en/of in clusters voorzien zijn van één of meerdere stuurcomponenten, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn voor het detecteren van proximiteit van één of meerdere draagbare identificatoren, bij voorkeur via een Bluetooth verbinding met de draagbare identificatoren, en aan de hand van informatie over de gedetecteerde draagbare identificatoren de lichtgevende elementen aan te sturen. Bij voorkeur zijn de stuurcomponenten geschikt om ingebouwd te worden in de armatuur, bij verdere voorkeur zijn de stuurcomponenten ingebouwd in de armatuur.
De voordelen van een dergelijke verlichtingsbeheersysteem zijn onder meer gestoeld in de eenvoud waarmee het systeem kan geplaatst worden, zeker indien de stuurcomponent reeds geïntegreerd is in de armatuur, zodat een installateur zonder voorkennis deze operationeel kan plaatsen en aansluiten. Daarbij komen nog de eerder vermelde voordelen boven gekende Systemen om proximiteit van gebruikers te
BE2016/5335 detecteren, zoals bewegingssensoren, die afzonderlijk dienen geïnstalleerd te worden, eenvoudig omzeild kunnen worden en vaak ook bijzonder kwetsbaar zijn. De uitvinding zoals besproken in dit document heeft geen bijkomende kwetsbare componenten die zieh bevinden op plaatsen waar deze makkelijk schade kunnen oplopen. Bovendien kan via de korte-afstandsverbinding veel meer informatie overgedragen worden, zoals een identificatie (en/of machtiging) van een gebruiker, het doel van een gebruiker en andere zaken.
In een zesde aspect betreft de uitvinding een verlichtingsbeheersysteem omvattende een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen, waarbij de lichtgevende elementen geschikt zijn om operationeel opgehangen te worden in armaturen, waarbij de lichtgevende elementen afzonderlijk en/of in clusters voorzien zijn van één of meerdere stuurcomponenten, waarbij de stuurcomponenten de lichtgevende elementen aansturen, en waarbij de stuurcomponenten via een Wi-Fi netwerk aangestuurd worden vanuit een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur een centrale server. Bij voorkeur zijn de stuurcomponenten geschikt om ingebouwd te worden in de armatuur, bij verdere voorkeur zijn de stuurcomponenten ingebouwd in de armatuur.
Opnieuw laat het systeem een zeer praktische installatie toe. Bovendien maakt het gebruik van een, in de praktijk overal aanwezig, draadloos netwerk waardoor geen bedrade verbinding moet gemaakt worden tussen het centrale beslissingsorgaan en de afzonderlijke lichtcomponenten. Dit laat een verregaande sturing toe, zowel automatisch als manueel, die voor grote energiebesparing kan zorgen, en een verhoogde programmeerbaarheid en flexibiliteit van de verlichting.
In een zevende aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen van een verlichtingsbeheersysteem volgens het eerste aspect (en daaruit volgende uitvoeringsvormen). De werkwijze omvat volgende stappen:
a. het plaatsen van één of meerdere armaturen omvattende één of meerdere stuurcomponenten, zodanig dat de armaturen aangesloten zijn op een voeding, bij voorkeur het in de armaturen voorzien van één of meerdere lichtgevende elementen;
b. het voorzien van een draadloos netwerk, bij voorkeur een Wi-Fi netwerk, waarmee de stuurcomponenten kunnen communiceren met een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur een server;
c. het voorzien van één of meerdere identificatoren geschikt voor detectie door de stuurcomponenten.
BE2016/5335
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
FIG. 1 toont een uitvoeringsvorm voor een aangesloten stuurcomponent met lichtgevend element, een centraal beslissingsorgaan en een draagbare identificator.
FIG. 2A-2B tonen een uitvoeringsvorm voor een verlichtingsbeheersysteem volgens de uitvinding met een bewegende draagbare identificator.
FIG. 3 toont een verdere uitvoeringsvorm voor een verlichtingsbeheersysteem.
FIG. 4 toont (een gedeelte van) een stuurcomponent volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Tenzij anders gedefinieerd hebben aile termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, beheizen, beheizende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
De term draagbare identificatoren betreft een brede waaier aan objecten die geschikt zijn om herkend te worden door een elektronische component. Dit kan een eenvoudige token (of badge, bracelet of andere) zijn met een NFC (near field communication) tag of RFID (radio frequency identification) chip of een Bluetooth tag daarin geïntegreerd. Dit biedt als voordeei onder meer het geringe volume van de tag of chip. Anderzijds is het ook mogelijk om een smartphone, PDA, tablet, smart watch, gsm of andere toesteilen met mogelijkheid tot korte-afstandsverbindingen te gebruiken als draagbare
BE2016/5335 identificator, optioneel met specifieke mobiele appiieatie daarop voor verhoogde functionaliteiten (aansturen verlichting en dergelijke).
De term stuurcomponent betreft een elektronische schakeling (bijvoorbeeld op SoCbord) met een aantal componenten, waarvan een eerste voor detecteren van draagbare identificatoren, bij voorkeur is dit een Bluetooth module (andere opties zijn hierbij zeker niet uitgesloten, alsook cumulatief) die een Bluetooth tag van de draagbare identificatoren kan detecteren. Een tweede optionele component Staat in voor de communicatie met het centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur via Wi-Fi. Deze functionaliteiten kunnen ook gecombineerd aanwezig zijn in een microcontroller. Daarnaast dient de elektronische schakeling in Staat te zijn om lichtgevende elementen aan te sturen (aan- en uitschakelen, eventueel ook dimmen, kleurveranderingen, ...). Dit kan mogelijk gemaakt worden door het opnemen van een TRIAC of een soortgelijke component.
De term lichtgevende elementen betreft zowei lampen van alle strekkingen (TL, gloeilamp, LED, OLED, QD-LED, AMOLED, LEC, PMOLED, maar eveneens schermen.
De term lichtcomponenten slaat op een combinatie van zowei één of meerdere lichtgevende elementen als eerder beschreven, alsook een stuurcomponent zoals eerder omschreven, en eventueel een armatuur voor het operationeel ontvangen van de lichtgevende elementen.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of ge'interpreteerd mögen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN
VOORBEELD 1:
In een mogelijke uitvoeringsvorm is een verlichtingsbeheersysteem geïntegreerd over de verlichting van een ziekenhuis. Hierbij zijn alle lichtgevende elementen (lampen) voorzien van een stuurcomponent, in deze uitvoeringsvorm een eenvoudige chip met een microcontroller (bvb. ATmegal68-microcontroller van Atmel), die bij voorkeur is ingebouwd in de armatuur van de lichtgevende elementen. Op deze manier is een eenvoudige installatie van het beheersysteem verzekerd, aangezien de stuurcomponenten vooraf reeds operationeel kunnen ingebouwd worden in de
BE2016/5335 armaturen, zodanig dat deze dan zoals gewoonlijk kunnen geplaatst worden zonder dat verdere kennis nodig is van de stuurcomponenten, of dat bijkomende aansluitingen moeten uitgevoerd worden. De stroomtoevoer voor de lichtgevende elementen wordt zoals gewoonlijk geleid naar de armatuur, waarbij deze dan via de microcontroller naar de lichtgevende elementen kan gaan. Daarnaast kan de stroomtoevoer bij voorkeur ook weer verder getrokken worden van de armatuur naar een volgende armatuur (en dan weer verder). De microcontrollers zijn geschikt om via een draadloze verbinding, in de praktijk een Wi-Fi netwerk (of over meerdere) te communiceren met een centraal beslissingsorgaan, in de praktijk een centrale server van het ziekenhuis. Daarnaast zijn de microcontrollers geschikt om draagbare identificatoren te detecteren (en zelfs afstand tussen de stuurcomponent en de identificator in te schatten) via RTLS (real-time locating system). De stuurcomponenten zullen in de praktijk de draagbare identificatoren detecteren via Bluetooth, gezien dit een praktisch en algemeen ondersteunde vorm is voor korte-afstandscommunicatie. Hier kan ook een onderscheid gemaakt worden in verschillende types draagbare identificatoren. Een eerste type kan bijvoorbeeld een bezoekersbadge zijn, met ingebouwd een Bluetooth-functionaliteit zodanig dat deze badge kan gedetecteerd worden door de stuurcomponenten als zijnde een bezoekersbadge. De stuurcomponenten die de badge detecteren als zijnde dicht genoeg, kunnen aan de hand van instructies van de centrale server dan handelen, bijvoorbeeld het aanschakelen van de lichtgevende elementen, het verhelderen, dimmen of andere. De bezoekersbadge geeft echter geen verdere machtigingen aan de gebruiker, en laat met andere woorden een gebruiker niet toe om zelf verlichting aan te sturen (hoewel dit ook mogelijk zou kunnen gemaakt worden). Een tweede type kan bijvoorbeeld een patiëntbadge zijn, met beperkte functionaliteit in een bepaalde zone (kamer, ziekenhuisvleugel, ...) en/of bepaalde tijd ('s nachts, overdag, ...). Een derde type kan een werknemersbadge zijn die het mogelijk maakt om bovenop eerdergenoemde functionaliteiten, ook de verlichting rechtstreeks (of na communicatie met de server) aan te sturen, gezien het voor dokters en verpleegkundigen wel handig kan zijn om de verlichting te controleren. Verdere types kunnen natuurlijk ook nog voorzien worden, zoals een masterbadge. Deze kan bijvoorbeeld voorzien zijn van mogelijkheid tot het controleren van verlichtingselementen waarvan de stuurcomponent de masterbadge niet gedetecteerd heeft, en zo verlichting vanop afstand kan controleren door de opdrachten voor de verlichting door te geven aan de centrale server via een draadloos netwerk, en de centrale server de opdrachten verder verwerkt en doorgeeft aan de afzonderlijke verlichtingselementen. Dit kan bijvoorbeeld via een grafische user omgeving mogelijk gemaakt worden voor gebruikers met bepaalde machtigingen. Bovendien kan het centraal beslissingsorgaan (server) ook conflicterende
BE2016/5335 commando's oplossen, door bijvoorbeeld rekening te houden met machtiging, tijd sinds commando of andere.
Bovendien dient de term 'badge' niet beperkend beschouwd te worden. Zo kan het voor personeel ook opportuun zijn om een smartphone of ander toestel te gebruiken als identificator, al of niet met een applicatie daarop geinstalleerd specifiek voor het controleren van de verlichting. Op deze manier kan eenvoudig gezien worden welke machtiging een gebruiker precies heeft door de applicatie te personaliseren (en mogelijk guest-accounts te voorzien met de laagste functionaliteiten).
In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de bezoekersbadges voorzien worden van bijkomende functionaliteiten. Zo kan een bezoeker aan het onthaal aangeven welke dienst, patiënt, kamer, dokter of andere deze wenst te bezoeken. Dit kan eenvoudig geüpload worden bij de bezoekersbadge zodanig dat slechts verlichting langsheen het pad naar de gewenste locatie oplicht of een ander teken geeft bij detectie van de specifieke bezoekersbadge. Bij verdere voorkeur kan de verlichting zelfs vooropgaan ten opzichte van de bezoeker en zodoende de richting aanduiden naar de gewenste locatie. Anderzijds kunnen op verschillende locaties doorheen het ziekenhuis (bijvoorbeeld op splitsingen van gangen en dergelijke) beeldschermen gepiaatst worden die reageren op de nabijheid van de bezoekersbadge en op die manier een correcte richting aangeven. Verder kan de bezoekersbadge (en ook andere) voorzien worden van een 'home'-knop die de bezoeker terugstuurt naar de (hoofd)ingang op eenzelfde manier, wat handig kan zijn na afloop van het bezoek. Verdere knoppen kunnen ook voorzien worden, zoals een noodknop, informatieknop of andere.
VOORBEELD 2:
In een mogelijke uitvoeringsvorm is het verlichtingsbeheersysteem grotendeels gelijkaardig opgesteld als hierboven, maar bezit hier de (additionele of alternatieve) functionaliteit om noodsituaties te verwerken. Bij noodsituaties, zoals een brand, aanslag, overstroming, elektrische storingen, aardbeving of andere, wordt dit geregistreerd vanuit een centraal beslissingsorgaan (die eventueel dit event krijgt van een gebruiker met bepaalde machtiging). Het centraal beslissingsorgaan vraagt vervolgens vanuit de stuurcomponenten op welke identificatoren gedetecteerd zijn, en heeft hierbij ook de fysieke locatie van de stuurcomponenten (of zelfs de fysieke locatie of benaderend van de identificator zelf). Aan de hand van de gedetecteerde identificatoren en hun benaderende locatie, kan een evacuatiepad opgesteld worden voor alle identificatoren, specifiek op de locatie hiervan, en kan de identificatoren begeleiden naar een uitgang. Dit is vergelijkbaar met 'lopende verlichting' die in
BE2016/5335 noodsituaties reeds gebruikt wordt om een gewenst pad aan te geven. De uitbreiding voorgesteld bij deze uitvinding is om aan de hand van de kennis van de individuele locaties van de identificatoren deze evacuatiepaden afzonderlijk aan te geven door verlichtingsvormen, -patronen, -sterktes, -kleuren of andere.
VOORBEELD 3:
In mogelijke uitvoeringsvormen kan de stuurcomponent verder voorzien zijn van sensoren om de toestand lokaal na te gaan, zoals temperatuursensoren, bewegingssensoren, druksensoren, CO-sensoren en/of andere sensoren. Op deze manier kunnen deze metingen gecommuniceerd worden met het centrale beslissingsorgaan en eventueel meegenomen in het aansturen van de verlichting (of het aangeven van noodsituaties en dergelijke). Door sensoren hierop te plaatsen, zijn deze zowel op een veilige locatie waar accidentele beschadiging weinig zal voorkomen, alsook is er geen nood om deze afzonderlijk van stroom te voorzien, aangezien de voeding eenvoudig kan afgetakt worden van de voeding naar de armatuur toe. Dit is eveneens zichtbaar in FIG. 4.
VOORBEELD 4:
In de Figuren zijn enkele uitvoeringsvormen zichtbaar volgens een aantal van de beschreven Systemen en werkwijzen. Merk op dat hierbij de term Arduino steeds gebruikt wordt als specifieke uitvoering van een onderdeel van de stuurcomponent, en dat dit geenszins beperkend dient geïnterpreteerd te worden, en enkel dient om een meer gedetailleerde uitvoeringsmogelijkheid weer te geven. Arduino zoals hier gebruikt slaat eigenlijk op een microcontroller geschikt voor het Arduino-platform. Het dient echter opgemerkt worden dat de mogelijkheden verder strekken dan microcontrollers voor het Arduino-platform (met alternatieven zoals Raspberry Pi, Dwengo-bord en andere).
Zo toont FIG. 1 algemeen een lichtcomponent (2 en 7), waarbij een mogelijke stuurcomponent (2) weergegeven wordt, in dit geval omvattende een TRIAC en een Arduino microcontroller. De stuurcomponent (2) wordt voorzien van voeding door twee stroomvoerende kabels die van links komen, waarbij de microcontroller (Arduino) de TRIAC aanstuurt, die op zijn beurt een bepaalde voeding of voedingsregime levert aan het lichtgevende element (7). De stroomvoerende kabels lopen verder naar een volgende eenheid van stuurcomponent (2) en lichtgevend element(en) (7). De microcontroller (Arduino) is geschikt om te communiceren met een centraal beslissingsorgaan (3) via een draadloze verbinding (4). Daarnaast is de microcontroller
BE2016/5335 (Arduino) ook ingericht voor het detecteren van draagbare identificatoren (1) via een korte-afstandsverbinding (5), in dit geval via Bluetooth.
FIG. 2A toont een verlichtingsbeheersysteem van een aantal lichtcomponenten (lichtgevend element is niet weergegeven) met een stuurcomponent (2a, 2b, 2c, 2d), die via een draadloze verbinding (4a, 4b, ...) kan communiceren met een centraal beslissingsorgaan (3). Daarnaast kunnen de stuurcomponenten (2a, 2b, 2c, 2d) draagbare identificatoren (1), in dit geval een smartphone, detecteren via een korteafstandsverbinding (5a, 5b) indien deze binnen bereik zijn van de stuurcomponent (2a, 2b).
In FIG. 2B is dezelfde situatie zichtbaar als in FIG. 2A, echter met de gebruiker, en diens draagbare identificator (1) op een verdere positie en dus detecteerbaar door andere stuurcomponenten (in dit geval stuurcomponenten 2a, 2b en 2c) via de korteafstandsverbindingen (5a, 5b, 5c).
In FIG. 3 is ten slotte de situatie zichtbaar waarbij slechts één stuurcomponent (2) ingericht is om te communiceren met het centraal beslissingsorgaan (3) over een draadloze verbinding (4), en waarbij deze ene stuurcomponent via korteafstandsverbindingen communiceert met de naburige stuurcomponenten (2a, 2b, 2c, 2d), en zodoende als doorgeefluik fungeert voor de naburige stuurcomponenten (2a, 2b, 2c, 2d). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij probiemen met de communicatie tussen het centraal beslissingsorgaan (3) en de naburige stuurcomponenten (2a, 2b, 2c, 2d), alsook een standaarduitvoeringsvorm zijn, zodat niet elke stuurcomponent over Wi-Fi functionaliteit dient te beschikken.
Merk op dat specifieke termen gebruikt in de voorbeelden geenszins beperkend zijn, en dat logische aanvullingen zoals bedacht door een vakman in het veld van de uitvinding dienen beschouwd te worden als opgenomen als onderdeel van de uitvinding.
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Bijvoorbeeld, de huidige uitvinding werd beschreven met verwijzing naar verlichting, maar het mag duidelijk zijn dat de uitvinding kan toegepast worden op bv. andere algemene Systemen, zoals ventilatie, verwarming, airconditioning, schermen of zelfs het 'aanschakelen' van elektrische contacten en dergelijke.
BE2016/5335

Claims (27)

  1. CONCLUSIES
    1. Een verlichtingsbeheersysteem omvattende een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen waarbij de lichtgevende elementen afzonderiijk en/of in clusters voorzien zijn van een stuurcomponent, waarbij de stuurcomponenten aangestuurd worden door een centraai beslissingsorgaan, bij voorkeur een server, op basis van locatiebepaling van één of meerdere draagbare identificatoren, waarbij de lichtgevende elementen aangesloten zijn op een voeding, en waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn voor het communiceren met het centraai beslissingsorgaan en voor het detecteren van proximiteit van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korte-afstandsverbinding, en voor het aansturen van de lichtgevende elementen, en waarbij bij voorkeur de lichtgevende elementen ook lokaal aanstuurbaar zijn.
  2. 2. Verlichtingsbeheersysteem volgens de voorgaande conclusie 1, waarbij lichtgevende elementen in armaturen operationeel opgehangen zijn en waarbij de stuurcomponenten ingebouwd zijn in de armaturen.
  3. 3. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij de één of meerdere stuurcomponenten een Bluetooth module omvatten, bij voorkeur een Bluetooth Low Energy module, en ingericht zijn voor het communiceren met de draagbare identificatoren, en waarbij het communiceren met de draagbare identificatoren via een Bluetooth verbinding uitgevoerd wordt.
  4. 4. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij de één of meerdere stuurcomponenten voorzien zijn van Wi-Fifunctionaliteit zijn om draadloos te communiceren met het centraai beslissingsorgaan.
  5. 5. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om de draagbare identificatoren afzonderiijk te kunnen herkennen aan de hand van een identifier, waarbij de lichtgevende elementen aangestuurd worden door het centraai beslissingsorgaan op basis van onder meer de identifier van een gedetecteerde draagbare identificator, en bij voorkeur verder op basis van onder meer proximiteit van de gedetecteerde draagbare identificator tot de stuurcomponenten van de lichtgevende elementen.
    BE2016/5335
  6. 6. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij minstens één van de één of meerdere draagbare identificatoren via het centraal beslissingsorgaan één of meerdere van de lichtgevende elementen kan aansturen.
  7. 7. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij de stuurcomponenten een microcontroller omvatten, waarbij de microcontroller ingericht is voor het communiceren met de draagbare identificatoren via Bluetooth en voor het communiceren met het centraal beslissingsorgaan via een Wi-Fi verbinding.
  8. 8. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het centraal beslissingsorgaan de lichtgevende elementen verder aanstuurt op basis van onder meer tijdstip en/of locatie en/of temperatuur en/of beweging.
  9. 9. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om te kunnen communiceren met één of meerdere van de stuurcomponenten, bij voorkeur waarbij de stuurcomponenten een Bluetooth module omvatten en waarbij de stuurcomponenten onderling via Bluetooth kunnen communiceren.
  10. 10. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij minstens één, en bij voorkeur alien, van de stuurcomponenten ingericht is om de lichtgevende elementen te kunnen dimmen, bij voorkeur waarbij de minstens één, en bij voorkeur alien, van de stuurcomponenten een TRIAC (triode voor wisselstroom) omvatten voor het dimmen van de lichtgevende elementen.
  11. 11. Verlichtingsbeheersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij minstens één, en bij voorkeur alien, van de stuurcomponenten ingericht is om de lichtgevende elementen te kunnen dimmen, bij voorkeur waarbij de minstens één, en bij voorkeur alien, van de stuurcomponenten een DALI-dimmer, een DMX512-dimmer, een DSI-dimmer, een faseafsnijdingdimmer, een 0-10 V-dimmer of een PWM-dimmer omvatten voor het dimmen van de lichtgevende elementen.
  12. 12. Een stuurcomponent voor het aansturen van een veelheid aan lichtgevende elementen, waarbij de stuurcomponent een microcontroller omvat en deze microcontroller ingericht is om via Bluetooth te communiceren met andere
    BE2016/5335 apparaten en via een draadloze verbinding, bij voorkeur via Wi-Fi, met een server te communiceren.
  13. 13. Stuurcomponent volgens voorgaande conclusie 12, waarbij de stuurcomponent ingericht is om in een armatuur voor één of meerdere van de lichtgevende elementen, ingebouwd te kunnen worden, zodanig dat de stuurcomponent inkomende voeding naar de één of meerdere van de lichtgevende elementen kan controleren en zodanig dat de stuurcomponent de één of meerdere van de lichtgevende elementen kan aansturen.
  14. 14. Stuurcomponent volgens één van de voorgaande conclusies 12 of 13, waarbij de stuurcomponent een stuurcomponent volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11 is.
  15. 15. Armatuur omvattende een stuurcomponent, waarbij de stuurcomponent ingericht is voor het communiceren met een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur via een draadloos netwerk, en waarbij de stuurcomponent ingericht is voor het detecteren van proximiteit van draagbare identificatoren, bij voorkeur via een Bluetooth-verbinding, en waarbij de stuurcomponent ingericht is voor het aansturen van de lichtgevende elementen.
  16. 16. Werkwijze voor het aansturen van een verlichtingsbeheersysteem met een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtcomponenten, waarbij de lichtcomponenten individueel en/of in clusters kunnen gestuurd worden op een gecentraliseerde manier, bij voorkeur via een draadloos netwerk, bij verdere voorkeur via een Wi-Fi netwerk, en waarbij de lichtcomponenten ingericht zijn om draagbare identificatoren te detecteren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding, waarbij de werkwijze volgende stappen omvat:
    a. het detecteren door één van de lichtcomponenten van één of meerdere van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding;
    b. het doorgeven door de lichtcomponent van informatie over de gedetecteerde draagbare identificator aan een centraal beslissingsorgaan;
    c. het verwerken van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door het centraal beslissingsorgaan;
    d. het ontvangen van een opdracht op de lichtcomponent voor het aansturen van de lichtcomponent, waarbij de opdracht aan de hand van onder meer de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator is opgesteld;
    e. het door de lichtcomponent uitvoeren van de ontvangen opdracht.
    BE2016/5335
  17. 17. Werkwijze volgens de voorgaande werkwijze 16, waarbij de lichtcomponenten één of meerdere lichtgevende elementen omvatten, een armatuur voor het operationeel ontvangen van de één of meerdere lichtgevende elementen omvatten en waarbij de armatuur een stuurcomponent omvat, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om met het centraal beslissingsorgaan te communiceren, bij voorkeur via een draadloos netwerk, bij verdere voorkeur via een Wi-Fi verbinding, en waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn om de draagbare identificatoren te detecteren, bij voorkeur via een draadloze korte-afstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding.
  18. 18. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 16 of 17, waarbij de lichtcomponenten ingericht zijn om te kunnen communiceren met naburige lichtcomponenten via een draadloze korte-afstandsverbinding, bij voorkeur via een Bluetooth verbinding, omvattende volgende alternatieve stappen bij een onmogelijkheid van doorgeven van informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door een bepaalde lichtcomponent aan het centraal beslissingsorgaan:
    a. het detecteren door de bepaalde lichtcomponent van één of meerdere van de draagbare identificatoren, bij voorkeur via een draadloze korteafstandsverbinding, bij verdere voorkeur via een Bluetooth verbinding;
    bl. het doorgeven door de bepaalde lichtcomponent van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator aan één of meerdere naburige lichtcomponenten via de draadloze korte-afstandsverbinding;
    b2. het doorgeven van de doorgegeven informatie door de één of meerdere naburige lichtcomponenten aan het centraal beslissingsorgaan;
    d. het verwerken van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator door het centraal beslissingsorgaan;
    dl.het ontvangen van een opdracht op de één of meerdere naburige lichtcomponenten voor het aansturen van de bepaalde lichtcomponent, waarbij de opdracht aan de hand van onder meer de informatie over de gedetecteerde draagbare identificator is opgesteld;
    d2. het doorgeven van de ontvangen opdracht, van de één of meerdere naburige lichtcomponenten aan de bepaalde lichtcomponent via de draadloze korte-afstandsverbinding;
    e. het door de bepaalde lichtcomponent uitvoeren van de ontvangen opdracht.
    BE2016/5335
  19. 19. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 16 tot en met 18, waarbij bij voorafbepaalde noodsituaties, het centraal beslissingsorgaan aan de hand van de informatie over de gedetecteerde draagbare identificatoren een vluchtpad opstelt voor elk van de gedetecteerde draagbare identificatoren en opdrachten doorgeeft aan de lichtcomponenten om de lichtcomponenten het vluchtplan te laten weergeven, bij voorkeur via een opeenvolging van tijdelijk verlichte lichtcomponenten langsheen het vluchtpad.
  20. 20. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 16 tot en met 19, waarbij de lichtcomponenten geschikt zijn om informatie weer te geven, en waarbij aan de hand van een gedetecteerde draagbare identificator voor de gedetecteerde draagbare identificator relevante informatie weergegeven wordt op dichtbij zijnde lichtcomponenten.
  21. 21. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 16 tot en met 20, waarbij het centraal beslissingsorgaan op basis van informatie van één of meerdere lichtcomponenten over een bepaalde draagbare identificator, een traject voorspelt en lichtcomponenten langsheen het voorspelde traject aanstuurt.
  22. 22. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 17 tot en met 21, waarbij het verlichtingsbeheersysteem een verlichtingsbeheersysteem is volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, en/of waarbij de stuurcomponenten bij voorkeur stuurcomponenten zijn volgens één van de voorgaande conclusies 12 tot en met 14 en/of waarbij de armaturen bij voorkeur armaturen zijn volgens de voorgaande conclusie 15.
  23. 23. Verlichtingsbeheersysteem omvattende een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen geschikt zijn om operationeel opgehangen te worden in armaturen, waarbij de lichtgevende elementen afzonderlijk en/of in clusters voorzien zijn van één of meerdere stuurcomponenten, waarbij de stuurcomponenten ingericht zijn voor het detecteren van proximiteit van één of meerdere draagbare identificatoren, bij voorkeur via een Bluetooth verbinding met de draagbare identificatoren, en aan de hand van informatie over de gedetecteerde draagbare identificatoren de lichtgevende elementen aan te sturen.
  24. 24. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie 23, waarbij de stuurcomponenten geschikt zijn om ingebouwd te worden in de armaturen.
    BE2016/5335
  25. 25. Verlichtingsbeheersysteem omvattende een veelheid aan ruimtelijk verspreide lichtgevende elementen, waarbij de lichtgevende elementen gesehikt zijn om operationeel opgehangen te worden in armaturen, waarbij de lichtgevende elementen afzonderlijk en/of in clusters voorzien zijn van één of meerdere
    5 stuurcomponenten, waarbij de stuurcomponenten de lichtgevende elementen aansturen, en waarbij de stuurcomponenten via een Wi-Fi netwerk aangestuurd worden vanuit een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur een centrale server.
  26. 26. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie 25, waarbij de stuurcomponenten
    10 gesehikt zijn om ingebouwd te worden in de armaturen.
  27. 27. Werkwijze voor het plaatsen van een verlichtingsbeheersysteem zoals beschreven in één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, omvattende volgende stappen:
    15 a. het plaatsen van één of meerdere armaturen omvattende één of meerdere stuurcomponenten, zodanig dat de armaturen aangesloten zijn op een voeding, bij voorkeur het in de armaturen voorzien van één of meerdere lichtgevende elementen;
    b. het voorzien van een draadloos netwerk, bij voorkeur een Wi-Fi netwerk,
    20 waarmee de stuurcomponenten kunnen communiceren met een centraal beslissingsorgaan, bij voorkeur een server;
    c. het voorzien van één of meerdere identificatoren gesehikt voor detectie door de stuurcomponenten.
    BE2016/5335
BE2016/5335A 2016-05-13 2016-05-13 Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem BE1024372B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5335A BE1024372B1 (nl) 2016-05-13 2016-05-13 Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5335A BE1024372B1 (nl) 2016-05-13 2016-05-13 Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024372A1 BE1024372A1 (nl) 2018-02-01
BE1024372B1 true BE1024372B1 (nl) 2018-02-07

Family

ID=56132714

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5335A BE1024372B1 (nl) 2016-05-13 2016-05-13 Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024372B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008001277A2 (en) * 2006-06-30 2008-01-03 Koninklijke Philips Electronics N. V. Device and method for controlling a lighting system by proximity sensing of a spotlight control device and spotlight control device
US20100190455A1 (en) * 2009-01-26 2010-07-29 Yashima Dengyo Co., Ltd. Network-type light emitting diode illuminating lamp which can perform wireless communication
US20130331038A1 (en) * 2012-06-12 2013-12-12 Ricoh Company, Ltd. Light device and positional information management system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008001277A2 (en) * 2006-06-30 2008-01-03 Koninklijke Philips Electronics N. V. Device and method for controlling a lighting system by proximity sensing of a spotlight control device and spotlight control device
US20100190455A1 (en) * 2009-01-26 2010-07-29 Yashima Dengyo Co., Ltd. Network-type light emitting diode illuminating lamp which can perform wireless communication
US20130331038A1 (en) * 2012-06-12 2013-12-12 Ricoh Company, Ltd. Light device and positional information management system

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024372A1 (nl) 2018-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20210240149A1 (en) Load control system responsive to location of an occupant and mobile devices
US10991215B2 (en) Intelligent signage
EP3089559B1 (en) Dynamic pathlight brightness based on size and distance of motion/object approaching the device
CA2762869C (en) Wireless lighting and electrical device control system
US20130020883A1 (en) Lighting device operating at different power levels
TW201125438A (en) Light guiding system and a method for controlling the same
CN107852801B (zh) 无线联网照明系统和关联的设备及方法
US10750584B2 (en) Lighting wall controller having touch rejection capability and proximity detection
KR20120114510A (ko) 지능형 보안등 시스템
KR101286809B1 (ko) 지능형 사무실 조명 제어 시스템
KR20150095226A (ko) 무선기반 조명등 그룹설정 및 그룹제어장치
US9839087B2 (en) Lighting system
KR101165364B1 (ko) 공동주택 지하주차장 시설물의 무선제어 시스템
US20190278460A1 (en) Lighting wall controller with configurable user interface
BE1024372B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het draadloos en locatie-gebaseerd aansturen van een verlichtingsysteem
KR20150068052A (ko) 무선기반 조명등 그룹설정 및 그룹제어장치와 그 방법
KR101597664B1 (ko) 절전형 스마트 실내 조명장치
JP6326307B2 (ja) 制御装置、制御システム及び制御方法
US20220183129A1 (en) Lighting device, system comprising lighting devices and method of operating the system
WO2019030114A1 (en) ANCHORABLE LIGHTING CONTROL DEVICES
KR101673799B1 (ko) 지하주차장 다중 조명 시스템
CN110945967A (zh) 用于确定自动照明操作的占用的设备、系统和方法
JP2013232307A (ja) 玄関用照明装置
KR101756101B1 (ko) 스마트 조명기기를 이용한 위치 검출 및 안내 시스템
JP2016189351A (ja) 照明装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180207