BE1024348A1

BE1024348A1 - Inrichting voor het schenken van bier met hoog koolzuurgehalte

Info

Publication number: BE1024348A1
Application number: BE20165551A
Authority: BE
Inventors: Hedwig Neven; Michel Moortgat
Original assignee: Duvel Moortgat Nv
Priority date: 2016-07-01
Filing date: 2016-07-01
Publication date: 2018-01-29
Also published as: CA3029443A1; WO2018002703A1; EP3478626B1; CN109415195A; US20190161335A1; EP3478626A1; BE1024348B1; ES2932420T3

Abstract

De huidige uitvinding betreft een inrichting voor het dispenseren van een koolzuurhoudende drank, zoals bier, vanuit een vat, de inrichting omvattende: - een tapleiding die aan een eerste uiteinde verbindbaar is met een vat omvattende de drank, waarbij een fluïdumverbinding wordt gecreëerd tussen de drank in het vat en de tapleiding: - een drukleiding, eveneens verbindbaar met het vat en gekoppeld aan een bron van perslucht of gas; - een koelingscompartiment voor één of meerdere vaten; - een tapzuil voorzien van tapkraan, waarbij de tapzuil voorzien is van een intern kanaal, geschikt voor het ontvangen van een deel van de tapleiding, inclusief het tweede uiteinde, met het kenmerk, dat de maximale lengte van de tapleiding gelegen is tussen 1.8 en 2.4 m en een interne diameter tussen 2.5 en 3.5 mm.

Description

BE2016/5551

INRICHTING VOOR HET SCHENKEN VAN BIER MET HOOG KOOLZUURGEHALTE

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een tapinrichting voor het schenken van bier op vat, waarbij het bier hergist werd op het vat en bijgevolg een hoog CO2 gehalte bezit.

STAND DER TECHNIEK

Veel bierlefhebbers prefereren bier van het vat ten opzichte van gebotteld bier. Bier van het vat wordt doorgaans als kwaliteitsvoller beschouwd qua smaakbeleving. Daarnaast behoudt bier van het vat ook langer zijn kwaliteit en smaak, omdat het niet aan licht wordt blootgesteld. Omwille van deze redenen krijgt bier van het vat de voorkeur.

Bieren met hoog koolzuur (CO2)-gehalte, verkregen door hergisting, kunnen tot op heden niet worden aangeboden op vat. Tot op heden is het onmogelijk gebleken om dergelijke bieren aan te bieden op vat. Onder meer Problemen met overmatig schuimen leiden ertoe dat dergelijke bieren niet kunnen geschonken worden op een kwaliteitsvolle manier. Brouwerijen lossen dit probleem tot op heden op door twee soorten bier aan te bieden aan de consument: bier hergist op fies met hoog alcohol en hoog CO2 gehalte en een gelijkaardig bier op vat, dat echter niet werd hergist en bijgevolg een lager CO2 gehalte bezit. Het spreekt voor zieh dat dit leidt tot een verschil in smaakbeleving, wat uiteraard niet wenselijk is voor de consument.

Technisch gezien is echter geen enkele tapinrichting uit de stand der techniek in Staat om bier, hergist op vat, op een kwaliteitsvolle manier te schenken.

EP 1 255 689 beschrijft een tapinrichting voor bier voorzien van middelen voor een automatische aanpassing van extern toegevoerd koolzuurgehalte in bier. Dit extra koolzuur dient om het bier uit het vat te stuwen en de evenwichtsdruk in het bier te behouden. EP 1 255 689 heeft echter geen betrekking op bier dat hergist werd op vat en dus inherent een hoog natuurlijk CO2 gehalte bezit.

Onderhavige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor bovenvermeld probleem uit de stand der techniek en wenst een tapinrichting aan te bieden die instaat is om bieren te schenken die hergist werden op vat, en bijgevolg een hoog inherent CO2 gehalte bezitten.

BE2016/5551

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een inrichting volgens conclusie 1 en een samenstel volgens conclusie 9. Onderhavige uitvinding laat toe om sterk-koolzuurhoudende dranken, zoals bier hergist op vat, te gaan schenken op een kwaliteitsvolle manier.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 10. De werkwijze laat toe om bier, hergist op vat, te tappen, zonder dat het bier te veel schuimt of overgesatureerd wordt.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft in een eerste aspect een inrichting voor het dispenseren van een koolzuurhoudende drank zoals bier vanuit een vat. In het bijzonder zal de inrichting volgens onderhavige uitvinding volgende onderdelen omvatten:

- een tapleiding die aan een eerste uiteinde van de tapleiding verbindbaar is met een vat, waardoor een fluïdumverbinding wordt gecreëerd tussen de drank in het vat en de tapleiding:

- een drukleiding, eveneens verbindbaar met het vat en gekoppeld aan een bron van gas zoals CO2;

- een koelingscompartiment voor het ontvangen van één of meerdere vaten, geschikt voor het koelen van de vaten aan een welbepaalde temperatuur;

- een tapzuil voorzien van tapkraan, waarbij de tapzuil voorzien is van een intern kanaal, waarbij dit intern kanaal geschikt is voor het ontvangen van een deel van de tapleiding, inclusief het tweede uiteinde van de tapleiding. De tapzuil is bij voorkeur voorzien van middelen om de uitstroom van het bier te controleren (zijnde starten of stoppen). In een uitvoeringsvorm kan dit bijvoorbeeld een hendel zijn die in manueel in een uitstroom- of stoppositie kan worden geplaatst door de gebruiker.

Onderhavige inrichting wordt gekenmerkt door het feit dat de tapleiding dient te voldoen aan specifiek op punt gestelde dimensies. In het bijzonder zal de tapleiding een maximale lengte bezitten gelegen tussen 1.8 en 2.4 m, alsook een interne diameter tussen 2.5 en 3.5 mm. Meer in het bijzonder zal de interne diameter bij voorkeur

BE2016/5551 gelegen zijn tussen 2.8 en 3.4 mm, meer bij voorkeur tussen 2.9 en 3.2 mm, zoals 3 mm.

In een verdere voorkeursvorm zal de voorkeurslengte gelegen zijn tussen 1.9 en 2.2 m, zoals 2 m.

In een andere uitvoeringsvorm heeft onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting voor het dispenseren van een koolzuurhoudende drank zoals bier vanuit een vat, waarbij de inrichting volgende delen omvat:

- een tapleiding die aan een eerste uiteinde van de tapleiding verbindbaar is met een vat, waardoor een flu'idumverbinding wordt gecreëerd tussen de drank in het vat en de tapleiding:

- een tapzuil voorzien van tapkraan, waarbij de tapzuil voorzien is van een intern kanaal, waarbij dit intern kanaal geschikt is voor het ontvangen van een deel van de tapleiding, inclusief het tweede uiteinde van de tapleiding, waarbij de lengte van de tapleiding (uitgedrukt in meter) zieh verhoudttot het CO2 gehalte van de drank volgens een factor gelegen tussen 0.20 en 0.30 en waarbij de interne diameter van de tapleiding (uitgedrukt in millimeter) zieh verhoudt tot het CO2 gehalte van de drank met een factor gelegen tussen 0.25 en 0.5.

In beide uitvoeringsvormen is de tapleiding bij voorkeur gemaakt uit een geschikt polymeer, zoals ethyleen-vinyl acetaat, rubber, polypropyleen of polyethyleen.

De voorwaarden met betrekking tot de diameter en de lengte van de tapleiding zijn cruciaal gebleken voor het verkrijgen van een kwalitatief geschonken bier uit vat en hergist op vat. Onderhavige uitvinders hebben ondervonden dat buiten deze ranges, de kwaliteit van het getapte bier niet voldoet aan de gestelde eisen (bv. mooie schuimkraag).

In het bijzonder zal de inrichting uitermate geschikt zijn voor het dispenseren van een drank zoals bier of frisdrank met een koolzuurgehalte (CO2 gehalte) boven 7g/L (in gesloten vat). Dit koolzuurgehalte betreft enerzijds het natuurlijk gehalte aan CO2 in het bier (door gisting en hergisting van suikers), alsook extern toegevoegd CO2. Het

BE2016/5551 dispenseren van een vloeistof met een dermate hoog CO2 gehalte leidt doorgaans tot overmatig schuimen, wat uiteraard niet gewenst is.

Naast de dimensies van de tapleiding hebben de uitvinders van onderhavige uitvinding tevens ondervonden dat de temperatuur van het vat een belangrijke rol speelt bij het dispenseren van een kwaliteitsvolle drank zoals bier. Hiertoe is een koelingscompartiment zoals een vatenkoelkast voorzien, die één of meerdere vaten drank kan bevatten, en op een welbepaalde temperatuur kan worden gekoeld door daartoe voorziene koelingsmiddelen. In het bijzonder zal de voorkeurstemperatuur van het koelingscompartiment instelbaar zijn op een temperatuur gelegen 3 en 5°C, meer bij voorkeur tussen 3.5°C en 4.5°C. Deze temperatuurs-ranges zijn de geprefereerde gebruiksranges bij het dispenseren van een vloeistof middels een inrichting volgens onderhavige uitvinding. Het is algemeen bekend dat de oplosbaarheid van CO2 in een vloeistof afhankelijk is van de temperatuur. De uitvinders van onderhavige uitvinding hebben gevonden dat voor vloeistoffen met een hoog CO2 gehalte (hoger dan 7 g/L CO2), een temperatuursrange zoals hierboven beschreven, cruciaal is voor het behouden van het CO2 gehalte en het dispenseren van de drank. Een vloeistof zoals bier die te koud geserveerd wordt, kan 'plat' lijken, daar het CO2 gehalte in het bier opgelost blijft.

Bij een correcte temperatuur van de vloeistof zal er geen CO2 ontspanning plaatsvinden of zal het bier niet overmatig gaan schuimen. Een geprefereerde uitstroomtemperatuur van de koolzuurhoudende drank zal zieh bevinden tussen 4°C en 7°C, meer bij voorkeur tussen 5 en 6.5°C, nog meer bij voorkeur tussen 5.8 en 6.2°C.

In het bijzonder zal het koelingscompartiment geschikt zijn voor het ontvangen van minstens twee vaten met een inhoud tussen 20 en 30 liter maximale inhoud. Meer bij voorkeur zal het koelingscompartiment geschikt zijn voor het huisvesten van 4 vaten van 20 liter maximale inhoud.

In een verdere uitvoeringsvorm kan de inrichting volgens onderhavige uitvinding voorzien zijn van additionele koelingsmiddelen ter hoogte van de tapzuil. Meer in het bijzonder kan onderhavige inrichting koelingsmiddelen bevatten intern in de tapzuil. Deze koelingsmiddelen kunnen een ventilator omvatten. Deze extra koeling waarborgt een betere ventilatie van de koude Iucht in de inrichting en in de tapzuil en bijgevolg van de uitstroomtemperatuur van het bier.

BE2016/5551

In een andere of verdere uitvoeringsvorm zal onderhavige inrichting voorzien zijn van middelen voor het regelen van de druk in een vat. In het bijzonder zal de inrichting voorzien zijn van een drukleiding, die een druk kan voorzien gelegen tussen 2 en 3 bar, meer bij voorkeur tussen 2.2 en 2.5 bar, bijvoorbeeld 2.3 bar. De druk wordt geleverd door een extern aangekoppeld CO2 reservoir voorzien van CO2 onder druk en is instelbaar middels een drukregelaar en afleesbaar middels een manometer.

De vooropgestelde druk bleek tevens een positieve invloed te hebben op het uitstroomgedrag van de drank met verhoogd CO2 gehalte. Onder de vooropgestelde druk blijft het CO2 gehalte van de drank gegarandeerd daar er een evenwichtsreactie tot stand komt tussen het CO2 gehalte in het bier, en de door de drukleiding toegevoerde CO2.

In een voorkeursvorm van onderhavige uitvinding zal zowel de temperatuur als de druk worden vastgesteld op de ranges zoals hierboven beschreven.

Zowel de tapleiding als de drukleiding zal aan het ene uiteinde verbindbaar zijn met het vat. In een voorkeursvorm zal het vat hiertoe voorzien zijn van een koppelstuk, monteerbaar op een vatopening en verbindbaar met de tapleiding en drukleiding. In verdere uitvoeringsvorm zal het koppelstuk voorzien zijn van een kleppensysteem. In het bijzonder kan het koppelstuk gekozen worden uit de groep van een A koppelsysteem, D koppelsysteem, G koppelsysteem, M koppelsysteem, S koppelsysteem of een U koppelsysteem. In een voorkeursvorm zal gebruik gemaakt worden van een S koppelsysteem.

In een uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding zal de tapleiding meerdere malen hergebruikt kunnen worden. Hierbij dient de tapleiding na intensief gebruik gereinigd te worden. Dit kan via spoeling met water en/of een reinigingsmiddel en/of mechanische reiniging (bijvoorbeeld door middel van een sponsje).

In een alternatieve uitvoeringsvorm zal de inrichting voorzien zijn van een vervangbare, éénmalig te gebruiken tapleiding. Een dergelijke tapleiding zal bij iedere wissel van het vat ook vervangen moeten worden. Dit heeft als voordeel dat de leiding niet dient gereinigd te worden, wat bespaart in tijd en kosten en bierverlies. Tevens is dit 'wegwerp' systeem hygiënischer ten opzichte van een te reinigen systeem.

In het bijzonder zal de éénmalig te gebruiken tapleiding vervangbaar zijn via de tapkraan en -zuil. Meer in het bijzonder zal de tapkraan hierbij minstens gedeeltelijk te

BE2016/5551 openen zijn, waarbij een toegang tot het interne kanaal van de tapzuil wordt voorzien, waarlangs de tapleiding kan worden gebracht. Een eerste uiteinde van de tapleiding zal hierbij voorzien zijn van een koppelstuk die connecteerbaar is met het koppelstuk voorzien aan het vat. Een tweede uiteinde van de tapleiding zal eveneens voorzien zijn van een koppelstuk, waarbij dit tweede koppelstuk voorzien is van een uitstroomelement voor de vloeistof, en waarbij het tweede koppelstuk montage in de tapkraan toelaat.

De inrichting kan verder worden voorzien van zijn van een spoelbak, waterkraan, leken/of tabbladen, naargelang de uitvoeringsvorm volgens onderhavige inrichting.

In een verdere uitvoeringsvorm van onderhavige inrichting is de inrichting mobiel. De inrichting kan hiertoe voorzien zijn van wielen, die de inrichting verrijdbaar maakt.

In een tweede aspect heeft onderhavige uitvinding betrekking op een samenstel, waarbij het samenstel een inrichting omvat in een uitvoeringsvorm zoals hierboven beschreven, en een vat bier gekoppeld aan de inrichting. De koppeling gebeurt middels de tapleiding en de drukleiding. In het bijzonder zal het bier een intern CO2 gehalte bezitten dat hoger is dan 7g/L, meer bij voorkeur gelegen tussen 7g/L en 9 g/L.

Meer in het bijzonder zal het bier hergist worden op vat. Hierbij zal het bier, tijdens de hergistingsfase (typisch een tijdsbestek van 7 tot 21 dagen, bij voorkeur 14 dagen) 1 tot 2 miljoen levende gistcellen per ml bevatten. Daarnaast zal het bier, tevens tijdens de hergistingsfase, 0.1 tot 0.2 graden Plato vergistbare suikers bevatten, bij voorkeur glucose en fructose.

Het alcoholgehalte van het bier zal bij voorkeur gelegen zijn tussen 7 en 10%. Meer bij voorkeur zal het alcoholgehalte zieh bevinden tussen 8 en 9%, zoals 8.5%.

Het vat zal bij voorkeur uitgevoerd zijn in inox. Bij voorkeur zal het vat een maximaal volume hebben van 20 tot 50 liter, meer bij voorkeur is het een 20 of 30 liter vat. In een mogelijke uitvoeringsvorm zal slechts een deel van de maximale capaciteit van het vat gebruikt worden (bijvoorbeeld slechts voor 90% gevuld met bier).

Door het hoge interne CO2 gehalte van het bier, dient het vat een hoge interne druk te kunnen weerstaan. In het bijzonder zullen de vaten een druk van minstens 7 bar weerstaan.

BE2016/5551

In een derde en laatste aspect heeft onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het tappen van bier op vat. In het bijzonder zal het bier een intern CO2 gehalte bezitten dat hoger is dan 7g/L en zal de werkwijze gekenmerkt worden door het feit dat een tapinrichting voorzien wordt zoals beschreven in één van voorgaande uitvoeringsvormen, waarbij de tapleiding, die verbindbaar is met het vat, een maximale lengte bezit tussen 1.8 en 2.4 m en een interne diameter heeft tussen 2.5 en 3.5 mm.

De werkwijze wordt verder gekenmerkt door het feit dat een externe gasbron wordt voorzien die een externe druk levert aan het bier, waarbij de druk gelegen is tussen 2 en 3 bar. Het bier wordt hierbij gekoeld in een daartoe voorzien compartiment van de inrichting, geschikt voor het ontvangen van de vaten, waarbij de temperatuur gelegen is tussen 3.5 en 4.5 °C.

In een uitvoeringsvorm zal de tapleiding na intensief gebruik gereinigd worden. In een andere, meer geprefereerde vorm zal de tapleiding telkenmale vervangen worden wanneer een nieuw vat in gebruik wordt genomen. Bij voorkeur zal het vervangen van de tapleiding gebeuren langsheen de tapzuil en tapkraan.

Om de kwaliteit van het bier te waarborgen, zal een nieuw vat minstens 48 uur voor gebruik in het koelcompartiment moeten bevinden. Dit waarborgt dat het bier in het vat de correcte temperatuur heeft, en er bijgevolg geen problemen optreden bij het tappen.

Figuur 1 toont een inrichting (1) volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding, gekoppeld aan een vat bier (2) dat werd hergist op vat, en waarvan het intern CO2 gehalte gelegen is tussen 7 en 9 g/L. De koppeling van het vat (2) aan de inrichting (1) gebeurt middels een tapleiding (3) die via een koppelstuk (4) bevestigd wordt aan het vat ter hoogte van de vatopening en in een flu'idumverbinding staat met het bier in het vat. De tapleiding (2) heeft een zeer specifieke dimensie, waarbij de lengte 2 m is, en de interne diameter 3 mm.

De tapleiding (2) loopt vervolgens via een intern kanaal van de tapzuil (5) verder naar de tapkraan (5) alwaar de tapleiding uitmondt. De tapleiding kan tevens aan dit uiteinde voorzien zijn van een tweede koppelstuk dat voorzien is van een uitstroomelement voor het bier (niet getoond op de tekening), en waarbij het tweede koppelstuk montage in de tapkraan toelaat. De tapkraan (5) is bij voorkeur voorzien van een hendel (7) die het tappen van het bier en dus de bediening van de inrichting controleert. De tapzuil (5) kan intern voorzien zijn van een ventilator (niet getoond op de tekeningen) die voor een meer optimale koeling van het bier zorgt tijdens het tappen.

BE2016/5551

De tapzuil (5) is gemonteerd bovenop een compartiment (8) geschikt voor het ontvangen en stockeren van één of meerdere vaten. Dit compartiment (8) zal tevens voorzien zijn van koelingsmiddelen, die ervoor zorgen dat de gestockeerde vaten een correcte en gewenste temperatuur zullen bezitten. Hiertoe zal het koelingscompartiment (8) voorzien zijn van temperatuurindicatoren en regulatoren. De temperatuur van het koelingscompartiment zal bij voorkeur ingesteld zijn tussen 3 en 5°C.

Het compartiment (8) is verder voorzien van een bron van CO2 gas (9), gekoppeld aan 10 het vat (2), via een drukleiding (10). Een manometer (11) is voorzien voor het monitoren van de geleverde druk, terwijl een drukregelaar er voor zorgt dat de correcte druk geleverd wordt. De ideale druk volgens onderhavige uitvinding is gelegen tussen en 3 bar.

De inrichting kan onderaan (ter hoogte van de onderzijde van het koelingscompartiment) voorzien zijn van wieltjes (12), waardoor deze verrijdbaar wordt.

BE2016/5551

Claims

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het dispenseren van een koolzuurhoudende drank, zoals hier, vanuit een vat, de inrichting omvattende:

- een tapleiding die aan een eerste uiteinde verbindbaar is met een vat omvattende de drank, waarbij een fluïdumverbinding wordt gecreëerd tussen de drank in het vat en de tapleiding:

- een drukleiding, eveneens verbindbaar met het vat en gekoppeld aan een bron van perslucht of gas;

- een koelingscompartiment voor één of meerdere vaten;

- een tapzuil voorzien van tapkraan, waarbij de tapzuil voorzien is van een intern kanaal, geschikt voor het ontvangen van een deel van de tapleiding, inclusief het tweede uiteinde, met het kenmerk, dat de lengte van de tapleiding gelegen is tussen 1.8 en 2.4 m en een interne diameter tussen 2.5 en 3.5 mm.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de interne diameter van de tapleiding gelegen is tussen 2.9 en 3.2 mm.
3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tapleiding een lengte heeft gelegen tussen 2.2 en 2.4 m.
4. Inrichting voor het dispenseren van een koolzuurhoudende drank, zoals hier, vanuit een vat, de inrichting omvattende:

- een tapleiding die aan een eerste uiteinde verbindbaar is met een vat omvattende de drank, waarbij een fluïdumverbinding wordt gecreëerd tussen de drank in het vat en de tapleiding:

- een drukleiding, eveneens verbindbaar met het vat en gekoppeld aan een bron van perslucht of gas;

- een koelingscompartiment voor één of meerdere vaten;

- een tapzuil voorzien van tapkraan, waarbij de tapzuil voorzien is van een intern kanaal, geschikt voor het ontvangen van een deel van de tapleiding, inclusief het tweede uiteinde, met het kenmerk, dat de lengte van de tapleiding (uitgedrukt in meter) zieh verhoudt tot het CO2 gehalte (uitgedrukt in g/L) van de drank in het aan te koppelen vat volgens een factor gelegen tussen 0.25 en 0.35 en waarbij de interne diameter van de tapleiding (uitgedrukt in millimeter) zieh verhoudt tot het CO2 gehalte (uitgedrukt in g/L) van de drank in het aan te koppelen vat met een factor gelegen tussen 0.25 en 0.5.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koelingscompartiment een instelbare temperatuur heeft, waarbij de voorkeurstemperatuur gelegen is tussen 3 en 5°C.

BE2016/5551
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drukleiding een druk kan voorzien gelegen tussen 2 en 3 bar.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tapleiding vervangbaar is via de tapkraan.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een koppelstuk is voorzien, monteerbaar op een vatopening en verbindbaar met de tapleiding en drukleiding.
9. Samenstel, omvattende een inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 7, en een vat hier gekoppeld aan de inrichting middels een tapleiding en een drukleiding, met het kenmerk, dat het hier een intern CO2 gehalte bezit dat hoger is dan 7g/L, meer bij voorkeur gelegen tussen 7g/L en 9 g/L.
10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het hier hergist werd op vat.
11. Werkwijze voor het voor tappen van hier op vat, waarbij het bier een CO2 gehalte hoger dan 7g/L bezit, met het kenmerk, dat een tapinrichting voorzien wordt waarbij de tapleiding, verbindbaar met het vat, een lengte bezit tussen 1.8 en

2.4 m en een interne diameter heeft tussen 2.5 en 3.5 mm.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een externe gasbron wordt voorzien, die een externe druk levert aan het hier gelegen tussen 2 en 3 bar.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het hier gekoeld wordt in een compartiment van de inrichting, geschikt voor het ontvangen van de vaten, waarbij de temperatuur gelegen is tussen 3 en 5°C.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 11-13, met het kenmerk, dat de tapleiding wordt vervangen telkenmale een nieuw vat in gebruik wordt genomen.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat een nieuw vat zieh minstens 48 uur voor gebruik in het koelcompartiment moet bevinden.

BE2016/5551

INRICHTING VOOR HET SCHENKEN VAN BIER MET HOOG KOOLZUURGEHALTE