BE1024062B1

BE1024062B1 - Werkwijze voor het uitsorteren van massief hout uit afvalhout

Info

Publication number: BE1024062B1
Application number: BE2016/5247A
Authority: BE
Inventors: Tom Verschuere
Original assignee: Rentec Nv
Priority date: 2016-04-11
Filing date: 2016-04-11
Publication date: 2017-11-10
Also published as: BE1024062A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het uitsorteren van massief hout uit een afvalhout mengsel (A) dat minstens massief hout en samengesteld hout omvat, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het verkleinen van het aangevoerde afvalhout mengsel (A) met behulp van een roteerbare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 200 tr./min; - het scheiden van het door de breekinrichting verkleinde houtmengsel door één of meerdere scheidingsinrichtingen die het verkleinde houtmengsel scheiden in een fractie lange delen (M) waarvan de lengte/breedte verhouding groter dan 3 is en die hoofdzakelijk massief hout omvat, en een fractie waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding kleiner is dan 3. De werkwijze volgens de uitvinding maakt gebruik van de verschillende breekeigenschappen van massief en samengesteld hout waardoor deze op een andere manier gaan breken.

Description

WERKWIJZE VOOR HET UITSORTEREN VAN MASSIEF HOUT UIT

AFVALHOUT

Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het uitsorteren van massief hout uit een afvalhout mengsel dat minstens massief hout en samengesteld hout omvat. Anderzijds betreft deze uitvinding een inrichting geschikt voor het uitvoeren van dergelijke werkwijze.

Afvalhout is een mengsel van massief en samengesteld hout (niet-massief hout zoals spaanderplaat, houtvezelplaat, leemplaat,..), vaak oppervlakte behandeld en meestal verontreinigd met stenen, metalen, kunststoffen, textiel enz... Voor de verwerking ervan zijn er momenteel twee technieken gekend, ofwel ter plaatse ofwel centraal.

Bij de eerste gekende (mobiele) techniek (in situ) wordt het afvalhout mengsel gevoed aan een snel-draaiende verkleiner (meer dan 200 tr./min.) die een aantal breekelementen omvat en die veelal voorzien is van een kalibratiekorf die ervoor moet zorgen dat er in één verkleiningsstap op de gewenste stukgrootte wordt verkleind. Onzuiverheden worden mee verkleind, en ferro-metalen worden uit de verkleinde stroom (ten dele) verwijderd met een magneet. Doordat stoorstoffen als stenen en metalen mee in de verkleiner gaan is er een grote slijtage, en verhoogd brandgevaar. Inerte materialen (steen, glas, ...) blijven in de stroom aanwezig, zij het dan fijn verkleind. In een variante wordt de snel-draaiende verkleiner gevoed vanuit een mobiele traagdraaiende voor-verkleiner.

In de tweede gekende techniek zal de verwerking gebeuren in een stationaire verwerkingsinstallatie, en dit meestal in verschillende stappen, namelijk: grof-verkleining m.b.v. een traag-draaiende (2 - 200 tr./min) verkleiner, een (hand)sortering, een ontijzering middels magneten, vervolgens een fijn-verkleining m.b.v. een snel-draaiende naverkleiner met kalibratiekorf, gevolgd door een tweede ontijzering en een verwijdering van non-ferro metalen, meestal middels wervelstroomtechnologie (Eddy current). Optioneel kan het verkleinde afvalhout middels zeefmachines in verschillende deelstromen met verschillende stukgroottes worden opgesplitst.

De hierboven beschreven gekende technieken hebben het nadeel dat het afvalhout verkleind wordt door een snel-draaiende verkleiner met kalibratiekorf. Door de hoge impact van de breekelementen (hamers of klepels) op het hout, breken massief hout en samengesteld hout op nagenoeg dezelfde manier. De kalibratiekorf zorgt ervoor dat het afvalhout samen met de aanwezige verontreinigingen tussen de verkleiningsrotor en de korf blijft passeren tot het fijn genoeg is en door de korf kan ontsnappen. Bovendien is er een hoog percentage interne recyclage naar de breekelementen door de aanwezigheid van de zeefkorf, die als doel heeft in één stap het hout te verkleinen tot de gewenste stukgrootte. Tijdens de verwerking van het afvalhout wordt bijgevolg veel fijne fractie, dit is een mengsel van deeltjes waarvan de afmetingen kleiner zijn dan 10 mm. geproduceerd. Verder is het energieverbruik bij beide technieken hoog.

De concentratie massief hout in de restroom kan bij de tweede gekende techniek verhoogd worden mits een manuele verwijdering van het samengesteld hout tussen de voor-verkleiner en de fijn-verkleiner. Echter, de meerwaarde van deze manuele sortering is onvoldoende groot om de kost ervan te dekken. Bovendien drukt ze de verwerkingscapaciteit.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde werkwijze voor het uitsorteren van massief hout uit een al dan niet verontreinigd afvalhoutmengsel (mengsel van minstens massief hout en samengesteld hout) te verschaffen, waarmee het mogelijk is een grotere fractie massief hout te recycleren die dan kan ingezet worden bij de productie van spaanderplaten (samengesteld hout).

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het uitsorteren van massief hout uit een afvalhout mengsel (A) dat minstens massief hout en samengesteld hout omvat, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het verkleinen van het aangevoerde afvalhout mengsel (A) met behulp van een roteerbare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 200 tr./min; het scheiden van het door de breekinrichting verkleinde houtmengsel door één of meerdere scheidingsinrichtingen die het verkleinde houtmengsel scheiden in een fractie lange delen (M) waarvan de lengte/breedte verhouding groter dan 3 is en die hoofdzakelijk massief hout omvat, en een fractie waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding kleiner is dan 3.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt gebruik van de verschillende breekeigenschappen van massief en samengesteld hout. Massief hout breekt in de langsrichting van de houtvezels, terwijl samengesteld hout gelijkmatig breekt in alle richtingen. De lengte/breedte verhouding van de gebroken delen zullen dus in het geval van massief hout groter zijn dan 3 (splintervormig), terwijl de lengte/breedte verhouding voor het samengesteld hout kleiner zal zijn dan 3 (eerder rond van vorm). Door vervolgens het verkleinde (gebroken) houtmengsel te scheiden, via een aantal scheidingsinrichtingen, op basis van hun lengte/breedte verhouding, is het mogelijk om een veel grotere fractie massief hout uit het aangevoerde afvalhout mengsel te recupereren dan vroeger.

Volgens een voorkeurdragende uitvoering van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zal een zeefinrichting het door de breekinrichting verkleinde houtmengsel scheiden in een stroom “doorvallende” fijne fractie met afmetingen kleiner is dan 80 à 120 mm. en een stroom “overlopende” grove fractie (B) waarvan de afmetingen groter zijn dan 80 à 120 mm. Bij voorkeur is de genoemde zeefinrichting een sterrenzeef of schijvenzeef.

In een meer voorkeurdragende uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding zal een luchtafscheider de stroom niet-doorvallende grove fractie scheiden in een lichte fractie die folie en textiel omvat, en een zware fractie (C).

Bij een bijzondere uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding zal een flotatie scheider de delen die zwaarder zijn dan water uit de niet doorvallende grove fractie (B) of uit de zware fractie (C) afscheiden, om een gezuiverde grove fractie (D) te maken.

Bij een meer bijzondere uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding zal een lange delen scheider de fracties B, C of D scheiden in een lange delen fractie (M) waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding van alle delen groter is dan 3, en een reststroom fractie waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding van alle delen kleiner is dan 3. De lange delen scheider bestaat bij voorkeur uit een trilgoot omvattende een aantal zich in de langsrichting uitstrekkende opstaande ribben voor het uitlijnen van de lange delen (M), en gebeurt de scheiding door de uitgelijnde lange delen een instelbare overgang naar een in lijn opgestelde scheidingsrol, glijgoot of transportband, te laten overbruggen.

In een alternatieve uitvoeringsvorm bestaat de lange delen scheider uit een optische scheider die de vorm van de delen herkent en voorzien is om de lengte/breedte verhouding van de delen te bepalen, en dan de delen op basis van deze verhouding te sorteren.

Bij een meest bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de lange delen fractie (M) verder verkleind met behulp van de roteerbare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 2000 tr./min.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een inrichting voor het uitsorteren van massief hout uit een afvalhout mengsel dat minstens massief hout en samengesteld hout omvat, waarbij de inrichting een roteerbare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 200 tr./min. voor het verkleinen van het aangevoerde afvalhout mengsel (A) en één of meerdere scheidingsinrichtingen omvat die het verkleinde houtmengsel scheiden in een fractie lange delen (M) waarvan de lengte/breedte verhouding groter dan 3 is en die hoofdzakelijk massief hout omvat, en een fractie waarvan de lengte/breedte verhouding kleiner is dan 3.

De inrichting volgens deze uitvinding is bij voorkeur uitgerust voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze, zodat ook de bij de werkwijze beschreven inrichtingen deel uitmaken van de inrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van de werkwijze volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is enkel een verduidelijkend voorbeeld te geven en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het verkleinen van afvalhout (A) waarbij een traag-draaiende verkleiner ingezet wordt voor een eerste grove verkleining, gevolgd door diverse technologieën voor het automatisch sorteren van de afvalstroom, en tot slot een volgende verkleining van de geflotteerde + 80 mm fractie.

Het resultaat is een recyclagehoutfractie die voldoende verkleind is, die een hoog percentage massief hout bevat en die grotendeels vrij is van onzuiverheden en fijne fracties.

In een bijzondere uitvoering van deze werkwijze gebeurt de grove verkleining in dezelfde inrichting als de fijne verkleining, mits een kleine aanpassing in de elektronische sturing.

De toegepaste breekinrichting omvat een verdeeltrechter en minstens twee individueel aanstuurbare breekwalsen die roteerbaar in de verdeeltrechter zijn opgesteld, waarbij de breekwalsen volgens een instelbaar draaipatroon roteren, zowel naar links als naar rechts.

De toegepaste sorteertechnologie na de eerste breking is in eerste instantie een zeef die de fijne fractie (B) afzeeft, (bvb kleiner dan 80 mm, en die in een voorkeuruitvoering een sterrenzeef of schijvenzeef is. Deze fractie bevat alle kleine delen, inclusief een belangrijk deel van het samengesteld hout dat door de traag-draaiende breker gemiddeld veel kleiner gebroken is dan het massief hout, waardoor de overloopfractie qua samenstelling beduidend meer massief hout zal bevatten. Via een luchtscheider (windzifter) worden vervolgens de lichte delen (folie, textiel, ... ) via een luchtstroom afgescheiden, en dan gaat de zware fractie (C) (groter dan 80 mm) door een flotatiescheider. Dergelijke flotatiescheider omvat een waterbad om alle delen die zwaarder zijn dan water af te scheiden, dit zijn voornamelijk metalen en inerte materialen, om zo een gezuiverde grove fractie (D) te bekomen.

Een laatste scheiding gebeurt door middel van een zogenaamde lange delen scheider (5) die, afhankelijk van de opstelling en/of het aantal scheidingsinrichtingen, de fracties B, C of D zal gaan scheiden in een lange delen fractie (M) waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding van alle delen groter is dan 3, en in een reststroom fractie waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding van alle delen kleiner is dan 3.

De lange delen scheider omvat een trilgoot die zodanig gevormd is dat de toegevoerde delen (stukken) zich uitrichten en die voorzien is om de lange delen te oriënteren. Dit kan bijvoorbeeld door de trilgoot te gaan voorzien van een aantal zich in lengterichting uitstrekkende opstaande ribben. Door tussen de trilgoot en een erop volgende scheidingsrol, ovemameband of glijplaat, een opening te voorzien kunnen de lange delen verder afgescheiden worden in een stroom waarvan de lengte groter is dan de opening en een stroom waarvan de lengte kleiner is dan de opening. De grootte van de opening is bij voorkeur instelbaar.

De werkwijze overeenkomstig deze uitvinding maakt gebruik van het gegeven (eigenschap) dat massief hout anders breekt dan samengesteld hout. Massief hout breekt in de langsrichting van de houtvezels, terwijl samengesteld hout gelijkmatig breekt in alle richtingen. De lengte/breedte verhouding van de gebroken delen zullen dus in het geval van massief hout groter zijn dan 3 (splintervormig), terwijl de lengte/breedte verhouding voor het samengesteld hout kleiner dan 3 zal zijn (rond van vorm).

Dit gegeven biedt mogelijkheden om in weer een bijzondere uitvoering van de voorgestelde werkwijze als scheidingtechnologie een (optisch) inspectie systeem (inrichting) te integreren dat vormen herkent, en bijgevolg ook de lengte/breedte verhouding van de houtdeeltjes kan bepalen. Een optische scheider zal dus de resterende delen samengesteld hout (lengte/breedte verhouding kleiner dan 3) verder kunnen verwijderen door de herkenning van hun specifieke vorm of afmetingen.

De optische scheider (6) kan ook de kleur van bepaalde delen herkennen en op die manier softboard verwijderen, of deeltjes met een bepaalde verfkleur waarvan geweten is dat deze een hoger risico hebben op giftige bestanddelen.

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het uitsorteren van massief hout uit een afvalhout mengsel (A) dat minstens massief hout en samengesteld hout omvat, met het kenmerk dat de werkwijze de volgende stappen omvat: - het verkleinen van het aangevoerde afvalhout mengsel (A) met behulp van een roteerbare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 200 tr./min; het scheiden van het door de breekinrichting verkleinde houtmengsel door één of meerdere scheidingsinrichtingen die het verkleinde houtmengsel scheiden in een fractie lange delen (M) waarvan de lengte/breedte verhouding groter dan 3 is en die hoofdzakelijk massief hout omvat, en een fractie waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding kleiner is dan 3.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een zeefinrichting het door de breekinrichting verkleinde houtmengsel zal scheiden in een stroom doorvallende fijne fractie met afmetingen kleiner is dan 80 à 120 mm. en een stroom niet-doorvallende grove fractie (B) waarvan de afmetingen groter zijn dan 80 à 120 mm.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de genoemde zeefinrichting een sterrenzeef of schijvenzeef is.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat een luchtafscheider de stroom niet-doorvallende grove fractie (B) zal scheiden in een lichte fractie die folie en textiel omvat, en een zware fractie (C).
5. Werkwijze volgens conclusie 2 tot en met 4, met het kenmerk dat een flotatie scheider de delen die zwaarder zijn dan water uit de niet doorvallende grove fractie (B) of uit de zware fractie (C) afscheidt, om een gezuiverde grove fractie (D) te maken.
6. Werkwijze volgens conclusie 2 tot en met 5, met het kenmerk dat een lange delen scheider de fracties B, C of D zal scheiden in een lange delen fractie (M) waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding van alle delen groter is dan 3, en een reststroom fractie waarvan de gemiddelde lengte/breedte verhouding van alle delen kleiner is dan 3.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de lange delen scheider bestaat uit een trilgoot omvattende een aantal zich in de langsrichting uitstrekkende opstaande ribben voor het uitlijnen van de lange delen (M), en waarbij de scheiding gebeurt door de uitgelijnde lange delen een overgang, waarvan de opening tussen de trilgoot en een scheidingsrol, glijgoot of transportband instelbaar is, te laten overbruggen.
8. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de lange delen scheider bestaat uit een optische scheider die de vorm van de delen herkent en voorzien is om de lengte/breedte verhouding van de delen te bepalen, en dan de delen op basis van deze verhouding te sorteren.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, 6, 7 of 8, met het kenmerk dat de lange delen fractie (M) verder verkleint wordt met behulp van de draaibare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 2000 tr./min.
10. Inrichting voor het uitsorteren van massief hout uit een afvalhout mengsel (A) dat minstens massief hout en samengesteld hout omvat, met het kenmerk dat de inrichting een roteerbare breekinrichting waarvan de draaisnelheid gelegen is tussen 2 en 200 tr./min. voor het verkleinen van het aangevoerde afvalhout mengsel (A) en één of meerdere scheidingsinrichtingen omvat die het verkleinde houtmengsel scheiden in een fractie lange delen (M) waarvan de lengte/breedte verhouding groter dan 3 is en die hoofdzakelijk massief hout omvat, en een fractie waarvan de lengte/breedte verhouding kleiner is dan 3.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de inrichting voorzien is voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 1 t/m 10.