BE1023791B1 - Dakinrichting - Google Patents

Dakinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1023791B1
BE1023791B1 BE2016/5055A BE201605055A BE1023791B1 BE 1023791 B1 BE1023791 B1 BE 1023791B1 BE 2016/5055 A BE2016/5055 A BE 2016/5055A BE 201605055 A BE201605055 A BE 201605055A BE 1023791 B1 BE1023791 B1 BE 1023791B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profile
roof
frame profile
integrated
frame
Prior art date
Application number
BE2016/5055A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023791A1 (nl
Inventor
Jean Marc Gilles Glorieux
Original Assignee
Jean Marc Gilles Glorieux
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jean Marc Gilles Glorieux filed Critical Jean Marc Gilles Glorieux
Priority to BE2016/5055A priority Critical patent/BE1023791B1/nl
Publication of BE1023791A1 publication Critical patent/BE1023791A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023791B1 publication Critical patent/BE1023791B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/0305Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape
    • E04D13/0315Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape characterised by a curb frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Abstract

Dakinrichting omvattende een kaderprofiel (100) bedoeld voor bevestiging op een opstand of een steunkader; en ten minste een eerste geïntegreerd daksamenstel (200; 300) ondersteund door het kaderprofiel (100); waarbij het eerste geïntegreerd daksamenstel (200) een omtreksprofiel (250) en ten minste één daarin bevestigd dakelement (201, 202; 301, 302, 302’; 204) omvat, en het kaderprofiel (100) en het omtreksprofiel (250) gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel (200) op of in het kaderprofiel (100).

Description

Dakinrichting
Vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dakinrichting omvattende een kaderprofiel bedoeld voor bevestiging op een opstand of een steunkader, en ten minste een eerste geïntegreerd daksamenstel ondersteund door het kaderprofiel.
Achtergrond
Uit BE 1012769 is een koepelinrichting bekend met ten minste één koepelschaal, en een met de koepelschaal te koppelen verbindingsprofiel voorzien van een lasrups. Het voorzien van de lasrups heeft tot effect dat de koepelschaal op het verbindingsprofiel ultrasoon kan worden gelast waardoor een niet-destructieve verbinding ontstaat die sterk en vochtdicht is, omdat noch de koepelschaal, noch het verbindingsprofiel dienen te worden doorboord, waardoor er geen vochtproblemen kunnen optreden, zoals wel het geval is bij bout—moerverbinding die een doorboring van de koepelschaal en het profiel vereisen.
Dergelijke koepelinrichtingen kennen echter tenminste het nadeel dat het bevestigen van de koepelschaal bewerkelijk is. US 4,788,804 beschrijft een skylight met een opstand 12, en een geïntegreerd daksamenstel 14, 18. GB 2 275 075 beschrijft een daklichtinrichting met een opstand 40 waarop een mounting frame 20 bevestigd is.
Samenvatting van de uitvinding
Uitvoeringsvormen van de uitvinding hebben als doel een dakinrichting te verschaffen waarbij montage van het of elk eerste geïntegreerd daksamenstel op het kaderprofiel minder bewerkelijk is.
Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een dakinrichting met een kaderprofiel en ten minste een eerste geïntegreerd daksamenstel ondersteund door het kaderprofiel. Het kaderprofiel is bedoeld voor bevestiging op een opstand of op een steunkader. Het eerste geïntegreerd daksamenstel omvat een omtreksprofiel en ten minste één daarin bevestigd dakelement. Het kaderprofiel en het omtreksprofiel zijn gevormd om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel op of in het kaderprofiel.
Doordat een dergelijke dakinrichting geïntegreerd daksamenstel met een omtreksprofiel omvat dat is gevormd om door vastklikken met het kaderprofiel te worden verbonden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel op of in het kaderprofiel, welk vastklikken eenvoudig kan plaatsvinden met een snap connection (ook gekend als klikverbinding of klikvergrendeling), is de montage van het eerste geïntegreerd daksamenstel op het kaderprofiel minder bewerkelijk. Een dergelijke snap connection laat bij voorkeur een snelle en zekere vergrendeling van het omtreksprofiel in het kaderprofiel toe.
In een uitvoeringsvorm omvat het ten minste één dakelement één van de volgende: een plaat; een aantal evenwijdige platen; een koepelschaal, een aantal evenwijdige koepelschalen. De één of meer platen kunnen al dan niet licht doorlatende platen zijn. De bevestiging van de één of meer dakelementen, typisch één of meer platen en/of koepelschalen in het omtreksprofiel ter vorming van het geïntegreerd daksamenstel kan in de fabriek gebeuren, zodanig dat tijdens de installatie op het dak het daksamenstel eenvoudig door een snap fit connection bevestigd kan worden in het kaderprofiel.
In een specifieke uitvoeringsvorm met meerdere dakelementen kunnen tussen de meerdere evenwijdige dakelementen een aantal afstandshouders zijn voorzien. Het omtreksprofiel kan door middel van een hechtingslaag bevestigd zijn aan de plaat, het aantal evenwijdige platen, de koepelschaal, of de meerdere koepelschalen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hechtingslaag een laag lijm. In een specifieke voorkeursuitvoeringsvorm strekt de hechtingslaag zich ten minste uit tussen een binnenzijde en/of bodem van het omtreksprofiel en een omtreksrand van ten minste één van de één of meerdere dakelementen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is één van het kaderprofiel en het omtreksprofiel gevormd met een geïntegreerd veermiddel, en is de andere van het kaderprofiel en het omtreksprofiel gevormd met een vergrendelflens. Het veermiddel en de vergrendelflens zijn ingericht om het omtreksprofiel te vergrendelen op of in het kaderprofiel. Op die wijze kan het eerste geïntegreerd daksamenstel met weinig kracht en in een eenvoudige beweging worden aangebracht en bovendien door het veermiddel en de vergrendelflens worden geborgd op of in het kaderprofiel.
In een specifieke uitvoeringsvorm heeft het kaderprofiel een bovenzijde, een binnenzijde, een onderzijde en een buitenzijde, en is aan een binnenzijde van het kaderprofiel een veermiddel of vergrendelflens voorzien. Het omtreksprofiel heeft dan bij voorkeur een binnenzijde waartegen één of meer dakelementen zijn bevestigd, en een buitenzijde die voorzien is van een vergrendelflens of veermiddel. Bij voorkeur is de dwarsdoorsnede van het omtreksprofiel dan in hoofdzaak L-vormig, waarbij het dakelement bevestigd is tegen een binnenzijde van de L. Het kaderprofiel kan dan aan een binnenzijde een complementair gevormde uitsparing omvatten voor het ondersteunen van het omtreksprofiel.
In een mogelijke uitvoeringsvorm omvat het veermiddel een verende lip. In een specifieke uitvoeringsvorm strekt de verende lip zich naar onder uit vanaf de binnenzijde van het kaderprofiel. De buitenzijde van het omtreksprofiel kan dan voorzien zijn van een vergrendelflens die grijpt achter de verende lip bij het plaatsen van het geïntegreerd daksamenstel in het kaderprofiel. Op die wijze kan de verticale afmeting van het geheel gevormd door het eerste geïntegreerd daksamenstel bevestigd in het kaderprofiel worden beperkt.
In een andere verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is het kaderprofiel gevormd met een steun voor het eerste geïntegreerd daksamenstel, waarbij het eerste geïntegreerd daksamenstel ondersteund is tegen de steun. Op die wijze kan het eerste geïntegreerd daksamenstel worden geborgd tegen het kaderprofiel.
In een uitvoeringsvorm is de steun voorzien aan een binnenzijde van het kaderprofiel. In een specifieke uitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnede van de steun in hoofdzaak rechthoekig. In een specifieke uitvoeringsvorm kan de steun verstevigingen bevatten om het eerste geïntegreerd daksamenstel steviger te ondersteunen. Op die wijze kan de verticale afmeting van het geheel gevormd door het eerste geïntegreerd daksamenstel bevestigd op of in het kaderprofiel worden beperkt.
In een uitvoeringsvorm is de steun voorzien aan een bovenzijde van het kaderprofiel, en is het omtreksprofiel voorzien van een naar onder gerichte flens, waarbij een buitenzijde van het kaderprofiel en de naar onder gerichte flens ingericht zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel op het kaderprofiel. Hierbij wordt opgemerkt dat ook twee steunen voorzien kunnen zijn aan het kaderprofiel waardoor het mogelijk wordt om twee geïntegreerde daksamenstellen te vergrendelen op en/of in het kaderprofiel.
In een uitvoeringsvorm omvat de dakinrichting een tweede daksamenstel. Het tweede daksamenstel kan bijvoorbeeld bevestigd zijn op een bovenzijde van het kaderprofiel. Het tweede daksamenstel omvat bijvoorbeeld een koepelschaal en een aantal schroefdoppen. In een andere variant is het tweede daksamenstel een geïntegreerd daksamenstel met een tweede omtreksprofiel en een daarin bevestigd dakelement, bijvoorbeeld een plaat of koepelschaal, en zijn het kaderprofiel en het tweede omtreksprofiel gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het tweede geïntegreerd daksamenstel op of in het kaderprofiel. Het is dus enerzijds mogelijk om een eerste geïntegreerd daksamenstel te combineren met een bestaand koepeldaksamenstel met schroefdoppen, en anderzijds om twee geïntegreerde daksamenstellen aan te brengen op of in hetzelfde kaderprofiel, met name op een wijze die eenvoudig kan plaatsvinden met een snap connection.
In een andere nog verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is één van het kaderprofiel en het tweede omtreksprofiel gevormd met een geïntegreerd tweede veermiddel. Tevens is de andere van het kaderprofiel en het tweede omtreksprofiel gevormd met een tweede vergrendelflens. Het tweede veermiddel en de tweede vergrendelflens zijn ingericht om het tweede omtreksprofiel te vergrendelen op of in het kaderprofiel. Op die wijze kan ook het tweede geïntegreerd daksamenstel met weinig kracht en in een eenvoudige beweging worden aangebracht en bovendien door het veermiddel en de vergrendelflens worden geborgd op of in het kaderprofiel.
In een uitvoeringsvorm is het kaderprofiel vervaardigd uit kunststof. Op die wijze wordt bekomen dat het kaderprofiel flexibele delen kan hebben om toe te laten dat de klikverbinding plaatsvindt, een voldoende lage U-waarde heeft, doch eveneens voldoende star kan uitgevoerd worden om de vereiste sterkte te hebben. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de kunststof PVC of een compositiemateriaal. Op die wijze is het kaderprofiel licht in gewicht maar toch voldoende sterk. .
In een uitvoeringsvorm is het omtreksprofiel vervaardigd uit metaal, bij voorkeur aluminium.
In een uitvoeringsvorm omvat het kaderprofiel vier extrusieprofielen die in de vier hoeken van het kaderprofiel tenminste gedeeltelijk aan elkaar zijn bevestigd. Op die wijze kan het kaderprofiel vormvast als vierhoekig kader zijn vormgegeven, in het bijzonder door overeenkomstige delen van de vier extrusieprofielen in de vier hoeken van het kaderprofiel wel aan elkaar te bevestigen, doch een eventueel voorzien veermiddel niet te belemmeren in zijn verende werking, door andere overeenkomstige delen van de vier extrusieprofielen in de vier hoeken van het kaderprofiel niet aan elkaar te bevestigen. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de overeenkomstige delen van de vier extrusieprofielen aan elkaar gelast.
Een dergelijk kaderprofiel zal toelaten dat het omtreksprofiel door middel van een snapfunctie gebeurt op of in het kaderprofiel.
In een uitvoeringsvorm omvat het omtreksprofiel vier profielen omvat die in de vier hoeken van het omtreksprofiel op elkaar aansluiten, en optioneel aan elkaar zijn bevestigd.
Korte figuurbeschriiving
Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur 1 een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert;
Figuur IA een detail van figuur 1 nader illustreert;
Figuur 1B een perspectivisch aanzicht van een omtreksprofiel voor gebruik in een uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede volgens III-III van de tweede uitvoeringsvorm illustreert;
Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede volgens V-V van de derde uitvoeringsvorm illustreert;
Figuur 5A een detail van figuur 5 nader illustreert;
Figuur 5B een perspectivisch aanzicht van een tweede omtreksprofiel voor gebruik in een uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert;
Figuur 6 een dwarsdoorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert;
Figuur 7 een dwarsdoorsnede van een vijfde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert; en
Figuur 8 een dwarsdoorsnede van een zesde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding illustreert.
In de tekeningen in bijlage zijn doorheen de figuren aan gelijke of gelijkaardige elementen dezelfde of overeenkomstige nummers toegekend.
Gedetailleerde uitvoeringsvormen
Een eerste uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuur 1. Het betreft een dakinrichting met een kaderprofiel 100 dat is bevestigd op een opstand O, en een (eerste) geïntegreerd daksamenstel 200 dat is ondersteund door het kaderprofiel 100. Daarbij is een detail (A) van een rand van het geïntegreerd daksamenstel 200 nader geïllustreerd in figuur IA.
In het bijzonder toont figuur 1 dat het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 een omtreksprofiel 250 omvat, en in deze specifieke uitvoeringsvorm twee evenwijdige platen 201, 202 omvat. De platen 201, 202, zijn bevestigd in het omtreksprofiel 250. Tevens toont figuur 1 dat het kaderprofiel 100 en het omtreksprofiel 250 gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 in het kaderprofiel 100. Eén van beide of beide platen 201, 202 kunnen zijn vervaardigd uit glas of uit PC (polycarbonaat), bij voorkeur uit UV-gestabiliseerd PC. De eerste evenwijdige plaat 201 kan optioneel zijn voorzien van een coating, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van bepaalde optische eigenschappen.
De platen 201, 202 kunnen bijvoorbeeld door middel van één of meer afstandhouders 203 van elkaar kunnen worden gescheiden. De afstandhouder 203 kan zijn vervaardigd uit metaal, bijvoorbeeld uit aluminium, bij voorkeur uit aluminium met silicagelvulling voor thermische stabiliteit, brandwerendheid, en/of vochtabsorptie. De afstandhouder 203 kan zijn vormgegeven als vier langwerpige profielen die aan hun uiteinden in verstek onder 45° zijn gezaagd en die aan die uiteinden aan elkaar zijn gelast om een vierhoekig kader te vormen. In een spouw tussen de twee evenwijdige platen 201, 202 kan lucht worden voorzien, aangezien stilstaande lucht goed thermisch isoleert, of kan een ander isoleren materiaal worden voorzien. Het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 kan een kit 261 omvatten die is aangebracht tussen tenminste een gedeelte van de rand van de eerste evenwijdige plaat 201 en een binnenzijde van een opstaande zijwand 251 van het omtreksprofiel 250 (dat hieronder nader zal worden beschreven met verwijzing naar figuur 1B), zodanig dat de eerste evenwijdige plaat 201 vastgezet is in het omtreksprofiel 250. Optioneel kan de kit 261 zich verder uitstrekken tussen tenminste een gedeelte van de buitenzijde van de afstandhouder 203 en de opstaande zijwand 251 van het omtreksprofiel 250. Tussen de tweede evenwijdige plaat 202 en een bodem 252 van het omtreksprofiel 250 kan een hechtingslaag 262, bijvoorbeeld een laag lijm, zijn aangebracht, zodanig dat de tweede evenwijdige plaat 202 bevestigd is aan het omtreksprofiel 250. In een andere, daaraan alternatieve of daarmee combineerbare, uitvoeringsvorm kan de kit 261 zich verder uitstrekken tussen tenminste een gedeelte van de rand van de tweede evenwijdige plaat 202 en de binnenzijde opstaande zijwand 251 van het omtreksprofiel 250.
Het hier getoonde kaderprofiel 100 heeft een bovenzijde 101, een onderzijde 102, een buitenzijde 104 en een binnenzijde 103. De onderzijde 102 is bedoeld voor plaatsing op een opstand of ander steunkader. De bovenzijde 101 ligt tegenover de onderzijde 102, en tussen de bovenzijde 101 en de onderzijde 102 kunnen één of meer verstevigingswanden zijn voorzien. De binnenzijde 103 is de is gericht is naar het te bevestigen geïntegreerd daksamenstel 200. De buitenzijde 104 ligt tegenover de binnenzijde 103.
In de eerste uitvoeringsvorm is er in het bijzonder - en optioneel - voor gekozen dat het kaderprofiel 100 gevormd is met een geïntegreerd veermiddel 110, met name een verende lip, die aan de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 is gevormd. Tevens is ervoor gekozen dat het omtreksprofiel 250 gevormd is met een vergrendelflens 210, zoals nader is geïllustreerd in figuur IA, en die in deze specifieke uitvoeringsvorm is vormgegeven als een element dat uitsteekt vanaf het omtreksprofiel 250 in de richting van de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 en een weerhaak 211 heeft om terugbuigen van het veermiddel 110 te bemoeilijken. Op die wijze kan het omtreksprofiel 250 worden vergrendeld in het kaderprofiel 100.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het geïntegreerde veermiddel 110 optioneel zijn voorzien aan het omtreksprofiel 250, en de vergrendelflens 210 aan het kaderprofiel 100, zonder dat dit het effect van het vastklikken wijzigt.
In de eerste uitvoeringsvorm is er bovendien - en optioneel - voor gekozen dat het kaderprofiel 100 gevormd is met een steun 120 voor het eerste geïntegreerd daksamenstel 200, waarbij het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 ondersteund is tegen de steun 120. De steun 120 is in de hier getoonde uitvoeringsvorm vormgegeven als een steunkader dat aan de onderkant van de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 uitsteekt. In sommige uitvoeringsvormen kan de steun 120 meerdere kamers omvatten, zodat hij het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 steviger kan ondersteunen. In verder ontwikkelde uitvoeringsvormen is de dwarsdoorsnede van de steun 120 in hoofdzaak rechthoekig. Bovenaan een zijwand van de steun 120 kan een dichtingslip 146a zijn voorzien, die is ingericht om het binnenwerk tussen het kaderprofiel 100 en het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 aan het oog te onttrekken.
Figuur IA illustreert nader een detail van figuur 1, ter hoogte van de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100, de steun 120, het veermiddel 110, het omtreksprofiel 250 en de rand van het eerste geïntegreerd daksamenstel 200, dat is bevestigd aan het omtreksprofiel 250 door middel van de hechtingslaag 262. Figuur 1B illustreert een aanzicht van een langwerpig deel 250a van het omtreksprofiel 250. In een typische uitvoeringsvorm zullen vier dergelijke delen 250a het omtreksprofiel 250 vormen. In de hier getoonde uitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnede van het omtreksprofiel 250 in hoofdzaak L-vormig. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het omtreksprofiel 250 een bodem 252, waarop haaks een opstaande zijwand 251 staat. Vanaf de buitenzijde van de zijwand 251 steekt de hierboven beschreven vergrendelflens 210 uit. Op de vergrendelflens 210 kan optioneel een weerhaak 211 zijn voorzien, die zoals gezegd het terugbuigen van het veermiddel 110 kan bemoeilijken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het kaderprofiel 100 een vormgeving die aangepast is voor opname van het omtreksprofiel 250, en in het bijzonder een vormgeving die complementair is aan de vorm van het omtreksprofiel 250. Bij voorkeur is de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 L-vormig vormgegeven ter vorming van een aangepaste steun 120. In het bijzonder toont figuur IA tevens dat een gedeelte van het bovenoppervlak van de steun 120 voorzien kan zijn van ribbels of oneffenheden, alsook dat een overeenkomstig gedeelte van het onderoppervlak van de bodem 252 van het omtreksprofiel 250 voorzien kan zijn van ribbels of oneffenheden, zodat het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 beter in het kaderprofiel 100 kan worden gepositioneerd.
Opnieuw met verwijzing naar figuur 1, kan een gedeelte 147 van de bovenzijde 101 van het kaderprofiel 100 optioneel voorzien zijn van ribbels of oneffenheden, zoals verder zal worden besproken voor figuur 3.
Het kaderprofiel 100 kan vervaardigd zijn uit kunststof, bijvoorbeeld PVC of een composietmateriaal. Het omtreksprofiel 250 kan vervaardigd zijn uit metaal of uit kunststof. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het metaal aluminium. In een andere uitvoeringsvorm is de kunststof PVC, PC, etc.
In de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat het kaderprofiel 100 ter hoogte van de onderkant van de buitenzijde 104 een naar buiten gerichte flens 141, voor afwatering. Het kaderprofiel 100 omvat bovendien afdichtingslippen 142, 143 ter hoogte van de linkerkant en de rechterkant van de onderzijde 102, voor luchtafdichting tussen de omgeving en het binnenwerk van het kaderprofiel 100 - om beter thermisch te isoleren en/of om inwendige overdruk ter hoogte van het binnenwerk van het kaderprofiel 100 te behouden. Tevens kan aan de onderzijde 102 van het kaderprofiel 100 een naar onder uitstekende dichtingslip 144 zijn voorzien. Deze lip 144 is typisch vervaardigd uit een soepel materiaal en kan bijdragen aan de luchtdichtheid van het geheel. Lip 142 dicht af tegen een zijkant van de opstand en lippen 143, 144 dichten af tegen een bovenzijde van de opstand.
In de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat het kaderprofiel 100 een uitsparing 145 ter hoogte van de onderzijde 102, met aan weerszijden klemlippen voor het klemmend opnemen van een profiel B dat bevestigd is op de opstand O.
Een tweede uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuren 2 en 3. Het betreft een dakinrichting met een kaderprofiel 100 dat is bedoeld voor bevestiging op een opstand (niet getoond), een eerste geïntegreerd daksamenstel 200, en een tweede bekend samenstel 400 die zijn ondersteund door het kaderprofiel 100, waarbij figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont en figuur 3 een dwarsdoorsnede volgens III-III getoond in figuur 2.
Een aantal van de getoonde elementen van de tweede uitvoeringsvorm zoals die is geïllustreerd in figuren 2 en 3 stemt in hoofdzaak overeen met een aantal van de getoonde elementen van de eerste uitvoeringsvorm zoals die is geïllustreerd in figuur 1.
In de tweede uitvoeringsvorm is er - optioneel - voor gekozen dat de dakinrichting een tweede daksamenstel 400 omvat, dat in de hier getoonde uitvoeringsvorm bevestigd is op de bovenzijde 101 van het kaderprofiel 100. Het hier getoonde tweede daksamenstel 400 omvat een koepelschaal 401, die aan het kaderprofiel 100 is bevestigd door middel van een aantal schroefdoppen 450. De schroefdoppen 450 omvatten een klipdop 451 die is ingericht om waterinfiltratie te verhinderen, en een (bij voorkeur universele) schroef 452 en een bout 453 om de schroefdop 450 te verankeren in het kaderprofiel 100. Bij voorkeur is de schroefdop 450 geplaatst ter hoogte van het oneffen gedeelte 147 van de bovenzijde 101 van het kaderprofiel 100, zodat de koepelschaal 401 steviger kan worden bevestigd.
De koepelvormige schaal 401 heeft een gebogen deel 410 boven het eerste geïntegreerd daksamenstel 200, om goede lichtinval en afwatering te bekomen, heeft een in hoofdzaak vlak deel 411 boven de bovenzijde 101 van het kaderprofiel 100, om daaraan gemakkelijk te kunnen worden bevestigd, heeft een schuin neerwaarts aflopend deel 412 af boven de buitenzijde 104 van het kaderprofiel 100, om zo vocht te doen afdruipen, en heeft een uitstekend deel 413 dat uitsteekt weg van de buitenzijde 104.
In de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat het kaderprofiel 100 vier extrusieprofielen 100a, 100b, 100c, lOOd, die in de vier hoeken van het kaderprofiel 100 tenminste gedeeltelijk aan elkaar zijn bevestigd. Zo wordt het kaderprofiel vormvast vierhoekig vormgegeven. Daar de vier extrusieprofielen slechts gedeeltelijk, bij voorkeur aan de onderzijde 102 en de onderkant van de buitenzijde 104 - bijvoorbeeld flens 141, aan elkaar worden bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, en zodoende veermiddelen zoals veermiddel 110’ niet aan elkaar worden bevestigd, kunnen die veermiddelen hun verende werking behouden.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het tweede daksamenstel 400 meer dan één koepelschaal omvatten, waarbij bijvoorbeeld een spouw of spouwen tussen die koepelschalen is voorzien.
Een derde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuren 4 en 5. Het betreft een dakinrichting met een kaderprofiel 100 dat is bedoeld voor bevestiging op een opstand (niet getoond) en een geïntegreerde daksamenstellen 300 dat is ondersteund door het kaderprofiel 100, waarbij figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont en figuur 5 een dwarsdoorsnede volgens V-V getoond in figuur 4. Daarbij is een detail nader geïllustreerd in figuur 5A.
Een aantal van de getoonde elementen van de derde uitvoeringsvorm zoals die is geïllustreerd in figuren 4 en 5 stemt in hoofdzaak overeen met een aantal van de getoonde elementen van de eerste uitvoeringsvorm zoals die is geïllustreerd in figuur 1.
In de derde uitvoeringsvorm is ervoor gekozen dat de dakinrichting een tweede geïntegreerd daksamenstel 300 omvat, dat in de hier getoonde uitvoeringsvorm bevestigd is op de bovenzijde 101 van het kaderprofiel 100.
In het bijzonder tonen figuren 4 en 5 dat het tweede geïntegreerd daksamenstel 300 een tweede omtreksprofiel 350 omvat, en dat het kaderprofiel 100 en het tweede omtreksprofiel 350 gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het tweede geïntegreerd daksamenstel 300 op of in het kaderprofiel 100.
In de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat het tweede geïntegreerd daksamenstel 300 een tweede omtreksprofiel 350, en in deze specifieke uitvoeringsvorm drie evenwijdige platen 301, 302, 302’, die bijvoorbeeld door middel van afstandhouders 303, 303’ van elkaar kunnen worden gescheiden. Ten minste een van de platen 301, 302, 202 kan zijn vervaardigd uit glas of uit PC (polycarbonaat), bij voorkeur uit UV-gestabiliseerd PC. Tevens toont figuur 5 dat het kaderprofiel 100 en het tweede omtreksprofiel 350 gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het tweede geïntegreerd daksamenstel 300 op het kaderprofiel 100. Die vastklikkende bevestiging is nader geïllustreerd in figuur 5A die hieronder zal worden besproken.
Elk van beide of beide afstandhouders 203, 303 kan of kunnen zijn vervaardigd uit metaal, bijvoorbeeld uit aluminium, bij voorkeur uit aluminium met silicagelvulling. De of elke afstandhouder 303, 303’ kan zijn vormgegeven als vier langwerpige profielen die aan hun uiteinden aan elkaar zijn gelast om een vierhoekig kader te vormen.
Figuur 5B illustreert een aanzicht van een langwerpig deel 350a van het tweede omtreksprofiel 350. In een typische uitvoeringsvorm omvat het omtreksprofiel 350 vier dergelijke delen 350a. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het tweede omtreksprofiel 350 een langwerpige schuin gebogen wand 352, 353, waaruit aan de holle zijde een langwerpige steunflens 35 lb, 35 la uitsteekt. De wand 352, 353 is schuin gebogen voor een betere afwatering. Aan één zijde van de steunflens 35 la-b is over de lengte een richel 355 voorzien.
Opnieuw verwijzend naar figuur 5 is aan een bovenste uiteinde van de wand 352 een naar binnen uitstekende lip 356 voorzien. Tussen tenminste een gedeelte van de lip 356 en tenminste een gedeelte van de bovenste plaat 301 kan kit 361 zijn aangebracht. Tussen tenminste een gedeelte van de steunflens 35 la en tenminste een gedeelte van de onderste plaat 302 kan een hechtingslaag 362, bijvoorbeeld een laag lijm, zijn aangebracht, zodanig dat de onderste plaat 302 bevestigd is aan het omtreksprofiel 350. De hechtingslaag 362 kan zich uitstrekken van een uiteinde van de steunflens 35 la tot de richel 355.
Verwijzend naar het detail geïllustreerd in figuur 5A, is aan het onderste uiteinde van de wand 353 een naar binnen gekeerde vergrendelflens 310 voorzien, ingericht om het tweede veermiddel 110’ te vergrendelen, waarop optioneel een naar binnen gekeerde weerhaak 311 kan zijn voorzien, ingericht om terugbuigen van het tweede veermiddel 110’ te bemoeilijken. Tevens kan optioneel aan het onderste uiteinde van de wand 353 een naar binnen gekeerde tweede vergrendelflens 312 zijn voorzien, ingericht om terugbuigen van de wand 353 voorbij een uitstulping 313 in de buitenzijde 104 van het kaderprofiel 100 te bemoeilijken. Een bijkomende voordeel van de tweede vergrendelflens 312 en de uitstulping 313 is dat inbraak door het terugbuigen van de wand 353 om de vastgeklikte bevestiging (snap connection) ongedaan te maken zo kan worden bemoeilijkt, doordat inbrekers moeilijker toegang krijgen tot het tweede veermiddel 110’ en de vergrendelflens 310.
In de derde uitvoeringsvorm is er in het bijzonder - en optioneel - voor gekozen dat het kaderprofiel 100 gevormd is met een geïntegreerd veermiddel 110’, met name een verende lip, die in de hier getoonde uitvoeringsvorm aan de buitenzijde 103 van het kaderprofiel 100 is gevormd maar die ook aan een andere zijde van het kaderprofiel 103 kan zijn gevormd. Tevens is ervoor gekozen dat het omtreksprofiel 350 gevormd is met een vergrendelflens 310, zoals nader is geïllustreerd in figuur 5A, en die in deze specifieke uitvoeringsvorm is vormgegeven als een element dat uitsteekt vanaf het tweede omtreksprofiel 350 in de richting van de buitenzijde 104 van het kaderprofiel 100 en een weerhaak 311 heeft om terugbuigen van het veermiddel 110’ te voorkomen. Op die wijze kan het omtreksprofiel 350 worden vergrendeld op of in het kaderprofiel 100.
In de hier getoonde uitvoeringsvorm is aan de bovenkant van de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 een dichtingslip 146b voorzien, die is ingericht om het binnenwerk tussen het kaderprofiel 100 en het tweede geïntegreerd daksamenstel 300 aan het oog te onttrekken.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het geïntegreerde veermiddel 110’ optioneel zijn voorzien aan het omtreksprofiel 350, en de vergrendelflens 310 aan het kaderprofiel 100, zonder dat dit het effect van het vastklikken wijzigt.
Een vierde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuur 6. Het betreft een dakinrichting met een kaderprofiel 100 dat is bedoeld voor bevestiging op een opstand (niet getoond) en een (eerste) geïntegreerd daksamenstel 200 dat is ondersteund door het kaderprofiel 100. In het bijzonder omvat het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 in de hier getoonde vierde uitvoeringsvorm een koepel 204 die is bevestigd in het omtreksprofiel 250.
Figuur 7 illustreert een vijfde uitvoeringsvorm waarin een eerste geïntegreerd daksamenstel 200 en een tweede geïntegreerd daksamenstel 300 aangebracht zijn in eenzelfde kaderprofiel 100. Deze eerste en tweede geïntegreerde daksamenstellen 200, 300 zijn analoog aan de eerder beschreven eerste en tweede daksamenstellen 200, 300 van figuur 1 en figuur 5, met dit verschil dat het tweede samenstel twee platen 301, 302 in plaats van drie platen omvat.
Een zesde uitvoeringsvorm van een dakinrichting volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuur 8. Het betreft een dakinrichting met een kaderprofiel 100 dat is bedoeld voor bevestiging op een opstand (niet getoond) en een (eerste) geïntegreerd daksamenstel 200 dat is ondersteund door het kaderprofiel 100. In het bijzonder omvat het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 in de hier getoonde zesde uitvoeringsvorm meerdere koepelschalen 204, 205, 206 die is bevestigd zijn in het omtreksprofiel 250, waarbij afstandhouders 203, 203’ voorzien zijn tussen de respectievelijke koepelschalen 204, 205, 206. Het kaderprofiel 100 is gevormd met een geïntegreerd veermiddel 110, met name een verende lip, die aan de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 is gevormd. Tevens is het omtreksprofiel 250 gevormd met een vergrendelflens 210 die in deze specifieke uitvoeringsvorm is vormgegeven als een element dat uitsteekt vanaf het omtreksprofiel 250 in de richting van de binnenzijde 103 van het kaderprofiel 100 en een weerhaak heeft om terugbuigen van het veermiddel 110 te bemoeilijken. Verder kan een kit 261 voorzien zijn die is aangebracht tussen get kaderprofiel 100 en een buitenzijde van een opstaande zijwand 251 van het omtreksprofiel 250.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een dakinrichting, welke werkwijze omvat: - het bevestigen van een kaderprofiel 100 op een opstand; - het vervolgens bevestigen van ten minste een eerste geïntegreerd daksamenstel 200 op of in het kaderprofiel 100, door een omtreksprofiel 250 van het eerste geïntegreerd daksamenstel 200 te verbinden met het kaderprofiel 100, waarbij het verbinden vastklikken (snap connection) omvat.
De vakman begrijpt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, en dat vele modificaties en varianten mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.

Claims (20)

  1. Conclusies
    1. Dakinrichting omvattende: een kaderprofiel (100) bedoeld voor bevestiging op een opstand of een steunkader; en ten minste een eerste geïntegreerd daksamenstel (200; 300) ondersteund door het kaderprofiel (100); met het kenmerk, dat het eerste geïntegreerd daksamenstel (200) een omtreksprofiel (250; 350) en ten minste één daarin bevestigd dakelement (201, 202; 301, 302, 302’; 204) omvat, en dat het kaderprofiel (100) en het omtreksprofiel (250; 350) gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel (200) op of in het kaderprofiel (100).
  2. 2. Dakinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een binnenzijde van het kaderprofiel (100) L-vormig is vormgegeven en een steun (120) vormt voor het omtreksprofiel waarin het dakelement is bevestigd.
  3. 3. Dakinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omtreksprofiel (250) L-vormig is met een bodem (252) en een opstaande zijwand (251).
  4. 4. Dakinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een dakelement (202, 204) van het geïntegreerd daksamenstel bevestigd is aan de bodem (252) van het L-vormig omtreksprofiel.
  5. 5. Dakinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kaderprofiel (100) gevormd is met een steun (120’) voor het eerste geïntegreerd daksamenstel (300), dat het eerste geïntegreerd daksamenstel (300) ondersteund is tegen de steun (120’); en dat de steun (120’) voorzien is aan een bovenzijde (101) van het kaderprofiel (100), en dat het omtreksprofiel (350) voorzien is van een naar onder gerichte flens (353), waarbij een buitenzijde (104) van het kaderprofiel (100) en de naar onder gerichte flens (353) ingericht zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het eerste geïntegreerd daksamenstel (300) op het kaderprofiel (100).
  6. 6. Dakinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het omtreksprofiel (350) aan een binnenzijde van de naar onder gerichte flens (353) voorzien is van een steunflens (35 la, 35 lb) waarop een dakelement (302) van het geïntegreerd daksamenstel bevestigd is.
  7. 7. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één dakelement één van de volgende omvat: een plaat, bij voorkeur een lichtdoorlatende plaat, een aantal evenwijdige platen (201, 202; 301, 302, 302’), een koepelschaal (204), meerdere koepelschalen.
  8. 8. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één van het kaderprofiel (100) en het omtreksprofiel (250) gevormd is met een geïntegreerd veermiddel (110) en dat de andere van het kaderprofiel en het omtreksprofiel gevormd is met een vergrendelflens (210), welk veermiddel (110) en vergrendelflens (210) ingericht zijn om het omtreksprofiel (250) te vergrendelen op of in het kaderprofiel (100).
  9. 9. Dakinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het veermiddel (110) een verende lip omvat.
  10. 10. Dakinrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het kaderprofiel (100) een bovenzijde (101), een onderzijde (102), een buitenzijde (104) en een binnenzijde (103) heeft, en dat het veermiddel (110) gevormd is aan de binnenzijde (103) of de buitenzijde (104).
  11. 11. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het omtreksprofiel (250) door middel van een hechtingslaag (262) is bevestigd aan het ten minste één dakelement van het eerste geïntegreerd daksamenstel (200).
  12. 12. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kaderprofiel vervaardigd is uit kunststof.
  13. 13. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het omtreksprofiel vervaardigd is uit metaal.
  14. 14. Dakinrichting volgens één der conclusies 1-4, optioneel in combinatie met één der conclusies 7-13, met het kenmerk, dat de dakinrichting een tweede daksamenstel (400) omvat.
  15. 15. Dakinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het tweede daksamenstel (400) bevestigd is op een bovenzijde (101) van het kaderprofiel (100).
  16. 16. Dakinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede daksamenstel (400) een koepelschaal en een aantal schroefdoppen omvat.
  17. 17. Dakinrichting volgens conclusie 14 of 16, met het kenmerk, dat het tweede daksamenstel een geïntegreerd daksamenstel met een tweede omtreksprofiel (350) en een daarin bevestigd dakelement, is, en dat het kaderprofiel (100) en het tweede omtreksprofiel (350) gevormd zijn om door vastklikken (snap connection) met elkaar verbonden te worden voor het bevestigen van het tweede geïntegreerd daksamenstel op of in het kaderprofiel (100).
  18. 18. Dakinrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat één van het kaderprofiel (100) en het tweede omtreksprofiel (350) gevormd is met een geïntegreerd tweede veermiddel (110’) en dat de andere van het kaderprofiel en het tweede omtreksprofiel gevormd is met een tweede vergrendelflens (310), welke tweede veermiddel (110’) en tweede vergrendelflens (310) ingericht zijn om het tweede omtreksprofiel (350) te vergrendelen op of in het kaderprofiel (100).
  19. 19. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kaderprofiel (100) vier extrusieprofielen omvat die in de vier hoeken van het kaderprofiel tenminste gedeeltelijk aan elkaar zijn bevestigd.
  20. 20. Dakinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het omtreksprofiel (250; 350) vier profielen omvat die in de vier hoeken van het omtreksprofiel op elkaar aansluiten.
BE2016/5055A 2016-01-22 2016-01-22 Dakinrichting BE1023791B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5055A BE1023791B1 (nl) 2016-01-22 2016-01-22 Dakinrichting

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5055A BE1023791B1 (nl) 2016-01-22 2016-01-22 Dakinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023791A1 BE1023791A1 (nl) 2017-07-26
BE1023791B1 true BE1023791B1 (nl) 2017-07-27

Family

ID=55542402

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5055A BE1023791B1 (nl) 2016-01-22 2016-01-22 Dakinrichting

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023791B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4788804A (en) * 1986-08-28 1988-12-06 Viceroy Homes Limited Skylight
GB2275075A (en) * 1993-02-11 1994-08-17 Metrobuild Products Limited Rooflight
WO2010013233A2 (en) * 2008-07-27 2010-02-04 Dan-Pal Double pane panel unit and method of assembling same
US20130287489A1 (en) * 2012-04-26 2013-10-31 Sabic Innovative Plastics Ip B.V. Connector assemblies for connecting panels

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4788804A (en) * 1986-08-28 1988-12-06 Viceroy Homes Limited Skylight
GB2275075A (en) * 1993-02-11 1994-08-17 Metrobuild Products Limited Rooflight
WO2010013233A2 (en) * 2008-07-27 2010-02-04 Dan-Pal Double pane panel unit and method of assembling same
US20130287489A1 (en) * 2012-04-26 2013-10-31 Sabic Innovative Plastics Ip B.V. Connector assemblies for connecting panels

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023791A1 (nl) 2017-07-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8484902B1 (en) Window assembly having a thermal break liner
EP3396100B1 (en) Flat roof window with external screen
EP1844207B1 (en) Device and method for fixing glass windows to an outer wall construction
BE1023791B1 (nl) Dakinrichting
US9074416B1 (en) Spacers for insulated glass
BE1024504A9 (nl) Dakinrichting
US20140331576A1 (en) Fixed Window Assembly Having A Thermal Break Liner
US20190145104A1 (en) Skylight system
BE1020766A4 (nl) Systeem en werkwijze voor het verbinden van een plaat met een opstand.
NL1034162C2 (nl) Bevestigingsinrichting voor een afsluitpaneel.
BE1027749B1 (nl) Dakrand
US9777531B1 (en) Load bearing spacer for skylight installations
JP5385168B2 (ja) 通気見切材の端部部材及び建築物の外壁構造
GB2585618A (en) Glazing profiles
BE1028440B1 (nl) Inrichting voor kimfixatie van een dakbedekking
EP3124714B1 (en) Light transmitting roof panel
KR200491855Y1 (ko) 투광 복층판의 모서리 연결부재
BE1029229B1 (nl) Dak- of raamsamenstel met inzetstuk
NL1027281C1 (nl) Verbeterd afdichtingsprofiel ten behoeve van de glassponning van een kasdekglasroede.
KR101680612B1 (ko) 방수층이 형성되는 커튼월용 브라켓의 유리 엣지몰딩 구조
JP6982550B2 (ja) カーテンウォールユニット
US3834097A (en) Double glazed window assembly
US918876A (en) Skylight.
BE1025315B1 (nl) Koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
KR200494910Y1 (ko) 온실용 용마루

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20170727

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210131