BE1023373B1 - Werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator en een gasgenerator die een dergelijke werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator en een gasgenerator die een dergelijke werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1023373B1
BE1023373B1 BE2016/5313A BE201605313A BE1023373B1 BE 1023373 B1 BE1023373 B1 BE 1023373B1 BE 2016/5313 A BE2016/5313 A BE 2016/5313A BE 201605313 A BE201605313 A BE 201605313A BE 1023373 B1 BE1023373 B1 BE 1023373B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
time interval
flow
inlet
gas generator
gas flow
Prior art date
Application number
BE2016/5313A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023373A1 (nl
Inventor
Tom Coremans
Goethem Joris Van
PUYENBROECK Frank Karel René VAN
Original Assignee
Atlas Copco Airpower,Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower,Naamloze Vennootschap filed Critical Atlas Copco Airpower,Naamloze Vennootschap
Priority to RS20200072A priority Critical patent/RS59944B1/sr
Priority to CA2988792A priority patent/CA2988792C/en
Priority to ES201790023U priority patent/ES1204111Y/es
Priority to PT167511443T priority patent/PT3307418T/pt
Priority to EP16751144.3A priority patent/EP3307418B1/en
Priority to BR112017026806-0A priority patent/BR112017026806B1/pt
Priority to ES16751144T priority patent/ES2767727T3/es
Priority to DK16751144.3T priority patent/DK3307418T3/da
Priority to MX2017016116A priority patent/MX2017016116A/es
Priority to PCT/BE2016/000027 priority patent/WO2016197210A1/en
Priority to US15/735,674 priority patent/US10456732B2/en
Priority to RU2018100814A priority patent/RU2696697C2/ru
Priority to PL16751144T priority patent/PL3307418T3/pl
Priority to DE212016000112.4U priority patent/DE212016000112U1/de
Priority to JP2017564587A priority patent/JP6615915B2/ja
Priority to NZ739018A priority patent/NZ739018A/en
Priority to TW105117960A priority patent/TWI664011B/zh
Priority to CN201610406939.7A priority patent/CN106237784B/zh
Priority to CN201620559261.1U priority patent/CN205995233U/zh
Publication of BE1023373B1 publication Critical patent/BE1023373B1/nl
Publication of BE1023373A1 publication Critical patent/BE1023373A1/nl
Application granted granted Critical
Priority to SA517390532A priority patent/SA517390532B1/ar

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • B01D53/04Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography with stationary adsorbents
    • B01D53/0454Controlling adsorption
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2253/00Adsorbents used in seperation treatment of gases and vapours
    • B01D2253/10Inorganic adsorbents
    • B01D2253/102Carbon
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2253/00Adsorbents used in seperation treatment of gases and vapours
    • B01D2253/10Inorganic adsorbents
    • B01D2253/116Molecular sieves other than zeolites
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2256/00Main component in the product gas stream after treatment
    • B01D2256/10Nitrogen
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2257/00Components to be removed
    • B01D2257/10Single element gases other than halogens
    • B01D2257/104Oxygen
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40003Methods relating to valve switching
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40007Controlling pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/40009Controlling pressure or temperature swing adsorption using sensors or gas analysers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40011Methods relating to the process cycle in pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/4002Production
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40011Methods relating to the process cycle in pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/40043Purging
    • B01D2259/4005Nature of purge gas
    • B01D2259/40052Recycled product or process gas
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40083Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/40086Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption by using a purge gas

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Separation Of Gases By Adsorption (AREA)

Abstract

Een werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator welke een gasgenerator een adsorptiemedium omvat dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component van een inlaatgasstroom te adsorberen, en een uitlaatgasstroom toelaat die een tweede gasvormige component bevat, waarbij die werkwijze de stappen omvat van:- het sturen van de inlaatgasstroom door een inlaat; - het meten van de uitlaatgasstroom; -het bepalen van de concentratie van de tweede gasvormige component aan de uitlaat; en - het berekenen van de capaciteit van de gasgenerator; - het vergelijken van de capaciteit van de van de gemeten uitlaatgasstroom met de berekende capaciteit; als de gemeten uitlaatgasstroom lagen is dan de berekende capaciteit, en als de bepaalde concentratie hoger is dan of gelijk is aan een ingestelde waarde, het in adsorptiefase houden van de gasgenerator gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, Δs; het na het tijdsinterval Δs onderwerpen van de gasgenerator aan een regeneratiecyclus.

Description

Werkwijze voor het regelen van een adsorpt ief ase van een gasgenerator en een gasgenerator die een dergelijke werkwijze toepast.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator, waarbij de gasgenerator een adsorptiemedium omvat dat geschikt is om een eerste gasvormige component uit een inlaatgasstroom die een gasvormig mengsel bevat, selectief te adsorberen en die een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat, toelaat, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het sturen van de inlaatgasstroom door een inlaat van de gasgenerator; het meten van de uitlaatgasstroom; het bepalen van de concentratie van de tweede gasvormige component aan de uitlaat van het vat.
Werkwijzen voor het behouden van een relatief constante concentratie van een gasvormige component gegenereerd uit de fractionering van een gasvormig mengsel zijn bekend in de techniek.
Een voorbeeld is te vinden in US 4.323.370 ingediend op naam van LINDE AKTIENGESELLSCHAFT, waarin een cyclisch adsorptieproces voor de fractionering van een gasvormig mengsel wordt beschreven. Het proces houdt het niveau van de restconcentratie van de geadsorbeerde component substantieel constant door het volume te regelen van de productgasstroom die tijdens de adsorptiefase uit een adsorber is onttrokken. Één van de nadelen van een dergelijk proces is de hoeveelheid energie die wordt gebruikt voor de adsorptie.
Want, wanneer de adsorptiefase wordt verlengd, neemt de productiviteit van een systeem dat dit proces implementeert, af. Dit gebeurt omdat een groter volume gas zal moeten worden verwerkt en terwijl één van de gasvormige componenten wordt gebruikt na het adsorptieproces, zit de andere gasvormige component vast binnen de adsorber, waarbij hij een groter volume van het vat vult en uiteindelijk het adsorptiebed verzadigt. Dat zorgt ervoor dat het toestel meer energie zal verbruiken en uiteindelijk een gasvormige component voorziet met een lagere concentratie dan nodig.
Een ander nadeel is de lage efficiëntie van het adsorptieproces omdat de duur van de adsorptiecyclus niet is afgestemd op de vereiste concentratie voor de gasvormige component.
Een vastgesteld risico is de mogelijkheid dat men wordt geconfronteerd met een lagere concentratie van de gasvormige component dan gevraagd, en het hierboven genoemde document biedt niet meteen een oplossing, een feit dat het proces of netwerk van de gebruiker in het gedrang kan brengen.
Rekening houdend met de hierboven genoemde nadelen en risico's, is het een doel van de huidige uitvinding om een werkwijze te voorzien voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator, tijdens dewelke de concentratie van een gasvormige component op het gewenste niveau wordt gehouden, terwijl tegelijkertijd het stroomverbruik van het adsorptieproces wordt verlaagd.
Een ander doel van de huidige uitvinding is de hogere energie-efficiëntie in stand te houden bij een variërende vraag naar de gasvormige component.
Nog een ander doel van de huidige uitvinding is een werkwijze te voorzien die helpt om een hoog niveau aan energie-efficiëntie te behouden tijdens de latere adsorptiecycli.
Nog een ander doel van de huidige uitvinding is een werkwijze te voorzien die uiteindelijk de onderhoudskosten van het systeem in zijn geheel verlaagt.
De huidige uitvinding biedt een oplossing voor minstens één van de hierboven genoemde en/of andere problemen door een werkwijze te voorzien voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator, waarbij de gasgenerator een adsorptiemedium omvat dat geschikt is om een eerste gasvormige component van een inlaatgasstroom die een gasvormig mengsel bevat, selectief te adsorberen en een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat, toelaat, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het sturen van de inlaatgasstroom door een inlaat van de gasgenerator; - het meten van de uitlaatgasstroom door middel van een debietmeter (7); ~ het bepalen van de concentratie van de tweede gasvormige component aan de uitlaat van het vat; waarin de werkwijze verder de stappen omvat van:
Al) het berekenen van de capaciteit van de gasgenerator; A2) het vergelijken van de gemeten uitlaatgasstroom met de berekende capaciteit; A3) als de gemeten uitlaatgasstroom lager is dan de berekende capaciteit, en als de bepaalde concentratie hoger is dan of gelijk is aan een ingestelde waarde, het in adsorptiefase houden van de gasgenerator gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, As; A4) het onderwerpen van de gasgenerator aan een regeneratiecyclus na dat vooraf bepaalde tijdsinterval, As.
Inderdaad, door de berekende capaciteit van de gasgenerator te vergelijken met de gemeten uitlaatstroom en ook de bepaalde concentratie te vergelijken met een ingestelde waarde, biedt de werkwijze volgens de huidige uitvinding een accuraat beeld van de staat van het vat op een bepaald moment en houdt ze het gewenste concentratieniveau in stand voor de tweede gasvormige component aan de uitlaat van de gasgenerator.
Bovendien, aangezien de werkwijze rekening houdt met de gemeten waarde van de uitlaatstroom en de capaciteit van de gasgenerator, wordt verzadiging van het adsorpt.iemedium vermeden, wat de gasgenerator toelaat tegen een hoge efficiëntie te werken en de vereiste concentratie van de tweede gasvormige component in stand te houden gedurende het gehele adsorptieproces.
Tests hebben aangetoond dat de efficiëntie van het adsorptieproces afneemt als het tijdsinterval voor de adsorptiecyclus wordt verlengd. Als dusdanig, wanneer de adsorptiecyclus gedurende een relatief lange periode wordt aangehouden, zal een groter volume gas de gasgenerator binnenstromen en zal een toenemend aantal zuurstofmoleculen moeten worden geadsorbeerd door het adsorbens.
Bijgevolg zal het zuurstoffront dat ontstaat in het adsorptiebed zich verplaatsen naar de uitlaat van de gasgenerator. Hierdoor kan het concentratieniveau van de tweede gasvormige component worden beïnvloed aan de uitlaat. In een dergelijk geval daalt de productiviteit van de gasgenerator en neemt de betrouwbaarheid van het adsorptieproces af.
Omdat de werkwijze van de huidige uitvinding niet alleen de concentratie van de tweede gasvormige component aan de uitlaat van de gasgenerator vergelijkt met een ingestelde waarde, maar ook de berekende gasgeneratorcapaciteit vergelijkt met de uitlaatstroom vooraleer het tijdsinterval aan te passen waarin de gasgenerator in de adsorptiefase wordt gehouden, is de gewenste concentratie voor de tweede gasvormige component verzekerd en wordt ook een optimaal stroomverbruik bereikt gedurende de volledige werking van de gasgenerator.
Een ander bekend feit is dat gasgenerators ontworpen worden om te werken in de zwaarste en moeilijkste bedrijfsomstandigheden wat betreft parameters zoals temperatuur en druk. En wanneer dergelijke parameters schommelen bijvoorbeeld door de seizoenswissels of het gebruik van de gasgenerator in een ander geografisch gebied, wordt de gasgenerator te groot. Bekende gasgenerators zouden een dergelijk probleem niet kunnen oplossen, maar de werkwijze volgens de huidige uitvinding laat een energie-efficiënt gebruik van de gasgenerator toer ongeacht deze schommelingen.
Uit tests is trouwens gebleken dat door de werkwij ze volgens de huidige uitvinding te implementeren, de gasgenerator tot 40% minder energie verbruikt.
Een ander bekend feit is dat, binnen een typische productielijn, de gewenste concentratie en het volume van de tweede gasvormige component doorgaans schommelen, en de werkwijze volgens de huidige uitvinding houdt de gasgenerator in de adsorptiefase gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval dat wordt bepaald op basis van de gewenste concentratie en het volume. Bijgevolg worden de werkingsparameters van de gasgenerator aangepast, om een lager stroomverbruik door een efficiënte logica te verkrij gen.
Bij voorkeur wordt de gasgenerator, na dat vooraf bepaalde tijdsinterval, onderworpen aan een regeneratiecyclus, tijdens de welke de moleculen van de eerste gasvormige component worden verwijderd uit de gasgenerator en het adsorptiebed in een initiële fase wordt gebracht, met nominale adsorptiekenmerken.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de werkwijze verder de stap van het vergelijken van de bepaalde concentratie met een ingestelde waarde en als die concentratie lager is dan de ingestelde waarde, het onderbreken van de inlaatgasstroom en het onderwerpen van de gasgenerator aan een regeneratiecyclus. Hierdoor wordt de vereiste concentratie van de tweede gasvormige component op het gewenste niveau behouden.
De inlaatgasstroora kan worden onderbroken onmiddellijk nadat uit de vergelijking tussen de bepaalde concentratie en de ingestelde waarde een negatief resultaat blijkt, of de werkwi. j ze volgens de huidige uitvinding kan het inlaatgas onderbreken na een nominale vooraf bepaalde cyclustijd, As0, berekend vanaf het begin van de adsorptiecyclus.
De huidige uitvinding is verder gericht op een gasgenerator omvattende: - minstens één vat, bevattende: een inlaat en een uitlaat om er een gasstroom door te laten vloeien en een adsorptiemateriaal dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component te adsorberen uit een gasvormig mengsel en een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat door de uitlaat laat stromen; - middelen om een inlaatgasstroom te voorzien aan de inlaat van het vat; waarin de gasgenerator verder omvat: - een debietmeter gepositioneerd aan de uitlaat van het vat om de uitlaatgasstroom te meten; - middelen om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen, gepositioneerd aan de uitlaat van het vat; - een sturing aangesloten op de debietmeter en op de middelen om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen, waarbij die sturing is geconfigureerd om gemeten waarden van de uitlaatgasstroom en van de gemeten concentratie te ontvangen; - die sturing omvat verder een verwerkingseenheid die voorzien is van een algoritme dat geconfigureerd is om: - de capaciteit van de gasgenerator te berekenen, - de gemeten uitlaatgasstroom te vergelijken met de berekende capaciteit, - de bepaalde concentratie van de tweede gasvormige component te vergelijken met een ingestelde waarde, en: de sturing verder geprogrammeerd zijnde om de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, As, in stand te houden wanneer de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatgasstroom lager is dan de berekende capaciteit.
Door de mogelijkheden van de sturing zou de gebruiker van een dergelijk toestel het beste resultaat hebben met een verlaagd stroomverbruik en zal genieten van een gebrulkersvriendelijke interface.
Bovendien, aangezien het toestel wordt geregeld door de sturing, en omdat de hierboven gespecificeerde logica wordt toegepast, worden de onderhoudskosten verlaagd, daar de samenstellende delen van het toestel beschermd zijn tegen werken dicht bij grenswaarden, wat tot vroegtijdige slijtage zou leiden. De sturing helpt om alle wijzigingen door te voeren op het optimaal berekende moment in functie van het ontwerp van het toestel, zodat de levensduur van het toestel wordt verlengd.
Het het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende configuraties volgens de huidige uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch een gasgenerator volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding weergeeft; Figuren 2 en 3 schematisch een gasgenerator volgens andere uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding weergeven;
Figuur 4 schematisch het stroomverbruik in functie van de uitlaatstroom weergeeft.
Figuur 1 toont een gasgenerator 1 die een inlaat 2 en een uitlaat 3 omvat, om er een gas door te laten stromen. De gasgenerator omvat verder een adsorptiemedium (niet weergegeven) dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component van een inlaatgasstroom die een gasvormig mengsel bevat, te adsorberen, en een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat, toelaat.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat adsorptie ook absorptie omvat.
De huidige uitvinding is gericht op een werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator, waarin een inlaatgasstroom door de inlaat 2 van de gasgenerator 1 wordt gestuurd, en de uitlaatgasstroom aan de uitlaat 3 van de gasgenerator 1 wordt gemeten om de concentratie van de tweede gasvormige component aan de uitlaat van een vat 4 te bepalen.
Verder omvat de werkwijze een stap waarin de capaciteit van de gasgenerator wordt berekend en de berekende waarde wordt vergeleken met de gemeten uitlaatstroom.
Als, na die vergelijking, de gemeten uitlaatgasstroom lager is dan de berekende capaciteit, en als de bepaalde concentratie hoger is dan of gelijk is aan een ingestelde waarde, wordt de gasgenerator 1 in adsorptiefase gehouden gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, As,
In het kader van de huidige uitvinding dient onder de capaciteit van de gasgenerator verstaan te worden het maximumvolume van de tweede gasvormige component per tijdseenheid dat door de gasgenerator 1 in de huidige bedrijfsomstandigheden en bij de ingestelde waarde van de concentratie kan worden geleverd.
Verder dient onder "uitlaatstroom" te worden verstaan het gemeten volume van de tweede gasvormige component per tijdseenheid.
Bij voorkeur wordt het vooraf bepaalde tijdsinterval, As dusdanig berekend dat de ingestelde waarde van de concentratie door de gasgenerator 1 kan worden behouden en, bijgevolg, dat het adsorptiemedium niet volledig verzadigd raakt. Daarom wordt de gasgenerator 1 zo lang mogelijk in adsorptiefase gehouden, zonder het concentratieniveau van de resulterende tweede gasvormige component in het gedrang te brengen en zonder toe te laten dat de gasgenerator 1 meer energie verbruikt dan nodig voor een optimaal resultaat.
Na dat vooraf bepaalde tijdsinterval, As, wordt de gasgenerator onderworpen aan een regeneratiecyclus. Tijdens die regeneratiecyclus mag het adsorptiemedium de gasmolecules van de eerste gasvormige component elimineren, wat het adsorbens in optimale adsorptietoestand brengt en de gasgenerator 1 voorbereidt op een volgende adsorptiecyclus.
In het kader van de huidige uitvinding dient onder adsorptiecyclus te worden verstaan een tijdsinterval waarin het adsorptiemedium vervat binnen de gasgenerator 1 wordt gebruikt voor het fractioneren van het gasvormige mengsel van het inlaatgas dat door de inlaat 2 vloeit, en bijgevolg, de eerste gasvormige component adsorbeert en een gas dat voornamelijk een tweede gasvormige component bevat door de uitlaat 3 laat stromen.
Bij voorkeur heeft dit vooraf bepaalde tijdsinterval As als beginpunt het moment waarop de gasgenerator 1 de adsorptiecyclus startte en als eindpunt het moment waarop de gasgenerator X de adsorptiecyclus beëindigde.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, heeft het vooraf bepaalde tijdsinterval As zijn beginpunt op het huidige moment en zijn eindpunt in de toekomst en bepaald op basis van de berekende capaciteit, de gemeten uitlaatstroom en de ingestelde waarde van de concentratie van de tweede gasvormige component. Op basis van het typische gedrag van het adsorptiemedium, kan het eindpunt bij benadering worden bepaald.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de werkwijze verder de stap van het vergelijken van de bepaalde concentratie met een ingestelde waarde en als die concentratie lager is dan de ingestelde waarde, het onderbreken van de inlaatgasstroom en het onderwerpen van de gasgenerator aan een regeneratiecyclus.
De inlaatgasstroom kan onmiddellijk worden onderbroken wanneer uit de vergelijking blijkt dat de ingestelde waarde van de concentratie niet is bereikt, of de werkwijze kan rekening houden met een tolerantie van bijvoorbeeld ongeveer 5 seconden of meer vóór de inlaatgasstroom te onderbreken.
Bij voorkeur omvat de werkwijze de stap van het onderbreken van de inlaatgasstroom na een nominale vooraf bepaalde cyclustijd, Aso. Die nominale vooraf bepaalde cyclustijd, As0 is een berekend minimum tijdsinterval waarin, in algemeen bekende werkingsomstandigheden, de gasgenerator 1 de tweede gasvormige component met een relatief hoge concentratie kan genereren.
Die nominale vooraf bepaalde cyclustijd, Aso heeft als beginpunt het moment waarop de gasgenerator 1 de adsorptiecyclus startte en als eindpunt het moment waarop de gasgenerator 1 de adsorptiecyclus beëindigde.
Bij voorkeur wordt de capaciteit van de gasgenerator bepaald op basis van de volgende formule:
Qcap = Specifieke capaciteit x gasgenerator volume x
Kpc x Ktc waarbij Kpc de drukcorrectiefactor voor de capaciteit is en Ktc de temperatuurcorrectiefactor voor de capaciteit is.
In het kader van de huidige uitvinding dient onder specifieke capaciteit te worden verstaan de capaciteit van de gasgenerator 1 per kubieke meter adsorptiemedium en bij nominale waarden voor druk en temperatuur, zoals bij wijze van voorbeeld, zonder enige beperking: een druk van ongeveer 7 bar en een temperatuur van ongeveer 20°C.
Kpc en Ktc zijn twee correctiefactoren die afhangen van de ingestelde waarde van de tweede gasvormige component en van de effectieve temperatuur of druk, respectievelijk, gemeten ter hoogte van de gasgenerator.
Bij voorkeur wordt die temperatuur gemeten met een temperatuursensor T, en wordt de druk gemeten met een druksensor P.
Bij voorkeur omvat de werkwijze volgens de huidige uitvinding verder de stap waarin de tijd dat de gasgenerator in adsorptiefase is, Atl, wordt vergeleken met een minimum ingesteld tijdsinterval, At2 .
Waarin Atl een teller is die bij voorkeur start wanneer de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start en wordt gedefinieerd door Atl = tc - ti, waarin tc het huidige moment is en ti het initiële moment.
Bij voorkeur omvat de werkwijze de stap van het resetten van de teller wanneer de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start. Meer bepaald omvat de werkwijze bij voorkeur de stap van het resetten van de waarden van zowel tc als ti wanneer de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start. Δt2 is een teller die bij voorkeur start wanneer de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start en wordt gedefinieerd door At2 = td - ti, waarin td de minimumduur is waarin de gasgenerator in de adsorptiecyclus wordt gehouden ongeacht de waarden van de andere parameters en ti het initiële moment is waarop de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start.
Bij voorkeur omvat de werkwijze de stap van het resetten van de teller wanneer de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start. Meer bepaald omvat de werkwijze bij voorkeur de stap van het resetten van de waarde van ti wanneer de gasgenerator 1 een adsorptiecyclus start en houdt ze bij voorkeur de waarde van td constant.
Na de vergelijking van Atl met Δt2, omvat de werkwijze de stap van ofwel de gasgenerator 1 in adsorptiefase te houden gedurende het vooraf bepaalde tijdsinterval, As als Atl > At2 en als de bepaalde concentratie hoger is dan of gelijk is aan de ingestelde waarde en als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit; ofwel de gasgenerator 1 in adsorptiefase te houden tijdens de nominale vooraf bepaalde cyclustijd, Aso, en nadien te onderwerpen aan een regeneratiecyclus als Atl <= At2 of als de bepaalde concentratie lager is dan de ingestelde waarde en als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, is de eerste gasvormige component zuurstof en is de tweede gasvormige component stikstof.
De werkwijze volgens de huidige uitvinding omvat verder de stap van het sturen van de inlaatgasstroom door de inlaat 5 van minstens één vat 4, dat deel uitmaakt van de gasgenerator 1.
Bij voorkeur omvat de werkwijze verder alternatief het sturen van de inlaatgasstroom door de inlaat 5 van minstens twee vaten 4 (Figuur 2), of door minstens vier vaten 4 (Figuur 3), of meer.
Daar de werkwijze de alternatieve stap omvat van het sturen van de inlaatgasstroom door de inlaat 5 van twee vaten 4 of van vier vaten 4 of meer, neemt de efficiëntie van het adsorptieproces toe omdat, van zodra één vat 4 wordt onderworpen aan een regeneratiecyclus, een ander vat 4 kan worden gebruikt, zonder onderbreking in het genereren van de tweede gasvormige component aan de uitlaat 3 van de gasgenerator 1.
In een andere uitvoeringsvorm, wanneer één vat 4 wordt onderworpen aan een regeneratiecyclus, wordt de uitlaatgasstroom van één vat 4 naar de inlaat 5 van minstens een ander vat 4 gestuurd. Daardoor zal het vat 4 dat zich in de regeneratiefase bevindt, een gasvormig mengsel ontvangen aan de uitlaat 6 dat een relatief hoge concentratie van de tweede gasvormige component zal omvatten, waarbij dat gasvormige mengsel de gasvormige inhoud van het vat dat in de regeneratief ase is naar de inlaat zal sturen, en verder naar de buitenomgeving via een klep 11 of een kraan of dergelijke gepositioneerd aan de inlaat 5 van het vat 4. Dit laat het vat 4 toe om op kortere tijd te worden geregenereerd en bereidt het beter voor op de volgende adsorptiecyclus.
Een andere mogelijke stap uitgevoerd door de werkwijze volgens de huidige uitvinding is het vergelijken van de uitlaatstroora met de berekende capaciteit en het in stand houden van de inlaatstroom gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval als de uitlaatstroom hoger is dan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit. Daardoor wordt een optimale werking van de gasgenerator 1 verkregen, waarbij zelfs het stroomverbruik afneemt.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, gebruikt de werkwijze minstens één drempelwaarde, en omvat verder minstens één van de volgende stappen: - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald nominaal tijdsinterval, AsO, als de gemeten uitlaatstroom hoger is dan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald eerste tijdsinterval, Asl, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, gebruikt de werkwijze één of meer drempelwaarden, en omvat verder minstens één van de volgende stappen: ~ het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald nominaal tijdsinterval, hso, als de gemeten uitlaatstroom hoger is dan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald eerste tijdsinterval, Asi, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald tweede tijdsinterval, Δ32, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een tweede drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald derde tijdsinterval, hS3, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een derde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
Door de hierboven beschreven logica toe te passen, wordt de efficiëntie van het systeem nog verder verhoogd.
Bij voorkeur hebben twee of meer van de hierboven beschreven tijdsintervallen een verschillende lengte vergeleken met elkaar.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan het nominale tijdsinterval, AsO, een waarde zijn geselecteerd binnen het interval; 15 en 65 seconden, of tussen 20 en 65 seconden, of tussen 20 en 45 seconden.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan het vooraf bepaalde eerste tijdsinterval, Asl, een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 45 en 85 seconden, of 45 en 60 seconden.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan het vooraf bepaalde tweede tijdsinterval, As2, een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 60 en 120 seconden, of 60 en 80 seconden.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan het vooraf bepaalde derde tijdsinterval, As3, een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 80 en 300 seconden, of 80 en 180 seconden.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de hierboven gedefinieerde tijdsintervallen slechts voorbeelden zijn en ook andere waarden kunnen worden gebruikt.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan de eerste drempelwaarde gekozen worden bij ongeveer 80%, de tweede drempelwaarde bij ongeveer 60%, en de derde drempelwaarde bij ongeveer 40%.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de hierboven gedefinieerde drempelwaarden slechts voorbeelden zijn en ook andere waarden kunnen worden gebruikt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de werkwijze verder minstens één van de volgende stappen: ~ het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald nominaal tijdsinterval, Δρο, als de gemeten uitlaatstroom hoger is dan of gelijk aan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald eerste tijdsinterval, Δρι, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald tweede tijdsinterval, Ap2, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een tweede drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald derde tijdsinterval, Δρ3, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een derde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of ~ het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald vierde tijdsinterval, Δρ4, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een vierde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald vijfde tijdsinterval, Δρ5, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een vijfde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald zesde tijdsinterval, Δρ6, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een zesde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatggsstroom gedurende een vooraf bepaald zevende tijdsinterval, Δρ7, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een zevende drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald achtste tijdsinterval, Δρ@, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een achtste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald negende tijdsinterval, Δρ9, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een negende drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
Bij voorkeur hebben twee of meer van de hierboven beschreven tijdsintervallen een verschillende lengte vergeleken met elkaar.
Bij voorkeur hebben twee of meer van de tijdsintervallen: AsO, Asl, As2, As3 en Δρί, Δρ2, Δρ3, Δρ4, Δρ5, Δρ6, Δρ7, Δρδ, Δρ9, ΔρΙΟ een verschillende lengte vergeleken met elkaar, zodanig dat afhankelijk van de uitlaatstroom en de berekende capaciteit, het adsorptiemedium de gasgenerator zal toelaten om in optimale omstandigheden te werken gedurende verschillende periodes, afhankelijk van de bereikte of niet-bereikte drempelwaarde.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan het vooraf bepaalde nominale tijdsinterval, ΔρΟ, een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 15 en 50 seconden; het vooraf bepaalde eerste tijdsinterval, Δρί, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 30 en 60 seconden; het vooraf bepaalde tweede tijdsinterval, Δρ2, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 40 en 70 seconden; het vooraf bepaalde derde tijdsinterval, Δρ3, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 50 en 80; het vooraf bepaalde vierde tijdsinterval, Δρ4, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 60 en 90 seconden; het vooraf bepaalde vijfde tijdsinterval, Δρ5, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 70 en 100 seconden; het vooraf bepaalde zesde tijdsinterval, Δρ6, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 80 en 130 seconden; het vooraf bepaalde zevende tijdsinterval, Δρ7, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 90 en 150 seconden; het vooraf bepaalde achtste tijdsinterval, Δρ8, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 100 en 200 seconden; en het vooraf bepaalde negende tijdsinterval, Δρ9, kan een waarde zijn geselecteerd binnen het interval: 110 en 300 seconden.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de hierboven gedefinieerde tijdsintervallen slechts voorbeelden zijn en ook andere waarden kunnen worden gebruikt.
Bij voorkeur worden die drempelwaarden en tijdsintervallen berekend op basis van het type en de grootte van de gasgenerator 1 en het type en volume van het adsorptiemedium.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, kan de eerste drempelwaarde geselecteerd worden bij ongeveer 90%, de tweede drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 80%, de derde drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 70%, de vierde drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 60%, de vijfde drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 50%, de zesde drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 40%, de zevende drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 30%, de achtste drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 20%, en de negende drempelwaarde kan geselecteerd worden bij ongeveer 10%.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de hierboven gedefinieerde drempelwaarden slechts voorbeelden zijn en ook andere waarden kunnen worden gebruikt.
Daar de werkwijze dergelijke stappen toepast, wordt het genereren van de tweede gasvormige component accuraat en snel aangepast, op basis van de vraag aan de uitlaat 3, en wordt het risico dat de gasgenerator 1 te groot of te klein is voor de vraag geëlimineerd. Bijgevolg zal de gasgenerator met optimale parameters werken in het volledige werkingsbereik. Een ander vastgesteld voordeel is het gereduceerde volume van de inlaatgasstroom.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat het aantal intervallen kan variëren van bijvoorbeeld twee tot twintig of zelfs meer, afhankelijk van de mogelijkheden van de gasgenerator en van de gewenste resultaten.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de werkwijze worden toegepast op een continue wijze, waarin de cyclustijden continu worden geïnterpoleerd tussen gedefinieerde streefwaarden. Daardoor kan een nog groter stroomverbruik worden gemeten (Figuur 4).
In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de werkwijze verder de stap omvatten waarbij één vat 4 in de regeneratiecyclus wordt gehouden gedurende een tijdsinterval dat afhangt van de lengte van het tijdsinterval waarin het vat in een adsorptiecyclus en/of op de ingestelde concentratiewaarde voor de tweede gasvormige component werd gehouden.
Bij wijze van voorbeeld, maar niet beperkt tot, wanneer het tijdsinterval waarin een vat 4 in een adsorptiecyclus wordt gehouden, verlengd wordt, wordt bij voorkeur het tijdsinterval waarin het vat 4 in de regeneratiecyclus wordt gehouden, ook verlengd.
Doorgaans, maar niet beperkt tot, kan het nominale tijdsinterval waarin een vat 4 in een regeneratiecyclus wordt gehouden, ongeveer 30 seconden zijn, en kan een dergelijk tijdsinterval worden verlengd tot ongeveer 60 seconden of meer.
Bij voorkeur kan die regeneratiecyclus gebeuren via een vaste debietklep of een vaste restrictor zoals een mondstuk of opening, of een open/sluit-klep, of kan de regeneratiecyclus gebeuren met behulp van een debietsturing die het volume gas dat daarlangs wordt geëlimineerd, kan regelen.
Daar, tijdens de regeneratiecyclus, zowel de eerste gasvormige component als de tweede gasvormige component worden afgevoerd uit het vat 4, kan door verlenging van het tijdsinterval waarin de regeneratiecyclus in stand wordt gehouden, een groter volume gas dat de tweede gasvormige component in hoge concentratie omvat, worden geëlimineerd uit het vat 4. Maar als een debiet sturing of een open/sluit-klep wordt gebruikt om de duur en dus het totaalvolume regeneratiegas te regelen, wordt dat volume herleid tot een minimum en wordt het vat 4 op efficiënte wijze voorbereid op de volgende adsorptiecyclus.
De huidige uitvinding is verder gericht op een gasgenerator 1 die minstens één vat 4 (Figuur 1} omvat, waarbij dat vat 4 een inlaat 5 en een uitlaat 6 heeft.
De gasgenerator laat een gasmengsel door de inlaat 5 stromen en sluit, door een adsorberend materiaal (niet weergegeven) te gebruiken, een eerste gasvormige component in en laat een gasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat door de uitlaat 6 stromen.
De gasgenerator 1 omvat verder een debietmeter 7 gepositioneerd aan de uitlaat 6 van het vat om het volume van de tweede gasvormige component die het vat 4 verlaat, te meten per tijdseenheid.
De gasgenerator 1 omvat verder een module 8 om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen, waarbij die module ook gepositioneerd is aan de uitlaat 6 van het vat 4.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, meet de module 8 de concentratie van de eerste gasvormige component van de uitlaatgasstroom en bepaalt de concentratie van de tweede gasvormige component door de gemeten waarde af te trekken van 100.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is de eerste gasvormige component zuurstof en is de tweede gasvormige component stikstof.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, is de module 8 een zuurstofgehaltezender, die het zuurstofgehalte detecteert in het gas dat aan de uitlaat 6 van een vat 4 stroomt. Die zuurstofgehaltezender kan de zuurstofconcentratie van de uitlaatgasstroom continu of met een bepaalde bemonsteringsfrequentie meten.
Bij voorkeur maakt de module 8 deel uit van de gasgenerator 1.
De gasgenerator 1 omvat verder een sturing 9 die via een kabel of draadloos is verbonden met de debietmeter 7 en de module 8 voor het bepalen van de concentratie van de tweede gasvormige component, waarbij de sturing dusdanig is geconfigureerd dat hij de gemeten waarden van de uitlaatgasstroom en van de gemeten concentratie ontvangt.
De sturing 9 kan verder een opslageenheid omvatten om de ontvangen gemeten waarden op te slaan of kan via een kabel of draadloos dergelijke waarden naar een externe elektronische module sturen.
De draadloze verbinding kan via een radiosignaal of een Wi~ Fi signaal zijn. Bij voorkeur omvat de gasgenerator 1 een draadloze ontvanger (niet weergegeven} om communicatie mogelijk te maken.
Voor alle duidelijkheid, de kabelverbindingen zijn niet opgenomen in de tekeningen.
Verder kan de sturing de metingen onmiddellijk ontvangen naarmate 2e worden uitgevoerd of binnen een bepaald tijdsinterval. Hij kan ook alle waarden van de metingen ontvangen of kan slechts één meting ontvangen na een bepaald tijdsinterval.
Bovendien kunnen de metingen continu of met een bepaalde bemonsteringsfrequentie worden doorgevoerd.
Bij voorkeur omvat de sturing 9 verder een verwerkingseenheid die voorzien is van een algoritme dat dusdanig is geconfigureerd dat het: de capaciteit van het vat 4 kan berekenen, de gemeten uitlaatgasstroom met de berekende capaciteit kan vergelijken, en de bepaalde concentratie van de tweede gasvormige component kan vergelijken met een ingestelde waarde.
Onder de capaciteit van het vat 4 dient te worden verstaan het maximumvolume van de tweede gasvormige component per tijdseenheid dat kan worden geleverd aan de uitlaat 6, bij de huidige bedrijfsomstandigheden en bij de ingestelde concentratiewaarde voor de tweede gasvormige component.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de tijdsintervallen en drempelwaarden zoals hierboven gedefinieerd opgeslagen in de opslageenheid. Bij voorkeur worden dergelijke tijdsintervallen en drempelwaarden gedefinieerd voorafgaand aan de werking van de gasgenerator 1.
Bij voorkeur wordt de sturing 9 verder dusdanig geprogrammeerd dat hij de inlaatgasstroom in stand houdt gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, As, wanneer de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatgasstroom lager is dan de berekende capaciteit.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, is de sturing 9 verder dusdanig geprogrammeerd dat hij de inlaatgasstroom aan de inlaat 5 van het vat 4 gedurende een vooraf bepaald nominaal cyclustijdsinterval, As0, in stand houdt en de inlaatgasstroom stopt na dat vooraf bepaalde nominale cyclustijdsinterval, Aso, wanneer de gemeten concentratie lager is dan de ingestelde waarde.
Om het vat 4 voor te bereiden op een andere adsorptiecyclus, is de sturing 9 verder dusdanig geprogrammeerd dat hij een regeneratiecyclus toepast op het vat 4 na het vooraf bepaalde tijdsinterval, As, respectievelijk na het nominale cyclustijdsinterval, AsO.
Voor een grotere efficiëntie van het adsorptieproces omvat de gasgenerator 1 volgens de huidige uitvinding bij voorkeur minstens twee vaten 4, waarbij elk van de vaten een inlaat 5 en een uitlaat 6 omvat om er gas door te laten stromen, en een adsorberend materiaal (niet weergegeven) , dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component te adsorberen uit een gasvormig mengsel en een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat door de uitlaat 6 laat stromen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat elk van de vaten 4 een debietmeter 7 en een module 8 om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen, gepositioneerd aan de uitlaat 6 van elk vat.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding zijn de uitlaten 6 van alle vaten verbonden en vormen zo een gemeenschappelijke uitlaat, en die gemeenschappelijke uitlaat omvat verder een debietmeter 7 en een module 8 om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen.
Bij voorkeur is de sturing 9 verder dusdanig geprogrammeerd dat hij selectief de inlaatgasstroom door de inlaat 5 van één van de minstens twee vaten 4 laat stromen.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het vat 4 verder een klep 10 aan de inlaat 5 om de inlaatgasstroom het adsorptiemedium van het vat 4 te laten bereiken.
Bij voorkeur omvat elk van de vaten 4 een klep 10 om de inlaatgasstroom het adsorptiemedium te laten bereiken.
Bij voorkeur is de sturing 9 dusdanig geprogrammeerd dat elk van de kleppen 10 opent en sluit telkens wanneer de inlaatgasstroom het adsorptiemedium van één van de vaten 4 moet bereiken.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, is de sturing 9 dusdanig geprogrammeerd dat hij de kleppen 10 zodanig opent dat er slechts één vat 4 tegelijk in adsorptiefase is.
Bij voorkeur opent de sturing 9 de uitlaatklep 12 gelijktijdig met de klep 10 van elk respectief vat.
De sturing 9 herberekent bij voorkeur de specifieke capaciteit van de gasgenerator 1 op basis van de temperatuur- en drukmetingen die zijn uitgevoerd met de temperatuursensor T en druksensor P.
De gasgenerator 1 volgens de huidige uitvinding kan verder een aftakverbinding 11 omvatten om elk van de minstens twee vaten 4 te laten ontluchten naar de buitenomgeving.
Bij voorkeur kan de aftakverbinding 11 de vorm hebben van een klep of van een kraan of dergelijke.
Bij voorkeur is de sturing 9 verder dusdanig geprogrammeerd dat hij een regeneratiecyclus start voor één van de minstens twee adsorptievaten 4 en selectief de inlaatgasstroom door één van de andere minstens twee regeneratievaten 4 stuurt (Figuur 3}. Bij voorkeur gebeurt dit met behulp van de klep 10, gepositioneerd aan de inlaat van het vat 4.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is de sturing 9 verder dusdanig geprogrammeerd dat hij een tijdsinterval, Atl, meet waarin één van de minstens twee vaten 4 in adsorptiefase is en het gemeten tijdsinterval vergelijkt met een minimum ingesteld tijdsinterval, At2, en: - als Atl > At2 en als de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit, houdt de sturing 9 de xnlaatgasstroom in stand gedurende het vooraf bepaalde tijdsinterval, As; of - als Atl <= At2 en als de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit, houdt de sturing 9 de inlaatgasstroom in stand gedurende het vooraf bepaalde nominale cyclustijdsinterval, As0.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, omvat elk van de minstens twee vaten 4 een adsorptiemedium dat moleculaire koolstofzeven omvat.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm kan de inlaatgasstroom worden voorzien vanaf een uitlaat van een compressoreenheid 12 en kan de uitlaatgasstroom naar een gebruikersnetwerk 13 worden gestuurd.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, bereikt de uitlaatgasstroom een stikstofontvanger (niet weergegeven) vóór hij naar het gebruikersnetwerk 13 wordt gestuurd.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding wordt de concentratie van de tweede gasvormige component bepaald na de stikstofontvanger en vóór het gebruikersnetwerk 13.
Als de bepaalde concentratie lager is dan de ingestelde waarde, wordt de stikstofontvanger bij voorkeur onderworpen aan een spoelcyclus. Tijdens een dergelijke spoelcyclus mag het gasvormige mengsel dat voorhanden is in de stikstofontvanger de buitenomgeving bereiken. Bij voorkeur wordt de spoelcyclus uitgevoerd door een klep te openen gepositioneerd aan de uitlaat van de stikstofontvanger.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de gasgenerator 1 verder een gebruikersinterface (niet weergegeven) bij voorkeur aangesloten op de sturing 9.
Met behulp van de gebruikersinterface kan een gebruiker van een gasgenerator 1 volgens de huidige uitvinding verschillende parameters selecteren zodat de uitlaatgasstroom voldoet aan de vereisten van zijn netwerk, zoals een parameter geselecteerd uit een groep omvattende: de ingestelde concentratiewaarde van de tweede gasvormige component, het stroomverbruik van de gasgenerator, het gebruik van een compressoreenheid of van een andere gasgenerator van een inlaatgasstroom, het type adsorptiemedium dat wordt gebruikt, het aantal te gebruiken vaten, of om het even welke combinatie hiervan.
De gebruikersinterface kan in de vorm zijn van een aanraakscherm dat verschillende keuzes omvat, of in de vorm van potentiometers waarmee een gebruiker verschillende keuzes kan maken, of in de vorm van manueel aangedreven aansluitingen zoals kleppen of hendels waarmee een gebruiker de gasgenerator 1 naar zijn behoefte kan configureren.
De gebruikersinterface kan een integraal bestanddeel van de gasgenerator 1 zijn of kan een deel zijn van een externe elektronische module, die communiceert met de gasgenerator 1 via een draadgebonden of draadloze verbinding.
Voorbeeld 1 voor de drukcorrectiefactor voor de capaciteit, Kpc, bij voorkeur geïnterpoleerd volgens de volgende tabel, maar niet beperkt tot:
Waarbij de eerste ingestelde concentratiewaarde verwijst naar de ingestelde concentratiewaarde voor de tweede gasvormige component, die een waarde kan zijn die bij voorkeur geselecteerd is tussen 95 en 99,5%.
De tweede ingestelde concentratiewaarde verwijst naar de ingestelde concentratiewaarde voor de tweede gasvormige component, die een waarde kan zijn die bij voorkeur geselecteerd is tussen 99,5 en 99,999%.
Voorbeeld 2 voor de drukcorrectiefactor voor de capaciteit, Kpc, bij voorkeur geïnterpoleerd volgens de volgende tabel, maar niet beperkt tot:
Waarbij de eerste ingestelde concentratiewaarde verwijst naar de ingestelde concentratiewaarde voor de tweede gasvormige component, die een waarde kan zijn die bij voorkeur geselecteerd is tussen 95 en 99,5%.
De tweede ingestelde concentratiewaarde verwijst naar de ingestelde concentratiewaarde voor de tweede gasvormige component, die een waarde kan zijn die bij voorkeur geselecteerd is tussen 99,5 en 99,999%.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke gasgenerator kan worden verwezenlijkt in allerlei varianten zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (24)

  1. Conclusies .
    1. Werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator, waarbij de gasgenerator (1) een adsorptiemedium omvat dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component van een inlaatgasstroom die een gasvormig mengsel bevat, te adsorberen, en een uitlaatgasstroom toelaat die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat, waarbij die werkwijze de stappen omvat van: - het sturen van de inlaatgasstroom door een inlaat (2) van de gasgenerator (1); - het meten van de uitlaatgasstroom door middel van een debietmeter (7); - het bepalen van de concentratie van de tweede gasvormige component aan de uitlaat (3) van de gasgenerator, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de stappen omvat van: Al) het berekenen van de capaciteit van de gasgenerator (1); A2} het vergelijken van de gemeten uitlaatgasstroom met de berekende capaciteit; A3) als de gemeten uitlaatgasstroom lager is dan de berekende capaciteit, en als de bepaalde concentratie hoger is dan of gelijk is aan een ingestelde waarde, het in adsorptiefase houden van de gasgenerator (1} gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, As; A4) het onderwerpen van de gasgenerator (1) aan een regeneratiecyclus na dat vooraf bepaalde tijdsinterval. As.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij verder de stap omvat van het vergelijken van de bepaalde concentratie met een ingestelde waarde en als die concentratie lager is dan de ingestelde waarde, het onderbreken van de inlaatgasstroom en het onderwerpen van de gasgenerator (1) aan een regeneratiecyclus.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat zij verder de stap omvat van het onderbreken van de inlaatgasstroom na een nominale vooraf bepaalde cyclustijd, Aso.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de capaciteit van de gasgenerator (1) wordt bepaald op basis van de volgende formule: Qcap = Specifieke capaciteit x Gasgeneratorvolume x Kpc x Ktc waarbij Kpc de drukcorrectiefactor voor de capaciteit is en Ktc de temperatuurcorrectiefactor voor de capaciteit is.
  5. 5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij verder de stap omvat van het vergelijken van de tijd dat de gasgenerator (1) in adsorptiefase, Atl, is met een minimum ingesteld tijdsinterval, At2.
  6. 6. Werkwijze volgens conclusie 2 en 5, daardoor gekenmerkt dat zij één van de volgende stappen omvat: - als Atl > At2 en als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit en als de bepaalde concentratie hoger is dan of gelijk is aan die ingestelde waarde, wordt de gasgenerator (1) in adsorptiefase gehouden gedurende dat vooraf bepaalde tijdsinterval, As; of - als Atl <= At2 of als de bepaalde concentratie lager is dan die ingestelde waarde en als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit, wordt de gasgenerator (1) in adsorptiefase gehouden gedurende de nominale vooraf bepaalde cyclustijd, As0, en wordt nadien onderworpen aan een regeneratiecyclus.
  7. 7. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste gasvormige component zuurstof is en de tweede gasvormige component stikstof is.
  8. 8. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij verder de stap omvat van het sturen van de inlaatgasstroom door de inlaat (5) van minstens één vat {4), dat deel uitmaakt van de gasgenerator (1).
  9. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat zij verder als alternatieve stap omvat van het sturen van de inlaatgasstroom door de (5) inlaat van minstens twee vaten (4).
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat zij verder het sturen omvat van de uitlaatgasstroom van een vat (4) naar de inlaat (5) van minstens een ander vat (4) tijdens de regeneratiecyclus.
  11. 11. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de uitlaatstroom wordt vergeleken met de berekende capaciteit en de inlaatstroom gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval in stand wordt gehouden als de uitlaatstroom hoger is dan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat zij verder minstens één van de volgende stappen omvat: - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald nominaal tijdsinterval, Aso, als de gemeten uitlaatstroom hoger is dan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald eerste tijdsinterval, Asi, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
  13. 13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat zij verder minstens één van de volgende stappen omvat: - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald nominaal tijdsinterval, Δ3ο, als de gemeten uitlaatstroom hoger is dan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald eerste tijdsinterval, Δsx, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of ~ het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald tweede tijdsinterval, ΔS2, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een tweede drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald derde tijdsinterval, Δs3, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een derde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat zij verder minstens één van de volgende stappen omvat: - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald nominaal tijdsinterval, Δρ0, als de gemeten uitlaatstroom hoger is dan of gelijk aan een eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald eerste tijdsinterval, Δρχ, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan de eerste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald tweede tijdsinterval, Δρ2, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een tweede drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald derde tijdsinterval, Δρ3, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een derde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald vierde tijdsinterval, Δρ4, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een vierde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald vijfde tijdsinterval, Δρ5, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een vijfde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald zesde tijdsinterval, Ape, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een zesde drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald zevende tijdsinterval, Δρ7, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een zevende drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald achtste tijdsinterval, Δρ8, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een achtste drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit; of - het in stand houden van de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald negende tijdsinterval, Apg, als de gemeten uitlaatstroom lager is dan een negende drempelwaarde vergeleken met de berekende capaciteit.
  15. 15. Werkwijze volgens conclusie 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat twee of meer tijdsintervallen een verschillende lengte hebben vergeleken met elkaar.
  16. 16. Gasgenerator omvattende: - minstens één vat (4), bevattende: een inlaat (5) en een uitlaat (6) om er een gasstroom doorheen te laten stromen en een adsorberend materiaal dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component te adsorberen uit een gasvormig mengsel en een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat, door de uitlaat (6) laat stromen; - middelen om een inlaatgasstroom te voorzien aan de inlaat (5) van het vat(4); daardoor gekenmerkt dat de gasgenerator (1) verder omvat: - een debietmeter (7) gepositioneerd aan de uitlaat (6) van het vat (4) om de uitlaatgasstroom te meten; - middelen (8) om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen, gepositioneerd aan de uitlaat (6) van het vat (4); ~ een sturing (9) aangesloten op de debietmeter (7) en op de middelen (8) om de concentratie van de tweede gasvormige component te bepalen, waarbij die sturing (9) is geconfigureerd om gemeten waarden van de uitlaatgasstroom en van de gemeten concentratie te ontvangen, - waarbij die sturing (9) verder een verwerkingseenheid omvat die voorzien is van een algoritme dat geconfigureerd is om: - de capaciteit van de gasgenerator (1} te berekenen, - de gemeten uitlaatgasstroom te vergelijken met de berekende capaciteit, - de bepaalde concentratie van de tweede gasvormige component te vergelijken met een ingestelde waarde, en: de sturing (9) verder geprogrammeerd zijnde om de inlaatgasstroom gedurende een vooraf bepaald tijdsinterval, As, in stand te houden wanneer de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatgasstroom lager is dan de berekende capaciteit.
  17. 17. Gasgenerator volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de sturing (9) verder dusdanig geprogrammeerd is dat hij de inlaatgasstroom aan de inlaat (5) van het vat (4) gedurende een vooraf bepaald nominaal cyclustijdsinterval, As0, in stand houdt en de inlaatgasstroom stopt na dat vooraf bepaalde nominale cyclustijdsinterval, Aso, wanneer de gemeten concentratie lager is dan de ingestelde waarde.
  18. 18. Gasgenerator volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de sturing (9) verder dusdanig geprogrammeerd is dat hij een regeneratiecyclus toepast voor het vat (4).
  19. 19. Gasgenerator volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat hij verder minstens twee vaten (4) omvat, elk van die vaten (4) omvattende een inlaat (5) en een uitlaat (6) om er een gasstroom doorheen te laten stromen, en een adsorberend materiaal dat geschikt is om selectief een eerste gasvormige component van een gasvormig mengsel te adsorberen en een uitlaatgasstroom die voornamelijk een tweede gasvormige component bevat door de uitlaat (6) laat stromen,
  20. 20. Gasgenerator volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat die verder dusdanig geprogrammeerd is dat hij selectief de inlaatgasstroom levert doorheen de inlaat (5) van één van de minstens twee vaten (4).
  21. 21. Gasgenerator volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat die verder een aftakverbinding (11) omvat om elk van de minstens twee vaten (4) te laten ontluchten naar de buitenomgeving.
  22. 22. Gasgenerator volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de sturing (9) verder dusdanig is geprogrammeerd dat hij een regeneratiecyclus start voor één van de minstens twee adsorptievaten (4) en selectief de inlaatgasstroom door één van de andere minstens twee regeneratievaten (4) stuurt.
  23. 23. Gasgenerator volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de sturing (9) verder dusdanig is geprogrammeerd dat hij het tijdsinterval Atl, waarin een van de minstens twee vaten (4) in adsorptiefase is en het gemeten tijdsinterval vergelijkt met een minimum ingesteld tijdsinterval, At2, en: - als Atl > At2 en als de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit, houdt de sturing (9) de inlaatgasstroom in stand gedurende het vooraf bepaalde tijdsinterval, As; of - als Atl <= At2 en als de gemeten concentratie gelijk is aan of hoger is dan een ingestelde waarde, en wanneer de gemeten uitlaatstroom lager is dan de berekende capaciteit, houdt de sturing (9) de inlaatgasstroom in stand gedurende het vooraf bepaalde nominale cyclustijdsinterval, Asq.
  24. 24. Gasgenerator volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat elk van de minstens twee vaten (4) een adsorptiemedium omvat dat moleculaire koolstofzeven omvat.
BE2016/5313A 2015-06-12 2016-05-02 Werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator en een gasgenerator die een dergelijke werkwijze toepast. BE1023373B1 (nl)

Priority Applications (20)

Application Number Priority Date Filing Date Title
RU2018100814A RU2696697C2 (ru) 2015-06-12 2016-05-31 Способ управления стадией адсорбции генератора газа и генератор газа, использующий такой способ
US15/735,674 US10456732B2 (en) 2016-05-02 2016-05-31 Method for controlling an adsorption phase of a gas generator and a gas generator applying such a method
PT167511443T PT3307418T (pt) 2015-06-12 2016-05-31 Método para controlar uma fase de adsorção de um gerador de gás e um gerador de gás que aplica um tal método
EP16751144.3A EP3307418B1 (en) 2015-06-12 2016-05-31 Method for controlling an adsorption phase of a gas generator and a gas generator applying such a method
BR112017026806-0A BR112017026806B1 (pt) 2015-06-12 2016-05-31 Método para controlar uma fase de adsorção de um gerador de gás e um gerador de gás que aplica tal método
ES16751144T ES2767727T3 (es) 2015-06-12 2016-05-31 Método para controlar una fase de adsorción de un generador de gas y un generador de gas que aplica tal método.
DK16751144.3T DK3307418T3 (da) 2015-06-12 2016-05-31 Fremgangsmåde til styring af en adsorptionsfase for en gasgenerator og en gasgenerator under anvendelse af en sådan fremgangsmåde
MX2017016116A MX2017016116A (es) 2015-06-12 2016-05-31 Metodo para controlar una fase de adsorcion de un generador de gas y un generador de gas que aplica tal metodo.
PL16751144T PL3307418T3 (pl) 2015-06-12 2016-05-31 Sposób kontroli fazy adsorpcji generatora gazu oraz generator gazu stosujący ten sposób
ES201790023U ES1204111Y (es) 2015-06-12 2016-05-31 Generador de gas configurado para controlar una fase de adsorcion
RS20200072A RS59944B1 (sr) 2015-06-12 2016-05-31 Postupak za kontrolisanje adsorpcione faze generatora gasa i generator gasa za primenu takvog postupka
PCT/BE2016/000027 WO2016197210A1 (en) 2015-06-12 2016-05-31 Method for controlling an adsorption phase of a gas generator and a gas generator applying such a method
DE212016000112.4U DE212016000112U1 (de) 2015-06-12 2016-05-31 Gasgenerator, ausgelegt zum Steuern einer Adsorptionsphase
JP2017564587A JP6615915B2 (ja) 2015-06-12 2016-05-31 ガス発生器の吸着フェーズを制御する方法及びそのような方法を適用するガス発生器
NZ739018A NZ739018A (en) 2015-06-12 2016-05-31 Method for controlling an adsorption phase of a gas generator and a gas generator applying such a method
CA2988792A CA2988792C (en) 2015-06-12 2016-05-31 Method for controlling an adsorption phase of a gas generator and a gas generator applying such a method
TW105117960A TWI664011B (zh) 2015-06-12 2016-06-07 用於控制氣體產生器之吸附階段之方法及應用此方法的氣體產生器
CN201610406939.7A CN106237784B (zh) 2015-06-12 2016-06-12 控制气体发生器吸附阶段的方法和用该方法的气体发生器
CN201620559261.1U CN205995233U (zh) 2015-06-12 2016-06-12 构造成控制吸附阶段的气体发生器及控制器单元
SA517390532A SA517390532B1 (ar) 2015-06-12 2017-12-12 طريقة للتحكم في طور امتزاز من مولد غاز ومولد غاز يطبق تلك الطريقة

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US201562174795P 2015-06-12 2015-06-12
US62/174,795 2015-06-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023373A1 BE1023373A1 (nl) 2017-02-24
BE1023373B1 true BE1023373B1 (nl) 2017-02-24

Family

ID=56116153

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5313A BE1023373B1 (nl) 2015-06-12 2016-05-02 Werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator en een gasgenerator die een dergelijke werkwijze toepast.

Country Status (6)

Country Link
BE (1) BE1023373B1 (nl)
DK (1) DK3307418T3 (nl)
ES (1) ES2767727T3 (nl)
NZ (1) NZ739018A (nl)
PT (1) PT3307418T (nl)
RU (1) RU2696697C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0129304A2 (en) * 1983-06-15 1984-12-27 Normalair-Garrett (Holdings) Limited Molecular sieve type gas separation systems
EP0250235A1 (en) * 1986-06-17 1987-12-23 Negretti Aviation Limited Improvements in and relating to pressure swing oxygen generating systems
JP2010207750A (ja) * 2009-03-11 2010-09-24 Advan Riken:Kk 圧力スイング吸着式ガス発生装置
KR101349424B1 (ko) * 2013-07-26 2014-01-15 현대건설주식회사 바이오 가스의 정제장치 및 그 제어방법
WO2014046297A1 (ja) * 2012-09-20 2014-03-27 帝人ファーマ株式会社 酸素濃縮装置

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2946546B1 (fr) * 2009-06-15 2012-06-08 Air Liquide Procede de regulation de la purete d'oxygene produit par une unite d'adsorption par controle du debit

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0129304A2 (en) * 1983-06-15 1984-12-27 Normalair-Garrett (Holdings) Limited Molecular sieve type gas separation systems
EP0250235A1 (en) * 1986-06-17 1987-12-23 Negretti Aviation Limited Improvements in and relating to pressure swing oxygen generating systems
JP2010207750A (ja) * 2009-03-11 2010-09-24 Advan Riken:Kk 圧力スイング吸着式ガス発生装置
WO2014046297A1 (ja) * 2012-09-20 2014-03-27 帝人ファーマ株式会社 酸素濃縮装置
EP2898915A1 (en) * 2012-09-20 2015-07-29 Teijin Pharma Limited Oxygen concentration device
KR101349424B1 (ko) * 2013-07-26 2014-01-15 현대건설주식회사 바이오 가스의 정제장치 및 그 제어방법

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023373A1 (nl) 2017-02-24
RU2696697C2 (ru) 2019-08-05
ES2767727T3 (es) 2020-06-18
DK3307418T3 (da) 2020-02-03
NZ739018A (en) 2019-05-31
RU2018100814A (ru) 2019-07-15
RU2018100814A3 (nl) 2019-07-17
PT3307418T (pt) 2020-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2988792C (en) Method for controlling an adsorption phase of a gas generator and a gas generator applying such a method
US4857086A (en) Gas separator system
US9348341B2 (en) Method for setting the fill level when filling a cavity system and a vehicle seat system
CN105526020B (zh) 用于运行驱动装置的方法以及相应的驱动装置
BE1023373B1 (nl) Werkwijze voor het regelen van een adsorptiefase van een gasgenerator en een gasgenerator die een dergelijke werkwijze toepast.
CN104591092B (zh) 含氧气体制备装置
KR102076947B1 (ko) 플루 가스 정화 장치용 물질 제어 방법 및 시스템
CA2801838A1 (fr) Procede de pilotage d&#39;une installation de production sur site de gaz medical et installation associee
KR101969614B1 (ko) 제품 가스 공급 방법 및 제품 가스 공급 시스템
CN106716268A (zh) 反馈控制装置
JP4572297B2 (ja) 多孔性物質の特性測定装置
GB2194056A (en) Process for the regeneration of potentiometric solid electrolyte measuring cells
JP3758717B2 (ja) ガス混合装置
KR20190067569A (ko) 탈이온 필터를 구비하는 정수기 및 이의 제어 방법
FR2720201A1 (fr) Dispositif régulateur pour véhicules alimentés par une batterie d&#39;accumulateurs.
KR101465728B1 (ko) 선박의 트림 유지 장치 및 방법
JP4392121B2 (ja) 粉粒体充填装置およびその制御方法
JP2954955B2 (ja) 気体分離装置
WO2004027907A3 (en) System and method for process gas stream delivery and regulation in a fuel cell system using down spool control
KR102190123B1 (ko) 얼음추출장치
JP7319819B2 (ja) 酸素濃縮装置
CN102369314B (zh) 氟气生成装置
EP1253424A4 (en) METHOD AND APPARATUS FOR MONITORING THE OXYGEN CONCENTRATION DURING A BEVERAGE PRODUCTION PROCESS
JP2638320B2 (ja) 密閉形鉛蓄電池の充電方法
JPH0231814A (ja) 気体分離装置