BE1023331B1 - Meerdelig cbrn-pak - Google Patents

Meerdelig cbrn-pak Download PDF

Info

Publication number
BE1023331B1
BE1023331B1 BE2016/5174A BE201605174A BE1023331B1 BE 1023331 B1 BE1023331 B1 BE 1023331B1 BE 2016/5174 A BE2016/5174 A BE 2016/5174A BE 201605174 A BE201605174 A BE 201605174A BE 1023331 B1 BE1023331 B1 BE 1023331B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
vest
protective suit
cbrn
suit according
hood
Prior art date
Application number
BE2016/5174A
Other languages
English (en)
Inventor
Den Berghe Peter Van
Original Assignee
Seyntex N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Seyntex N.V. filed Critical Seyntex N.V.
Priority to BE2016/5174A priority Critical patent/BE1023331B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023331B1 publication Critical patent/BE1023331B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B17/00Protective clothing affording protection against heat or harmful chemical agents or for use at high altitudes
    • A62B17/006Protective clothing affording protection against heat or harmful chemical agents or for use at high altitudes against contamination from chemicals, toxic or hostile environments; ABC suits

Abstract

De huidige uitvinding betreft een CBRN-beschermpak, omvattende een lichaamsbescherming, en een kap die los is van genoemde lichaamsbescherming, voorzien van hoofdgedeelte en een nekgedeelte; waarbij genoemd nekgedeelte minstens 5 cm lang is in de lengte richting. Bij voorkeur omvat het lichaamsgedeelte een vest en een broek. Verder betreft den uitvinding in een werkwijze voor het afschermen van een persoon van een chemische, nucleaire, biologische of stralingsbron, gebruik makende van een dergelijk CBRN-beschermpak.

Description

MEERDELIG CBRN-PAK
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een beschermpak tegen chemische contaminatie, biologische, nucleaire en stralingscontaminatie.
STAND DER TECHNIEK CBNR pakken bestaan en worden vandaag ingezet om in combinatie met een gasmasker, handschoenen, en overschoenen te worden gebruikt. Deze pakken worden vooral ingezet om bij ongevallen of aanslagen chemisch, nucleair radioactief of biologisch materiaal te inspecteren. Een gebruiker van een dergelijk pak dient daarvoor vaak veel en grote bewegingen te maken. Een probleem met de beschermpakken die nu op de markt zijn, is dat deze vaak de gebruiker hinderen in de bewegingsvrijheid of dat door het bewegen de pakken verschuiven ten opzichte van het lichaam van de gebruiker. Hierdoor kunnen delen van het lichaam worden blootgesteld of verschuiven sommige afdichtingen die de verbinding met gasmasker en het beschermpak voorzien.
Daarom is er vraag naar beschermpakken die een hoge bewegingsvrijheid geven aan een gebruiker en tegelijk een hoge integrale bescherming bieden. De uitvinding beoogt hierin minstens deels te voorzien.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een CBRN-beschermpak, omvattende: - een lichaamsbescherming, en - een kap die los is van genoemde lichaamsbescherming, voorzien van hoofdgedeelte en een met de lichaamsbescherming overlappend nekgedeelte; waarbij genoemd overlappend nekgedeelte minstens 5 cm lang is in de lengte richting, dit is de richting gelijk aan de lengterichting van een persoon wanneer genoemd persoon genoemd beschermpak zou aanhebben.
Het loszitten van genoemde kap laat een hogere bewegingsvrijheid voor de gebruiker toe, de lengte van het overlappend nekgedeelte zorgt er voor dat dit deel onder een vest of overall kan worden gedragen en dat er op die manier een continue bescherming voorzien wordt. De minimale lengte is nodig om te verhinderen dat door het bewegen van het hoofd het nekgedeelte van onder de vest kan getrokken worden. Het is gebleken dat een losse kap een betere bescherming ter hoogte van de verbinding kap -gasmasker geeft wanneer een gebruiker in het beschermpak veel en grote bewegingen hoeft te maken.
In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het afschermen van een persoon van een chemische, nucleaire, biologische of stralingsbron omvattende de stappen: - voorzien van een gasmasker op het gezicht van genoemd persoon; - voorzien van een kap over het hoofd van genoemd persoon en aansluitend op genoemd gasmasker; - voorzien van een broek die de benen van genoemde persoon afschermt; - voorzien van een vest die overlapt met genoemde broek en genoemde kap; waarbij genoemde kap voorzien is van een nekgedeelte minstens 5 cm lang is in de lengte richting en niet verbonden is aan genoemde vest.
Deze werkwijze laat toe dat een persoon beschermd is, maar toch een hoge bewegingsvrijheid heeft doordat kap, vest en broek niet verbonden zijn met elkaar. Tevens voorkomt dit ook dat een beweging ergens een afdichting doet lekken of een deel huid bloot komt te zitten. Dit resulteert in een betere bescherming dan een beschermpak in één of twee delen met een vast aangezette kap.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 geeft een aanzicht weer van een kap dat deel uit maakt van de uitvinding.
Figuur 2 toont een zelfde kap als in figuur 1, maar met het voorste nekgedeelte naar boven gevouwen.
Figuur 3 toont en persoon die beschermpak volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding aanheeft in combinatie met handschoenen, overschoenen, en een gasmasker.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
In wat volgt wordt referentie gemaakt naar onderdelen van kledingstukken, hun afmetingen, zoals lengte, hun onderdelen, bovenzijde, onderzijde, binnenzijde en buitenzijden, voor en achterzijde. Al deze verwijzingen zijn te verstaan alsof een gebruiker de kledingstukken zou aanhebben. Zo is de binnenzijde de zijde van een kledingstuk die naar het lichaam van een gebruiker zou wijzen indien hij dit kledingstuk zou aantrekken op de manier waarin het kledingstuk is ontworpen. De lengte richting is telkens volgens de lengte richting van de gebruiker.
In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een CBRN-beschermpak, omvattende: - een lichaamsbescherming, en - een kap die los is van genoemde lichaamsbescherming, voorzien van hoofdgedeelte en een nekgedeelte; waarbij genoemd nekgedeelte minstens 5 cm, bij voorkeur 7 tot 35 cm, meer bij voorkeur van 10 tot 30cm, nog meer bij voorkeur van 13 tot 28cm, zelfs nog meer bij voorkeur van 15 tot 25 cm en meest bij voorkeur 18 tot 22 cm, zoals 20 cm, lang is in de lengte richting, dit is de richting gelijk aan de lengterichting van een persoon wanneer genoemd persoon genoemd beschermpak zou aanhebben.
De kap die los is van genoemde lichaamsbescherming verwijst er naar dat er geen fysische verbinding bestaat tussen de kap en de lichaamsbescherming. De kap en de lichaamsbescherming vormen twee afzonderlijke onderdelen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde beschermpak een gasmaskerpak.
De term "gasmaskerpak" verwijst naar een kledingstuk dat het lichaam van een gebruiker afdekt en afschermt van de omgeving tijdens het gebruik van een gasmasker. Bij voorkeur omvat een gasmaskerpak geen bescherming voor handen en voeten. Handschoenen, schoenen, overschoenen of laarzen worden gecombineerd met genoemd gasmaskerpak. Nog meer bij voorkeur is een gasmaskerpak er niet op voorzien om het gezicht te beschermen, het gasmasker is daarvoor voorzien. Meest bij voorkeur omvat het gasmaskerpak een afdichting rondom de gezichtszone.
Verassend genoeg werd gevonden dat een kap die niet fysisch verbonden is met de lichaamsbescherming een betere bescherming geeft dan een kap die wel verbonden is aan de lichaamsbescherming, wanneer de gebruiker dient te bewegen in het gasmasker pak. Dit valt te verklaren doordat de afdichting tussen gasmasker en gasmaskerpak verbroken wordt door het bewegen van het hoofd. Doordat de kap vast zit aan de lichaamsbescherming wordt de bewegingsvrijheid van de kap belemmerd en zo wordt de afdichting tussen kap en gasmasker verbroken waardoor er een grotere blootstelling is dan wanneer de kap los zit van de lichaamsbescherming.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde lichaamsbescherming een overall. Dit heeft als voordeel dat de lichaamsbescherming één geheel vormt en er geen insijpeling mogelijk is in de overgang van broek gedeelte naar romp gedeelte.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemd lichaamsbescherming een broek en een vest. Dit verhoogt de bewegingsvrijheid van een gebruiker, ook hier zorgt dit er voor dat de gemaakte bewegingen er minder voor zorgen dat de rest van de beschermkledij zich heroriënteert, wat er voor kan zorgen dat afdichtingen gaan lekken of stukken huid bloot komen te liggen. Met afdichtingen wordt hier bij voorkeur verwezen naar de afdichtingen tussen de mouwen en de handschoenen, de broekspijpen en de schoenen of overschoenen, de nek en de kap, of kap en het gasmasker.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is er een minimale overlap tussen genoemde broek en genoemde vest van minstens 5 % van de lengte van de broek, bij voorkeur van 5 tot 50% overlap, meer bij voorkeur van 10 tot 40% overlap, nog meer bij voorkeur van 15 tot 35% overlap, zelfs nog meer bij voorkeur 20 tot 30% overlap en meest bij voorkeur 22 tot 28% overlap, zoals 25%. Hiermee wordt bedoeld dat zowel vest als broek zijn ontworpen dat wanneer ze door een gebruiker gedragen zouden worden er een dergelijke overlap zal plaatsvinden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is er een minimale overlap tussen genoemde broek en genoemde vest van minstens 5 cm, bij voorkeur 7 tot 50 cm, meer bij voorkeur 10 tot 40 cm, nog meer bij voorkeur 13 tot 30 cm, zelfs nog meer bij voorkeur 15 tot 25 cm en meest bij voorkeur 17 tot 20 cm. Hiermee wordt bedoeld dat zowel vest als broek zijn ontworpen dat wanneer ze door een gebruiker gedragen zouden worden er een dergelijke overlap zal plaatsvinden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde vest voorzien van een aanspanmechanisme in de bekkenzone. Hierdoor wordt de vest rondom de romp aangespannen, om op die manier te vermijden dat gevaarlijke stoffen langs de onderkant van de vest toch de romp zouden bereiken. Het deel van het lichaam dat zich lager bevindt, zal worden afgeschermd door de broek. Dit is een van de belangrijkste afdichtingen om de romp te beschermen. Doordat de vest niet verbonden is met de broek zal een beweging van het onderlichaam er niet voorzorgen dat deze afdichting zal gaan lekken. Bij voorkeur bevindt deze afdichting zich net onder de broeksrand, niet meer dan 10 cm, meer bij voorkeur niet meer dan 7 cm, nog meer bij voorkeur niet meer dan 5 cm, zelfs nog meer bij voorkeur niet meer dan 3 cm en meest bij voorkeur niet meer dan 1cm onder de broeksrand. De term "onder" wordt hier verstaan als in een lengte richting van een gebruiker die het beschermpak zou dragen.
De term "aanspanmechanisme" verwijst naar een mechanisme dat er voor zorgt dat kledij of een kledingstuk ter hoogte van het aanspanmechanisme hechter tegen het lichaam kan worden getrokken. Een aanspanmechanisme kan voor een beter contact tussen kledingstuk en lichaam zorgen. Bij voorkeur is het aanspanmechanisme een koord of elastiek al dan niet voorzien van een koordstopper. Alternatief is het aanspanmechanisme een strip voorzien van een aanhechtmechanisme zoals een knoop, een klittenband verbinding, een velcro verbinding of een drukknoop.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde vest voorzien van minstens één aanspanmechanisme onderaan de vest, bij voorkeur in de onderste 10 cm van de vest, meer bij voorkeur ik de onderste 7 cm van de vest, nog meer bij voorkeur in de onderste 5 cm van de vest, zelfs nog meer bij voorkeur in de onderste 3 cm van de vest en meest bij voorkeur in de onderste 1 cm van de vest. Hierdoor kan de vest onderaan worden aangespannen, en wordt verhinderd dat het onderste deel van de vest naar boven kruipt of naar boven kan waaien. Door dit aanspanmechanisme kan het gewenste spanning tussen vest en broek geregeld worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde vest voorzien van minstens één aanspanmechanisme aan de mouwuiteinden. Dit zorgt er voor dat er een goed contact kan gecreëerd worden tussen de polsen en het beschermpak, of tussen de handschoenen en het beschermpak. Ook dit dient als een soort afdichting te worden aanzien.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde vest voorzien van minstens één afsluitmechanisme in de nekzone. Het afsluitmechanisme zorgt er voor dat de zone rondom de nek wordt afgesloten en de indringing van schadelijke stoffen verhindert.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemde vest een kraag met een hoogte van minstens 5 cm bij voorkeur een hoogte van 8 tot 20 cm, meer bij voorkeur 10 tot 18 cm, nog meer bij voorkeur 12 tot 17 cm, zelfs nog meer bij voorkeur 14 tot 16 cm, en meest bij voorkeur 15 cm. Dit zorgt voor de nodige overlap tussen vest en kap zodat een goede afdichting kan bekomen worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is in genoemd hoofdgedeelte van de kap een gezichtsuitsparing voorzien. De gezichtsuitsparing laat toe dat een gasmasker direct contact kan maken met de huid van een gebruiker. Dit is nodig voor een goede en bij voorkeur luchtdichte afdichting rondom het gasmasker.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde gezichtsuitsparing afgelijnd met een elastische zoom. Deze elastische zoom laat toe dat deze over de rand van het gasmasker kan worden geplaatst en dat daardoor het beschermpak en het gasmasker op elkaar aansluiten. Hierdoor wordt een afdichting gevormd. Het is deze afdichting die net beter is, en minder verstoord wordt tijdens bewegen wanneer de kap niet verbonden is aan de rest van het beschermpak. Bij voorkeur is de elasticiteit van genoemde zoom 20 tot 400 %, meer bij voorkeur 75 tot 350 %, nog meer bij voorkeur 100 tot 300 %, zelfs nog meer bij voorkeur 125 tot 250 % en meest bij voorkeur 150 tot 200 %.
In een voorkeursuitvoeringsvorm overlapt genoemd zoom met het gasmasker met 1,0 tot 6,0 cm, bij voorkeur 1,5 tot 5,5 cm, meer bij voorkeur 2,0 tot 5,0 cm, nog meer bij voorkeur 2,5 tot 4,5 cm, en meest bij voorkeur 3,0 tot 4,0 cm, zoals 3,5 cm. Dit zorgt voor een goede dichting tussen gasmasker en beschermpak en laat enige bewegingsvrijheid toe voor de zoom ten opzichte van het gasmasker alvorens de afdichting verbroken wordt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het nekgedeelte en het hoofdgedeelte van de kap gescheiden worden door een naad. Dit zorgt er voor dat de kap beter bij de anatomie van het lichaam aansluit en dat er minder of geen materiaal dubbel geplooid zit als het beschermpak gebruikt wordt. Dubbel geplooid materiaal verlaagt de afdichting tussen kap en vest.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de lengte verhouding tussen nekgedeelte en hoofdgedeelte 20 tot 100 %, bij voorkeur 25 tot 90%, meer bij voorkeur 30 tot 80%, nog meer bij voorkeur 35 tot 70%, zelfs nog meer bij voorkeur 40 tot 60% en meest bij voorkeur 45 tot 55%, zoals 50%.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het nekgedeelte een lengte heeft van 5 tot 40 cm, bij voorkeur 7 tot 35 cm, meer bij voorkeur van 10 tot 30cm, nog meer bij voorkeur van 13 tot 28cm, zelfs nog meer bij voorkeur van 15 tot 25 cm en meest bij voorkeur 18 tot 22 cm, zoals 20 cm. Dit wordt bij voorkeur gemeten vanaf de naad tussen het nekgedeelte en het hoofdgedeelte en indien er geen naad is vanaf de schouderaanzet.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemde kap onder het genoemde nekgedeelte minstens één aanspanmechanisme. Dit zorgt voor goed contact tussen kap en de nek waardoor een afdichting ontstaat. Het is deze afdichting die er onder andere voor zorgt dat de kap los van de rest van het beschermpak kan gebruikt worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de buitenzijde van genoemd nekgedeelte gemaakt in een stof met een wrijvingscoëfficiënt 0,10 tot 0,90, bij voorkeur 0,15 tot 0,80, meer bij voorkeur 0,20 tot 0,70, nog meer bij voorkeur 0,25 tot 0,60, zelfs nog meer bij voorkeur 0,30 tot 0,50 en meest bij voorkeur 0,35 tot 0,40. Om een goede bescherming te bekomen is het belangrijk dat tijdens het bewegen de kap zo weinig mogelijk gehinderd wordt door de vest of overall. Daarom moeten de vest en kap vlot kunnen bewegen ten opzichte van elkaar, zelfs wanneer de vest rondom het hals zone wordt aangespannen om een goede afscherming te bekomen. Daarvoor is een lage wrijvingscoëfficiënt wenselijk tussen het buitenkant van de kap, bij voorkeur het nekgedeelte van de kap en de binnenkant van de vest. Door de buitenkant van het nekgedeelte te voorzien in een stof met lage wrijvingscoëfficiënt wordt de bewegelijkheid van de kap ten opzichte van de vest verbeterd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm genoemde vest of overall een nek en schouder zone omvat waarvan de binnenzijde een stof is met een wrijvingscoëfficiënt 0,10 tot 0,90, bij voorkeur 0,15 tot 0,80, meer bij voorkeur 0,20 tot 0,70, nog meer bij voorkeur 0,25 tot 0,60, zelfs nog meer bij voorkeur 0,30 tot 0,50 en meest bij voorkeur 0,35 tot 0,40. Door de binnenkant van de vest ter hoogte van de overlap met het nekgedeelte van de kap te voorzien in een stof met lage wrijvingscoëfficiënt wordt de bewegelijkheid van de kap ten opzichte van de vest verbeterd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het beschermpak uitgevoerd in een semipermeabele, en bij voorkeur soepele stof. Deze stof laat toe dat lucht en water moleculen het pak kunnen verlaten maar houdt chemicaliën buiten. Dit verhoogt het gebruikscomfort aanzienlijk. Bij voorkeur is de luchtdoorlaatbaarheid van dergelijke stoffen 5 tot 300 l/m2/s, meer bij voorkeur 10 tot 220 l/m2/s, nog meer bij voorkeur 12 tot 150 l/m2/s, en meest bij voorkeur 15 en 110 l/m2/s.
De term "stof" verwijst naar een materiaal opgebouwd uit vezels of garens, dit kan onder andere geweven, gebreid of een non-woven zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemd beschermpak een absorbent, bij voorkeur actieve kool of een polymeer-omvattende absorbent. Het beschermpak kan geïmpregneerd zijn met het absorbent.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is op de buitenzijde van het beschermpak een film voorzien, bij voorkeur is genoemde film een aantal lagen anisotropisch vlies.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat genoemd beschermpak minstens twee lagen stof, bij voorkeur elke met een gewicht van 25 tot 400 g/m2, meer bij voorkeur 50 tot 350 g/m2, nog meer bij voorkeur 75 tot 300 g/m2, zelfs nog meer bij voorkeur 100 tot 250 g/m2 en meest bij voorkeur 125 tot 200 g/m2, zoals 150 of 175 g/m2. Bij voorkeur is de laag die zich aan de binnenzijde bevindt lichter dan de laag die zich aan de buitenzijde bevindt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft genoemd beschermpak een systematische fysiologische dosage beschermingsfactor hoger dan 50, bij voorkeur hoger dan 70, meer bij voorkeur hoger dan 90, nog meer bij voorkeur hoger dan 100, zelfs nog meer bij voorkeur hoger dan 120 en meest bij voorkeur hoger dan 140, zoals 160 gemeten volgens ASTM F2588.
In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het afschermen van een persoon van een chemische, nucleaire, biologische of stralingsbron omvattende de stappen: - voorzien van een gasmasker op het gezicht van genoemd persoon; - voorzien van een kap over het hoofd van genoemd persoon en aansluitend op genoemd gasmasker; - voorzien van een broek die de benen van genoemde persoon afschermt; - voorzien van een vest die overlapt met genoemde broek en genoemde kap; waarbij genoemde kap voorzien is van een nekgedeelte minstens 5 cm lang is in de lengte richting en niet verbonden is aan genoemde vest.
In een voorkeursuitvoeringsvorm vormen genoemde kap, vest en broek een CBRN-beschermpak volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zoals hierboven beschreven.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN VOORBEELD 1:
Figuur 1 geeft een aanzicht weer van een kap 1 dat deel uit maakt van de uitvinding. De kap omvat een hoofdgedeelte 2 en een nekgedeelte 6 die gescheiden zijn door een naad 8. In het hoofdgedeelte 2 is een gezichtsuitsparing 3 voorzien die afgelijnd met een elastische zoom 4. Verder omvat de kap een schouderaanzet 5 en is de binnenzijde van de kap te zien 7. VOORBEELD 2:
Figuur 2 toont een zelfde kap 1 als in voorbeeld 1, maar met het voorste nekgedeelte 6 naar boven gevouwen. Hierdoor is het aanspanmechanisme 9 zichtbaar, wat er voor zorgt dat de kap 1 strak rond de nek kan worden aangespannen, wat voor een goede afdichting zorgt. VOORBEELD 3:
Figuur 3 toont en persoon die beschermpak volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding aanheeft in combinatie met handschoenen, overschoenen, en een gasmasker 17. Van de kap 1 is enkel het hoofdgedeelte 2 zichtbaar, de elastische zoom 4 overlapt met de rand van het gasmasker 17. De vest 10, overlapt met zowel de kap 1 als de broek 15. De nekzone 11 van de vest kan worden aangespannen rond de nek door een afsluitmechanisme 13. De vest is voorzien van een rits die verbergt kan worden door een strip 12. De mouwen van de vest zijn ter hoogte van de polsen voorzien van aanspanmechanismen 14, die voor een goede afdichting tussen vest en handschoenen zorgen. Verder is de vest voorzien van een aanspanmechanisme 18 in de bekkenzone en een aanspanmechanisme 19 onderaan de vest. Onderaan is de broek 15 nog voorzien van een aanspanmechanisme 16, dat er voor zorgt dat er een geode afdichting is tussen de broek 15 en de overschoenen. VOORBEELD 4:
Een vergelijkende test werd uitgevoerd tussen een beschermpak waaraan de kap vastgemaakt is aan de vest, met andere woorden een beschermpak volgens de stand der techniek, en een beschermpak volgens een voorbeeld 3 waarbij de kap een apart onderdeel is. Voor beide beschermpakken werd een proefpersoon in een windtunnel gevraagd een reeks bewegingen af te werken en werd de systematische fysiologische dosage beschermingsfactor bepaald. De test staat beschreven in ASTM F2588. Hierbij werd voor het beschermpak volgens voorbeeld 3 een systematische fysiologische dosage beschermingsfactor bepaald van 165 en voor een beschermpak volgens de stand der techniek een systematische fysiologische dosage beschermingsfactor van 26 bepaald. Hierbij is dus een significante toename aan bescherming te zien wanneer een beschermpak een losse kap omvat in plaats van een vaste kap.

Claims (16)

  1. CONCLUSIES
    1. CBRN-Beschermpak, omvattende: - een lichaamsbescherming, en - een kap (1) die los is van genoemde lichaamsbescherming, voorzien van hoofdgedeelte (2) en een met de lichaamsbescherming overlappend nekgedeelte (6); met het kenmerk, dat genoemd overlappend nekgedeelte (6) minstens 5 cm lang is in de lengte richting, dit is de richting gelijk aan de lengterichting van een persoon wanneer genoemd persoon genoemd beschermpak zou aanhebben, waarbij de buitenzijde van genoemd nekgedeelte (6) gemaakt is in een stof met een wrijvingscoëfficiënt tussen 0,10 en 0,90 en waarbij genoemde vest (10) een nek en schouder zone omvat waarvan de binnenzijde een stof is met een wrijvingscoëfficiënt tussen 0,10 en 0,90.
  2. 2. CBRN-Beschermpak volgens conclusie 1, waarbij genoemde beschermpak een gasmaskerpak is.
  3. 3. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd lichaamsbescherming een overall is.
  4. 4. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd lichaamsbescherming een broek (15) en een vest (10) is.
  5. 5. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij er een minimale overlap is tussen genoemde broek (15) en genoemde vest (10) van minstens 5 cm.
  6. 6. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde vest (10) voorzien is van minstens één aanspanmechanisme (18) in de bekkenzone.
  7. 7. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde vest (10) voorzien is van minstens één aanspanmechanisme (19) onderaan de vest.
  8. 8. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde vest (10) voorzien is van minstens één aanspanmechanisme (14) aan de mouwuiteinden.
  9. 9. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde vest (10) voorzien is van minstens één afsluitmechanisme (13) in de nekzone (11).
  10. 10. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij in genoemd hoofdgedeelte (2) van de kap (1) een gezichtsuitsparing (3) voorzien is.
  11. 11. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde gezichtsuitsparing (3) afgelijnd is met een elastische zoom (4).
  12. 12. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij het nekgedeelte (6) en het hoofdgedeelte (2) gescheiden worden door een naad (8) en waarbij de lengte verhouding tussen nekgedeelte (6) en hoofdgedeelte (2) 20 tot 100 % is.
  13. 13. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde kap (1) onder het genoemde nekgedeelte een aanspanmechanisme (9) omvat.
  14. 14. CBRN-Beschermpak volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd beschermpak een systematische fysiologische dosage beschermingsfactor heeft hoger dan 100, gemeten volgens ASTM F2588.
  15. 15. Werkwijze voor het afschermen van een persoon van een chemische, nucleaire, biologische of stralingsbron omvattende de stappen: - voorzien van een gasmasker (17) op het gezicht van genoemd persoon; - voorzien van een kap (1) over het hoofd van genoemd persoon en aansluitend op genoemd gasmasker (17); - voorzien van een broek die de benen van genoemde persoon afschermt; - voorzien van een vest (10) die overlapt met genoemde broek (15) en genoemde kap (1); waarbij genoemde kap voorzien is van een nekgedeelte (6) minstens 5 cm lang is in de lengte richting en niet verbonden is aan genoemde vest (10), waarbij de buitenzijde van genoemd nekgedeelte (6) gemaakt is in een stof met een wrijvingscoëfficiënt tussen 0,10 en 0,90 en waarbij genoemde vest (10) een nek en schouder zone omvat waarvan de binnenzijde een stof is met een wrijvingscoëfficiënt tussen 0,10 en 0,90.
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij genoemde kap (1), vest (10) en broek (15) een CBRN-beschermpak vormen volgens minstens één der conclusies 1-14.
BE2016/5174A 2016-03-09 2016-03-09 Meerdelig cbrn-pak BE1023331B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5174A BE1023331B1 (nl) 2016-03-09 2016-03-09 Meerdelig cbrn-pak

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5174A BE1023331B1 (nl) 2016-03-09 2016-03-09 Meerdelig cbrn-pak

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023331B1 true BE1023331B1 (nl) 2017-02-07

Family

ID=55806098

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5174A BE1023331B1 (nl) 2016-03-09 2016-03-09 Meerdelig cbrn-pak

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023331B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE666691C (de) * 1934-01-23 1938-10-26 Chem Fab Dr Hugo Stoltzenberg Schutzbekleidung gegen chemische Kampfstoffe
DE202007007996U1 (de) * 2007-04-30 2008-06-05 BLüCHER GMBH Bekleidungsstück mit Kapuze und Schutzmaske

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE666691C (de) * 1934-01-23 1938-10-26 Chem Fab Dr Hugo Stoltzenberg Schutzbekleidung gegen chemische Kampfstoffe
DE202007007996U1 (de) * 2007-04-30 2008-06-05 BLüCHER GMBH Bekleidungsstück mit Kapuze und Schutzmaske

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20230293917A1 (en) Cowl neck barrier gown with attachments
CA2572957C (en) Protective garment ensemble
US20140173814A1 (en) Disposable safety garment with improved doffing and neck closure
US8464367B1 (en) Protective apparel for firefighters and emergency responders
US20070017008A1 (en) Two-piece protective suit for hazardous environments
US20090205117A1 (en) Protective garment
US11785995B2 (en) Non-chemical, mosquito bite-resistant garments
JP2018000970A (ja) 化学防護服
JP2018504232A (ja) 使い捨て防護服
US20170295855A1 (en) Clothing System for Leg Amputee
JP2024028932A (ja) ハーネスアクセスを有する改良された防護服
JP2014009954A (ja) レインコート
US20200288798A1 (en) Modular turnout gear with full body barrier garment
BE1023331B1 (nl) Meerdelig cbrn-pak
RU186358U1 (ru) Специальный защитный костюм сзк
RU161707U1 (ru) Комплект защитной мембранной одежды
WO2008142451A2 (en) Protective clothing
US20200282243A1 (en) Advanced Multi-Threat Base Ensemble for Emergency Responders
US20100064420A1 (en) Pant Leg Retaining Device, A Method of Using Same, and A Pant Incorporating The Pant Leg Retaining Device
KR101726542B1 (ko) 하체 보호부가 절개된 산업용 보호의류
US20180214719A1 (en) Protective interfaces for firefighter garments
EP1464363A1 (en) Two-piece adaptable protection suit
KR101474523B1 (ko) 침투성 보호의
EP2757913B1 (en) Disposable safety garment
JP3203586U (ja) 覗き窓付作業服

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210331