BE1023271B1

BE1023271B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een dakafvoer en dakafvoer

Info

Publication number: BE1023271B1
Application number: BE2015/5810A
Authority: BE
Inventors: Rysseghem Sven Van
Original assignee: Van Rijsseghem Bvba
Priority date: 2015-12-10
Filing date: 2015-12-10
Publication date: 2017-01-18

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dakafvoer 1 voor de afvoer van in het bijzonder hemelwater, omvattende de stappen van: - het voorzien van een afvoerbuis 2; - het voorzien van een klembus 3; en - het voorzien van een plaatvormig deel 4 met een plaatopening 5, waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van het stulpen van een rand 6 van de plaatopening 5 omheen de klembus 3 waardoor een gestulpt deel 7 verkregen wordt, het rondom het gestulpt deel 7 plaatsen van een uiteinde 8 van de afvoerbuis 2, en het vervormen van de afvoerbuis 2 ter bevestiging van het plaatvormig deel 4 tussen klembus 3 en afvoerbuis 2. Verder heeft de huidige uitvinding betrekking op een dakafvoer 1 voor de afvoer van in het bijzonder hemelwater.

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN DAKAFVOER EN

DAKAFVOER

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dakafvoer en op een dakafvoer.

STAND DER TECHNIEK

Een dakafvoer is een inrichting voor de afvoer van water, in het bijzonder hemelwater, en is wel gekend uit de stand der techniek. NL 1 036 985 beschrijft een dakdoorvoer en werkwijze voor het vervaardigen van een dakdoorvoer. In de werkwijze wordt in een plaatvormig deel een opening gemaakt en wordt een rand van de opening in een metalen buis gestulpt, waarna een binnenbuis in de metalen buis wordt gestoken, zodanig dat de naar binnen gestulpte rand zich althans deels tussen de metalen buis en de binnenbuis bevindt. Met behulp van lijmen of het aanbrengen van een insnoering in de buis worden de onderdelen onderling verbonden. NL 1 036 985 vertoont het probleem dat het aanwenden van verlijming of van een insnoering aanleiding kan geven tot een onvolledige verbinding tussen de onderdelen van de dakdoorvoer. Een dergelijke onvolledige verbinding is ongewenst, aangezien er geen garanties bestaan voor de blijvende hechting tussen de onderdelen van de dakdoorvoer. NL 9 201 790 beschrijft een steekstuk voor de afvoer van hemelwater, omvattende een loden plaat met een gat en een dichtend in het gat bevestigde aluminium pijp, waarbij het desbetreffende uiteinde van de pijp uitstulpingen heeft en de vervormbare plaat ter plaatse van het gat een kraag bezit, welke met behulp van een roestvrijstalen en in het desbetreffende uiteinde te persen klembus de kraag in drukkend contact houdt met de uitstulpingen. Bij het vervaardigen van het steekstuk, wordt gebruik gemaakt van een trekdoorn, waarmede zowel de kraag wordt gevormd als ook de klembus in het betreffende uiteinde wordt geperst. NL 9 201 790 verkrijgt een hechting tussen de onderdelen van het steekstuk via een mechanisch drukkend contact. De noodzaak van uitstulpingen van de pijp bij deze hechting zorgt voor het probleem dat de hechtingswijze eerder complex is. Daarnaast kan bij kleine onregelmatigheden van de uitstulpingen het risico ontstaan dat een onvolledige verbinding verkregen wordt tussen de onderdelen van het steekstuk.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

Hiervoor streeft de huidige uitvinding naar een eenvoudige wijze voor het vervaardigen van een dakafvoer met een vormgesloten verbinding tussen de onderdelen van deze dakafvoer.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een dakafvoer 1 voor de afvoer van in het bijzonder hemelwater, omvattende de stappen van: het voorzien van een afvoerbuis 2; het voorzien van een klembus 3; en het voorzien van een plaatvormig deel 4 met een plaatopening 5, waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van het stulpen van een rand 6 van de plaatopening 5 omheen de klembus 3 waardoor een gestulpt deel 7 verkregen wordt, het rondom het gestulpt deel 7 plaatsen van een uiteinde 8 van de afvoerbuis 2, en het vervormen van de afvoerbuis 2 ter bevestiging van het plaatvormig deel 4 tussen klembus 3 en afvoerbuis 2.

Het rondom het gestulpt deel 7 plaatsen van een uiteinde 8 van de afvoerbuis 2 en het vervolgens vervormen van de afvoerbuis leidt tot een klemming van het gestulpt deel 7 tussen klembus 3 en afvoerbuis 2. Zodoende wordt het plaatvormig deel 4 met de afvoerbuis 2 verbonden. Deze verbinding is intuïtief en eenvoudig uit te voeren aangezien een vervorming van het meest uitwendig gelegen deel, namelijk de afvoerbuis 2, aangewend wordt om de verbinding te bewerkstelligen. Het uitvoeren van de vervorming vereist daarenboven slechts eenvoudige bewerkingen.

Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een dakafvoer 1 voor de afvoer van in het bijzonder hemelwater, omvattende een afvoerbuis 2, een klembus 3 en een plaatvormig deel 4, het plaatvormig deel 4 omvattende een plaatopening 5 met een gestulpt deel 7 als verlengde van een rand 6 van de opening 5, het gestulpt deel 7 ingericht om vormgesloten geklemd te zitten tussen een uiteinde 8 van de afvoerbuis 2 en de klembus 3, waarbij de afvoerbuis 2 een thermoplast omvat.

Doordat de afvoerbuis 2 een thermoplast omvat is deze bij verhoogde temperaturen sterk vervormbaar. Op basis hiervan kan eenvoudig een vormgesloten verbinding verkregen worden tussen afvoerbuis 2, plaatvormig deel 4 en klembus 3. Dit zorgt voor een optimale hechting tussen de onderdelen van de dakafvoer 1, waardoor de levensduur van de dakafvoer 1 groot is.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Fig. 1 is een schematische voorstelling van een reeks processtappen leidend tot het vervaardigen van een dakafvoer 1, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Genoemde afvoerbuis 2 is een buisvormig voorwerp dat ingericht is om water, in het bijzonder hemelwater, af te voeren. In uitvoeringsvormen omvat het voorzien van een afvoerbuis 2 het ter beschikking stellen van een op maat gemaakte afvoerbuis 2, het op maat verwijderen van een gewenste hoeveelheid aan afvoerbuis 2 van een langere buis, of het op maat vervaardigen van een afvoerbuis 2. Genoemde klembus 3 is een buisvormig voorwerp dat ingericht is om inwendig van de afvoerbuis 2 geplaatst te worden om zodoende genoemd gestulpt deel 7 tussen klembus 3 en afvoerbuis 2 te kunnen klemmen. In uitvoeringsvormen omvat het voorzien van een klembus 3 het ter beschikking stellen van een klembus 3, het op maat verwijderen van een gewenste hoeveelheid aan klembus 3 van een groter voorwerp, of het op maat vervaardigen van een klembus 3. Genoemd plaatvormig deel 4 is ingericht om te rusten op een gedeelte van een dak en om water, in het bijzonder hemelwater, naar de afvoerbuis 2 te leiden. In uitvoeringsvormen omvat het voorzien van genoemd plaatvormig deel 4 het ter beschikking stellen van genoemd deel 4, het verwijderen van genoemd deel 4 uit een groter voorwerp, of het op maat vervaardigen van genoemd deel. Afvoerbuis 2, klembus 3 en plaatvormig deel 4 kunnen één of meerdere geschikte materialen zoals gekend uit de stand der techniek omvatten. Omwille van overwegingen van waterdichtheid en stevigheid kunnen afvoerbuis 2, klembus 3 en plaatvormig deel 4 uit één of meerdere lagen opgebouwd zijn.

Het plaatvormig deel 4 is bij voorkeur uitgevoerd in een waterdicht materiaal. In een uitvoeringsvorm omvat het plaatvormig deel 4 bitumen. In een andere uitvoeringsvorm omvat het plaatvormig deel 4 ethyleen propyleen dieen monomeer (EPDM) rubber, een type van synthetische rubber. EPDM rubber is een elastomeer dat wordt gekenmerkt door een brede waaier van toepassingen. EPDM rubber wordt onder meer gebruikt als een waterdichte afdekking voor daken. EPDM rubber vervuilt het afgevoerde hemelwater niet, wat van vitaal belang is indien een persoon dit water wil aanwenden voor persoonlijke hygiëne toepassingen. Een ander geschikt materiaal voor het plaatvormig deel 4 is een thermoplastisch polyolefine. Thermoplastische polyolefinen verwijzen hier naar polymeer / vulstof mengsels die gewoonlijke een bepaalde fractie van polypropyleen, polyethyleen, blokcopolymeer polypropyleen, of rubber omvatten, naast een versterkende vulstof. Geschikte vulmiddelen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, talk, glasvezel, koolstofvezel, wollastoniet en metaal oxy sulfaat. Geschikte rubbers omvatten ethyleen-propyleen rubber, EPDM rubber, ethyleen-octeen rubber, ethyleen-butadieen rubber en styreen-ethyleen-butadieen-styreen rubber. In uitvoeringsvormen omvat het plaatvormig deel 4 één of meerdere flexibele kunststoffen, zoals kunststoffen met thermoplastische eigenschappen, zoals, maar niet beperkt tot, polyethyleen, polypropyleen en/of Polyvinylchloride. In uitvoeringsvormen omvat het plaatvormig deel 4 een constructie omvattende één of meerdere lagen die versterkt zijn met koolstofvezels, glasvezels, of andere vezels met hoge sterkte.

Het stulpen van de rand 6 van de plaatopening 5 omheen de klembus 3 wordt bij voorkeur uitgevoerd door de initieel met een kleinere doorsnede vervaardigde plaatopening 5 omheen de omtrek van de klembus 3 te trekken.

Het vervormen van de afvoerbuis 2 wordt in voorkeur dragende uitvoeringsvormen verwezenlijkt door een afvoerbuis 2 uit een vervormbaar materiaal te selecteren. Deze afvoerbuis 2 wordt dan vervormd terwijl deze rondom het gestulpt deel 7 geplaatst wordt. In een andere uitvoeringsvorm wordt het vervormen van de afvoerbuis 2 verkregen door een klemmende en inwaarts gerichte kracht op de omtrek van de afvoerbuis 2 uit te voeren, nadat de afvoerbuis 2 rondom het gestulpt deel 7 geplaatst is. Voor deze laatstgenoemde uitvoeringsvorm kan een gekende pers worden aangewend. Omwille van zijn eenvoud, in tegenstelling tot meer complexe methoden voor het vervaardigen van een dakafvoer zoals gekend uit de stand der techniek, is het vervaardigen van een dakafvoer 1 waarbij de onderdelen aan elkaar gehecht zijn middels het vervormen van de afvoerbuis 2 niet voor de hand liggend te noemen voor een vakman bekwaam in de stand der techniek.

Genoemde vormgesloten verbinding zorgt ervoor dat de dakafvoer 1 volgens de huidige uitvinding water- en luchtdicht is. Dit biedt het voordeel dat er een goede waterafdichtende en stankafdichtende hechting bestaat tussen de afvoerbuis 2 en het plaatvormig deel 4, waarbij op het plaatvormig deel 4 vallend water direct in de afvoerbuis 2 stroomt.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de afvoerbuis 2 een thermoplast omvat en dat de werkwijze verder de stap omvat van het verwarmen van de afvoerbuis 2 vooraleer genoemd uiteinde 8 van de buis 2 rondom het gestulpt deel 7 geplaatst wordt, en waarbij het vervormen van de afvoerbuis 2 plaatsvindt tijdens het plaatsen van de buis 2.

De term "thermoplast" wordt hierin gebruikt voor een polymeer materiaal dat plooibaar, kneedbaar of vervloeibaar is boven een specifieke temperatuur en substantieel verhardt na afkoelen. Voorbeelden van thermoplastische polymeren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, vinyl bevattende thermoplasten: zoals Polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinylalcohol en andere vinyl- en vinylideen harsen en copolymeren daarvan; polyethyleen verbindingen: zoals lage dichtheid polyethyleen en hoge dichtheid polyethyleen en copolymeren daarvan; styreen verbindingen: zoals ABS, SAN en polystyrenen en copolymeren daarvan, polypropeen en copolymeren daarvan; verzadigde en onverzadigde polyesters; acryl; polyamiden zoals nylon bevattende soorten; engineering plastics zoals acetyl, polycarbonaat, polyimide, polysulfon, polyfenyleenoxide en sulfide harsen en dergelijke.

Via het verwarmen van de thermoplast omvattende afvoerbuis 2 vooraleer genoemd uiteinde 8 van de buis 2 rondom het gestulpt deel 7 geplaatst wordt, waarbij het vervormen van de afvoerbuis 2 plaatsvindt tijdens het plaatsen van de buis 2, wordt op een eenvoudige manier een vormgesloten binding tussen afvoerbuis 2 en plaatvormig deel 4 verkregen. De noodzaak van andere meer inspanning vereisende bevestigingstechnieken zoals lassen, lijmen, walsen en/solderen worden hierdoor ook onnodig, alsook bewerkingen die een verlijming vaak vergezellen, zoals het ontvetten van een oppervlak en/of het voorzien van een primer. De met behulp van een thermoplast verkregen verbinding is daarenboven ongevoelig voor corrosie, in tegenstelling tot de welbekende las- of soldeerverbindingen van klassieke dakafvoeren met metalen onderdelen. De dakafvoer 1 is daarnaast voordelig in het kader van gezondheids- en milieuoverwegingen, aangezien het gebruik van een vervormbare thermoplast het klassieke gebruik van vervormbare onderdelen in lood overbodig maakt. De met behulp van een thermoplast verkregen verbinding ter vervaardiging van de dakafvoer 1 is zeker niet voor de hand liggend te noemen voor een vakman bekaam in de stand der techniek. Een dergelijke persoon zou immers eerder zijn toevlucht nemen tot de klassieke combinatie van metalen onderdelen en op metaal toepasbare bevestigingstechnieken voor het vervaardigen van een dakafvoer.

In een uitvoeringsvorm kan het verwarmde en bijgevolg flexibele materiaal van de afvoerbuis daarenboven plaatselijk omgebogen worden, zodat een dakafvoer 1 wordt verkregen die geschikt is om te fungeren als een zij-uitstroomelement. Dit wil zeggen dat laatstgenoemde uitvoeringsvorm van een dakafvoer 1 geschikt is voor het afvoeren van water, in het bijzonder van hemelwater, in een liggende, licht naar onder verlopende, richting. Hiertoe wordt in uitvoeringsvormen desgewenst de klembus 3 schuin uitgevoerd.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de thermoplast omvattende afvoerbuis 2 radiaal verwarmd wordt van binnen naar buiten. Hierdoor zal de warmte eerst het inwendige van de afvoerbuis 2 buis bereiken, waardoor dit inwendige optimaal opgewarmd kan worden. Aangezien het inwendige van de afvoerbuis 2 in contact wordt gebracht met het gestulpt deel 7, zal de verbinding tussen afvoerbuis 2 en gestulpt deel 7 positief beïnvloed worden door genoemde radiale verwarming.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de afvoerbuis 2 opgewarmd wordt met een gasvormig medium. Een gasvormig medium kan omwille van zijn grote bewegingsvrijheid eenvoudig het volledige oppervlak van de te verwarmen afvoerbuis 2 bereiken. Elke manier om een verwarmd gasvormig medium aan te bieden, zoals gekend uit de stand der techniek, kan worden aangewend. Zo kan een stroom van hete lucht naar de buis 2 geblazen worden, of kan de buis 2 in een heteluchtoven geplaats worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het afkoelen van ten minste het gestulpt deel 7, het uiteinde 8 van de afvoerbuis 2 rondom het gestulpt deel 7, en de klembus 3 ter hoogte van het gestulpt deel 7, waarbij het afkoelen plaatsgrijpt na het plaatsen en vervormen van de verwarmde afvoerbuis 2 rondom genoemd gestulpt deel 7. Door het afkoelen wordt de verwarmde en thermoplast omvattende afvoerbuis 2 tot een lagere temperatuur gebracht, waardoor het vervloeide materiaal van de afvoerbuis 2 terug verhardt. Zodoende wordt een stevige en vormgesloten binding tussen afvoerbuis 2, klembus 3 en plaatvormig deel 4 verkregen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het afkoelen uitgevoerd wordt door het plaatsen van ten minste het gestulpt deel 7, het uiteinde 8 van de afvoerbuis 2 rondom het gestulpt deel 7, en de klembus 3 ter hoogte van het gestulpt deel 7 in gekoeld water. Bij afkoeling middels gekoeld water wordt de koude van het water op een eenvoudige wijze overheen heel het ondergedompelde volume van de dakafvoer 1 overgebracht. In andere uitvoeringsvormen wordt het afkoelen uitgevoerd middels een gasvormig medium. In nog een andere uitvoeringsvormen wordt het afkoelen uitgevoerd middels ijs. Hierbij is een fijne verdeling van het ijs bevorderlijk voor de overdracht van de koude.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het uitsnijden van het plaatvormig deel 4.

Het uitsnijden kan manueel of machinaal middels een mes uitgevoerd worden. In andere uitvoeringsvormen geschiedt het uitsnijden middels stansen. In uitvoeringsvormen wordt eveneens de plaatopening 5 uit het plaatvormig deel 4 gesneden. In uitvoeringsvormen waarin het plaatvormig deel 4 voorzien is van een inwendige wapening kan de plaatopening 5 desgewenst vergroot worden door het plaatvormig deel 4 langsheen de opening 5 over het verbredende lichaam van een taps toelopende structuur te trekken. In uitvoeringsvormen betreft de genoemde taps toelopende structuur een kegelvormige structuur.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het stulpen van een rand 6 van de plaatopening 5 omheen de klembus 3 wordt uitgevoerd door het plaatsen van de klembus 3 omheen de brede basis 9 van een taps toelopende mal 10, gevolgd door het verplaatsen van de plaatopening 5 omheen genoemde mal 10 en langs het taps toelopende punt 11 van de mal 10 richting de omheen genoemde basis 9 geplaatste klembus 3. Op deze manier wordt de plaatopening 5 met oorspronkelijk kleinere diameter uitgerekt en wordt het plaatvormig deel 4 middels het rond de omtrek van de klembus 3 gevormde gestulpt deel 7 vormgesloten omheen de klembus 3 geplaatst.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het plaatsen van de klembus 3 voorzien van het eromheen gelegen gestulpt deel 7 omheen een afgeknotte mal 12. Op dusdanige wijze worden klembus 3 en plaatvormig deel 4 handig gefixeerd, waardoor een gerichte plaatsing van het uiteinde 8 van de afvoerbuis 2 omheen het gestulpt deel 7 in een latere stap vereenvoudigd wordt.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het vormen van de klembus 3 door het oprollen en lassen van een metalen lat 13. Het vormen van de klembus 3 biedt het voordeel dat de diameter van de klembus 3 optimaal afgestemd kan worden op de diameter van de afvoerbuis 2. Voor het lassen kan eender welk lasproces als gekend uit de stand der techniek worden aangewend, waaronder booglassen, elektrisch weerstandlassen, autogeen lassen, druklassen, puntlassen en bundellassen. Bij voorkeur omvat de klembus aluminium of inox en meest bij voorkeur aluminium.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het lassen van de metalen lat 13 ter vorming van de klembus 3 uitgevoerd wordt middels TIG-lassen. TIG-lassen of Tungsten Inert Gas-lassen behoort tot de categorie elektrisch booglassen. TIG lassen biedt onder meer als voordeel dat het lasproces geen spatten geeft. Hierdoor heeft een persoon die het lasproces uitvoert een zeer goed zicht op het smeltbad, en wordt het vast smelten van lasspatten aan de metalen lat 13 of klembus 3, of aan de omgeving, vermeden.

In een uitvoeringsvorm wordt in een bijkomende stap de dakafvoer 1 in een opening of aan de contouren van een bestaand of op te richten dak geplaatst, waarbij het plaatvormig deel 4 op genoemd dak rust en op het plaatvormig deel 4 verder een dakbedekking wordt gelegd. In uitvoeringsvormen omvat het plaatvormig deel 4 een lijmlaag. Met een dergelijke lijmlaag kan dit deel 4 aan genoemd dak bevestigd worden. In uitvoeringsvormen omvat genoemde dakbedekking een bitumenproduct of een flexibele kunststof, zoals een polyvinyl product of een ethyleen-propyleen-dieen-monomeerproduct. In uitvoeringsvormen wordt de dakbedekking verlijmd en/of gelast, waarbij ter plaatse van de opening 5 een gat wordt gesneden in de dakbedekking. In uitvoeringsvormen wordt met behulp van verhitting

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een dakafvoer 1 volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de afvoerbuis 2 polyethyleen omvat.

Polyethyleen is een thermoplast en is daarom bijzonder geschikt als materiaal voor de afvoerbuis 2 van de dakafvoer 1 volgens de huidige uitvinding. Polyethyleen vertoont daarnaast gunstige eigenschappen zoals een hoge robuustheid, hoge elektrische weerstand, geringe wateropname, relatief lage stijfheid en een hoge treksterkte.

In uitvoeringsvormen heeft de afvoerbuis 2 van de dakafvoer 1 een lengte van 200 tot 800 mm, en meer bij voorkeur van 350 tot 650 mm. In uitvoeringsvormen heeft de afvoerbuis 2 een diameter van 30 tot 300 mm, en meer bij voorkeur van 40 tot 180 mm.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een dakafvoer 1 volgens het tweede aspect van de uitvinding die vervaardigd is met behulp van een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding. VOORBEELDEN VOORBEELD 1

Fig. 1, omvattende de deelfiguren Fig. 1-1, Fig. l-II en Fig. l-III, is een schematische voorstelling van een reeks processtappen leidend tot het vervaardigen van een dakafvoer 1, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

In een eerste stap wordt uit een vel 14 van EPDM rubber de contouren van een rond plaatvormig deel 4 uitgesneden, en wordt hieruit verder een plaatopening 5 gesneden. De diameter van de plaatopening 5 is zo gekozen dat deze kleiner is dan de diameter van de te vervaardigen klembus 3.

In een tweede stap wordt een aluminium lat 14 opgerold en worden vervolgens de naar elkaar gerichte einden van de lat 14 aan elkaar gelast middels TIG-lassen. De diameter van de aldus verkregen klembus 3 is afgestemd op de diameter van de te vervaardigen afvoerbuis 2.

In een derde stap wordt eerst de klembus 3 omheen de brede basis 9 van een kegelvormige mal 10 geplaatst, waarna het plaatvormig deel middels zijn plaatopening 5 omheen genoemde mal 10 en langs het taps toelopende punt 11 van de mal 10 richting de omheen genoemde basis 9 geplaatste klembus 3 verplaatst wordt. Zodoende wordt een gestulpt deel 7 van het plaatvormig deel 4 gevormd. Dit gestulpt deel 7 kan gezien worden als een deel van het plaatvormig deel 4 dat omheen de klembus 3 gevouwen is. Door gebruik te maken van de kegelvormige mal 10, en het uittrekken van het plaatvormig deel 4 tijdens de verplaatsing ervan, wordt een vormgesloten hechting tussen gestulpt deel 7 en klembus 3 verkregen.

In een vierde stap wordt een uiteinde 8 van een polyethyleen omvattende afvoerbuis 2 verwarmd met verwarmde lucht 16 die middels een verwarmingstoestel 15 aangeleverd wordt.

In een vijfde stap wordt het geheel van klembus 3 en eromheen vormgesloten plaatvormig deel 4 aangebracht op een afgeknotte mal 12, waarna de afvoerbuis 2 middels zijn verwarmde uiteinde 8 over het gestulpt deel 7 geplaatst wordt. Door de verwarming in de voorgaande stap is het polyethyleen materiaal van de afvoerbuis 2 vervormbaar, zodat de afvoerbuis 2 flexibel kan vervormen en zich optimaal kan aanpassen aan de vormgeving van het gestulpt deel 7. Op deze manier wordt een vormgesloten verbinding tussen afvoerbuis 2, plaatvormig deel 4 en klembus 3 verkregen, waarbij het gestulpt deel 7 geklemd is tussen afvoerbuis 2 en klembus 3.

In een zesde en laatste stap wordt het geheel van afvoerbuis 2, klembus 3 en plaatvormig deel 4 van de afgeknotte mal 12 verwijderd, waarna het plaatvormig deel 4, klembus 3, en het gedeelte van de afvoerbuis 2 in de nabijheid van het verwarmde uiteinde 8, ondergedompeld worden in een bak 17 met gekoeld water 18, waarna een afgekoelde dakafvoer 1 uit genoemde bak 17 wordt genomen. Door het afkoelen wordt de verwarmde en polyethyleen omvattende afvoerbuis 2 tot een lagere temperatuur gebracht, waardoor het vervloeide materiaal van de afvoerbuis 2 terug verhardt. De dusdanig verkregen dakafvoer 1 is zodoende een uitermate stevig en vormgesloten geheel, en dit als resultaat van de uitermate stevige en vormgesloten binding tussen afvoerbuis 2, klembus 3 en plaatvormig deel 4.

Hoewel het voorbeeld beschreven is voor een afvoerbuis 2 en klembus 3 met een ronde doorsnede, en een plaatvormig deel 4 met een ronde doorsnede als plaatopening 5, is de huidige uitvinding uiteraard toepasbaar voor uitvoeringsvormen met niet-ronde doorsneden, zoals, maar niet beperkt tot, vierkante doorsneden, driehoekvormige doorsneden of zeshoekige doorsneden. De contouren van het plaatvormig deel 4 zijn tevens niet beperkt tot een ronde vorm, maar kunnen eender welke andere vorm vertonen, zoals, maar niet beperkt tot, een vierkante, driehoekige of zeshoekige vorm.

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een dakafvoer (1) voor de afvoer van in het bijzonder hemelwater, omvattende de stappen van: het voorzien van een afvoerbuis (2); het voorzien van een klembus (3); en het voorzien van een plaatvormig deel (4) met een plaatopening (5), met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stappen omvat van het stulpen van een rand (6) van de plaatopening (5) omheen de klembus (3) waardoor een gestulpt deel (7) verkregen wordt, het rondom het gestulpt deel (7) plaatsen van een uiteinde (8) van de afvoerbuis (2), en het vervormen van de afvoerbuis (2) ter bevestiging van het plaatvormig deel (4) tussen klembus (3) en afvoerbuis (2), met het kenmerk, dat de afvoerbuis (2) een thermoplast omvat en dat de werkwijze verder de stap omvat van het verwarmen van de afvoerbuis (2) vooraleer genoemd uiteinde (8) van de buis (2) rondom het gestulpt deel (7) geplaatst wordt, en dat het vervormen van de afvoerbuis (2) plaatsvindt tijdens het plaatsen van de buis (2).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de thermoplast omvattende afvoerbuis (2) radiaal verwarmd wordt van binnen naar buiten.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afvoerbuis (2) opgewarmd wordt met een gasvormig medium.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van het afkoelen van ten minste het gestulpt deel (7), het uiteinde (8) van de afvoerbuis (2) rondom het gestulpt deel (7), en de klembus (3) ter hoogte van het gestulpt deel (7), waarbij het afkoelen plaatsgrijpt na het plaatsen en vervormen van de verwarmde afvoerbuis (2) rondom genoemd gestulpt deel (7).
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het afkoelen uitgevoerd wordt door het plaatsen van ten minste het gestulpt deel (7), het uiteinde (8) van de afvoerbuis (2) rondom het gestulpt deel (7), en de klembus (3) ter hoogte van het gestulpt deel (7) in gekoeld water.
6. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van het uitsnijden van het plaatvormig deel (4).
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het stulpen van een rand (6) van de plaatopening (5) omheen de klembus (3) wordt uitgevoerd door het plaatsen van de klembus (3) omheen de brede basis (9) van een taps toelopende mal (10), gevolgd door het verplaatsen van de plaatopening (5) omheen genoemde mal (10) en langs het taps toelopende punt (11) van de mal (10) richting de omheen genoemde basis (9) geplaatste klembus (3).
8. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van het plaatsen van de klembus (3) voorzien van het eromheen gelegen gestulpt deel (7) omheen een afgeknotte mal (12).
9. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van het vormen van de klembus (3) door het oprollen en lassen van een metalen lat (13).
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het lassen van de metalen lat (13) ter vorming van de klembus (3) uitgevoerd wordt middels TIG-lassen.
11. Dakafvoer (1) voor de afvoer van in het bijzonder hemelwater, omvattende een afvoerbuis (2), een klembus (3) en een plaatvormig deel (4), het plaatvormig deel (4) omvattende een plaatopening (5) met een gestulpt deel (7) als verlengde van een rand (6) van de opening (5), met het kenmerk, dat de afvoerbuis (2) een thermoplast omvat en dat het gestulpt deel (7) thermisch-vormgesloten geklemd is tussen een uiteinde (8) van de afvoerbuis (2) en de klembus (3).
12. Dakafvoer (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de afvoerbuis (2) polyethyleen omvat.
13. Dakafvoer (1) volgens conclusie 11 of 12 vervaardigd met behulp van een werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 10.