BE1023075B1

BE1023075B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van op maat gemaakte zitorthesen

Info

Publication number: BE1023075B1
Application number: BE2015/5617A
Authority: BE
Original assignee: V!Go Nv
Priority date: 2015-10-02
Filing date: 2015-10-02
Publication date: 2016-11-17

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van op maat gemaakte zitorthesen 8, omvattende de stappen van: - het vervaardigen van een afdruk 1 van een voor een persoon specifiek contactvlak 2; - het vervaardigen van een schaallaag 6b; - het vervaardigen van een schuimlaag 7b; en - het bevestigen van de schuimlaag 7b in de schaallaag 6b; waarbij de schaallaag 6b en de schuimlaag 7b respectievelijk vervaardigd worden door het thermovormen van een eerste 6a en een tweede kunststoflaag 7a, en dat bij het thermovormen de kunststoflagen 6a, 7a gedurende 4 tot 20 min bij 160 tot 220 °C verhit worden. Verder heeft de huidige uitvinding betrekking op een zitorthese 8 vervaardigd volgens een werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding, en op een mobiliteitshulpmiddel 10 omvattende een onderstel 9 en een zitorthese 8 volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding.

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN OP MAAT GEMAAKTE

ZITORTHESEN

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van op maat gemaakte zitorthesen.

STAND DER TECHNIEK

Een zitorthese is een stoel voor het ondersteunen van een persoon met een afwijkende anatomie in een comfortabele positie. Een voorbeeld van een bekende anatomische afwijking waarvoor een zitorthese wordt toegepast is een verkromming van de ruggenwervel, ook wel scoliose of kyfose genaamd. Het steunvlak, waarmee een zitorthese de daarin gepositioneerde persoon ondersteund ter hoogte van een specifiek contactvlak van deze persoon, zoals zijn zitvlak, wordt gebruikelijkerwijs voor de persoon op maat vervaardigd, waardoor een steunvlak wordt verkregen met een voor de persoon zo homogeen mogelijke drukverdeling. Hierdoor kan de persoon niet alleen met een goed zitcomfort in de zitorthese verblijven, maar ondervinden de lichaamsdelen van de persoon een goede ondersteuning hetgeen op langere termijn een verslechtering van de anatomische afwijking voorkomt.

Op maat gemaakte zitorthesen en werkwijzen voor het vervaardigen ervan zijn gekend uit de stand der techniek. NL 2 002 945 beschrijft een werkwijze voor het vervaardigen van een zitorthese die is voorzien van een steunvlak waar de gebruiker van de zitorthese de zitorthese raakt, uit een representatie van het steunvlak van de zitorthese. De werkwijze omvat het op basis van de representatie van het steunvlak vervaardigen van een schaaldeel door het verspanen van bewerkbaar materiaal onder besturing van de representatie van het steunvlak van de zitorthese; en het aanbrengen van een bekledingslaag op het aldus verkregen schaaldeel. NL 2 002 945 heeft tevens betrekking op een zitorthese. De zitorthese omvat een steunvlak waar de gebruiker van de zitorthese de zitorthese raakt, waarbij de zitorthese is samengesteld uit een schaaldeel van verspanend bewerkbaar materiaal en waarbij tenminste het steunvlak is voorzien van een bekledingslaag. NL 2 002 945 vertoont het probleem dat verspanende bewerkingen onvoldoende materiaal-efficiënt zijn. Daarenboven is voor het aanmaken van een op een lichaamsdeel van een persoon gebaseerd steunvlak middels verspanende bewerkingen een grote bekwaamheid vereist van de persoon die de verspanende bewerkingen uitvoert. EP 2 796 113 stelt als doel om een orthese te leveren voor het ondersteunen van ten minste een deel van een lichaam van een persoon, waarbij de orthese een goede ondersteuning biedt aan het lichaamsdeel en/of relatief efficiënt kan worden gerealiseerd. Een schaaldeel volgens EP 2 796 113 is een standaard product geschikt voor verschillende personen, terwijl een vervormbaar element, dat geplaatst is in het schaaldeel, aangepast kan worden aan een individu door het vormen van het vervormbaar element naar het lichaamsdeel van de persoon in kwestie. EP 2 796 113 vertoont het probleem dat het voorzien van een schaaldeel als een standaard product, en bijgevolg niet op maat gemaakt naar een lichaamsdeel van een persoon, een gebrek aan ondersteuning van de orthese aan het lichaamsdeel van de persoon met zich mee kan brengen.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van op maat gemaakte zitorthesen 8, omvattende de stappen van: het vervaardigen van een afdruk 1 van een voor een persoon specifiek contactvlak 2; het vervaardigen van een schaallaag 6b; het vervaardigen van een schuimlaag 7b; en het bevestigen van de schuimlaag 7b in de schaallaag 6b; waarbij de schaallaag 6b en de schuimlaag 7b respectievelijk vervaardigd worden door het thermovormen van een eerste 6a en een tweede kunststoflaag 7a, en dat bij het thermovormen de kunststoflagen 6a, 7a gedurende 4 tot 20 min bij 160 tot 220 °C verhit worden.

Ten gevolge van het verhitten van een eerste 6a en een tweede kunststoflaag 7a volgens bovenstaande condities kunnen de kunststoflagen 6a, 7a ideaal de vorm aannemen van de afdruk 1. Zodoende kan een optimale pasvorm gerealiseerd worden voor een voor een persoon specifiek contactvlak 2. Daarnaast is het proces eenvoudig uit te voeren en ook eenvoudig te controleren door het monitoren van de temperatuur-tijdcondities.

Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een zitorthese 8 vervaardigd volgens een werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding.

Een derde aspect van de huidige uitvinding betreft een mobiliteitshulpmiddel 10 omvattende een onderstel 9 en een zitorthese 8 volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Fig. 1 is een schematische voorstelling van een reeks processtappen leidend tot het vervaardigen van een zitorthese 8, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 2 is een schematische voorstelling van een andere reeks processtappen leidend tot het vervaardigen van een zitorthese 8, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 3 is een zitorthese 8 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 4 is een mobiliteitshulpmiddel 10 voorzien van een zitorthese 8, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Een "zitorthese" 8 is te definiëren als een stoel voor het ondersteunen van een persoon met een afwijkende anatomie in een comfortabele positie. Een voorbeeld van een bekende anatomische afwijking waarvoor een zitorthese wordt toegepast is een verkromming van de ruggenwervel, ook wel scoliose of kyfose genaamd.

Een "voor een persoon specifiek contactvlak" 2 is te definiëren als een vlak van een lichaamsdeel van een persoon dat beoogd wordt om in contact te brengen met een zitorthese 8, zodat het genoemde lichaamsdeel ondersteund kan worden door de zitorthese 8. Voor de beoogde toepassing van zitorthesen 8 betreffen dergelijke lichaamsdelen voornamelijk, maar niet uitsluitend, de benen en/of de romp van een persoon.

Een "afdruk" 1, zoals hierin gebruikt, is te begrijpen als een negatieve vorm van een voor een persoon specifiek contactvlak 2. Een dergelijke afdruk 1 kan verkregen worden middels eender welke geschikte techniek zoals gekend uit de stand der techniek.

Een "schaallaag" 6b wordt in deze tekst begrepen als een buitenste laag van de zitorthese 8. Een "schuimlaag" 7b wordt hierin begrepen als een binnenste laag van de zitorthese 8. Bij plaatsname van een persoon is het voor deze persoon specifiek contactvlak 2 minstens in contact met de binnenste schuimlaag 7b. In een uitvoeringsvorm waarin de schuimlaag 7b de schaallaag 6b volledig overdekt over het gebied van de zitorthese 8 dat ingericht is om een voor een persoon specifiek contactvlak 2 te ondersteunen, is dit contactvlak 2 bij gebruik van de orthese 8 enkel in contact met de schuimlaag 7b. In een uitvoeringsvorm waarin de schuimlaag 7b de schaallaag 6b slechts gedeeltelijk overdekt over het gebied van de zitorthese 8 dat ingericht is om een voor een persoon specifiek contactvlak 2 te ondersteunen, is dit contactvlak 2 bij gebruik van de orthese 8 zowel in contact met de schuimlaag 7b als met de schaallaag 6b. In een uitvoeringsvorm wordt de schaallaag 6b gekarakteriseerd door een materiaal met een hogere dichtheid dan het materiaal van de schuimlaag 7b. Zodoende biedt de schaallaag 6b algemene stevigheid aan de zitorthese 8, terwijl de schuimlaag 7b comfort en bijkomende ondersteuning aan een persoon kan bieden. De mate waarin de schuimlaag 7b de schaallaag 6b overdekt over het gebied van de zitorthese 8 dat ingericht is om een voor een persoon specifiek contactvlak 2 te ondersteunen, kan gevarieerd worden naargelang de steun die beoogd wordt voor een persoon met een bepaalde medische conditie. Zo heeft bijvoorbeeld een persoon die zelf nog een stuk oprichting waar kan maken minder ondersteuning nodig dan een zwakkere persoon die zijn zitvlak niet zelf kan verplaatsen.

Volgens het eerste aspect van de uitvinding worden de schaallaag 6b en de schuimlaag 7b respectievelijk vervaardigd door het thermovormen van een eerste 6a en een tweede kunststoflaag 7a. Hierbij worden bij het thermovormen de kunststoflagen 6a, 7a gedurende 4 tot 20 min bij 160 tot 220 °C verhit, bij voorkeur gedurende 4 tot 20 min bij 170 tot 210 °C verhit, meer bij voorkeur gedurende 4 tot 20 min bij 180 tot 200 °C verhit.

Met de term "thermovormen" wordt hierin verwezen naar een productieproces waarbij een kunststoflaag verhit wordt tot een temperatuur waarbij de kunststofplaat plooibaar is, waarna de kunststofplaat gevormd wordt door deze aan te brengen in of rond een mal. Na afkoelen wordt een gevormd product verkregen. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt een mal 5 verkregen op basis van de afdruk 1. In een andere uitvoeringsvormen kan de afdruk 1 zelf aangewend worden als mal 5. De verhitting van de kunststoflagen 6a, 7a kan in een conventionele oven uitgevoerd worden. In een uitvoeringsvorm wordt de verhitting van de kunststoflagen 6a, 7a uitgevoerd door de kunststoflagen 6a, 7a met een infraroodstraler te verwarmen. Dit kan enkel- of dubbelzijdig geschieden. In een uitvoeringsvorm wordt na het verhitten van een kunststoflaag de verwarmde kunststoflaag in of rond een mal aangebracht, waarna luchtdoor kanalen in de mal wordt weggezogen. Hierdoor zal het nog plastische materiaal de vorm van de mal aannemen. Door het materiaal vervolgens geforceerd te koelen wordt het in de vorm gefixeerd. In enkele gevallen wordt ook perslucht aan de andere zijde van de verwarmde kunststoflaag toegevoegd. Dit kan worden gedaan om het proces sneller te laten verlopen. Een thermovormproces waarbij lucht wordt weggezogen wordt ook wel een vacuümvormproces genoemd.

Bij voorkeur omvatten de eerste 6a en/of de tweede kunststoflaag 7a een thermoplastisch polymeer. De term "thermoplastisch polymeer" wordt hierin gebruikt voor een polymeer materiaal dat plooibaar, kneedbaar of vervloeibaar is boven een specifieke temperatuur en substantieel verhardt na afkoelen. Omwille van deze eigenschap zijn thermoplasten zeer geschikt voor thermovormen. Voorbeelden van thermoplastische polymeren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, vinyl bevattende thermoplasten: zoals Polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinylalcohol en andere vinyl- en vinylideen harsen en copolymeren daarvan; polyethyleen verbindingen: zoals lage dichtheid polyethyleen en hoge dichtheid polyethyleen en copolymeren daarvan; styreen verbindingen: zoals ABS, SAN en polystyrenen en copolymeren daarvan, polypropeen en copolymeren daarvan; verzadigde en onverzadigde polyesters; acryl; polyamiden zoals nylon bevattende soorten; engineering plastics zoals acetyl, polycarbonaat, polyimide, polysulfon, polyfenyleenoxide en sulfide harsen en dergelijke.

Ten gevolge van het verhitten van een eerste 6a en een tweede kunststoflaag 7a volgens bovenstaande condities kunnen de kunststoflagen 6a, 7a ideaal vormgegeven worden middels thermovormen. Daarnaast is het proces eenvoudig te controleren door het monitoren van de temperatuur-tijdcondities.

Voor een vakman bekwaam in de stand der techniek is het bepalen van bovengenoemde temperatuur-tijdcondities niet voor de hand liggend te noemen. Een delicaat evenwicht tussen de noodzakelijke vervloeiing van de kunststoflaag 6a, 7a en de energieconsumptie voor het verhitten van de kunststoflaag 6a, 7a wordt hierbij immers nagestreefd.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij een schuimmiddel wordt toegevoegd aan de kunststoflaag 7a voor de schuimlaag 7b.

De schuimlaag 7b heeft omwille van zijn steun biedende functie aan een persoon bij voorkeur een schuimstructuur, wat wil zeggen dat de schuimlaag 7b intern gasbellen omvat. Het toevoegen van een schuimmiddel aan de kunststoflaag 7a zal het vormen van een schuimstructuur in de schuimlaag 7b ondersteunen tijdens het thermovormen. Een bekend en geschikt schuimend hulpmiddel of schuimmiddel is natrium lauryl sulfaat.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de schuimlaag 7b een densiteit van 15 kg/m3 tot 100 kg/m3 heeft, en meer bij voorkeur een densiteit van 20 kg/m3 tot 85 kg/m3 heeft.

Bovengenoemde densiteitswaarden van de schuimlaag 7b zijn geschikt om een geviseerd contactvlak 2 van een persoon te ondersteunen, terwijl het comfort van de persoon voldoende onderhouden blijft.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de schuimlaag 7b een indrukhardheid van 0,5 kPa tot 15 kPa heeft, en meer bij voorkeur een indrukbaarheid van 1 kPa tot 10 kPa heeft.

Bovengenoemde indrukbaarheidswaarden van de schuimlaag 7b zijn voldoende om een geviseerd contactvlak 2 van een persoon te ondersteunen, terwijl het comfort van de persoon voldoende onderhouden blijft.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de schuimlaag 7b een luchtdoorlaatbaarheid van minstens 60 l/dm2-min heeft, en bij voorkeur een luchtdoorlaatbaarheid van minstens 80 l/dm2-min heeft.

De bovengenoemde luchtdoorlaatbaarheidswaarden voorzien de schuimlaag 7b van een voldoende ademende capaciteit om de zitschaal 8 te behandelen met stoomreiniging, te drogen in een droogkast en de zitschaal 8 te behandelen in een autoclaaf. Dit maakt de zitschaal algemeen gezien geschikt voor machinale reiniging.

In een uitvoeringsvorm volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding worden na het vormen van de schaallaag 6b en de schuimlaag 7b middels thermovormen, de schaallaag 6b en schuimlaag 7b vervolgens aan elkaar bevestigd middels externe bevestigingsmiddelen. Onder de term "externe bevestigingsmiddelen" kunnen eender welke middelen zoals gekend uit de stand der techniek begrepen worden die geschikt zijn voor het aan elkaar bevestigen van de lagen 6b, 7b. Niet-limiterende uitvoeringsvormen van externe bevestigingsmiddelen omvatten schroeven, spijkers, lijm en lasverbindingen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het bevestigen van de lagen 6b, 7b wordt uitgevoerd door het thermovormen van de tweede kunststoflaag 7a op de schaallaag 6b.

Hierbij dient te worden verstaan dat de schaallaag 6b reeds eerder gevormd werd vanuit een eerste kunststoflaag 6a middels thermovormen. Door het thermovormen van de tweede kunststoflaag 7a op de schaallaag 6b kunnen schuimlaag 7b en schaallaag 6b aan elkaar bevestigd worden zonder dat er externe bevestigingsmiddelen aangewend moeten worden. Dit brengt materiaal bespa ring met zich mee.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het bevestigen van de lagen 6b, 7b wordt uitgevoerd door het thermovormen van de eerste kunststoflaag 6a op de schuimlaag 7b.

Hierbij dient te worden verstaan dat de schuimlaag 7b reeds eerder gevormd werd vanuit een tweede kunststoflaag 7a middels thermovormen. Door het thermovormen van de eerste kunststoflaag 6a op de schuimlaag 7b kunnen schaallaag 6b en schuimlaag 7b aan elkaar bevestigd worden zonder dat er externe bevestigingsmiddelen aangewend moeten worden. Dit brengt materiaal bespa ring met zich mee.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij na de vervaardiging van de schaallaag 6b en/of schuimlaag 7b, de schaallaag 6b en/of schuimlaag(7b bijgesneden worden.

Met het bijsnijden van de lagen 6b, 7b kan de zitorthese 8 in bijkomende mate afgestemd worden op een voor een persoon specifiek contactvlak 2.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de schaallaag 6b en de schuimlaag 7b aan elkaar bevestigd worden voordat de lagen 6b, 7b bijgesneden worden. Op deze manier kan het bijsnijden van zowel schuimlaag 7b als schaallaag 6b beperkt worden tot een enkele snijdende bewerking.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het vervaardigen van de afdruk 1 wordt uitgevoerd door het plaatsen van een voor een persoon specifiek contactvlak 2 in een flexibele houder 3 omvattende een vervormbaar materiaal.

De vorm die in deze uitvoeringsvorm in de flexibele houder 3 achterblijft ten gevolge van het gewicht uitgeoefend door de persoon dient als afdruk 1. Deze manier van het nemen van een afdruk 1 is zeer intuïtief en eenvoudig om uit te voeren, en is daarnaast materiaalefficiënt aangezien dezelfde flexibele houder3 meerdere keren kan aangewend worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het vervaardigen van de afdruk 1 wordt uitgevoerd door het nemen van een gipsmaatname 4 van een voor een persoon specifiek contactvlak 2.

De gipsmaatname 4 zorgt voor het verkrijgen van een afdruk 1 van het voor een persoon specifiek contactvlak 2. De gipsmaatname 4 biedt het voordeel dat deze desgewenst reeds als mal voor het vervaardigen van de schaallaag 6b en/of schuimlaag 7b kan worden gebruikt.

VOORBEELDEN VOORBEELD 1

In Fig. 1 wordt schematisch een uitvoeringsvorm voor het vervaardigen van zitorthesen 8 getoond. In bijzonder toont Fig. 1 een reeks processtappen die leiden tot het vervaardigen van een zitorthese 8, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. In een eerste processtap wordt de persoon beschikbaar gesteld voor het nemen van een afdruk 1 van een voor de persoon specifiek contactvlak. In een tweede processtap laat de persoon een afdruk 1 achter in een flexibele houder 3 door erin plaats te nemen. In een derde processtap wordt een mal 5 vervaardigd op basis van de afdruk 1 verkregen in de tweede processtap. De mal 5 wordt bijvoorbeeld verkregen door het gieten of het thermovormen van een kunststofmateriaal. In een vierde processtap wordt een eerste kunststoflaag 6a in de nabijheid van de mal 5 gebracht. In een vijfde processtap wordt de kunststoflaag 6a verhit bij geschikte temperatuur-tijdcondities (T, t) en gevormd in de mal 5, ter vorming van de schaallaag 6b. In een zesde processtap wordt een tweede kunststoflaag 7a in de nabijheid van de mal 5 gebracht. In een zevende processtap wordt de tweede kunststoflaag 7a verhit bij geschikte temperatuur-tijdcondities (T, t) en gevormd in de mal 5, te vorming van de schuimlaag 7b en ter bevestiging van de schuimlaag 7b aan de schaallaag 6b. Na elke verhittingsstap volgt bij voorkeur een koelstap. In een achtste processtap ten slotte wordt het geheel van schuimlaag 7b en schaallaag 6b van de mal 5 verwijderd, resulterend in een voor een persoon geschikte zitschaal 8. VOORBEELD 2

In Fig. 2 wordt een andere uitvoeringsvorm voor het vervaardigen van zitorthesen 8 getoond. Ten opzichte van de uitvoeringsvorm afgebeeld in Fig. 1 verschilt de uitvoeringsvorm van Fig. 2 in het vervaardigen van de afdruk 1. In de uitvoeringsvorm afgebeeld in Fig. 2 wordt de afdruk 1 immers vervaardigd middels een gipsmaatname 4. Op basis van deze gipsmaatname wordt vervolgens een mal 5 vervaardigd. VOORBEELD 3

In Fig.3 is een uitvoeringsvorm afgebeeld van een zitorthese 8 volgens de huidige uitvinding. De schaallaag 6b en schuimlaag 7b zijn duidelijk waar te nemen. VOORBEELD 4

In Fig. 4 is een mobiliteitshulpmiddel 10 voorzien van een zitorthese 8 volgens uitvoeringsvormen van onderhavige uitvinding afgebeeld. De zitorthese 8 wordt in het mobiliteitshulpmiddel 8 ondersteund door een onderstel 9.

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het vervaardigen van op maat gemaakte zitorthesen (8), omvattende de stappen van: - het vervaardigen van een afdruk (1) van een voor een persoon specifiek contactvlak (2); - het vervaardigen van een schaallaag (6b); - het vervaardigen van een schuimlaag (7b); en - het bevestigen van de schuimlaag (7b) in de schaallaag (6b); met het kenmerk, dat de schaallaag (6b) en de schuimlaag (7b) respectievelijk vervaardigd worden door het thermovormen van een eerste (6a) en een tweede kunststoflaag (7a), en dat bij het thermovormen de kunststoflagen (6a, 7a) gedurende 4 tot 20 min bij 160 tot 220 °C verhit worden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een schuimmiddel wordt toegevoegd aan de kunststoflaag (7a) voor de schuimlaag (7b).
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schuimlaag (7b) een densiteit van 15 kg/m3 tot 100 kg/m3 heeft.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de schuimlaag (7b) een indrukhardheid van 0,5 kPa tot 15 kPa heeft.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de schuimlaag (7b) een luchtdoorlaatbaarheid van minstens 80 l/dm2-min heeft.
6. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het bevestigen van de lagen (6b, 7b) wordt uitgevoerd door het thermovormen van de tweede kunststoflaag (7a) op de schaallaag (6b).
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het bevestigen van de lagen (6b, 7b) wordt uitgevoerd door het thermovormen van de eerste kunststoflaag (6a) op de schuimlaag (7b).
8. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat na de vervaardiging van de schaallaag (6b) en/of schuimlaag (7b), de schaallaag (6b) en/of schuimlaag (7b) bijgesneden worden.
9. Werkwijze volgens conclusies 8, met het kenmerk, dat de schaallaag (6b) en de schuimlaag (7b) aan elkaar bevestigd worden voordat de lagen (6b, 7b) bijgesneden worden.
10. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat het vervaardigen van de afdruk (1) wordt uitgevoerd door het plaatsen van een voor een persoon specifiek contactvlak (2) in een flexibele houder (3) omvattende een vervormbaar materiaal.
11. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat het vervaardigen van de afdruk (1) wordt uitgevoerd door het nemen van een gipsmaatname (4) van een voor een persoon specifiek contactvlak (2).
12. Zitorthese (8) vervaardigd volgens de werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 11.
13. Mobiliteitshulpmiddel (10) omvattende een onderstel (9) en een zitorthese (8) volgens conclusie 12.