BE1022960B1

BE1022960B1 - Verstelbare bekisting voor één of meerdere betonkolommen met voetplaat

Info

Publication number: BE1022960B1
Application number: BE2015/5405A
Authority: BE
Inventors: Luc VULSTEKE
Original assignee: Houtland Beton Nv
Priority date: 2015-06-29
Filing date: 2015-06-29
Publication date: 2016-10-24
Also published as: BE1022960A1

Abstract

De uitvinding betreft een verstelbare bekisting voor één of meerdere betonkolommen met voetplaat, welke bekisting herbruikbaar is, en een bekistingsvloer en bekistingszijwanden omvat. De bekistingsvloer en bekistingszijwanden zijn modulair opgebouwd en omvatten respectievelijk meerdere verplaatsbare vloermodules en wandmodules. De bekisting omvat twee parallel langs elkaar gelegen bekistingszijwanden met een dwars ten opzichte van de bekistingszijwanden georiënteerde bekistingsvloer tussen de bekistingszijwanden, uitbreidbaar met een verplaatsbare tussenbok te positioneren tussen de bekistingszijwanden. Verder betreft de uitvinding een productieapparaat voor één of meerdere betonkolommen met voetplaat, omvattende verstelbare bekistingen volgens de huidige uitvinding, een werkwijze voor het vervaardigen van een betonkolom met voetplaat, en een betonkolom met voetplaat.

Description

VERSTELBARE BEKISTING VOOR ÉÉN OF MEERDERE BETONKOLOMMEN MET

VOETPLAAT

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking tot een verstelbare bekisting voor één of meerdere betonkolommen met voetplaat. Verder betreft de uitvinding een productieapparaat voor één of meerdere betonkolommen met voetplaat, omvattende verstelbare bekistingen volgens de huidige uitvinding, een werkwijze voor het vervaardigen van een betonkolom met voetplaat, en een betonkolom met voetplaat.

STAND DER TECHNIEK NL 7 304 544 beschrijft een betonbekisting waarvan de zijwanden scharnierbaar en/of uitlichtbaar om een in een ondersteuning gelegen, instelbaar scharnierpunt ten opzichte van de onverschuifbaar opgestelde bekistingsvloer zijn aangebracht. Het probleem van NL7304544 is dat de bekistingsvloer en bekistingszijwanden in één geheel en met een bijhorende dimensionering zijn uitgevoerd, waardoor een wisselende vraag van vormgeving of dimensionering van betonnen voorwerpen al snel het op maat vervaardigen van bekistingsvloer en/of -zijwanden noodzakelijk maakt. Dit is tijdrovend en arbeidsintensief.

De huidige uitvinding beoogt ten minste een oplossing te vinden voor bovenvermeld probleem.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een eerste aspect van de uitvinding betreft een verstelbare bekisting (3) voor één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31), welke bekisting (3) herbruikbaar is, en een bekistingsvloer en bekistingszijwanden omvat, waarbij bekistingsvloer en bekistingszijwanden modulair zijn opgebouwd en respectievelijk meerdere verplaatsbare vloermodules (2) en wandmodules (1) omvatten, en waarbij de bekisting (3) twee parallel langs elkaar gelegen bekistingszijwanden omvat met een dwars ten opzichte van de bekistingszijwanden georiënteerde bekistingsvloer tussen de bekistingszijwanden, uitbreidbaar met een verplaatsbare tussenbok (21) te positioneren tussen de bekistingszijwanden.

De modulaire opbouw van bekistingsvloer en bekistingszijwanden laat een grote variatie aan definieerbare lengten en breedten van de verstelbare bekisting (3) toe, en maakt plaatselijke verbredingen en vernauwingen van de bekisting (3) evenals de flexibele plaatsing van uitsteeksels mogelijk.

Een tweede aspect van de uitvinding betreft een productieapparaat voor één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31), omvattende verstelbare bekistingen (3) volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij een genoemde verstelbare bekisting (3) in het verlengde geplaatst is van één of meerdere bijkomende verstelbare bekistingen (3), en waarbij de in het verlengde van elkaar liggende verstelbare bekistingen (3) onderling verbindbaar zijn middels wandverbindingsmodules (4) en vloerverbindingsmodules (5), en waar tussenbokken (21) aanwezig zijn ook middels tussenbokverbindingsmodules (22).

Het in serie plaatsen van verstelbare bekistingen (3) in een productieapparaat laat bijkomende mogelijkheden toe voor het dimensioneren van één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31).

Een derde aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een betonkolom (26) met voetplaat (31) middels een verstelbare bekisting (3), welke werkwijze minstens de volgende stappen omvat: - het voorzien van een verstelbare bekisting (3); - het verstellen van de verstelbare bekisting (3); - het voorzien van een betonsamenstelling in de verstelbare bekisting (3); - het uitharden van de betonsamenstelling ter vorming van de betonkolom (26); - het bevestigen van een voetplaat (31) aan de betonkolom (26); - het verwijderen van de betonkolom (26) van de verstelbare bekisting (3); waarbij de verstelbare bekisting (3) een bekistingsvloer en bekistingszijwanden omvat, welke bekistingsvloer en bekistingszijwanden modulair zijn opgebouwd en respectievelijk verplaatsbare vloermodules (2) en verplaatsbare wandmodules (1) omvatten, en de bekisting (3) uitbreidbaar is met een verplaatsbare tussenbok (21), en waarbij het verstellen van de verstelbare bekisting (3) ten minste het verstellen van één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) omvat.

De werkwijze laat de vervaardiging toe van betonkolommen (26) met voetplaat (31) met uiteenlopende dimensionering en vormgeving, terwijl gebruik wordt gemaakt van één welbepaalde verstelbare bekisting (3).

Een vierde aspect van de uitvinding betreft een betonkolom (26) met voetplaat (31), waarbij de betonkolom (26) met voetplaat (31) vervaardigd is volgens een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding.

Een betonkolom (26) met voetplaat (31) vervaardigd volgens een werkwijze van de huidige uitvinding is gewenst vormgegeven en gedimensioneerd middels een verstelbare bekisting (3).

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 is een mogelijke uitvoering van een productieapparaat met verstelbare bekistingen (3), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 2 is een mogelijke uitvoering van een consolemodule (11) volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 3 is een mogelijke uitvoering van een verstelbare bekisting (3) voorzien van consolemodules (11), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 4 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van vloermodule (2) en wandmodules (1) voorzien van hoeklatten (17), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 5 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een losneembare hoeklat (18) volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 6 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een losneembaar balkvormig element (20) volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 7 is een mogelijke uitvoering van een productieapparaat met verstelbare bekistingen (3) voorzien van tussenbokken (21), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 8 is een mogelijke uitvoering van twee productieapparaten met verstelbare bekistingen (3), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 9 is een mogelijke uitvoering van twee productieapparaten met verstelbare bekistingen (3) voorzien van tussenbokken (21), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 10 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een betonkolom (26) volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Figuur 11 is een mogelijke uitvoeringsvorm ven een betonkolom (26) met voetplaat (31) volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden bepaalde termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een tussenbok" betekent een of meer dan een tussenbok.

De termen "omvat", "omvatten", "omvattende" en "voorzien van" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

De term "bekisting" volgens onderhavige uitvinding is een term gekend in de stand der techniek en verwijst naar een aangebrachte mal of contravorm waarin beton kan worden voorzien, vb. gestort. De mal of contravorm houdt hierbij het beton en wanneer gewenst ook een wapening voor beton op zijn plaats tijdens het voorzien en uitharden van het beton. De mal of contravorm kan eender welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek zoals o.a. hout, kunststof, metaal, staal of eender welke combinatie van deze materialen. Bij voorkeur omvat de bekisting staal, en meer bij voorkeur plaatstaal. Op de plaatsen waar de bekisting het beton op zijn plaats houdt tijdens het uitharden ervan, kan een additionele coating of laag voorzien zijn die toelaat de mal of contravorm eenvoudiger te verwijderen van het beton, eens uitgehard. De term "wapening", zoals gebruikt in deze tekst, is een term gekend in de stand der techniek en verwijst naar een versterkend element dat voorzien wordt in beton om het te verstevigen en bestendiger te maken tegen bijvoorbeeld druk- of trekkrachten waaraan het beton onderworpen wordt. Wanneer een wapening aanwezig is in het beton wordt er typisch over "gewapend beton" gesproken. De wapening volgens onderhavige uitvinding kan eender welke configuratie omvatten gekend in de stand der techniek en kan bijvoorbeeld voorzien zijn in de vorm van staven, netten, kabels, roosters, etc. en kan verder eerder welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek, zoals metaal, vb. staal, glasvezel, kunststof, etc. Bij voorkeur omvat de wapening volgens onderhavige uitvinding staal.

Met "verstelbare" bekisting (3) wordt geduid op het verstelbaar zijn van de bekisting (3). Verschillende delen van de verstelbare bekisting (3), zoals hieronder besproken, kunnen verplaatst of versteld worden. Op die manier kan de verstelbare bekisting (3) versteld worden tot verschillende vormen. De verstelbare bekisting (3) is geschikt voor het vervaardigen en behelzen van één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31). De geschiktheid houdt in dat de vormgeving en afmetingen van de verstelbare bekisting (3) ingericht is naar de vormgeving en afmetingen van één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat, en dat de vormgeving en afmetingen van de verstelbare bekisting (3) afgestemd kan worden naar een variërende vraag van dimensionering van betonkolommen (26) met voetplaat (31).

Met de term "betonkolom" (26) wordt in deze tekst verwezen naar een kolom oftewel pijler, met een lengtemaat die aanzienlijk groter is dan de breedtemaat en de dieptemaat, die vervaardigd is uit beton. In een gebouw of bouwstructuur fungeren betonkolommen (26) gewoonlijk als staande lading-dragende structuren dat ladingen hoofdzakelijk draagt middels axiale compressie. De dwarsdoorsnede van betonkolommen (26) kan vele polygone vormen aannemen, zoals, bijvoorbeeld een vierkant, een rechthoek, een zeshoek, etc. De betonkolommen (26) volgens de huidige uitvinding kunnen structurele aanpassingen vertonen om een goede connectie met andere constructies in een gebouw mogelijk te maken. Zo kan een betonkolom (26) bijvoorbeeld uitgerust zijn met uitstulpingen, bij voorkeur consoles, waarop een betonbalk of betonplaat kan rusten. Ook kan een betonkolom (26) bijvoorbeeld over de lengterichting een uitsparing omvatten, in welke uitsparingen een plaat kan worden opgenomen. Alle andere mogelijke aanpassingen gekend door de gemiddelde vakman bekwaam in de stand van de techniek zijn mogelijk. De betonkolommen (26) kunnen solide of massief beton omvatten, of kunnen beton omvatten dat een holte of holtes omvat.

De betonkolommen (26) zijn voorzien van een voetplaat (31). Bij voorkeur zijn de betonkolommen (26) voorzien van een bredere voetplaat (31). Een voetplaat (31) wordt hierin gedefinieerd als een inrichting die op een zijde van een betonkolom (26) wordt voorzien, en welke voetplaat (31) ingericht is om de betonkolom (26) aan een andere constructie te verbinden, waarbij de voetplaat (31) gebruikt kan worden om de positionering van een betonkolom(26) snel uit te lijnen. Bij voorkeur is de voetplaat (31) voorzien aan een zijde van een betonkolom (26) dat dwars staat op de oriëntatie volgens de lengtemaat, oftewel langsrichting, van de betonkolom (26). De bekisting (3) volgens de huidige uitvinding is herbruikbaar. Dit betekent concreet dat in de bekisting (3) meerdere malen beton voorzien kan worden, deze beton kan worden uitgehard, en vervolgens de betonnen structuur, bij voorkeur een betonkolom (26), uit de bekisting (3) kan worden verwijderd.

De bekisting (3) omvat een bekistingsvloer en bekistingszijwanden. De bekistingsvloer is gewoonlijk parallel ten opzichte van een ondersteuning, zoals bijvoorbeeld een vloer, georiënteerd, en is bij voorkeur plaatsbaar op een dergelijke ondersteuning. De bekistingszijwanden zijn vormsluitend geplaatst ten opzichte van de bekistingsvloer, en de bekistingszijwanden zijn met een bepaalde hoek ten opzichte van de bekistingsvloer georiënteerd. Bij voorkeur zijn de bekistingszijwanden dwars ten opzichte van de bekistingsvloer georiënteerd. Met de term "vormsluitend" wordt gewezen op een aaneensluiting van verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld bekistingsvloer en zijwanden, waarbij het lekken van een substantie, zoals bijvoorbeeld van beton, niet plaatsgrijpt of niet kan plaatsgrijpen ter hoogte van de plaats van aaneensluiting.

Het eerste aspect van de uitvinding is er enerzijds in gekenmerkt dat bekistingsvloer en bekistingszijwanden modulair zijn opgebouwd en respectievelijk meerdere verplaatsbare vloermodules (2) en wandmodules (1) omvatten. Dit komt erop neer dat de bekistingsvloer ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur hoofdzakelijk modulair is opgebouwd uit verplaatsbare vloermodules (2) die ingericht zijn om vormsluitend ten opzichte van elkaar, en vormsluitend ten opzichte van bekistingszijwanden of wandmodules (1), te worden geplaatst. Dit betekent daarnaast dat de bekistingszijwanden ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur hoofdzakelijk modulair zijn opgebouwd uit verplaatsbare wandmodules (1) die ingericht zijn om vormsluitend ten opzichte van elkaar, en vormsluitend ten opzichte van een bekistingsvloer of vloermodules (2), te worden geplaatst. De wandmodules (1) en vloermodules (2) kunnen eender welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek zoals o.a. hout, kunststof, metaal, staal of eender welke combinatie van deze materialen. Bij voorkeur omvatten de wandmodules (1) en vloermodules (2) staal, en meer bij voorkeur plaatstaal. De zijden van de wandmodules (1) en vloermodules (2) die naar de binnenzijde van de verstelbare bekisting (3) gericht zijn, of met andere woorden de zijden die ten minste gedeeltelijk met beton in contact komen wanneer beton in de verstelbare bekisting voorzien wordt, kunnen uitgevoerd worden in eender welke vorm die wenselijk is voor het verkrijgen van een betonkolom (26). Zo kunnen genoemde zijden bijvoorbeeld uitgevoerd worden als een vlakke plaatvormige structuur of als een concave of convexe structuur. Bij voorkeur worden genoemde zijden uitgevoerd als een vlakke plaatvormige structuur. In een uitvoeringsvorm vertonen de wandmodules de vorm van opstaande zwaluwstaartvormige richels, waarvan de zijden die naar de binnenzijde van de verstelbare bekisting (3) gericht zijn bij voorkeur uitgevoerd zijn als een vlakke plaatvormige structuur.

Het eerste aspect van de uitvinding is er anderzijds in gekenmerkt dat de bekisting (3) twee parallel langs elkaar gelegen bekistingszijwanden omvat met een dwars ten opzichte van de bekistingszijwanden georiënteerde bekistingsvloer tussen de bekistingszijwanden, uitbreidbaar met een verplaatsbare tussenbok (21) te positioneren tussen de bekistingszijwanden. De richting in het verlengde van de parallel langs elkaar gelegen bekistingszijwanden wordt in deze tekst benoemd als de lengterichting van de verstelbare bekisting (3). De richting dwars op deze lengterichting wordt benoemd als de breedterichting van de verstelbare bekisting (3). Ten slotte wordt de diepterichting van de verstelbare bekisting (3) gedefinieerd als de richting die dwars georiënteerd is ten opzichte van de bekistingvloer.

Zowel de afmeting (7) van een wandmodule (1) volgens de diepterichting als de afmeting (9) van een vloermodule (1) volgens de breedterichting van de verstelbare bekisting (3) zijn bij voorkeur ten minste zo groot dat betonkolommen (26) kunnen vervaardigd worden die tegemoet komen aan alle wensen van gebouwen. De afmeting (8) van een wandmodule (1) volgens de lengterichting is bij voorkeur afgestemd op de afmeting (10) van een vloermodule (2) in de lengterichting. Deze afmetingen (8, 10) in de lengterichting verhouden zich volgens een ratio van 1:2,5 tot 1,5:1 ten opzichte van de afmeting (9) van een vloermodule (1) volgens de breedterichting. Op zijn beurt verhoudt de afmeting (9) van een vloermodule (1) volgens de breedterichting zich volgens een ratio van 1:5 tot 5:6 ten opzichte van de afmeting (7) van een wandmodule (1) volgens de diepterichting. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn de afmetingen (8, 10) van wandmodule (1) en vloermodule (2) volgens de lengterichting 24 cm tot 26cm, is de afmeting (7) van een wandmodule (1) volgens de diepterichting 78 cm tot 82 cm, en bedraagt de afmeting (9) van een vloermodule in de breedterichting 28 cm tot 32 cm of 39 cm tot 42 cm.

Zoals hoger vermeld zijn de wandmodules (1) en vloermodules (2) verplaatsbaar. Met de term "verplaatsbaar" wordt bedoeld dat de wandmodules (1) en vloermodules (2) verplaatst kunnen worden. Dit houdt ten minste in dat individuele wandmodules (1) en vloermodules (2) van de verstelbare bekisting (3) kunnen verwijderd worden. Dit is wenselijk wanneer men een uitstulping, bij voorkeur een console, wilt voorzien aan een te vervaardigen betonkolom (26). Een mal waarvan de afmetingen afgestemd zijn op zo een uitstulping kan geplaatst worden op de positie waar een individuele wandmodule (1) of vloermodule (2) verwijderd is. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de vloermodules (2) in de diepterichting van de verstelbare bekisting (3) verplaatsbaar. Bij voorkeur zijn de vloermodules (2) individueel in de diepterichting verplaatsbaar. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is de diepterichting van de verstelbare bekisting (3) per 4 tot 6 cm instelbaar. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de wandmodules (1) verplaatsbaar in de breedterichting en lengterichting van de verstelbare bekisting (3). Bij voorkeur zijn de wandmodules (1) individueel verplaatsbaar in de breedterichting en lengte richting. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn de vloermodules (2) in de diepterichting verplaatsbaar en zijn daarnaast de wandmodules (1) in de breedterichting en lengterichting verplaatsbaar, waarbij zowel vloermodules (2) als wandmodules (1) bij voorkeur individueel verplaatsbaar zijn.

De verstelbare bekisting (3) is uitbreidbaar met een verplaatsbare tussenbok (21) die te positioneren is tussen de bekistingszijwanden. De tussenbok (21) is een balkvormige structuur waarvan de afmetingen in de lengterichting beduidend groter zijn dan de afmetingen in de breedte- en diepterichting. De zijden van de tussenbok die naar de bekistingszijwanden gericht zijn, kunnen evenwel uitgevoerd worden in eender welke vorm die wenselijk is voor het verkrijgen van een betonkolom (26). Zo kunnen genoemde zijden bijvoorbeeld uitgevoerd worden als een vlakke plaatvormige structuur of als een concave of convexe structuur. Bij voorkeur worden genoemde zijden uitgevoerd als een vlakke plaatvormige structuur. De afmeting van de tussenbok (21) in de lengterichting van de verstelbare bekisting (3) is bij voorkeur afgestemd op de afmeting van de bekistingsvloer of op de afmetingen van de bekistingszijwanden in deze richting. De afmeting van de tussenbok (21) in de diepterichting van de verstelbare bekisting (3) is bij voorkeur afgestemd op de afmetingen van de bekistingszijwanden in deze richting. De tussenbok (21) kan eender welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek zoals o.a. hout, kunststof, metaal, staal of eender welke combinatie van deze materialen. Bij voorkeur omvat de tussenbok (21) staal, en meer bij voorkeur plaatstaal. De afmeting van de tussenbok (21) in de breedterichting is bij voorkeur minstens zo groot dat de tussenbok (21) zich voordoet als een starre of onbuigzame structuur. Het verplaatsbaar zijn van de tussenbok (21) houdt ten minste in dat de tussenbok (21) tussen de bekistingszijwanden geplaatst kan worden en dat de tussenbok (21) daarnaast van de bekistingsvloer verwijderd kan worden. In een uitvoeringsvorm is de tussenbok (21) in de lengterichting van de verstelbare bekisting (3) verplaatsbaar. In een andere uitvoeringsvorm is de tussenbok (21) in de breedterichting van de verstelbare bekisting (3) verplaatsbaar. In nog een andere uitvoeringsvorm is de tussenbok (21) in de diepterichting van de verstelbare bekisting (3) verplaatsbaar. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is de tussenbok (21) zowel in de breedterichting, lengterichting als diepterichting van de verstelbare bekisting (3) verplaatsbaar.

De tussenbok (21) is tussen de bekistingszijwanden te positioneren en is bij voorkeur daarenboven volgens zijn lengterichting parallel georiënteerd met de lengterichting van de bekistingszijwanden. Bij voorkeur verdeelt de tussenbok hierbij de bekistingsvloer in twee delen. In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is de tussenbok (21) vormsluitend geplaatst op een bekistingsvloer die bestaat uit een rij van in serie ten opzichte van elkaar vormsluitend geplaatste vloermodules (2). In een andere, voorkeur dragende, uitvoeringsvorm is de tussenbok (21) vormsluitend geplaatst tussen twee rijen van in serie ten opzichte van elkaar vormsluitend geplaatste vloermodules (2) die onderdeel uitmaken van een bekistingsvloer.

De vloermodules (2), wandmodules (1) en tussenbok (21) kunnen manueel verplaatst worden, of kunnen verplaatst worden door eender welke aandrijftechniek of aandrijving zoals gekend in de stand der techniek, zoals mechanische, elektrische, hydraulische of pneumatische aandrijftechnieken. Bij voorkeur worden vloermodules (2), wandmodules (1) en tussenbok (21) verplaatst middels een hydraulische aandrijving. Een hydraulische aandrijving heeft vele technische voordelen, zoals, onder andere, een hoge krachtdichtheid, het gemakkelijk omkeren van belastingen, een goede stuur- en regelbaarheid, etc. Vloermodules (2), wandmodules (1) en tussenbok (21) kunnen voorzien zijn van wielen, rails, scharnierpunten of eender welke middelen zoals gekend in de stand der techniek die de verplaatsing van vloermodules (2), wandmodules (1) en tussenbok (21) mogelijk maken of vereenvoudigen.

De modulaire opbouw van bekistingsvloer en bekistingszijwanden laat een grote variatie aan definieerbare lengten en breedten van de verstelbare bekisting (3) toe, en maakt plaatselijke verbredingen en vernauwingen van de bekisting (3) evenals de flexibele plaatsing van uitstulpingen, bij voorkeur consoles, mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld consoles zeer snel ingebouwd worden aan drie zijden van een betonkolom (26). De verstelbare bekisting (3) kan daarenboven op een zeer snelle wijze omgebouwd worden, waardoor zeer snel ingespeeld kan worden op een wisselende vraag van dimensionering of vormgeving van te vervaardigen betonkolommen (26). Het modulair karakter van de bekisting vermijdt ook de noodzaak om onderdelen van een bekisting, zoals, bijvoorbeeld, bekistingspanelen, op maat te moeten vervaardigen voor elke nieuwe dimensionering van een betonkolom (26). De plaatsing van de tussenbok (21) laat op een eenvoudige wijze een verdubbeling van de productiecapaciteit toe.

Volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding is ten minste één vloermodule (2) en/of wandmodule (1) verwisseld met een verplaatsbare consolemodule (11), welke consolemodule (11) een mal vormt voor een console (29) met een grote lengtemaat (12) aangrenzend aan een zijde (27) van een betonkolom (26), welke grote lengtemaat (12) via een schuine zijde (16) toeloopt tot een kleine lengtemaat (15) verwijderd van de betonkolom (26) volgens een dieptemaat (13) loodrecht gelegen op genoemde zijde (27) van de betonkolom (26), en parallel ten opzichte van genoemde grote lengtemaat (12) gelegen, een breedtemaat (14) afgestemd op de breedte van genoemde zijde (27) van de betonkolom (26), en dat genoemde kleine lengtemaat (15) ten minste 40% bedraagt van genoemde grote lengtemaat (12), en genoemde grote lengtemaat (12) ten minste 65% bedraagt van genoemde dieptemaat (13). Met behulp van de consolemodules (11) kunnen consoles (29) voorzien worden aan betonkolommen (26). Deze consoles (29) kunnen middels de consolemodules (11) dusdanig gedimensioneerd worden dat ze kunnen voldoen aan alle wensen van gebouwen. In een uitvoeringsvorm is de verstelbare bekisting (3) zo gedimensioneerd dat de consoles (29) overheen de lengterichting van de bekisting (3) om de 24 tot 26 cm in de bekisting (3) kunnen worden voorzien, hetgeen overeenkomt met een lengtemaat (8) van wandmodules (1) en/of lengtemaat (10) van vloermodules van 24 tot 26 cm. Op dezelfde manier kan een afstand tussen consoles (29) verkregen worden dat een veelvoud is van 24 tot 26 cm. Deze afmetingen en afstanden zijn voldoende om tegemoet te komen aan alle wensen van gebouwen. De verstelbare bekisting (3) vertoont daarbij ook het voordeel dat consoles (29) middels de consolemodules (11) flexibel aan drie zijden van een betonkolom (26) kunnen worden voorzien.

Volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding zijn, verwijderd van de bekistingsvloer, één of meerdere consolemodules (11) losneembaar aangebracht tussen aangrenzende wandmodules (1) of tussen wandmodules (1) en aangrenzende tussenbok (21). De losneembare aanbrenging kan bijvoorbeeld door middel van magneten of bouten plaatsvinden. Door het losneembaar aanbrengen van consolemodules (11) volgens laatstgenoemde uitvoeringsvorm is het, in combinatie met de plaatsing van consolemodules (11) volgens hogervermelde uitvoeringsvormen, mogelijk om flexibel consoles (29) te voorzien aan vier zijden van een betonkolom (26).

Volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding zijn één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) voorzien van losneembare hoeklatten (18), welke hoeklatten (18) minstens voorzien zijn van een eerste been dat parallel ten opzichte van één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1) en/of tussenbok (21) georiënteerd is, en van een tweede been dat aangrijpt aan het eerste been ter hoogte van het uiteinde van het eerste been dat het dichtst ten opzichte van het midden van vloermodule (2), wandmodule (1) en/of tussenbok (21) gelegen is, en welk tweede been volgens een hoek van maximaal 90° ten opzichte van het eerste been georiënteerd is. Bij voorkeur is het tweede been volgens een hoek van maximaal 75°, en meer bij voorkeur volgens een hoek van maximaal 60°, ten opzichte van het eerste been georiënteerd. Het meest bij voorkeur is het tweede been volgens een hoek van 42° tot 48° ten opzichte van het eerste been georiënteerd. Met een verstelbare bekisting (3) voorzien van hoeklatten (18) kunnen betonkolommen (26) met afgeschuinde hoeken (28) worden verkregen. Bij voorkeur is de dimensie van een hoeklat (18) in de lengterichting van de verstelbare bekisting (3) groter dan de andere dimensies van de hoeklat (18). Bij voorkeur is de dimensie van een hoeklat (18) afgestemd op de dimensie van vloermodule (2), wandmodule (1) of tussenbok (21) waaraan de losneembare hoeklat (18) bevestigd is of te bevestigen is. Bij voorkeur zijn het eerste been en het tweede been van een hoeklat (18) recht. Desgewenst kan het tweede been een concave, convexe of eender welke onregelmatige vorm vertonen. Een hoeklat (18) kan eender welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek zoals o.a. hout, kunststof, metaal, staal of eender welke combinatie van deze materialen. Bij voorkeur omvat de hoeklat (18) staal, en meer bij voorkeur plaatstaal. De losneembare aanbrenging van de hoeklatten (18) kan bijvoorbeeld door middel van magneten of bouten plaatsvinden. Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de hoeklatten (17) niet losneembaar voorzien aan één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21). De niet losneembare aanbrenging van hoeklatten (17) is een permanente verbinding, en kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een lasverbinding. De verdere kenmerken van niet losneembare hoeklatten (17) zijn analoog aan deze van losneembare hoeklatten (18) zoals hierboven beschreven.

Volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding zijn één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) voorzien zijn van losneembare balkvormige elementen (20). Bij voorkeur is de dimensie van een balkvormige element (20) in de lengterichting van de verstelbare bekisting (3) groter dan de andere dimensies van het element (20). Bij voorkeur is de dimensie van een balkvormig element (20) afgestemd op de dimensie van vloermodule (2), wandmodule (1) of tussenbok (21) waaraan het element (20) bevestigd is of te bevestigen is. Met een verstelbare bekisting (3) voorzien van balkvormige elementen (20) kunnen betonkolommen (26) met een rechthoekige uitsparing (30) worden verkregen. Deze rechthoekige uitsparing (30) laat toe om desgewenst er wandpanelen in te schuiven. Een balkvormig element (20) kan eender welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek zoals o.a. hout, kunststof, metaal, staal, plaatstaal of eender welke combinatie van deze materialen. Bij voorkeur omvat het balkvormig element (20) een kunststof, bijvoorbeeld PVC. De losneembare aanbrenging van balkvormige elementen (20) kan bijvoorbeeld door middel van magneten of bouten plaatsvinden. Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de balkvormige elementen (20) niet losneembaar voorzien aan één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21). De niet losneembare aanbrenging van balkvormige elementen (20) is een permanente verbinding, en kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een verlijmde verbinding.

De wandverbindingsmodules (4), vloerverbindingsmodules (5) en tussenbokverbindingsmodules (22) zijn ingericht om in het verlengde van elkaar geplaatste verstelbare bekistingen (3) vormsluitend met elkaar te verbinden. Het in het verlengde van elkaar of het in serie plaatsen van verstelbare bekistingen (3) in een productieapparaat laat bijkomende mogelijkheden toe voor het dimensioneren van één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31). De verbindingsmodules (4, 5, 22) kunnen eender welk materiaal omvatten gekend in de stand der techniek zoals o.a. hout, kunststof, metaal, staal of eender welke combinatie van deze materialen. Bij voorkeur omvatten de verbindingsmodules (4, 5, 22) staal, en meer bij voorkeur plaatstaal.

De werkwijze laat de vervaardiging toe van betonkolommen (26) met voetplaat (31) met uiteenlopende dimensionering en vormgeving, terwijl gebruik wordt gemaakt van één welbepaalde verstelbare bekisting (3). Het voorzien van de verstelbare bekisting (3) betreft het vervaardigen van of het ter beschikking stellen van een verstelbare bekisting (3). Het verstellen van de verstelbare bekisting (3) houdt ten minste het verplaatsen van één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) in. Laatstgenoemde verplaatsingen dienen ruim opgevat te worden. Zo kan bijvoorbeeld een wandmodule (1) van positie veranderd worden ten opzichte van de bekisting (3), of kan bijvoorbeeld een wandmodule (1) vervangen worden door een mal voor een uitstulping, zoals bijvoorbeeld een mal voor een console (29). Het voorzien van de betonsamenstelling kan op eender welke manier zoals gekend in de stand der techniek worden uitgevoerd. Zo kunnen bijvoorbeeld slangen gebruikt worden voor het aanbrengen van de betonsamenstelling. Daarenboven kan de aangebrachte betonsamenstelling desgewenst geëgaliseerd worden, bijvoorbeeld middels trilnaalden. Het uitharden van de betonsamenstelling kan worden beïnvloed door omgevingsfactoren zoals temperatuur en vochtigheid te controleren, evenals door selectie van de formulering van de betonsamenstelling. Het bevestigen van een voetplaat (31) aan de betonkolom (26) kan verkregen worden via eendere welke bevestigingsmethoden zoals gekend in de stand der techniek. Bij een gewenste uitharding van het beton kan de betonkolom (26) van de verstelbare bekisting (3) verwijderd worden. Voor de gemiddelde vakman bekwaam in het technisch domein van de stand der techniek dat relevant is voor de huidige uitvinding mag het duidelijk zijn dat de voetplaat (31) ook pas aan de betonkolom (26) bevestigd kan worden nadat deze betonkolom (26) uit de bekisting (3) verwijderd is.

Volgens een uitvoeringsvorm van het derde aspect van de uitvinding wordt de stap van het verstellen van de verstelbare bekisting (3) zowel voor de stap van het voorzien van een betonsamenstelling in de verstelbare bekisting (3) als na de stap van het uitharden van de betonsamenstelling ter vorming van de betonkolom (26) uitgevoerd. De stap van het verstellen van de verstelbare bekisting (3) voor de stap van het voorzien van een betonsamenstelling in de verstelbare bekisting (3), oftewel het eerste verstellen, zorgt ervoor dat de vorm van de verstelbare bekisting (3) afgestemd kan worden op een te vervaardigen betonkolom (26). Het verstellen van de verstelbare bekisting (3) na de stap van het uitharden van de betonsamenstelling ter vorming van de betonkolom (26), oftewel het tweede verstellen, wordt uitgevoerd om het verwijderen van de betonkolom (26) van de bekisting (3) te vereenvoudigen. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld wandmodules (1) naar buiten worden verplaatst.

Volgens een uitvoeringsvorm van het derde aspect van de uitvinding omvat de werkwijze verder de stap van het aanbrengen van een wapening in de verstelbare bekisting (3), welke stap uitgevoerd wordt na de stap van het verstellen van de verstelbare bekisting (3). Door het aanbrengen van een wapening wordt een betonkolom (26) uit "gewapend beton" verkregen, oftewel een betonkolom (26) dat inwendig versterkt is middels de wapening. Door het aanbrengen van de wapening wordt het beton van de betonkolom (26) verstevigd en bestendiger gemaakt tegen bijvoorbeeld druk- of trekkrachten waaraan het beton onderworpen wordt.

Volgens een uitvoeringsvorm van het derde aspect van de uitvinding betreft de verstelbare bekisting (3) uit de werkwijze een verstelbare bekisting (3) volgens het eerste of het tweede aspect van de uitvinding. Op deze manier kan de werkwijze volgens het derde aspect van de huidige uitvinding uitgevoerd worden met alle opties en voordelen verbonden aan een dergelijke verstelbare bekisting (3). Voor de kenmerken en voordelen van een dergelijke verstelbare bekisting (3) wordt verwezen naar bovenstaande beschrijving van het eerste en het tweede aspect van de huidige uitvinding.

Een vierde aspect van de uitvinding betreft een betonkolom (26) met voetplaat (31), waarbij de betonkolom (26) met voetplaat (31) vervaardigd is volgens een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding. Een betonkolom (26) met voetplaat (31) vervaardigd volgens een werkwijze van de huidige uitvinding is gewenst vormgegeven en gedimensioneerd middels een verstelbare bekisting (3). Deze vormgeving en dimensionering kan daarenboven snel en eenvoudig ingesteld worden door het eenvoudige verstellen van de verstelbare bekisting (3).

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren. VOORBEELDEN: VOORBEELD 1:

Figuur 1 is een mogelijke uitvoering van een productieapparaat met twee verstelbare bekistingen (3) in het verlengde van elkaar, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. De verstelbare bekistingen (3) zijn modulair opgebouwd en omvatten één rij vloermodules (2) en twee rijen wandmodules (1). De vloermodules (2) zijn rechthoekige vlakke structuren uit plaatstaal. De wandmodules (1) hebben rechthoekige vlakke wanden en zwaluwstaartvormige richels naar de buitenzijde van de bekistingen (3) toe. De wandmodules (1) zijn eveneens vervaardigd uit plaatstaal. Desgewenst kunnen de verstelbare bekistingen (3) vormsluitend aan elkaar verbonden worden middels een tussenstuk (6) dat een vloerverbindingsmodule (5) en twee wandverbindingsmodules (4) omvat. De vloerverbindingsmodule (5) respectievelijk wandverbindingsmodules (4) vertonen dezelfde materialen en een gelijkaardige vormgeving als de vloermodules (2) respectievelijk wandmodules (1). Het productieapparaat van het voorbeeld vertoont wandmodules (1) met een afmeting (8) volgens de lengterichting van de verstelbare bekistingen (3) van ongeveer 25 cm, en met een afmeting (7) in de diepterichting van ongeveer 80 cm. De vloermodules (2) vertonen een afmeting (10) volgens de lengterichting van ongeveer 25 cm en een afmeting (9) volgens de breedterichting van ongeveer 40 cm. Met de term "ongeveer" wordt hierin bedoeld dat door kleine afwijkingen in de productie van vloermodules (2) en wandmodules (1) de afmetingen ervan met een marge van 0,2 cm kunnen afwijken. Bijvoorbeeld komt een afmeting (7) van ongeveer 80 cm overeen met een afmeting tussen 77,8 cm en 88,2 cm. Voor een vakman bekwaam in het relevante technische domein van de stand der techniek is het duidelijk dat de rijen van wandmodules (1) en van vloermodules (2) uitbreidbaar zijn of te reduceren zijn met een willekeurig aantal wandmodules (1) en vloermodules (2). Vloermodules (2) en wandmodules (1) zijn verplaatsbaar. Het tussenstuk (6) en zijn onderdelen (4, 5) zijn eveneens verplaatsbaar. Wanneer het tussenstuk (6) niet tussen de twee bekistingen (3) geplaatst is kan met behulp met het productieapparaat in één keer twee betonkolommen (26) met voetplaat (31) vervaardigd worden. Bij plaatsing van het tussenstuk (6) kan met het productieapparaat in één keer een betonkolom (26) met voetplaat (31) met een grotere afmeting in de lengterichting worden verkregen. Individuele wandmodules (1) en vloermodules (2) kunnen vervangen worden door consolemodules (11) (Figuur 2). Een sectie van een mogelijke uitvoering van een verstelbare bekisting (3) voorzien van consolemodules (11) wordt getoond in Figuur 3. Door de specifieke vormgeving en afmetingen van het productieapparaat kunnen middels de consolemodules (11) consoles (29) met een tussenafstand van ongeveer 25 cm worden ingebouwd op een te vervaardigen betonkolom (26). Een betonkolom (26) met voetplaat (31) vervaardigd met de opstelling uit Figuur 3 is afgebeeld in Figuur 11. De voetplaat (31) is vervaardigd uit staal en omvat openingen (32) aan de vier hoekpunten van de voetplaat (31). Met behulp van deze openingen (32) kan de betonkolom (26) snel aan een andere structuur, zoals bijvoorbeeld aan staande wapeningsstaven die verbonden zijn met een funderingsmassief, worden verbonden. De betonkolom (26) uit Figuur 11 vertoont afgeronde hoeken. Deze worden verkregen door de opstelling uit Figuur 3 te combineren met hoeklatten (17, 18). Dit wordt verduidelijkt met de detailweergave van wandmodules (1), vloermodule (2) en hoeklatten (17) zoals getoond in Figuur 4. Afgeronde hoeken aan de zijde van een te vervaardigen betonkolom (26) die parallel ligt met de zijde in contact met de vloermodules (2) kan worden verkregen door bijvoorbeeld hoekmodules (18) voorzien van magneten (19) tegen wandmodules (1) te plaatsen. Het plaatstaal van de wandmodules (1) is een goede ondergrond voor deze magneten (19). Verder kunnen balkvormige elementen (20) (Figuur 6) uit PVC en voorzien van magneten (19) tegen wandmodules (1) of vloermodules (2) geplaatst worden voor het verkrijgen van rechthoekige uitsparingen (30). Figuur 10 vertoont een voorbeeld van een betonkolom (26) waarvan een zijde (27) voorzien is van een rechthoekige uitsparing (30). In deze rechthoekige uitsparing (30) kan desgewenst een wandpaneel worden geschoven.

Door het naar buiten verplaatsen van de wandmodules (1) het voorzien van een extra rij vloermodules (2) en het voorzien van een tussenbok (21) tussen de twee rijen vloermodules (2) kan de productiecapaciteit van een verstelbare bekisting (3) en bijgevolg van het productieapparaat eenvoudig verdubbeld worden (Figuur 7). De verstelbare bekistingen (3) uitgerust met tussenbok (21) kunnen met behulp van een tussenstuk (24), omvattende een tussenbokverbindingsmodule (22), wandverbindingsmodules (4) en vloerverbindingsmodules (5), met elkaar verbonden worden. Zonder tussenstuk (24) kan het productieapparaat getoond in Figuur 7 vier betonkolommen (26) met voetplaat (31) in één keer produceren. Met tussenstuk (24) kan het productieapparaat twee verlengde betonkolommen (26) met voetplaat (31) produceren. VOORBEELD 2:

Figuur 8 is een mogelijke uitvoering van twee productieapparaten met verstelbare bekistingen (3) in parallel van elkaar, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Eén productieapparaat omvattende twee verstelbare bekistingen (3) in het verlengde van elkaar, zoals beschreven in Voorbeeld 1, staat in parallel geplaatst van eenzelfde productieapparaat. Zonder tussenstuk (6) kan de opstelling van twee parallelle productieapparaten getoond in Figuur 8 vier betonkolommen (26) met voetplaat (31) in één keer produceren. Met tussenstuk (6) kan de opstelling van Figuur 8 twee verlengde betonkolommen (26) met voetplaat (31) produceren. Figuur 9 toont een mogelijke uitvoering van een opstelling van twee parallelle productieapparaten, elk omvattende twee verstelbare bekistingen (3) in het verlengde van elkaar, waarbij elke verstelbare bekisting (3) voorzien is van een tweede rij vloermodules (2) en van een tussenbok (21) tussen de rijen vloermodules (2). Door deze eenvoudige aanpassing wordt de productiecapaciteit van de opstelling van twee productieapparaten verdubbeld. Zonder tussenstuk (24) kan de opstelling volgens Figuur 9 acht betonkolommen (26) met voetplaat (31) in één keer produceren. Met tussenstuk (24) kan de opstelling van Figuur 9 vier verlengde betonkolommen (26) met voetplaat (31) produceren.

De productieapparaten beschreven in Voorbeeld 1 en Voorbeeld 2 kunnen bediend en flexibel ingesteld worden door maximaal 2 werknemers, hetgeen een groot financieel voordeel oplevert. Met behulp van de opstelling volgens Figuur 9 is het daarenboven mogelijk dat door de arbeid van maximaal 2 werknemers tot 8 betonkolommen (26) met voetplaat (31) kunnen worden vervaardigd per keer.

Claims

CONCLUSIES

1. Verstelbare bekisting (3) voor één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31), welke bekisting (3) herbruikbaar is, en een bekistingsvloer en bekistingszijwanden omvat, met het kenmerk, dat bekistingsvloer en bekistingszijwanden modulair zijn opgebouwd en respectievelijk meerdere verplaatsbare vloermodules (2) en wandmodules (1) omvatten, en dat de bekisting (3) twee parallel langs elkaar gelegen bekistingszijwanden omvat met een dwars ten opzichte van de bekistingszijwanden georiënteerde bekistingsvloer tussen de bekistingszijwanden, uitbreidbaar met een verplaatsbare tussenbok (21) te positioneren tussen de bekistingszijwanden.
2. Verstelbare bekisting (3) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één vloermodule (2) en/of wandmodule (1) verwisseld is met een verplaatsbare consolemodule (11), welke consolemodule (11) een mal vormt voor een console (29) met een grote lengtemaat (12) aangrenzend aan een zijde (27) van de betonkolom (26), welke grote lengtemaat (12) via een schuine zijde (16) toeloopt tot een kleine lengtemaat (15) verwijderd van de betonkolom (26) volgens een dieptemaat (13) loodrecht gelegen op genoemde zijde (27) van de betonkolom (26), en parallel ten opzichte van genoemde grote lengtemaat (12) gelegen, een breedtemaat (14) afgestemd op de breedte van genoemde zijde (27) van de betonkolom (26), en dat genoemde kleine lengtemaat (15) ten minste 40% bedraagt van genoemde grote lengtemaat (12), en genoemde grote lengtemaat (12) ten minste 65% bedraagt van genoemde dieptemaat (13).
3. Verstelbare bekisting (3) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat verwijderd van de bekistingsvloer één of meerdere consolemodules (11) losneembaar aangebracht zijn tussen aangrenzende wandmodules (1) of tussen wandmodules (1) en aangrenzende tussenbok (21).
4. Verstelbare bekisting (3) volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) voorzien zijn van losneembare hoeklatten (18), welke hoeklatten (18) minstens voorzien zijn van een eerste been dat parallel ten opzichte van één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1) en/of tussenbok (21) georiënteerd is, en van een tweede been dat aangrijpt aan het eerste been ter hoogte van het uiteinde van het eerste been dat het dichtst ten opzichte van het midden van vloermodule (2), wandmodule (1) en/of tussenbok (21) gelegen is, en welk tweede been volgens een hoek van maximaal 90° ten opzichte van het eerste been georiënteerd is.
5. Verstelbare bekisting (3) volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) voorzien zijn van losneembare balkvormige elementen (20).
6. Productieapparaat voor één of meerdere betonkolommen (26) met voetplaat (31), omvattende verstelbare bekistingen (3) volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat een genoemde verstelbare bekisting (3) in het verlengde geplaatst is van één of meerdere bijkomende verstelbare bekistingen (3), en dat de in het verlengde van elkaar liggende verstelbare bekistingen (3) onderling verbindbaar zijn middels wandverbindingsmodules (4) en vloerverbindingsmodules (5), en waar tussenbokken (21) aanwezig zijn ook middels tussenbokverbindingsmodules (22).
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een betonkolom (26) met voetplaat (31) middels een verstelbare bekisting (3), welke werkwijze minstens de volgende stappen omvat: - het voorzien van een verstelbare bekisting (3); - het verstellen van de verstelbare bekisting (3); - het voorzien van een betonsamenstelling in de verstelbare bekisting (3); - het uitharden van de betonsamenstelling ter vorming van de betonkolom (26); - het bevestigen van een voetplaat (31) aan de betonkolom (26); - het verwijderen van de betonkolom (26) van de verstelbare bekisting (3); met het kenmerk, dat de verstelbare bekisting (3) een bekistingsvloer en bekistingszijwanden omvat, welke bekistingsvloer en bekistingszijwanden modulair zijn opgebouwd en respectievelijk verplaatsbare vloermodules (2) en verplaatsbare wandmodules (1) omvatten, en de bekisting (3) uitbreidbaar is met een verplaatsbare tussenbok (21), en dat het verstellen van de verstelbare bekisting (3) ten minste het verstellen van één of meerdere vloermodules (2), één of meerdere wandmodules (1), en/of tussenbok (21) omvat.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de stap van het verstellen van de verstelbare bekisting (3) zowel voor de stap van het voorzien van een betonsamenstelling in de verstelbare bekisting (3) als na de stap van het uitharden van de betonsamenstelling ter vorming van de betonkolom (26) wordt uitgevoerd.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van het aanbrengen van een wapening in de verstelbare bekisting (3), welke stap uitgevoerd wordt na de stap van het verstellen van de verstelbare bekisting (3).
10. Werkwijze volgens één der conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat de verstelbare bekisting (3) uit de werkwijze een verstelbare bekisting (3) volgens één der conclusies 1 tot 6 betreft.
11. Betonkolom (26) met voetplaat (31), met het kenmerk, dat de betonkolom (26) met voetplaat (31) vervaardigd is volgens een werkwijze volgens één der conclusies 7 tot 10.