BE1022923A1 - Verstelbaar ligbed - Google Patents

Abstract

Ligbed (10), omvattende een onderstel (11), en een scharnierend verstelbaar ligvlak (12), waarbij het

ligvlak (12) en het onderstel (11) een samenwerkende 0 combinatie van een dwars op een lengterichting van ü het ligbed projecterend lid (134) en een overeenstemmende uitsparing (118,172) omvatten daarin gekenmerkt, dat de uitsparing (172) voorzien is van een sluiting onder de vorm van een beweegbaar sluitlid (170), waarbij een beweging van het sluitlid de uitsparing (172) kan openen en sluiten, waardoor het projecterend lid (134) in de uitsparing (172) kan worden opgesloten wanneer het ligvlak zich in de horizontale positie bevindt, zodoende het ligvlak ten opzichte van het onderstel te vergrendelen.

Description

Verstelbaar ligbed [0001] Onderhavige uitvinding heeft betrekking op verstelbare ligbedden, meer bepaald voor gebruik als tuinmeubilair of in de open lucht.

[0002] Een dergelijk verstelbaar ligbed is gekend van EP 1243206 en omvat een onderstel dat een ligvlak ondersteunt. Het ligvlak is in drie segmenten verdeeld, waaronder een kopsegment, een middensegment, en een voetsegment. De segmenten zijn scharnierend aan elkaar verbonden en het kopsegment is met een vast scharnierpunt aan het onderstel bevestigd, terwijl het voetsegment horizontaal volgens een lengterichting van het onderstel kan bewegen. Verder omvat het ligbed een vergrendelmechanisme om het ligvlak in een welbepaalde kantelpositie te verstellen en te vergrendelen. Dergelijke ligbedden waarbij het ligvlak uit drie segmenten bestaat zorgen voor een ergonomische en zeer comfortabele zithouding ten opzichte van bedden met slechts één kantelend segment.

[0003] Een probleem bij ligbedden van hogergenoemde soort is de vergrendeling in de volledig horizontale of vlakke positie. Door de verschillende scharnieren bezit het ligbed een inherente soepelheid, die bij vergrendeling steeds een zekere speling veroorzaakt. Het is voornamelijk tijdens het liggen in de vlakke positie, dat deze speling of soepelheid als onaangenaam wordt ervaren. Juist in deze vlakke positie, waarbij de drie segmenten horizontaal en in het verlengde van elkaar liggen, is het zeer moeilijk of zelfs onmogelijk om de speling te beperken zonder bijkomende vergrendeling van de scharnierende segmenten. In EP 1243206 wordt deze bijkomende vergrendeling voorzien door een uitstekende pin die vanuit het onderstel ingrijpt in het kopsegment en zich daarvan terugtrekt wanneer de hendel van het vergrendelmechanisme wordt bediend. De precieze werking van het ingrijpen en het zich terugtrekken van de pin wordt in hogervernoemd document echter niet beschreven en het is onduidelijk hoe dit kan worden bewerkstelligd.

[0004] In BE 1020220 wordt de bijkomende vergrendeling in de vlakke positie in Fig 12 beschreven. Aan de kop van het ligbed grijpt een scharnierende tand in het kopsegment in. Een nadeel van dergelijk mechanisme is dat de gebruiker moet opstaan om het kopsegment te ontgrendelen wanneer men vanuit de vlakke positie naar een kantelpositie van het ligvlak (zithouding) wenst te gaan.

[0005] Onderhavige uitvinding stelt zich tot doel om een ligbed van de bovenvermelde types te voorzien, dat gebruiksvriendelijker is.

[0006] Onderhavige uitvinding stelt zich tot doel om een ligbed met verstelbaar ligvlak te voorzien, dat in alle posities op een afdoende manier kan worden vergrendeld, zowel in een gekantelde als in een vlakke positie, en waarbij de vergrendeling vanuit de lig- of zithouding kan worden bediend.

[0007] In een voorkeurdragend aspect, stelt de uitvinding zich tot doel om via een enkele bediening het ligvlak in alle posities te kunnen vergrendelen.

[0008] In een voorkeurdragend aspect, stelt de uitvinding zich tot doel om een ligbed met verstelbaar ligvlak te voorzien, dat in alle posities kan worden vergrendeld, waarbij de middelen voor het vergrendelen zodanig zijn ingericht dat zij optisch niets toevoegen aan de vormgeving van het ligbed.

[0009] In een voorkeurdragend aspect, stelt de uitvinding zich tot doel om te voorzien in een traploze verstelling/vergrendeling van het ligbed.

[0010] Overeenkomstig een aspect van de uitvinding wordt derhalve voorzien in een ligbed, zoals uiteengezet in de bijgevoegde conclusies.

[0011] Een ligbed overeenkomstig aspecten van de uitvinding omvat een onderstel en een ligvlak. Het ligvlak is verdeeld in minstens drie gedeelten, waaronder een rompgedeelte, een middengedeelte en een voetgedeelte, waarbij de drie gedeelten scharnierend aan elkaar zijn bevestigd en waarbij het rompgedeelte scharnierend aan het onderstel is bevestigd, via een met voordeel vast scharnierpunt. Het ligbed omvat middelen voor het vergrendelen van het ligvlak volgens één of meerdere kantelposities ten opzichte van het onderstel.

[0012] Overeenkomstig aspecten van de uitvinding omvat het ligbed een samenwerkende combinatie van een dwars op een lengterichting van het ligbed projecterend lid en een overeenstemmende uitsparing. Eén van deze twee elementen, namelijk het projecterend lid of de overeenstemmende uitsparing, is aangebracht op het ligvlak, bij voorkeur op het rompgedeelte, en het andere van de twee elementen voorzien is in of op het onderstel. De uitsparing is, in een volledig horizontale positie van het ligvlak, voorzien om het projecterend lid te ontvangen. Deze uitsparing is, overeenkomstig aspecten van de uitvinding, voorzien van een sluiting. Deze sluiting omvat een met voordeel horizontaal en met voordeel lineair beweegbaar sluitlid. Door de beweging van de sluiting kan de uitsparing worden geopend en gesloten. Hierdoor kan het projecterend lid in de uitsparing worden opgesloten wanneer het ligvlak zich in de horizontale positie bevindt en wordt het ligvlak ten opzichte van het onderstel vergrendeld.

[0013] Het vergrendelen van het ligvlak in de vlakke, horizontale positie door een projecterend lid in een uitsparing op te sluiten via een horizontale/lineaire beweging van een sluitlid laat toe om een eenvoudig sluitmechanisme te ontwikkelen, dat met voordeel ook op een ergonomische positie van het ligbed kan worden voorzien. Het vergrendelen en ontgrendelen van het ligvlak in de vlakke positie kan derhalve worden bediend vanuit de lighouding, zonder dat de gebruiker moet opstaan. Ligbedden overeenkomstig aspecten van de uitvinding zijn derhalve gebruiksvriendelijk.

[0014] Eenvoud en gebruiksgemak kunnen bijkomend of alternatief worden verkregen door het rompgedeelte met een vast scharnierpunt aan het onderstel te bevestigen en één van de twee elementen van het projecterend lid en de overeenstemmende uitsparing aan het rompgedeelte te voorzien, op een met voordeel vaste afstand van het vast scharnierpunt. Hierdoor voert dit element (het projecterend lid of de overeenstemmende uitsparing) een in een verticaal vlak gelegen rotatiebeweging omheen het vast scharnierpunt uit, tijdens het kantelen van het ligvlak. De uitsparing is bovendien zodanig ingericht, bv. door gepaste vormgeving en/of oriëntatie, dat de uitsparing toegankelijk is voor het projecterend lid, bv. dat het projecterend lid in de uitsparing kan treden en de uitsparing kan verlaten, door louter uitvoeren van de rotatiebeweging, in het bijzonder bij rotatiebeweging rondom de vlakke (horizontale) positie van het ligvlak. Hierdoor wordt verkregen dat het projecterend lid uitsluitend in de vlakke positie van het ligvlak in de uitsparing is gelegen, terwijl het in de kantelposities van het ligvlak niet in de uitsparing is gelegen. Dit vereenvoudigt het sluitmechanisme aanzienlijk.

[0015] Bijkomende voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden in de bijgevoegde afhankelijke conclusies beschreven.

[0016] Aspecten van de uitvinding zullen in hetgeen volgt worden toegelicht met verwijzing naar de volgende figuren, zonder hierbij limitatief te zijn.

[0017] Figuur 1 toont een perspectiefzicht van een ligbed volgens de uitvinding met het ligvlak in een gekantelde positie (zithouding).

[0018] Figuur 2 toont een zijaanzicht van het ligbed van Fig. 1.

[0019] Figuur 3 toont een perspectiefzicht van het ligbed van Fig. 1 met het ligvlak in een horizontale of vlakke positie (lighouding).

[0020] Figuur 4 toont een zijaanzicht van het ligbed van Fig. 3.

[0021] Figuur 5 toont een plofzicht van het ligbed van Fig. 1.

[0022] Figuur 6 toont een plofzicht van het vergrendelmechanisme van het ligbed van Fig. 5.

[0023] Figuur 7 toont een langsdoorsnede door het vergrendelmechanisme van Fig. 6.

[0024] Met verwijzing naar Fig. 1 tot 5, omvat een ligbed 10 volgens aspecten van de uitvinding een onderstel of frame 11 en een verstelbaar ligvlak 12. Het onderstel 11 omvat vier poten 111 die twee zich volgens een lengterichting 119 van het ligbed uitstrekkende steunbalken 112 ondersteunen. Steunbalken 112 zijn horizontaal opgesteld. Twee of meerdere dwarsbalken 113 strekken zich uit tussen de steunbalken 112 en verbinden deze met elkaar.

[0025] Het ligvlak 12, dat verwijst naar het onderdeel van het ligbed dat steun verleent aan het lichaam bij het liggen of zitten, is in minstens drie gedeelten gecompartimenteerd: een rompgedeelte 13, een middengedeelte 14 en een voetgedeelte 15. Het rompgedeelte 13 is voorzien om steun te verlenen aan het bovenlichaam, waaronder de romp en mogelijks het hoofd. Het middengedeelte 14 is voorzien om steun te verlenen aan de bovenbenen, terwijl het voetgedeelte 15 voorzien is om steun te verlenen aan de onderbenen en mogelijks de voeten. De afmetingen van de drie gedeelten 13, 14 en 15 zijn bijgevolg met voordeel aan hun functie aangepast.

[0026] Elk van de gedeelten 13, 14, 15 van het ligvlak 12 omvat met voordeel een paar zich volgens een lengterichting van het ligbed uitstrekkende steunlatten, respectievelijk 131, 141, 151. Dwarslatten, respectievelijk 132, 142, 152 strekken zich met voordeel tussen elk paar steunlatten uit, en verbinden de overeenstemmende steunlatten met elkaar.

[0027] De gedeelten 13, 14, 15 van het ligvlak 12 zijn scharnierend aan elkaar bevestigd. Het rompgedeelte 13 is bijgevolg via scharnieren 121 bevestigd aan het middengedeelte 14. Scharnieren 121 verbinden de steunlatten 131 en 141 met voordeel met elkaar. Zo is ook het middengedeelte 14 via scharnieren 122 bevestigd aan het voetgedeelte 15. Scharnieren 122 verbinden de steunlatten 141 en 151 met voordeel met elkaar. De scharnierassen van scharnieren 121, 122 strekken zich dwars op de lengterichting van het ligbed uit.

[0028] Door de scharnierende bevestiging van de gedeelten van het ligvlak 12 aan elkaar, kan worden bekomen dat het ligvlak verschillende kantelposities kan innemen, waardoor een persoon zowel een liggende als een zittende houding in het ligbed kan aannemen. De bevestiging van het ligvlak 12 aan het onderstel 11 dient bijgevolg daartoe te worden voorzien. Zoals best getoond in Fig. 5, omvat het rompgedeelte 13 een scharnierpaar 133 voorzien om te worden bevestigd in een scharnierhuls 115 van het onderstel 11. Scharnier 133 kan gevormd worden door een asuiteinde bevestigd aan elk van de steunlatten 131 en voorzien om te draaien in huls (lagerbus) 115 voorzien in de steunbalken 112. Zodoende wordt een scharnierverbinding tussen het rompgedeelte 13 en het onderstel 11 verkregen, waarbij het rompgedeelte 13 omheen een dwarse as 116 kan draaien/kantelen. Met voordeel is de afstand tussen scharnieren 133 en scharnieren 121 kleiner dan de helft van de lengte van het rompgedeelte 13 (lengte van steunlatten 131), met voordeel kleiner dan of gelijk aan een derde van deze lengte.

[0029] Met voordeel vormt de scharniercombinatie 133/115 een vast scharnierpunt. De dwarse as 116 (scharnieras) is met andere woorden vast, zowel ten opzichte van het onderstel 11, als ten opzichte van het rompgedeelte 13. Een vast scharnierpunt is voordelig omdat het de stijfheid van het ligbed ten goede komt. Scharnier 133/115 dient immers grote krachten op te nemen.

[0030] Met voordeel behoudt het voetgedeelte 15 een horizontale positie ongeacht de kantelpositie van het rompgedeelte 13. Om het kantelen of scharnieren van het rompgedeelte 13 ten opzichte van as 116 mogelijk te maken is het voetgedeelte 15 voorzien om een met voordeel horizontale lineaire beweging uit te voeren, met voordeel volgens de lengterichting van het ligbed. Sledes 153, bijvoorbeeld onder de vorm van glijlagers, zijn aan de steunlatten 151 van het voetgedeelte 15 bevestigd. Sledes 153 zijn voorzien om in een aan de steunbalk 112 bevestigde geleiding 114 in te grijpen. Geleiding 114 is met voordeel een lineaire geleiding die zich evenwijdig aan de lengterichting van steunbalk 112 uitstrekt. Geleiding 114 kan de vorm aannemen van een aan steunbalk 112 bevestigde lat en sledes 153 kunnen voorzien zijn van een groef die in de lat van geleiding 114 ingrijpt. Andere mogelijke uitvoeringsvormen zijn de vakman bekend en eenvoudig te implementeren, bv. via kogellagers.

[0031] Alternatief is het mogelijk om het voetgedeelte 15 scharnierend op te stellen. In dergelijk geval zal de scharnieras van het voetgedeelte met voordeel horizontaal lineair beweegbaar moeten zijn. De afstand tussen deze scharnieras en de scharnieren 122 is met voordeel kleiner dan de helft van de lengte van het voetgedeelte 15 (lengte van steunlatten 151 ).

[0032] Door de scharnierende bevestiging van de verschillende gedeelten van het ligvlak 12 aan elkaar (via scharnieren 121-122) wordt verkregen dat een kanteling van het rompgedeelte 13 omheen as 116 een horizontale verschuiving van het voetgedeelte 15 volgens een richting loodrecht op as 116 (richting evenwijdig aan de lengterichting van het ligbed en dus evenwijdig aan de steunbalken 112) teweegbrengt. De positie van het middengedeelte 14 en van het voetgedeelte 15 worden bijgevolg eenduidig bepaald door de (kantel)positie van het rompgedeelte 13.

[0033] Voor het comfort van de gebruiker omvat het ligbed 10 een vergrendelmechanisme 16 om het ligvlak 12 in welbepaalde kantelposities (omkeerbaar) te vergrendelen. Dit vergrendelmechanisme 16 kan eenzijdig, dit wil zeggen slechts aan één zijde van het ligbed, of tweezijdig, dit wil zeggen aan weerszijden van het ligbed, worden voorzien. In de figuren is een identiek vergrendelmechanisme 16 aan weerszijden van het ligbed 10 voorzien. Het vergrendelmechanisme 16 omvat met voordeel middelen om een relatieve positie tussen het onderstel 11 en het ligvlak 12 vast te houden (te vergrendelen) en wanneer gewenst los te laten, en dit voor meerdere kantelposities van het ligvlak.

[0034] Met verwijzing naar Fig. 6 en 7, omvat het vergrendelmechanisme 16 een samenstel 165 met instelbare lengte, bv. telescopisch, dat zich tussen een eerste bevestigingsuiteinde 161 en een tweede bevestigingsuiteinde 162 uitstrekt. Aan het eerste bevestigingsuiteinde 161 is het samenstel 165 met voordeel scharnierend aan het onderstel 11 bevestigd. Aan het andere, met voordeel tegenoverliggend bevestigingsuiteinde 162, is het samenstel 165 met voordeel scharnierend bevestigd aan het ligvlak 12. Met voordeel is het samenstel 165 aan uiteinde 162 bevestigd aan het voetgedeelte 15. Het samenstel 165 is bijgevolg ingericht om een instelbare afstand tussen de twee bevestigingsuiteinden 161,162 vastte houden. Dergelijke samenstellen zijn gekend, bijvoorbeeld een glijstaaf verbonden aan een tandheugel die via een pin in een welbepaalde positie kan worden geklemd; een ander voorbeeld is beschreven in Fig. 5 en 6 van EP 1243206.

[0035] Met voordeel omvat het vergrendelmechanisme een energie-opslagmiddel, dat bij ontgrendelen een kracht kan leveren om de lengte van het samenstel aan te passen. Dit staat de gebruiker bij het veranderen van kantelpositie bij. Een gekend energie-opslagmiddel is een veer.

[0036] Verder omvat het vergrendelmechanisme 16 een bedieningslid 164 om de instelbare afstand van het samenstel 165 te vergrendelen en de ontgrendelen. Vergrendelmechanisme 16 wordt met voordeel bediend vanuit de zittende of liggende houding. Dit is voordelig, temeer de gebruiker in dergelijk geval haar of zijn lichaamsgewicht kan benutten om het ligvlak van positie te doen veranderen. Hierdoor is een snellere instelling van de gewenste kantelpositie mogelijk.

[0037] Met voordeel is het samenstel 165 van het vergrendelmechanisme 16 continu of traploos instelbaar. Daartoe kan het samenstel 165 met voordeel de vorm aannemen van een blokkeerbare gasveer 165. Gasveer 165 is voorzien van een aanstuurpin 169, die bij induwen de gasveer 165 ontgrendelt, zodat de kantelpositie kan worden gewijzigd.

[0038] Gasveer 165 is aan een uiteinde 162 voorzien van een trekoog 166, waarmee ze scharnierend aan het ligvlak 12 (voetgedeelte 15) is bevestigd. Voetgedeelte 15 omvat daartoe een as 154 die dwars op de lengterichting uitsteekt en in oog 166 ingrijpt. Alternatief is het mogelijk om het vergrendelmechanisme 16 zo aan te passen dat de bevestiging geschiedt aan een ander gedeelte van het ligvlak 12.

[0039] Met voordeel zijn de steunbalken 112 hol, zodat de gasveer 165 in de steunbalk 112 kan worden gehuisvest. Dergelijke oplossing beschermt de gasveer tegen weersinvloeden en geeft het ligbed een esthetisch verantwoorde vormgeving. Ter hoogte van as 154 is de steunbalk 112 voorzien van een groef 117, die toelaat om as 154 in het holle deel van de steunbalk 112 te laten dringen.

[0040] Met voordeel is aanstuurpin 169 voorzien aan het uiteinde 161 van gasveer 165. De aanstuurpin 169 is operationeel verbonden met het bedieningslid 164. Dit bedieningslid werkt als het ware als een hefboom waardoor de gasveer 165 gemakkelijk kan worden bediend.

[0041] Een behuizing 160 is vast bevestigd aan het onderstel 11, bijvoorbeeld binnenin de holle steunbalk 112. Een in de behuizing 160 voorziene sleuf 163 ontvangt het uiteinde van gasveer 165 dat met de aanstuurpin 169 is voorzien.

[0042] De gasveer 165 is aan dit uiteinde aan de behuizing 160 op een met voordeel scharnierende manier bevestigd. Bedieningslid 164 is via een met voordeel vaste as 168 scharnierend aan de behuizing 160 bevestigd. As 168 is met voordeel dwars op de lengterichting van het ligbed opgesteld. De lengte van bedieningslid 164 is met voordeel zodanig gekozen dat het uit de steunbalk 112 uitsteekt, wat maakt dat de gebruiker het vergrendelmechanisme eenvoudig kan bedienen. De bevestiging van de gasveer 165 aan behuizing 160 kan worden bewerkstelligd door een trekoog 167 aan het uiteinde van gasveer 165 te bevestigen. Het oog van trekoog 167 is zodanig ingericht dat bedieningslid 164 doorheen het oog uitsteekt. Door de scharnierende bevestiging van bedieningslid 164 aan de vaste as 168 wordt bekomen dat de gasveer 165 verbonden is aan behuizing 160.

[0043] Aanstuurpin 169 steekt met voordeel uit in het oog van trekoog 167 en staat daarbij operationeel in verbinding met het bedieningslid 164. Door het doen scharnieren van lid 164 omheen as 168 wordt aanstuurpin 169 ingeduwd, waardoor de gasveer 165 wordt ontgrendeld. Het ligvlak 12 kan nu van kantelpositie worden veranderd. Indien de gasveer 165 een duwveer is, assisteert ze het kantelen naar de vlakke, liggende positie, door het voetgedeelte 15 weg van as 116 te duwen.

[0044] Een voordeel van het hierboven beschreven vergrendelmechanisme 16, waarbij het bedieningslid 164 met een vast scharnierpunt 168 aan het onderstel 11 is bevestigd, is dat het bedieningslid 164 zijn positie ten opzichte van het onderstel 11 blijft behouden. Dit zorgt voor een groter gebruiksgemak van de bediening ten opzichte van het geval waarbij het bedieningslid mee zou bewegen met de verplaatsing van het voetgedeelte 15 en draagt bij tot de ergonomie van het ligbed. Er dient genoteerd dat de gasveer 165 in dergelijke opstelling kan worden vervangen door eender welk mechanisme dat via een scharnierend bedieningslid 164 kan worden aangestuurd om een relatieve positie te vergrendelen en te ontgrendelen, bijvoorbeeld een tandwiel/tandheugelstel.

[0045] Bovengenoemde vergrendelmechanismen laten toe om het ligvlak in een gekantelde positie, waarbij het rompgedeelte 13 een hoek α met de horizontale maakt die groter is dan nul, met een aanvaardbare stijfheid te vergrendelen. Echter, in een volledig horizontale of vlakke positie van het ligvlak 12, dus waarbij α gelijk is aan nul, spelen de krachten allemaal in het verlengde van elkaar, waardoor de stijfheid van de vergrendeling voelbaar verslechtert. Voor de vlakke positie wordt daarom een bijkomende vergrendeling voorzien.

[0046] Overeenkomstig aspecten van de uitvinding wordt deze bijkomende vergrendeling zodanig voorzien dat zij door de gebruiker in de liggende/zittende houding kan worden bediend. Met voordeel wordt de bijkomende vergrendeling voor de vlakke positie bediend via hetzelfde bedieningslid van het vergrendelmechanisme voor de kantelposities.

[0047] Met verwijzing naar Fig. 5 tot 7, omvat het onderstel 11, meer bepaald een of beide steunbalken 112, een uitsparing 118, die is opgesteld ter hoogte van een met voordeel vast op het rompgedeelte 13 voorziene dwars uitstekende pin 134. Pin 134 doet dienst als vergrendelpin van het ligvlak voor de vlakke positie. Bij het kantelen van rompgedeelte 13 naar de horizontale positie (hoek α wordt kleiner), beweegt pin 134 in de uitsparing 118. Eenzelfde uitsparing 172 wordt in behuizing 160 op een positie overeenstemmend met uitsparing 118, voorzien. Het zal duidelijk zijn dat vergrendelpin 134 en uitsparing 118, 172 omwisselbaar zijn tussen onderstel en ligvlak (rompgedeelte). Het zal eveneens duidelijk zijn dat de uitsparing 118, 172 open dient te zijn volgens de naderingsrichting van de vergrendelpin 134 naar de uitsparing 118 toe. In onderhavig voorbeeld voert de vergrendelpin 134 een vaste rotatiebeweging uit ten opzichte van het scharnierpunt 133 in een verticaal vlak. De uitsparing 118 zal bijgevolg toegankelijk moeten zijn voor de vergrendelpin via een opening die volgens een raaklijn aan de rotatiebeweging is georiënteerd, bv. naar een onderzijde, of - al naargelang de positie van de vergrendelpin 134 ten opzichte van scharnierpunt 133 - bovenzijde van de steunbalk 112, om de vergrendelpin 134 te kunnen ontvangen.

[0048] Een mogelijk vergrendelmechanisme 17 voor de vlakke positie omvat een glijplaat 170, die in een groef 173 in het onderstel 11 kan bewegen. In onderhavig voorbeeld is groef 173 in de behuizing 160 aangebracht en strekt zich met voordeel uit volgens een richting evenwijdig aan de lengterichting van het ligbed.

[0049] Met voordeel kruist groef 173 de uitsparing 172, zodat de glijplaat 170, die zich in de groef 173 bevindt, de uitsparing 172 afsluit. Glijplaat 170 is voorzien van een uitsparing 171, die zodanig is, dat door bewegen van glijplaat 170 langs groef 173, uitsparing 171 in een overeenstemmende positie met uitsparing 172 kan worden gebracht, waardoor deze opent en vergrendelpin 134 kan ontvangen of vrijgeven.

[0050] Glijplaat 170 strekt zich met voordeel uit van uitsparing 172 tot bedieningslid 164. Ter hoogte van het bedieningslid 164 is met voordeel een tweede uitsparing 174 in de glijplaat 170 voorzien. Het bedieningslid 164 strekt zich doorheen de tweede uitsparing 174 uit. Door het scharnieren van lid 164 omheen as 168 wordt bekomen dat glijplaat 170 langsheen groef 173 kan worden bewogen. Met andere woorden, het bedienen van lid 164 maakt het mogelijk om de uitsparing 172 te openen en af te sluiten. In een gesloten toestand van uitsparing 172, en met vergrendelpin 134 die in deze uitsparing is ontvangen, wordt het ligvlak 12 in de vlakke positie vergrendeld. De gebruiker kan bijgevolg vanuit een liggende houding op het ligbed, en met voordeel via eenzelfde bedieningshendel als voor de vergrendeling van de gekantelde posities, de vlakke positie vergrendelen.

[0051] Door het scharnieren van lid 164 omheen de vaste as 168, wordt met voordeel eveneens bekomen dat eenzelfde handeling bij het bedienen van lid 164 zowel een vergrendeling in een gekantelde positie van het ligvlak, als een vergrendeling in de vlakke positie van het ligvlak bewerkstelligt. Meer bepaald, het scharnieren van lid 164 tot aanslag wordt gemaakt tegen de aanstuurpin 169, ontgrendelt het vergrendelmechanisme 16, zodat een nieuwe kantelpositie kan worden ingesteld. De nieuwe kantelpositie kan worden vergrendeld door lid 164 weg van de aanstuurpin 169 te kantelen. In het geval dat men het ligvlak 12 in de volledig vlakke positie wenst in te stellen, zal het volstaan om lid 164 te doen scharnieren om as 168 tot de uitsparing 171 van glijplaat 170 de uitsparing 172 in de behuizing 160 vrijgeeft. In deze kantelpositie van het lid 164 wordt met voordeel aanslag gemaakt tegen aanstuurpin 169 zodat het ligvlak 12 verstelbaar is. Het ligvlak 12 kan dan probleemloos in de vlakke positie worden gebracht door de vergrendelpin 134 in de uitsparing 172 te brengen. Daarna zal een scharnieren van lid 164 in de met voordeel tegengestelde richting de glijplaat 170 doen schuiven langsheen groef 173, zodat uitsparing 171 niet meer in overeenstemming is met uitsparing 172 en deze laatste wordt afgesloten, waarbij de vlakke positie wordt vergrendeld. In deze kantelpositie van lid 164 maakt lid 164 met voordeel geen aanslag tegen aanstuurpin 169, zodat het vergrendelmechanisme 16 eveneens vergrendeld is.

[0052] Vergrendelpin 134 is met voordeel opgesteld tussen scharnier 133 en scharnier 121. Een opstelling aan de tegenoverliggende zijde van scharnier 133 (ten opzichte van scharnier 121 ) is alternatief mogelijk. In dit laatste geval worden de uitsparingen 118 en 172, evenals glijplaat 170 mee verplaatst.

[0053] Een soepel materiaal (niet getoond), bijvoorbeeld een textiel, kan op het ligvlak zijn opgespannen. De opspanning kan voorzien zijn aan de steunlatten 131, 141, 151. Alternatief kan een bijkomende opspanstructuur op elk gedeelte worden voorzien. Het spreekt voor zich dat elk ander materiaal dat een steun voor het lichaam kan vormen eveneens op het ligvlak 12 kan worden voorzien, bijvoorbeeld houten latten.