BE1022776B1

BE1022776B1 - Fireplace and mounting of fire

Info

Publication number: BE1022776B1
Application number: BE2015/5546A
Authority: BE
Inventors: Den Troost Bart Van; Clem Gilbert Pierre Vanhee
Original assignee: Metalfire Nv
Priority date: 2015-08-28
Filing date: 2015-08-28
Publication date: 2016-09-01
Also published as: BE1022776A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een haard 1, in het bijzonder voor het verbranden van een brandbare stof zoals hout of gas, ten minste omvattende een verbrandingsruimte 7 gevormd uit haardwanden 8 die ingericht zijn om met elkaar verbonden te worden middels puntverbindingen ter hoogte van puntlocaties langsheen axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8. De aangrenzende puntlocaties 9 liggen op een onderlinge afstand van 0,5 cm tot 15,0 cm van elkaar. Verder heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze voor de montage van een haard 1 en op een gebruik van een werkwijze volgens de huidige uitvinding voor de montage van een haard 1 volgens de huidige uitvinding.The present invention relates to a fireplace 1, in particular for burning a combustible substance such as wood or gas, at least comprising a combustion space 7 formed from fireplace walls 8 which are arranged to be connected to each other by means of point connections at point locations. along axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8. The adjacent point locations 9 are spaced 0.5 cm to 15.0 cm apart from each other. Furthermore, the present invention relates to a method for mounting a fireplace 1 and to a use of a method according to the present invention for mounting a fireplace 1 according to the present invention.

Description

HAARD EN MONTAGE VAN HAARDFIREPLACE AND FIREPLACE ASSEMBLY

TECHNISCH DOMEINTECHNICAL DOMAIN

De uitvinding heeft betrekking op een haard en de montage van een haard.The invention relates to a fireplace and the mounting of a fireplace.

STAND DER TECHNIEKBACKGROUND ART

Haarden en kachels worden frequent toegepast als verwarmingsapparaat. Een probleem dat zich kan voordoen met haarden en kachels is een onvoldoende gasdichte afsluiting. Een gasdichte afsluiting van haarden en kachels is van groot belang voor de energetische efficiëntie van de verwarming evenals voor de gezondheid van omstaanders. EP 1 431 666 beschrijft een systeem dat gebruikt wordt om een basis kachel te installeren waarvan de verschillende delen permanent afgedicht zijn ten opzichte van rookgassen. EP 1 431 666 vertoont het probleem dat er niet voldoende technische details aanwezig zijn omtrent de verbinding en afdichting van de verschillende delen.Fireplaces and stoves are frequently used as a heating device. A problem that can occur with fireplaces and stoves is an insufficient gas-tight seal. A gas-tight closure of fireplaces and stoves is of great importance for the energy efficiency of the heating as well as for the health of bystanders. EP 1 431 666 describes a system that is used to install a basic heater whose various parts are permanently sealed against flue gases. EP 1 431 666 has the problem that there are not enough technical details available about the connection and sealing of the different parts.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.It is an object of the present invention to find a solution to at least some of the aforementioned problems.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een haard 1, in het bijzonder voor het verbranden van een brandbare stof zoals hout of gas, ten minste omvattende een verbrandingsruimte 7 gevormd uit haardwanden 8 die ingericht zijn om met elkaar verbonden te worden middels puntverbindingen ter hoogte van puntlocaties 9 langsheen axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8, waarbij de aangrenzende puntlocaties 9 op een onderlinge afstand van 0,5 cm tot 15,0 cm van elkaar liggen.A first aspect of the present invention relates to a fireplace 1, in particular for burning a combustible substance such as wood or gas, at least comprising a combustion space 7 formed from fireplace walls 8 which are adapted to be connected to each other by means of point connections at height of point locations 9 along axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8, wherein the adjacent point locations 9 are at a mutual distance of 0.5 cm to 15.0 cm from each other.

Het gebruik van puntverbindingen op puntlocaties 9 waarborgt een snelle verbinding van haardwanden 8 en bijgevolg een snelle montage van een haard 1. De gespecifieerde afstand tussen aangrenzende puntlocaties 9 langsheen axiaal overlappende delen 2, 4 leidt tot een optimale afdichting tussen de verbonden delen 2,4 en daarnaast tot een minimale materiaalkost, in termen van gebruikte middelen voor verbinding.The use of point connections at point locations 9 ensures a fast connection of hearth walls 8 and therefore a rapid mounting of a hearth 1. The specified distance between adjacent point locations 9 along axially overlapping parts 2, 4 leads to an optimum seal between the connected parts 2,4 and in addition to a minimal material cost, in terms of means used for connection.

Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een werkwijze voor de montage van een haard 1, minstens omvattende de stappen van: - het aanbrengen van ten minste twee haardwanden 8; - het in contact brengen van haardwanden 8 zodat deze haardwanden elkaar ten minste gedeeltelijk overlappen langsheen axiaal overlappende delen 2, 4; - het verbinden van de axiaal overlappende delen 2, 4 van de haardwanden 8, waarbij de axiaal overlappende delen 2, 4 op puntlocaties 9 met elkaar verbonden worden.A second aspect of the present invention relates to a method for mounting a fireplace 1, at least comprising the steps of: - arranging at least two fireplace walls 8; - bringing fireplace walls 8 into contact so that these fireplace walls at least partially overlap along axially overlapping parts 2, 4; - connecting the axially overlapping parts 2, 4 of the hearth walls 8, wherein the axially overlapping parts 2, 4 are connected to each other at point locations 9.

Een derde aspect van de huidige uitvinding betreft een gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding voor de montage van een haard volgens het eerste aspect van de uitvinding.A third aspect of the present invention relates to a use of a method according to the second aspect of the invention for mounting a fireplace according to the first aspect of the invention.

BESCHRIJVING VAN DE FIGURENDESCRIPTION OF THE FIGURES

Fig. 1 is een explosietekening van een detailweergave van een uitvoering van axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8 die met elkaar verbonden zijn ter hoogte van puntlocaties 9, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.FIG. 1 is an exploded view of a detailed view of an embodiment of axially overlapping portions 2, 4 of hearth walls 8 connected together at point locations 9, according to embodiments of the present invention.

Fig. 2 is een detailweergave van een uitvoering van axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8 die met elkaar verbonden zijn ter hoogte van puntlocaties 9, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.FIG. 2 is a detailed view of an embodiment of axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8 connected to each other at point locations 9, according to embodiments of the present invention.

Fig. 3 is een detailweergave van een uitvoering van axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8 met elkaar verbonden ter hoogte van puntlocaties 9 en voorzien van een laag van gasdichte siliconen 6, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.FIG. 3 is a detailed view of an embodiment of axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8 connected to each other at point locations 9 and provided with a layer of gas-tight silicone 6, according to embodiments of the present invention.

Fig. 4 is een uitvoering van een haard 1 met axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8 met elkaar verbonden ter hoogte van puntlocaties 9 en voorzien van een laag van gasdichte siliconen 6, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.FIG. 4 is an embodiment of a hearth 1 with axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8 connected to each other at point locations 9 and provided with a layer of gas-tight silicone 6, according to embodiments of the present invention.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION

Een haard 1 volgens de huidige uitvinding kan een vrijstaande haard of een inbouwhaard betreffen. Inbouwhaarden, ook cassettes, inbouwkachels of inserts genoemd zijn verwarmings- of sfeervuur-toestellen die ten minste gedeeltelijk in één of meerdere wanden van een ruimte ingebouwd worden waardoor de inbouwhaard ten minste gedeeltelijk aan het zicht onttrokken wordt. Hoewel bepaalde uitvoeringen van haarden 1 een louter decoratieve functie vervullen, is het veelal de bedoeling dat een haard 1 effectief als verwarmingstoestel kan gebruikt worden. Hierdoor is het uitermate belangrijk dat een haard 1 een hoog rendement heeft. Hierbij is een gasdichte afsluiting van een haard 1 van groot belang. Bovendien is een gasdichte afsluiting van een haard 1 van belang voor de gezondheid van omstaanders.A fireplace 1 according to the present invention can be a free-standing fireplace or a built-in fireplace. Built-in fireplaces, also referred to as cassettes, built-in stoves or inserts, are heating or atmospheric fire devices that are at least partially installed in one or more walls of a room, whereby the built-in fire is at least partially hidden from view. Although certain designs of fireplaces 1 fulfill a purely decorative function, it is often intended that a fireplace 1 can be effectively used as a heating appliance. This makes it extremely important that a fireplace 1 has a high efficiency. A gas-tight closure of a fireplace 1 is of great importance here. Moreover, a gas-tight closure of a fireplace 1 is important for the health of bystanders.

De brandbare stof voor een haard 1 volgens de huidige uitvinding kan geselecteerd worden uit de groep omvattende aardgas, propaan, hout en bio-brandstof. Andere brandbare stoffen kunnen ook aangewend worden als brandbare stof, waarvan steenkool, cokes, petroleum cokes of biomassa niet-uitsluitende voorbeelden zijn. Bio-brandstof kan in een vaste, vloeibare of gasvormige toestand worden toegevoerd. Bio-brandstoffen zijn energiedragers die gewonnen worden uit organisch materiaal, oftewel biomassa. Toepasbare bio-brandstoffen zijn bijvoorbeeld bio-ethanol, bio-butanol en bio-methanol.The combustible material for a fireplace 1 according to the present invention can be selected from the group comprising natural gas, propane, wood and bio-fuel. Other flammable substances can also be used as flammable substances, of which coal, coke, petroleum coke or biomass are non-exclusive examples. Biofuel can be supplied in a solid, liquid or gaseous state. Biofuels are energy carriers that are extracted from organic material, or biomass. Suitable bio-fuels are, for example, bio-ethanol, bio-butanol and bio-methanol.

De verbrandingsruimte 7 is gevormd uit haardwanden 8 en is ingericht voor het omvatten van een brandbare stof en dient daarnaast als inrichting waar het verbranden van een brandbare stof plaatsvindt. De verbrandingsruimte 7 is bij voorkeur uitgevoerd in een hitteresistent materiaal, zoals gietijzer. In geval van een inbouwhaard kan bij de inbouw van de verbrandingsruimte 7 deze ruimte aan zijn buitenkant bekleed worden met structuurelementen met een esthetische functie zoals, bijvoorbeeld, plinten en vloerplaten. De verbrandingsruimte 7 omvat ten minste twee haardwanden 8. Van deze ten minste twee haardwanden 8 is bij voorkeur een wand 8 in contact met een vloer van een gebouw of met een ander liggend oppervlak. Op laatstgenoemde wand 8 kan een vaste brandbare stof, zoals hout, gedragen worden. De laatstgenoemde wand 8 kan openingen omvatten waarlangs een gasvormige brandbare stof, bij voorkeur voorzien via een aanvoerkanaal, toegang tot de verbrandingsruimte 7 kan verkrijgen. Het aantal haardwanden 8 dat de verbrandingsruimte 7 kan omvatten is afhankelijk van de geometrie van de verbrandingsruimte 7, evenals de keuze om bepaalde haardwanden 8 al dan niet aan te brengen. Wanneer bij een verbrandingsruimte 7 minstens één haardwand 8 niet is aangebracht, dan vertoont de verbrandingsruimte 7 minstens één opening of één open zijde naar een omgeving toe. In dit geval wordt er gewoonlijk gesproken over een "open haard". Langs deze opening kan lucht opgenomen worden voor de verbranding van een brandbare stof. Het weglaten van een haardwand 8 van de verbrandingsruimte 7 is wenselijk wanneer men het interieur van de verbrandingsruimte 7 wil kunnen waarnemen. Een brandend vuur in een haard 1, oftewel een haardvuur, kan immers een esthetische meerwaarde bieden voor een gebouw waarin het gesitueerd is. Het is daarnaast niet uitgesloten om de verbrandingsruimte 7 uit te voeren als een hoofdzakelijk gesloten geheel. Hierbij is de verbrandingsruimte 7 volledig omsloten, uitgezonderd de aanwezige aansluitingen met kanalen voorzien voor de aanvoer van lucht, brandbare stoffen en/of de aan- of afvoer van gassen. In dit geval wordt er gewoonlijk gesproken over een "gesloten haard". Bij voorkeur wordt bij een verbrandingsruimte 7 van een dergelijke gesloten haard minstens één haardwand 8 in een hitteresistent doch transparant materiaal, zoals, bijvoorbeeld, hitteresistent glas of een ander gelijkaardig hitteresistent transparant materiaal, uitgevoerd dat de zichtbaarheid van het interieur van de verbrandingsruimte 7 toelaat.The combustion space 7 is formed from hearth walls 8 and is adapted to contain a combustible substance and also serves as a device where the combustion of a combustible substance takes place. The combustion space 7 is preferably made of a heat-resistant material, such as cast iron. In the case of a built-in fire, when installing the combustion space 7, this space can be clad on its outside with structural elements with an aesthetic function such as, for example, baseboards and floorboards. The combustion space 7 comprises at least two hearth walls 8. Of these at least two hearth walls 8, a wall 8 is preferably in contact with a floor of a building or with another lying surface. A solid combustible substance such as wood can be supported on the latter wall 8. The latter wall 8 may comprise openings along which a gaseous combustible substance, preferably provided via a supply channel, can gain access to the combustion space 7. The number of fireplace walls 8 that the combustion space 7 can comprise depends on the geometry of the combustion space 7, as well as the choice of whether or not to fit certain fireplace walls 8. If at least one hearth wall 8 is not provided with a combustion space 7, the combustion space 7 has at least one opening or one open side towards an environment. In this case, a "fireplace" is commonly used. Air can be absorbed through this opening for the combustion of a combustible substance. The omission of a fireplace wall 8 from the combustion space 7 is desirable if it is desired to be able to observe the interior of the combustion space 7. After all, a burning fire in a hearth 1, or a hearth fire, can offer an aesthetic added value for a building in which it is situated. In addition, it is not excluded to construct the combustion space 7 as a substantially closed whole. The combustion space 7 is hereby completely enclosed, with the exception of the connections present with channels provided for the supply of air, combustible substances and / or the supply or removal of gases. In this case, a "closed hearth" is commonly used. Preferably, at a combustion space 7 of such a closed hearth, at least one hearth wall 8 is made of a heat-resistant but transparent material, such as, for example, heat-resistant glass or another similar heat-resistant transparent material, which permits the visibility of the interior of the combustion space 7.

Met de term "axiaal overlappende delen" wordt in de huidige tekst geduid op delen van haardwanden 8 die volgens een rechtlijnige as met elkaar overlappen.In the present text, the term "axially overlapping parts" refers to parts of hearth walls 8 which overlap along a linear axis.

Met de term "puntverbinding" wordt in onderhavige tekst gewezen op een verbinding die aangebracht is op een specifieke puntlocatie 9. Ter illustratie van dergelijke puntlocaties 9 wordt verwezen naar Fig. 1, Fig. 2 en Fig. 4. Fig. 1 en Fig. 2 zijn detailweergaven van uitvoeringen van axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8 die met elkaar verbonden zijn ter hoogte van puntlocaties 9. Een uitvoeringsvorm van een haard 1 met haardwanden 8 verbonden ter hoogte van dergelijke puntlocaties 9 is in Fig. 4 weergegeven. De puntverbindingen kunnen tot stand gebracht worden door middel van eender welke middelen en technieken zoals gekend uit de stand van de techniek die geschikt zijn voor het verbinden van puntlocaties 9. Uitvoeringsvormen kunnen onder meer blindklinknagels, klinknagels, tapschroeven, bouten of plaatselijke lasverbindingen, bijvoorbeeld uitgevoerd middels puntlassen of striplassen, omvatten als puntverbindingen.The term "point connection" in the present text refers to a connection provided at a specific point location 9. For illustration of such point locations 9, reference is made to Figs. 1, FIG. 2 and FIG. 4. FIG. 1 and FIG. 2 are detailed views of embodiments of axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8 connected to each other at point locations 9. An embodiment of a hearth 1 connected to hearth walls 8 at such point locations 9 is shown in FIG. 4. The point connections can be made by any means and techniques known in the art that are suitable for joining point locations 9. Embodiments may include blind rivets, rivets, tap screws, bolts or local weld connections, e.g. by spot welding or stripping, as point connections.

Haardwanden 8 worden bij montage van een haard 1 veelal met elkaar verbonden door het lassen van de volledige oppervlakte van overlappende delen. Dit brengt risico's met zich mee op vlak van lasfouten en op vlak van materiaalvervorming door warmte-inbreng bij het lassen. Deze risico's worden vermeden door gebruik te maken van genoemde puntverbindingen ter hoogte van puntlocaties 9.Fireplace walls 8 are often connected to each other when mounting a fireplace 1 by welding the entire surface of overlapping parts. This entails risks with regard to welding errors and with regard to material deformation due to heat input during welding. These risks are avoided by using said point connections at point locations 9.

Het gebruik van puntverbindingen op puntlocaties 9 waarborgt een snelle verbinding van haardwanden 8 en bijgevolg een snelle montage van een haard 1. De gespecifieerde afstand tussen aangrenzende puntlocaties 9 langsheen axiaal overlappende delen 2, 4 leidt tot een zeer gelijkmatige en optimale afdichting tussen de verbonden delen 2,4 en daarnaast tot een minimale materiaalkost, in termen van gebruikte middelen voor verbinding. Het is voor een vakman bekwaam in de stand der techniek niet voor de hand liggend om genoemde gespecifieerde afstand te bepalen, aangezien hiermee grote proefondervindelijke inspanningen verbonden zijn. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm liggen de aangrenzende puntlocaties 9 op een onderlinge afstand van 1,0 cm tot 12,0 cm van elkaar, en in een nog meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm liggen de aangrenzende puntlocaties 9 op een onderlinge afstand van 1,5 cm tot 8,0 cm van elkaar.The use of point connections at point locations 9 ensures a fast connection of hearth walls 8 and consequently a rapid mounting of a hearth 1. The specified distance between adjacent point locations 9 along axially overlapping parts 2, 4 leads to a very even and optimum seal between the connected parts 2.4 and in addition to a minimum material cost, in terms of means used for connection. It is not obvious to a person skilled in the art to determine said specified distance, since this involves large experimental efforts. In a preferred embodiment, the adjacent point locations 9 are at a mutual distance of 1.0 cm to 12.0 cm from each other, and in a still more preferred embodiment, the adjacent point locations 9 are at a mutual distance of 1.5 cm to 8.0 cm apart.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij 1 tot 10 van genoemde puntlocaties 9 voorzien zijn per dm2 van genoemde axiaal overlappende delen 2, 4.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein 1 to 10 of said point locations 9 are provided per dm 2 of said axially overlapping parts 2, 4.

Het voorzien van een te verkiezen aantal puntlocaties 9 voor verbinding tussen axiaal overlappende delen 2, 4 is bevorderlijk voor een gelijkmatige en gasdichte afsluiting tussen te verbinden delen 2, 4. In een te verkiezen uitvoeringsvorm zijn 2 tot 9 van genoemde puntlocaties voorzien per dm2 van genoemde axiaal overlappende delen 2, 4. In een nog meer te verkiezen uitvoeringsvorm zijn 3 tot 6 van genoemde puntlocaties voorzien per dm2 van genoemde axiaal overlappende delen 2, 4.Providing a preferred number of point locations 9 for connection between axially overlapping parts 2, 4 is conducive to an even and gas-tight seal between parts 2, 4 to be connected. In a preferred embodiment 2 to 9 of said point locations are provided per dm 2 of said axially overlapping parts 2, 4. In an even more preferred embodiment, 3 to 6 of said point locations are provided per dm 2 of said axially overlapping parts 2, 4.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ten minste één haardwand 8 een flens 4 omvat als axiaal overlappend deel.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein at least one hearth wall 8 comprises a flange 4 as an axially overlapping part.

Wanneer haardwanden 8 niet parallel ten opzichte van elkaar geplaatst worden is de aanwezigheid van een flens 4, die een bepaalde hoek ten opzichte van het lichaam van de haardwand 8 beschrijft, een handige inrichting voor het verbinden van dergelijke haardwanden 8. De flens 4 kan uitgevoerd zijn uit eender welk geschikt materiaal zoals bekend uit de stand der techniek. Bij voorkeur omvat de flens 4 gietijzer of roestvast staal. In de uitvoeringsvormen afgebeeld in Fig. 1, Fig. 2 en Fig. 4 kunnen duidelijk de puntverbindingen waargenomen worden tussen flenzen 4 van een haardwand 8 en het ermee axiaal overlappende deel 2 van een andere haardwand 8.When fireplace walls 8 are not placed parallel to each other, the presence of a flange 4, which describes a certain angle with respect to the body of the fireplace wall 8, is a convenient device for connecting such fireplace walls 8. The flange 4 can be designed are from any suitable material as known in the art. The flange 4 preferably comprises cast iron or stainless steel. In the embodiments shown in FIG. 1, FIG. 2 and FIG. 4, the point connections can clearly be observed between flanges 4 of a fire wall 8 and the part 2 of another fire wall 8 axially overlapping therewith.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de puntverbindingen ter hoogte van genoemde puntlocaties 9 blindklinknagels 5 omvatten.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein the point connections at said point locations 9 comprise blind rivets 5.

Blindklinknagels 5 bieden het voordeel dat ze toegepast kunnen worden bij delen die slechts van één kant toegankelijk zijn. De uitvoeringsvormen afgebeeld in Fig. 1, Fig. 2, Fig. 3 en Fig. 4 vertonen blindklinknagels 5 als puntverbindingen.Blind rivets 5 offer the advantage that they can be applied to parts that are only accessible from one side. The embodiments shown in FIG. 1, FIG. 2, FIG. 3 and FIG. 4 show blind rivets 5 as point connections.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde blindklinknagels 5 gasdicht zijn.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein said blind rivets 5 are gas-tight.

Het aanwenden van gasdichte blindklinknagels 5 draagt bij tot een gasdichte afsluiting tussen te verbinden axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8.The use of gas-tight blind rivets 5 contributes to a gas-tight seal between axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8 to be connected.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de blindklinknagels (5) uitgevoerd zijn in roestvast staal.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein the blind rivets (5) are made of stainless steel.

De keuze voor roestvast staal zorgt ervoor dat de blindklinknagels 5 niet of nauwelijks zullen roesten. Dit zorgt ervoor dat de blindklinknagels 5 niet structureel zullen verzwakken door te roesten, wat de duurzaamheid van de puntverbindingen middels blindklinknagels 5 ten goede komt.The choice for stainless steel ensures that the blind rivets 5 will hardly or will not rust. This ensures that the blind rivets 5 will not structurally weaken due to rusting, which benefits the durability of the point connections through blind rivets 5.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de puntverbindingen ter hoogte van genoemde puntlocaties 9 lasverbindingen omvatten.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein the point connections at said point locations 9 comprise welding connections.

Het aanwenden van lasverbindingen laat eenvoudig het aanbrengen van plaatselijke puntverbindingen op moeilijk bereikbare plaatsen toe. In uitvoeringsvormen worden hiervoor puntlassen of striplassen als lastechnieken gebruikt. Bij het gebruik van lasverbindingen als puntverbindingen wordt, ten opzichte van het lassen van volledige oppervlakten, overmatige warmte-inbreng vermeden omdat het lassen ter hoogte van de puntlocaties 9 slechts een plaatselijke concentratie van warmte-inbreng vereist. Daarenboven is het aanbrengen van dergelijke lokale lasverbindingen een vlotte verbindingsmethode, die veel sneller is dan het volledig lassen van volledige zijden.The use of welded joints simply allows the application of local point joints in hard-to-reach places. In embodiments, spot welding or stripping welding are used as welding techniques for this. When welding connections are used as point connections, excessive heat input is avoided with respect to the welding of entire surfaces, since welding at the point locations 9 requires only a local concentration of heat input. Moreover, the application of such local weld connections is a smooth connection method, which is much faster than the complete welding of entire sides.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een haard 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ter hoogte van de axiaal overlappende delen 2, 4 een laag van gasdichte siliconen 6 is voorzien.In a preferred embodiment, the present invention provides a hearth 1 according to the first aspect of the invention, wherein a layer of gas-tight silicone 6 is provided at the level of the axially overlapping parts 2, 4.

De laag van gasdichte siliconen is een bijkomende maatregel voor het verkrijgen van een optimaal gasdichte aansluiting tussen te verbinden axiaal overlappende delen 2, 4. In Fig. 3 is in detail een uitvoeringsvorm weergegeven waarin een laag van gasdichte siliconen 6 aangebracht is langsheen een rand waar de overlapping tussen genoemde delen 2, 4 eindigt. Een dergelijke aanbrenging van gasdichte siliconen 6 is te verkiezen om het eventueel ontsnappen van een gas langsheen genoemde rand te vermijden. De uitvoeringsvorm van een haard 1 afgebeeld in Fig. 4 toont eveneens een dergelijke aanbrenging van gasdichte siliconen 6. In een andere uitvoeringsvorm wordt als bijkomende maatregel voor het verkrijgen van een optimaal gasdichte aansluiting een flexibele urethaan- of 4-tert-butylstyreen-gel aangebracht langsheen een rand waar de overlapping tussen axiaal overlappende delen 2, 4 van haardwanden 8 eindigt. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt een gasdichte tape of plakband aangebracht langsheen vernoemde rand.The layer of gas-tight silicone is an additional measure for obtaining an optimally gas-tight connection between axially overlapping parts 2, 4. In FIG. 3 shows in detail an embodiment in which a layer of gas-tight silicone 6 is arranged along an edge where the overlap between said parts 2, 4 ends. Such an application of gas-tight silicone 6 is preferable in order to prevent the possible escape of a gas along said edge. The embodiment of a fireplace 1 shown in FIG. 4 also shows such an application of gas-tight silicone 6. In another embodiment, a flexible urethane or 4-tert-butyl styrene gel is provided as an additional measure for obtaining an optimum gas-tight connection along an edge where the overlap between axially overlapping parts 2, 4 of hearth walls 8 ends. In yet another embodiment, a gas-tight tape or adhesive tape is applied along said edge.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij aangrenzende puntlocaties 9 op 0,5 cm tot 15,0 cm van elkaar worden gekozen. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de werkwijze worden de aangrenzende puntlocaties 9 op 1,0 cm tot 12,0 cm van elkaar gekozen. In een nog meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de werkwijze worden de aangrenzende puntlocaties 9 op 1,5 cm tot 8,0 cm van elkaar gekozen.In a preferred embodiment, the present invention provides a method according to the second aspect of the invention, wherein adjacent point locations 9 are selected to be 0.5 cm to 15.0 cm apart. In a more preferred embodiment of the method, the adjacent point locations 9 are selected to be 1.0 cm to 12.0 cm apart. In an even more preferred embodiment of the method, the adjacent point locations 9 are selected 1.5 cm to 8.0 cm apart.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de axiaal overlappende delen 2, 4 per dm2 ter hoogte van 1 tot 10 puntlocaties 9 met elkaar verbonden worden. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de werkwijze worden de axiaal overlappende delen 2, 4 per dm2 ter hoogte van 2 tot 9 puntlocaties 9 met elkaar verbonden. In een nog meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de werkwijze worden de axiaal overlappende delen 2, 4 per dm2 ter hoogte van 3 tot 6 puntlocaties 9 met elkaar verbonden.In a preferred embodiment, the present invention provides a method according to the second aspect of the invention, wherein the axially overlapping parts 2, 4 per dm 2 at the level of 1 to 10 point locations 9 are connected to each other. In a more preferred embodiment of the method, the axially overlapping parts 2, 4 per dm 2 at the level of 2 to 9 point locations 9 are connected to each other. In an even more preferred embodiment of the method, the axially overlapping parts 2, 4 per dm 2 at the level of 3 to 6 point locations 9 are connected to each other.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij tijdens het verbinden van de haardwanden 8 de axiaal overlappende delen 2, 4 tegen elkaar worden geklemd.In a preferred embodiment, the present invention provides a method according to the second aspect of the invention, wherein the axially overlapping parts 2, 4 are clamped against each other during the connection of the fireplace walls 8.

Het tegen elkaar klemmen van de axiaal overlappende delen 2, 4 vermindert het voorkomen van onregelmatigheden overheen de overlappende delen 2, 4 en ter hoogte van de puntlocaties 9. Dit is voordelig voor het verkrijgen van een gelijkmatige en gasdichte afsluiting tussen te verbinden delen 2, 4 van haardwanden 8.Clamping the axially overlapping parts 2, 4 against each other reduces the occurrence of irregularities over the overlapping parts 2, 4 and at the point locations 9. This is advantageous for obtaining a uniform and gas-tight seal between parts 2 to be connected, 4 of hearth walls 8.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de axiaal overlappende delen 2, 4 verbonden worden middels het aanbrengen van nagelvormige structuren 5 op genoemde puntlocaties 9.In a preferred embodiment, the present invention provides a method according to the second aspect of the invention, wherein the axially overlapping parts 2, 4 are connected by providing nail-shaped structures 5 at said point locations 9.

Door hun beperkte afmetingen zijn nagelvormige structureren 5 ideaal geschikt voor het verbinden van overlappende delen 2, 4 op puntlocaties 9.Because of their limited dimensions, nail-shaped structuring 5 is ideally suited for joining overlapping parts 2, 4 at point locations 9.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de axiaal overlappende delen 2, 4 verbonden worden middels het aan elkaar lassen van de delen 2, 4 op genoemde puntlocaties 9.In a preferred embodiment, the present invention provides a method according to the second aspect of the invention, wherein the axially overlapping parts 2, 4 are connected by welding the parts 2, 4 together at said point locations 9.

Claims

CONCLUSIONS

A fireplace (1), in particular for burning a combustible substance such as wood or gas, at least comprising a combustion space (7) formed from fireplace walls (8) which are adapted to be connected to each other by means of point connections at the level of point locations (9) along axially overlapping parts (2, 4) of hearth walls (8), characterized in that the adjacent point locations (9) are at a mutual distance of 0.5 cm to 15.0 cm from each other.

Fireplace (1) according to claim 1, characterized in that 1 to 10 of said point locations (9) are provided per dm 2 of said axially overlapping parts (2, 4).

Fireplace (1) according to claim 1 or 2, characterized in that at least one fireplace wall (8) comprises a flange (4) as an axially overlapping part.

Fireplace (1) according to one of claims 1 to 3, characterized in that the point connections at said point locations (9) comprise blind rivets (5).

Fireplace (1) according to claim 4, characterized in that said blind rivets (5) are gas-tight.

Fireplace (1) according to one of claims 4 or 5, characterized in that the blind rivets (5) are made of stainless steel.

Fireplace (1) according to one of claims 1 to 6, characterized in that the point connections at said point locations (9) comprise welding connections.

Fireplace (1) according to one of claims 1 to 7, characterized in that a layer of gas-tight silicone (6) is provided at the level of the axially overlapping parts (2, 4).

A method for mounting a fireplace (1), comprising at least the steps of: - arranging at least two fireplace walls (8); - contacting hearth walls (8) so that these hearth walls at least partially overlap along axially overlapping parts (2, 4); - connecting the axially overlapping parts (2, 4) of the hearth walls (8); characterized in that the axially overlapping parts (2, 4) are connected to each other at point locations (9).

The method according to claim 9, characterized in that adjacent point locations (9) are selected to be 0.5 cm to 15.0 cm apart.

A method according to claim 9 or 10, characterized in that the axially overlapping parts (2, 4) per dm 2 are connected to each other at 1 to 10 point locations (9).

Method according to one of claims 9 to 11, characterized in that the axially overlapping parts (2, 4) are clamped against each other during the connection of the hearth walls (8).

Method according to one of claims 9 to 12, characterized in that the axially overlapping parts (2, 4) are connected by providing nail-shaped structures (5) at said point locations (9).

Method according to any of claims 9 to 12, characterized in that the axially overlapping parts (2, 4) are connected by welding the parts (2, 4) together at said point locations (9).

Use of a method according to one of claims 9 to 14 for mounting a fireplace (1) according to one of claims 1 to 8.