BE1022726A1 - Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan - Google Patents

Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan Download PDF

Info

Publication number
BE1022726A1
BE1022726A1 BE20155084A BE201505084A BE1022726A1 BE 1022726 A1 BE1022726 A1 BE 1022726A1 BE 20155084 A BE20155084 A BE 20155084A BE 201505084 A BE201505084 A BE 201505084A BE 1022726 A1 BE1022726 A1 BE 1022726A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
leg
corner piece
clamp
profile
corner
Prior art date
Application number
BE20155084A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022726B1 (nl
Inventor
Michiel Lesage
Original Assignee
Aluvision
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aluvision filed Critical Aluvision
Priority to BE2015/5084A priority Critical patent/BE1022726B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022726A1 publication Critical patent/BE1022726A1/nl
Publication of BE1022726B1 publication Critical patent/BE1022726B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/04Clamping or clipping connections
    • F16B7/044Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship
    • F16B7/0446Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for tubes using the innerside thereof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Furniture Connections (AREA)

Abstract

De uitvinding verschaft een hoekstuk met minstens twee benen voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen. Minstens het eerste been is voorzien van een klem met een nokelement roteerbaar bevestigd aan het eerste been. Het nokelement is voorzien om in een open toestand van de klem binnen de omvang van het eerste been gelegen te zijn aan een eerste buitenzijde, en om zich in een gesloten toestand van de klem uit te strekken buiten de omvang van het eerste been aan de eerste buitenzijde.
Wanneer het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel geschoven is, drukt het nokelement in de gesloten toestand van de klem aan tegen het eerste profiel en klemt daarbij het eerste been vast in het bevestigingskanaal van het eerste profiel. Verder verschaft de uitvinding eveneens een profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Fig 1

Description

Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan
Technisch vakgebied
De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoekstuk zoals beschreven in de aanhef van de eerste conclusie. De uitvinding heeft tevens betrekking op: - een profiel, - een set omvattende het hoekstuk en ten minste twee profielen, - een hoekelement omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk onder een hoek verbonden profielen, - een kader omvattende het hoekelement, - een standenbouwelement waarbij het standenbouwelement het kader is, - een stand omvattende het standenbouwelement, en - een werkwijze voor het maken van het hoekelement.
Stand der techniek
Voor het maken van standen, bijvoorbeeld promotiestanden, zoals gebruikt op beurzen, exposities, evenementen, etc. wordt vaak gebruik gemaakt van kaders, in dat geval ook standenbouwelementen genoemd, vaak omvattende hoekelementen die dan weer op hun beurt zijn samengesteld uit profielen en bijhorende verbindingselementen. Aan de kaders waaruit de stand is samengesteld worden bijvoorbeeld vervolgens panelen, doeken, verlichting en andere decoraties bevestigd.
Vaak wordt als verbindingselement voor het vormen van het hoekelement een hoekstuk gebruikt. Een dergelijk hoekstuk dient aldus voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen. Het hoekstuk omvat daartoe ten minste een eerste been en een tweede been. Het eerste been en het tweede been zijn onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar gemonteerd. Het eerste been strekt zich uit langsheen een eerste richting en het tweede been strekt zich uit langsheen een tweede richting. Het eerste been is voorzien om in een bevestigingskanaal van een eerste profiel te worden geschoven langsheen de eerste richting en het tweede been is voorzien om in een bevestigingskanaal van een tweede profiel te worden geschoven langsheen de tweede richting. Met behulp van een dergelijk hoekstuk kan met twee profielen een hoekelement worden gemaakt voor gebruik in een kader, door bijvoorbeeld twee hoekelementen aan elkaar te bevestigen met behulp van twee verdere hoekstukken, voor een standenbouwelement voor een stand.
Veelal wordt het hoekstuk, meer bepaald het eerste been en het tweede been van het hoekstuk, vastgeklemd in de bevestigingskanalen waarin de benen van het hoekstuk werden geschoven, door middel van lijmen en/of door middel van schroeven die in daartoe voorziene openingen van het koppelstuk geschroefd worden of zelfs door lassen. Hierdoor wordt verhinderd dat het hoekstuk de profielen verlaat en aldus de verbinding tussen de profielen van het hoekelement wordt verbroken.
Het nadeel van lijmen is echter dat het samenstellen van een kader dient te gebeuren in verschillende fases waarin tijd wordt voorzien voor het drogen van de lijm, hetgeen tijdrovend is. Een verder nadeel hierbij is ook dat het kader ook niet of moeilijk uiteen te halen is doordat het hoekstuk vastgelijmd is in het bevestigingskanaal van de profielen. Eveneens dient hiervoor ook het nodige gereedschap zoals bijvoorbeeld een tube lijm of een lijmpistool voorhanden te zijn.
Het nadeel van schroeven is eveneens dat het samenstellen van een kader tijdrovend is, aangezien de schroeven eerst precies in de daartoe voorziene openingen van het koppelstuk dienen aangebracht te worden om vervolgens nog vastgeschroefd te worden. Het losschroeven van de schroeven maakt ook het uiteen halen van het kader tijdrovend. Eveneens dient hiervoor ook het nodige gereedschap zoals bijvoorbeeld een schroevendraaier voorhanden te zijn. CN 103452975 A toont hoekstukken die een snellere verbinding met de profielen toelaten. Deze hoekstukken omvatten, zoals hierboven beschreven, eveneens een eerste been en een tweede been die onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd. Om het hoekstuk te verbinden met profielen zijn beide benen van het hoekstuk voorzien van een klem. Deze klem omvat een excentrische nok en een aandrukelement die in het been aangebracht zijn. De excentrische nok is roteerbaar gemonteerd omheen een as dwars op de richting van het been en voorzien van een hendel voor het roteren tussen een open toestand van de klem en een gesloten toestand van de klem. Het aandrukelement is aan één zijde voorzien van een boogvormige uitdieping die voorzien is om de excentrische nok gedeeltelijk daarin aan te brengen. In de gesloten toestand van de klem drukt de excentrische nok aan tegen het aandrukelement en duwt daarbij het aandrukelement gedeeltelijk buiten de omvang van het hoekstuk. Als het been aangebracht is in het bevestigingskanaal van een profiel, dan duwt de excentrisch nok het aandrukelement tegen het profiel, zodanig dat het been van het hoekstuk vastgeklemd wordt tussen tegenover elkaar gelegen wanden van het bevestigingskanaal. In de open toestand van de klem wordt de excentrische nok niet meer aangedrukt tegen het aandrukelement, waardoor de excentrisch nok het been niet meer vastklemt in het bevestigingskanaal. Hierdoor kan in de open toestand van de klem het been in een uit het bevestigingskanaal geschoven worden.
Een nadeel van dergelijk hoekstuk is de complexe opbouw van de klem, met name de excentrische nok en het aandrukelement dat dient voorzien te zijn van een speciaal aangepaste boogvormige uitdieping om de excentrische nok gedeeltelijk daarin te kunnen opnemen.
Deze opbouw heeft als bijkomend nadeel dat een dergelijk hoekstuk weinig compact is, en dat bijgevolg ook de bevestigingskanalen van de door middel van het hoekstuk te verbinden profielen weinig compact zijn. Elk been van het hoekstuk dient immers voldoende groot te zijn om zowel het aandrukelement als de excentrische nok in het been van het hoekstuk onder te brengen, hetgeen de omvang van het hoekstuk vergroot.
Nog een verder nadeel van dergelijk hoekstuk is dat bij het verbinden van profielen met behulp van het hoekstuk, de benen van het hoekstuk in de bevestigingskanalen van profielen met de klemmen vastgeklemd worden op de posities waar de benen zich bevinden in de bevestigingskanalen, omdat enkel een kracht loodrecht op de profielwanden kan uitgeoefend worden met behulp van het aandrukelement. Om dus de door middel van het hoekstuk met elkaar te verbinden profielen dan goed op elkaar te laten aansluiten, dienen de profielen bij het aan elkaar bevestigen van de profielen door middel van het hoekstuk, stevig tegen elkaar aangedrukt te worden wanneer de benen van het hoekstuk in de bevestigingskanalen van de profielen zijn geschoven. Dit bemoeilijkt en vertraagt het aan elkaar bevestigen van de profielen, aangezien gelijktijdig de profielen tegen elkaar aangedrukt dienen te worden en de klemmen op beide benen van het hoekstuk van de open toestand naar de gesloten toestand van de klem dienen gebracht te worden.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een doel van de huidige uitvinding te voorzien in een compact en eenvoudig hoekstuk waarmee profielen snel met elkaar te verbinden zijn.
Dit doel wordt gerealiseerd door middel van een hoekstuk dat de kenmerken vertoont van de eerste onafhankelijke conclusie.
Hiertoe voorziet de huidige uitvinding in een hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van ten minste twee profielen, waarbij het hoekstuk ten minste een eerste been en een tweede been omvat, waarbij het eerste been en het tweede been onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd en het eerste been zich uitstrekt langsheen een eerste richting en het tweede been zich uitstrekt langsheen een tweede richting, waarbij het eerste been voorzien is om in een bevestigingskanaal van een eerste profiel te worden geschoven langsheen de eerste richting en het tweede been voorzien is om in een bevestigingskanaal van een tweede profiel te worden geschoven langsheen de tweede richting, waarbij ten minste het eerste been voorzien is van een eerste klem omvattende een nokelement dat roteerbaar bevestigd is aan het eerste been, waarbij het nokelement voorzien is om in een open toestand van de eerste klem binnen de omvang van het eerste been gelegen te zijn aan een eerste zich langsheen de eerste richting uitstrekkende buitenzijde van het eerste been, en om zich in een gesloten toestand van de eerste klem uit te strekken buiten de omvang van het eerste been aan de eerste buitenzijde van het eerste been, zodanig dat wanneer het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel geschoven is, het nokelement, bij voorkeur rechtstreeks, aandrukt tegen het eerste profiel en het eerste been daarbij vastklemt in het bevestigingskanaal van het eerste profiel.
Het voorzien van het eerste been met de eerste klem zoals hierboven beschreven, biedt het voordeel dat het nokelement in de gesloten toestand van de eerste klem rechtstreeks kan aandrukken tegen het eerste profiel voor het vastklemmen van het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel, en dat er dus buiten het nokelement geen bijkomende elementen, zoals bijvoorbeeld het aandrukelement uit CN 103452975 A, noodzakelijk zijn om het eerste been vast te klemmen in het bevestigingskanaal van het eerste profiel.
Dit biedt het voordeel dat de opbouw van het hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding eenvoudiger is. Hierdoor is het hoekstuk dus eenvoudiger te vervaardigen en ook economischer om te vervaardigen. Doordat het aantal onderdelen van het hoekstuk beperkt is, zijn ook minder onderdelen onderhevig aan slijtage, hetgeen voordelig is voor het onderhoud van het hoekstuk.
Verder biedt het hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding door het beperkte aantal onderdelen ook het voordeel dat de omvang van het hoekstuk verkleind kan worden, zodanig dat voorzien wordt in een compacter hoekstuk. Hierdoor kan ook de omvang van de bevestigingskanalen in de profielen beperkt worden, waardoor eveneens compactere profielen voorzien kunnen worden. Het gebruik van compactere hoekstukken en profielen, biedt het voordeel dat de hoekstukken en de bevestigingskanalen van de profielen minder een storend element vormen in een kader of standenbouwelement opgebouwd uit door middel van de hoekstukken met elkaar verbonden profielen
Er dient opgemerkt te worden dat het hoekstuk volgens de huidige uitvinding niet beperkt is tot het onder een hoek verbinden van twee profielen, maar ook voorzien kan zijn om meer dan twee profielen onder hoeken ten opzichte van elkaar te verbinden. Hierbij is het hoekstuk dan bij voorkeur voorzien van een bijkomend been voor ieder bijkomend profiel. Het bijkomend been kan dan eventueel voorzien zijn van een bijkomende klem voor het vastklemmen van het bijkomend been in een bevestigingskanaal van het bijkomend been. Zo kan het hoekstuk bijvoorbeeld een T-vorm hebben voor het verbinden van drie profielen, of een kruisvorm voor het verbinden van vier profielen. De verschillende benen dienen ook niet noodzakelijk in éénzelfde vlak gelegen te zijn, hetgeen voordelig is voor het opbouwen van een driedimensionaal kader voor een stand met behulp van de hoekstukken en daarmee verbonden profielen.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het nokelement verder voorzien om bij de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem, het eerste been verder in het bevestigingskanaal te trekken en daarbij het eerste profiel tegen het tweede profiel aan te drukken, wanneer het eerste been en het tweede been in het bevestigingskanaal van respectievelijk het eerste profiel en het tweede profiel geschoven zijn.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het eerste profiel en het tweede profiel niet noodzakelijk stevig tegen elkaar aangedrukt dienen te worden bij het met elkaar verbinden van de profielen door middel van het hoekstuk. Het tegen elkaar aandrukken van de profielen wordt immers verzorgd door de eerste klem van het eerste been, en eventueel door een gelijkaardige op het tweede been voorziene tweede klem. Het is dus niet noodzakelijk om de profielen manueel of met behulp van een daartoe voorziene inrichting stevig tegen elkaar aan te drukken om een goed op elkaar aansluitende verbinding van de profielen te bekomen. Dit vereenvoudigt het met elkaar verbinden van de profielen door middel van het hoekstuk, en verder het samenstellen van kaders en standenbouwelementen door middel van de hoekstukken en de profielen.
In een uitvoeringsvoorbeeld van deze uitvoeringsvorm is het nokelement zodanig roteerbaar bevestigd aan het eerste been, dat het nokelement bij de overgang van de open toestand van de eerste klem naar de gesloten toestand van de eerste klem zich hoofdzakelijk in een richting tegenovergesteld aan de eerste richting beweegt. Indien het eerste been van het hoekstuk dan in het bevestigingskanaal van het eerste profiel geschoven is en de eerste klem van de open toestand naar de gesloten toestand gebracht wordt, dan zal het gedeelte van het nokelement dat voorzien is om in de gesloten toestand van de eerste klem aan te drukken tegen het eerste profiel, zich in de richting tegenovergesteld aan de eerste richting bewegen en daarbij contact maken met het eerste profiel en zo het eerste been verder in het bevestigingskanaal van het eerste profiel trekken volgens de eerste richting.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het nokelement zodanig gevormd dat het nokelement ten minste bij een gedeelte van de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem in aangrijpend contact komt met het eerste profiel wanneer het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel geschoven is.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het nokelement reeds bij de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem aangrijpt op het eerste profiel wanneer het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel geschoven is, om daarbij het eerste been verder in het bevestigingskanaal van het eerste profiel te trekken, en zodus het eerste profiel aan te drukken tegen het tweede profiel wanneer het tweede been van het hoekstuk in het bevestigingskanaal van het tweede profiel geschoven is.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het nokelement een excentrische nok die roteerbaar bevestigd is omheen een as, waarbij de as vast is aan het eerste been en de eerste richting dwarst en bij voorkeur loodrecht op de eerste richting gelegen is, en waarbij de as bij voorkeur evenwijdig gelegen is aan de eerste buitenzijde van het eerste been.
De uitvinders hebben gevonden dat er door middel van een excentrisch nok op een eenvoudige wijze voorzien kan worden in een nokelement dat in de open toestand van de eerste klem binnen de omvang van het eerste been gelegen is aan de eerste buitenzijde van het eerste been, en dat zich in de gesloten toestand van de eerste klem uitstrekt buiten de omvang van het eerste been aan de eerste buitenzijde van het eerste been. Dit vereenvoudigt de opbouw van de eerste klem, en dus ook de opbouw van het hoekstuk.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het nokelement voorzien van een aangrijpelement, bij voorkeur van een hendel, voor het, bij voorkeur manueel, roteren van het nokelement tussen de open toestand van de eerste klem en de gesloten toestand van de eerste klem.
Het aangrijpelement biedt het voordeel dat het nokelement eenvoudig aan te grijpen is, waardoor het roteren van het nokelement tussen de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem vergemakkelijkt wordt.
Een hendel biedt daarbij het bijkomende voordeel van een hefboomwerking waardoor weinig kracht dient uitgeoefend om het nokelement te roteren tussen de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem, en ook voor het vastklemmen of ontklemmen van het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel door middel van de eerste klem.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het aangrijpelement hoofdzakelijk aan een tweede buitenzijde van het eerste been gelegen, welke tweede buitenzijde tegenover de eerste buitenzijde van het eerste been gelegen is.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het aangrijpelement gemakkelijk bereikbaar is aan de tweede buitenzijde van het eerste been, als het eerste been met de eerste buitenzijde aanligt tegen het eerste profiel wanneer het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel geschoven is.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het aangrijpelement in de gesloten toestand van de eerste klem hoofdzakelijk evenwijdig, en bij voorkeur evenwijdig, gelegen aan de eerste richting van het eerste been, en is daarbij bij voorkeur nagenoeg tegen, en bij voorkeur tegen, het eerste been gelegen.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het aangrijpelement in de gesloten toestand van de eerste klem aanligt tegen het eerste been, en dus niet uitsteekt vanuit het hoekstuk. Hierdoor blijft de omvang van het hoekstuk beperkt als twee of meerdere profielen met elkaar verbonden zijn door middel van het hoekstuk.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is de hoek tussen het aangrijpelement in de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem gelegen in het bereik van 90°- 180°, bij voorkeur in het bereik van 105°-165°, bij meer voorkeur in het bereik van 120°-150°, bij nog meer voorkeur ongeveer gelijk aan 135°, en zelfs bij nog meer voorkeur gelijk aan 135°. Hierbij beweegt of roteert het aangrijpelement bij voorkeur in een vlak dat ongeveer loodrecht staat op de tweede buitenzijde van het eerste been.
De uitvinders hebben gevonden dat dit bereik voor de hoek tussen het aangrijpelement in de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem een goede evenwicht vormt tussen enerzijds het zo groot als mogelijk maken van de desbetreffende hoek om het eerste been bij de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem het eerste been geleidelijk vast te klemmen, en eventueel verder te trekken in het bevestigingskanaal van het eerste profiel, en anderzijds om in de open toestand van de eerste klem nog voldoende ruimte te laten tussen het eerste been en het aangrijpelement om onder het aangrijpelement aan te kunnen grijpen om de eerste klem naar de gesloten toestand te brengen.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding strekt het aangrijpelement zich ten minste in de gesloten toestand van de eerste klem uit voorbij een uiteinde van het eerste been, welk uiteinde voorzien is om als eerste deel van het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel te schuiven.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat men ook in de gesloten toestand van de eerste klem nog kan aangrijpen onder het aangrijpelement om de eerste klem terug naar de open toestand te brengen door middel van het aangrijpelement. Hierbij kan er dus aangegrepen worden onder het gedeelte van het aangrijpelement dat zich uitstrekt voorbij het uiteinde van het eerste been.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is ten minste een gedeelte van het aangrijpelement voorzien van een verbreding ten opzichte van het nokelement.
De verbreding van het aangrijpelement ten opzichte van het nokelement biedt het voordeel dat het aangrijpelement bijkomende stevigheid gegeven wordt terwijl het nokelement compact gehouden kan worden.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding heeft het aangrijpelement een vooraf bepaalde lengte, zodanig dat het aangrijpelement boven een onderzijde van het tweede profiel blijft.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het aangrijpelement enerzijds steeds goed aangrijpbaar blijft om de eerste klem van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen.
Omgekeerd, is het bijkomend voordelig de lengte van de klem alsnog zo groot mogelijk te maken binnen deze beperking zodat de eerste klem met een minimum aan inspanning van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen is en omgekeerd.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het nokelement gemonteerd in een daartoe voorziene nokopening doorheen het eerste been.
Doordat het nokelement gemonteerd is in de nokopening doorheen het eerste been, is het nokelement eenvoudig te inspecteren en bereiken vanuit verschillende richtingen. Dit is onder andere voordelig om aan te grijpen op het nokelement om de eerste klem van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen en omgekeerd. Verder is dit eveneens voordelig voor inspectie van het nokelement, bijvoorbeeld op slijtage, en voor herstelling of vervanging van het nokelement.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding heeft de nokopening een vooraf bepaalde lengte langsheen de eerste richting van het eerste been en is het nokelement gemonteerd op een vooraf bepaalde positie in de nokopening, zodanig dat het aangrijpelement in ten minste één toestand van de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem steunt tegen een langsheen de eerste richting gelegen uiteinde van de nokopening.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat op eenvoudige wijze de beweging van het aangrijpelement in ten minste één toestand van de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem gestopt wordt door de begrenzing gevormd door het eerste uiteinde van de nokopening. Er dienen dus geen bijkomende begrenzingselementen voorzien te worden voor het stoppen van de beweging van het aangrijpelement, hetgeen de opbouw van het hoekstuk vereenvoudigt en compacter maakt.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding steunt het nokelement in de open toestand van de eerste klem tegen een langsheen de eerste richting gelegen eerste uiteinde van de nokopening, en steunt het nokelement in de gesloten toestand van de eerste klem tegen een langsheen de eerste richting gelegen tweede uiteinde van de nokopening, welk tweede uiteinde tegenover het eerste uiteinde van de nokopening gelegen is.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat op eenvoudige wijze de beweging van het aangrijpelement in zowel de open toestand als de gesloten toestand van de eerste klem gestopt wordt door de begrenzing gevormd door respectievelijk het eerste uiteinde van de nokopening en het tweede uiteinde van de nokopening. Er dienen dus geen bijkomende begrenzingselementen voorzien te worden voor het stoppen van de beweging van het aangrijpelement zowel in de open toestand als de gesloten toestand van de eerste klem, hetgeen de opbouw van het hoekstuk vereenvoudigt en compacter maakt.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is het tweede been voorzien van een tweede klem voor het vastklemmen van het tweede been in het bevestigingskanaal van het tweede profiel, en is de tweede klem op gelijkaardige wijze voorzien als de eerste klem is voorzien voor het vastklemmen van het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel.
In deze uitvoeringsvorm is het tweede been dus ten minste voorzien van een tweede klem omvattende een nokelement dat roteerbaar bevestigd is aan het tweede been, waarbij het nokelement voorzien is om in een open toestand van de tweede klem binnen de omvang van het tweede been gelegen te zijn aan een eerste zich langsheen de tweede richting uitstrekkende buitenzijde van het tweede been, en om zich in een gesloten toestand van de tweede klem uit te strekken buiten de omvang van het tweede been aan de eerste buitenzijde van het tweede been, zodanig dat wanneer het tweede been in het bevestigingskanaal van het tweede profiel geschoven is, het nokelement, bij voorkeur rechtstreeks, aandrukt tegen het tweede profiel en het tweede been daarbij vastklemt in het bevestigingskanaal van het tweede profiel. Verder kunnen ook de andere kenmerken van de eerste klem in de verschillende uitvoeringsvormen van het hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding mutatis mutandis voorzien worden op de tweede klem.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat zowel het eerste been als het tweede been op snelle en eenvoudige wijze vast te klemmen zijn in het bevestigingskanaal van respectievelijk het eerste profiel en het tweede profiel. Hierbij is dan zowel het eerste been als het tweede been van het hoekstuk eenvoudig opgebouwd en compact.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding zijn het eerste been en het tweede been roteerbaar aan elkaar gemonteerd voor het wijzigen van de hoek waarmee het eerste been en het tweede been ten opzichte van elkaar zijn gemonteerd.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat de hoek tussen het eerste profiel en het tweede profiel verbonden door middel van het hoekstuk vrij te kiezen is. Hierbij wordt dus voorzien in een flexibel hoekstuk dat in vele situaties ingezet kan worden, zonder voor elk van deze situaties een apart hoekstuk te moeten voorzien. Bijgevolg kan de hoek tussen de twee benen bijvoorbeeld worden bepaald door de hoek waaronder de twee profielen met elkaar verbonden worden, bijvoorbeeld bepaald door de hoek waarmee de profielen verzaagd zijn.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding zijn het eerste been en het tweede been onder een hoek van 90° of onder een hoek van 180° ten opzichte van elkaar aan elkaar gemonteerd.
Deze uitvoeringsvormen bieden het voordeel dat er eenvoudige hoekstukken voorzien worden die in de meest voorkomende standaard situaties bruikbaar zijn.
De uitvoeringsvorm waarbij het eerste been en het tweede been van het hoekstuk onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd, is voordelig bij het opbouwen van rechthoekige kaders of standenbouwelementen, aangezien de profielen hierbij aan de hoeken van het kader of het standenbouwelement steeds onder een rechte hoek van 90° ten opzichte van elkaar dienen verbonden te worden.
De uitvoeringsvorm waarbij het eerste been en het tweede been van het hoekstuk onder een hoek van 180° ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd, is voordelig bij het opbouwen van een langer profiel uit twee of meerdere kortere profielen, aangezien de profielen hierbij onder een hoek 180° ten opzichte van elkaar dienen verbonden te worden.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding heeft een uiteinde van ten minste één been van het eerste been en het tweede been, welk uiteinde voorzien is om als eerste deel van het ten minste ene been in het bevestigingskanaal te schuiven, een taps toelopende vorm, en is bij voorkeur verder voorzien van afgeronde hoeken.
De taps toelopende vorm van het in het daartoe voorziene bevestigingskanaal te schuiven uiteinde van het ten minste ene been, en voor zover aanwezig de afgeronde hoeken van het desbetreffende uiteinde, biedt het voordeel dat het ten minste ene been eenvoudiger in het bevestigingskanaal te schuiven is.
Verder biedt deze uitvoeringsvorm ook het voordeel dat het ten minste ene been bijkomende speling heeft in het bevestigingskanaal bij het vastklemmen van het ten minste ene been in het bevestigingskanaal.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is ten minste één been van het eerste been en het tweede been van het hoekstuk voorzien van een schroefopening doorheen het ten minste ene been, welke schroefopening voorzien is voor het erin schroeven van een schroef om het ten minste ene been vast te klemmen in het daartoe voorziene bevestigingskanaal.
De schroefopening biedt het voordeel dat naast het snelle vastklemmen van het ten minste ene been in een daartoe voorzien bevestigingskanaal van een profiel door middel van de op het ten minste ene been voorziene klem, het ten minste ene been indien gewenst en/of indien de toepassing dit vereist, nog bijkomend kan vastgeklemd worden in het bevestigingskanaal en verder geborgd kan worden. Eveneens biedt deze uitvoeringsvorm het voordeel dat het ten minste ene been nog steeds vast te klemmen is in het bevestigingskanaal bij eventuele problemen met de op het ten minste ene been voorziene klem.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is ten minste één van het eerste been en het tweede been van het hoekstuk plaatvormig.
De plaatvorm is voordelig om de hoogte van het ten minste ene been beperkt te houden, en daarbij dus te voorzien in een compact hoekstuk.
In een uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is ten minste één van het eerste been en het tweede been van het hoekstuk, bij voorkeur het hele hoekstuk, vervaardigd uit een metaal, en bij meer voorkeur uit staal.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding is ten minste één van het eerste been en het tweede been van het hoekstuk, bij voorkeur het hele hoekstuk, vervaardigd uit een kunststof.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een profiel, waarbij het profiel een eerste bevestigingskanaal omvat, waarbij het eerste bevestigingskanaal zich uitstrekt langsheen een eerste richting, waarbij het eerste bevestigingskanaal voorzien is om een eerste been van een hoekstuk dat in het eerste bevestigingskanaal geschoven is ten minste gedeeltelijk te omsluiten, waarbij het profiel voorzien is van een eerste klem omvattende een nokelement dat roteerbaar bevestigd is aan het profiel, waarbij het nokelement voorzien is om in een open toestand van de eerste klem uit het eerste bevestigingskanaal gelegen te zijn, om zich in een gesloten toestand van de eerste klem uit te strekken in het eerste bevestigingskanaal, bij voorkeur volgens een hoogterichting van het eerste bevestigingskanaal, zodanig dat wanneer het eerste been van het hoekstuk in het eerste bevestigingskanaal geschoven is, het nokelement aandrukt tegen het eerste been van het hoekstuk en het eerste been daarbij vastklemt in het eerste bevestigingskanaal, en waarbij optioneel het nokelement eveneens voorzien is om bij de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem, het eerste been van het hoekstuk verder in het bevestigingskanaal te trekken wanneer het eerste been van het hoekstuk in het eerste bevestigingskanaal geschoven is.
Het dient dus duidelijk te zijn dat het eveneens mogelijk is om de klemmen voor het in bevestigingskanalen van profielen vastklemmen van de benen van een hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van de profielen, te voorzien op de profielen in plaats van op de benen van het hoekstuk.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een set, de set omvattende een hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding en ten minste twee profielen of een hoekstuk, het hoekstuk omvattende ten minste een eerste been en een tweede been onder een hoek ten opzichte van elkaar gemonteerd en zich respectievelijk uitstrekkend volgens een eerste richting en een tweede richting, en ten minste twee profielen, waarvan ten minste één volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, of het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding en ten minste twee profielen, waarvan ten minste één volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij een eerste profiel van de set een eerste bevestigingskanaal omvat en een tweede profiel van de set een tweede bevestigingskanaal omvat, waarbij het eerste bevestigingskanaal en het tweede bevestigingskanaal zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste richting en de tweede richting, waarbij het eerste bevestigingskanaal voorzien is om het eerste been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk te omsluiten, zodat het eerste been in het eerste bevestigingskanaal wordt geklemd door middel van de eerste klem, en zodat optioneel het eerste profiel tegen het tweede profiel wordt aangedrukt door middel van de eerste klem, en waarbij het tweede bevestigingskanaal voorzien is om het tweede been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk te omsluiten.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een hoekelement, het hoekelement omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding onder een hoek verbonden profielen of ten minste twee door middel van een hoekstuk onder een hoek verbonden profielen, waarvan ten minste één volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, het hoekstuk omvattende ten minste een eerste been en een tweede been onder een hoek ten opzichte van elkaar gemonteerd en zich respectievelijk uitstrekkend volgens een eerste richting en een tweede richting, of ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding onder een hoek verbonden profielen, waarvan ten minste één volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij het eerste profiel een eerste bevestigingskanaal omvat en het tweede profiel een tweede bevestigingskanaal omvat, waarbij het eerste bevestigingskanaal en het tweede bevestigingskanaal zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste richting en de tweede richting, waarbij het eerste bevestigingskanaal het eerste been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk omsluit, waarbij het tweede bevestigingskanaal het tweede been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk omsluit, waarbij het eerste been in het eerste bevestigingskanaal wordt geklemd door middel van de eerste klem, en waarbij optioneel het eerste profiel tegen het tweede profiel wordt aangedrukt door middel van de eerste klem.
In een uitvoeringsvorm van het hoekelement volgens de huidige uitvinding, met het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, wordt het tweede been in het tweede bevestigingskanaal geklemd door middel van de tweede klem, en optioneel wordt het tweede profiel tegen het eerste profiel aangedrukt door middel van de tweede klem.
In een uitvoeringsvorm van het hoekelement volgens de huidige uitvinding, bij voorkeur het hoekelement omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding onder een hoek verbonden profielen, is het hoekelement een verstekverbinding van de twee profielen.
In een uitvoeringsvorm van het hoekelement volgens de huidige uitvinding, bij voorkeur het hoekelement omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding onder een hoek verbonden profielen, is ten minste één van het eerste profiel en het tweede profiel gemaakt uit een metaal, bij voorkeur aluminium.
In een uitvoeringsvorm van het hoekelement volgens de huidige uitvinding, het hoekelement omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding onder een hoek verbonden profielen, is het ten minste ene van een schroefopening voorziene been vastgeklemd in het daartoe voorziene bevestigingskanaal door middel van een in de schroefopening geschroefde schroef.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een kader, het kader omvattende het hoekelement volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
In een uitvoeringsvorm van het kader volgens de huidige uitvinding omvat het kader ten minste vier hoekelementen volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een standenbouwelement, waarbij het standenbouwelement het kader volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een stand, de stand omvattende het standenbouwelement volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Verder voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze voor het maken van het hoekelement volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het langsheen de eerste richting in het eerste bevestigingskanaal schuiven van het eerste been met de eerste klem in de open toestand; - het langsheen de tweede richting in het tweede bevestigingskanaal schuiven van het tweede been met de tweede klem, indien aanwezig, in de open toestand; en - het vastklemmen van het eerste been in het eerste bevestigingskanaal door de eerste klem van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen door middel van het roteren van het nokelement van de eerste klem.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de huidige uitvinding omvat de werkwijze verder de stap van het vastklemmen van het tweede been in het tweede bevestigingskanaal door de tweede klem van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen door middel van het roteren van het nokelement van de tweede klem.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de huidige uitvinding omvat de werkwijze verder de stap van het vastklemmen van het ten minste ene van een schroefopening voorziene been in het daartoe voorziene bevestigingskanaal door het schroeven van een schroef in de schroefopening.
Korte beschrijving van de tekeningen-
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding, met een eerste klem en een tweede klem in de gesloten toestand.
Figuur 2 toont een perspectief aanzicht van het hoekstuk van Figuur 1 met de eerste klem in de open toestand en de tweede klem in de gesloten toestand.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van het hoekstuk van Figuur 1 met de eerste klem in de gesloten toestand en de tweede klem in de open toestand.
Figuur 4 toont een zijaanzicht van het hoekstuk van Figuur 1 met de eerste klem in de open toestand en de tweede klem in de gesloten toestand.
Figuur 5 toont een perspectief aanzicht van een hoekelement volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij een eerste profiel en een tweede profiel onder een hoek aan elkaar zijn bevestigd door middel van het hoekstuk van Figuur 1.
Figuur 6 toont een perspectief aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding.
Figuur 7 toont een perspectief aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding.
Figuur 8 toont een perspectief aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van het hoekstuk volgens de huidige uitvinding.
Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede doorheen het hoekstuk van Figuur 8, met de eerste klem en de tweede klem in de gesloten toestand.
Figuur 10 toont een perspectief aanzicht van het nokelement van een hoekstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De huidige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals "eerste”, "tweede”, "derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals "top”, "bodem”, "boven”, "onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities aan te duiden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term "omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals "een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de huidige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuren 1 en 2 tonen een perspectief aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van het hoekstuk 1. Dit hoekstuk 1 omvat een eerste been 11 en een tweede been 12 die onder een rechte hoek van 90° ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd. Het eerste been 11 strekt zich startend vanuit het hoekpunt van het hoekstuk 1 uit volgens een eerste richting 31, en het tweede been 12 strekt zich startend vanuit het hoekpunt van het hoekstuk 1 uit volgens een tweede richting 32.
Het eerste been 11 is voorzien van een eerste klem 51. De eerste klem 51 kan zich, zoals getoond in Figuur 2, in een open toestand en, zoals getoond in Figuur 1, in een gesloten toestand bevinden. In de open toestand van de eerste klem 51 kan het eerste been 11 in het bevestigingskanaal 41 van een eerste profiel 21 geschoven worden langsheen de eerste richting 31. In de gesloten toestand van de eerste klem 51 wordt het eerste been 11 vastgeklemd in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21, in het geval het eerste been 11 in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21 geschoven is, zoals getoond in Figuur 5.
Het tweede been 12 is voorzien van een tweede klem 52. De tweede klem 52 kan zich in een open toestand en in een gesloten toestand bevinden. In de open toestand van de tweede klem 52 kan het tweede been 12 in het bevestigingskanaal 42 van een tweede profiel 22 geschoven worden langsheen de tweede richting 32, zoals getoond in
Figuur 5. In de gesloten toestand van de tweede klem 52 wordt het tweede been 12 vastgeklemd in het bevestigingskanaal 42 van het tweede profiel 22, in het geval het tweede been 12 in het bevestigingskanaal 42 van het tweede profiel 22 geschoven is.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat in de getoonde uitvoeringsvorm het eerste been 11 en het tweede been 12 van het hoekstuk 1 en de daarop voorziene klemmen 51, 52 op gelijkaardige wijze zijn uitgevoerd, maar dit is echter niet noodzakelijk. Beide benen 11, 12 en de daarop voorziene klemmen 51, 52 kunnen dus ook op verschillende wijze zijn uitgevoerd, afhankelijk van de wensen van de gebruiker van het hoekstuk 1 of de situatie waarin het hoekstuk 1 gebruikt dient te worden.
Door te voorzien in twee gelijkaardige of zelfs gelijke benen 11, 12 werd ondervonden dat in een verder vereenvoudigde modulaire bouw van bijvoorbeeld standen kan worden voorzien daar de benen 11, 12 op gelijkaardige manier in verschillende profielen 21, 22 kunnen worden opgenomen.
Figuur 1 toont dat ten minste één van het eerste been 11 en het tweede been 12 van het hoekstuk 1 plaatvormig is en meer bepaald dat de beide benen 11, 12 in hoofdzaak vlak zijn. De benen 11, 12 kunnen echter tevens een andere vorm hebben, zoals bijvoorbeeld rond, afhankelijk van de doorsnede van de bevestigingskanalen 41, 42 van de profielen 21, 22 waarin tijdens gebruik de benen 11, 12 zullen worden opgenomen.
Figuur 1 toont verder dat de twee vlakke benen 11, 12 in een zelfde vlak zijn gelegen. Andere alternatieven zijn echter denkbaar, zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 8 waarin de benen 11, 12 in mekaar snijdende, zelfs loodrecht snijdende, vlakken zijn opgenomen.
In Figuur 1 wordt getoond dat de hoek tussen het eerste en het tweede been 11, 12 90° bedraagt. De hoek tussen de twee benen 11, 12 kan echter bepaald worden door de vakman in functie van de gewenste toepassing van het hoekstuk 1. Figuur 6 toont bijvoorbeeld dat de twee benen 11, 12 in mekaars verlengde gelegen zijn, bijvoorbeeld om twee profielen 21, 22 in mekaars verlengde te positioneren. Figuur 7 toont dan weer een andere uitvoeringsvorm waarin het eerste been 11 en het tweede been 12 onder een varieerbare hoek ten opzichte van elkaar zijn gemonteerd waardoor de hoek tussen het eerste been 11 en het tweede been 12 kan worden ingesteld door de gebruiker in functie van de toepassing. Hiertoe, zijn het eerste been 11 en het tweede been 12 roteerbaar aan elkaar gemonteerd.
Hoewel de figuren enkel hoekstukken 1 tonen met twee benen 11, 12 is het tevens mogelijk te voorzien in hoekstukken 1 waarin meerdere benen zijn voorzien. Zo is het mogelijk te voorzien in hoekstukken 1 waarin bijvoorbeeld drie, vier, vijf, zes of zelfs meer benen zijn voorzien teneinde meerdere profielen ten opzichte van elkaar te bevestigen, overeenkomstig bijvoorbeeld de stand waarin de profielen zullen worden opgenomen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk te voorzien in drie benen voor het maken van een hoek in een stand, of vier benen voor het maken van een kruisvorm met de profielen, etc.
Figuur 1 toont dat het gehele hoekstuk 1 bijvoorbeeld uit een enkel stuk kan zijn vervaardigd en/of dat ten minste één van het eerste been 11 en het tweede been 12 van het hoekstuk 1, bij voorkeur het hele hoekstuk 1, vervaardigd is uit een metaal, en bij meer voorkeur uit staal.
Figuur 2 toont in verder detail dat de uiteinden 101, 102 van het eerste been 11 en het tweede been 12 een taps toelopende vorm hebben, en bij voorkeur verder voorzien zijn van afgeronde hoeken. Het uiteinde 101, 102 is voorzien om als eerste deel van het ten minste ene been 11, 12 in het bevestigingskanaal 41, 42 te schuiven, zoals kan worden afgeleid uit Figuur 5 waarin de benen 11, 12 gemonteerd in de bevestigingskanalen 41,42 getoond worden.
Figuur 1 toont verder dat beide benen 11, 12 van het hoekstuk 1 voorzien zijn van een schroefopening 131, 132 doorheen de benen 11, 12. De schroefopening 131, 132 is voorzien voor het erin schroeven van een schroef om bijvoorbeeld ten minste één van de benen 11, 12 verder vast te klemmen in het daartoe voorziene bevestigingskanaal 41, 42 om verder het risico te verkleinen dat de benen 11, 12 de bevestigingskanalen 41, 42 ongewenst verlaten. De schroef is bijvoorbeeld doorheen de schroefopening 131, 132 geschroefd in de richting gaande van de tweede buitenzijde 112 naar de eerste buitenzijde 111, zodanig dat de schroef zich aan de eerste buitenzijde 111 buiten de omvang van het hoekstuk 1 uitstrekt, en daardoor bijvoorbeeld het been 11, 12 verder vastklemt in het bevestigingskanaal 41, 42 van het profiel 21,22.
De schroefopening 131, 132 kan voorzien zijn van een schroefdraad, zoals te zien in Figuur 1, Figuur 6 en Figuur 7. Dit vergemakkelijkt het schroeven van een schroef doorheen de schroefopening. De schroefopening 131, 132 kan echter ook voorzien worden zonder schroefdraad, zoals bij wijze van voorbeel geïllustreerd in Figuur 2 en Figuur 8, zodanig dat de schroef zich in de schroefopening 131, 132 tapt bij het schroeven van de schroef doorheen de schroefopening 131, 132.
Beide klemmen 51, 52 van het hoekstuk 1 omvatten een nokelement 61, 62 dat roteerbaar bevestigd is aan het been 11, 12 waarop de klem 51, 52 is voorzien. Hoewel in Figuur 1 beide benen zijn voorzien van een schroefopening 131, 132, is het natuurlijk mogelijk dat slechts een enkel been 11, 12 van het hoekstuk 1 is voorzien van een schroefopening 131, 132, afhankelijk van de toepassing waarin het hoekstuk 1 zal worden gebruikt.
Meer bepaald wordt in de getoonde uitvoeringsvorm van het hoekstuk 1 het nokelement 61, 62 gevormd door een excentrische nok 61, 62 die roteerbaar bevestigd is omheen een as 71, 72. Deze as 71, 72 is vast ten opzichte van het been 11, 12 en is ongeveer loodrecht op de richting 31, 32 van het been 11, 12 gelegen. De as 71 is bij voorkeur evenwijdig gelegen aan de eerste buitenzijde 111 van het eerste been 11, zoals getoond in Figuur 1 en meer bepaald in de doorsnede van Figuur 3.
Het nokelement 61, 62 is hierbij aangebracht in een nokopening 91, 92. Deze nokopening 91, 92 strekt zich uit doorheen het been 11, 12 van een eerste buitenzijde 111, 121 van het been 11, 12 naar een tweede buitenzijde 112, 122 van het been 11, 12 die tegenover de eerste buitenzijde 111, 121 gelegen is.
Het nokelement 61, 62 is voorzien om in een open toestand van de eerste klem 51 en de tweede klem 52 binnen de omvang van respectievelijk het eerste been 11 en het tweede been 12 gelegen te zijn aan een eerste zich langsheen de eerste en de tweede richting 31, 32 uitstrekkende buitenzijde 111, 121 van het eerste been 11 en het tweede been 12. In een gesloten toestand van de eerste klem 51 en de tweede klem 52 strekt het nokelement 61, 62 zich uit buiten de omvang van het eerste been 11 en het tweede been 12 aan de eerste buitenzijde 111, 121 van het eerste been 11 en het tweede been 12, zodanig dat wanneer het eerste been 11 en het tweede been 12 in de daartoe bestemde respectievelijke bevestigingskanalen 41, 42 van het eerste profiel 21 en het tweede profiel 22 geschoven zijn, het nokelement 61, 62, bij voorkeur rechtstreeks, aandrukt tegen het overeenstemmende profiel 21, 22 en het overeenstemmende been 11, 12 daarbij vastklemt in het overeenstemmende bevestigingskanaal 41, 42 van het overeenstemmende profiel 21,22.
Figuren 3 en 4 tonen een zijaanzicht van het hoekstuk 1 van Figuur 1. Bij dit zijaanzicht wordt op het hoekpunt van het hoekstuk 1 gekeken langsheen de eerste richting 31.
Figuren 6, 7 en 8 tonen een perspectief aanzicht van verdere uitvoeringsvormen van het hoekstuk 1 volgens de huidige uitvinding. In deze hoekstukken 1 zijn het eerste been 11 en het tweede been 12 op dezelfde wijze uitgevoerd als het eerste been 11 en het tweede been 12.
Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede doorheen het hoekstuk 1 van Figuur 8, waarbij de dwarsdoorsnede genomen is volgens een vlak loodrecht op en centraal doorheen zowel het eerste been 11 als het tweede been 12. In Figuur 8 bevindt zowel de eerste klem 51 als de tweede klem 52 zich in de gesloten toestand.
Zoals kan gezien worden is het nokelement 61, 62 bij voorkeur zodanig gevormd dat het nokelement 61, 62 ten minste bij een gedeelte van de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de klem 51, 52 in aangrijpend contact komt met het profiel 21, 22 wanneer het been 11, 12 in het bevestigingskanaal 41, 42 van het profiel 21, 22 geschoven is. Vergelijk hierbij in het bijzonder Figuur 3 en Figuur 4 waarin de mate waarin het nokelement 61, 62 uit de opening nokopening 91, 92 uitsteekt wordt geïllustreerd. Hierbij wordt de mate waarmee het nokelement 61, 62 uit de nokopening 91, 92 uitsteekt mede bepaald door de dimensies van het bevestigingskanaal 41, 42 waar het nokelement zal komen en de mate waarmee het been 11, 12 van het hoekstuk 1 moet klemmen in het bevestigingskanaal 41,42.
Figuur 10 toont een perspectief aanzicht van het nokelement 61 van een hoekstuk 1 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Het nokelement 61 is voorzien van een aangrijpelement 81, in het getoond geval meer bepaald een hendel 81, voor het roteren van het nokelement 61 tussen de open toestand van de eerste klem 51 en de gesloten toestand van de eerste klem 51. Tevens toont Figuur 10 in meer detail de locatie van de as 71 van de klem 51 ten opzichte van de hendel 81. Bij verdere voorkeur zijn de verdere aangrijpelementen, zoals aangrijpelement 82 van de tweede klem 52 identiek aan het aangrijpelement 81 van de eerste klem 51 teneinde, bijvoorbeeld, de modulariteit verder te bevorderen.
Verder toont Figuur 10 dat ten minste een gedeelte van het aangrijpelement 81 voorzien is van een verbreding ten opzichte van het nokelement 61.
Bij voorkeur wordt het nokelement 61 uit een enkel stuk vervaardigd en/of is het nokelement 61 vervaardigd uit hetzelfde materiaal als de benen van het hoekstuk en is het hoekstuk 1, bij verdere voorkeur, meer algemeen metaal, bij voorkeur staal.
Zoals getoond in Figuur 1, ligt het aangrijpelement 81 hoofdzakelijk aan een tweede buitenzijde 112 van het eerste been 11. De tweede buitenzijde 112 ligt daarbij tegenover de eerste buitenzijde 111 van het eerste been 11.
Het aangrijpelement 81 is in de gesloten toestand, zoals getoond in Figuur 1, van de eerste klem 51 hoofdzakelijk evenwijdig, en bij voorkeur evenwijdig, gelegen aan de eerste richting 31 van het eerste been 11. Bij voorkeur ligt het aangrijpelement 81 nagenoeg tegen, en bij voorkeur tegen, het eerste been 11.
De hoek tussen het aangrijpelement 81 in de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem 51 is bij voorkeur gelegen in het bereik van 90°-180°, bij voorkeur in het bereik van 105°-165°, bij meer voorkeur in het bereik van 120°-150°, bij nog meer voorkeur ongeveer gelijk aan 135°, en zelfs bij nog meer voorkeur gelijk aan 135°. Dit wordt bijvoorbeeld geïllustreerd in Figuur 2 en Figuur 8.
Het aangrijpelement 81 strekt zich ten minste in de gesloten toestand van de eerste klem 51 bij voorkeur uit voorbij een uiteinde 101 van het eerste been 11. Dit uiteinde 101 is dan voorzien om als eerste deel van het eerste been 11 in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21 te schuiven. Hoewel dit niet wordt getoond in de figuren is het tevens mogelijk dat het aangrijpelement 81 zich in de gesloten toestand van de eerste klem 51 uitstrekt voorbij het uiteinde 101 van het been 11. Volgens een dergelijke uitvoeringsvorm is het echter lastiger om de klem van de gesloten toestand naar de open toestand te brengen.
Het aangrijpelement 81 heeft, zoals getoond in Figuur 2, bij voorkeur een vooraf bepaalde lengte, zodanig dat het aangrijpelement 81 bijvoorbeeld boven een onderzijde van het tweede profiel 22 blijft en bijgevolg niet onder het tweede profiel 22 uitsteekt in de open toestand. Bij verdere voorkeur is de lengte van het aangrijpelement 81 echter zo lang mogelijk binnen deze grens zodanig dat door middel van hefboomwerking een maximale kracht uit te oefenen is op het nokelement 61 met het aangrijpelement 81 om de eerste klem 51 van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen en omgekeerd.
Verder toont Figuur 2 dat de nokopening 91 bij voorkeur een vooraf bepaalde lengte heeft langsheen de eerste richting 31 van het eerste been 11 en dat het nokelement 61 gemonteerd is op een vooraf bepaalde positie in de nokopening 91, zodanig dat het aangrijpelement 81 in de open toestand van de eerste klem 51 steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen uiteinde 911, 912 van de nokopening 91. Hoewel Figuur 2 toont dat het aangrijpelement 81 steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen uiteinde 911, 912 van de nokopening 91 in de open toestand van de eerste klem 51, is het mogelijk dat het aangrijpelement 81 steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen uiteinde 911, 912 van de nokopening 91 in de gesloten toestand van de eerste klem 51.
Figuur 1 toont dat het nokelement 61, in de open toestand van de eerste klem 51, steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen eerste uiteinde 911 van de nokopening 91. Het nokelement 61 steunt in de gesloten toestand van de eerste klem 51 tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen tweede uiteinde 912 van de nokopening 91. Het tweede uiteinde 912 is tegenover het eerste uiteinde 911 van de nokopening 91 gelegen.
Bovenvermelde eigenschappen en onderdelen van het aangrijpelement 81 zijn uiteraard ook mutatis mutandis toepasselijk op het, bij voorkeur, anderzijds identieke aangrijpelement 82 van de tweede klem 52.
Zo ligt, zoals getoond in Figuur 1, het aangrijpelement 82 bij voorkeur hoofdzakelijk aan een tweede buitenzijde 122 van het tweede been 12. De tweede buitenzijde 122 ligt daarbij tegenover de eerste buitenzijde 121 van het tweede been 12.
Het aangrijpelement 82 is in de gesloten toestand, zoals getoond in
Figuur 1 en Figuur 2, van de tweede klem 52 hoofdzakelijk evenwijdig, en bij voorkeur evenwijdig, gelegen aan de tweede richting 32 van het tweede been 12. Bij voorkeur ligt het aangrijpelement 82 nagenoeg tegen, en bij voorkeur tegen, het tweede been 12.
De hoek tussen het aangrijpelement 82 in de open toestand en de gesloten toestand van de tweede klem 52 is bij voorkeur gelegen in het bereik van 90°-180°, bij voorkeur in het bereik van 105°-165°, bij meer voorkeur in het bereik van 120°-150°, bij nog meer voorkeur ongeveer gelijk aan 135°, en zelfs bij nog meer voorkeur gelijk aan 135°.
Zoals getoond in Figuur 4, strekt het aangrijpelement 82 zich bij voorkeur ten minste in de gesloten toestand van de tweede klem 52 uit voorbij een uiteinde 102 van het tweede been 12. Dit uiteinde 102 is dan voorzien om als eerste deel van het tweede been 12 in het bevestigingskanaal 42 van het tweede profiel 22 te schuiven. Hoewel dit niet wordt getoond in de figuren is het tevens mogelijk dat het aangrijpelement 82 zich in de gesloten toestand van de tweede klem 52 zich voorbij het uiteinde 102 van het been 12 uitstrekt. Volgens een dergelijke uitvoeringsvorm is het echter lastiger om de klem van de gesloten toestand naar de open toestand te brengen.
Het aangrijpelement 82 heeft tevens bij voorkeur een vooraf bepaalde lengte, zodanig dat het aangrijpelement 82 bijvoorbeeld boven een onderzijde van het eerste profiel 21 blijft en bijgevolg niet onder het eerste profiel 21 uitsteekt in de open toestand. Bij verdere voorkeur is de lengte van het aangrijpelement 82 echter zo lang mogelijk binnen deze grens zodanig dat door middel van hefboomwerking een maximale kracht uit te oefenen is op het nokelement 62 met het aangrijpelement 82 om de tweede klem 52 van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen en omgekeerd.
Verder heeft de nokopening 92 bij voorkeur tevens een vooraf bepaalde lengte langsheen de tweede richting 32 van het tweede been 12 en is het nokelement 62 gemonteerd op een vooraf bepaalde positie in de nokopening 92, zodanig dat het aangrijpelement 82 in de open toestand van de tweede klem 52 steunt tegen een langsheen de tweede richting 32 gelegen uiteinde 921, 922 van de nokopening 92. Hoewel dat het aangrijpelement 82 steunt tegen een langsheen de tweede richting 32 gelegen uiteinde 921, 922 van de nokopening 92 in de open toestand van de tweede klem 52, is het mogelijk dat het aangrijpelement 82 steunt tegen een langsheen de tweede richting 32 gelegen uiteinde 921, 922 van de nokopening 92 in de gesloten toestand van de tweede klem 52.
Het nokelement 62, in de open toestand van de tweede klem 52, steunt bij voorkeur tegen een langsheen de tweede richting 32 gelegen eerste uiteinde 921 van de nokopening 92. Het nokelement 62 steunt in de gesloten toestand van de tweede klem 52 tegen een langsheen de tweede richting 32 gelegen tweede uiteinde 922 van de nokopening 92. Het tweede uiteinde 922 ligt tegenover het eerste uiteinde 921 van de nokopening 92. Deze configuratie wordt bijvoorbeeld getoond in Figuur 1.
Figuur 5 toont een voorbeeld van de profielen waarin de hoekstukken 1 zullen worden opgenomen. Het betreft hier bijvoorbeeld het profiel PUBLI VISION™ zoals dat door het bedrijf ALUVISION wordt vermarkt. Uiteraard kunnen ook andere profielen voor dergelijke doeleinden worden gebruikt.
Verder toont Figuur 5 een hoekelement 2, omvattende twee profielen 21, 22 door middel van het hoekstuk 1 getoond in één van de Figuren 1-4 verbonden onder een hoek. Het eerste profiel 21 omvat een eerste bevestigingskanaal 41 en het tweede profiel 22 een tweede bevestigingskanaal 42. Het eerste bevestigingskanaal 41 en het tweede bevestigingskanaal 42 strekken zich uit langsheen respectievelijk de eerste richting 31 en de tweede richting 32. Het eerste bevestigingskanaal 41 omsluit het eerste been 11 van het hoekstuk 1 ten minste gedeeltelijk. Het tweede bevestigingskanaal 42 omsluit het tweede been 12 van het hoekstuk 1 ten minste gedeeltelijk. Het eerste been 11 wordt in het eerste bevestigingskanaal 41 geklemd door middel van de eerste klem 51.
Optioneel wordt het eerste profiel 21 tegen het tweede profiel 22 aangedrukt door middel van de eerste klem 51. Figuur 5 toont verder dat het tweede been 12 in het tweede bevestigingskanaal 42 kan worden geklemd door middel van de tweede klem 52. Optioneel wordt het tweede profiel 22 tegen het eerste profiel 21 aangedrukt door middel van de tweede klem 52. Verder kan worden gezien dat in de getoonde uitvoering het hoekelement 2 een verstekverbinding van de twee profielen 21,22 is. Lijst met referentienummers: 1 hoekstuk 2 hoekelement II, 12 eerste en tweede been hoekstuk 21, 22 eerste en tweede profiel 31, 32 eerste en tweede richting 41, 42 bevestigingskanaal eerste en tweede profiel 51, 52 eerste en tweede klem 61, 62 nokelement eerste en tweede klem 71, 72 as nokelement eerste en tweede klem 81, 82 aangrijpelement nokelement eerste en tweede klem 91, 92 nokopening eerste en tweede been 911, 912 eerste en tweede uiteinde nokopening eerste been 921, 922 eerste en tweede uiteinde nokopening tweede been 101, 102 uiteinde eerste en tweede been III, 112 eerste en tweede buitenzijde eerste been 121, 122 eerste en tweede buitenzijde tweede been 131, 132 schroefopening eerste en tweede been

Claims (35)

  1. Conclusies
    1. Een hoekstuk (1) voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen (21, 22), waarbij het hoekstuk (1) ten minste een eerste been (11) en een tweede (12) been omvat, waarbij het eerste been (11) en het tweede been (12) onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd en het eerste been (11) zich uitstrekt langsheen een eerste richting (31) en het tweede been (12) zich uitstrekt langsheen een tweede richting (32), waarbij het eerste been (11) voorzien is om in een bevestigingskanaal (41) van een eerste profiel (21) te worden geschoven langsheen de eerste richting (31) en het tweede been (12) voorzien is om in een bevestigingskanaal (42) van een tweede profiel (22) te worden geschoven langsheen de tweede richting (32), daardoor gekenmerkt dat ten minste het eerste been (11) voorzien is van een eerste klem (51) omvattende een nokelement (61) dat roteerbaar bevestigd is aan het eerste been (11), waarbij het nokelement (61) voorzien is om in een open toestand van de eerste klem (51) binnen de omvang van het eerste been (11) gelegen te zijn aan een eerste zich langsheen de eerste richting (31) uitstrekkende buitenzijde (111) van het eerste been (11), en om zich in een gesloten toestand van de eerste klem (51) uit te strekken buiten de omvang van het eerste been (11) aan de eerste buitenzijde (111) van het eerste been (11), zodanig dat wanneer het eerste been (11) in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21) geschoven is, het nokelement (61), bij voorkeur rechtstreeks, aandrukt tegen het eerste profiel (21) en het eerste been (11) daarbij vastklemt in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21).
  2. 2. Het hoekstuk volgens conclusie 1, waarbij het nokelement (61) verder voorzien is om bij de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem (51), het eerste been (11) verder in het bevestigingskanaal (41) te trekken en daarbij het eerste profiel (21) tegen het tweede profiel (22) aan te drukken, wanneer het eerste been (11) en het tweede been (12) in het bevestigingskanaal (41, 42) van respectievelijk het eerste profiel (21) en het tweede profiel (22) geschoven zijn.
  3. 3. Het hoekstuk (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het nokelement (61) zodanig gevormd is dat het nokelement (61) ten minste bij een gedeelte van de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem (51) in aangrijpend contact komt met het eerste profiel (21) wanneer het eerste been (11) in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21) geschoven is.
  4. 4. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij het nokelement (61) een excentrische nok (61) is die roteerbaar bevestigd is omheen een as (71), waarbij de as (71) vast is aan het eerste been (11) en de eerste richting (31) dwarst en bij voorkeur loodrecht op de eerste richting (31) gelegen is, en waarbij de as (71) bij voorkeur evenwijdig gelegen is aan de eerste buitenzijde (111) van het eerste been (11).
  5. 5. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij het nokelement (61) voorzien is van een aangrijpelement (81), bij voorkeur van een hendel (81), voor het roteren van het nokelement (61) tussen de open toestand van de eerste klem (51) en de gesloten toestand van de eerste klem (51).
  6. 6. Het hoekstuk (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het aangrijpelement (81) hoofdzakelijk aan een tweede buitenzijde (112) van het eerste been (11) gelegen is, welke tweede buitenzijde (112) tegenover de eerste buitenzijde (111) van het eerste been (11 ) gelegen is.
  7. 7. Het hoekstuk (1) volgens conclusie 5 of 6, waarbij het aangrijpelement (81) in de gesloten toestand van de eerste klem (51) hoofdzakelijk evenwijdig, en bij voorkeur evenwijdig, gelegen is aan de eerste richting (31) van het eerste been (11), en daarbij bij voorkeur nagenoeg tegen, en bij voorkeur tegen, het eerste been (11) gelegen is.
  8. 8. Het hoekstuk (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de hoek tussen het aangrijpelement (81) in de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem (51) gelegen is in het bereik van 90°-180°, bij voorkeur in het bereik van 105°-165°, bij meer voorkeur in het bereik van 120°-150°, bij nog meer voorkeur ongeveer gelijk aan 135°, en zelfs bij nog meer voorkeur gelijk aan 135°.
  9. 9. Het hoekstuk (1) volgens conclusie 7 of 8, waarbij het aangrijpelement (81) zich ten minste in de gesloten toestand van de eerste klem (51) uitstrekt voorbij een uiteinde (101) van het eerste been (11), welk uiteinde (101) voorzien is om als eerste deel van het eerste been (11) in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21) te schuiven.
  10. 10. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 49, waarbij ten minste een gedeelte van het aangrijpelement (81) voorzien is van een verbreding ten opzichte van het nokelement (61).
  11. 11. Het hoekstuk (1 ) volgens eender welke van de conclusies 410, waarbij het aangrijpelement (81) een vooraf bepaalde lengte heeft, zodanig dat het aangrijpelement (81) boven een onderzijde van het tweede profiel blijft.
  12. 12. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij het nokelement (61) gemonteerd is in een daartoe voorziene nokopening (91) doorheen het eerste been (11).
  13. 13. Het hoekstuk (1) volgens de voorgaande conclusie ten minste in combinatie met conclusie 4, waarbij de nokopening (91) een vooraf bepaalde lengte heeft langsheen de eerste richting (31) van het eerste been (11) en het nokelement (61) gemonteerd is op een vooraf bepaalde positie in de nokopening (91), zodanig dat het aangrijpelement (81) in ten minste één toestand van de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem (51) steunt tegen een langsheen de eerste richting (31 ) gelegen uiteinde (911, 912) van de nokopening (91 ).
  14. 14. Het hoekstuk (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het nokelement (61) in de open toestand van de eerste klem (51) steunt tegen een langsheen de eerste richting (31) gelegen eerste uiteinde (911) van de nokopening (91), en waarbij het nokelement (61) in de gesloten toestand van de eerste klem (51) steunt tegen een langsheen de eerste richting (31) gelegen tweede uiteinde (912) van de nokopening (91), welk tweede uiteinde (912) tegenover het eerste uiteinde (911) van de nokopening (91) gelegen is.
  15. 15. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede been (12) voorzien is van een tweede klem (52) voor het vastklemmen van het tweede been (12) in het bevestigingskanaal (42) van het tweede profiel (22), en waarbij de tweede klem (52) op gelijkaardige wijze is voorzien als de eerste klem (51) is voorzien voor het vastklemmen van het eerste been (11) in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21).
  16. 16. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste been (11) en het tweede been (12) roteerbaar aan elkaar zijn gemonteerd voor het wijzigen van de hoek waarmee het eerste been (11) en het tweede been (12) ten opzichte van elkaar zijn gemonteerd.
  17. 17. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste been (11) en het tweede been (12) onder een hoek van 90° of onder een hoek van 180° ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd.
  18. 18. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij een uiteinde (101, 102) van ten minste één been (11, 12) van het eerste been (11) en het tweede been (12), welk uiteinde (101, 102) voorzien is om als eerste deel van het ten minste ene been (11, 12) in het bevestigingskanaal (41, 42) te schuiven, een taps toelopende vorm heeft, en bij voorkeur verder voorzien is van afgeronde hoeken.
  19. 19. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één been (11, 12) van het eerste been (11) en het tweede been (12) van het hoekstuk (1) voorzien is van een schroefopening (131, 132) doorheen het ten minste ene been (11, 12), welke schroefopening (131, 132) voorzien is voor het erin schroeven van een schroef om het ten minste ene been (11, 12) vast te klemmen in het daartoe voorziene bevestigingskanaal (41,42).
  20. 20. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van het eerste been (11) en het tweede been (12) van het hoekstuk (1) plaatvormig is.
  21. 21. Het hoekstuk (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van het eerste been (11) en het tweede been (12) van het hoekstuk (1), bij voorkeur het hele hoekstuk (1), vervaardigd is uit een metaal, en bij meer voorkeur uit staal.
  22. 22. Een profiel (21) waarbij het profiel (21) een eerste bevestigingskanaal (41) omvat, waarbij het eerste bevestigingskanaal (41) zich uitstrekt langsheen een eerste richting (31), waarbij het eerste bevestigingskanaal (41) voorzien is om een eerste been (11) van een hoekstuk (1) dat in het eerste bevestigingskanaal (41) geschoven is ten minste gedeeltelijk te omsluiten, daardoor gekenmerkt dat het profiel (21) voorzien is van een eerste klem omvattende een nokelement dat roteerbaar bevestigd is aan het profiel (21), waarbij het nokelement voorzien is om in een open toestand van de eerste klem uit het eerste bevestigingskanaal (41) gelegen te zijn, om zich in een gesloten toestand van de eerste klem uit te strekken in het eerste bevestigingskanaal (41), zodanig dat wanneer het eerste been (11) van het hoekstuk (1) in het eerste bevestigingskanaal (41) geschoven is, het nokelement aandrukt tegen het eerste been (11) van het hoekstuk (1) en het eerste been (11) daarbij vastklemt in het eerste bevestigingskanaal (41), en waarbij optioneel het nokelement eveneens voorzien is om bij de overgang van de open toestand naar de gesloten toestand van de eerste klem, het eerste been (11) van het hoekstuk (1) verder in het bevestigingskanaal (41) te trekken wanneer het eerste been (11) van het hoekstuk (1) in het eerste bevestigingskanaal (41) geschoven is.
  23. 23. Een set, omvattende een hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21 en ten minste twee profielen (21, 22) of een hoekstuk (1), het hoekstuk (1) omvattende ten minste een eerste been (11) en een tweede been (12) onder een hoek ten opzichte van elkaar gemonteerd en zich respectievelijk uitstrekkend volgens een eerste richting (31) en een tweede richting (32), en ten minste twee profielen (21, 22), waarvan ten minste één volgens de voorgaande conclusie, of het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21 en ten minste twee profielen (21, 22), waarvan ten minste één volgens de voorgaande conclusie, waarbij een eerste profiel (21) van de set een eerste bevestigingskanaal (41 ) omvat en een tweede profiel (22) van de set een tweede bevestigingskanaal (42) omvat, waarbij het eerste bevestigingskanaal (41) en het tweede bevestigingskanaal (42) zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste richting (31) en de tweede richting (32), waarbij het eerste bevestigingskanaal (41) voorzien is om het eerste been (11) van het hoekstuk (1) ten minste gedeeltelijk te omsluiten, zodat het eerste been (11) in het eerste bevestigingskanaal (41) wordt geklemd door middel van de eerste klem (51), en zodat optioneel het eerste profiel (21) tegen het tweede profiel (22) wordt aangedrukt door middel van de eerste klem (51), en waarbij het tweede bevestigingskanaal (42) voorzien is om het tweede been (12) van het hoekstuk (1) ten minste gedeeltelijk te omsluiten.
  24. 24. Een hoekelement (2), omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21 onder een hoek verbonden profielen (21, 22) of ten minste twee door middel van een hoekstuk (1) onder een hoek verbonden profielen (21,22), waarvan ten minste één volgens conclusie 22, het hoekstuk (1) omvattende ten minste een eerste been (11) en een tweede been (12) onder een hoek ten opzichte van elkaar gemonteerd en zich respectievelijk uitstrekkend volgens een eerste richting (31) en een tweede richting (32), of ten minste twee door middel van het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21 onder een hoek verbonden profielen (21, 22), waarvan ten minste één volgens conclusie 22, waarbij het eerste profiel (21) een eerste bevestigingskanaal (41) omvat en het tweede profiel (22) een tweede bevestigingskanaal (42) omvat, waarbij het eerste bevestigingskanaal (41) en het tweede bevestigingskanaal (42) zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste richting (31) en de tweede richting (32), waarbij het eerste bevestigingskanaal (41) het eerste been (11) van het hoekstuk (1) ten minste gedeeltelijk omsluit, waarbij het tweede bevestigingskanaal (42) het tweede been (12) van het hoekstuk (1) ten minste gedeeltelijk omsluit, waarbij het eerste been (11) in het eerste bevestigingskanaal (41) wordt geklemd door middel van de eerste klem (51), en waarbij optioneel het eerste profiel (21) tegen het tweede profiel (22) wordt aangedrukt door middel van de eerste klem (51).
  25. 25. Het hoekelement (2), met het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21, volgens de voorgaande conclusie indien afhankelijk van conclusie 15, waarbij het tweede been (12) in het tweede bevestigingskanaal (42) geklemd wordt door middel van de tweede klem (52), en waarbij optioneel het tweede profiel (22) tegen het eerste profiel (21 ) aangedrukt wordt door middel van de tweede klem (52).
  26. 26. Het hoekelement (2), bij voorkeur het hoekelement (2) omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21 onder een hoek verbonden profielen (21, 22), volgens conclusie 24 of 25, waarbij het hoekelement (2) een verstekverbinding van de twee profielen (21,22) is.
  27. 27. Het hoekelement (2), bij voorkeur het hoekelement (2) omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21 onder een hoek verbonden profielen (21, 22), volgens eender welke van de conclusies 24-26, waarbij ten minste één van het eerste profiel (21) en het tweede profiel (22) gemaakt is uit een metaal, bij voorkeur aluminium.
  28. 28. Het hoekelement (2), het hoekelement (2) omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk (1) volgens eender welke van de conclusies 1-21, in combinatie met conclusie 19, onder een hoek verbonden profielen (21, 22), volgens eender welke van de conclusies 2427, waarbij het ten minste ene van een schroefopening (131, 132) voorziene been (11, 12) vastgeklemd is in het daartoe voorziene bevestigingskanaal (41, 42) door middel van een in de schroefopening (131, 132) geschroefde schroef.
  29. 29. Een kader omvattende het hoekelement (2) volgens eender welke van de conclusies 24-28.
  30. 30. Het kader volgens de voorgaande conclusie omvattende ten minste vier hoekelementen (2) volgens eender welke van de conclusies 24-28.
  31. 31. Een standenbouwelement, waarbij het standenbouwelement het kader volgens conclusie 29 of 30 is.
  32. 32. Een stand omvattende het standenbouwelement volgens de voorgaande conclusie.
  33. 33. Een werkwijze voor het maken van het hoekelement (2) volgens eender welke van de conclusies 24-28, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het langsheen de eerste richting (31) in het eerste bevestigingskanaal (41) schuiven van het eerste been (11) met de eerste klem (51) in de open toestand; - het langsheen de tweede richting (32) in het tweede bevestigingskanaal (42) schuiven van het tweede been (12) met de tweede klem (52), indien aanwezig, in de open toestand; en - het vastklemmen van het eerste been (11) in het eerste bevestigingskanaal (41) door de eerste klem (51) van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen door middel van het roteren van het nokelement (61) van de eerste klem (51).
  34. 34. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie, indien afhankelijk van conclusie 25, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het vastklemmen van het tweede been (12) in het tweede bevestigingskanaal (42) door de tweede klem (52) van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen door middel van het roteren van het nokelement (62) van de tweede klem (52).
  35. 35. De werkwijze volgens conclusie 33 of 34, indien afhankelijk van conclusie 27, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het vastklemmen van het ten minste ene van een schroefopening (131, 132) voorziene been (11, 12) in het daartoe voorziene bevestigingskanaal (41, 42) door het schroeven van een schroef in de schroefopening (131, 132).
BE2015/5084A 2015-02-13 2015-02-13 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan BE1022726B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5084A BE1022726B1 (nl) 2015-02-13 2015-02-13 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5084A BE1022726B1 (nl) 2015-02-13 2015-02-13 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022726A1 true BE1022726A1 (nl) 2016-08-24
BE1022726B1 BE1022726B1 (nl) 2016-08-24

Family

ID=53476604

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5084A BE1022726B1 (nl) 2015-02-13 2015-02-13 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022726B1 (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE669603A (nl) * 1965-09-14 1965-12-31
AU2009201263A1 (en) * 2009-03-31 2010-10-21 A&L Windows Pty Ltd Tensioning System
WO2012035339A1 (en) * 2010-09-17 2012-03-22 Tecna Display Limited Connector for frames

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022726B1 (nl) 2016-08-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6114290B2 (ja) 機械的に連結するフレームアセンブリ
US9120594B2 (en) Hexagonal combination storage box
BE1022726B1 (nl) Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan
CN204604164U (zh) 用于工件夹紧的装置
US5094562A (en) Three-way clamp for structural assemblies
BE1019578A3 (nl) Afregelgereedschap
AU2019231344B2 (en) Device for tensioning a canvas on a frame
US1643737A (en) Clamping device
BE1022807B1 (nl) Een profiel, set, hoekelement, kader en standenbouwelement voor standenbouw, en een werkwijze voor het vervaardigen van het profiel
NL2011293C2 (nl) Klem met radiale toleratie.
NL1038631C2 (nl) Systeem bevattende een spanraam, werkwijze voor het opspannen van een schildersdoek in een spanraam, instelmiddel voor het spannen van een schildersdoek.
EP2765259A1 (fr) Système d'écran vertical
BE1018503A3 (nl) Hoekstuk voor het realiseren van een hoekverbinding en werkwijze voor het realiseren van een hoekverbinding.
EP3015023B1 (en) Constituent device for furniture
KR200479096Y1 (ko) 진열대 프레임
EP2106507B1 (en) Tightening apparatus and method for tightening two pieces of furniture
JP6558598B2 (ja) 板材用組立治具
JP6576978B2 (ja) 天板と脚の連結構造
BE1001806A6 (fr) Etagere.
FR2753924A1 (fr) Serre-joint a machoires interchangeables
US8794609B2 (en) Miter clamp
FR3001748A1 (fr) Dispositif pour realiser un doublage le long d'un mur existant, en matiere legere coulee par paliers ou en lits successifs, dans un coffrage
WO2007048933A1 (fr) Dispositif pour l'assemblage d'au moins deux profiles et ses applications
FR2465556A1 (fr) Dispositif de bridage et/ou de debridage rapide de plaques de travail
FR2871957A1 (fr) Dispositif d'accouplement d'armoires electriques