BE1022657A1 - Afvoerinrichting voor versnipperd organisch materiaal - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een afvoerinrichting (2) voor versnipperd organisch materiaal afkomstig van een versnipperaar (1), waarbij de inrichting een draaibare as (3) omvat waarop een waaierelement (4) dat voorzien is om versnipperd materiaal in de richting van de afvoerzijde te projecteren, en verplaatsingsmiddelen (5; 6) die voorzien zijn om minstens een deel van het toegevoerde materiaal in de richting van het waaierelement (4) te verplaatsen, voorzien zijn. anderzijds betreft deze itvinding een versnipperaar (1) voorzien van dergelijke afvoerinrichting (2).

Description

AFVOERINRICHTING VOOR VERSNIPPERD ORGANISCH MATERIAAL

Deze uitvinding betreft een enerzijds een afvoerinrichting voor versnipperd organisch materiaal afkomstig van een versnipperaar, anderzijds betreft deze uitvinding een versnipperaar voor het verkleinen van organisch materiaal tot snippers, voorzien van dergelijke afvoerinrichting. De betreffende versnipperaar is bij voorkeur een groenafvalversnipperaar voor het versnipperen van tuinafval, snoeihout, bloemen, takken, bladeren, landbouwgewassen, loof, enz....

Versnipperaars worden gebruikt voor het versnipperen (verkleinen, hakselen) van snoeiafval, zoals snoeihout, takken, bladeren, landbouwgewassen, loof, enz. afkomstig uit natuur - en landschapsbeheer of landbouw. Er zijn reeds diverse systemen gekend om organisch materiaal te versnipperen. Na het versnipperen verlaten de snippers de versnipperkamer lang de uitvoerzijde.

Een eerste gekend systeem is de schijfhakselaar, waarbij een aantal messen in het vlak van een grote schijf zijn gemonteerd waartegen het organisch materiaal bij invoer in een invoertrechter, al dan niet via invoerrollen wordt aangedrukt, en tussen de messen en een tegenmes dwars wordt afgehakt. Het afgehakt materiaal wordt vervolgens door de opening in de schijf naar achter doorgevoerd. Voor de verdere afvoer zorgen windvleugels die achter de schijf zijn gemonteerd.

Een tweede gekend systeem is de schaafhakselaar, hierbij worden een aantal messen langs de lengterichting van een trommelwand gemonteerd. Het organisch materiaal wordt tegen de trommelwand gedrukt, waardoor het genoemde materiaal tussen de messen en een tegenmes dwars wordt afgehakt. Bij dit systeem komt de afgehakte snipper in een holte achter het mes terecht, waar de snippers door inwerking van de opgewekte middelpuntvliegende kracht via een uitvoeropening uit de holte weggeprojecteerd zullen worden.

Bij de bovengenoemde (eerste) groep systemen ontstaan van zodra het organisch materiaal in contact komt met de messen, direct snippers met vaste afmetingen. Dergelijke hakselaars hebben het nadeel dat ze bij voorkeur geschikt zijn voor het versnipperen van takken.

Om nu naast takken, ook ander afval, zoals tuinafval, bloemen, bladeren, landbouwgewassen, loof en dergelijke te verwerken wordt tot op heden gebruik gemaakt van een tweede groep systemen, dit zijn ofwel een hamer- of klepelmolen, waarbij het organisch materiaal door middel van klepels of hamers verkleind wordt, ofwel de versnipperaar die onder meer beschreven wordt in het Europees octrooi EP 1 480 752, waarbij gebruik gemaakt wordt van een aambeeld en op een as gemonteerde messengroepen die draaibaar zijn opgesteld voor het aambeeld.

Bij de tweede groep systemen die geschikt zijn om in hoofdzaak groenafval te verwerken is de uitvoerzijde van de versnipperkamer voorzien van een rooster met doorvoeropeningen voor de kalibratie van de snippers, een zogenaamd kalibratie rooster. Op deze manier kunnen enkel de snippers die door inwerking van de snijdmiddelen tot de gepaste grootte verkleind zijn, de inrichting verlaten. Bij deze groep worden de snippers, in tegenstelling tot bij de eerste groep, niet onmiddellijk gevormd. De snippers worden als het ware in twee fases gevormd. Eerst wordt een ‘groot’ onregelmatig stuk bekomen dat vervolgens in de versnipperkamer verkleind wordt tot het gewenste formaat. Het kalibratierooster bepaalt hoe lang de snippers binnen de versnipperkamer blijven. Nadeel van dit systeem is echter dat de snippers, eens ze de versnipperaar verlaten, door inwerking van de zwaartekracht onmiddellijk op de onderliggende grond terechtkomen, waardoor ze achteraf nog verzameld dienen te worden om afgevoerd te worden. Een mogelijk oplossing voor dit probleem, is het plaatsen van een opvangcontainer (zak) uit soepel materiaal ter hoogte van de uitvoerzijde van de versnipperkamer. Het bevestigen van dergelijke zak is echter omslachtig, bovendien dient men geregeld de aangebrachte container (zak) te ledigen.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een afvoerinrichting voor versnipperd organisch materiaal afkomstig van een versnipperaar, te verschaffen, die ervoor zorgt dat het versnipperd materiaal niet onmiddellijk op de grond terecht komt na het verlaten van de versnipperaar, maar toelaat het versnipperd materiaal op een eenvoudige manier af te voeren in de richting van een verder geplaatste opvangcontainer.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een afvoerinrichting voor versnipperd organisch materiaal afkomstig van een versnipperaar, omvattende een toevoer- en afvoerzijde, waarbij de inrichting een draaibare as omvat waarop een waaierelement dat voorzien is om versnipperd materiaal in de richting van de afvoerzijde te projecteren, en verplaatsingsmiddelen die voorzien zijn om minstens een deel van het toegevoerde materiaal in de richting van het waaierelement te verplaatsen, voorzien zijn. Door een dergelijke afvoerinrichting ter hoogte van de uitvoerzijde van de versnipperkamer van een versnipperaar te monteren, zal het versnipperde materiaal niet rechtstreeks op de grond onder de versnipperaar terechtkomen, maar wordt het mogelijk het versnipperd materiaal verder weg van de versnipperaar af te voeren.

In gebruik zal de draaibare as van de afvoerinrichting aan hoge snelheid roteren, de rotatiesnelheid is bij voorkeur minstens 1000 tr./min, meer voorkeurdragend minstens 1500 tr./min en meer in het bijzonder minstens 2000 tr./min. Door de hoge rotatiesnelheid van de draaibare as, en dus ook van het waaierelement, zal het waaierelement enerzijds een aanzuigkracht genereren die het versnipperd materiaal uit de versnipperkamer van een versnipperaar zal zuigen en anderzijds een projectiekracht uitoefenen op het versnipperd materiaal dat in contact komt met het waaierelement, om zo deze uit de afvoerinrichting te verwijderen. Voor de afvoer omvat de inrichting in een voorkeursuitvoering een uitvoerbuis waarlangs het versnipperd materiaal de inrichting kan verlaten. De ingang van de uitvoerbuis zal zich bevinden ter hoogte van het waaierelement, hierdoor kunnen wordt al het versnipperd materiaal afkomstig van het waaierelement afgevoerd. De uitvoerbuis is bij voorkeur draaibaar zodat de gebruiker kan beslissen in welke richting het versnipperde materiaal zal afgevoerd worden.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de afvoerinrichting volgens de uitvinding omvatten de verplaatsingmiddelen een eerste en tweede verplaatsingmiddel, waarbij het waaierelement voorzien is tussen het eerste en tweede verplaatsingsmiddel. Het eerste en tweede verplaatsingsmiddel zijn bij voorkeur spiraalvormig uitgevoerd. Meer in het bijzonder zijn de spoedhoek van het eerste en tweede verplaatsingsmiddel tegengesteld zijn aan elkaar. Volgens een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de afvoerinrichting overeenkomstig de uitvinding is de schroefgang van het eerste verplaatsingsmiddel links is en is de schroefgang van het tweede verplaatsingsmiddel rechts. Door hun specifieke vormgeving zullen het eerste en tweede verplaatsingmiddel, in gebruik (wanneer ze roteren), ervoor zorgen dat het versnipperd materiaal dat erop terecht komt, verplaatst zal worden in de richting van het waaierelement.

In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de afvoerinrichting volgens de uitvinding omvat het waaierelement een plaatvormig element. Het waaierelement zit bij voorkeur centraal op de draaibare as gemonteerd. Het waaierelement is net zoals de verplaatsingsmiddelen vervaardigd uit een slijtvast materiaal, zoals bijv. staal.

In een voorkeursuitvoering wordt het waaierelement gevormd door een centrale plaatvormig element dat aan zijn beide langszijden voorzien is van minstens één schoepvormig element. Het waaierelement is bij voorkeur kuipvormig of lepelvormig. Door de specifieke vormgeving van het waaierelement worden de snippers beter vastgehouden en worden ze gecontroleerd vrijgegeven in de richting van de afvoerzijde. Hierdoor bekomt men een betere materiaalstroom in de uitvoerbuis. In het bijzonder sluiten de bovengenoemde verplaatsingsmiddelen aan op de betreffende schoepvormige elementen. Dit zorgt voor een ideale geleiding naar de het waaierelement, waardoor het versnipperd materiaal sneller verwijderd wordt.

Deze uitvinding heeft verder betrekking op een versnipperaar voor het verkleinen van organisch materiaal omvattende een versnipperkamer voorzien van roteerbare snijdmiddelen voor het versnipperen van het organisch materiaal, waarbij de uitvoerzijde van de versnipperkamer voorzien is van een afvoerinrichting met een afvoerzijde, die een draaibare as omvat waarop een waaierelement, dat voorzien is om versnipperd materiaal in de richting van de afvoerzijde te projecteren, en verplaatsingsmiddelen, die voorzien zijn om minstens een deel van het materiaal afkomstig van de versnipperkamer in de richting van het waaierelement te verplaatsen, voorzien zijn.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de versnipperaar volgens de uitvinding omvatten de snijdmiddelen minstens twee naast elkaar op een as gemonteerde messengroepen die draaibaar opgesteld zijn voor een aambeeld, waarbij de genoemde messengroepen elk meerdere splijtmessen omvatten die bestemd zijn om toegevoerde organisch materiaal overwegend volgens de invoerrichting van het materiaal te splijten.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de versnipperaar volgens de uitvinding zijn de splijtmessen binnen één messengroep ten opzichte van elkaar verzet op de as gemonteerd, zodat de projecties van hun snijvlakken op het aambeeld niet samenvallen en de volledige invoerbreedte bedekken.

In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de versnipperaar volgens de uitvinding zijn de splijtmessen van naast elkaar gemonteerde messengroepen verdraaid tegenover elkaar gelegen, zodat deze elk op een verschillend ogenblik inwerken op het toegevoerde organisch materiaal.

Volgens een meest bijzonder voorkeurdragende uitvoering van de versnipperaar overeenkomstig de uitvinding, omvat deze een afvoerinrichting zoals hierboven omschreven.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de versnipperaar volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1: een perspectießoorstelling is van de versnipperaar volgens de uitvinding; - figuur 2: de binnenzijde toont van de in figuur 1 voorgestelde versnipperaar; - figuur 3: een detailvoorstelling is van een afvoerinrichting overeenkomstig deze uitvinding voorzien ter hoogte van de uitvoerzijde van een versnipperkamer; - figuur 4: een bovenaanzicht is van een tussen een eerste en tweede verplaatsingsmiddel gepositioneerd waaierelement.

De versnipperaar (1) volgens deze uitvinding en zoals voorgesteld op figuren 1 t/m 3, omvat een versnipperkamer (8) voorzien van roteerbare snijdmiddelen (9) voor het versnipperen van het organisch materiaal en een invoertrechter (12) voorzien voor het inbrengen van het organisch materiaal in de versnipperkamer (8).

Het te versnipperen materiaal wordt via de invoeropening van de invoertrechter (12) toegevoerd, de invoertrechter (12) staat in verbinding met de versnipperkamer (8) waar het toegevoerde materiaal d.m.v roteerbare snijdmiddelen (9) vervolgens versnipperd wordt tot snippers. Van zodra het te versnipperen materiaal in contact komt met de snijdmiddelen (9), wordt dit materiaal t.g.v het roteren van de snijdmiddelen (9), automatisch ingetrokken.

De snijdmiddelen (9) omvatten, zoals o.a. blijkt uit figuren 2 en 3, bij voorkeur een dwars op de invoerrichting geplaatste rotor, die opgebouwd is uit een as (11) waarop minstens twee naast elkaar gelegen messengroepen aan de omtrek vast zitten gemonteerd en die draaibaar opgesteld zijn voor een aambeeld (10), waarbij genoemde messengroepen elk meerdere vaste splijtmessen omvatten die bestemd zijn om het toegevoerde materiaal overwegend volgens de invoerrichting van het materiaal te splijten. In een specifieke uitvoeringsvorm kunnen de messengroepen verder voorzien worden van tenminste één hakmes dat bestemd is om het toegevoerde organisch materiaal overwegend dwars op de invoerrichting van het materiaal te versnijden. De rotor draait in een behuizing.

De uitvoeropening (zijde) van de versnipperkamer (8) is voorzien van een kalibratiezeef (rooster) (13) waarlangs het versnipperde materiaal wordt afgevoerd. De kalibratiezeef (13) zorgt ervoor dat het materiaal binnen de versnipperkamer blijft, zodat het verder tot kleinere partikels kan worden versneden.

Overeenkomstig de versnipperaar volgens de uitvinding worden de snippers door de snijdmiddelen en de opgewekte centrifugaalkracht door de zeef gedreven in de richting van een na de versnipperkamer (8) geplaatste afvoerinrichting (2).

De afvoerinrichting (2) volgens deze uitvinding omvat, zoals blijkt uit figuur 4, een draaibare as (3) waarop een waaierelement (4) en een eerste (5) en tweede (6) verplaatsingsmiddel voorzien zijn. Het waaierelement (4) zit centraal op de betreffende as, tussen het eerste (5) en tweede (6) verplaatsingsmiddel.

Het eerste en tweede verplaatsingsmiddel zijn spiraalvormig uitgevoerd. Hierbij zijn de spoedhoek van het eerste (5) en tweede verplaatsingsmiddel (6) tegengesteld zijn aan elkaar. Dit blijkt duidelijk uit figuur 4 waar de schroefgang van het eerste verplaatsingsmiddel (5) links is en is de schroefgang van het tweede (6) verplaatsingsmiddel rechts. Door hun specifieke vormgeving zullen het eerste en tweede verplaatsingmiddel, in gebruik (wanneer ze roteren), ervoor zorgen dat het versnipperd materiaal dat erop terecht komt, verplaatst zal worden in de richting van het waaierelement (4).

In gebruik zal de draaibare as (3) van de afvoerinrichting (2) aan hoge snelheid roteren, de rotatiesnelheid is bij voorkeur minstens 1500 tr./min en meer in het bijzonder minstens 2000 tr./min. Door de hoge rotatiesnelheid van de draaibare as (3), en dus ook van het waaierelement (4), zal het waaierelement (4) enerzijds een aanzuigkracht genereren die het versnipperd materiaal uit de versnipperkamer van een versnipperaar (1) zal zuigen en anderzijds een projectiekracht uitoefenen op het versnipperd materiaal dat in contact komt met het waaierelement (4), om zo deze uit de afvoerinrichting (2) te verwijderen.

Het door het waaierelement (4) weggeprojecteerde materiaal zal de afvoerinrichting (2) (versnipperaar) verlaten via een uitvoerbuis (7). De ingang van de uitvoerbuis (7) zal zich bevinden ter hoogte van het waaierelement (4), hierdoor wordt al het versnipperd materiaal afkomstig van het waaierelement afgevoerd. De uitvoerbuis is bij voorkeur draaibaar zodat de gebruiker kan beslissen in welke richting het versnipperde materiaal zal afgevoerd worden. In principe zal er onder de uitgang van de uitvoerbuis een opvangbak voorzien worden waarin al het versnipperde materiaal kan worden opgevangen.

Om de versnipperaar (1) makkelijk te verplaatsen, is deze voorzien van een aantal, bij voorkeur twee of vier wielen.

Claims (15)

1. C O N C L U S I E S

   1. Afvoerinrichting (2) voor versnipperd organisch materiaal afkomstig van een versnipperaar (1), omvattende een toevoer- en afvoerzijde, met het kenmerk dat de inrichting een draaibare as (3) omvat waarop een waaierelement (4) dat voorzien is om versnipperd materiaal in de richting van de afvoerzijde te projecteren, en verplaatsingsmiddelen (5; 6) die voorzien zijn om minstens een deel van het toegevoerde materiaal in de richting van het waaierelement (4) te verplaatsen, voorzien zijn.
2. 2. Afvoerinrichting (2) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verplaatsingmiddelen (5; 6) een eerste (5) en tweede (6) verplaatsingmiddel omvatten, waarbij het waaierelement (4) voorzien is tussen het eerste (5) en tweede (6) verplaatsingsmiddel.
3. 3. Afvoerinrichting (2) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het eerste (5) en tweede (6) verplaatsingsmiddel spiraalvormig zijn uitgevoerd.
4. 4. Afvoerinrichting (2) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de spoedhoek van het eerste (5) en tweede (6) verplaatsingsmiddel tegengesteld zijn aan elkaar.
5. 5. Afvoerinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het waaierelement (4) centraal op de as (3) gepositioneerd is.
6. 6. Afvoerinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het waaierelement (4) een plaatvormig element omvat.
7. 7. Afvoerinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rotatiesnelheid van de as minstens 1000 tr./min is
8. 8. Afvoerinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het waaierelement (4) verder voorzien is om een aanzuigkracht te genereren op het toegevoerde versnipperd materiaal.
9. 9. Afvoerinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de diameter van het waaierelement (4) en de verplaatsingsmiddelen (5, 6) gelijk is.
10. 10. Afvoerinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting (2) verder een uitvoerbuis (7) omvat waarlangs het versnipperd materiaal de inrichting (2) kan verlaten.
11. 11. Versnipperaar (1) voor het verkleinen van organisch materiaal omvattende een versnipperkamer (8) voorzien van roteerbare snijdmiddelen (9) voor het versnipperen van het organisch materiaal, met het kenmerk dat de uitvoerzijde van de versnipperkamer (8) voorzien is van een afvoerinrichting (2) met een afvoerzijde, die een draaibare as (3) omvat waarop een waaierelement (4), dat voorzien is om versnipperd materiaal in de richting van de afvoerzijde te projecteren, en verplaatsingsmiddelen (5, 6), die voorzien zijn om minstens een deel van het materiaal afkomstig uit de versnipperkamer (8) in de richting van het waaierelement (4) te verplaatsen, voorzien zijn.
12. 12. Versnipperaar (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de snijdmiddelen (9) minstens twee naast elkaar op een as (11) gemonteerde messengroepen die draaibaar opgesteld zijn voor een aambeeld (10) omvatten, waarbij de genoemde messengroepen elk meerdere splijtmessen omvatten die bestemd zijn om toegevoerde organisch materiaal overwegend volgens de invoerrichting van het materiaal te splijten.
13. 13. Versnipperaar (1) volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de splijtmessen binnen één messengroep ten opzichte van elkaar verzet op de as (11) gemonteerd zijn, zodat de projecties van hun snijvlakken op het aambeeld (10) niet samenvallen en de volledige invoerbreedte afdekken.
14. 14. Versnipperaar (1) volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de splijtmessen van naast elkaar gemonteerde messengroepen verdraaid tegenover elkaar gelegen zijn, zodat deze elk op een verschillend ogenblik inwerken op het toegevoerde organisch materiaal.
15. 15. Versnipperaar volgens één van de conclusies 11 t/m 14, met het kenmerk dat deze een afvoerinrichting (2) volgens één van de conclusies 2 t/m 10 omvat.