BE1022315B1 - COMPOSITION OF FACADE CLOTHING ELEMENTS - Google Patents
COMPOSITION OF FACADE CLOTHING ELEMENTS Download PDFInfo
- Publication number
- BE1022315B1 BE1022315B1 BE2013/0476A BE201300476A BE1022315B1 BE 1022315 B1 BE1022315 B1 BE 1022315B1 BE 2013/0476 A BE2013/0476 A BE 2013/0476A BE 201300476 A BE201300476 A BE 201300476A BE 1022315 B1 BE1022315 B1 BE 1022315B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- longitudinal side
- pattern
- tooth
- façade
- length
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F13/00—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
- E04F13/07—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
- E04F13/08—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
- E04F13/18—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements of organic plastics with or without reinforcements or filling materials or with an outer layer of organic plastics with or without reinforcements or filling materials; plastic tiles
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F13/00—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
- E04F13/07—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
- E04F13/08—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
- E04F13/0801—Separate fastening elements
- E04F13/0832—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
- E04F13/0833—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable
- E04F13/0835—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable the fastening elements extending into the back side of the covering elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F13/00—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
- E04F13/07—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
- E04F13/08—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
- E04F13/0801—Separate fastening elements
- E04F13/0832—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
- E04F13/0833—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable
- E04F13/0841—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable the fastening elements engaging the outer surface of the covering elements, not extending through the covering
- E04F13/0842—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable the fastening elements engaging the outer surface of the covering elements, not extending through the covering specially adapted for thin sheet-like materials, e.g. sheet-metal or plastics
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Finishing Walls (AREA)
Abstract
De huidige uitvinding heeft betrekking op een samenstel van doorlopende gevelbekledingselementen met een wederkerend doorlopend patroon waarbij de gevelbekledingselementen met een tand-gootverbinding met elkaar verbonden zijn, zodanig dat de tand in de goot verschuifbaar is.The present invention relates to an assembly of continuous facade cladding elements with a recurring continuous pattern, wherein the facade cladding elements are interconnected with a tooth-gutter connection, such that the tooth is slidable in the gutter.
Description
Samenstel van qevelbekledinqselementenAssembly of façade covering elements
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van gevelbekledingselementen die, wanneer op een gevel aangebracht, een wederkerend doorlopend patroon vertonen dat een sequentie van dalen en toppen vormt, welk samenstel bevat : - ten minste één basis-gevelbekledingselement, welk voorzien is van een eerste langszijde, aan dewelke een eerste gevelbevestigingsmiddel is aangebracht, en van een tweede langszijde, en waarvan het patroon een patroonlengte heeft; - een start-gevelbekledingselement, welk voorzien is van een derde langszijde en een vierde langszijde, waarbij de derde langszijde voorzien is van een tweede gevelbevestigingsmiddel en waarbij de vierde langszijde voorzien is van een derde gevelbevestigingsmiddel, waarbij aan de vierde langszijde een afdekkap is aangebracht; en - een eind-gevelbekledingselement, welk voorzien is van een vijfde langszijde en een zesde langszijde, waarbij aan de vijfde langszijde een vierde gevelbevestigingsmiddel en een afdekkap is aangebracht.The invention relates to an assembly of cladding elements which, when applied to a facade, exhibit a recurring continuous pattern forming a sequence of valleys and tops, which assembly comprises: - at least one basic cladding element, which is provided with a first longitudinal side , to which a first façade fixing means has been applied, and from a second longitudinal side, and the pattern of which has a pattern length; - a start façade covering element, which is provided with a third longitudinal side and a fourth longitudinal side, wherein the third longitudinal side is provided with a second façade fixing means and wherein the fourth longitudinal side is provided with a third façade fixing means, wherein a cover cap is arranged on the fourth longitudinal side; and - an end façade covering element, which is provided with a fifth longitudinal side and a sixth longitudinal side, wherein a fourth façade fixing means and a cover cap are arranged on the fifth longitudinal side.
Een dergelijk samenstel van gevelbekledingselementen is bekend uit EP-S 0 687 338. Bij het bekende samenstel wordt het doorlopend patroon gevormd door een sinus. Om twee opeenvolgende basis-gevelbekledingselementen met elkaar te verbinden is aan de eerste langszijde het eerste gevelbevestigingsmiddel aangebracht welk een goot bevat die onder een dal van het patroon is aangebracht. Tevens wordt onder het patroon, op een afstand van de tweede langszijde, een clips onder een dal van het patroon aangebracht. Een uitsteeksel, aangebracht aan de tweede langszijde in het verlengde van het dal, van een eerste gevelbekledingselement wordt bij het verbinden met een tweede gevelbekledingselement in de goot van dat eerste gevelbekledingselement geschoven en een verdere clips die deel uitmaakt van het eerste gevelbevestigingsmiddel wordt in de clips van het tweede gevelbekledingselement geklikt.Such an assembly of cladding elements is known from EP-S 0 687 338. In the known assembly, the continuous pattern is formed by a sine wave. In order to connect two consecutive basic façade cladding elements to each other, the first façade fixing means is provided on the first longitudinal side which comprises a trough arranged under a trough of the pattern. Also, under the pattern, at a distance from the second longitudinal side, clips are arranged under a valley of the pattern. A protrusion, arranged on the second longitudinal side in line with the valley, of a first cladding element is connected to a second cladding element when it is connected to a second cladding element, and a further clips forming part of the first cladding means are inserted into the clips of the second cladding element.
Een nadeel van het bekende samenstel van gevelbekledingselementen is dat het weinig flexibiliteit biedt omdat er nauwelijks speling mogelijk is bij het met elkaar verbinden van twee opeenvolgende gevelbekledingselementen. Immers bij gebouwen zijn er een veelvoud aan variaties mogelijk voor de gevel en het bekende samenstel van gevelbekledingselementen biedt geen voldoende antwoord voor een veelvoud aan deze variaties.A drawback of the known assembly of cladding elements is that it offers little flexibility because hardly any play is possible when connecting two successive cladding elements. After all, in buildings there are a multitude of variations possible for the façade and the known assembly of cladding elements does not offer a sufficient answer for a multitude of these variations.
De uitvinding heeft tot doel een samenstel van gevelbekledingselementen te realiseren met hetwelk er een veelvoud aan variaties in gevelbouw kan worden bekleed.The invention has for its object to realize an assembly of cladding elements with which a plurality of variations in cladding construction can be covered.
Een samenstel van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt in dat : - voor de koppeling tussen een basis-gevelbekledingselement en een naastgelegen gevelbekledingselement de tweede langszijde van het basis-gevelbekledingselement voorzien is van een eerste tand, welke eerste tand een lengte heeft gelegen tussen 6% en 30%, in het bijzonder tussen 9% en 25%, van de patroon lengte, welke eerste tand dwars op de tweede langszijde staat, en waarbij de eerste langszijde deel uitmaakt van een eerste verlengstuk dat het patroon aldaar verder zet en het eerste gevelbevestigingsmiddel bevat, welk eerste verlengstuk voorzien is van een eerste goot, welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand, en waarbij de eerste goot en de eerste tand zodanig zijn gevormd en aangebracht dat ze in en uit elkaar verschuifbaar zijn; - voor de koppeling tussen een basis-gevelbekledingselement en het start-gevelbekledingselement de derde langszijde deel uitmaakt van een tweede verlengstuk dat het patroon verder zet en het tweede gevelbevestigingsmiddel bevat, welk tweede verlengstuk voorzien is van een tweede goot welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand, en waarbij de tweede goot zodanig gevormd en aangebracht is dat de eerste tand er in en uit schuifbaar is; - voor de koppeling tussen een basis- gevelbekledingselement en het eind-gevelbekledingselement de zesde langszijde voorzien is van een tweede tand, welke tweede tand een lengte heeft gelegen tussen 6% en 30%, in het bijzonder tussen 9% en 25%, van de patroonlengte, welke tweede tand dwars op de zesde langszijde staat, en waarbij de vijfde langszijde voorzien is van een derde verlengstuk dat het patroon aldaar verder zet met een afstand van ten hoogste de helft van de patroonlengte en waarbij het vierde gevelbevestigingsmiddel op het derde verlengstuk is aangebracht.To this end, an assembly of cladding elements according to the invention is characterized in that: for the coupling between a basic cladding element and an adjacent cladding element, the second longitudinal side of the basic cladding element is provided with a first tooth, which first tooth has a length of between 6 % and 30%, in particular between 9% and 25%, of the cartridge length, which first tooth is transverse to the second longitudinal side, and wherein the first longitudinal side forms part of a first extension piece which continues the pattern there and the first comprises a wall mounting means, which first extension piece is provided with a first gutter, which has a depth which is at least equal to the length of the first tooth, and wherein the first gutter and the first tooth are shaped and arranged such that they are in and out of each other be slidable; - for the coupling between a basic façade cladding element and the start façade cladding element, the third longitudinal side forms part of a second extension piece that continues the pattern and contains the second façade fixing means, which second extension piece is provided with a second gutter which has a depth which is at least is equal to the length of the first tooth, and wherein the second trough is shaped and arranged such that the first tooth can be slid in and out; - for the coupling between a basic façade covering element and the end façade covering element, the sixth longitudinal side is provided with a second tooth, which second tooth has a length between 6% and 30%, in particular between 9% and 25%, of the pattern length, which second tooth is transverse to the sixth longitudinal side, and wherein the fifth longitudinal side is provided with a third extension piece which continues the pattern there with a distance of at most half the pattern length and wherein the fourth wall mounting means is on the third extension piece applied.
Door gebruik te maken van een tand- en gootverbinding waarbij de goot in het verlengde van het patroon ligt en de tand dwars op de tweede langszijde staat is een verschuiving van de tand in de goot mogelijk die in lijn is met het wederkerend doorlopend patroon. Doordat bovendien de goot een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de tand, kan de tand over nagenoeg de gehele diepte van de goot schuiven waardoor een aanpassing mogelijk wordt in functie van de te bekleden lengte van de gevel. Hierdoor wordt er dus een samenstel gerealiseerd dat op meerdere variaties van gevels is aan te brengen.By making use of a tooth and gutter connection where the gutter is in line with the pattern and the tooth is transverse to the second longitudinal side, a shift of the tooth in the gutter is possible which is in line with the recurring continuous pattern. Moreover, because the gutter has a depth that is at least equal to the length of the tooth, the tooth can slide over substantially the entire depth of the gutter, whereby an adjustment is made possible in function of the length of the facade to be covered. This means that an assembly is realized that can be applied to multiple variations of facades.
Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat, het start-gevelbekledingselement een vierde verlengstuk bevat dat het patroon aldaar verder zet met een afstand van ten minste de helft van de patroonlengte, welk vierde verlengstuk het derde gevelbevestigingsmiddel bevat, welk samenstel verder van een eerste uitsparing is voorzien die een lengte heeft van ten minste een vierde van de patroonlengte en in het vierde verlengstuk naast het derde gevelbevestigingsmiddel in het verlengde van het dal van het patroon is aangebracht en naar de vierde langszijde toe uitstrekt. Hierdoor kan het start-gevelbekledingselement ook gebruikt worden als onderdeel van een opvulgevelbekledingselement.A first preferred embodiment of an assembly of cladding elements according to the invention is characterized in that the start-cladding element comprises a fourth extension piece which continues the pattern there at a distance of at least half the pattern length, which fourth extension piece contains the third facade fixing means, which assembly is furthermore provided with a first recess which has a length of at least one fourth of the pattern length and is arranged in the fourth extension piece next to the third wall mounting means in line with the valley of the pattern and extends towards the fourth longitudinal side. As a result, the starting wall cladding element can also be used as part of a fill wall cladding element.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat, het verder ten minste één opvul-gevelbekledingselement bevat welk voorzien is van een zevende en een achtste langszijde, aan welke zevende langszijde een vijfde gevelbevestigingsmiddel is aangebracht en aan welke achtste langszijde een vijfde verlengstuk is aangebracht dat het patroon aldaar verder zet met een afstand van ten hoogste de helft van de patroonlengte en waarbij een zesde gevelbevestigingsmiddel op het vijfde verlengstuk is aangebracht, welk zesde gevelbevestigingsmiddel van een tweede uitsparing is voorzien die een lengte heeft van ten minste een vierde van de patroonlengte en naast het vijfde gevelbevestigingsmiddel in het verlengde van het dal van het patroon is aangebracht en zich naar de achtste langszijde toe uitstrekt, waarbij de tweede uitsparing zodanig gevormd is dat het derde verlengstuk er verschuifbaar in aan te brengen is, de zevende langszijde deel uitmaakt van een zesde verlengstuk dat het patroon aldaar verder zet en het vijfde gevelbevestigingsmiddel bevat, welk zesde verlengstuk voorzien is van een derde goot, welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand, en waarbij de derde goot zodanig gevormd en aangebracht is dat de eerste tand er in en uit schuifbaar is. Het gebruik van opvul-gevelbekledingselementen die ook met eenzelfde tand- en gootverbinding zijn uitgerust, biedt het voordeel om enerzijds met standaardmaten te werken voor de basis-gevelbekledingselementen en anderzijds met opvul-gevelbekledingselementen die kunnen compenseren indien de lengte van de gevel geen veelvoud van de standaardmaat is.A second preferred embodiment of an assembly of cladding elements according to the invention is characterized in that it further comprises at least one filling-cladding element which is provided with a seventh and an eighth longitudinal side, on which seventh longitudinal side a fifth facade fastening means is arranged and on which eighth longitudinal side a fifth extension piece is provided which continues the pattern there with a distance of at most half the pattern length and wherein a sixth facade fastener is arranged on the fifth extension piece, which sixth facade fastener is provided with a second recess which has a length of at least a fourth of the pattern length and adjacent to the fifth wall mounting means is arranged in line with the valley of the pattern and extends towards the eighth longitudinal side, the second recess being shaped such that the third extension can be slidably fitted in it, the seven the longitudinal side forms part of a sixth extension piece which continues the pattern there and contains the fifth wall mounting means, which sixth extension piece is provided with a third gutter, which has a depth at least equal to the length of the first tooth, and wherein the third trough is shaped and arranged such that the first tooth can be slid in and out. The use of filling façade cladding elements that are also equipped with the same tooth and gutter connection offers the advantage of working on the one hand with standard dimensions for the basic façade cladding elements and on the other hand with filling façade cladding elements that can compensate if the length of the façade does not multiply the standard size.
Een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat, het verder ten minste één hoek-gevelbekledingselement bevat, welk voorzien is van een eerste hoekbeen dat een negende langszijde bevat en een tweede hoekbeen dat een tiende langszijde bevat, waarbij de negende langszijde voorzien is van een zesde gevelbevestigingsmiddel, welk afgedekt is met een afdekkap, en waarbij de tiende langszijde voorzien is van een zevende gevelbevestigingsmiddel, en waarbij voor de koppeling tussen het eind-gevelbekledingselement en het naastgelegen hoek-gevelbekledingselement de negende langszijde voorzien is van een derde uitsparing die een lengte van ten minste een vierde van de patroonlengte heeft en bij het zesde gevelbevestigingsmiddel in het verlengde van het dal van het patroon is aangebracht en zich naar de negende langszijde toe uitstrekt, waarbij de derde uitsparing zodanig gevormd is dat het derde verlengstuk er verschuifbaar in aan te brengen is, en waarbij de tiende langszijde deel uitmaakt van een zevende verlengstuk dat het patroon verder zet en het zevende gevelbevestigingsmiddel bevat, welk zevende verlengstuk voorzien is van een vierde goot welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand, en waarbij de vierde goot zodanig gevormd en aangebracht is dat de eerste tand er in en uit schuifbaar is. Hierdoor is het verder mogelijk om wanneer de te bekleden gevel een hoek vertoont om de bekleding over de hoek heen te laten verder lopen.A third preferred embodiment of an assembly of cladding elements according to the invention is characterized in that it further comprises at least one corner cladding element, which is provided with a first corner leg that contains a ninth longitudinal side and a second corner leg that contains a tenth longitudinal side, wherein the ninth longitudinal side is provided with a sixth façade fixing means, which is covered with a cover cap, and wherein the tenth longitudinal side is provided with a seventh façade fixing means, and wherein for the coupling between the end façade covering element and the adjacent corner façade covering element the ninth longitudinal side is provided with a third recess having a length of at least a quarter of the pattern length and is arranged at the sixth facade fastener in line with the valley of the pattern and extends towards the ninth longitudinal side, the third recess being shaped such that the third extension there can be arranged, and wherein the tenth longitudinal side forms part of a seventh extension piece that continues the pattern and contains the seventh wall mounting means, which seventh extension piece is provided with a fourth gutter which has a depth at least equal to the length of the first tooth, and wherein the fourth trough is shaped and arranged such that the first tooth can be slid in and out. As a result, it is furthermore possible if the facade to be clad has an angle to allow the cladding to continue to run over the corner.
Een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat, het eerste, tweede, vijfde en zevende gevelbevestigingsmiddel gevormd is door een juxtapositie van de goot en een u-vormig profiel, waarbij de goot loodrecht op een been van het u-vormig profiel is aangebracht. De u-vorm is voordelig om een schroef of een pen te dragen die dan in de gevel wordt bevestigd en hij biedt tevens een basis voor het vormen van de goot.A fourth preferred embodiment of an assembly of cladding elements according to the invention is characterized in that the first, second, fifth and seventh facade fastening means is formed by a juxtaposition of the gutter and a u-shaped profile, wherein the gutter is perpendicular to a leg of the u -shaped profile. The u-shape is advantageous for carrying a screw or a pin which is then fixed in the facade and it also provides a basis for forming the gutter.
Het is voordelig dat het ten minste een eerste en een tweede openings-aansluitingsprofiel bevat dat in een opening in de gevel aanbrengbaar is, en waarbij het eerste respectievelijk het tweede openings-aansluitingsprofiel elk door een maskeerdeel gevormd is die om een onderbreking in het patroon ter hoogte van de opening te maskeren. Hierdoor kan een onderbreking in het patroon, noodzakelijk door de aanwezigheid van de opening, gemaskeerd worden.It is advantageous that it comprises at least a first and a second opening connection profile which can be arranged in an opening in the facade, and wherein the first and the second opening connection profile, respectively, are formed by a masking part which is interrupted in the pattern. to mask the height of the opening. As a result, an interruption in the pattern, necessary due to the presence of the opening, can be masked.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een samenstel waarbij de te bekleden afstand van de gevel wordt gemeten en vervolgens wordt gedeeld door de patroonlengte, en indien bij deze deling een geheel getal en een fractie van een geheel getal ontstaat deze fractie over de afstand wordt verdeeld door het schuiven van de tand in de goot.The invention also relates to a method for applying an assembly in which the distance to be covered from the facade is measured and subsequently divided by the pattern length, and if an integer and a fraction of an integer are formed in this division is distributed over the distance by sliding the tooth into the gutter.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van de tekening waarin uitvoeringsvormen van samenstellen van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding zijn weergegeven. In de tekening laat : figuur 1 een gevel zien voorzien van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding; figuur 2 een aaneensluiting van basis-gevelbekledingselementen zien; figuur 3 een koppeling zien van een basis- gevelbekledingselement met een start-gevelbekledingselement; figuur 4 een koppeling zien van een eind- gevelbekledingselement met een basis-gevelbekledingselement; figuur 5 een koppeling zien van basis-gevelbekledingselementen met een opvul-gevelbekledingselement; figuren 6 en 7 een koppeling zien van een basis-gevelbekledingselement met een hoek-gevelbekledingselement; figuren 8, 9, 10 en 11 de maskeerelementen zien; figuur 12 een andere uitvoeringsvorm zien van een gevel-bekledingselement volgens de uitvinding; en figuur 13 nog andere uitvoeringsvormen zien van een gevel-bekledingselement volgens de uitvinding.The invention will now be described in more detail with reference to the drawing, which shows embodiments of assemblies of cladding elements according to the invention. In the drawing: figure 1 shows a facade provided with facade cladding elements according to the invention; Figure 2 shows a connection of basic cladding elements; Figure 3 shows a coupling of a basic façade covering element with a start façade covering element; Figure 4 shows a coupling of an end wall cladding element with a basic wall cladding element; Figure 5 shows a coupling of basic wall cladding elements with a filling wall cladding element; Figures 6 and 7 show a coupling of a basic façade covering element with a corner façade covering element; Figures 8, 9, 10 and 11 show the masking elements; Figure 12 shows another embodiment of a facade cladding element according to the invention; and figure 13 see yet other embodiments of a facade cladding element according to the invention.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde referentiecijfer toegekend.In the drawing, the same reference numeral is assigned to the same or analogous element.
Figuur 1 laat een gevel 1 zien voorzien van een eerste uitvoeringsvorm van gevelbekledingselementen volgens de uitvinding. De gevelbekledingselementen kunnen hetzij over de gehele gevel, hetzij over een deel van de gevel worden aangebracht en dit naar de wens van de eigenaar. Uiteraard wordt ter hoogte van een opening voor een raam of een deur de gevelbekleding onderbroken.Figure 1 shows a facade 1 provided with a first embodiment of facade cladding elements according to the invention. The façade cladding elements can be applied over the entire façade or over a part of the façade according to the wishes of the owner. The cladding is of course interrupted at the height of an opening for a window or a door.
Figuur 2 laat een aaneensluiting van basis-gevelbekledingselementen 2 zien. Elk basis-gevelbekledingselement 2 is voorzien van een eerste langszijde 3, aan dewelke een eerste gevelbevestigingsmiddel 4 is aangebracht, en van een tweede langszijde 5. Het basis-gevelbekledingselement vertoont een wederkerend doorlopend patroon dat een sequentie van dalen (d) en toppen (t) vormt en waarvan het patroon een patroonlengte (pl) heeft. In figuur 2 is het patroon gevormd door een blokgolf, maar het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot blokgolfvormige patronen en dat andere patronen zoals sinusgolven, zaagtanden, kamvormige, enz... mogelijk zijn. Ook is de uitvinding niet beperkt tot symmetrische patronen en zijn ook asymmetrische patronen mogelijk zoals bijvoorbeeld weergegeven in figuur 13.Figure 2 shows a connection of basic cladding elements 2. Each basic façade cladding element 2 is provided with a first longitudinal side 3, to which a first façade fixing means 4 is arranged, and with a second longitudinal side 5. The basic façade cladding element has a recurring continuous pattern that has a sequence of valleys (d) and tops (t ) and whose pattern has a pattern length (pl). In Figure 2, the pattern is formed by a square wave, but it will be understood that the invention is not limited to square wave patterns and that other patterns such as sine waves, saw teeth, comb-shaped, etc. are possible. The invention is also not limited to symmetrical patterns and asymmetrical patterns are also possible, as shown, for example, in Figure 13.
De tweede langszijde 5 van het basis-gevelbekledingselement 2 is voorzien van een eerste tand 6, welke eerste tand een lengte heeft gelegen tussen 6% en 30%, in het bijzonder tussen 9% en 25%, van de patroonlengte pl. De eerste tand staat dwars op de tweede langszijde en heeft bij voorkeur een schuin aflopend kopgedeelte. Voor een patroonlengte van bijvoorbeeld pl=60 mm of van pl=90 mm zal de eerste tand een tandlengte van 8,2mm hebben. Ook voor een patroonlengte pl=33 mm kan een tandlengte van 8,2mm worden gekozen. Uiteraard is het ook mogelijk om een andere dimensie dan 8,2 mm te kiezen voor de tandlengte.The second longitudinal side 5 of the basic wall cladding element 2 is provided with a first tooth 6, which first tooth has a length between 6% and 30%, in particular between 9% and 25%, of the pattern length pl. The first tooth is transverse to the second longitudinal side and preferably has a sloping head portion. For a pattern length of, for example, pl = 60 mm or from pl = 90 mm, the first tooth will have a tooth length of 8.2 mm. A tooth length of 8.2 mm can also be chosen for a pattern length pl = 33 mm. It is of course also possible to choose a dimension other than 8.2 mm for the tooth length.
De eerste langszijde 3 maakt deel uit van een eerste verlengstuk 7 dat het patroon aldaar verder zet. Zoals weergegeven in figuur 2 strekt het dal van het patroon ter hoogte van de eerste langszijde 3 zich als het ware verder uit dan gegeven door de patroonlengte om zo onder een top van een naastgelegen basis-gevelbekledingselement uit te komen. Het eerste verlengstuk 7 bevat een eerste gevelbevestigingsmiddel 4 dat voorzien is van een eerste goot 8. De eerste goot heeft een diepte die ten minste gelijk is aan de tandlengte van de eerste tand. De eerste goot 8 en de eerste tand 6 zijn zodanig gevormd en aangebracht dat ze in en uit elkaar verschuifbaar zijn. Dat in en uit elkaar verschuiven wordt gemakkelijker gemaakt door het schuin aflopend kopgedeelte van de eerste tand.The first longitudinal side 3 forms part of a first extension piece 7 which continues the pattern there. As shown in Fig. 2, the trough of the pattern at the level of the first longitudinal side 3 extends, as it were, beyond the pattern length so as to end up under a top of an adjacent basic façade covering element. The first extension piece 7 comprises a first façade fixing means 4 which is provided with a first gutter 8. The first gutter has a depth that is at least equal to the tooth length of the first tooth. The first trough 8 and the first tooth 6 are shaped and arranged such that they are slidable in and out of each other. This shifting in and out of each other is made easier by the sloping head portion of the first tooth.
Het eerste gevelbevestigingsmiddel 4 is bij voorkeur gevormd door een juxtapositie van de goot 8 en een u-vormig profiel, waarbij de goot loodrecht op een been van het u-vormig profiel is aangebracht. Doorheen het u-vormige profiel wordt een schroef 9 of een pen of een ander verankeringsmiddel aangebracht waarmede het basis-gevelbekledingselement 2 tegen de gevel wordt bevestigd.The first façade fixing means 4 is preferably formed by a juxtaposition of the gutter 8 and a u-shaped profile, the gutter being arranged perpendicular to a leg of the u-shaped profile. A screw 9 or a pin or other anchoring means is provided through the U-shaped profile with which the basic cladding element 2 is fastened against the facade.
Bij het met elkaar verbinden van twee opeenvolgende basis-gevelbekledingselementen wordt de eerste tand 6 van het volgende basis-gevelbekledingselement in de eerste goot 8 van het voorgaande reeds aan de gevel bevestigde basis-gevelbekledingselement geschoven. De diepte over dewelke de eerste tand in de eerste goot wordt geschoven is afhankelijk van enerzijds de breedte van het basis-gevelbekledingselement en anderzijds de breedte van de te bekleden gevel. De eerste tand moet uiteraard voldoende diep in de eerste goot worden geschoven om een bevestiging tot stand te brengen, maar het is niet noodzakelijk dat de eerste tand volledig in de eerste goot geschoven is. Wanneer de eerste tand reeds over 30% van zijn lengte in de eerste goot geschoven is wordt reeds een voldoende bevestiging bekomen. De tandlengte bepaalt de afstand waarover het basis-gevelbekledingselement verschuifbaar is. Om die reden is de tandlengte dan ook bepaald als een percentage van de patroonlengte. Welk percentage er wordt gekozen is afhankelijk van de geometrie van het patroon en van de verhouding tussen de dal- en de toplengte. Zo zal bij een basis-gevelbekledingselement met een patroonlengte van bijvoorbeeld 33 mm de tandlengte 25,85% van de patroonlengte bedragen en bij een patroonlengte van bijvoorbeeld 90 mm de tandlengte 9,11 % van de patroonlengte bedragen.When two consecutive basic façade covering elements are connected to each other, the first tooth 6 of the following basic façade covering element is slid into the first gutter 8 of the previous basic façade covering element already attached to the façade. The depth over which the first tooth is slid into the first gutter depends on the one hand on the width of the basic cladding element and on the other hand on the width of the façade to be clad. The first tooth must, of course, be pushed deep enough into the first trough to establish a fixation, but it is not necessary for the first tooth to be fully slid into the first trough. When the first tooth has already been slid into the first trough 30% of its length, a sufficient fastening is already obtained. The tooth length determines the distance over which the basic wall cladding element can be moved. For that reason, the tooth length is therefore determined as a percentage of the pattern length. The percentage chosen depends on the geometry of the pattern and the ratio between the trough and the top length. For example, with a basic façade cladding element with a pattern length of, for example, 33 mm, the tooth length will be 25.85% of the pattern length and with a pattern length of, for example, 90 mm, the tooth length will be 9.11% of the pattern length.
Figuur 3 laat een koppeling zien van een basis-gevelbekledingselement 2 met een start-gevelbekledingselement 12. Het start-gevelbekledingselement 12 heeft een derde langszijde 13 die deel uitmaakt van een tweede verlengstuk 17 dat het patroon aldaar verder zet en een tweede gevelbevestigingsmiddel 14 bevat. Het tweede verlengstuk 17 is voorzien van een tweede goot 18 welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand 6. Het eerste en tweede gevelbevestigingsmiddel 4, 14 hebben eenzelfde configuratie. De tweede goot 18 is zodanig gevormd en aangebracht dat de eerste tand 6 er in en uit schuifbaar is. Het start-gevelbekledingselement 12 bevat verder een vierde langszijde 15 die voorzien is van een derde gevelbevestigingsmiddel 19. Het derde gevelbevestigingsmiddel bevat een bevestigingsorgaan 19’ aan hetwelk een afdekkap 20 is aangebracht. De afdekkap heeft de vorm van top uit het patroon om zodoende aan te sluiten bij het wederkerend patroon. De afdekkap is bij voorkeur op het derde gevelbevestigingsmiddel 19 geclipst, maar het zal duidelijk zijn dat ook andere bevestigingen mogelijk zijn zoals in elkaar schuiven. De afdekkap is bij voorkeur van inwendige uitsteeksels 19” voorzien die aanstoten tegen opstaande zuilen van het bevestigingsorgaan 19’.Figure 3 shows a coupling of a basic façade cladding element 2 with a start façade cladding element 12. The start façade cladding element 12 has a third longitudinal side 13 which forms part of a second extension piece 17 which continues the pattern there and contains a second façade fixing means 14. The second extension piece 17 is provided with a second trough 18 which has a depth that is at least equal to the length of the first tooth 6. The first and second facade fastening means 4, 14 have the same configuration. The second trough 18 is shaped and arranged such that the first tooth 6 can be slid in and out. The start-wall cladding element 12 further comprises a fourth longitudinal side 15 which is provided with a third wall-mounting means 19. The third wall-mounting means comprises a fixing member 19 'on which a cover cap 20 is arranged. The cover has the shape of a top from the pattern in order to match the recurring pattern. The cover cap is preferably clipped on the third wall mounting means 19, but it will be clear that other fixings are also possible, such as sliding into one another. The cover cap is preferably provided with internal protrusions 19 "which abut against upright columns of the fixing member 19".
Het start-gevelbekledingselement 12 bevat bij voorkeur een vierde verlengstuk 16 dat het patroon aldaar verder zet met een afstand van ten hoogste de helft van de patroonlengte. Dat vierde verlengstuk bevat bij voorkeur het derde gevelbevestigingsmiddel 19. Aan dit vierde verlengstuk is verder een eerste uitsparing 11 voorzien die een lengte heeft van ten minste een vierde van de patroonlengte en in dat vierde verlengstuk naast het derde gevelbevestigingsmiddel 19 in het verlengde van het dal van het patroon is aangebracht en zich naar de vierde langszijde toe uitstrekt.The starting wall cladding element 12 preferably comprises a fourth extension piece 16 which continues the pattern there with a distance of at most half the pattern length. That fourth extension preferably comprises the third wall mounting means 19. This fourth extension is further provided with a first recess 11 which has a length of at least one fourth of the pattern length and in that fourth extension next to the third wall mounting means 19 in line with the valley of the pattern and extends to the fourth longitudinal side.
Voor de koppeling tussen het basis-gevelbekledingselement 2 en het start-gevelbekledingselement 12 wordt dit laatste eerst tegen de gevel bevestigd door middel van het tweede en het vierde gevelbevestigingsmiddel 14 en 19. Daarna wordt de eerste tand 6 van het basis-gevelbekledingselement 2 in de tweede goot 18 van het start-gevelbekledingselement 12 geschoven waardoor de beide gevelbekledingselementen met elkaar verbonden zijn. Vervolgens wordt de afdekkap 20 op het bevestigingsorgaan 19’ bevestigd waardoor het patroon vervolledigd wordt.For the coupling between the basic façade cladding element 2 and the start façade cladding element 12, the latter is first fastened to the façade by means of the second and fourth façade fixing means 14 and 19. Thereafter, the first tooth 6 of the basic façade cladding element 2 is inserted into the second gutter 18 of the start wall cladding element 12 is slid, so that the two cladding elements are connected to each other. Subsequently, the cover cap 20 is attached to the fixing member 19 ", whereby the pattern is completed.
Figuur 4 laat een koppeling zien van een eind-gevelbekledingselement 22 met het basis-gevelbekledingselement 2. Het eind-gevelbekledingselement 22 is voorzien van een vijfde langszijde 23 en van een zesde langszijde 25. De vijfde langszijde 23 is voorzien van een vierde gevelbevestigingsmiddel 24 waarop een afdekkap 20 is aangebracht. Het vierde gevelbevestigingsmiddel 24 heeft bij voorkeur eenzelfde constructie als het derde gevelbevestigingsmiddel 19 maar is gevormd door een los onderdeel. De vijfde langszijde 23 is verder voorzien van een derde verlengstuk 27 dat het patroon aldaar verder zet met een afstand van ten hoogste de helft van de patroonlengte. Het vierde gevelbevestigingsmiddel 24 is op het derde verlengstuk aangebracht.Figure 4 shows a coupling of an end wall cladding element 22 with the basic wall cladding element 2. The end wall cladding element 22 is provided with a fifth longitudinal side 23 and with a sixth longitudinal side 25. The fifth longitudinal side 23 is provided with a fourth wall mounting means 24 on which a cover cap 20 is provided. The fourth wall mounting means 24 preferably has the same construction as the third wall mounting means 19 but is formed by a separate component. The fifth longitudinal side 23 is further provided with a third extension piece 27 which continues the pattern there with a distance of at most half the pattern length. The fourth wall mounting means 24 is mounted on the third extension piece.
De zesde langszijde 25 is voorzien van een tweede tand 26, welke tweede tand een lengte heeft gelegen tussen 6 % en 30 %, in het bijzonder tussen 9 % en 25 %, van de patroonlengte. De tweede tand 26 staat dwars op de zesde langszijde. De eerste en de tweede tand hebben eenzelfde constructie zodat de tweede tand van het eind-gevelbekledingselement 22 in een eerste goot van het basis-gevelbekledingselement 2 past.The sixth longitudinal side 25 is provided with a second tooth 26, which second tooth has a length between 6% and 30%, in particular between 9% and 25%, of the cartridge length. The second tooth 26 is transverse to the sixth longitudinal side. The first and the second tooth have the same construction so that the second tooth of the end wall cladding element 22 fits into a first gutter of the basic wall cladding element 2.
Om de gevelbekleding af te werken wordt de tweede tand 26 van het eind-gevelbekledingselement 22 in de eerste goot 8 van het basis-gevelbekledingselement 2 geschoven. Het derde verlengstuk 27 wordt vervolgens tegen de gevel aan gedrukt. Daarna wordt het vierde gevelbevestigingsmiddel 24 tegen het derde verlengstuk 27 gebracht en een verankeringsmiddel 9 wordt doorheen het vierde gevelbevestigingsmiddel 24 en het derde verlengstuk 27 in de gevel aangebracht. Tenslotte wordt de afdekkap 20 op het vierde gevelbevestigingsmiddel 24 aangebracht om het patroon af te werken.To finish the cladding, the second tooth 26 of the end cladding element 22 is slid into the first gutter 8 of the basic cladding element 2. The third extension piece 27 is then pressed against the facade. The fourth wall mounting means 24 is then brought against the third extension piece 27 and an anchoring means 9 is arranged through the fourth wall mounting means 24 and the third extension piece 27 in the facade. Finally, the cover cap 20 is applied to the fourth wall mounting means 24 to finish the pattern.
Daar gevels in verschillende dimensies uit te voeren zijn en het weinig zinvol is om voor elke gevel apart een gevelbekleding te realiseren wordt er met gestandaardiseerde dimensies voor de gevelbekledingselementen gewerkt. Om desalniettemin toch verschillende geveldimensies te bekleden bevat het samenstel volgens de uitvinding bij voorkeur ook een opvul-gevelbekledingselement 32 zoals weergegeven in figuur 5. Dat opvul-gevelbekledingselement 32 is voorzien van een zevende 33 en een achtste 35 langszijde, aan welke zevende langszijde een vijfde gevelbevestigingsmiddel 34 is aangebracht. Dat laatste heeft eenzelfde configuratie als het eerste gevelbevestigingsmiddel.As facades can be designed in different dimensions and it is not very useful to realize façade cladding separately for each façade, standardized dimensions for façade cladding elements are used. In order to nevertheless cover different facade dimensions, the assembly according to the invention preferably also comprises a fill-gable cladding element 32 as shown in Figure 5. That fill-gable cladding element 32 is provided with a seventh 33 and an eighth longitudinal side, on which seventh longitudinal side a fifth wall mounting means 34 is provided. The latter has the same configuration as the first façade fastener.
Aan de achtste langszijde 35 is een vijfde verlengstuk 37’ aangebracht dat het patroon aldaar verder zet met een afstand van ten hoogste de helft van de patroonlengte. Een zesde gevelbevestigingsmiddel 37 is op het vijfde verlengstuk aangebracht. Dat zesde gevelbevestigingsmiddel heeft een analoge configuratie als het derde gevelbevestigingsmiddel 19, maar onderscheidt zich van dit laatste door de positie van het verankeringsmiddel 9. Het zesde gevelbevestigingsmiddel is van een tweede uitsparing 39 voorzien die een lengte heeft van ten minste een vierde van de patroonlengte en in het verlengde van het dal van het patroon is aangebracht en zich naar de achtste langszijde 35 toe uitstrekt. De tweede uitsparing 39 is zodanig gevormd dat het derde verlengstuk 27 er verschuifbaar in aan te brengen is. De zevende langszijde 33 maakt deel uit van een zesde verlengstuk 31 dat het patroon aldaar verder zet en het vijfde gevelbevestigingsmiddel 34 bevat. Het zesde verlengstuk 31 is voorzien van een derde goot 38, welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand 6. De derde goot 38 is zodanig gevormd en aangebracht dat de eerste tand 6 er in en uit schuifbaar is. De derde goot heeft eenzelfde configuratie als de eerste en tweede goot 8, 18.On the eighth longitudinal side 35, a fifth extension piece 37 'is provided which continues the pattern there with a distance of at most half the pattern length. A sixth facade fastener 37 is mounted on the fifth extension piece. That sixth facade fastener has an analog configuration as the third facade fastener 19, but is distinguished from the latter by the position of the anchoring means 9. The sixth facade fastener is provided with a second recess 39 which has a length of at least one fourth of the pattern length and is arranged in line with the valley of the pattern and extends towards the eighth longitudinal side. The second recess 39 is shaped in such a way that the third extension piece 27 can be slidably arranged in it. The seventh longitudinal side 33 forms part of a sixth extension piece 31, which continues the pattern there and contains the fifth wall mounting means 34. The sixth extension 31 is provided with a third trough 38, which has a depth that is at least equal to the length of the first tooth 6. The third trough 38 is shaped and arranged such that the first tooth 6 can be slid in and out . The third trough has the same configuration as the first and second trough 8, 18.
Het opvul-gevelbekledingselement 32 werkt bij voorkeur tezamen met een eind-gevelbekledingselement 22 zoals weergegeven in figuur 5. Voor het aanbrengen van een opvul-gevelbekledingselement 32 wordt eerst een eind-gevelbekledingselement 22 aangebracht aan een basis-gevelbekledingselement en daarna wordt de tweede uitsparing 39 op het derde verlengstuk 27 aangebracht en beiden worden op de gevel bevestigd. Vervolgens wordt het vijfde bevestigingsmiddel 34 aan de gevel bevestigd en daarna wordt de eerste tand 6 van een volgend basis-gevelbekledingselement 2 in de derde goot 38 geschoven. Tenslotte wordt de afdekkap 20 op het zesde gevelbevestigingselement aangebracht.The fill-wall cladding element 32 preferably works together with an end-wall cladding element 22 as shown in Fig. 5. To provide a fill-wall cladding element 32, first an end-wall cladding element 22 is provided on a basic wall cladding element and then the second recess 39 is provided. mounted on the third extension piece 27 and both are fixed on the facade. Subsequently, the fifth fastening means 34 is attached to the façade and then the first tooth 6 of a following basic façade covering element 2 is slid into the third channel 38. Finally, the cover cap 20 is mounted on the sixth facade fixing element.
Het gebruik van een opvul-gevelbekledingselement biedt ook voordelen bij het vervangen van één of meerdere beschadigde gevelbekledingselementen. Door af en toe een opvul- gevelbekledingselement op te nemen in de gevelbekleding is het mogelijk om dit eenvoudig weg te halen. Hiertoe volstaat het om de afdekkap 20 van het opvul-gevelbekledingselement 32 los te maken en te verwijderen waardoor toegang wordt verkregen tot het zesde gevelbevestigingsmiddel 37. Door dit laatste eveneens te verwijderen komt het eind-gevelbekledingselement 22 vrij en kan dit verwijderd worden door de tweede tand 26 uit de eerste goot te schuiven. Het weghalen van het eind-gevelbekledingselement 22 schept ruimte om de gevelbekledingselementen die zich links van het eind- gevelbekledingselement 22 bevinden los te maken daar nu het eerste gevelbevestigingsmiddel 4 is komen vrij te liggen. Op deze wijze is het dus niet noodzakelijk om de gehele gevelbekleding weg te halen indien één element dient te worden vervangen.The use of a filling façade covering element also offers advantages when replacing one or more damaged façade covering elements. By occasionally including a filling façade covering element in the façade covering, it is possible to remove this easily. For this purpose, it is sufficient to detach and remove the cover cap 20 from the filling facade cladding element 32, as a result of which access is obtained to the sixth facade fastening means 37. By also removing the latter, the end facade cladding element 22 is released and can be removed by the second sliding tooth 26 out of the first trough. The removal of the end wall cladding element 22 creates space for releasing the wall cladding elements to the left of the end wall cladding element 22, since the first wall mounting means 4 has now become exposed. In this way it is therefore not necessary to remove the entire wall cladding if one element has to be replaced.
De gevel kan naast rechte stukken ook natuurlijk hoeken vertonen, bijvoorbeeld tussen een voorgevel en een zijgevel of wanneer het gebouw een uit- of een insprong vertoont. Figuur 6 laat een beklede gevel zien voorzien van een buitenhoek en figuur 7 een beklede gevel voorzien van een binnenhoek. Om de gevelbekleding over de hoek heen te laten doorlopen zonder de continuïteit van het wederkerend patroon te verstoren bevat het samenstel volgens de uitvinding bij voorkeur een hoek-gevelbekledingselement 42 voor een buitenhoek en een hoek-gevelbekledingselement 52 voor een binnenhoek. Het hoek-gevelbekledingselement 42, 52 is voorzien van een eerste hoekbeen (A,C) dat een negende langszijde 45 bevat en van een tweede hoekbeen (B,D) dat een tiende langszijde 43 bevat. De negende langszijde 45 is voorzien van een zevende gevelbevestigingsmiddel 40, welk afgedekt is met de afdekkap 20. Het zevende gevelbevestigingsmiddel 40 heeft eenzelfde configuratie als het zesde gevelbevestigingsmiddel 37. Deze laatste is op eenzelfde wijze gemonteerd als de afdekkap op het start-gevelbekledingselement. De tiende langszijde 43 is voorzien van een achtste gevelbevestigingsmiddel 44 dat eenzelfde constructie heeft als het eerste gevelbevestigingsmiddel 4.In addition to straight sections, the facade can of course also have corners, for example between a front facade and a side wall, or when the building has an indentation or an indentation. Figure 6 shows a clad façade with an outside corner and Figure 7 a clad façade with an inside corner. In order to allow the cladding to continue across the corner without disturbing the continuity of the recurring pattern, the assembly according to the invention preferably comprises a corner cladding element 42 for an outer corner and a corner cladding element 52 for an inner corner. The corner wall cladding element 42, 52 is provided with a first corner leg (A, C) that contains a ninth longitudinal side 45 and with a second corner leg (B, D) that contains a tenth longitudinal side 43. The ninth longitudinal side 45 is provided with a seventh façade fixing means 40, which is covered with the cover cap 20. The seventh façade fixing means 40 has the same configuration as the sixth façade fixing means 37. The latter is mounted in the same way as the cover cap on the starting façade covering element. The tenth longitudinal side 43 is provided with an eighth wall mounting means 44 which has the same construction as the first wall mounting means 4.
Voor de koppeling tussen het eind-gevelbekledingselement 22 en het naastgelegen hoek-gevelbekledingselement 42 of 52 is de negende langszijde 45 voorzien van een derde uitsparing 49 die een lengte heeft van ten minste een vierde van de patroonlengte. Het zevende gevelbevestigingsmiddel 40 is in het verlengde van het dal van het patroon aangebracht en strekt zich uit naar de negende langszijde toe. De derde uitsparing 49 is zodanig gevormd dat het derde verlengstuk 27 er verschuifbaar in aan te brengen is. De tiende langszijde 43 maakt deel uit van een zevende verlengstuk 47 dat het patroon verder zet en het achtste gevelbevestigingsmiddel 44 bevat. Het zevende verlengstuk 47 is voorzien van een vierde goot 48 welke een diepte heeft die ten minste gelijk is aan de lengte van de eerste tand 6. De vierde goot is qua dimensie en constructie analoog aan de eerste goot. De vierde goot 48 is zodanig gevormd en aangèbracht dat de eerste tand 6 er in en uit schuifbaar is.For the coupling between the end wall cladding element 22 and the adjacent corner wall cladding element 42 or 52, the ninth longitudinal side 45 is provided with a third recess 49 which has a length of at least one fourth of the pattern length. The seventh wall mounting means 40 is arranged in line with the valley of the pattern and extends to the ninth longitudinal side. The third recess 49 is shaped such that the third extension piece 27 can be slidably arranged therein. The tenth longitudinal side 43 forms part of a seventh extension piece 47 which continues the pattern and contains the eighth facade fastening means 44. The seventh extension 47 is provided with a fourth trough 48 which has a depth that is at least equal to the length of the first tooth 6. The fourth trough is analogous to the first trough in dimension and construction. The fourth trough 48 is shaped and arranged such that the first tooth 6 can be slid in and out.
Het buitenhoek-gevelbekledingselement 42 is bij voorkeur voorzien van een top uit de sequentie waarvan een opstaande flank in het verlengde ligt van het zesde gevelbevestigingsmiddel en de aansluiting tussen de hoekbenen A en B vormt.The outer corner wall cladding element 42 is preferably provided with a top from the sequence of which an upstanding flank is in line with the sixth wall mounting means and forms the connection between the corner legs A and B.
Het binnenhoek-gevelbekledingselement 52 is bij voorkeur zo gevormd dat een aansluiting tussen de hoekbenen C en D gevormd is door een aansluiting van twee dalen uit de sequentie.The inner corner cladding element 52 is preferably formed such that a connection between the corner legs C and D is formed by a connection of two valleys from the sequence.
Voor het aanbrengen van een hoek-gevelbekledingselement 42 of 52 wordt het achtste gevelbevestigingsmiddel 44 aan de gevel bevestigd. Daarna wordt de eerste tand 6 van het basis-gevelbekledingselement 2 in de vierde goot geschoven. Vervolgens wordt een deel van het eind-gevelbekledingselement 22, namelijk datgene gevormd door de top en het dal met zijn derde verlengstuk 27, aangebracht door het derde verlengstuk 27 in de derde uitsparing 49 te schuiven en de tweede tand 26 in de eerste goot te schuiven. Tenslotte wordt een bevestigingsorgaan 9 doorheen het zevende bevestigingsmiddel 40 en het derde verlengstuk 27 aangebracht om beide tegen de gevel te bevestigen. Daarna wordt de afdekkap 20 aangebracht. Door het gebruik van de tand en de goot enerzijds en doordat het derde verlengstuk 27 in de derde uitsparing verschuifbaar is, is aanpassing aan de dimensie van de gevel mogelijk en kan er voor gezorgd worden dat de hoek tussen de hoekbenen samenvalt met de hoek in de gevel, zonder dat er aan de continuïteit van het patroon afbreuk wordt gedaan.For applying a corner wall cladding element 42 or 52, the eighth wall mounting means 44 is attached to the wall. The first tooth 6 of the basic wall cladding element 2 is then pushed into the fourth channel. Subsequently, a part of the end wall cladding element 22, namely that formed by the top and the trough with its third extension piece 27, is fitted by sliding the third extension piece 27 into the third recess 49 and sliding the second tooth 26 into the first trough . Finally, a fixing member 9 is provided through the seventh fixing means 40 and the third extension piece 27 to both fasten against the facade. The cover cap 20 is then fitted. By using the tooth and the gutter on the one hand and because the third extension piece 27 is slidable in the third recess, adaptation to the dimension of the facade is possible and it can be ensured that the angle between the corner legs coincides with the angle in the without affecting the continuity of the pattern.
Bij voorkeur is in het hoek-gevelbekledingselement 42 of 52 tussen de negende en de tiende langszijde een dal en een top opgenomen zodat dit dal de hoek vormt bij een binnenhoek en de top de hoek vormt bij een buitenhoek. Hierdoor wordt een betere afwerking verkregen en er voor gezorgd dat in een binnenhoek altijd een dal aanwezig is en voor een buitenhoek altijd een top.Preferably, a trough and a top is included in the corner wall cladding element 42 or 52 between the ninth and tenth longitudinal side so that this trough forms the angle at an inner corner and the top forms the angle at an outer corner. This results in a better finish and ensures that there is always a trough in an inner corner and always a top for an outer corner.
Gevels bevatten openingen voor ramen en deuren en dus dient bij een bekleding van de gevel hiermee rekening te worden gehouden. Ter hoogte van een dergelijke opening dient het gevelbekledingselement volgens de uitvinding dan ook te worden afgezaagd teneinde de opening vrij te laten. Daar dit afzagen op om het even welke plaats in het profiel kan voorkomen, bevat het samenstel volgens de uitvinding bij voorkeur een eerste en een tweede openings-aansluitingsprofiel 50, 60, zoals weergegeven in de figuren 8, 9, 10 en 11. Het eerste respektievelijk het tweede openings-aansluitingsprofiel 50, 60 is telkens door een maskeerdeel 51, 61 gevormd dat een onderbreking in het patroon ter hoogte van de opening maskeert.Facades contain openings for windows and doors, so this must be taken into account when covering the facade. The wall cladding element according to the invention must therefore be sawn off at such an opening in order to leave the opening free. Since this cutting can occur at any location in the profile, the assembly according to the invention preferably comprises a first and a second opening connection profile 50, 60, as shown in Figs. 8, 9, 10 and 11. The first respectively the second opening connection profile 50, 60 is in each case formed by a masking part 51, 61 which masks an interruption in the pattern at the height of the opening.
De openings-aansluitingsprofielen 50, 60 zijn bij voorkeur van verdere bevestigingsmiddelen 52, 62 voorzien om in een omlijsting van de opening in de gevel te worden bevestigd. Op deze verdere bevestigingsmiddelen worden dan de maskeerdelen bevestigd. Voor het monteren van de openings-aansluitingsprofielen worden de verdere bevestigingsmiddelen 52, 62 in de omlijsting van de opening bevestigd. De gevelbekledingselementen worden dan zodanig afgezaagd dat de zaagsnede 55, 57 tegen de verdere bevestigingsmiddelen aanleunt. Vervolgens worden de maskeerdelen op de verdere bevestigingsmiddelen bevestigd om de zaagsnede te maskeren.The opening connection profiles 50, 60 are preferably provided with further fixing means 52, 62 to be fixed in a frame of the opening in the facade. The masking parts are then mounted on these further fastening means. For mounting the opening connection profiles, the further fastening means 52, 62 are fixed in the opening frame. The façade cladding elements are then sawn off in such a way that the saw cut 55, 57 rests against the further fastening means. The masking parts are then attached to the further fixing means to mask the cut.
Voor het aanbrengen van een samenstel volgens de uitvinding wordt eerst de te bekleden afstand van de gevel gemeten. Vervolgens wordt deze afstand gedeeld door de patroonlengte. Indien bij deze deling een geheel getal ontstaat dan kunnen de gevelbekledingselementen zonder meer worden aangebracht. Indien er een geheel getal en een fractie van een geheel getal ontstaat dan wordt deze fractie over de afstand verdeeld door het schuiven van de tand in de goot.Before applying an assembly according to the invention, the distance to be covered from the facade is first measured. This distance is then divided by the pattern length. If an integer is created during this division, the cladding elements can be applied without any problem. If an integer and a fraction of an integer arise, this fraction is distributed over the distance by sliding the tooth into the gutter.
De gevelbekledingselementen volgens de uitvinding zijn bij voorkeur uit aluminium vervaardigd en worden bij voorkeur door extrusie verkregen. Echter is de uitvinding niet tot aluminium als materiaal beperkt en zijn ook andere materialen zoals kunststof, hout of glas mogelijk.The wall cladding elements according to the invention are preferably made of aluminum and are preferably obtained by extrusion. However, the invention is not limited to aluminum as a material and other materials such as plastic, wood or glass are also possible.
Figuur 12 laat een andere uitvoeringsvorm zien van een gevel-bekledingselement volgens de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm zijn de toppen smaller dan de dalen. De eerste goot 78 en de eerste tand 76 zijn aan de achterzijde van het element aangebracht en verschoven ten opzichte van het dal. Het eerste gevelbevestigingselement 74 is eveneens aan de achterzijde van het element aangebracht en verschoven ten opzichte van het dal. Ofschoon in de uitvoeringsvormen van de figuren 2 en 12 het profiel symmetrisch is, zijn asymmetrische uitvoeringen ook mogelijk.Figure 12 shows another embodiment of a facade cladding element according to the invention. In this embodiment, the tops are narrower than the valleys. The first trough 78 and the first tooth 76 are arranged at the rear of the element and shifted with respect to the trough. The first wall mounting element 74 is also arranged at the rear of the element and shifted with respect to the trough. Although in the embodiments 2 and 12 the profile is symmetrical, asymmetrical designs are also possible.
Figuur 13 laat een uitvoeringsvorm zien waarbij het basis-gevelbekledingselement 72 een asymmetrisch patroon vertoont. Echter wordt ook bij deze uitvoering een eerste tand 76 en een eerste goot 78 voorzien.Fig. 13 shows an embodiment in which the basic wall cladding element 72 has an asymmetrical pattern. However, also with this embodiment, a first tooth 76 and a first trough 78 are provided.
Claims (13)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2013/0476A BE1022315B1 (en) | 2013-07-08 | 2013-07-08 | COMPOSITION OF FACADE CLOTHING ELEMENTS |
EP14780565.9A EP3019676B1 (en) | 2013-07-08 | 2014-07-04 | Assembly of facade cladding elements |
PCT/IB2014/062861 WO2015004584A1 (en) | 2013-07-08 | 2014-07-04 | Assembly of facade cladding elements |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2013/0476A BE1022315B1 (en) | 2013-07-08 | 2013-07-08 | COMPOSITION OF FACADE CLOTHING ELEMENTS |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1022315B1 true BE1022315B1 (en) | 2016-03-15 |
Family
ID=49274354
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2013/0476A BE1022315B1 (en) | 2013-07-08 | 2013-07-08 | COMPOSITION OF FACADE CLOTHING ELEMENTS |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3019676B1 (en) |
BE (1) | BE1022315B1 (en) |
WO (1) | WO2015004584A1 (en) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4189885A (en) * | 1978-08-29 | 1980-02-26 | Wolverine Aluminum Corporation | Channel member for siding construction |
FR2453353A1 (en) * | 1979-04-04 | 1980-10-31 | Dentand Bernard | Panel with interlocking edge strip - in which strip is screwed to base and covered by joint |
EP0687338A1 (en) * | 1994-01-03 | 1995-12-20 | André FELIX | Covering panel |
-
2013
- 2013-07-08 BE BE2013/0476A patent/BE1022315B1/en not_active IP Right Cessation
-
2014
- 2014-07-04 EP EP14780565.9A patent/EP3019676B1/en active Active
- 2014-07-04 WO PCT/IB2014/062861 patent/WO2015004584A1/en active Application Filing
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4189885A (en) * | 1978-08-29 | 1980-02-26 | Wolverine Aluminum Corporation | Channel member for siding construction |
FR2453353A1 (en) * | 1979-04-04 | 1980-10-31 | Dentand Bernard | Panel with interlocking edge strip - in which strip is screwed to base and covered by joint |
EP0687338A1 (en) * | 1994-01-03 | 1995-12-20 | André FELIX | Covering panel |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3019676A1 (en) | 2016-05-18 |
EP3019676B1 (en) | 2017-08-02 |
WO2015004584A1 (en) | 2015-01-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DE60122996D1 (en) | Wing leading edge with variable curvature for sash profiles | |
DE60208098D1 (en) | Process for improving the viscosity stability by adding a dye component | |
CA2764793A1 (en) | A profile bar to be locked to a panel, and a panel system | |
DE50100471D1 (en) | PROFILE BAR FOR THE TRANSITION BETWEEN COMPONENT AND BUILDING AREA | |
BE1016572A6 (en) | IMPROVED WINDOW OR DOOR PROFILE. | |
BR0315963B1 (en) | method for continuously galvanizing a steel strip | |
BE1022315B1 (en) | COMPOSITION OF FACADE CLOTHING ELEMENTS | |
DE602004004703D1 (en) | System with and method for an optical delay path with a continuously variable length | |
RU2018127782A (en) | PANEL SET, METHOD FOR PRODUCING SUCH PANEL SET, ASSEMBLY PANELS AND FIXING PROFILE USED IN THE SPECIFIED PANELS | |
DE602005023139D1 (en) | APPLYING PROFILE LENGTH LENGTHS TO A TRACK | |
BE1017089A7 (en) | DOOR AND / OR WINDOW FRAME WITH ADJUSTABLE WIDTH. | |
WO2005024340A3 (en) | Template for checking the geometry of shaped and/or bent profiles | |
WO2009059731A8 (en) | Metal profile | |
DE602006021386D1 (en) | Laser hardening tool with a waveguide having a rectangular profile | |
NL8900336A (en) | WINDOW HOLDER FOR SUSPENDING WINDOW FIELDS TO A CARRYING STRUCTURE FOR FULL-GLASS FACADES AND THE LIKE. | |
NL1023981C2 (en) | Fire resistant glazing. | |
ITTV20110169A1 (en) | INTERCONNECTION DEVICE FOR RETRACTABLE SLIDING DOORS | |
DE502004003265D1 (en) | Component with in its longitudinal course changing profile cross-section | |
ITFI20070153A1 (en) | DEVICE FOR THE BOLLARD OF BIRDS AT THE SURFACE STATION | |
BE887385A (en) | PRE-MANUFACTURED DOOR FRAME | |
NL2019336B1 (en) | Method for arranging a frame in an opening in a wall, as well as self-adjusting top sill | |
ES1053248Y (en) | ACCESSORY FOR CLOSURE GLASS PANELS. | |
DE502004002656D1 (en) | Cladding panel with a color strip | |
RU2006138324A (en) | SECURITY BAR | |
BE1030870A1 (en) | Curtain wall system and a working method applied |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190731 |