BE1021966B1

BE1021966B1 - Randprofiel voor het samenstellen van een raamwerk van een wandsysteem, raamwerk van zulk wandsysteem en wand samengesteld uit zulke raamwerken

Info

Publication number: BE1021966B1
Application number: BE2013/0874A
Authority: BE
Inventors: Wim Devreese
Original assignee: Wandman Bvba
Priority date: 2013-12-27
Filing date: 2013-12-27
Publication date: 2016-01-29

Abstract

Randprofiel (9) bedoeld voor het samenstellen van een raamwerk (1) van een wandsysteem, dat gevormd wordt door een langwerpig element dat voorzien is van minstens één vlakke, laterale zijwand (10) die aan één van zijn langse zijranden (11) voorzien is van een langse opstaande rand (12), welke een boord kan vormen voor een plaatmateriaal (16) dat tegen de laterale zijwand (10) wordt aangebracht.

Description

Randprofiel voor het samenstellen van een raamwerk van een wandsysteem, raamwerk van zulk wandsysteem en wand samengesteld uit zulke raamwerken.

De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een randprofiel voor het samenstellen van een raamwerk van een wandsysteem. , ,

De huidige uitvinding heeft tevens betrekking op een raamwerk voor zulk wandsysteem, dat minstens twee paar parallelle profielen bevat die onderling zijn verbonden tot een rechthoekig raamwerk.

Het is bekend dat in sommige situaties wanden zeer snel dienen te worden opgebouwd, zoals bijvoorbeeld op beurzen of gelijkaardige evenementen, bijvoorbeeld met de bedoeling verschillende exposanten elk hun eigen stand te geven, waarbij de standen onderling gescheiden zijn door zulke wanden.

Volgens de huidige stand van de techniek worden voor zulke toepassingen vaak wandsystemen gebruikt, waarbij uit een aantal metalen profielen een rechthoekig raamwerk wordt gemaakt en waarbij meerdere zulke raamwerken verticaal worden geplaatst op een ondergrond en aan elkaar worden gekoppeld teneinde een geraamte te vormen van een wand.

Nadien worden deze gemonteerde raamwerken bekleed met een plaatmateriaal dat past in zulk raamwerk.

Andere raamwerken doen dan weer dienst als deuropening en worden soms voorzien van een deur.

Het is duidelijk dat de raamwerken en het met deze raamwerken gevormde geraamte robuust en stevig dienen te zijn.

Volgens de huidige stand van de techniek worden dan ook kokervormige profielen gebruikt voor het samenstellen van de raamwerken.

Het voordeel van kokervormige profielen is dat ze goed bestand zijn tegen bijvoorbeeld torsie, doch een nadeel van zulke kokervormige profielen is dat ze relatief zwaar zijn.

Nog een ander nadeel van zulke kokervormige profielen bij de bekende wandsystemen is dat de koppelmiddelen, zoals bouten en moeren, voor het aaneenkoppelen van raamwerken vervaardigd met zulke profielen ter vorming van een wand relatief grote dimensies hebben, moeilijk zijn aan te brengen en vaak vele bewerkingen vergen van een installateur.

Een bijkomend nadeel van de bekende wandsystemen is dat ze weinig geschikt zijn voor het integreren van elektrische kabels, stopcontacten, verlichting en dergelijke meer en/of dat het aanbrengen van zulke elektrische of elektronische accessoires doorgaans op een eerder inefficiënte en tijdrovende manier gebeurt.

Het één en ander is te wijten aan de gesloten structuur van deze bekende profielen voor wandsystemen.

Nog een ander nadeel van de bekende wandsystemen is dat, na het bekleden van de raamwerken met een plaatmateriaal, de overgangen tussen de verschillende raamwerken nog steeds duidelijk zichtbaar zijn omwille van onderbrekingen in het plaatmateriaal of zelfs door de aanwezigheid van metalen gedeelten van de achterliggende raamwerken.

De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.

Meer bepaald heeft de uitvinding onder meer als doel een verbeterd wandsysteem te bekomen dat toelaat zeer snel wanden te plaatsen die stevig en structureel stabiel zijn, doch een relatief beperkt gewicht hebben, en die tevens perfect afgewerkt zijn.

Hiertoe betreft de uitvinding in eerste instantie een randprofiel bedoeld voor het samenstellen van een raamwerk van een wandsysteem, waarbij het randprofiel gevormd wordt door een langwerpig element dat voorzien is van minstens één vlakke, laterale zijwand die aan één van zijn langse zijranden voorzien is van een langse opstaande rand welke een boord kan vormen voor een plaatmateriaal dat tegen de laterale zijwand wordt aangebracht.

Een groot voordeel van zulk randprofiel volgens de uitvinding is dat het kan gebruikt worden om er raamwerken mee te vervaardigen voor wandsystemen, waarbij de randen van de wand mooi kunnen worden afgewerkt, terwijl de aansluiting tussen verschillende raamwerken geen barrière vormt voor het aan te brengen plaatmateriaal.

Het is volgens de uitvinding immers de bedoeling dat het randprofiel enkel wordt toegepast in de raamwerken van een te plaatsen wand op plaatsen aan een vrije rand van de te vervaardigen wand, zodat de opstaande rand aan het randprofiel aan deze vrije rand van de wand een boord kan vormen aan het aan te brengen plaatmateriaal en enkel daar.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een randprofiel overeenkomstig de uitvinding wordt het randprofiel gevormd door een langwerpig element met een hoofdzakelijk π-vormig profiel dat een vlakke rugplaat heeft waarop dwars twee parallelle, laterale zijwanden zijn voorzien die zich uitstrekken langsheen de lengte van het randprofiel op een zekere afstand van de langse zijranden van de rugplaat, waarbij de gedeelten van de rugplaat aan de langse zijranden aldus opstaande randen randen vormen op een betreffende zijwand.,

Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een randprofiel volgens de uitvinding is dat er raamwerken voor een wandsysteem mee kunnen vervaardigd worden waarbij het randprofiel een boord kan vormen aan plaatmaterialen die aan beide zijden van het betreffende raamwerk worden aangebracht.

Nog een voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een randprofiel overeenkomstig de uitvinding is het door zijn TT-vormig profiel een open structuur heeft, zodat een installateur gemakkelijk tussen de parallelle, laterale zijwanden kan komen, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van koppelmiddelen en dat in de beschikbare ruimte tussen de parallelle, laterale zijwanden kabels en dergelijke meer kunnen worden weggewerkt.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een raamwerk voor een wandsysteem, dat minstens twee paar parallelle profielen bevat die onderling zijn verbonden tot een rechthoekig raamwerk, waarbij minstens één van de twee paar parallelle profielen een randprofiel volgens de uitvinding is.

Uiteraard bestaat een belangrijk voordeel van zulk raamwerk volgens de uitvinding erin dat op plaatsen waar een betreffend randprofiel is voorzien in het raamwerk een , boord aanwezig is waartegen een plaatmateriaal kan aansluiten.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een raamwerk overeenkomstig de uitvinding is minstens één profiel - van de twee paar parallelle profielen geen randprofiel volgens de uitvinding zijn, waarbij elk zulk betreffend profiel minstens één vlakke laterale zijwand heeft zonder boord, zodat een vlak plaatmateriaal zich er ongehinderd kan over uitstrekken.Bij voorkeur is elk betreffend profiel, dat geen randprofiel volgens de utivinding is, een U-profiel met een U-vormige dwarsdoorsnede en met vlakke laterale zijwanden die zich uitstrekken langsheen de langse zijranden van een rugplaat van het U-profiel.

Hierbij zijn de laterale zijwanden van elk zulk U-profiel liefst op een afstand van elkaar gelegen die overeenstemt met de afstand tussen de laterale zijwanden van het minstens één randprofiel van het raamwerk.

Een groot voordeel van een raamwerk volgens de uitvinding overeenkomstig deze uitvoeringsvorm is dat het ganse raamwerk is uitgevoerd uit profielen met een open U- structuur die gemakkelijk bereikbaar is voor een monteur en waarin kabels kunnen worden weggewerkt.

Bovendien draagt de open structuur bij aan de lichte uitvoering van de raamwerken.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een wand gevormd door een samenvoeging van meerdere raamwerken volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven en waarbij aan weerszijden van de raamwerken een plaatmateriaal is aangebracht dat aan zijn randen is afgeboord door de randprofielen volgens de uitvinding van de betreffende raamwerken.

Zulke wand volgens de uitvinding oogt esthetisch zeer mooi, waarbij aan de vrije randen van de wand het plaatmateriaal is afgeboord, terwijl hetzelfde plaatmateriaal zich over meerdere raamwerken kan uitstrekken zonder dat hiertoe een overgang tussen raamwerken waarneembaar is.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een randprofiel, een raamwerk en een wand volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in perspectief een zicht weergeeft op een raamwerk voor een wandsysteem volgens de uitvinding; figuur 2 een vooraanzicht volgens pijl F2 weergeeft op het raamwerk uit figuur 1; figuren 3 en 4 meer in detail respectievelijk in vooraanzicht zoals in figuur 2 en in zijaanzicht volgens pijl F4 een eerste randprofiel volgens de uitvinding aangeduid met F3/F4 in figuur 2 weergeven; figuren 5 en 6 op analoge wijze een vooraanzicht en zijaanzicht weergeven voor een tweede randprofiel volgens de uitvinding, aangeduid met F5/F6 in figuur 2; figuur 7 een bovenaanzicht volgens pijl F7 weergeeft op de profielen van de figuren 3 tot 6; figuren 8 en 9, evenals figuren 10 en 11 op analoge wijze een vooraanzicht en zijaanzicht weergeven voor twee andere profielen van het raamwerk uit figuur 1, respectievelijk de profielen aangeduid met F8/F9 en F10/F11; figuur 12 een bovenaanzicht volgens pijl F12 weergeeft op de profielen van de figuren 8 tot 11; figuren 13 en 14 nogmaals in vooraanzicht en in zijaanzicht twee andere profielen van het raamwerk uit figuur 1 weergeven, namelijk de profielen aangeduid met F13/F14; figuur 15 een bovenaanzicht volgens pijl F15 weergeeft op de profielen van de figuren 13 en 14; figuur 16 in perspectief illustreert hoe meerdere raamwerken volgens de uitvinding kunnen worden samengevoegd en met een plaatmateriaal, dat in dit geval bestaat uit meerdere panelen, kunnen worden bekleed ter vorming van een wand volgens de uitvinding; figuur 17 in perspectief de bekomen wand volgens de uitvinding weergeeft; figuur 18 op grotere schaal een doorsnede weergeeft door de wand op de plaatsen aangegeven met F18 in figuur 17; figuren 19 tot 22 in bovenaanzicht hulpstukken weergeven voor het verbinden van raamwerken volgens de uitvinding in allerlei configuraties; figuren 23 en 24 een zicht weergeven op het kruisvormig hulpstuk uit figuur 22, respectievelijk volgens de pijlen F23 en F24; figuur 25 een zijaanzicht weergeeft op een kokervormig profiel dat gebruikt kan worden om een hoek te vormen tussen raamwerken volgens de uitvinding; figuur 26 een bovenaanzicht weergeeft volgens pijl F26 op het profiel uit figuur 25; figuur 27 een zijaanzicht weergeeft op nog een L-vormig profiel dat gebruikt kan worden om een hoek te vormen tussen raamwerken volgens de uitvinding; en, figuur 28 een bovenaanzicht weergeeft volgens pijl F28 op het profiel uit figuur 27.

Het in figuur 1 en 2 weergegeven raamwerk 1 volgens de uitvinding is bedoeld voor gebruik in een wandsysteem.

Het raamwerk 1 heeft een rechthoekige vorm met een lengte L en een breedte B, waarbij de omtrek gevormd wordt door een kader 2 bestaande uit twee paar parallelle profielen die onderling zijn verbonden tot het rechthoekig raamwerk 1.

Meer bepaald is het kader 2 samengesteld uit een paar langsprofielen 3 en 4, respectievelijk rechts en links weergegeven in de figuren 1 - en 2, en een paar dwarsprofielen 5 en 6, respectievelijk boven en onder weergegeven in de figuren 1 en 2.

De langsprof ielen 3 en 4 vormen hierbij de lengte L van het raamwerk 1, terwijl de dwarsprofielen 5 en 6 de breedte B van het raamwerk 1 vormen.

Voorts zijn in de getoonde uitvoeringsvorm tussen het paar dwarsprofielen 5 en 6 en evenwijdig aan de dwarsprofielen 5 en 6 in het kader 2 een paar steunprof ielen 7 en 8 voorzien.

Elk van de profielen 3 tot 6 van het raamwerk 1 die de kader 2 vormen is in detail weergegeven in de betreffende figuren 3 tot 12 en deze profielen 3 tot 6 zullen hierna één voor één besproken worden.

Het rechtse langsprofiel 3 en het bovenste dwarsprofiel 5 van het raamwerk vormen in dit geval een randprofiel 9 volgens de uitvinding.

Typisch aan een randprofiel 9 volgens de uitvinding is het . kenmerk dat het randprofiel 9 een langwerpig element is dat voorzien is van minstens één vlakke, laterale zijwand 10 die aan één van zijn langse zijranden 11 voorzien is van een langse opstaande rand 12.

In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren hebben de randprofielen 9 een vlakke rugplaat 13 waarop dwars twee parallelle, laterale zijwanden 10 zijn voorzien die zich uitstrekken langsheen de lengte van het betreffende randprofiel 9 op een zekere afstand D van de langse zijranden 14 van de rugplaat 13.

Hierbij vormen de gedeelten 15 van de rugplaat 13 aan de langse zijranden 14 aldus opstaande randen 12 met hoogte D op een betreffende zijwand 10.

Zowel de rugplaat 13 als de zijwanden 10 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm volledig vlak uitgevoerd, zodanig dat de randprofielen 9 in dit geval tevens kunnen worden beschreven als een U-profiel 9 waarbij aan de buitenzijde opstaande randen 12 zijn voorzien in het verlengde van de rugplaat 13.

Zoals meer in detail is weergegeven in figuur 18, zijn deze opstaande randen 12 bedoeld om een boord te vormen voor plaatmateriaal 16 met een dikte T overeenkomstig de hoogte D van de opstaande randen 12, welk plaatmateriaal 16 tegen de laterale zijwanden 10 is aangebracht.

De inwendige ruimte 17 tussen de zijwanden 10 laat toe kabels in zulk randprofiel 9 aan te brengen en maakt het tevens mogelijk dat een installateur tot bij de rugplaat 13 kan komen, bijvoorbeeld om bepaalde koppelmiddelen, zoals bijvoorbeeld bouten en moeren, te kunnen bereiken.

De andere profielen van het kader 2 van het raamwerk 1, meer bepaald het linkse langsprofiel 4 en het onderste dwarsprofiel 6, zijn geen randprofielen 9 volgens de uitvinding.

Deze profielen 4 en 6 zijn U-profielen 18 met een Uvormige dwarsdoorsnede 19 en met vlakke laterale zijwanden 20 die zich uitstrekken langsheen de langse zijranden 21 van een rugplaat 22 van elk betreffend U-profiel 18.

Dit alles is weergegeven in de figuren 8 tot 11 en nog meer in detail in figuur 12.

Deze U-profielen 18 zijn met andere woorden niet voorzien van een opstaande rand 12 en dit uiteraard om toe te laten dat een plaatmateriaal 16 zich kan uitstrekken over de ganse laterale zijwand 10.

Het is dan ook de bedoeling dat een raamwerk 1 volgens de uitvinding wordt voorzien van U-profielen 18, daar waar een plaatmateriaal 16 wordt aangebracht dat zich nog verder uitstrekt dan het betreffende raamwerk 1.

De U-profielen 18 vertonen opnieuw het interessante kenmerk dat een ruimte 17 tussen de laterale zijwanden 20 aanwezig is die geschikt is voor het wegwerken van kabels en die toelaat dat een installateur tot bij de rugplaat 22 kan komen.

De U-vormige structuur van zowel de U-profielen 18 als van de randprofielen 9 volgens de uitvinding dragen ook bij aan de lichte structuur van het raamwerk 1.

De laterale zijwanden 20 van de U-profielen 18 staan op een afstand E van elkaar die overeenstemt met de afstand F tussen de laterale zijwanden 10 van de randprofielen 9.

Voorts zijn alle profielen 4 tot 6 van het kader 2 van het raamwerk 1 aan hun uiteinden in verstek uitgevoerd teneinde ze gemakkelijk met elkaar te kunnen verbinden, bijvoorbeeld door middel van een lasverbinding.

Volgens de uitvinding zijn echter andere methodes voor het verbinden van de profielen 4 tot 6 niet uitgesloten en behoren alternatieve vormen van zulke profielen 4 tot 6 tevens tot de mogelijkheden.

Zoals is weergegeven in de figuren 13 tot 15, bestaan de steunprof ielen 7 en 8 die voorzien zijn tussen het paar dwarsprofielen 5 en 6 uit een paar holle kokerprofielen 23 die voorzien zijn van een vierkante dwarsdoorsnede 24.

Deze steunprofielen 7 en 8 geven extra stevigheid aan het raamwerk 1 zonder al te veel het gewicht ervan negatief te beïnvloeden.

De steunprofielen 7 en 8 verdelen bij voorkeur het kader 2 min of meer in gelijke delen en ze kunnen aan het kader 2 worden bevestigd door middel van een lasverbinding of door gelijk welk ander middel dat hiertoe geschikt is.

Bij voorkeur zijn alle profielen 3 tot 8 vervaardigd uit een metaal en liefst uit een metaal met relatief klein gewicht, zoals bijvoorbeeld aluminium.

Nadat de profielen 3 tot 8 zijn samengebracht ter vorming van een raamwerk 1 vormen de rugplaten 13 van de randprofielen 9 en de rugplaten 22 van de U-profielen 18 een vlakke omtrekszijde 25 aan het raamwerk 1.

Hierdoor kunnen de meerdere zulke raamwerken 1 gemakkelijk tegen elkaar worden geplaatst.

Aan de omtrekszijde 25 van te verbinden raamwerken 1 zijn volgens de uitvinding tevens bij voorkeur gaten 26 en sleuven 27 voorzien voor het aanbrengen van koppelmiddelen.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de figuren zijn sleuven 27 aangebracht in de rugplaten 13 van de randprof ielen 9, terwijl gaten 26 zijn voorzien in de rugplaten 22 van de U-profielen 18.

Hierbij is het de bedoeling dat tijdens het koppelen van raamwerken 1 telkens een gat 26 met een sleuf 27 kan samenwerken.

Door de lengte van de sleuven 27 kunnen aldus kleine uitlijnfouten tussen te koppelen raamwerken 1 worden opgevangen.

Een erg efficiënte vorm van zulke koppelmiddelen zijn de zogenaamde blindklinkmoeren, welke toelaten vanaf één zijde dunne profielen of platen aan elkaar te koppelen, waarbij een sterke schroefverbinding wordt verwezenlijkt.

Zulke blindklinkmoeren zijn uiterst geschikt om te worden toegepast bij raamwerken 1 volgens de uitvinding, aangezien de profielen 3 tot 6 ervan rugplaten 13 en 22 hebben die via de U-vormige ruimte tussen de zijwanden 10 of 20 gemakkelijk kunnen bereikt worden tijdens de installatie, of dus voor het vastzetten van zulke blindklinkmoer.

Als alternatief of bijkomend kunnen magneten gebruikt worden als koppelmiddelen.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn er bijvoorbeeld gaten 28 voorzien in zwowel het linkse langsprofiel 4 als het rechtse langsprofiel 3 van het raamwerk 1, welke gaten 28 bedoeld zijn ter bevestiging van een beugel voor het vasthouden van een magneet.

Op deze wijze worden raamwerken 1 van hetzelfde type die naast elkaar worden geplaatst automatisch gekoppeld of minstens tot elkaar aangetrokken, wat het aanbrengen van andere koppelmiddelen, zoals blindklinkmoeren, enkel maar vergemakkelij kt.

Volgens de uitvinding worden in één of meerdere profielen 3 tot 8 van het raamwerk 1 verder gaten 29 voorzien voor het doorvoeren van kabels.

Dit is in de getoonde uitvoeringsvorm bijvoorbeeld het geval in alle profielen 3 tot 8.

De gaten 29 in de langse profielen 3 en 4 worden in dit geval bovendien gebruikt om de raamwerken 1 gemakkelijk te kunnen stockeren en vervoeren.

In de dwarsprofielen 5 en 6 zijn verder nog gaten 30 voorzien voor het aanbrengen van een elektrisch verlichtingsapparaat.

Meerdere raamwerken 1 volgens de uitvinding, samengesteld op basis van de hier besproken profielen 3 tot 8 of op basis van nog andere soorten profielen, zijn bedoeld om te worden samengevoegd ter vorming van een wand 31 volgens de uitvinding.

Hierbij valt tevens op te merken dat in de getoonde uitvoeringsvorm twee randprofielen 9 volgens de uitvinding werden gebruikt ter vorming van een raamwerk 1, doch het is niet uitgesloten minder of meer zulke randprofielen 1 te gebruiken voor het vormen van zulke raamwerk 1.

Bijvoorbeeld is het mogelijk dat het kader 2 van een raamwerk 1, dat niet bedoeld is een rand 32 van de wand 31 te vormen, volledig uit te vormen met U-vormige profielen 18.

Evenzo is het mogelijk dat het kader 2 van het raamwerk 1 enkel wordt samengesteld met randprofielen 9 volgens de uitvinding, bijvoorbeeld in het geval de dimensies van het plaatmateriaal 16 overeenkomen met de dimensies van het raamwerk 1 en van de te vormen wand 31.

Bij een wand 31 volgens de uitvinding die gevormd is door een samenvoeging van meerdere raamwerken 1 volgens de uitvinding is minstens aan één zijde 33 of 34 en bij voorkeur aan weerszijden 33 en 34 van de raamwerken 1 een plaatmateriaal 16 aangebracht dat aan één of meerdere randen 32 is afgeboord door randprofielen 9 van de betreffende raamwerken 1.

Dit is geïllustreerd aan de hand van de figuren 16 en 17.

In de getoonde uitvoeringsvorm is elk raamwerk 1 opgebouwd zoals in de figuren 1 en 2 en is er op elk raamwerk 1 een plaatmateriaal 16 aangebracht in de vorm van een paneel dat dimensies heeft die overeenstemmen met de dimensies van zulk raamwerk 1.

Het is echter volgens de uitvinding niet uitgesloten een wand 31 te realiseren, waarbij er andere soorten raamwerken 1 volgens de uitvinding aan elkaar worden gekoppeld met meer of minder randprofielen 9.

Hierbij kan een plaatmateriaal 16 worden aangebracht bestaande uit één of meerdere panelen, waarbij een paneel bijvoorbeeld meerdere raamwerken 1 helemaal of gedeeltelijk in één keer bedekt.

In de figuren 16 en 17 is de wand 31 als één vlak geheel uitgevoerd.

Uiteraard kan er bij het opstellen van zulke wand 31 gebruik gemaakt worden van allerhande soorten steunen teneinde de wand 31 te verankeren in een ondergrond.

In de praktijk zal echter meestal een wand 31 worden gevormd, waarvan gedeelten onder bepaalde hoeken ten opzichte van elkaar staan, meestal onder een hoek van 90°.

In de figuren 19 tot 24 worden allerhande hulpstukken geïllustreerd waarmee de raamwerken 1 van zulke gedeelten van een wand 31 aan elkaar kunnen gekoppeld worden door de hulpstukken op de betreffende dwarsprofielen 5 en/of 6 te bevetsigen.

Meer bepaald illustreren de figuren 19 tot 22 hulpstukken 35 tot 38, respectievelijk voor het vormen van een L-vormie gedeelte, een T-vormig gedeelte, een kruisvormig gedeelte en een Y-vormig gedeelte van een wand 31.

Ter plaatse van hoeken gevormd tussen gedeelten van een wand 31, wordt bij voorkeur ook gebruik gemaakt van een profiel 39 of 40 dat wordt aangebracht in parallel met de betrokken langse profielen 3 of 4 van de betreffende raamwerken 1.

Het profiel 39 is hierbij een kokervormig profiel 39 met vierkante doorsnede en wordt geïllustreerd in de figuren 25 en 26.

Het profiel 40 is een L-vormig profiel en wordt geïllustreerd in de figuren 27 en 28.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvorm van een randprofiel 9, een raamwerk 1, evenals een wand 31 volgens de uitvinding, doch zulke randprofielen 9, raamwerken 1 en wanden 31 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies

1. Randprofiel (9) bedoeld voor het samenstellen van een raamwerk (1) van een wandsysteem, daardoor gekenmerkt dat het randprofiel (9) gevormd wordt door een langwerpig element dat voorzien is van minstens één vlakke, laterale zijwand (10) die aan één van zijn langse zijranden (11) voorzien is van een langse opstaande rand (12), welke een boord kan vormen voor een plaatmateriaal (16) dat tegen de laterale zijwand (10) wordt aangebracht.
2. Randprofiel (9) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het randprofiel (9) gevormd wordt door een langwerpig element met een hoofdzakelijk π-vormig profiel dat een vlakke rugplaat (13) heeft waarop dwars twee parallelle, laterale zijwanden (10) zijn voorzien die zich uitstrekken langsheen de lengte van het randprofiel (9) op een zekere afstand (D) van de langse zijranden (14) van de rugplaat (13), waarbij de gedeelten (15) van de rugplaat (13) aan de langse zijranden (14) aldus opstaande randen (12) vormen op . een betreffende zijwand (10). .
3. Raamwerk (1) voor een wandsysteem, dat minstens twee paar parallelle profielen (3-6) bevat die onderling zijn verbonden tot een rechthoekig raamwerk (1), daardoor gekenmerkt dat minstens één profiel (3,5) van de twee paar parallelle profielen (3-6) een randprofiel (9) volgens conclusie 1 of 2 is.
4. Raamwerk (1) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat minstens één profiel (4,6) van de twee paar parallelle profielen (3-6) geen randprofiel (9) volgens conclusie 1 of 2 is, waarbij elk zulk betreffend profiel (4,6) minstens één vlakke laterale zijwand (20) heeft zonder boord, zodat een vlak plaatmateriaal (16) zich er ongehinderd kan over uitstrekken.
5. Raamwerk (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat elk betreffend profiel (4,6), dat geen randprofiel (9) volgens conclusie 1 of 2 is, een U-profiel (18) is met een U-vormige dwarsdoorsnede (19) en met vlakke laterale zijwanden (20) die zich uitstrekken langsheen de langse zijranden (21) van een rugplaat (22) van het U-profiel (18) en waarbij de laterale zijwanden (20) van elk zulk U-profiel (18) op een afstand (E) van elkaar gelegen zijn die overeenstemt met de afstand (F) tussen de laterale zijwanden (10) van het minstens één randprofiel (9).
6. Raamwerk (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het is samengesteld uit een paar langsprofielen (3,4) en een paar dwarsprofielen (5,6), respectievelijk ter vorming van de lengte (L) en de breedte (B) van het raamwerk (1), waarbij één van de langsprofielen (3,4) en één van de dwarsprofielen (5,6) een U-profiel (18) is met een U-vormige dwarsdoorsnede (19) en met vlakke laterale zijwanden (20) die zich uitstrekken langsheen de langse zijranden (21) van een rugplaat (22) van het U- profiel (18) en waarbij de laterale zijwanden (20) van elk zulk U-profiel (18) op een afstand (E) van elkaar gelegen zijn die overeenstemt met de afstand (F) tussen de laterale zijwanden (10) van het minstens één randprofiel (9); en waarbij het andere langsprofiel (3,4) en het andere dwarsprofiel (5,6) gevormd wordt door een langwerpig element met een hoofdzakelijk ΤΓ-vormig profiel dat een vlakke rugplaat (13) heeft waarop dwars twee parallelle, laterale zijwanden (10) zijn voorzien die zich uitstrekken langsheen de lengte van het randprofiel (9) op een zekere afstand (D) van de langse zijranden (14) van de rugplaat (13), waarbij de gedeelten (15) van de rugplaat (13) aan de langse zijranden (14) aldus opstaande randen (12) vormen op een betreffende zijwand (10).
7. Raamwerk (1) volgens één of meerdere van de conclusies 3 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het is samengesteld uit een paar langsprofielen (3,4) en een paar dwarsprofielen (5,6), respectievelijk ter vorming van de lengte (L) en de breedte (B) van het raamwerk (1) en waarbij tussen het paar dwarsprofielen (5,6) en evenwijdig aan de dwarsprofielen (5,6) een paar holle kokerprofielen (7,8) zijn voorzien met vierkante dwarsdoorsnede (24) .
8. Raamwerk (1) volgens één of meerdere van de conclusies 3 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de rugplaten (13,22) van de randprofielen (9) en U- profielen (18) van het raamwerk (1) een vlakke omtrekszijde (25) aan het raamwerk (1) vormen.
9. Raamwerk (1) volgens één of meerdere van de conclusies 3 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van magneten voor het koppelen van meerdere zulke raamwerken (1) aan elkaar.
10. Wand (31) gevormd door een samenvoeging van meerdere raamwerken (1) volgens één of meerdere van de conclusies 3 tot 9, daardoor gekenmerkt dat minstens aan één zijde (33,34) en bij voorkeur aan weerszijden (33,34) van de raamwerken (1) een plaatmateriaal (16) is aangebracht dat aan één of meerdere van zijn randen (32) is afgeboord door randprofielen (9) van de betreffende raamwerken (1).
11. Wand (31) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de hoogte (D) van de opstaande rand (12) van de randprof ielen (9) overeenstemt met de dikte (T) van het plaatmateriaal (16).
12. Wand (31) volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat in de wand (31) bekabeling is geïntegreerd.
13. Wand (31) volgens één of meerdere van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat aan de omtrekszijde (25) van de betrokken raamwerken (1) gaten (26) en sleuven (27) zijn voorzien voor het aanbrengen van koppelmiddelen, waarbij de door de lengte van de sleuven (27) kleine uitlijnfouten tussen de raamwerken (1) tijdens het koppelen kunnen worden opgevangen.
14. Wand (31) volgens één of meerdere van de conclusies 10 tot 13, daardoor gekenmerkt dat gedeelten van de raamwerken (1) aan elkaar zijn verbonden door middel van blindklinkmoeren.
15. Wand (31) volgens één of meerdere van de conclusies 10 tot 13, daardoor gekenmerkt dat profielen (5) aan de bovenzijde van de wand (31) voorzien zijn van montagemiddelen voor het aanbrengen van een elektrisch verlichtingsapparaat.