BE1020712A5 - Structureel lichaam in raamwerkconstructies. - Google Patents

Description

STRUCTUREEL LICHAAM IN RAAMWERKCONSTRUCTIES

[0001] Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een langwerpig lichaam voor toepassing als structureel of belastingdragend lichaam in metalen constructies, in het bijzonder constructies voor de woningbouw of de bouw van multifunctionele gebouwen.

[0002] Het is gekend om multifunctionele gebouwen, zoals kantoorgebouwen, en woningen op te trekken op basis van een metalen raamwerk of skelet dat als draagstructuur dienst doet. Het raamwerk wordt zowel langs de buitenzijde als langs de binnenzijde voorzien van een bekleding, zoals bv. sandwichpanelen langs de buitenzijde en gipsplaten langs de binnenzijde. Mogelijke uitvoeringsvormen van het metalen raamwerk zijn onder andere beschreven in volgende publicaties: FR 2882073, US 2008/047225 en WO 2004/051014.

[0003] De gebouwen zijn over het algemeen telkens unieke stukken die volgens plan worden opgetrokken. Er komt met andere woorden veel maatwerk aan te pas. Bij het optrekken van het metalen raamwerk vertaalt dit zich.in het op maat zagen van de verschillende raamwerkelementen en het in een raamwerkelement op de juiste plaats aanbrengen van verbindingsgaten, die overeen moeten stemmen met verbindingsgaten aangebracht in het daarmee te verbinden raamwerkelement. Ook worden elementen met verschillende dwarsdoorsnede in het raamwerk gebruikt. Aan knooppunten, waar verschillende elementen samenkomen en aan elkaar verbonden worden, worden doorgaans specifieke verbindingsstukken gebruikt.

[0004] Dit alles maakt duidelijk dat er bij de bouw van dergelijke raamwerk- of draagconstructies een enorm aantal verschillende stukken worden gebruikt, wat bijgevolg een goed presterende logistiek vereist om te voorkomen dat men op de werf moet vaststellen dat er een aantal stukken niet de juiste afmeting hebben, of dat de verbindingsgaten niet overeenstemmen. Dit zou immers tot grote vertragingen kunnen leiden.

[0005] Een ander probleem' bij dergelijke draagconstructies is het feit dat de verbindingselementen, die meestal bestaan uit blindklinknagels of schroeven, met een kop uit het vlak waarop bekledingswanden worden aangebracht vooruitspringen. Dit bemoeilijkt vanzelfsprekend een juiste montage van de bekledingspanelen. Het probleem kan worden verholpen door het aanbrengen van de verbindingen op die vlakken van de raamwerkelementen die niet worden bekleed. Echter, dit is niet steeds mogelijk. Bovendien leidt dit soms tot een zwakkere verbinding, waardoor er ofwel meer verbindingselementen, ofwel bijkomende versterkingsstukken moeten worden ingezet. Een andere mogelijkheid is om langs de achterzijde van de bekledingspanelen een uitsparing te voorzien ter hoogte van de vooruitspringende verbindingselementen, wat tijdrovend is en bijkomende kosten met zich meebrengt.

[0006] Onderhavige uitvinding stelt zich tot doel om aan de problemen uit de stand der techniek te verhelpen. In het bijzonder stelt onderhavige uitvinding zich tot doel om de logistiek bij belastingdragende raamwerkconstructies sterk te vereenvoudigen.

[0007] Het is eveneens een doel van onderhavige uitvinding om tot vereenvoudigde raamwerkconstructies te komen, om het aantal verschillende in te zetten elementen te beperken en om vereenvoudigde verbindingen tussen raamwerkelementen te voorzien. Kortom, het is een doel van de uitvinding om tot kostenefficiëntere raamwerkconstructies te komen.

[0008] Het is eveneens een doel van de uitvinding om dragerelementen en bijhorende verbindingsstukken voor belastingdragende raamwerkconstructies te voorzien die een snelle en nauwkeurige montage van bekledingspanelen toelaten.

[0009] Overeenkomstig de uitvinding wordt derhalve voorzien in een structureel lichaam voor toepassing in belastingdragende raamwerkconstructies zoals uiteengezet in de bijgevoegde conclusies. Het structureel lichaam, dat langwerpig is en bij voorkeur uit een dunwandig materiaal is vervaardigd, vertoont meerdere, zich volgens een langsas uitstrekkende aanzichten. De aanzichten zijn zodanig gevormd dat het lichaam een om de langsas meervoudige rotatiesymmetrie vertoont, waarbij elk rotatiesymmetrisch aanzicht een steunvlak omvat, voorzien om als steun en bevestigingspunt voor een wandbekleding dienst te doen, en een verbindingsvlak omvat, dat voor de bevestiging van het lichaam met andere structurele lichamen is voorzien. Volgens de uitvinding is het verbindingsvlak ten opzichte van het steunvlak terugliggend opgesteld, waarbij de afstand zodanig is, dat wanneer het lichaam met gebruikelijke verbindingsmiddelen via het verbindingsvlak wordt bevestigd, de verbindingsmiddelen niet uit het steunvlak vooruitspringen.

[0010] Het voorzien van onderscheidbare steunvlakken en verbindingsvlakken, waarbij deze laatste terugliggen ten opzichte van de steunvlakken, in combinatie met de meervoudige rotatiesymmetrie resulteert in een lichaam dat zeer veelzijdig als dragerelement inzetbaar is in raamwerkconstructies. Zoals verder zal blijken kunnen op deze manier raamwerkconstructies tot stand komen op basis van uitsluitend één en hetzelfde soort lichaam, zodat de constructie veel eenvoudiger wordt, wat kosten- en plaatsbesparend is.

[0011] Uitvoeringsvormen met bijkomende voordelen komen aan bod in de afhankelijke conclusies.

[0012] Aspecten van de uitvinding zullen in hetgeen volgt worden toegelicht met verwijzing naar de volgende figuren.

[0013] Figuur 1 toont een perspectiefzicht van een structureel lichaam volgens de uitvinding.

[0014] Figuur 2 toont een perspectiefzicht van twee identieke lichamen volgens de uitvinding, die haaks op elkaar zijn verbonden.

[0015] Figuur 3 toont een perspectiefzicht van twee identieke lichamen volgens de uitvinding, die evenwijdig aan elkaar zijn verbonden.

[0016] Figuur 4 toont een doorsnede van de twee lichamen uit figuur 3. Aan elk van de twee lichamen is aan een verschillende zijde een identiek lichaam haaks verbonden.

[0017] Figuur 5 toont een perspectiefzicht van een haakse verbinding van twee identieke, horizontaal opgestelde lichamen.

[0018] Figuur 6 toont een perspectiefzicht van twee horizontaal opgestelde, identieke lichamen volgens de uitvinding, die onder een niet loodrechte hoek en door middel van een driedelig verbindingsstuk met elkaar zijn verbonden.

[0019] Figuur 7 toont een perspectiefzicht van een enkelvoudig samengestelde balk met twee evenwijdige, identieke lichamen verbonden door verbindingsplaten.

[0020] Figuur 8 toont een perspectiefzicht van een meervoudig samengestelde balk door juxtapositie van enkelvoudig samengestelde balken.

[0021] Figuur 9 toont een plofzicht van een dwarsdoorsnede van de meervoudig samengestelde balk van figuur 8.

[0022] Figuur 1 toont een structureel lichaam 10, die aspecten van de uitvinding belichaamt. Lichaam 10 is langwerpig, met een lengte volgens een langsas 9 die beduidend groter is dan de afmetingen in een haaks op de langsas 9 gelegen vlak.

[0023] Lichaam 10 is met voordeel meervoudig rotatiesymmetrisch omheen langsas 9. Lichamen overeenkomstig de uitvinding kunnen tweevoudig rotatiesymmetrisch zijn, of zelfs drievoudig. Figuur 1 toont lichaam 10 dat met voordeel viervoudig rotatiesymmetrisch omheen langsas 10 is. Dit betekent dat het eenzelfde vorm behoudt (in doorsnede) bij elke rotatie over een hoek van 90° omheen langsas 9. Het voordeel daarvan zal in wat volgt duidelijk blij ken.

[0024] De meervoudige rotatiesymmetrie geeft lichaam 10 een aantal aanzichten volgens op de langsas 9 haaks staande richtingen 101-104, die bij de overeenkomstige rotatie behouden blijven. Aanzichten volgens richtingen 101-104 strekken zich bijgevolg volgens de langsas 9 uit. In wat volgt wordt naar elk aanzicht verwezen op basis van de kijkrichting 101-104 die het aanzicht bepaalt.

[0025] Elk van de (rotatiesymmetrische) aanzichten 101-104 wordt gevormd door een eerste vlak 11 en tweede, ten opzichte van vlak 11 terugliggende vlakken 12, 12'. Met andere woorden, eerste vlak 11 is ten opzichte van de tweede vlakken 12, 12' vooruitspringend opgesteld. Zowel het eerste vlak 11 als de tweede vlakken 12, 12' strekken zich met voordeel uit volgens de langsas 9 en zijn er met voordeel mee evenwijdig. Het eerste vlak 11 en de tweede vlakken 12, 12' zijn met voordeel evenwijdig.

[0026] De toepassingen voor een dergelijk lichaam 10 bevinden zich voornamelijk in de bouwnijverheid, in het bijzonder als paal of balk in raamwerkconstructies van gebouwen die volgens de hogervermelde werkwijze worden opgetrokken .

[0027] Het eerste vlak 11 enerzijds en de tweede vlakken 12, 12' anderzijds zijn in dat geval voorzien om onderscheidende functies uit te oefenen. Het eerste vlak 11 kan met voordeel als een steun- en bevestigingsvlak voor wandbekledingen worden gebruikt. In wat volgt wordt naar vlak 11 verwezen als steunvlak. De tweede vlakken 12, 12' worden met voordeel gebruikt als verbindingsvlakken met ruimte om bevestigingsmiddelen, zoals schroeven en blindklinknagels, aan te brengen om het lichaam 10 met andere, bij voorkeur identieke, lichamen 10, die mee deel uitmaken van de raamwerkconstructie, te verbinden. In wat volgt wordt naar de tweede vlakken 12, 12' verwezen als verbindingsvlakken.

[0028] Door de verbindingsvlakken 12, 12' ten opzichte van het steunvlak 11 terugliggend op te stellen wordt bekomen dat er ruimte ontstaat waarbinnen eventuele verbindingsstukken en bevestigingsmiddelen kunnen worden opgesteld, zonder dat zij ten opzichte van het steunvlak vooruitspringen. Dit laat toe om de raamwerkconstructie te assembleren zonder oog te moeten hebben voor eventuele wandbekledingen of andere stukken die aan de raamwerkconstructie zullen worden opgehangen. Immers, in het raamwerk zullen de steunvlakken 11 steeds vrij van vooruitspringende elementen zijn, die bevestiging van wandbekledingen bemoeilij ken.

[0029] Door de meervoudige rotatiesymmetrie volgt bovendien dat elk van de rotatiesymmetrische aanzichten 101-104 bovenvermelde eigenschappen heeft, zodat het lichaam gemakkelijker hanteerbaar en inzetbaar is.

[0030] Het in figuur 1 voorgestelde lichaam 10 toont zelfs een bijzonder geval, waarbij de aanzichtvlakken 101-104 als het ware in elkaar zijn "geweven". Bijvoorbeeld, de wand 14 die steunvlak 11 met verbindingsvlak 12' verbindt en er haaks op staat vormt in feite een van de verbindingsvlakken van aanzicht 103, dat verder steunvlak 15 omvat. Lichaam 10 vertoont in feite een doorsnede in de vorm van een kruis met loodrecht op elkaar liggende benen, waarbij de kopse kanten van de benen de steunvlakken vormen (bv. steunvlak 11) en de zijvlakken (14, 16) van de benen de verbindingsvlakken vormen.

[0031] Alhoewel niet noodzakelijk, toont figuur 1 dat het steunvlak 11 met voordeel gelegen is tussen de verbindingsvlakken 12 en 12'. Andere opstellingen zijn eveneens mogelijk, bijvoorbeeld een enkel verbindingsvlak dat tussen twee buitenste steunvlakken is gelegen.

[0032] Met voordeel vertoont lichaam 10 een constante doorsnede. Dit wil zeggen dat het lichaam 10 als een profiel kan worden aanzien. Eveneens met voordeel strekken de verbindingsvlakken 12, 12', 14 zich continu uit volgens de langsas 9. Eveneens met voordeel strekken de steunvlakken 11, 15 zich continu uit volgens de langsas 9. Een voordeel van dergelijk "profileren" van lichamen volgens de uitvinding is dat zij volgens standaardlengten kunnen worden vervaardigd om dan op de werf, of in het voorbereidend magazijn, op de juiste lengte te worden gezaagd. Het is niet noodzakelijk, maar eventueel voordelig, om met name de oppervlakken van de steunvlakken vlak te houden. Deze kunnen eveneens geribd of gekarteld zijn.

[0033] Lichaam 10 is bij voorkeur vervaardigd uit een dunwandig materiaal. Dit zorgt voor gewichtsbesparing en maakt bovendien een montage door middel van blindklinknagels of schroeven mogelijk. Alhoewel niet noodzakelijk, wordt in figuur 1 lichaam 10 met voordeel als een buisvormig element voorgesteld (dit wil zeggen met een volgens de langsas 9 lopende inwendige holte 17 die door een ononderbroken doorsnede is omgeven).

[0034] Staal is met voordeel het materiaal bij uitstek, wat het mogelijk maakt om lichaam 10 door koudvervorming, zoals koudwalsen te vervaardigen. Andere metalen, of zelfs andere materialen dan metalen kunnen eveneens worden gebruikt.

[0035] Om bevestiging met andere elementen uit de raamwerkconstructie te vergemakkelijken, zijn de verbin-dingsvlakken 12, 12' met voordeel voorzien van een regelmatig gatenpatroon, bijvoorbeeld een rijenpatroon van gaten.

[0036] Figuren 2 tot 6 tonen voorbeelden van hoe eenvoudig en voordelig de toepassing van uitvindingsgewijze lichamen 10 in raamwerkconstructies kan zijn. Figuur 2 toont een haakse verbinding van twee identieke lichamen 10 en 20 volgens de uitvinding. Lichaam 20 staat haaks op lichaam 10 en is ermee verbonden met twee C-vormige verbindingsstukken 28, waarvan slechts één zichtbaar is in figuur 2. Het tweede verbindingsstuk 28 bevindt zich immers aan de achterzijde (ten opzichte van het aanzicht van figuur 2). Verbindingsstuk 28 is een vlak, met voordeel uit plaatmateriaal gevormd (gesneden) stuk, met twee benen 281 en 282 die door een tussendeel 283 met elkaar worden verbonden. De opening tussen de twee benen 283 (de lengte van het tussendeel 283) komt overeen met de breedte van het vooruitspringend steunvlak 21. De breedte van het tussendeel 283 komt met voordeel overeen met de breedte van het verbindingsvlak 12. De breedte van de twee benen komt met voordeel overeen met de breedte van de verbindingsvlakken 22, 22'. Met voordeel zijn de breedten van de benen 281, 282 en van het tussendeel 283 gelijk.

[0037] Verbindingsstuk 28 is bijgevolg zodanig gevormd, dat het overheen drie verbindingsvlakken 12, 22 en 22' kan worden geplaatst. Zodoende wordt het mogelijk om lichamen 10 en 20 met elkaar te verbinden door verbinding van twee verbindingsvlakken van het ene lichaam met een verbindingsvlak van het andere, via één enkel tussenstuk 28. Men bekomt eenzelfde resultaat met een tweede, identiek C-vormig verbindingsstuk 28, aan de achterzijde van de lichamen 10, 20.

[0038] De bevestiging van het verbindingsstuk 28 aan de verbindingsvlakken 12, 22 en 22' van de twee lichamen 10, 20 gebeurt met voordeel door middel van blindklinknagels. Deze kunnen een grote belasting in afschuiving dragen. Wanneer de verbindingsvlakken 12, 22, 22' van een regelmatig gatenpatroon volgens gestandaardiseerde afstanden worden voorzien, kan het verbindingsstuk 28 eveneens van een overeenkomstig patroon van gaten 284 worden voorzien. De afstand tussen gaten 13 komt met voordeel overeen met een kleinste ' in het betreffende toepassingsgebied gebruikelijke afstandseenheid, bv. 25 mm. De diameters van gaten 13 kunnen eveneens afhangen van het toepassingsgebied. In het geval van metalen lichamen 10, 20 kunnen de gaten 13 door middel van ponsen tijdens de vervaardiging van een lichaam 10 worden aangebracht.

[0039] Bevestiging van de twee haaks op elkaar staande lichamen 10, 20 via verbindingsstuk 28 vormt reeds een op zich zeer sterke verbinding, omdat de belastingoverdracht - in de veronderstelling dat lichaam 10 verticaal is opgesteld en lichaam 20 bijgevolg horizontaal - bijna uitsluitend door afschuiving plaatsvindt.

[0040] Indien verbindingsstukken 28 onvoldoende zouden zijn om de voorziene belasting over te dragen, dan kan een schorend verbindingsstuk 29 bijkomend worden voorzien. Verbindingsstuk 29 is met voordeel louter door snijden en plooien uit een plaatmateriaal vervaardigd, zodat het een U-vormige doorsnede verkrijgt, met twee evenwijdige vlakken 291, 292 die de benen vormen van de U

vormige doorsnede. De afstand tussen de twee vlakken 291 en 292 komt met voordeel overeen met de breedte van het steunvlak 11, 21. Elk van de evenwijdige vlakken 291, 292 omvat aan beide uiteinden een uitstekende lip 293, 294 die voorzien is om tegen een verbindingsvlak 12, respectievelijk 22', aan te leunen. De lippen 293, 294 kunnen voor de bevestiging aan het lichaam 10, 20 van gaten 295 zijn voorzien. Als alternatief kan schorend verbindingsstuk 29 uit twee afzonderlijke onderdelen zijn gevormd, met name de vlakken 291 en 292, die respectievelijk aan een voor- en achterzijde van de opstelling (lichamen 10, 20) worden bevestigd.

[0041] Uit fi guur 2 blijkt duidelijk dat, na verbinding met behulp van verbindingsstukken 28 en/of 29, de steunvlakken 11 en 21 volledig vrij blijven en bovendien in één vlak gelegen zijn. De steunvlakken 11 en 21 vormen bijgevolg een steun en bevestigingspunt voor een eventuele wandbekleding, zoals gipsplaten en sandwichpanelen (bv. als buitenbekleding).

[0042] De afstand tussen steunvlakken 11 en 21 en verbindingsvlakken 12, 12', respectievelijk 22, 22' bedraagt met voordeel minstens de som van de dikte van verbindingsstuk 28 of 29 en een uitstekende kop van het gebruikte verbindingselement, zoals de kop van een blind-klinknagel, of van een schroef. Bij voorkeur bedraagt deze afstand minstens 15 mm, bij voorkeur minstens 20 mm, bij voorkeur om en bij 25 mm of eventueel groter, wat toelaat om een kop van een blindklinknagelpistool in de gaten te kunnen centreren.

[0043] Het lichaam 10 heeft met voordeel buitenafmetingen zodat het kleinste vierkant waarbinnen de doorsnede ingeschreven is een zijde heeft tussen 50 mm en 200 mm, met voordeel tussen 70 mm en 200 mm. De wanddikte kan bijvoorbeeld tussen 1 mm en 3 mm bedragen.

[0044] Uit de opstelling van figuur 2 blijkt eveneens dat, vanwege de viervoudige rotatiesymmetrie van lichamen 10, 20 en vanwege de toegepaste verbindingsstukken 28, 29, er met voordeel vier lichamen 20 op eenzelfde hoogte haaks met lichaam 10 kunnen worden verbonden, namelijk om de 90°. Bijvoorbeeld, een bijkomend lichaam kan haaks met lichaam 10 worden verbonden zodat het haaks ten opzichte van lichaam 20 staat opgesteld door verbinding aan verbindingsvlakken 14 en 16, die eveneens een verbindingswand vormen tussen steunvlak 11 en respectievelijk verbindingsvlakken 12' en 12.

[0045] Meervoudige verbindingen op eenzelfde hoogte zijn volgens de uitvinding mogelijk zonder gebruik van bijkomende hulpprofielen, zoals gebruikelijk is in de stand van de techniek (zie bv. Fig. 6 van US 2008/047225). Raam-werkconstructies op basis van lichamen volgens de uitvinding zijn bijgevolg compacter dan in de stand van de techniek. In de bouwnijverheid vertaalt dit zich in een grotere bruikbare binnenoppervlakte bij zelfde buitenafmetingen .

[0046] Figuur 3 toont een verbinding van twee identieke lichamen 10, 30 evenwijdig aan elkaar. Men kan duidelijk waarnemen dat het evenwijdig naast elkaar plaatsen van de twee lichamen 10 en 30 resulteert in het in eenzelfde vlak (coplanair) liggen van alle, tot overeenstemmende aanzichten behorende verbindingsvlakken 12, 12', 32 en 32' van lichamen 10 en 30. Eveneens zijn de tot overeenstemmende aanzichten behorende steunvlakken 11 en 31 coplanair. Het voordeel is dat een verbinding tussen de twee lichamen 10, 30 eenvoudig tot stand kan komen, door de naast elkaar liggende verbindingsvlakken 12 en 32' door middel van verbindingsplaatjes 39 met elkaar te verbinden. De verbindingsplaatjes 39 zijn zeer eenvoudig van vorm - in hoofdzaak vierkant of rechthoekig - en zijn van gaten 391 voorzien, die overeenkomen met gaten 13 van de lichamen 10 en 30. Zelfde verbindingsplaatjes 39 kunnen aan de achterzijde ten opzichte van het aanzicht van figuur 3 worden aangebracht.

[0047] Door een verbinding van twee aan elkaar evenwijdig opgestelde lichamen volgens de uitvinding, kan een steunpaal of ligger worden bekomen met een grotere sterkte, uitsluitend gebruik makend van eenzelfde soort lichaam. Dergelijke oplossing laat eveneens toe om hoogteverschillen in een vloer te overbruggen, zoals getoond in figuur 4. De samenstelling 10-30 is er horizontaal opgesteld. Aan het bovenste lichaam 10 is aan de linkerzijde een lichaam 40' haaks bevestigd. Aan het onderste lichaam 30 is aan de rechterzijde een lichaam 40 haaks bevestigd. Er kan bijgevolg op eenvoudige manier een hoogteverschil tussen liggers worden overbrugd, door uitsluitend van dezelfde soort lichamen gebruik te maken en zonder gebruikmaking van bijkomende profielen met speciale vorm.

[0048] Het haaks bevestigen van twee lichamen in eenzelfde horizontaal vlak (zoals voor lichamen 30 en 40 enerzijds en 10 en 40' anderzijds) kan geschieden met zelfde verbindingsstukken 28 zoals getoond in figuur 2 voor een verticale opstelling. De horizontale opstelling van dergelijke T-verbinding is getoond in figuur 5. Haaks opgestelde lichamen 10 en 50 worden verbonden door twee op de horizontale verbindingsvlakken gelegen verbindingsstukken 28 en 28'. Verbindingsstuk 28 steunt op en wordt verbonden aan de verbindingsvlakken 12 van lichaam 10 en 52 en 52' van lichaam 50. Hetzelfde geldt voor verbindingsstuk 28' aan langs de onderzijde. De horizontale verbinding in figuur 5 zal een kleinere belasting kunnen dragen dan bij een verticale opstelling, maar dit verschil zal minimaal zijn omdat het knooppunt ook op moment wordt belast wat ervoor zorgt dat het bovenliggende verbindingsstuk 28 op trek wordt belast.

[0049] Figuur 6 toont een mogelijke manier om twee identieke lichamen 10, 60 volgens de uitvinding onder een niet-loodrechte hoek met elkaar te verbinden. Dit gebeurt volgens figuur 6 aan de hand van een driedelig verbindingsstuk 69, dat gevormd wordt door een eerste deel 691, dat aan lichaam 10 wordt bevestigd en twee identieke tweede delen 692, 692' die aan lichaam 60 worden bevestigd. In onderhavig geval worden de twee lichamen 10, 60 niet via overeenstemmende verbindingsvlakken (bv. 12' en 62'), maar wel via op elkaar loodrecht staande verbindingsvlakken (bv. 14 en 62') verbonden. Alternatieve manieren door verbinding via overeenstemmende verbindingsvlakken zijn echter eveneens mogelijk.

[0050] Het eerste deel 691 van verbindingsstuk 69 wordt gevormd door een U-vormig profiel, eenvoudig uit plaatmateriaal te vervaardigen. Het profiel wordt met de benen 693, 693' over verbindingsvlak 14, respectievelijk 16 geschoven en ermee verbonden. Het eerste deel 691 omvat aan een uiteinde een omgeplooide lip 694. Deze lip is voorzien van een gat 695, die het bevestigingspunt zal vormen met de delen 692 en 692'. Deze laatste tweede delen 692 en 692' zijn C-vormig uitgevoerd met benen 696 en 696' en aan de overzijde ervan een uitstekende lip 697, die enigszins terugliggend is opgesteld ten opzichte van de benen 696. De tweede delen 692 en 692' worden aan de verbindingsvlakken van overliggende aanzichten van lichaam 60 bevestigd. Net zoals bij verbindingsstuk 28, leunen de benen 696, 696' tegen de verbindingsvlakken 62, respectievelijk 62' van lichaam 60 en zijn ermee verbonden. De afstand tussen de benen 696 en 696' is voldoende om het steunvlak 61 ertussen te laten vooruitspringen. De lippen 697 van de delen 692 en 692' komen samen zodat daartussen de omgeplooide lip 694 van het eerste deel 691 past. Deze kunnen doorheen gat 695 worden verbonden door middel van een bout.

[0051] Het feit dat de voor de verbinding gebruikte verbindingsvlakken 14, 16 en 62, 62' niet coplanair zijn, maar loodrecht, doet geen afbreuk aan de voordelen volgens de uitvinding. Immers, het resultaat van de opstelling van figuur 6 ligt daarin, dat steunvlakken 15 en 65 van lichamen 10, respectievelijk 60 coplanair zijn en bijgevolg één bovenvlak vormen, zonder dat vooruitspringende delen, zoals de koppen van blindklinknagels, het bovenvlak verstoren. Eenzelfde verhaal geldt voor het vlak aan de onderzijde van de opstelling (dus de overzijde van het bovenvlak 15, 65). Voor de bouwnijverheid betekent dit dat zowel de vloer, als het plafond probleemloos kunnen worden bekleed.

[0052] Met voordeel zijn de gaten in benen 693, 693' en 696, 696' als sleuven 698 uitgevoerd, wat de mogelijkheid geeft om uitlijningsfouten op te vangen.

[0053] De hoger beschreven hoekverbinding met driedelig verbindingsstuk 69 kan ook worden gebruikt om een haakse hoekverbinding (T-verbinding) te bekomen. In dat geval is lip 694 geplooid over een rechte hoek.

[0054] Figuur 7 toont de samenstelling van twee identieke evenwijdige lichamen 10, 70 overeenkomstig de uitvinding tot een samengestelde balk 700 of ligger, waarbij de lichamen 10, 70 de flenzen of uiteinden van de balk vormen. De twee lichamen worden verbonden door verbindingsplaten 79, die aan coplanaire verbindingsvlakken 12 en 72 worden verbonden. Zelfde verbindingsplaten 79 kunnen aan de achterzijde worden voorzien. Deze samenstelling is analoog aan de evenwijdige samenstelling uit figuur 3, met het verschil dat de twee lichamen op een afstand van elkaar zijn gelegen. De verbindingsplaten 79 zijn bijgevolg ook groter dan de verbindingsplaatjes 39. Zij vormen in feite de ziel van de samengestelde balk 700.

[0055] Dit principe kan worden toegepast totdat de verbindingsplaten 79 te hoog worden en bijgevolg te zwak zouden worden voor knik. Nog sterkere balken kunnen echter worden samengesteld door twee of meerdere van de samengestelde balken 700 uit figuur 7 met de langse kanten aan elkaar te koppelen waardoor de ziel enorm wordt versterkt en men de ziel in de hoogte verder kan uitbreiden zonder dikkere verbindingsplaten 79 te moeten voorzien.

[0056] Dergelijke meervoudig samengestelde balk is getoond in figuren 8 en 9 en wordt gevormd uit een juxtapositie van enkelvoudig samengestelde balken, die aan elkaar worden verbonden. Verbindingsplaten 89 verbinden de flenzen (gevormd door identieke lichamen 10, 80), op een afstand aan elkaar. In tegenstelling tot de volledig vlakke verbindingsplaten 79, omvatten verbindingsplaten 89 twee ten opzichte van een middendeel 891 vooruitliggende randen 892, die evenwijdig aan het middendeel 891 verlopen. De afstand tussen middendeel 891 en randen 892 is even groot als de afstand tussen verbindingsvlak 12 en steunvlak 11. Zowel het middendeel 891 als de randen 892 zijn voorzien van bevestigingsgaten 893.

[0057] De verbindingsplaten 89 worden via randen 892 aan de coplanair opgestelde steunvlakken 12, 82 en 12', 82' van de lichamen 10, 80 verbonden, en volgens een zodanige oriëntatie dat het middendeel 891 vooruitligt wanneer men dwars op de balk kijkt. Wanneer meerdere enkelvoudig samengestelde balken naast elkaar plaatst, zodat overliggende steunvlakken 11 van de lichamen 10, 80 elkaar raken, zal men merken dat de middendelen 8 91 van verbindingsplaten 89 elkaar met voordeel eveneens raken, waardoor deze aan elkaar kunnen worden verbonden, bv. met behulp van blindklinknagels doorheen gaten 893.

[0058] Verder kunnen met voordeel verbindingsplaatjes 39 worden gebruikt om de steunvlakken 14 en 14', respectievelijk 84 en 84' aan elkaar te verbinden.

[0059] Men zal opmerken dat soortgelijke verbindingsplaten 89 ook bij enkelvoudig samengestelde balken 700 kunnen worden gebruikt, ter vervanging van de verbindingsplaten 79. In dergelijk geval is het voordelig om de verbindingsplaten zodanig te oriënteren dat de middendelen 891 terugliggend zijn (dus volgens een inverse oriëntatie als in figuur 9), zodat overliggende verbindingsplaten van de enkelvoudig samengestelde balk met de middendelen elkaar raken.

[0060] Bij de meervoudig samengestelde balk 800 zal men opmerken dat de externe steunvlakken van lichamen 10, 80, zowel langs boven- en onderzijde van de balk, als langs de linker- en rechterzijde volledig vrij blijven en dat geen enkel verbindingsonderdeel uit deze vlakken zal steken.

[0061] Lichamen volgens de uitvinding kunnen met een maataanduiding worden voorzien om gemakkelijk de lengte van het stuk te bepalen. Bijvoorbeeld kan op het steunvlak op regelmatige afstanden (bv. om de meter of om de 0,5 m) een aanduiding worden voorzien. Wanneer de verbindingsvlakken met een regelmatig gatenpatroon zijn uitgerust, kunnen deze worden gebruikt om verder de lengte visueel te bepalen (bv. door het aantal gaten te tellen die voorbij de laatste aanduiding liggen).

[0062] Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat lichamen volgens de uitvinding toelaten om met zo weinig mogelijk verschillende profielen, en bij voorkeur op basis van één en hetzelfde · dragerlichaam, een volledige raamwerkconstructie op te bouwen. Dit leidt tot vereenvoudigde constructies, die plaatsbesparend en goedkoper zijn dan gekende constructies. De logistiek wordt sterk vereenvoudigd, omdat met één en hetzelfde dragerlichaam wordt gewerkt, waardoor eventuele fouten op de werf zelf gemakkelijk kunnen worden opgelost. Door de welbepaalde vorm van dragerlichamen volgens de uitvinding, kunnen verbindingen op basis van zeer eenvoudige en goedkoop te produceren verbindingsstukken worden gerealiseerd.

[0063] Bovendien is de toepassing van structurele lichamen volgens de uitvinding niet beperkt tot de bouwnijverheid. Deze lichamen kunnen met voordeel worden gebruikt voor structurele toepassingen in allerlei soorten raamwerkconstructies, zoals in de bouw van rekken in bv. opslagplaatsen en distributiecentra en in constructies voor spel- en sportdoeleinden.

Claims (10)

1. Structureel lichaam (10) met een langwerpige vorm en uit een dunwandig . materiaal vervaardigd, met meerdere zich volgens een langsas uitstrekkende aanzichten (101, 102, 103, 104) die zodanig zijn gevormd dat het lichaam een om de langsas (9) viervoudige rotatiesymmetrie vertoont, waarbij elk rotatiesymmetrisch aanzicht (101, 102, 103, 104) een steunvlak (11) omvat, voorzien om als steun en bevestigingspunt.voor een wandbekleding dienst te doen, en twee verbindingsvlakken (12, 12') omvat, die voor de bevestiging van het lichaam met andere structurele lichamen zijn voorzien, waarbij het steunvlak (11) tussen de twee verbindingsvlakken gelegen is en evenwijdig is met de verbindingsvlakken (12, 12'), waarbij de verbindingsvlakken (12, 12') ten opzichte van het steunvlak (11) terugliggend zijn opgesteld en op een afstand, zodat wanneer het lichaam met gebruikelijke verbindingsmiddelen via de verbindingsvlakken (12, 12') wordt bevestigd, de verbindingsmiddelen niet uit het steunvlak (11) vooruitspringen, waarbij de verbindingsvlakken (12, 12', 14, 16) van een regelmatig gatenpatroon.(13) zijn voorzien, daarin gekenmerkt, dat de verbindingsvlakken (12, 12') met het· steunvlak (11) verbonden zijn door middel van aan weerszijden van het steunvlak liggende verbindingswanden (14, 16) die haaks op de verbindingsvlakken staan, waarbij de verbindingswanden (14, 16) eveneens verbindingsvlakken vormen van andere rotatiesymmetrische aanzichten.

2. Structureel lichaam (10) volgens conclusie 1, waarbij het verbindingsvlak (12, 12') zich over de gehele lengte van het lichaam uitstrekt.

3. Structureel lichaam (10) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij elk rotatiesymmetrisch aanzicht bijkomend ten opzichte van een zich volgens de langsas uitstrekkend middenvlak symmetrisch is.

4. Structureel lichaam (10) volgens eender welke voorgaande conclusie, dat buisvormig is.

5. Structureel lichaam (10) volgens eender welke voorgaande conclusie, met een doorsnede in de vorm van een kruis met loodrecht op elkaar liggende benen, waarbij de kopse kanten van de- benen de steunvlakken (11, 15) vormen en de zijvlakken van de benen de verbindingsvlakken (12, 12', 14, 16) vormen.

6. Structureel lichaam (10) volgens eender welke voorgaande conclusie, met een volgens de langsas (9) constante doorsnede.

7. Structureel lichaam (10) volgens eender welke voorgaande conclusie, vervaardigd uit metaal, in het bijzonder staal.

8. Raamwerkconstructie omvattende meerdere structurele lichamen (10) volgens eender welke voorgaande conclusie en die een identieke doorsnede hebben. .

9. Raamwerkconstructie volgens conclusie 8, waarbij de structurele lichamen (10, 20, 30, 40, 40', 50, 60, 70, 80) met identieke doorsnede in de verbindingsvlakken (12,. 14, 22, 22', 32', 52, 52', 62, 62', 72, 82) aan elkaar bevestigd zijn met behulp van verbindingsstukken (28, 29, 39, 69, 79, 89) en blindklinknagels.

10. --Raamwerkconstructie volgens conclusie 9, waarbij de verbindingsstukken (28, 29, 39, 69, 79, 89) uit plaatmateriaal en uitsluitend door middel van snijden, ponsen en/of plooien zijn vervaardigd.