BE1021351B1 - Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding - Google Patents

Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding Download PDF

Info

Publication number
BE1021351B1
BE1021351B1 BE2014/0782A BE201400782A BE1021351B1 BE 1021351 B1 BE1021351 B1 BE 1021351B1 BE 2014/0782 A BE2014/0782 A BE 2014/0782A BE 201400782 A BE201400782 A BE 201400782A BE 1021351 B1 BE1021351 B1 BE 1021351B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
natural stone
water
hydraulic binder
binder
top layer
Prior art date
Application number
BE2014/0782A
Other languages
English (en)
Inventor
Keyser Hans De
Original Assignee
Green Road Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Green Road Nv filed Critical Green Road Nv
Priority to BE2014/0782A priority Critical patent/BE1021351B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021351B1 publication Critical patent/BE1021351B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C11/00Details of pavings
    • E01C11/22Gutters; Kerbs ; Surface drainage of streets, roads or like traffic areas
    • E01C11/224Surface drainage of streets
    • E01C11/225Paving specially adapted for through-the-surfacing drainage, e.g. perforated, porous; Preformed paving elements comprising, or adapted to form, passageways for carrying off drainage
    • E01C11/226Coherent pavings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C7/00Coherent pavings made in situ
    • E01C7/08Coherent pavings made in situ made of road-metal and binders
    • E01C7/10Coherent pavings made in situ made of road-metal and binders of road-metal and cement or like binders
    • E01C7/14Concrete paving
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C7/00Coherent pavings made in situ
    • E01C7/08Coherent pavings made in situ made of road-metal and binders
    • E01C7/30Coherent pavings made in situ made of road-metal and binders of road-metal and other binders, e.g. synthetic material, i.e. resin

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanleggen van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding, omvattende in specifieke volgorde de stappen van: (i) optioneel, het uitgraven van een volume grond met vooropgestelde lengte, breedte en diepte; (ii) het aanbrengen van een grondlaag; (iii) het aanbrengen van een middenlaag; en (iv) het aanbrengen van een waterdoorlaatbare toplaag; waarbij genoemde waterdoorlaatbare toplaag wordt verkregen door het in situ mengen van natuursteen en minstens hydraulisch bindmiddel. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstelling van materialen voor het aanleggen van dergelijke waterdoorlaatbare oppervlakteverharding.

Description

WERKWIJZE EN SAMENSTELLING VOOR HET AANLEGGEN VAN EEN ECOLOGISCHE, WATERDOORLAATBARE OPPERVLAKTEVERHARDING
TECHNISCH VELD
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische waterdoorlaatbare oppervlakteverharding voor lichte tot medium-zware belasting, zoals bijvoorbeeld voetpaden, fietspaden, pleinen, boomvakken, begraafplaatsen en parkeerplaatsen.
ACHTERGROND
De toenemende verstedelijking in de loop van de voorgaande eeuw heeft geleid tot een aanzienlijke verharding van het landoppervlak door aanleg van straten, voetpaden, opritten, pleinen, parkeerplaatsen, etc. Deze verharding van de landoppervlakte brengt echter het probleem met zich mee dat regenwater snel wordt afgevoerd richting riolen en kanalen en niet of onvoldoende in de bodem dringt. Dit leidt enerzijds tot overstromingsgevaar en anderzijds tot een relatieve verdroging van de bodem met gevolgen voor de plantengroei.
Daartoe werden reeds waterdoorlaatbare asfalt, beton of andere verhardingscomposieten ontwikkeld. Echter, dergelijke materialen ondervinden vaak problemen van beperkte bruikbaarheid omdat het gebruik van dergelijke materialen niet wenselijk of zelfs verboden is in natuurgebieden. Daarenboven heeft asfalt zeer te leiden onder verhitting waardoor vroegtijdig verval van de verharding optreedt. Daarenboven zijn deze alternatieven weinig esthetisch waardoor hun gebruik in bijvoorbeeld een natuuromgeving weinig wenselijk is.
Een belangrijke uitdaging is dus een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding te voorzien dewelke esthetisch aangenaam is, aanpasbaar in kleur aan specifieke wensen, en anderzijds duurzaam is. Dergelijke duurzaamheid kan worden verkregen door een voldoend sterke, maar elastische verharding. Daartoe is in de stand der techniek het gebruik van organische hydraulische bindmiddelen, zoals bijvoorbeeld psyllium, gekend. Dergelijke bindmiddelen worden gemengd met een samenstelling van fijne natuursteenkorrels en/of zand, en worden na het aanbrengen besproeid met water. Van zodra water in contact komt met het hydraulisch bindmiddel, ontstaat er een binding tussen de verschillende korrels van de samenstelling. Daarenboven vertonen dergelijke samenstellingen zelfhelende eigenschappen.
Het gebruik van dergelijke bindmiddelen is reeds bekend. Zo zijn producten bekend voor bodemverbetering omvattende een drager, een olie en een polymeer bindmiddel. Aan dergelijke samenstellingen kunnen verder nog andere bestanddelen worden toegevoegd naargelang de specifieke noden van de bodem.
Andere bronnen beschrijven dan weer oppervlakteverhardingen en werkwijzen voor het aanmaken van dergelijke verhardingen voor bijvoorbeeld gebruik in een kunstmatig speeloppervlak. De specifieke oppervlakken omvatten een eerste laag met aarde en een hoeveelheid vezels en een tweede laag, boven genoemde eerste laag gelegen, met aarde en een organisch bindmiddel. Beide lagen zijn tot op zekere hoogte waterdoorlatend. Het organisch bindmiddel omvat verder bij voorkeur materiaal uit een of meerdere planten.
Een belangrijk probleem bij het aanleggen van een oppervlakteverharding volgens de stand der techniek is dat het mengsel van steenkorrels, zand en bindmiddel, hetwelke wordt aangebracht als verharding, tijdens het transport naar de locatie van de werkzaamheden reeds een gedeeltelijke ontmenging vertoont. Dergelijke ontmenging uit zich in een verminderde kwaliteit van de verharding en leidt sneller tot breuken in het oppervlak van de verharding. Dergelijke breuklijnen zijn dan weer uiterst geschikt voor het ontkiemen van kleine plantjes of onkruid.
Nog een probleem bij gekende werkwijzen volgens de stand der techniek is dat het steenmateriaal en/of zand vooraf naar een verwerkingseenheid dient te worden getransporteerd voor het mengen met een bindmiddel, vooraleer het mengsel naar de locatie van oppervlakteverharding kan worden gebracht en ingezet voor het aanleggen van de verharding.
De onderhavige uitvinding tracht te voorzien in een oplossing voor een of meerdere van voornoemde problemen of tekortkomingen.
SAMENVATTING
Tot dit doel verschaft de uitvinding een werkwijze voor het aanleggen van een ecologische waterdoorlaatbare oppervlakteverharding volgens conclusie 1.
In een eerste aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het aanleggen van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding, omvattende in specifieke volgorde de stappen van: - optioneel, het uitgraven van een volume grond met vooropgestelde lengte, breedte en diepte; - het aanbrengen van een grondlaag; - het aanbrengen van een middenlaag omvattende lava; - het aanbrengen van een waterdoorlaatbare toplaag; waarbij genoemde waterdoorlaatbare toplaag wordt verkregen door het in situ mengen van natuursteen en minstens hydraulisch bindmiddel.
Dit biedt als voordeel dat een homogeen mengsel met een homogene verdeling van natuursteengranulaat en hydraulisch bindmiddel kan worden opgebracht als toplaag. Doordat er geen beduidend transport naar de site vereist is, treedt er ook geen ongewenste ontmenging op in het mengsel van natuursteenkorrels met nauwkeurig samengestelde granulométrie ten gevolge van granulaire convectie.
In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling van materialen voor het aanleggen van minstens een deel van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding, omvattende natuursteen en minstens een hydraulisch bindmiddel, waarbij genoemde gebroken natuursteen een korrelgrootte heeft gelegen tussen 0 en 12.
In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding omvattende een grondlaag, een middenlaag en een waterdoorlaatbare toplaag, waarbij genoemde waterdoorlaatbare toplaag wordt verkregen door in situ mengen van natuursteen en minstens een hydraulisch bindmiddel.
In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het aanleggen van voetpaden, fietspaden, pleinen, atletiekpistes, parkwegen, boomvakken, begraafplaatsen en/of parkeerplaatsen.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
De expliciete karakteristieken, voordelen en objectieven van de onderhavige uitvinding zullen verder duidelijk worden voor de vakman in het technisch veld van de uitvinding na lezen van de hier volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm van de uitvinding en van de figuren hierin bijgesloten. De figuren dienen daartoe de uitvinding verder toe te lichten, zonder daarbij de omvang van de uitvinding te beperken.
Figuur 1 tot 2 stellen een vereenvoudigde weergave voor van een werkwijze voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding en een structuur van dergelijke ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding.
Figuur 1 is een procesmatige weergave van een werkwijze volgens conclusie 1.
Figuur 2 is een schematische weergave van een oppervlakteverharding volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede in Figuur 2A en in lengtedoorsnede in Figuur 2B.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.
Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het aanleggen van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding, omvattende in specifieke volgorde de stappen van: - optioneel, het uitgraven van een volume grond met vooropgestelde lengte, breedte en diepte; - het aanbrengen van een grondlaag; - het aanbrengen van een middenlaag; - het aanbrengen van een waterdoorlaatbare toplaag; waarbij genoemde waterdoorlaatbare toplaag wordt verkregen door het in situ mengen van natuursteen en minstens één hydraulisch bindmiddel.
Dit biedt als voordeel dat een homogeen mengsel met een homogene verdeling van natuursteen en hydraulisch bindmiddel kan worden opgebracht als toplaag. Deze toplaag wordt vervolgens aangedrukt en uitgehard tot een oppervlakteverharding. Doordat er geen significant, bijkomend transport naar de site van de aan te leggen oppervlakteverharding is vereist, treedt er ook geen ongewenste ontmenging op in het mengsel van natuursteenkorrels met nauwkeurig samengestelde granulométrie ten gevolge van granulaire convectie. Tevens wordt het transport van steenmengsel met bindmiddel naar de site vermeden, wat op zich een bijkomend energievoordeel is.
Figuur 1 toont een schematisch werkwijze voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding volgens het eerste aspect van de uitvinding. In stap A wordt een deel van de grond uitgegraven, zodat de benodigde ruimte kan worden voorzien voor het aanleggen van een fundering en midden- en toplaag. Naargelang de vereisten kan de diepte en breedte van het uitgegraven volume worden aangepast. De uitgegraven grond kan worden afgevoerd of ter plaatse worden verwerkt. Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden van de ondergrond of bodem, is het mogelijk dat het aanleggen van een bijkomende grondlaag kan op de aanwezige bodem zonder dat daarbij een bijkomend volume grond dient te worden uitgegraven. In stap B wordt een grondlaag of fundering aangelegd, dewelke zorgt voor de nodige stabiliteit en sterkte voor het aanleggen van de verharding. In stap C wordt een middenlaag aangebracht voor het voorzien van een effen oppervlak waarop de waterdoorlaatbare toplaag kan worden aangebracht. Op het effen oppervlak wordt vervolgens in stap D de waterdoorlaatbare toplaag aangebracht. Daartoe wordt eerst ter plaatse een gehomogeniseerd mengsel van natuursteen en hydraulisch bindmiddel aangemaakt (stap Dl), hetwelke vervolgens wordt uitgevoerd op de middenlaag (stap D2). In stap E wordt de aangebrachte toplaag besproeid met de benodigde hoeveelheid water, zodat het bindmiddel wordt geactiveerd. Tot slot wordt het geheel gedroogd in stap F, waarbij het geheel van natuursteen en bindmiddel uithardt ter verkrijgen van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding.
De term 'grondlaag' dient te worden begrepen als synoniem voor de term 'fundering', 'fundament', 'onderlaag' en duidt op een laag voorzien voor het brengen van stabiliteit van de aan te leggen oppervlakteverharding. Genoemde grondlaag wordt bij voorkeur opgebouwd uit gebroken, granulaire natuursteen of gerecycleerd beton, waarbij het granulaat wordt voorzien met een korrelgrootte van 20/40, meer bij voorkeur van 16/32, meest bij voorkeur van 6/32 tot 16/32. Daarbij verwijst de aanduiding x/y naar een granulaat hetwelke een korrelgrootteverdeling bezit met als minimale diameter x en als maximale diameter y, zoals bepaald door middel van zeefdoorgang. Genoemde grondlaag heeft verder bij voorkeur een dikte gelegen tussen 10 cm en 50 cm, meer bij voorkeur tussen 15 cm en 35 cm en meest bij voorkeur gelegen tussen 20 cm en 25 cm. Nog bij voorkeur wordt genoemde grondlaag voorzien van een afwateringssysteem, waarbij een drainagebuis wordt voorzien op de bodem van de grondlaag. De drainagebuis heeft bij voorkeur een diameter gelegen tussen 50 mm en 150 mm, meer bij voorkeur tussen 60 mm en 90 mm, en wordt opgevuld met een waterdoorlaatbare vast stof, bij voorkeur drainagezand. Nog bij voorkeur wordt voor elke lopende 100 m minstens een grindkoffer voorzien met een volume van minstens 0.5 m3, bij voorkeur van 0.5 m3 tot 2.5 m3, en meer bij voorkeur van 0.5 m3 tot 1.5 m3.
De term 'middenlaag' dient te worden begrepen als synoniem voor de term 'afstrooilaag' en duidt op een laag dewelke wordt voorzien tussen genoemde grondlaag en genoemde toplaag, en draagt bij tot een uniforme kwaliteit van de oppervlakteverharding. Genoemde middenlaag wordt bij voorkeur voorzien met een dikte gelegen tussen 1 cm en 10 cm, bij voorkeur tussen 1 cm en 5 cm, meer bij voorkeur tussen 1 cm en 4 cm. Meest bij voorkeur wordt genoemde middenlaag voorzien met een dikte van 1.0 cm, 1.2 cm, 1.4 cm, 1.6 cm, 1.8 cm, 2.0 cm, 2.2 cm, 2.4 cm, 2.6 cm, 2.8 cm, 3.0 cm, of elke dikte daar tussenin gelegen. Bij voorkeur omvat genoemde middenlaag een watervoerend gesteente, zoals bijvoorbeeld lava. Het gebruik van lava biedt als voordeel dat wordt voorzien in een watervoerende laag met capilaire eigenschappen.
De term 'toplaag' dient te worden begrepen als synoniem voor de term 'bovenlaag', 'opperlaag' en duidt op een laag omvattende natuursteen en bindmiddel met een dikte gelegen tussen 2 cm en 10 cm, bij voorkeur gelegen tussen 4.0 cm en 8.0 cm. De toplaag wordt aangebracht door het verdelen van een mengsel omvattende natuursteen en hydraulisch bindmiddel, het verdichten van genoemd mengsel, bij voorkeur met behulp van een asfalteer- of aandrukmachine, en finaal het aanbrengen van water voor het activeren van genoemd hydraulisch bindmiddel gevolgd door het uitharden van het mengsel, daardoor verkrijgende een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding.
De term 'natuursteen' dient te worden begrepen als een fijn, korrelachtig materiaal afkomstig van natuurlijke oorsprong, zoals bijvoorbeeld zand en gebroken of gemalen gesteente. Bij voorkeur wordt genoemde natuursteen voorzien met een LA hardheid kleiner dan 40, meer bij voorkeur met een LA hardheid kleiner dan 30, gemeten volgens BS EN 1097-2. Nog bij voorkeur wordt genoemde natuursteen voorzien met een angulair ronde geometrie. Bij voorkeur is genoemde natuursteen geselecteerd uit de groep omvattende harde kalksteen, graniet, zandsteen en natuurlijke grindsoorten. Nog bij voorkeur wordt genoemde natuursteen voorzien met een korrelverdeling van minimaal 0/4 tot maximaal 0/12.
De term 'hydraulisch bindmiddel' dient te worden begrepen als een bindmiddel hetwelke geactiveerd wordt door contact met water, bij voorkeur zuiver leidingwater, en hetwelke tijdens drogen zorgt voor uitharding van het geheel van natuursteen en bindmiddel.
De term 'in situ mengen' dient in de context van de onderhavige uitvinding te worden begrepen als synoniem voor de term 'op locatie mengen' en duidt op het mengen van natuursteen en hydraulisch bindmiddel op de locatie waar de oppervlakteverharding wordt aangelegd. Dit biedt als voordeel dat geen bijkomend transport over een lange afstand vereist is voor het mengsel van natuursteen en bindmiddel. Dergelijk transport leidt namelijk tot vibraties in het geheel van het mengsel, en zorgt voor ontmenging van natuursteen en bindmiddel. Dergelijke ontmenging leidt vervolgens tot een minder homogene uitharding van de oppervlakteverharding en leidt onvermijdelijk tot zones in de toplaag met verminderde bindkracht. Dergelijke zones zijn sterk onderhevig aan oppervlakte-erosie en verminderde zelfhelende eigenschappen. Bij voorkeur wordt het transport van het gehomogeniseerde mengsel natuursteen en bindmiddel, gemeten van locatie van mengen of homogeniseren tot locatie van de aan te leggen oppervlakteverharding, beperkt tot minder dan 5000 m, bij voorkeur minder dan 2500 m. Dergelijk homogeniseren of mengen van natuursteen en bindmiddel kan worden verkregen door middel van een mobiele mengeenheid. Door het beperken van het transport tussen de menginstallatie en de locatie van de aan te leggen oppervlakteverharding wordt het gehele proces tevens minder energie-intensief, aangezien bijkomende transporten worden vermeden.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij tijdens het mengen van natuursteen en minstens één hydraulisch bindmiddel water wordt toegevoegd. Dit biedt als voordeel dat het hydraulisch bindmiddel al minstens gedeeltelijk wordt geactiveerd, waardoor het mengsel beter kan worden aangebracht als een homogene massa met uniforme eigenschappen. Daardoor zal ook tijdens het uitharden een verharding met meer uniforme eigenschappen verkregen worden. Bij voorkeur wordt water aan het geheel van natuursteen en bindmiddel toegevoegd in een hoeveelheid van 1 tot 15 gewichts-%, meer bij voorkeur van 2 tot 10 gewichts-% en nog meer bij voorkeur van 4, 5 of 6 gewichts-%. Daardoor bekomt men een coherente massa dewelke eenvoudig op de middenlaag aan te brengen is en dewelke weinig of geen ontmenging van natuursteengranulaat vertoont.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd mengsel van natuursteen en hydraulisch bindmiddel na homogeniseren wordt getransporteerd naar de locatie van aan te leggen oppervlakteverharding over een afstand kleiner dan 1000 m, en meer bij voorkeur over een afstand kleiner dan 500 m.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel wordt gemengd in een hoeveelheid van 0.25 tot 2.50 gewichts-%, relatief ten opzichte van de hoeveelheid natuursteen. Bij voorkeur wordt genoemd bindmiddel gemengd in een hoeveelheid van 0.40 tot 1.25 gewichts-%, meer bij voorkeur van 0.50 tot 0.80 gewichts-%, en meest bij voorkeur van 0.55, 0.60, 0.65, 0.70, 0.75, 0.80 gewichts-% of elke hoeveelheid daar tussenin gelegen. Dit leidt tot een optimale sterkte en elasticiteit van de oppervlakteverharding, eigenschappen die bijdragen tot een verhoogde levensduurte van de verharding.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde natuursteen en genoemd hydraulisch bindmiddel worden gemengd met behulp van een weeg-doseereenheid.
Dergelijke weeg-doseereenheid wordt voorzien op een mobiele menginstallatie en omvat een procescomputer met weegcellen. Door middel van dergelijke weeg-doseereenheid kan de gewenste samenstelling meer nauwkeurig worden gedoseerd en wordt een verharding met meer uniforme eigenschappen verkregen, wat bijdraagt tot een verbeterde kwaliteit van de verharding. Bij voorkeur wordt het mengsel van granulaten gemengd met een nauwkeurigheid van 0.50 gewichts-% of kleiner en meer bij voorkeur van 0.10 gewichts-% of kleiner. Meest bij voorkeur wordt genoemd mengsel gemengd met een nauwkeurigheid van 0.05 gewichts-% of kleiner.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde natuursteen vooraf wordt gemalen tot een korrelgrootte gelegen tussen 0/4 en 0/12. Dit biedt als voordeel dat de korrelgroottes voldoende uniform zijn zodat ontmengingsverschijnselen zo veel als mogelijk onderdrukt worden.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde natuursteen wordt verkregen door het mengen van twee of meerdere soorten steengranulaat met verschillende korrelgrootte. Dit biedt als voordeel dat de karakteristieken van de oppervlakteverharding kunnen worden aangepast. Een van deze karakteristiek is het visuele uitzicht, hetwelke naargelang de toepassing aan vooropgestelde eisen dient te beantwoorden. Zo kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een porfier-gebaseerde grijze verharding voor een verharding voor parkeerplaatsen terwijl een kalksteen-gebaseerde, gele verharding wordt verkozen voor een speelterrein.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel herkomstig is uit plantaardige oorsprong. Dit biedt als voordeel dat de verkregen oppervlakteverharding een ecologisch karakter krijgt, en waardoor geen kunstmatige stoffen kunnen lekken in de bodem. Bij voorkeur is genoemde hydraulisch bindmiddel geselecteerd uit de plantago familie en/of uit de guar familie. Meer bij voorkeur omvat genoemd bindmiddel psyllium. Nog bij voorkeur wordt genoemd bindmiddel gemengd met een of meerdere additieven voor het verhinderen van lekken van het bindmiddel, voor het verhinderen van groei van planten in de oppervlakteverharding, voor het verbeteren van compatibiliteit van het bindmiddel met de additieven, voor het verbeteren van de bindende eigenschappen van het bindmiddel, voor het verhinderen van het biologisch aantasten van het bindmiddel door fungi en/of micro-organismen.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel vooraf wordt gemengd met een herbicide. Dit biedt als voordeel dat genoemd herbicide de groei van planten minstens gedeeltelijk onderdrukt. De groei van dergelijke planten kan de erosie van de verharding in de hand werken. Bij voorkeur wordt genoemd herbicide voorzien in een hoeveelheid van 0.20 tot 2.50 gewichts-% relatief ten opzichte van het totale gewicht van het mengsel natuursteen en bindmiddel, meer bij voorkeur van 0.50 tot 1.50 gewichts-%.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het verkregen mengsel natuursteen en hydraulisch bindmiddel wordt aangebracht als toplaag, besproeid met water en vervolgens wordt uitgehard. Het uitharden gebeurt spontaan tijdens het drogen van het mengsel en zorgt voor de sterkte van de verharding. Bij voorkeur wordt het mengsel uitgehard bij een temperatuur boven 3°C en bij voorkeur bij een temperatuur boven 10°C. Nog bij voorkeur wordt genoemd mengsel uitgehard gedurende een periode van minstens één dag en bij voorkeur minstens drie dagen in afwezigheid van vocht of water, bij voorbeeld in de vorm van regen.
In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling van materialen voor het aanleggen van minstens een deel van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding, omvattende natuursteen en minstens een hydraulisch bindmiddel, waarbij genoemde natuursteen een korrelgrootte heeft gelegen tussen 0 en 12. In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde natuursteen een korrelgrootte heeft gelegen tussen 0 en 4 omvat.
Figuur 2 toont een schematische weergave van een oppervlakteverharding volgens het tweede aspect van de uitvinding in dwarsdoorsnede in Figuur 2A en in lengtedoorsnede in Figuur 2B. De waterdoorlaatbare oppervlakteverharding 1 omvat een waterdoorlaatbare toplaag 11, een middenlaag 12, en een grondlaag 13; en het geheel 1 is verwerkt in de bodem 2. De grondlaag is verder voorzien van een drainagebuis 14 dewelke gepositioneerd is onderaan in de grondlaag 13 en gevuld is met zand en/of klei 15.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde natuursteen minstens een steentype omvat met een porositeit groter dan 1%, bij voorkeur groter dan 2 % en nog meer bij voorkeur groter dan 5%. Meest bij voorkeur heeft genoemde natuursteen een porositeit groter dan 10%. Dit biedt als voordeel dat water en bindmiddel minstens gedeeltelijk kunnen binnendringen in genoemde poriën om aldus een sterk verbeterde, fysische hechting van het granulaat te bewerkstelligen.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel herkomstig is uit plantaardige oorsprong. Dit biedt als voordeel dat de verkregen oppervlakteverharding een ecologisch karakter krijgt, en waardoor geen kunstmatige stoffen kunnen lekken in de bodem. Bij voorkeur heeft genoemd hydraulisch bindmiddel hydrocolloïde eigenschappen, waardoor het bindmiddel door contact met water opnieuw geactiveerd kan worden, en aldus de verharding zelfhelende eigenschappen verkrijgt. Nog bij voorkeur is genoemd bindmiddel geselecteerd uit de plantago familie en/of uit de guar familie. Meer bij voorkeur omvat genoemd bindmiddel psyllium.
In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding omvattende een grondlaag, een middenlaag en een waterdoorlaatbare toplaag, waarbij genoemde waterdoorlaatbare toplaag wordt verkregen door in situ mengen van natuursteen en minstens een hydraulisch bindmiddel. Na het in situ mengen, wordt het mengsel van natuursteen en hydraulisch bindmiddel aangebracht als toplaag, aangedrukt en besproeid met water voor het activeren van genoemd bindmiddel. Tijdens het drogen wordt het mengsel uitgehard.
Verder voorziet de uitvinding in een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding volgens het derde aspect van de uitvinding, verder omvattende een afwateringssysteem zoals bijvoorbeeld een drainagebuis gevuld met zand en/of klei. Dit biedt als voordeel dat de grondlaag eenvoudig het overtollige water kan afvoeren.
In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het aanleggen van voetpaden, fietspaden, pleinen, atletiekpistes, parkwegen, boomvakken, begraafplaatsen en/of parkeerplaatsen.
Voorbeelden
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van volgende geprefereerde uitvoeringsvormen, zonder hiertoe overigens te worden beperkt.
VOORBEELD 1 WANDEL- OF FIETSPAD IN ZANDGROND
Een wandel- of fietspad kan worden aangebracht door vooreerst een volume van gewenste breedte, nl. 1.80 m, uit te graven tot een diepte van 20 à 25 cm. Tevens wordt per 100 lengtemeter van het pad 1 m3 uitgegraven voor het plaatsen van een grindkoffer met een volume van 1 m3.
Vervolgens wordt een grondlaag met een dikte van 20 à 25 cm aangebracht met gebroken natuursteen 16/32. De grindkoffer wordt eveneens opgevuld met gebroken natuursteen 16/32. De grondlaag wordt tot slot verdicht met behulp van een aandrukmachine.
Op de grondlaag wordt een afstrooilaag aangebracht door middel van het uitstrooien van een laag lava 0/16 met een dikte van 3 cm.
In de laatste stap wordt de natuurlijke waterdoorlatende toplaag aangebracht. De toplaag bestaat voornamelijk uit een steenmengsel omvattende gemalen natuursteen en Stabilizer® als bindmiddel. De gebruikte natuursteen heeft een LA hardheid kleiner dan 28 (BS EN 1097-2; ASTM C131-69; ASTM C535-69) en heeft een afgerond angulaire vorm met een gemiddelde korrelgrootte van 0/4 tot 0/6. De aangewende gemalen natuursteen is gele kalksteen 0/10 omvattende een mengsel van kalksteen 0/4 en kalksteen 4/10 steenslag in een 70:30 verhouding.
Dit mengsel van natuursteen en bindmiddel wordt ter plaatse gemengd in de juiste verhouding door middel van gewogen mengen, en wordt vervolgens aangebracht als toplaag in een dikte van 6.5 cm. Tot slot wordt het steenmengsel statisch aangedrukt tot een dikte van 5.0 cm.
Om het hydraulisch bindmiddel te activeren wordt het pad besproeit met water bij een omgevingstemperatuur hoger dan 3°C en wordt het pad gedurende drie dagen gevrijwaard van water. VOORBEELD 2-4
Een wandel- of fietspad analoog als Voorbeeld 1 kan worden verkregen met verschillende materialen. Enkele mogelijkheden worden weergegeven als Voorbeeld 2 - 4 in Tabel 1.
Tabel 1. Beschrijving van gemalen natuursteenmengsels.
VOORBEELD 5 AUTOSTAANPLAATSEN IN ZANDGROND
Het aanleggen van autostaanplaatsen of verharde natuurwegen voor lichte belasting door personenwagen- of vrachtverkeer in een zandgrond kan op een analoge manier als voor het aanleggen van een wandel- of fietspad in zandgrond, doch mits enkele aanpassingen betreffende de sterkte van de structuur.
De gebruikte natuursteen heeft een LA hardheid kleiner dan 28 (BS EN 1097-2; ASTM C131-69; ASTM C535-69) en heeft een afgerond angulaire vorm met een gemiddelde korrelgrootte van 0/10 tot 0/11.
Daarnaast wordt het mengsel van natuursteen en bindmiddel aangebracht als toplaag in een dikte van ongeveer 10 cm en wordt vervolgens statisch aangedrukt tot een dikte van 7.5 cm.
De overige stappen zijn gelijkaardige aan het opbouwen van een wandel- of fietspad zoals in Voorbeeld 1.
VOORBEELD 6 WANDEL- OF FIETSPAD IN KLEIGROND
Voor het aanleggen van een oppervlakteverharding in een kleigrond kan in essentie op dezelfde manier te werk gegaan worden als voor het aanleggen van een natuurpad in een zandgrond zoals in Voorbeeld 1, met dat verschil dat bij het aanleggen van de grondlaag eveneens een afwateringssysteem wordt voorzien. Een drainagesleuf wordt voorzien met een breedte van 30 cm en een diepte van 20 cm voor het plaatsten van een drainagebuis. De drainagebuis heeft een diameter van 80 mm en wordt opgevuld met drainagezand.

Claims (16)

  1. CONCLUSIES
    1. Werkwijze voor het aanleggen van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding (1), omvattende in specifieke volgorde de stappen van: - optioneel, het uitgraven van een volume grond met vooropgestelde lengte, breedte en diepte; - het aanbrengen van een grondlaag (13); - het aanbrengen van een middenlaag (12); - het aanbrengen van een waterdoorlaatbare toplaag (11); met het kenmerk, dat genoemde waterdoorlaatbare toplaag (11) wordt verkregen door het in situ mengen van natuursteen en minstens één hydraulisch bindmiddel.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij tijdens het mengen van natuursteen en minstens één hydraulisch bindmiddel water wordt toegevoegd.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemd mengsel van natuursteen en hydraulisch bindmiddel na homogeniseren wordt getransporteerd naar de locatie van aan te leggen oppervlakteverharding (1) over een afstand kleiner dan 1000 m.
  4. 4. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel wordt gemengd in een hoeveelheid van 0.25 tot 2.50 gewichts-%, relatief ten opzichte van de hoeveelheid natuursteen.
  5. 5. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 4, waarbij genoemde natuursteen en genoemd hydraulisch bindmiddel worden gemengd met behulp van een weeg-doseereenheid.
  6. 6. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij genoemde natuursteen vooraf wordt gemalen tot een korrelgrootte gelegen tussen 0/4 en 0/12.
  7. 7. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij genoemde natuursteen wordt verkregen door het mengen van twee of meerdere soorten natuursteengranulaat met verschillende korrelgrootte.
  8. 8. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel psyllium omvat.
  9. 9. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 8, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel vooraf wordt gemengd met een herbicide.
  10. 10. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 1 tot 9, waarbij het verkregen mengsel natuursteen en hydraulisch bindmiddel wordt aangebracht als toplaag, besproeid met water en vervolgens wordt uitgehard.
  11. 11. Samenstelling van materialen voor het aanleggen van minstens een deel van een waterdoorlaatbare oppervlakteverharding, omvattende natuursteen en minstens één hydraulisch bindmiddel, met het kenmerk, dat genoemde natuursteen een korrelgrootte heeft gelegen tussen 0 en 12.
  12. 12. Samenstelling volgens conclusie 10, waarbij genoemde natuursteen minstens een steentype omvat met een porositeit groter dan 10%.
  13. 13. Samenstelling volgens conclusie 11 of 12, waarbij genoemde natuursteen een korrelgrootte heeft gelegen tussen 0 en 4 omvat.
  14. 14. Samenstelling volgens minstens een van de conclusies 11 tot 13, waarbij genoemd hydraulisch bindmiddel herkomstig is uit plantaardige oorsprong.
  15. 15. Waterdoorlaatbare oppervlakteverharding (1) omvattende een grondlaag (13), een middenlaag (12) en een waterdoorlaatbare toplaag (11), met het kenmerk, dat genoemde waterdoorlaatbare toplaag (11) wordt verkregen door in situ mengen van natuursteen en minstens één hydraulisch bindmiddel.
  16. 16. Gebruik van een werkwijze volgens minstens een der conclusies 1 tot 10 voor het aanleggen van voetpaden, fietspaden, pleinen, atletiekpistes, parkwegen, boomvakken, begraafplaatsen en/of parkeerplaatsen.
BE2014/0782A 2014-10-20 2014-10-20 Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding BE1021351B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0782A BE1021351B1 (nl) 2014-10-20 2014-10-20 Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0782A BE1021351B1 (nl) 2014-10-20 2014-10-20 Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021351B1 true BE1021351B1 (nl) 2015-11-05

Family

ID=52705892

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0782A BE1021351B1 (nl) 2014-10-20 2014-10-20 Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021351B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5788407A (en) * 1995-05-01 1998-08-04 Hwang; Ik Hyun Paving method of water-permeable concrete
DE20309611U1 (de) * 2002-06-21 2003-09-04 Mueller Roland Gemisch zur Herstellung einer wasserdurchlässigen Decke für Wege, Straßen o.dgl.
WO2005075741A1 (de) * 2004-02-07 2005-08-18 Terraelast Ag Wasserdurchlässiger bodenbelag und verfahren zur herstellung eines bodenbelags
EP2626338A1 (de) * 2012-02-09 2013-08-14 STONES Gesellschaft für Mineralische Baustoffe GmbH Binderzusammensetzung und Wegematerial umfassend eine Binderzusammensetzung

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5788407A (en) * 1995-05-01 1998-08-04 Hwang; Ik Hyun Paving method of water-permeable concrete
DE20309611U1 (de) * 2002-06-21 2003-09-04 Mueller Roland Gemisch zur Herstellung einer wasserdurchlässigen Decke für Wege, Straßen o.dgl.
WO2005075741A1 (de) * 2004-02-07 2005-08-18 Terraelast Ag Wasserdurchlässiger bodenbelag und verfahren zur herstellung eines bodenbelags
EP2626338A1 (de) * 2012-02-09 2013-08-14 STONES Gesellschaft für Mineralische Baustoffe GmbH Binderzusammensetzung und Wegematerial umfassend eine Binderzusammensetzung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AM et al. Development of high quality pervious concrete specifications for Maryland conditions.
Lu et al. The environmental impact evaluation on the application of permeable pavement based on life cycle analysis
MXPA06009497A (es) Pavimento permeable al agua y metodo para producir un pavimento.
Garber et al. Guide to cement-based integrated pavement solutions.
Zheng et al. Mix design method for permeable base of porous concrete
Cook et al. Low volume rural road surfacing and pavements: A guide to good practice
Littlewood Landscape Detailing Volume 2: Surfaces
KR100889252B1 (ko) 하중분산기능이 구비된 블록
Hashim et al. An experimental comparison between different types of surface patterns of permeable interlocking concrete pavement for roadway subsurface drainage
RU121515U1 (ru) Дорожная одежда
Hein et al. Bases and Subbases for Concrete Pavements:[techbrief]
BE1021351B1 (nl) Werkwijze en samenstelling voor het aanleggen van een ecologische, waterdoorlaatbare oppervlakteverharding
EP3480360B1 (en) Road surface comprising one or more porous strips
Gibbons Pavements and surface materials
Cápayová et al. Requirements for pavement base layers with unbound granular material
Kumar et al. Rural road preventive maintenance with microsurfacing
RU2407848C2 (ru) Устройство смешанных оснований и покрытий методом заклинки
Patil et al. Effects of Bad Drainage on Roads
Kandalekar et al. Feasibility of Pervious Concrete Pavement: A Case Study of Karanjade Node, Panvel
RU2666949C1 (ru) Способ устройства слоев дорожных одежд для транспортной инфраструктуры
US20230002979A1 (en) Paving device
Kumar Clay pavers-An external flooring material–A case study
Pinder Beazley's Design and Detail of the Space between Buildings
Fortlage et al. Landscape Construction: Volume 2: Roads, Paving and Drainage
Chow et al. Study of effective laying pattern of permeable interlocking concrete paver for storm-water management