BE1021297B1 - Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan - Google Patents

Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan Download PDF

Info

Publication number
BE1021297B1
BE1021297B1 BE2014/0298A BE201400298A BE1021297B1 BE 1021297 B1 BE1021297 B1 BE 1021297B1 BE 2014/0298 A BE2014/0298 A BE 2014/0298A BE 201400298 A BE201400298 A BE 201400298A BE 1021297 B1 BE1021297 B1 BE 1021297B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
leg
protrusion
corner
profile
channel
Prior art date
Application number
BE2014/0298A
Other languages
English (en)
Inventor
Michiel Lesage
Original Assignee
Aluvision
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aluvision filed Critical Aluvision
Priority to BE2014/0298A priority Critical patent/BE1021297B1/nl
Priority to PCT/IB2015/053115 priority patent/WO2016027175A2/en
Priority to US15/307,554 priority patent/US20170218995A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021297B1 publication Critical patent/BE1021297B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B12/00Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
    • F16B12/44Leg joints; Corner joints
    • F16B12/50Metal corner connections
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G1/00Mirrors; Picture frames or the like, e.g. provided with heating, lighting or ventilating means
    • A47G1/06Picture frames
    • A47G1/10Corner clips or corner-connecting appliances for frames
    • A47G1/101Corner clips or corner-connecting appliances for frames for insertion within frame members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/96Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
    • E06B3/964Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces
    • E06B3/968Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces characterised by the way the connecting pieces are fixed in or on the frame members
    • E06B3/9681Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces characterised by the way the connecting pieces are fixed in or on the frame members by press fit or adhesion
    • E06B3/9682Mitre joints
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B47/00Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements
    • A47B47/02Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements made of metal only
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H1/00Buildings or groups of buildings for dwelling or office purposes; General layout, e.g. modular co-ordination or staggered storeys
    • E04H1/12Small buildings or other erections for limited occupation, erected in the open air or arranged in buildings, e.g. kiosks, waiting shelters for bus stops or for filling stations, roofs for railway platforms, watchmen's huts or dressing cubicles
    • E04H1/1272Exhibition stands
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B12/00Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
    • F16B12/44Leg joints; Corner joints
    • F16B12/50Metal corner connections
    • F16B2012/505Metal corner connections having a corner insert which is inserted in mitered profiled members

Abstract

Een hoekstuk (1) voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen (21, 22), waarbij het hoekstuk (1) minstens een eerste en een tweede been (11, 12) omvat, onder een hoek ten opzichte van elkaar gemonteerd, waarbij het eerste been (11) voorzien is om in een bevestigingskanaal (41) van een eerste profiel (21) te worden geschoven langsheen de eerste richting (31) en het tweede been (12) voorzien is om in een bevestigingskanaal (42) van een tweede profiel (22) te worden geschoven langsheen de tweede richting (32), met het kenmerk dat minstens het eerste been (11) ten minste één protrusie (10) omvat die zich uitstrekt volgens hoogterichting van het bevestigingskanaal (41) zodat bij het schuiven van het eerste been (11) in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21), het profiel (21) het eerste been (11) vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21).

Description

Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een hoekelement zoals beschreven in de aanhef van de eerste conclusie. De uitvinding heeft tevens betrekking op: een kader omvattende het hoekelement, een standenbouwelement waarbij het standenbouwelement het kader is, een stand omvattende het standenbouwelement, een werkwijze voor het maken van het hoekelement en een toestel voor het uitvoeren van de werkwijze.
Voor het maken van standen, bijvoorbeeld promotiestanden, zoals gebruikt op beurzen, exposities, evenementen, etc. wordt vaak gebruik gemaakt van kaders, in dat geval ook standenbouwelementen genoemd, vaak omvattende hoekelementen die dan weer op hun beurt zijn samengesteld uit profielen en bijhorende verbindingselementen. Aan de kaders waaruit de stand is samengesteld worden bijvoorbeeld vervolgens panelen, doeken, verlichting en andere decoraties bevestigd.
Vaak wordt als verbindingselement voor het vormen van het hoekelement een hoekstuk gebruikt. Een dergelijk hoekstuk dient aldus voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen. Het hoekstuk omvat daartoe minstens een eerste en een tweede been. Het eerste en het tweede been zijn onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar gemonteerd. Het eerste been strekt zich uit volgens een eerste richting en het tweede been strekt zich uit langsheen een tweede richting. Het eerste been is voorzien om in een bevestigingskanaal van een eerste profiel te worden geschoven langsheen de eerste richting en het tweede been is voorzien om in een bevestigingskanaal van een tweede profiel te worden geschoven langsheen de tweede richting. Met behulp van een dergelijk hoekstuk kan met twee profielen een hoekelement worden gemaakt voor gebruik in een kader, door bijvoorbeeld twee hoekelementen aan elkaar te bevestigen met behulp van twee verdere hoekstukken, voor een standenbouwelement voor een stand.
Veelal wordt het hoekstuk, meer bepaald het eerste en het tweede been van het hoekstuk, meer bepaald in de verbindingskanalen waarin de benen van het hoekstuk werden geschoven, verlijmd in de profielen zodat wordt verhinderd dat het hoekstuk de profielen verlaat en aldus de verbinding tussen de profielen van het hoekelement wordt verbroken.
Het nadeel van een dergelijke werkwijze is echter dat het assembleren van een kader dient te gebeuren in verschillende fases waarin tijd wordt voorzien voor het drogen van de lijm. Bijvoorbeeld wordt in een eerste fase een eerste set van hoekstukken verlijmd in bijhorende profielen. Bijvoorbeeld worden in een eerste fase de eerste benen van koppels eerste hoekstukken verlijmd in de respectieve uiteinden van eerste rechtlijnige profielen om zo een set voorbereide profielen te maken waarin in elk van hun uiteinden een hoekstuk is verlijmd. Vervolgens moet de lijm drogen teneinde de profielen te verbinden met de hoekstukken. In een tweede fase moet dan het kader worden samengesteld met behulp van de gedroogde verlijmde voorbereide profielen en wordt een kader samengesteld met behulp van twee voorbereide profielen waarbij tweede profielen verlijmd worden tussen twee overstaande voorbereide profielen door de tweede benen van de koppels hoekstukken verlijmd in de voorbereide profielen te schuiven en lijmen in de bevestigingskanalen van de tweede profielen waarna het aldus verkregen kader weer moet drogen. In deze laatste stap wordt ook een spanlint gespannen rond het kader teneinde te verzekeren dat het kader de gewenste vorm tijdens het drogen behoudt.
Een dergelijke werkwijze heeft echter als nadeel dat er twee droogtijden in rekening moeten worden gebracht voor het vervaardigen van het kader, een eerste droogtijd voor het laten drogen van de hoekstukken in de eerste profielen en een twee droogtijd voor het laten drogen van de samengestelde kaders. Daarenboven vraagt het aanbrengen en verwijderen van de spanlinten bijkomende handelingen die op hun beurt weer meer tijd vragen.
Hoewel men zou kunnen overwegen om de eerste droogtijd te vermijden door deze over te slaan en rechtstreeks over te gaan tot het samenstellen van het kader met behulp van vier profielen en vier hoekstukken, heeft dit als gevolg dat het verkregen kader voor het drogen te onstabiel is en daardoor doorgaans niet de gewenste vorm heeft aangenomen na het drogen.
Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een hoekstuk dat het mogelijk maakt een kader stabiel vorm te geven op een kortere tijd.
Hiertoe heeft het hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding het kenmerk dat minstens het eerste been ten minste één protrusie omvat die voorzien is zich uit te strekken volgens hoogterichting van het bevestigingskanaal zodat bij het schuiven van het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste profiel, het profiel het eerste been vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het bevestigingskanaal van het eerste profiel.
Een dergelijk hoekstuk heeft het voordeel dat bij het monteren van het eerste been van het hoekstuk in het bevestigingskanaal van het eerste profiel, het profiel wordt vastgeklemd in een vooraf bepaalde positie. Door het vastklemmen van het profiel in de vooraf bepaalde positie wordt het mogelijk de eerste droogtijd te vermijden en rechtstreeks over te gaan tot, bijvoorbeeld, het bevestigen van het tweede been van het hoekstuk in het tweede profiel, bijvoorbeeld door verlijmen. Daarbij werd ondervonden dat een dergelijk protrusie het alsnog mogelijk maakt om voldoende stabiliteit aan de verbinding tussen het profiel en het hoekstuk te geven, in het bijzonder wanneer het eerste been ook verlijmd wordt in het bevestigingskanaal van het eerste profiel. Het hoekstuk met de protrusie maakt het met andere woorden mogelijk een hoekelement, en dus ook een kader, te maken op een kortere tijd.
Tevens werd ondervonden dat een dergelijke protrusie het mogelijk maakt om in een enkele beweging het eerste been van het hoekstuk te bevestigen in het bevestigingskanaal van het eerste profiel, nl. door het eerste been te schuiven tot op de vooraf bepaalde positie in het bevestigingskanaal.
Daarenboven kan het hoekstuk vaak inwendig in het profiel worden voorzien, bijvoorbeeld door het bevestigingskanaal te voorzien in het inwendige van het profiel, waardoor het uitwendig uitzicht van het hoekelement, en dus ook van het kader dat dit hekprofiel omvat, niet wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het hoekstuk wat vaak bij standen, waar het uitzicht van groot belang is. Dit wil zeggen dat het hoekstuk bijvoorbeeld toelaat om twee of meerdere profielen aan elkaar te bevestigen waarbij het gebruik van bijkomende, vaak uitwendig zichtbare, bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld lasnaden of bouten, kan worden vermeden of zelfs kan worden weggelaten.
Daarenboven werd ondervonden dat door gebruik te maken van de protrusie het verlijmen van de benen van het hoekstuk in de respectievelijke profielen zelfs in het geheel kan worden vermeden en reeds een voldoende bevestiging van de benen in de respectievelijke profielen kan worden bekomen waardoor droogtijden in geheel niet langer van toepassing zijn.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding loopt de protrusie schuin af in de eerste richting. Een protrusie met een dergelijke vorm heeft het voordeel dat bij het schuiven van het eerste been in het bevestigingskanaal van het eerste been gradueel een verbeterd vastklemmen van het eerste been in het bevestigingskanaal wordt gerealiseerd. Er werd ondervonden dat een dergelijk vastklemmen makkelijker kan worden gerealiseerd.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding heeft de protrusie een driehoekige doorsnede. Er werd ondervonden dat een dergelijke doorsnede voor een protrusie makkelijk kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door omplooien van een stuk van het materiaal van het eerste been. Daarenboven werd ondervonden dat een protrusie met een dergelijke doorsnede tevens goede vastklemeigenschappen vertoont. Zonder gebonden te willen zijn aan enige theorie, vertoont een dergelijke driehoekige doorsnede een asymmetrie die enerzijds een makkelijk inbrengen van het been voorzien van de protrusie in het overeenkomstig bevestigingskanaal doch een verwijderen van het been uit het bevestigingskanaal moeilijker maakt.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het eerste been in hoofdzaak vlak en in breedterichting begrensd door ten minste twee tegenoverliggende randen die de lengterichting van het eerste been bepalen en zich uitstrekken langsheen de eerste richting en waarbij de protrusie zich uitstrekt in hoogterichting van het eerste been. Er werd ondervonden dat een eerste been met een dergelijke vorm makkelijk te maken is, bijvoorbeeld door het eerste been een plaatvorm te geven door het eerste been uit een plaat materiaal te snijden, stampen, ponsen, etc.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het eerste been van het hoekstuk, bij voorkeur het hele hoekstuk, gemaakt uit een metaal, bij verdere voorkeur staal. Door gebruik te maken van staal werd ondervonden dat het materiaal van het hoekstuk, in het bijzonder ook het materiaal van de protrusie, verende eigenschappen krijgt waardoor een verdere verbetering van de bevestiging van de benen in profielen wordt bekomen.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding strekt de protrusie zich uit vanuit één van de randen van het eerste been. Aangezien het materiaal van het eerste been relatief makkelijk weg kan worden geplooid aan de rand van het materiaal, in het bijzonder indien het materiaal van het eerste been metaal, in het bijzonder staal, is, werd ondervonden dat een dergelijke protrusie relatief makkelijk kan worden gemaakt. Daarenboven werd ondervonden dat aangezien het bevestigingskanaal van het eerste profiel waarin het eerste been zal worden opgenomen vaak het eerste been niet volledig omsluit, doch vaak minstens de randen van het eerste been omsluit, een protrusie die zich uitstrekt vanuit één van de randen van het eerste been ook in een dergelijke configuratie een vastklemmen van het eerste been in het bevestigingskanaal mogelijk maakt.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het hoekstuk minstens één volgende protrusie. Het voorzien in volgende protrusies op het hoekstuk maakt een verder verbeterd vastklemmen van het hoekstuk in de profielen mogelijk waardoor een verder verbeterde verankering van het hoekstuk in het profielstuk mogelijk wordt.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het eerste been ten minste één volgende protrusie. Het voorzien in volgende protrusies op het eerste been maakt een verder verbeterd vastklemmen van het eerste been in het eerste profiel mogelijk waardoor een verder verbeterde verankering van het eerste been in het eerste profiel mogelijk wordt.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvindingstrekt de protrusie zich uit vanuit een eerste rand van het eerste been en strekt de volgende protrusie zich uit vanuit een tweede rand van het eerste been, waarbij de tweede rand van het eerste been ligt tegenover de eerste rand van het eerste been. In een dergelijke configuratie werd namelijk ondervonden dat tevens een verankering in breedterichting van het bevestigingskanaal wordt bekomen, waardoor o.a. een verder verbeterde verankering van het eerste been in het eerste profiel mogelijk wordt. Daarenboven wordt de bevestiging van het eerste been in het eerste profiel in een dergelijke configuratie ook verzekerd aan overstaande randen van het eerste been, wat tevens de stabiliteit van de verbinding van het eerste been in het eerste profiel verbetert.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het tweede been ten minste één volgende protrusie. Het voorzien in volgende protrusies op het tweede been maakt ook een vastklemmen van het tweede been in het tweede profiel, gelijkaardig aan het vastklemmen van het eerste been in het eerste profiel, mogelijk.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het tweede been in hoofdzaak vlak en in breedterichting begrensd door ten minste twee tegenoverliggende randen die de lengterichting van het tweede been bepalen en zich uitstrekken langsheen de tweede richting. Er werd ondervonden dat een tweede been met een dergelijke vorm makkelijk te maken is, bijvoorbeeld door het tweede been een plaatvorm te geven door het tweede been uit een plaat materiaal te snijden.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding heeft het hoekstuk plaatvormig, bijvoorbeeld door het uit een plaat te snijden.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het tweede been van het hoekstuk, bij voorkeur het hele hoekstuk, gemaakt uit een metaal, bij verdere voorkeur staal.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding strekt de ten minste één volgende protrusie zich uit in hoogterichting van het tweede been.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding strekt de ten minste één volgende protrusie zich uit vanuit één van de randen van het tweede been. Aangezien het materiaal van de benen, hier het tweede been, relatief makkelijk weg kan worden geplooid aan de rand van het materiaal, in het bijzonder indien het materiaal van het tweede been metaal, in het bijzonder staal, is, werd ondervonden dat een dergelijke protrusie relatief makkelijk kan worden gemaakt. Daarenboven werd ondervonden dat aangezien het bevestigingskanaal van het tweede profiel waarin het tweede been zal worden opgenomen vaak het tweede been niet volledig omsluit, doch vaak minstens de randen van het tweede been omsluit, een protrusie die zich uitstrekt vanuit één van de randen van het tweede been ook in een dergelijke configuratie een vastklemmen van het tweede been in het bevestigingskanaal mogelijk maakt.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het tweede been ten minste twee volgende protrusies. Het voorzien in ten minste twee volgende protrusies op het tweede been maakt ook een verder verbeterd vastklemmen van het tweede been in het tweede profiel mogelijk.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, strekt een eerste volgende protrusie zich uit vanuit een eerste rand van het tweede been en een tweede volgende protrusie zich uit vanuit een tweede rand van het tweede been, waarbij de tweede rand van het tweede been ligt tegenover de eerste rand van het tweede been. In een dergelijke configuratie werd namelijk ondervonden dat tevens een verankering in breedterichting van het bevestigingskanaal wordt bekomen, waardoor o.a. een verder verbeterde verankering van het tweede been in het tweede profiel mogelijk wordt. Daarenboven wordt de bevestiging van het tweede been in het tweede profiel in een dergelijke configuratie ook verzekerd aan overstaande randen van het tweede been, wat tevens de stabiliteit van de verbinding van het tweede been in het tweede profiel verbetert.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding loopt het eerste been en/of het tweede been taps toe volgens de respectieve eerste en/of tweede richting, waarbij de van de protrusie weggerichte zijde korter is dan de daar tegenoverliggende zijde. Bijvoorbeeld kan de van de protrusie weggerichte zijde afgeschuind zijn ten opzichte van de daar tegenoverliggende zijde. Een dergelijke taps toelopend uiteinde heeft bijvoorbeeld als voordeel dat lijm aangebracht aan de van de protrusie weggerichte zijde niet wordt weggeduwd doch beter wordt verspreid over het van de protrusie weggerichte oppervlak waardoor een verder verbeterde hechting door de lijm kan worden bekomen en/of minder lijm hoeft gebruikt te worden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een set, omvattende een hoekstuk volgens de uitvinding en ten minste twee profielen, waarbij een eerste profiel van de set een eerste bevestigingskanaal omvat en een tweede profiel van de set een tweede bevestigingskanaal omvat, waarbij het eerste en het tweede bevestigingskanaal zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste en de tweede richting, waarbij het eerste bevestigingskanaal voorzien is om het eerste been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk te omsluiten zodat het eerste been in het eerste bevestigingskanaal wordt geklemd in de vooraf bepaalde positie door middel van de protrusie en waarbij het tweede bevestigingskanaal voorzien is om het tweede been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk te omsluiten.
Bij voorkeur vervormt het materiaal van de profielen zich niet bij het klemmen van de benen van het hoekstuk in de respectievelijke profielen teneinde het uiterlijk van de profielen niet te beïnvloeden doch wordt het hoekstuk vervormd, bijvoorbeeld door inveren van de protrusie, bij voorkeur indien het hoekstuk van staal is gemaakt.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een hoekelement, omvattende ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens de uitvinding onder een hoek verbonden profielen, of ten minste twee door middel van een hoekstuk onder een hoek verbonden profielen, waarvan tenminste één volgens de onderhavige uitvinding, het hoekstuk omvattende ten minste een eerste en een tweede been onder een hoek ten opzichte van elkaar gemonteerd en zich respectievelijk uitstrekkend volgens een eerste en een tweede richting, of ten minste twee door middel van het hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding onder een hoek verbonden profielen, waarvan tenminste één volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het eerste profiel een eerste bevestigingskanaal omvat en het tweede profiel een tweede bevestigingskanaal omvat, waarbij het eerste en het tweede bevestigingskanaal zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste en de tweede richting, waarbij het eerste bevestigingskanaal het eerste been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk omsluit en waarbij het tweede bevestigingskanaal het tweede been van het hoekstuk ten minste gedeeltelijk omsluit en waarbij het eerste been in het eerste bevestigingskanaal wordt geklemd in de vooraf bepaalde positie door middel van de protrusie.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt het tweede been in het tweede bevestigingskanaal geklemd in de vooraf bepaalde positie door middel van de tenminste één volgende protrusie. Het voorzien in volgende protrusies op het tweede been maakt ook een vastklemmen van het tweede been in het tweede profiel, gelijkaardig aan het vastklemmen van het eerste been in het eerste profiel, mogelijk.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het hoekelement een verstekverbinding van de twee profielen. Een dergelijke verstekverbinding heeft namelijk het voordeel als esthetischer te worden ervaren, wat in het bijzonder bij gebruik van het hoekelement, als belangrijk wordt ervaren.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is ten minste één van de profielen van het hoekelement voorzien van ten minste één opening die zich doorheen het profiel uitstrekt. Één of meerder van dergelijke openingen maakt het immers mogelijk om het gewicht van de profielen te verlagen zonder evenwel de stevigheid van het profiel ernstig aan te tasten. Daarenboven wordt het mogelijk om de openingen te gebruiken voor het aan elkaar bevestigen van verschillende profielen, bijvoorbeeld van verschillende kaders, op verschillende manieren. Ook wordt het bijvoorbeeld mogelijk om bijvoorbeeld panelen, doeken, verlichting en andere decoraties te bevestigen. Een voorbeeld van het gebruik van dergelijke openingen wordt bijvoorbeeld beschreven in DE202005002572 U1.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het eerste en/of het tweede profiel vervaardigd uit metaal, bijvoorkeur uit aluminium. Volgens alternatieve uitvoeringsvormen is het eerste en/of het tweede profiel vervaardigd uit kunststof.
Volgens de onderhavige uitvinding is het eerste been verlijmd in het eerste bevestigingskanaal en/of het tweede been verlijmd in het tweede bevestigingskanaai. Er werd ondervonden dat een verlijmde bevestiging van het eerste en/of tweede been in het eerste en/of tweede bevestigingskanaal, bij voorkeur het eerste en het tweede been in het respectieve eerste en tweede bevestigingskanaal, een goede bevestiging geeft van het hoekstuk aan de respectieve profielen en dus van de profielen aan elkaar.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een kader omvattende het hoekelement volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het kader ten minste vier, bij voorkeur vier, hoekelementen volgens de uitvinding onderling verbonden door middel van vier profielen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een standenbouwelement, waarbij het standenbouwelement het kader volgens de onderhavige uitvinding is.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een stand omvattende het standenbouwelement volgens de onderhavige uitvinding.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het maken van het hoekelement volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het eerste been langsheen de eerste richting wordt geschoven in het eerste bevestigingskanaal en het tweede been langsheen de tweede richting wordt geschoven in het tweede bevestigingskanaal en waarbij de protrusie het eerste been vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het eerste bevestigingskanaal van het eerste profiel.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt het eerste been verlijmd in het eerste bevestigingskanaal.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding klemt de volgende protrusie het tweede been vast in een vooraf bepaalde positie in het tweede bevestigingskanaal van het tweede profiel.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt het tweede been verlijmd in het tweede bevestigingskanaal.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt de lijm aangebracht op een van de protrusie en/of verdere protrusie weggekeerde zijde van het respectieve been waarop de betreffende protrusie zich bevindt. Er werd ondervonden dat bij een dergelijk aanbrengen van de lijm een verbeterde verlijming wordt gerealiseerd daar het hoekstuk en de protrusie ten opzichte van elkaar worden samengedrukt door de protrusie. Tevens werd ondervonden dat een kleinere hoeveelheid lijm volstaat om alsnog een voldoende sterkte verbinding tussen het hoekstuk en de respectieve profielen te verkrijgen. De lijm kan in een dergelijke uitvoeringsvorm bijvoorbeeld rechtstreeks worden aangebracht op het hoekstuk, dan wel aangebracht worden op de delen van het profiel die in aanraking komen of zullen komen met de van de protrusie en/of verdere protrusie weggekeerde zijde van het respectieve been waarop de betreffende protrusie zich bevindt, bijvoorbeeld delen van het betreffende bevestigingskanaal.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een toestel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij het toestel een samendrukmechanisme omvat voor het schuiven van het eerste been langsheen de eerste richting in het eerste bevestigingskanaal en het tweede been langsheen de tweede richting in het tweede bevestigingskanaal en waarbij de protrusie het eerste been vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het eerste bevestigingskanaal van het eerste profiel. Door te voorzien in een dergelijk toestel kan het maken van het hoekelement volgens de onderhavige uitvinding nog verder worden versneld en kan zelfs worden voorzien in een verdere versteviging van de verbinding tussen het hoekstuk en de profielen doordat, bijvoorbeeld door het toepassen van een vooraf bepaalde kracht bij het schuiven van de benen van het hoekstuk in de respectieve bevestigingskanalen, een meer stevig hoekelement worden bekomen.
Volgens uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding omvat het samendrukmechanisme een eerste begeleidingselement voor het begeleiden van het eerste been en/of profiel en een tweede begeleidingselement voor het begeleiden van het tweede been en/of profiel bij het schuiven van het eerste en tweede profiel ten opzichte van het hoekstuk. In een dergelijke configuratie wordt immers een verdere vergroting van de controle bij het maken van het hoekelement mogelijk waardoor de stevigheid van het hoekelement verder kan worden gecontroleerd.
Volgens uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding omvat het eerste en/of het tweede begeleidingselement ten minste één wiel voor het rollend begeleiding van het respectieve been en/of profiel. Aangezien een dergelijk wiel het respectieve been rollend begeleidt, worden krassen op het hoekelement en/of profiel vermeden waardoor een verlies van sterkte, en in het geval dat krassen worden vermeden op het profiel, beschadigingen aan het uitzicht worden vermeden.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het toestel een samendrukraam voor het maken en omsluiten van een kader volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het samendrukraam een respectief samendrukmechanisme omvat voor de respectieve hoekelementen van het kader. Er werd ondervonden dat een dergelijk mechanisme immers mogelijk maakt om sneller het kader volgens de onderhavige uitvinding te maken.
De uitvinding zal verder verduidelijkt worden aan de hand van de onderstaande beschrijving en de bijgevoegde figuren.
Figuur 1 toont een overzicht van enkele profielen.
Figuren 2a toont een overzicht van een hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2b toont een zijaanzicht van het hoekstuk volgens figuur 2a.
Figuur 2c toont een bovenaanzicht van het hoekstuk volgens figuur 2a.
Figuur 3 toont een overzicht van enkele profielen voorzien van enkele hoekstukken volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 4 toont een detail van figuur 3.
Figuur 5 toont een detail van figuur 4.
Figuur 6 toont een overzicht van enkele profielen verbonden door een hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 7 toont een schematisch overzicht van het toestel volgens de onderhavige uitvinding.
De in figuur 1 getoonde, bij voorkeur metalen, bij verdere voorkeur aluminium, profielen zijn reeds bekend voor de vakman, worden reeds veelvuldig gebruikt in het opbouwen van standen en worden momenteel op de markt gebracht door, bijvoorbeeld, het Belgische bedrijf ALUVISION.
Met behulp van dergelijke profielen worden kaders gemaakt en met deze kaders dan weer op hun beurt standen, waarbij de kaders dan standenbouwelementen vormen. Om o.a. de verschillende kaders met elkaar te verbinden zijn de profielen voorzien van openingen 7 die zich doorheen de profielen uitstrekken.
Figuur 3 toont de verschillende profielen van figuur 1 waarbij in enkele profielen 21, 24 enkele hoekstukken 1 volgens de onderhavige uitvinding werden gemonteerd.
Het hoekstuk 1 volgens de onderhavige uitvinding is voorzien voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen 21, 22, 23, 24 en wordt in meer detail getoond in figuren 2a, 2b en 2c. Het hoekstuk 1 omvat minstens een eerste 11 en een tweede 12 been. Het eerste en het tweede been 11, 12 zijn onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar gemonteerd. Het eerste been 11 strekt zich uit langsheen een eerste richting 31 en het tweede been 12 strekt zich uit langsheen een tweede richting 32. Het eerste been 11 is voorzien om in een bevestigingskanaal 41 van een eerste profiel 21 te worden geschoven langsheen de eerste richting 31 en het tweede been 12 is voorzien om in een bevestigingskanaal 42 van een tweede profiel 22 te worden geschoven langsheen de tweede richting 32.
Hoewel het in de figuren 2a, 2b en 2c getoonde hoekstuk 1 twee benen 11, 12 omvat, kan het hoekstuk 1 ook meer dan twee benen omvatten. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het hoekstuk bijvoorbeeld drie benen omvat teneinde bijvoorbeeld een hoek te vormen in drie dimensies, of vier benen omvat teneinde een kruisvormig element te vormen, etc.
Figuren 2a, 2b en 2c laten verder bijvoorbeeld zien dat in het hoekstuk 1 het eerste been 11 in hoofdzaak vlak is en in breedterichting 200 begrensd is door ten minste twee tegenoverliggende randen 201, 202 die de lengterichting 203 van het eerste been 11 bepalen en zich uitstrekken langsheen de eerste richting 31. Verder tonen figuren 2a, 2b en 2c dat ook het tweede been 12 in hoofdzaak vlak is en in breedterichting begrensd is door ten minste twee tegenoverliggende randen die de lengterichting van het tweede been 12 bepalen en zich uitstrekken langsheen de tweede richting 32.
Een dergelijke configuratie is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en het eerste en het tweede been kunnen ook als niet vlakke rechthoekige elementen zijn voorzien. De vorm en dimensies van het eerste en het tweede been 11,12 worden hoofdzakelijk bepaald door de vorm en de dimensies van de profielen 21, 22, 23, 24 en verder door de vorm en de dimensies van de bevestigingskanalen 41, 42.
Zoals verder getoond in figuren 2a, 2b en 2c, is het eerste en tweede been 11, 12 van het hoekstuk 1, en bij verdere voorkeur het hele hoekstuk, plaatvormig. Een dergelijke uitvoeringsvorm laat bijvoorbeeld toe het hoekstuk te snijden, ponsen, stansen, etc. uit een plaat waardoor het hoekstuk 1 relatief makkelijk te vervaardigen wordt.
Bij voorkeur is het eerste been 11 en/of het tweede been 12 van het hoekstuk 1, bij voorkeur het hele hoekstuk 1, gemaakt uit een metaal, bij voorkeur een veerkrachtig metaal, bij verdere voorkeur staal.
Algemeen is bij voorkeur het hoekstuk 1 symmetrisch vormgegeven, bijvoorbeeld met een symmetrieas waar het eerste 11 en het tweede been 12 mekaar ontmoeten en zijn bijvoorbeeld het eerste 11 en het tweede been 12 in hoofdzaak gelijk van vorm en dimensies, zoals getoond in figuur 2c. Een dergelijke uitvoeringsvorm is uiteraard niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en de benen 11, 12 kunnen ook ongelijk van vorm en/of dimensies zijn.
Zoals kan worden gezien in de figuren 2a, 2b en 2c, zijn de benen 11 en 12 voorzien ten opzichte van elkaar onder een hoek van in hoofdzaak 90°. Een dergelijke configuratie is echter ook niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding daar hoek kan worden bepaald door de vakman afhankelijk van de gewenste configuratie en kan bijvoorbeeld ook kleiner of groter zijn dan 90°, zoals bijvoorbeeld 45°, 135°, 180°, etc.
De vorm en dimensies van het hoekelement 1 kan verder ook worden bepaald door de vakman in functie van de configuratie van het uiteindelijke hoekelement 3, bijvoorbeeld medebepaald door de dimensies van het hoekelement, van de krachten die het hoekelement moet weerstand, etc.
Zoals eerder besproken, omvat minstens het eerste been 11 bij voorkeur ten minste één protrusie 10. Hoewel niet getoond in de figuren, kan de ten minste één protrusie 10 tevens voorzien zijn in een profiel in een bevestigingskanaal. Door de protrusie 10 te voorzien op het hoekstuk 1, kunnen de bestaande profielen zonder aanpassingen echter gebruikt worden in combinatie met het hoekstuk volgens de onderhavige uitvinding.
De protrusie 10 is voorzien zich uit te strekken volgens hoogterichting 100 van het bevestigingskanaal 41 zodat bij het schuiven van het eerste been 11 in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21, het profiel 10 het eerste been 11 vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21.
Figuur 2b laat bijvoorbeeld de hoogterichting 100 zien waarlangs de protrusie 10 zich uit moet strekken teneinde het klemmen van het eerste been 11 in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21 mogelijk te maken. De hoogterichting 100 volgens figuur 4 strekt zich bijvoorbeeld uit volgens een richting die in hoofdzaak loodrecht is ten opzichte van het hoekstuk 1, dat in hoofdzaak vlak is.
De protrusie 10 getoond in figuur 2a loopt schuin af in de eerste richting 31. Een dergelijke configuratie is echter geenszins noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en de protrusie 10 kan bijvoorbeeld ook in de vorm zijn van een plotse verhoging in het eerste been 11.
Zoals getoond in figuur 2a, heeft de protrusie 10 bij voorkeur een driehoekige doorsnede. Uiteraard is de doorsnede van de protrusie 10 niet beperkt tot een dergelijke vorm en lenen ook andere vormen zich tot de doorsnede van de protrusie 10. Zo kan de doorsnede van de protrusie 10 bijvoorbeeld ook een andere vorm hebben zoals bijvoorbeeld een rechthoekige vorm, een semi-circulaire vorm, etc.
De driehoekige vorm van de doorsnede van de protrusie 101 wordt bijvoorbeeld getoond in figuur 5 en omvat een schuin aflopende zijde 26 en een zijde 27 die vanuit het hoogste punt van de schuin aflopende zijde 26 zich opnieuw uitstrekt naar het overige deel van het eerste been 11. De zijde 27 is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en kan ook worden weegelaten, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 2a, zonder dat daarmee het driehoekig karakter van de doorsnede van de protrusie 10 verdwijnt. Een dergelijke vorm heeft daarenboven het voordeel dat, door het weglaten van de zijde 27, de schuin aflopende zijde 26 verder aan veerkracht kan winnen.
Zoals getoond in figuur 2a strekt de protrusie 10 zich bij voorkeur uit vanuit één van de randen 201 van het eerste been 11. Hoewel figuur 2a toont dat de protrusie 10 zich uitstrekt vanuit een buitenrand van het eerste been 11, is dit niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en kan de protrusie 10 zich ook uitstrekken vanuit een andere rand van het eerste been 11, bijvoorbeeld een binnenrand 202, zoals bijvoorbeeld de volgende protrusie 101 die verder bij voorkeur gelijkaardig is aan de protrusie 10.
Zoals net vermeld kan het hoekstuk 1 inderdaad ook volgende protrusie 101, 102, 103 omvatten, zoals getoond in figuur 2a. De volgende protrusies 101, 102, 103 kunnen zich op elke plaats bevinden die geschikt wordt geacht door de vakman en kunnen tevens ook elke dimensie en vorm hebben die geschikt wordt geacht door de vakman.
Zoals kan worden gezien in figuur 2a draagt het de voorkeur weg dat de volgende protrusies 101, 102, 103 in hoofdzaak gelijk zijn in vorm en dimensie aan de protrusie 10 zodanig dat een meer homogeen klemmen van de protrusie 10 in de overeenstemmende bevestigingskanalen kan worden bekomen.
De volgende protrusies 101, 102, 103 kunnen zich bevinden op hetzelfde been 11 en/of op het tweede been 12. Bij voorkeur omvat het hoekstuk 1 minstens één volgende protrusie 102, 103 op het tweede been 12. Bij verdere voorkeur omvat het hoekstuk 1 verdere protrusies 101, 102, 103 op het eerste been 11 en op het tweede been 12. Bij verdere voorkeur, zoals getoond in figuur 2a zijn ook de protrusies 10, 101 op het eerste been 11 en de protrusies 102, 103 op het tweede been 12 gespiegeld ten opzichte van de symmetrieas waar het eerste 11 en het tweede been 12 mekaar ontmoeten teneinde een meer homogene vastklemming mogelijk te maken.
Zoals getoond in figuur 2a kan de volgende protrusie 102, 103, aanwezig op het tweede been 12, zich bij voorbeeld, zoals getoond in figuur 2a, uitstrekken in hoogterichting van het tweede been 12. Zoals getoond in figuur 2a, gelijkaardig aan de protrusie 10 aanwezig op het eerste been 11, strekt de ten minste één volgende protrusie 102 zich bij voorkeur ook uit vanuit één van de randen 204, 205 van het tweede been 12. En verder, ook gelijkaardig aan de protrusies 10 en 101 aanwezig op het eerste been 11, toont figuur 2a ook dat het tweede been 12 bij voorkeur ten minste twee volgende protrusies 102, 103 omvat, en toont figuur 2a verder dat de eerste volgende protrusie 102 zich bij voorkeur uitstrekt vanuit een eerste rand 204 van het tweede been 12 en de tweede volgende protrusie 103 zich uitstrekt vanuit een tweede rand 205 van het tweede been 12, waarbij de tweede rand 205 van het tweede been 12 ligt tegenover de eerste rand 204 van het tweede been 12.
Zoals getoond in figuur 2a omvat het eerste been 11 van het hoekstuk 1 ten minste één volgende protrusie 101. De configuratie getoond in figuur 2a is zodanig dat de protrusie 10 zich uitstrekt vanuit een eerste rand 201 van het eerste been 11 en de volgende protrusie 101 zich uitstrekt vanuit een tweede rand 202 van het eerste been 11, waarbij de tweede rand 202 van het eerste been 11 ligt tegenover de eerste rand 201 van het eerste been 11.
De protrusie 10, 101, 102, 103 is, zoals hierboven reeds vermeld, bij voorkeur driehoekig van vorm waarbij de zijde 27 werd weggelaten en strekt de protrusie 10 zich bij verdere voorkeur uit vanuit een rand. In een dergelijke configuratie werd ondervonden dat een dergelijke protrusie 10 kan worden vervaardigd door een sneetje te voorzien dat zich uitstrekt vanuit de rand en vervolgens een deel van het been 11, 12 dat zich langsheen de rand bevindt omhoog te plooien. Ondervonden werd dat een dergelijke vervaardigingswerkwijze relatief eenvoudig kan worden uitgevoerd.
Verder toont figuur 2b dat de benen 11, 12 bij voorkeur ook taps toelopen volgens de respectieve eerste en tweede richting 31, 32. Hoewel figuur 2a toont dat beide benen 11, 12 taps toelopen volgens de respectieve eerste en tweede richting 31, 32 is dit niet noodzakelijke voor de onderhavige uitvinding en kunnen ook minder, of zelfs meer benen afhankelijk van de hoeveelheid benen die het hoekstuk 1 omvat, taps toelopen. Zo kan bijvoorbeeld slechts het eerste been 11 of het tweede been 12 taps toelopen, afhankelijk van de configuratie gewenst door de vakman. Verder, zoals getoond in figuur 2a, is bij voorkeur de van de protrusie 10, 101, 102, 103 weggerichte zijde korter dan de daar tegenoverliggende zijde.
Figuren 3 en 4 laten verder bijvoorbeeld een set zien van een profiel met enkele hoekstukken 1 volgens de uitvinding. Figuur 4 toont bijvoorbeeld twee profielen, waarvan een eerste wordt voorzien van hoekstukken volgens de uitvinding en een tweede reeds voorzien is van hoekstukken volgens de onderhavige uitvinding. De referentiecijfers werden voor de duidelijkheid enkel aangebracht op een eerste hoekstuk in figuren 4 en figuur 5.
Figuren 3 en 4 laten bijvoorbeeld de bevestigingskanalen 41 zien aanwezig in de profielen 21, 22, 23 en 24. De bevestigingskanalen zijn echter ook reeds bekend voor de vakman. Er wordt bijvoorbeeld ook getoond dat de profielen 21, 22, 23 en 24 twee bevestigingskanalen 41 omvatten langs overstaande zijden van de bevestigingskanalen.
Verder toont figuur 5 een detail van een hoekelement 3 volgens de onderhavige uitvinding. Het hoekstuk omvat ten minste twee door middel van het hoekstuk 1 onder een hoek verbonden profielen 21, 22. Het eerste profiel 21 omvat een eerste bevestigingskanaal 41 en het tweede profiel 22 omvat een tweede bevestigingskanaal 42. Het eerste en het tweede bevestigingskanaal 41, 42 strekken zich uit langsheen respectievelijk de eerste en de tweede richting 31, 32. Het eerste bevestigingskanaal 41 omsluit ten minste gedeeltelijk het eerste been 11 van het hoekstuk 1. Het tweede bevestigingskanaal 42 omsluit ten minste gedeeltelijk het tweede been 12 van het hoekstuk 1. Het eerste been 11 wordt in het eerste bevestigingskanaal 41 geklemd in de vooraf bepaalde positie door middel van de protrusie 10.
Figuur 5 toont ook verder dat, bij voorkeur, er in elk bevestigingskanaal een hoekstuk 1 wordt voorzien teneinde de latere bevestiging van de verschillende profielen aan elkaar te verstevigen.
Figuur 6 toont verder dat het tweede been 12 in het tweede bevestigingskanaal 42 wordt geklemd in de vooraf bepaalde positie door middel van de tenminste één volgende protrusie 102, 103.
Verder toont figuur 6 dat het hoekelement bij voorkeur een verstekverbinding is van de twee profielen 21, 22.
Het eerste been 11 is verlijmd in het eerste bevestigingskanaal 41 en/of het tweede been 12 verlijmd is in het tweede bevestigingskanaal 42. Het type lijm, indien gebruikt, kan worden bepaald door de vakman, waarbij de lijm uiteraard geschikt is om de materialen van de profielen en het materiaal van het hoekstuk 1 te verlijmen. Zo is de lijm bijvoorbeeld voorzien om staal aan aluminium te bevestigen.
Figuren 6 en 7 tonen het kader 4 volgens de onderhavige uitvinding. Het kader 4 omvat bijvoorbeeld vier hoekelementen 3 volgens de onderhavige uitvinding, uiteraard kan het kader 4 meer of minder hoekelementen bevatten, mede afhankelijk van de vorm van het hoekstuk 1.
Het kader 6 getoond in de figuren 6 en 7 vormt aldus een standenbouwelement 5 dat verder kan worden gebruikt bij het opbouwen van standen op de voor de vakman gekende wijze om aldus de gewenste standen te krijgen.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het maken van het hoekelement 3 volgens de onderhavige uitvinding. Bij voorkeur wordt in de werkwijze volgens de uitvinding het eerste been 11 van het hoekstuk 1 langsheen de eerste richting 31 geschoven in het eerste bevestigingskanaal 41, zoals getoond in figuur 4. Het tweede been 12 wordt op gelijkaardige wijze langsheen de tweede richting 32 geschoven in het tweede bevestigingskanaal 42. Uiteindelijk klemt de protrusie 10 het eerste been 11 vast in een vooraf bepaalde positie in het eerste bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21.
Aangezien de profielen 21, 22, 23 en 24 vaak een mooi afgewerkt hoekelement moeten vormen, worden de profielen bij voorkeur in een eerste fase in verstek gezaagd zoals getoond in figuur 1.
Zoals hierboven reeds aangehaald wordt het eerste been 11 verlijmd in het eerste bevestigingskanaal 41.
Zoals hierboven beschreven zal ook bij voorkeur de volgende protrusie 101 het tweede been 12 vastklemmen in een vooraf bepaalde positie in het tweede bevestigingskanaal 42 van het tweede profiel 22 en/of wordt bij voorkeur ook het tweede been 12 verlijmd in het tweede bevestigingskanaal 42. De lijm wordt dan bij voorkeur aangebracht op een van de protrusie 10 en/of verdere protrusie 10 weggekeerde zijde van het respectieve been 11,12 waarop de betreffende protrusie 10 zich bevindt. Bij voorkeur wordt de lijm bijvoorbeeld rechtstreeks aangebracht in de respectieve bevestigingskanalen waarna door inbrengen van de respectievelijke benen van het hoekstuk 1 de lijm wordt overgebracht en aangebracht op de voornoemde zijden van de respectieve benen.
De uitvinding heeft ook betrekking op een toestel 6 voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Het toestel 6 omvat daartoe bijvoorbeeld een samendrukmechanisme 16 voor het schuiven van het eerste been 11 langsheen de eerste richting 31 in het eerste bevestigingskanaal 41 en het tweede been 12 langsheen de tweede richting 32 in het tweede bevestigingskanaal 42. De protrusie 10 klemt het eerste been 11 vast in een vooraf bepaalde positie in het eerste bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21.
Dit toestel 6 wordt bijvoorbeeld getoond in figuur 7. Zo wordt bijvoorbeeld het kader 4, half gemonteerd zoals getoond in figuur 6, geplaatst in het toestel 6 waarna het toestel 6 verder het eerste en het tweede been 11, 12 verschuift in de respectievelijke bevestigingskanalen 41, 42. Door gebruik te maken van een dergelijke machinale montage van de hoekstukken 1 en de profielen 21, 22, 23 en 24 kan een verhoogde klemkracht veroorzaakt door de protrusies 10, 101, 102, 103 worden bekomen waardoor minder of zelfs geen lijm meer moet worden gebruikt.
Het samendrukmechanisme 16 omvat een eerste begeleidingselement 17 omvat voor het begeleiden van het eerste been 11 en/of profiel 21 en een tweede begeleidingselement 18 voor het begeleiden van het tweede been 12 en/of profiel 22 bij het schuiven van het eerste en tweede profiel 21, 22 ten opzichte van het hoekstuk 1. Het samendrukmechanisme getoond in figuur 7 omvat bijvoorbeeld hoekvormige elementen 15, bijvoorbeeld voor elk hoekelement 3 een hoekvormig element 15, die voorzien zijn om rond de hoekelementen 3 te grijpen en die de respectievelijke eerste en tweede begeleidingselementen 17, 18 omvatten. Daarbij is het toestel 6 bijvoorbeeld voorzien om de respectievelijke begeleidingselementen 17, 18 van, bijvoorbeeld, de respectievelijke hoekvormige elementen 15 naar elkaar toe te bewegen totdat de profielen 21, 22 en de hoekstukken 1 op de gewenste positie ten opzichte van elkaar zijn gebracht. Het is daartoe bijvoorbeeld mogelijk te voorzien in vier beweegbaar opgestelde hoekvormige elementen 15, zoals getoond in figuur 7. Dit is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en het toestel 6 kan tevens bijvoorbeeld een vast hoekvormige element omvatten ten opzichte waarvan de overige drie zich bewegen en/of kan meerdere hoekvormige elementen 15 omvatten
Bij voorkeur omvat het eerste en/of het tweede begeleidingselement 17, 18 ten minste één wiel 19, 20 voor het rollend begeleiding van het respectieve been 11,12 en/of profiel 21, 22.
Bij voorkeur omvat het toestel 6 een samendrukraam 25 voor het maken en omsluiten van een kader 4. Het samendrukraam 25 omvat een respectief samendrukmechanisme 16 voor de respectieve hoekelementen 3 van het kader 4. Het samendrukraam 25 zoals getoond in figuur 7 is bijvoorbeeld opgebouwd uit vier hoekvormige elementen 15.
Indien lijm werd gebruikt bij het verbinden van de verschillende hoekstukken 1 en de respectievelijke profielen, kan na het vastklemmen van de hoekstukken 1 met de respectievelijke profielen het kader 4 verder uitdrogen, zonder dat bijkomende handelingen noodzakelijk zijn.

Claims (32)

  1. CONLUSIES
    1. Een hoekelement (3), omvattende ten minste twee door middel van een hoekstuk (1) onder een hoek verbonden profielen (21, 22), waarbij het hoekstuk (1) minstens een eerste (11) en een tweede (12) been omvat, waarbij het eerste en het tweede been (11, 12) onder een hoek ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd en het eerste been (11) zich uitstrekt langsheen een eerste richting (31) en het tweede been (12) zich uitstrekt langsheen een tweede richting (32), waarbij het eerste profiel (21) een eerste bevestigingskanaal (41 ) omvat en het tweede profiel (22) een tweede bevestigingskanaal (42) omvat, waarbij het eerste en het tweede bevestigingskanaal (41, 42) zich uitstrekken langsheen respectievelijk de eerste en de tweede richting (31, 32), waarbij het eerste been (11) in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21) geschoven is langsheen de eerste richting (31) en het eerste bevestigingskanaal (41) het eerste been (11) van het hoekstuk (1) ten minste gedeeltelijk omsluit, waarbij het tweede been (12) in het bevestigingskanaal (42) van het tweede profiel (22) geschoven is langsheen de tweede richting (32) en het tweede bevestigingskanaal (42) het tweede been (12) van het hoekstuk (1) ten minste gedeeltelijk omsluit, waarbij minstens het eerste been (11) ten minste één protrusie (10) omvat die zich uitstrekt volgens hoogterichting (100) van het bevestigingskanaal (41) zodat het eerste been (11) in een vooraf bepaalde positie in het bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21) vastgeklemd wordt door middel van de protrusie (10), met het kenmerk dat het eerste been (11) verlijmd is in het eerste bevestigingskanaal (41) en/of het tweede been (12) verlijmd is in het tweede bevestigingskanaal (42).
  2. 2. Het hoekelement (1) volgens conclusie 1, waarbij de protrusie (10) schuin afloopt in de eerste richting (31).
  3. 3. Het hoekstuk (1) volgens conclusie 2, waarbij de protrusie (10) een driehoekige doorsnede heeft.
  4. 4. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste been (11) in hoofdzaak vlak is en in breedterichting (200) begrensd is door ten minste twee tegenoverliggende randen (201, 202) die de lengterichting (203) van het eerste been (11) bepalen en zich uitstrekken langsheen de eerste richting (31) en waarbij de protrusie (10) zich uitstrekt in hoogterichting van het eerste been (11).
  5. 5. Het hoekelement (1) volgens conclusie 4, waarbij de protrusie (10) zich uitstrekt vanuit één van de randen (201) van het eerste been (11).
  6. 6. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het hoekstuk (1) minstens één volgende protrusie (10) omvat.
  7. 7. Het hoekelement (1) volgens conclusie 6, waarbij het eerste been (11) ten minste één volgende protrusie (101) omvat.
  8. 8. Het hoekelement (1) volgens conclusie 7 indien afhankelijk van conclusie 5, waarbij de protrusie (10) zich uitstrekt vanuit een eerste rand (201) van het eerste been (11) en de volgende protrusie (101) zich uitstrekt vanuit een tweede rand (202) van het eerste been (11), waarbij de tweede rand (202) van het eerste been (11) ligt tegenover de eerste rand (201 ) van het eerste been (11).
  9. 9. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies indien afhankelijk van conclusie 6, waarbij het tweede been (12) ten minste één volgende protrusie (101) omvat.
  10. 10. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede been (12) in hoofdzaak vlak is en in breedterichting begrensd is door ten minste twee tegenoverliggende randen die de lengterichting van het tweede been (12) bepalen en zich uitstrekken langsheen de tweede richting (32).
  11. 11. Het hoekelement (1) volgens conclusie 10 indien afhankelijk van conclusie 9, waarbij de ten minste één volgende protrusie (102) zich uitstrekt in hoogterichting van het tweede been (12).
  12. 12. Het hoekelement (1) volgens conclusie 11, waarbij de ten minste één volgende protrusie (102) zich uitstrekt vanuit één van de randen (204, 205) van het tweede been (12).
  13. 13. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies indien afhankelijk van conclusie 9, waarbij het tweede been (12) ten minste twee volgende protrusies (102, 103) omvat.
  14. 14. Het hoekelement (1) volgens conclusie 13 indien afhankelijk van conclusie 12, waarbij een eerste volgende protrusie (102) zich uitstrekt vanuit een eerste rand (204) van het tweede been (12) en een tweede volgende protrusie (103) zich uitstrekt vanuit een tweede rand (205) van het tweede been (12), waarbij de tweede rand (205) van het tweede been (12) ligt tegenover de eerste rand (204) van het tweede been (12).
  15. 15. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste been (11) en/of het tweede been (12) taps toeloopt volgens de respectieve eerste en/of tweede richting (31, 32), waarbij de van de protrusie (10) weggerichte zijde korter is dan de daar tegenoverliggende zijde.
  16. 16. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste been (11) en/of tweede been (12) van het hoekstuk (1), bij voorkeur het hele hoekstuk (1), gemaakt uit een metaal, bij verdere voorkeur staal.
  17. 17. Het hoekelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste been (11) en/of het tweede been (12) van het hoekstuk (1), bijvoorkeur het hele hoekstuk (1) plaatvormig is.
  18. 18. Het hoekelement (3) volgens één van de voorgaande conclusies indien afhankelijk van conclusie 9, waarbij het tweede been (12) in het tweede bevestigingskanaal (42) wordt geklemd in de vooraf bepaalde positie door middel van de tenminste één volgende protrusie (10).
  19. 19. Het hoekelement (3) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het hoekelement een verstekverbinding van de twee profielen (21, 22) is.
  20. 20. Het hoekelement (3) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de profielen (21, 22) van het hoekelement voorzien is van ten minste één opening (7) die zich doorheen het profiel (21, 22) uitstrekt.
  21. 21. Het hoekelement (3) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede profiel (21, 22) gemaakt is uit een metaal, bij voorkeur aluminium.
  22. 22. Een kader (4) omvattende het hoekelement (3) volgens één van de voorgaande conclusies.
  23. 23. Het kader (4) volgens conclusie 22 omvattende ten minste vier hoekelementen (3) volgens één van de conclusies 1 - 21.
  24. 24. Een standenbouwelement (5), waarbij het standenbouwelement het kader (4) volgens conclusie 22 of 23 is.
  25. 25. Een stand omvattende het standenbouwelement volgens conclusie 24.
  26. 26. Een werkwijze voor het maken van het hoekelement (3) volgens één van de conclusies 1-21, waarbij het eerste been (11) langsheen de eerste richting (31) wordt geschoven in het eerste bevestigingskanaal (41) en het tweede been (12) langsheen de tweede richting (32) wordt geschoven in het tweede bevestigingskanaal (42) en waarbij de protrusie (10) het eerste been (11) vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het eerste bevestigingskanaal (41) van het eerste profiel (21), en waarbij het eerste been (11) verlijmd wordt in het eerste bevestigingskanaa! (41).
  27. 27. De werkwijze volgens conclusie 26, indien afhankelijk van conclusie 18, waarbij de volgende protrusie (10) het tweede been (12) vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het tweede bevestigingskanaal (42) van het tweede profiel (22), en waarbij het tweede been (12) verlijmd wordt in het tweede bevestigingskanaal (42).
  28. 28. De werkwijze volgens conclusie 26 of 27, waarbij de lijm aangebracht wordt op een van de protrusie (10) en/of verdere protrusie (10) weggekeerde zijde van het respectieve been (11, 12) waarop de betreffende protrusie (10) zich bevindt.
  29. 29. Een toestel (6) voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 26 - 28, waarbij het toestel (6) een samendrukmechanisme (16) omvat voor het schuiven van het eerste been (11) langsheen de eerste richting (31) in het eerste bevestigingskanaal (41) en het tweede been (12) langsheen de tweede richting (32) in het tweede bevestigingskanaal (42) en waarbij de protrusie (10) het eerste been (11) vastklemt in een vooraf bepaalde positie in het eerste bevestigingskanaal (41 ) van het eerste profiel (21).
  30. 30. Het toestel (6) volgens conclusie 29, waarbij het samendrukmechanisme (16) een eerste begeleidingselement (17) omvat voor het begeleiden van het eerste been (11) en/of profiel (21) en een tweede begeleidingselement (18) voor het begeleiden van het tweede been (12) en/of profiel (22) bij het schuiven van het eerste en tweede profiel (21, 22) ten opzichte van het hoekstuk (1).
  31. 31. Het toestel (6) volgens conclusie 30, waarbij het eerste en/of het tweede begeleidingselement (17, 18) ten minste één wiel (19, 20) omvat voor het rollend begeleiding van het respectieve been (11, 12) en/of profiel (21, 22).
  32. 32. Het toestel (6) volgens één van de conclusies 30-31, waarbij het toestel (6) een samendrukraam (25) omvat voor het maken en omsluiten van een kader (4) volgens conclusie 22 of 23, waarbij het samendrukraam (25) een respectief samendrukmechanisme (16) omvat voor de respectieve hoekelementen (3) van het kader (4).
BE2014/0298A 2014-04-29 2014-04-29 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan BE1021297B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0298A BE1021297B1 (nl) 2014-04-29 2014-04-29 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan
PCT/IB2015/053115 WO2016027175A2 (en) 2014-04-29 2015-04-29 Corner piece for attaching two profiles at an angle, profile, set, corner element, frame, stand construction element, stand and method and device for making thereof
US15/307,554 US20170218995A1 (en) 2014-04-29 2015-04-29 Corner piece for attaching two profiles at an angle, profile, set, corner element, frame, stand construction element, stand and method and device for making thereof

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0298A BE1021297B1 (nl) 2014-04-29 2014-04-29 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021297B1 true BE1021297B1 (nl) 2015-10-26

Family

ID=51059219

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0298A BE1021297B1 (nl) 2014-04-29 2014-04-29 Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021297B1 (nl)
WO (1) WO2016027175A2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1024983B1 (nl) * 2017-02-08 2018-09-10 Aluvision Een profiel, kader en beursstand voor standenbouw en/of interieur toepassingen en/of exterieur toepassingen, een werkwijze voor het vervaardigen van het profiel en een gebruikswijze van het profiel
EP3406916B1 (de) 2017-05-26 2023-06-07 Syma Intercontinental AG Winkelverbinder für tragprofile
CN108224063B (zh) * 2017-12-22 2023-06-16 厦门厦华科技有限公司 一种边框的拼接结构和触控前框
BE1026534B1 (nl) * 2019-04-25 2020-03-06 Goforit ! Bvba Multifunctioneel verbindingsstuk voor het bouwen van een videomuur
CN112211536A (zh) * 2020-09-10 2021-01-12 斯科瑞新材料科技(山东)股份有限公司 一种门窗阻水密封工艺

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1000725A (en) * 1910-11-16 1911-08-15 Peter Duus Picture-frame form.
DE2634566A1 (de) * 1976-07-31 1978-02-02 Trilux Lenze Gmbh & Co Kg Eckverbindung fuer rahmenprofile
DE3534259A1 (de) * 1985-09-26 1987-04-02 Kachel Michael Schraubzwinge
WO1991008367A1 (de) * 1989-11-24 1991-06-13 Masco Industries, Inc. Verbindungsformstück für bauprofile
WO2005100804A1 (en) * 2004-04-13 2005-10-27 Clino Trini Castelli Basic element for providing modular configurations
WO2012075536A1 (en) * 2010-12-10 2012-06-14 Haylin Systems Pty Ltd Frame connection

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202005002572U1 (de) 2005-02-16 2005-06-09 Huber, Erwin Verbindungseinrichtung zur Verbindung von Profilen, insbesondere solche von Messeständen

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1000725A (en) * 1910-11-16 1911-08-15 Peter Duus Picture-frame form.
DE2634566A1 (de) * 1976-07-31 1978-02-02 Trilux Lenze Gmbh & Co Kg Eckverbindung fuer rahmenprofile
DE3534259A1 (de) * 1985-09-26 1987-04-02 Kachel Michael Schraubzwinge
WO1991008367A1 (de) * 1989-11-24 1991-06-13 Masco Industries, Inc. Verbindungsformstück für bauprofile
WO2005100804A1 (en) * 2004-04-13 2005-10-27 Clino Trini Castelli Basic element for providing modular configurations
WO2012075536A1 (en) * 2010-12-10 2012-06-14 Haylin Systems Pty Ltd Frame connection

Also Published As

Publication number Publication date
WO2016027175A2 (en) 2016-02-25
WO2016027175A3 (en) 2016-08-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021297B1 (nl) Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze en toestel voor het maken daarvan
US4296524A (en) Joining member
US8042205B2 (en) Compact foundation unit kit and method of making same
US3195864A (en) Post and rail fence
US20050229531A1 (en) Enclosure and method for making an enclosure
US20170058514A1 (en) Structure Attached With Vibration Control Device
NL1018088C2 (nl) Verbinding voor wandelementen.
BE1024983A1 (nl) Een profiel, kader en beursstand voor standenbouw en/of interieur toepassingen en/of exterieur toepassingen, een werkwijze voor het vervaardigen van het profiel en een gebruikswijze van het profiel
US9366022B2 (en) In-line frame connector assembly and system for large portable frameworks
US9586436B2 (en) Stretcher frame for a stretchable carrier
CN109496246A (zh) 用于紧固窗格玻璃的装置
FI3573894T3 (fi) Taivutettua puukomposiittia käsittävä palletti ja menetelmä palletin valmistamiseksi
KR101654910B1 (ko) 사단 접이식 테이블
DE202006017361U1 (de) Bilderrahmen
TR201809402T4 (tr) Hafif panel ve üretim yöntemi.
GB2170257A (en) Platform assembly
JP5675202B2 (ja) 型材並びにこれを用いた枠組構造体
BE1029050A1 (nl) Methode en systeem voor het plaatsen van een modulaire wand
NL1010290C1 (nl) Samenstel en werkwijze voor het ondersteunen van een object.
FR3031926B3 (fr) Etagere
JP6866228B2 (ja) 建築物および木製補強具
KR101278864B1 (ko) 알루미늄 프로파일의 연결구 구조
US20120129656A1 (en) Hurdle
KR200483005Y1 (ko) 책상용 프레임 구조체
NL8703078A (nl) Profiel voor ruimtelijke konstruktie.