BE1021256B1

BE1021256B1 - Trailer met variabele hoogte van de voorbouw, voorbouw en combinatie van trekker met trailer

Info

Publication number: BE1021256B1
Application number: BE2014/0295A
Authority: BE
Inventors: Rudolf Claassen
Original assignee: Van Hool Nv
Priority date: 2014-04-28
Filing date: 2014-04-28
Publication date: 2015-10-07

Abstract

TRAILER MET VARIABELE HOOGTE VAN DE VOORBOUW, VOORBOUW EN COMBINATIE VAN TREKKER MET TRAILER. De huidige uitvinding betreft een trailer met een voorbouw voorzien van een systeem om de hoogte van de voorbouw aan te passen, een voorbouw van een trailer, een combinatie van trailer met trekker, een werkwijze voor het vervaardigen van een trailer en een werkwijze voor het koppelen van een trailer aan een trekker.

Description

TRAILER MET VARIABELE HOOGTE VAN DE VOORBOUW, VOORBOUW EN COMBINATIE VAN TREKKER MET TRAILER

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een trailer voor het transporteren van goederen, een voorbouw van de trailer, een combinatie van trekker en trailer, en een werkwijze om trailer aan trekker te koppelen.

STAND DER TECHNIEK

Voor het transporteren van goederen worden vaak trailers gebruikt waarin goederen gestapeld kunnen worden. De trailer wordt gekoppeld aan een trekker die de trailer met goederen kan transporteren naar een gewenste bestemming. Typische uitvoeringsvormen van trailers zijn standaard trailer en megatrailer.

De koppeling van de trailer aan de trekker gebeurt aan een koppelpunt, typisch een koppelschotel. De hoogte van de koppelschotel, de koppelhoogte, verschilt voor een standaard en een megatrailer. Bij deze laatste is deze typisch lager, vb. 950 mm, dan voor een standaard trailer, vb. 1150 mm. Een megatrailer heeft door deze lage koppelhoogte een hogere inwendige hoogte dan een standaard trailer, zodanig dat deze hogere ladingen kan transporteren.

Een probleem met de huidige trailers is dat afhankelijk van de koppelhoogte van de trailer, een gepaste trekker met de juiste afmetingen erop moet gekoppeld worden. Dit is onpraktisch omdat niet altijd de juiste combinaties trekker-trailer beschikbaar zijn. Verder leidt dit koppelen van verschillende trekkers met verschillende trailers tot sterke variaties in de helling van het dak van de trailer, waarbij bijvoorbeeld een deel van het dak hoger dan de wettelijk toelaatbare hoogte zal komen. Veel van deze combinaties ondervinden hierdoor een verhoogde luchtweerstand of zijn niet aangepast aan bruggen met beperkte afmetingen, nationale wetgevingen, laaghangende takken, etc. Zo zijn er bijvoorbeeld in verschillende landen restricties op de maximale hoogte die een trailer mag hebben, vb. maximum 4 meter, wat problemen kan geven wanneer een trailer in een bepaald land goederen moet gaan afleveren en/of afhalen.

Daarnaast is er ook nood aan een eenvoudige manier om goederen in en uit de trailer te laden en te lossen.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen door een trailer te voorzien met een systeem om de hoogte van de voorbouw van de trailer te verhogen of te verlagen naargelang de trekker-trailer combinatie, gecombineerd met een mechanisme voor het verder verhogen van het dak tijdens het laden en het lossen, zoals omschreven door conclusie 1.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft in het bijzonder een trailer voor het transporteren van goederen, geschikt om aan een trekker gekoppeld te worden, welke trailer voorzien is van een dak, een voorbouw, een achterbouw, een laadvloer en twee zijwanden, die samen een laadvolume van de trailer vormen en waarbij de voorbouw, de achterbouw en de laadvloer een vaste wand omvatten, en het dak en de zijwanden een flexibele en/of vaste wand omvatten, waarbij de voorbouw voorzien is van een systeem om de voorbouw permanent in hoogte aan te passen waarbij de achterbouw een vaste hoogte houdt, en waarbij de voorbouw en het dak gelagerd verbonden zijn middels een mechanisme dat geschikt is de hoogte van het dak verder te verhogen, zoals omschreven door conclusie 1.

Door een trailer te voorzien met dergelijk systeem wordt het mogelijk om trekkers met verschillende koppelhoogtes te koppelen aan deze trailer én kan het dak verhoogd worden, wat nodig kan zijn tijdens de zijdelingse belading.

Verdere voorkeursvormen worden uitgewerkt in de deelconclusies.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een voorbouw van een trailer, zoals omschreven door conclusie 15.

In een derde aspect betreft de uitvinding een combinatie van een trailer met een trekker, zoals omschreven door conclusie 16.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een trailer, zoals omschreven door conclusie 17.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het koppelen van een trailer aan een trekker, zoals omschreven door conclusie 18.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 geeft een schematisch zijaanzicht van een trailer volgens de huidige stand der techniek weer.

Figuur 2 geeft een schematisch zijaanzicht van een trailer volgens onderhavige uitvinding weer, met een verlaging van de hoogte van de voorbouw.

Figuur 3 geeft een schematisch zijaanzicht van een trailer volgens onderhavige uitvinding weer, met een verhoging van de hoogte van de voorbouw.

Figuur 4 geeft een perspectivisch aanzicht van een voorkeursuitvoering van een voorbouw volgens onderhavige uitvinding weer met een verhoging (Fig. 4A) en een verlaging (Fig. 4B) van de hoogte van de voorbouw.

Figuur 5 geeft het zijaanzicht van een voorkeursuitvoering van een voorbouw volgens onderhavige uitvinding weer met een verhoging (Fig. 5A) en een verlaging (Fig. 5B) van de hoogte van de voorbouw.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een schuifbalk" betekent een of meer dan een schuifbalk.

Met de term "trailer" wordt in onderhavige uitvinding een aanhangwagen, een huifwagen of een oplegger bedoeld welke kan gekoppeld worden aan een trekker of vrachtauto/ bv. door een koppelschotel van de trekker in een kingpin van de trailer. Het punt waar trailer en trekker gekoppeld worden, wordt in onderhavige uitvinding het "koppelpunt" genoemd.

Met de term "koppelhoogte" wordt in onderhavige uitvinding de afstand tussen het koppelpunt en het grondoppervlak, waarop de trailer zich bevindt en/of gekoppeld wordt, bedoeld.

Met de term "permanent" wordt in onderhavige uitvinding bedoeld dat ten minste gedurende één transport van de trailer de hoogte van de voorbouw ongewijzigd blijft, en bij voorkeur zolang de trailer aan eenzelfde trekker gekoppeld is.

Met de term "flexibele wand" wordt in onderhavige uitvinding bedoeld, een voldoende soepele of buigzame wand, bijvoorbeeld een doek of een schuifzeil.

Met de term "vaste wand" wordt in onderhavige uitvinding bedoeld, een voldoende starre of onbuigzame wand, bijvoorbeeld een kunststoffen of metalen plaat of een houten wand.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een trailer voor het transporteren van goederen, geschikt om aan een trekker gekoppeld te worden, welke trailer voorzien is van een dak, een voorbouw, een achterbouw, een laadvloer en twee zijwanden, die samen een laadvolume van de trailer vormen en waarbij de voorbouw, de achterbouw en de laadvloer een vaste wand omvatten, en het dak en de zijwanden een flexibele en/of vaste wand omvatten, waarbij de voorbouw voorzien is van een systeem om de voorbouw permanent in hoogte aan te passen waarbij de achterbouw een vaste hoogte houdt, en waarbij de voorbouw en het dak gelagerd verbonden zijn middels een mechanisme dat geschikt is de hoogte van het dak verder te verhogen.

Door een trailer te voorzien met een systeem voor het aanpassen van de hoogte van de voorbouw, wordt het mogelijk om trekkers met verschillende koppelschotelhoogtes te koppelen aan deze trailer, ongeacht diens koppelhoogte, zonder dat hierbij variaties in de hoogte van voorbouw en achterbouw, en dus variaties in de dakhelling van de trailer, optreden en alzo aan de wettelijk toegelaten hoogte van het voertuig te voldoen. Een hefmechanisme tussen het dak en de voorbouw laat aan de andere kant toe om naast de hoogte van de voorbouw aan te passen, ook de dakhoogte te verhogen voor het laden of lossen van goederen in of uit de trailer. Dit hefmechanisme beweegt bij het verhogen, c.q. verlagen van de voorbouw mee op en neer.

In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het voorgenoemde systeem een hydraulisch, mechanisch of pneumatisch aandrijfmiddel. Dit voorziet het systeem van een aandrijvend middel om de hoogte van de voorbouw te verhogen en/of te verlagen. De trailer volgens onderhavige uitvinding is niet beperkt tot mechanische of hydraulische aandrijfmiddelen, maar kan bijvoorbeeld ook een elektrisch aandrijfmiddel omvatten of middelen die handmatig of motorisch aangedreven kunnen worden, of een combinatie van voorgaande middelen. Bij voorkeur omvat het systeem een mechanisch aandrijfmiddel, meer bij voorkeur een handmatig aangedreven mechanisch aandrijfmiddel.

In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het voorgenoemde aandrijfmiddel voorzien aan de wand van de voorbouw, bij voorkeur centraal op de wand van de voorbouw.

In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het voorgenoemde systeem een voorwandsegment dat verschuifbaar gelagerd ligt aan de wand van de voorbouw. Hiermee wordt in onderhavige uitvinding bedoeld dat het voorwandsegment parallel aan de wand van de voorbouw kan schuiven.

Doordat het voorwandsegment verschuifbaar gelagerd is met de wand van de voorbouw kan dit segment, bij verschuiving naar boven of beneden, de hoogte van de voorbouw respectievelijk verhogen of verlagen.

In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het voorgenoemde voorwandsegment aan één zijde gelagerd verbonden met de bovenrand van de voorbouw, met een soortgelijke breedte als de wand van de voorbouw.

Het voorwandsegment kan verder dienen voor het afschermen van een opening die kan ontstaan tussen het dak en de wand van voorbouw, wanneer de hoogte van de voorbouw aangepast wordt. Het voorwandsegment verhindert hierbij dat er neerslag, wind, takken, vuil, dieren, etc. in de laadruimte van de trailer kunnen geraken. Het voorwandsegment kan voorzien zijn van een zijwandsegment aan de zijwanden van de trailer dat een opening afschermt tussen het dak en de zijwanden van de trailer wanneer de hoogte van de voorbouw aangepast wordt.

In een voorkeursvorm van de uitvinding is het voorgenoemde aandrijfmiddel gelagerd verbonden met het voorgenoemde voorwandsegment. Het aandrijfmiddel zorgt hierbij voor de aandrijving van de verschuiving van het voorwandsegment naar boven of beneden, zodat de hoogte van de voorbouw respectievelijk kan verhogen of verlagen.

In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het aandrijfmiddel gelagerd verbonden aan minstens een schuifbalk, die verschuifbaar gelagerd ligt in een profiel bevestigd aan de wand van de voorbouw en waarbij de schuifbalk verbonden of gelagerd verbonden is aan het voorwandsegment. Met "verschuifbaar gelagerd in" i wordt hier bedoeld dat de schuifbalk in het profiel kan schuiven.

In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het systeem vastzetmiddelen, welke geschikt zijn een aanpassen van de hoogte van de voorbouw te verhinderen. Deze vastzetmiddelen zorgen ervoor dat, eens de hoogte van de voorbouw aangepast is naar een gewenste hoogte, het systeem niet meer kan veranderen naar een andere hoogte. Deze vastzetmiddelen zorgen er dus voor dat het aanpassen permanent is.

In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding zijn de voorgenoemde vastzetmiddelen geschikt de verschuiving van het voorwandsegment met de wand van de voorbouw te verhinderen. Meer bij voorkeur zijn ze geschikt de verschuiving van de schuifbalk in het profiel te verhinderen en meest bij voorkeur omvatten de vastzetmiddelen hierbij klemmen die kunnen aangrijpen op een of meerdere uitsparingen op de schuifbalk en het profiel.

In een voorkeursvorm van de uitvinding is het aandrijfmiddel geschikt een roterende beweging om te zetten in een rechtlijnige beweging. Het aandrijfmiddel kan bijvoorbeeld een tandheugel omvatten.

Een "tandheugel" omvat typisch een staaf met aan één kant voorzien van een vertanding, waarop een tandwiel kan ingrijpen. Door rotatie van het tandwiel, bv. door een hendel, kan de staaf, door het ingrijpen van het tandwiel op de vertanding van de staaf, in diens lengterichting bewogen worden. Dit vereenvoudigt de verhoging en/of verlaging van de hoogte van de voorbouw, doordat het gewicht van het voorwandsegment en/of de schuifbalk, die verschoven worden bij de verhoging of verlaging van de hoogte van de voorbouw, minder belastend is bij het gebruik van een tandheugel.

In een voorkeursvorm is het mechanisme tussen dak en voorbouw een hefmechanisme dat gelagerd verbonden is aan de voorbouw, bij voorkeur aan een zijkant van de wand van de voorbouw en/of een hoekstijl van de voorbouw.

In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het voorgenoemde mechanisme aan het dak gelagerd verbonden met het voorwandsegment en is het mechanisme omvat in een U-vormig profiel dat verschuifbaar gelagerd ligt in de hoekstijl van de voorbouw en waarbij het U-profiel gelagerd verbonden is aan het aandrijfmiddel. Bij voorkeur is het U-vormig profiel gelagerd verbonden aan de schuifbalk die gelagerd verbonden is aan het aandrijfmiddel. Met "verschuifbaar gelagerd in" wordt hier bedoeld dat het U-vormig profiel in de hoekstijl van de voorbouw kan schuiven.

In een voorkeursuitvoering is de achterbouw en het dak van de trailer gelagerd verbonden met een tweede mechanisme, waarbij ook het tweede mechanisme in staat is de hoogte van het dak te verhogen voor het laden of lossen van goederen in of uit de trailer. Bij voorkeur is het tweede mechanisme een hefmechanisme dat gelagerd verbonden is aan de achterbouw, bij voorkeur aan een zijkant van de wand van de achterbouw en/of een hoekstijl van de achterbouw.

Het aandrijfmiddel, schuifbalk en/of profiel aan de voorbouw kan eventueel afgedekt worden met een afdekplaat om deze componenten van het systeem te beschermen tegen beschadiging.

In een voorkeursvorm van de uitvinding kan de verhouding van de hoogte V, zijnde het verschil tussen de maximale hoogte van de voorbouw en de minimale hoogte van de voorbouw, en de minimale hoogte van de voorbouw, een maximale waarde aannemen tussen 0 en 0,40; bij voorkeur tussen 0,02 en 0,30; meer bij voorkeur tussen 0,04 en 0,12; nog meer bij voorkeur tussen 0,07 en 0,09 en meest bij voorkeur ongeveer rond 0,08.

Met de term "maximale hoogte van de voorbouw" wordt in onderhavige uitvinding de maximale verticaal gemeten afstand tussen de laadvloer en het dak aan de voorbouw bedoeld.

Met de term "minimale hoogte van de voorbouw" wordt in onderhavige uitvinding de minimale verticaal gemeten afstand tussen de laadvloer en het dak aan de voorbouw bedoeld.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een voorbouw van een trailer volgens onderhavige uitvinding.

In een derde aspect betreft de uitvinding een combinatie van een trailer volgens onderhavige uitvinding met een trekker, waarbij trekker en trailer aan elkaar gekoppeld zijn, bij voorkeur middels een koppelschotel van de trekker in een kingpin van de trailer.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een trailer volgens onderhavige uitvinding.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze om een trailer volgens onderhavige uitvinding te koppelen aan een trekker, omvattende minstens volgende stappen: het voorzien van een trailer; het voorzien van een trekker; het koppelen van trekker aan trailer; en het aanpassen van de dakhoogte naargelang de combinatie van de trekker en de trailer. Bij voorkeur gebeurt de koppeling van trekker aan trailer middels een koppelschotel van de trekker in een kingpin van de trailer.

Dit laat toe om verscheidene combinaties trekker-trailer aan elkaar te koppelen.

FIGUREN

Figuur 1 geeft een schematisch zijaanzicht van een trailer weer met een voorbouw (2); een dak (3); een koppelpunt (4), waar de trailer aan een trekker gekoppeld kan worden, bijvoorbeeld via een koppelschotel; een bodemplaat (5) en een achterbouw (6). Ook weergegeven is een horizontaal rijoppervlak (7) waarop de trailer zich bevindt. Verder is er een koppelhoogte KI aangegeven, wat de afstand is tussen het koppelpunt en het rijoppervlak. Volgens de huidige stand der techniek moet er een trailer gekozen worden met de juiste afmetingen, meer bepaald, de juiste hoogte, meer bepaald de afstand tussen de bodemplaat en het dak, i.e. de hoogte van de voorbouw Dl, zodanig dat de totale hoogte Tl, zijnde de afstand van het rijoppervlak tot het dak, nagenoeg gelijk is aan voor- en achterbouw.

Figuur 2 geeft een schematisch zijaanzicht van een trailer weer volgens onderhavige uitvinding. In deze uitvoering is de koppelhoogte te hoog voor de trailer, zodanig dat het dak (3B) aan de voorbouw hoger is dan aan de achterbouw. Door de voorbouw (2) volgens onderhavige uitvinding te voorzien van een systeem dat toelaat om de afstand tussen de bodemplaat en het dak aan de voorbouw, i.e. de hoogte van de voorbouw D2, te variëren over een afstand V2, kan het dak veranderen van 3B naar 3A, zodanig dat de hoogte T2, zijnde de afstand van het rijoppervlak tot het dak, nagenoeg gelijk is in voor- en achterbouw.

Figuur 3 geeft een schematisch zijaanzicht van een trailer weer volgens onderhavige uitvinding. In deze uitvoering is de koppelhoogte te laag voor de trailer, zodanig dat de voorbouw lager is dan aan de achterbouw (dak 3B). In deze uitvoering wordt de hoogte van de voorbouw D3 door een systeem aan de voorbouw volgens onderhavige uitvinding, verhoogd over een afstand V3, waarbij het dak verandert van 3B naar 3A, zodanig dat de totale hoogte T3, zijnde de afstand van het rijoppervlak tot het dak, nagenoeg gelijk is in voor- en achterbouw.

Figuur 4 geeft een perspectivisch aanzicht van een voorkeursuitvoering van een voorbouw (2) volgens onderhavige uitvinding weer. Ook zichtbaar is het dak (3) met twee langsregels (9) en een dakregel (10). De voorbouw is voorzien van een voorwand (8) en twee hoekstijlen (12). Op de voorwand zijn twee verticale profielen (13) bevestigd.

De voorbouw is voorzien van een tandheugel (14) omvattende een verticale rechthoekige staaf met aan één kant voorzien van een vertanding (15). De staaf ligt gelagerd in een behuizing (16) dat bevestigd is aan de voorwand (8), en waarin een tandwiel (niet zichtbaar) ligt gelagerd dat kan ingrijpen op de vertanding van de staaf. Het tandwiel kan geroteerd worden door middel van een hendel (17) met handvat. Door het ingrijpen van het tandwiel op de vertanding van de staaf, kan de staaf in diens lengterichting verticaal naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) bewogen worden.

Het distale einde van de staaf, i.e. het einde dat naar het dak gericht is, ligt gelagerd aan het midden van een horizontale schuifbaik (18). Deze horizontale schuifbalk kan verticaal naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) schuiven ten opzichte van de voorwand van de voorbouw. De horizontale schuifbalk is aan beide uiteinden bevestigd aan twee verticale schuifbalken (20). Deze bevestiging wordt in de hoeken extra verstevigd door driehoekige platen (19). De verticale schuifbalken liggen gelagerd in de twee verticale profielen (13) en kunnen verticaal naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) schuiven ten opzichte van deze profielen. Wanneer aan de hendel van de tandheugel gedraaid wordt zullen de verticale schuifbalken, doordat deze via de horizontale schuifbalk in verbinding staat met de staaf van de tandheugel, verticaal naar boven (Fig. 4A) of naar beneden (Fig. 4B) kunnen schuiven in de profielen, afhankelijk van de draairichting van de hendel. Vastzetmiddelen (21) zijn voorzien aan de profielen (13) om de beweging tussen verticale schuifbalk en profiel te verhinderen, bijvoorbeeld via een klemsysteem dat kan aangrijpen op een uitsparing op de verticale schuifbalk en het profiel.

In de hoekstijl is een hefmechanisme (22) om het dak tijdens het beladen te verhogen (Fig. 4A en Fig. 4B), Het hefmechanisme is bevestigd aan een U-profiel (23) en is verder bevestigd aan de langsregel (9) van het dak. Het hefsysteem is in staat om de dakregel (10) naar boven te positioneren tijdens het laden c.q. het lossen van de trailer.

De dakregel (10) is voorzien van een voorwandsegment (11), dat verticaal naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) kan schuiven ten opzichte van de voorwand van de voorbouw. Dit voorwandsegment schermt een eventuele opening tussen dakregel en voorwand alsook een eventuele opening tussen het dak en de zijwanden van de trailer (niet zichtbaar), die ontstaan wanneer de tandheugel gebruikt wordt om de hoogte van de voorbouw te verhogen (Fig. 4A), af van de buitenlucht, zodanig dat er geen regel, wind, etc. binnen de laadruimte van de trailer kan geraken.

De verticale schuifbalken zijn aan hun distale einde verbonden met de U-profielen (23) in de hoekstijl (verbinding niet zichtbaar) zodanig dat wanneer door gebruik van de tandheugel de verticale schuifbalk naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) beweegt, de U-profielen mee naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) bewegen met de verticale schuifbalken. Doordat het voorwandsegment via de dakregel (10) aan het hefsysteem bevestigd is aan de U-profielen, gaat ook deze verticaal naar boven (Fig. 4A) of beneden (Fig. 4B) bewegen. Op deze manier kan door het draaien aan de hendel van de tandheugel, de hoogte van de voorbouw aangepast worden en zal het hefmechanisme (22) zich mee verplaatsen naar boven of beneden.

De trailer volgens deze uitvoering kan dus enerzijds de hoogte van de voorbouw verhogen (Fig. 4A) of verlagen (Fig. 4B). Anderzijds is er het hefmechanisme (22) in de hoekstijl (12), welke geschikt is om de dakregel discreet naar boven te brengen tijdens het laden en lossen van de trailer.

Figuur 5 geeft een zijaanzicht van een voorkeursuitvoering van een voorbouw (2) volgens onderhavige uitvinding weer met zicht op de hoekstijl (12) waarin het U-profiel (23) gelagerd ligt, alsook het hefmechanisme (22) dat verbonden is met de dakregel (10). Verder zijn ook de hendel (17) van de tandheugel (14) zichtbaar, alsook het profiel (13) en diens vastzetmiddel (21) voor de verticale schuifbalk (niet zichtbaar). Door het draaien aan de hendel (17) kan de hoogte van de voorbouw via het U-profiel met hefmechanisme verhoogd (Fig. 5A) of verlaagd (Fig. 5B) worden.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims

CONCLUSIES

1. Trailer (1) voor het transporteren van goederen, geschikt om aan een trekker gekoppeld te worden, welke trailer voorzien is van een dak (3), een voorbouw (2), een achterbouw (6), een laadvloer (5) en twee zijwanden, die samen een laadvolume van de trailer vormen en waarbij de voorbouw, de achterbouw en de laadvloer een vaste wand omvatten, en het dak en de zijwanden een flexibele en/of vaste wand omvatten, met het kenmerk, dat de voorbouw voorzien is van een systeem om de voorbouw permanent in hoogte aan te passen waarbij de achterbouw een vaste hoogte houdt, en waarbij de voorbouw (2) en het dak (3) gelagerd verbonden zijn middels een mechanisme (22) dat geschikt is de hoogte van het dak verder te verhogen.
2. Trailer (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het systeem een hydraulisch, mechanisch of pneumatisch aandrijfmiddel (14) omvat, bij voorkeur een mechanisch aandrijfmiddel.
3. Trailer (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het voorgenoemde aandrijfmiddel (14) voorzien is aan de wand van de voorbouw (8), bij voorkeur centraal op de wand van de voorbouw.
4. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het systeem een voorwandsegment (11) omvat dat verschuifbaar gelagerd ligt aan de wand van de voorbouw (8).
5. Trailer (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het voorgenoemde voorwandsegment (11) aan één zijde gelagerd verbonden is met de bovenrand (10) van de voorbouw, met een soortgelijke breedte als de wand van de voorbouw (8).
6. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat het voorgenoemde aandrijfmiddel (14) gelagerd verbonden is met het voorgenoemde voorwandsegment (11).
7. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel (14) gelagerd verbonden is aan minstens een schuifbalk (20), die verschuifbaar gelagerd ligt in een profiel (13) bevestigd aan de wand van de voorbouw (8) en waarbij de schuifbalk verbonden of gelagerd verbonden is aan het voorwandsegment (11).
8. Trailer (1) volgens conclusie één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het systeem vastzetmiddelen (21) omvat, welke geschikt zijn een aanpassen van de hoogte van de voorbouw te verhinderen.
9. Trailer (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de voorgenoemde vastzetmiddelen (21) geschikt zijn de verschuiving van het voorwandsegment (11) met de wand van de voorbouw (8) te verhinderen, meer bij voorkeur die geschikt zijn de verschuiving van de schuifbalk (20) in het profiel (13) te verhinderen, meest bij voorkeur waarbij de vastzetmiddelen klemmen omvatten die kunnen aangrijpen op een of meerdere uitsparingen op de schuifbalk en het profiel.
10. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel (14) geschikt is een roterende beweging om te zetten in een rechtlijnige beweging.
11. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het voorgenoemde mechanisme (22) aan het dak gelagerd verbonden is met het voorwandsegment (11) en omvat is in een U-vormig profiel (23) dat verschuifbaar gelagerd ligt in een hoekstijl (12) van de voorbouw, waarbij het U-vormige profiel gelagerd verbonden is aan het aandrijfmiddel (14), bij voorkeur gelagerd verbonden is aan de schuifbalk (20) die gelagerd verbonden is aan het aandrijfmiddel.
12. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het mechanisme (22) een hefmechanisme is.
13. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de verhouding van de hoogte V, zijnde het verschil tussen de maximale hoogte van de voorbouw en de minimale hoogte van de voorbouw, en de minimale hoogte van de voorbouw, een maximale waarde kan aannemen tussen 0 en 0,40; bij voorkeur tussen 0,02 en 0,30; meer bij voorkeur tussen 0,04 en 0,12; nog meer bij voorkeur tussen 0,07 en 0,09 en meest bij voorkeur ongeveer rond 0,08.
14. Trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de achterbouw (6) en het dak (3) gelagerd verbonden zijn middels een tweede mechanisme, bij voorkeur een hefmechanisme, waarbij het tweede mechanisme geschikt is de hoogte van het dak te verhogen.
15. Combinatie van een trailer (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-14 met een trekker, waarbij trekker en trailer aan elkaar gekoppeld zijn, bij voorkeur middels een koppelschotel van de trekker in een kingpin van de trailer.
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een trailer volgens één der voorgaande conclusies 1-14.
17. Werkwijze om een trailer volgens één der voorgaande conclusies 1-14 te koppelen aan een trekker, welke minstens volgende stappen omvat: - het voorzien van een trailer; - het voorzien van een trekker; - het koppelen van trekker aan trailer, bij voorkeur middels een koppelschotel van de trekker in een kingpin van de trailer; - het aanpassen van de hoogte van de voorbouw naargelang de combinatie van de trekker en de trailer.