BE1020686A5 - Wandelement en werkwijze om een dergelijk wandelement in een afwerkingslaag te integreren. - Google Patents
Wandelement en werkwijze om een dergelijk wandelement in een afwerkingslaag te integreren. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1020686A5 BE1020686A5 BE201200530A BE201200530A BE1020686A5 BE 1020686 A5 BE1020686 A5 BE 1020686A5 BE 201200530 A BE201200530 A BE 201200530A BE 201200530 A BE201200530 A BE 201200530A BE 1020686 A5 BE1020686 A5 BE 1020686A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- finishing
- wall element
- wall
- layer
- coupling means
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F13/00—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
- E04F13/07—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
- E04F13/08—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
- E04F13/0801—Separate fastening elements
- E04F13/0832—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
- E04F13/0833—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable
- E04F13/0835—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements not adjustable the fastening elements extending into the back side of the covering elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F13/00—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
- E04F13/07—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
- E04F13/08—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
- E04F13/0801—Separate fastening elements
- E04F13/0832—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
- E04F13/0853—Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements adjustable perpendicular to the wall
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F2290/00—Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for
- E04F2290/02—Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for for accommodating service installations or utility lines, e.g. heating conduits, electrical lines, lighting devices or service outlets
- E04F2290/026—Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for for accommodating service installations or utility lines, e.g. heating conduits, electrical lines, lighting devices or service outlets for lighting
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21V—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F21V21/00—Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
- F21V21/02—Wall, ceiling, or floor bases; Fixing pendants or arms to the bases
- F21V21/03—Ceiling bases, e.g. ceiling roses
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Finishing Walls (AREA)
Description
WANDELEMENT EN WERKWIJZE OM EEN DERGELIJK WANDELEMENT IN EEN AFWERKINGSLAAG TE INTEGREREN
Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze volgens dewelke een wandelement zo in een afwerkingslaag van een wand kan geïntegreerd worden dat een eindoppervlak ervan zich nagenoeg in het vlak van deze afwerkingslaag bevindt.
Anderzijds betreft deze uitvinding ook een wandelement dat voorzien is om zo in een afwerkingslaag van een wand geïntegreerd te worden dat een eindoppervlak van dit wandelement zich nagenoeg in het vlak van de afwerkingslaag bevindt, waarbij het wandelement een insteekopening omvat waarlangs eerste koppelmiddelen bereikbaar zijn die voorzien zijn om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een aan de wand te bevestigen inrichting en waarbij het wandelement een vast bevestigbaar basisdeel omvat en een door middel van schroefdraad met dit basisdeel verbonden afwerkingsdeel omvat. In het bijzonder betreft deze uitvinding een verlichtingssysteem dat minstens één verlichtingstoestel omvat en minstens één dergelijk in een afwerkingslaag integreerbaar wandelement.
De term ‘wand’ wordt in deze octrooiaanvraag gebruikt in de betekenis van elke structuur die een ruimte geheel of gedeeltelijk begrenst, ongeacht of de functie ervan functioneel of decoratief is, ongeacht of het oppervlak vlak of gebogen is, en ongeacht ook in welke richting dit oppervlak zich hoofdzakelijk uitstrekt. Niet enkel een klassieke muur of scheidingswand moeten in deze context dus als een wand aanzien worden, maar onder meer ook een vloer of een plafond. Met het vlak van de afwerkingslaag wordt in deze octrooiaanvraag het vlak bedoeld waarin het zichtbare oppervlak van de afwerkingslaag zich uitstrekt op de plaats waar het wandelement in deze afwerkingslaag is geïntegreerd.
Bij de afwerking van een interieur is het gebruikelijk om wanden zoals plafonds, muren en/of vloeren af te werken door op de vaste basisstructuur een afwerkingslaag aan te brengen. Muren en plafonds worden bijvoorbeeld dikwijls voorzien van een pleisterlaag. Vaak moeten aan een dergelijke muur, plafond of vloer ook toestellen of inrichtingen worden bevestigd. Om een esthetische afwerking te bekomen is het dan vaak ook gewenst om bepaalde onderdelen, zoals bevestigingsmiddelen, van die toestellen of inrichtingen in de afwerkingslaag te integreren. Daarbij wordt het te integreren onderdeel nagenoeg volledig in de afwerkingslaag opgenomen, op zodanige wijze uiteraard dat de functionele delen ervan nog toegankelijk of bereikbaar zijn.
Voor een goede afwerking van de wand is het dikwijls ook vereist dat het zichtbare eindoppervlak van de geïntegreerde onderdelen gezien wordt als een zich in het vlak van de afwerkingslaag uitstrekkend oppervlak. Dit betekent dat het vlak waarin het eindoppervlak zich uitstrekt en het vlak van de afwerkingslaag samenvallen of in elk geval zo dicht bij elkaar liggen dat de geringe afwijking niet of nauwelijks waarneembaar is.
Het genoemde onderdeel dat in de afwerkingslaag dient geïntegreerd te worden, moet doorgaans vóór het aanbrengen van de afwerkingslaag bevestigd worden ten opzichte van de wand. In de praktijk stelt zich dan het probleem dat de persoon die deze bevestiging uitvoert, door de bevestiging ook de definitieve positie van het eindoppervlak van het onderdeel bepaalt, terwijl hij op dat ogenblik niet kan weten welke de dikte van de afwerkingslaag op die plaats zal zijn. Hierdoor zal het onderdeel in de meeste gevallen ofwel uitsteken uit de afwerkingslaag, ofwel een eindoppervlak hebben dat gezien wordt als een oppervlak dat dieper ligt (verzonken is) ten opzichte van het vlak van de afwerkingslaag. Een dergelijke afwerking laat duidelijk te wensen over.
Het doel van deze uitvinding is dan ook om te voorzien in een werkwijze en een wandelement, waarmee het mogelijk wordt gemaakt om het wandelement zo in een afwerkingslaag te integreren dat zijn eindoppervlak zich nauwkeuriger in het vlak van de afwerkingslaag bevindt, zodat een afwerking zonder de hoger aangeduide gebreken mogelijk wordt.
Bovenstaande doelstelling wordt enerzijds bereikt door te voorzien in een werkwijze met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, waarbij een wandelement omvattende een vast bevestigbaar basisdeel en een door middel van schroefdraad met dit basisdeel verbonden afwerkingsdeel wordt voorzien, waarbij het basisdeel eerst in een vaste positie ten opzichte van de wand wordt bevestigd, en waarbij, tijdens of na het aanbrengen van afwerkingslaag, de positie van het eindoppervlak van het afwerkingsdeel door middel van de genoemde schroefdraad zo wordt geregeld in functie van de dikte van de afwerkingslaag, dat het eindoppervlak ervan zich nagenoeg in het vlak van de afwerkingslaag bevindt.
Deze werkwijze biedt het voordeel dat men het wandelement zo in de afwerkingslaag kan integreren dat het eindoppervlak bijzonder nauwkeurig in het vlak van afwerkingslaag gelegen is. Men kan de positie van het afwerkingsdeel immers, na de bevestiging van het basisdeel en tijdens of na het aanbrengen van de afwerkingslaag, nog aanpassen aan de dikte van afwerkingslaag. Het feit dat de dikte van de afwerkingslaag vooraf onbekend is, heeft dus geen nadelige gevolgen. Door middel van de schroefdraad kan de regeling traploos en dus zeer nauwkeurig gebeuren. Hierdoor kan men een wand met een afwerkingslaag waarin één of meerdere wandelementen geïntegreerd zijn veel beter afwerken vanuit esthetisch oogpunt. De hoger aangeduide gebreken kunnen hierdoor grotendeels voorkomen worden.
De afwerkingslaag kan een pleisterlaag zijn, maar kan ook eender welk materiaal zijn dat wordt aangebracht in een vloeibare, visceuze of vormbare massa, en na het drogen of uitharden ervan een deklaag of afwerkingslaag vormt. De afwerkingslaag kan ook uit een vast materiaal bestaan, en kan bijvoorbeeld bestaan uit één of meerdere paneelvormige elementen, zowel uit een hard materiaal als uit een samendrukbaar materiaal.
In een bijzonder voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding voorziet men een wandelement met een insteekopening waarlangs eerste koppelmiddelen bereikbaar zijn voor samenwerking met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een aan de wand te koppelen inrichting. Op deze manier kan men de gewenste inrichting op zeer eenvoudige wijze, en zonder gereedschappen, koppelen met of bevestigen aan het wandelement. Zoals verder nog zal verduidelijkt worden, kunnen de genoemde eerste en tweede koppelmiddelen voorzien zijn om een louter mechanische verbinding tot stand te brengen, maar kunnen ze ook voorzien zijn om een elektrische koppeling te realiseren.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de afwerkingslaag een pleisterlaag, waarbij de regeling van de positie van het afwerkingsdeel gebeurt vóór het uitharden van de pleisterlaag. Tijdens het aanbrengen van de pleisterlaag en kort na het aanbrengen van de pleisterlaag, wanneer de pleisterlaag nog niet uitgehard is, kan de positie van het afwerkingsdeel het best geregeld worden.
De hoger aangeduide doelstelling van deze uitvinding wordt anderzijds ook bereikt door te voorzien in een wandelement dat voorzien is om zo in een afwerkingslaag van een wand geïntegreerd te worden dat een eindoppervlak ervan zich nagenoeg in het vlak van de afwerkingslaag bevindt, waarbij, volgens deze uitvinding, het wandelement een insteekopening omvat waarlangs eerste koppelmiddelen bereikbaar zijn die voorzien zijn om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een aan de wand te bevestigen inrichting, het wandelement een vast bevestigbaar basisdeel en een door middel van schroefdraad met dit basisdeel verbonden afwerkingsdeel omvat, de eerste koppelmiddelen voorzien zijn in het basisdeel en de positie van het eindoppervlak van het afwerkingsdeel ten opzichte van het vast bevestigde basisdeel traploos regelbaar is in functie van de dikte van de afwerkingslaag.
Doordat het afwerkingsdeel via de schroefdraad verplaatsbaar is ten opzichte van het basisdeel, is de positie van het afwerkingsdeel traploos instelbaar of regelbaar ten opzichte van het basisdeel. Hierdoor kan het basisdeel vóór het aanbrengen van de afvverkingslaag in een vaste positie ten opzichte van een wand bevestigd worden, en kan men de positie van het afwerkingsdeel nadien, tijdens of na het aanbrengen van de afwerkingslaag, nog zo regelen of instellen dat het eindoppervlak van het afwerkingsdeel zich nauwkeurig in het vlak van de afwerkingslaag bevindt. Dit wandelement kan bijgevolg nauwkeuriger dan de bestände wandelementen in een afwerkingslaag geïntegreerd worden. De hoger aangeduide afwerkingsgebreken kunnen hierdoor vermeden worden of in belangrijke mate verminderd worden.
De positie van het eindoppervlak van het afwerkingsdeel wordt hierbij dus aangepast aan de dikte van de aangebrachte afwerkingslaag. De persoon die het wandelement bevestigt, hoeft dus niet vooraf te weten wat de exacte dikte van de afwerkingslaag zal zijn. De traploze instelling door middel van schroefdraad laat toe het eindoppervlak met een zeer grote nauwkeurigheid in het vlak van de afwerkingslaag te brengen.
Daar het afwerkingsdeel via schroefdraad verbonden is met het basisdeel kan men het wandelement ook gemakkelijk zo uitvoeren dat het afwerkingsdeel verwijderbaar is van het basisdeel. Het afwerkingsdeel dat met het eindopppervlak zichtbaar in een wand geïntegreerd is, kan hierdoor gemakkelijk vervangen worden door een ander afwerkingsdeel. Zo kan men bijvoorbeeld gemakkelijk het afwerkingsdeel vervangen door een afwerkingsdeel met een ander uitzicht (bv. uit een ander materiaal of met een andere kleur), of met een andere afmeting.
Het kan bijvoorbeeld ook wenselijk zijn om een afwerkingsdeel te vervangen door een afwerkingsdeel waarvan de afmetingen voorzien zijn om een afwerkingslaag met een andere dikte dan voorheen toe te laten. Vóór het aanbrengen van de afwerkingslaag weet men immers vaak al tussen welke grenswaarden de dikte van de afwerkingslaag zal liggen. Men kan dan een afwerkingsdeel kiezen met zodanige afmetingen dat het op het basisdeel geschroefde afwerkingsdeel, bij alle mogelijke diktes tussen deze grenswaarden, met het eindoppervlak in het vlak van de afwerkingslaag kan gebracht worden op die schroefdraad. Bij een wijziging van de voorziene grenswaarden, kan het afwerkingsdeel voor, tijdens of na het aanbrengen van de afwerkingslaag vervangen worden door een afwerkingsdeel met geschiktere afmetingen.
Het wandelement omvat een insteekopening waarlangs de eerste koppelmiddelen bereikbaar zijn, en waarbij deze eerste koppelmiddelen voorzien zijn om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een aan de wand te koppelen inrichting. Zo kan een aan een wand te bevestigen inrichting bijvoorbeeld voorzien zijn van een insteekpen die de genoemde tweede koppelmiddelen omvat, en die voorzien is om in de insteekopening van een wandelement geplaatst te worden, waarbij de eerste en tweede koppelmiddelen als gevolg van de insteekbeweging in samenwerking komen. Een dergelijke plug-in functie laat en zeer eenvoudige en gebruiksvriendelijke koppeling van een inrichting aan een wandelement toe. Bij verlichtingstoestellen van het plug-in type, wordt een dergelijke koppeling toegepast, waarbij het verlichtingstoestel, door het inbrengen van de insteekpen in de insteekopening, zowel mechanisch bevestigd is aan de wand als ook elektrisch verbonden is met elektrische geleiders die de stroomtoevoer naar het verlichtingstoestel verzekeren.
De eerste koppelmiddelen zijn voorzien in het basisdeel. Wanneer het afwerkingsdeel vervangen wordt, blijven de koppelmiddelen aanwezig in het wandelement. Deze koppelmiddelen kunnen voorzien zijn voor het realiseren van een elektrische verbinding. Daarbij is het uiteraard ook best dat de eerste koppelmiddelen, dewelke elektrisch verbonden zijn met een elektrische geleider die de stroomtoevoer verzekert, in het vast bevestigde basisdeel worden voorzien.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het wandelement volgens deze uitvinding, mondt de insteekopening uit in het eindoppervlak van het afwerkingsdeel. Als het eindoppervlak zichtbaar in het vlak van de afwerkingslaag voorzien is, is de insteekopening automatisch ook toegankelijk. Het materiaal van het eindoppervlak vormt hierbij een stevige rand omheen de insteekopening.
Verder zijn de eerste en tweede koppelmiddelen bij voorkeur ook voorzien om de inrichting losneembaar aan de wand te koppelen. Op deze manier kan men op een eenvoudige wijze een inrichting die gekoppeld is aan het wandelement terug verwijderen en eventueel vervangen door bijvoorbeeld een andere inrichting indien dit gewenst is.
De inrichting is bij voorkeur een elektrisch toestel, meer bepaald een verlichtingstoestel.
Het wandelement omvat bij voorkeur een opzetstuk dat op het afwerkingsdeel bevestigd is. Het opzetstuk omvat daarbij een opening die in het verlengde ligt van de insteekopening. Hierdoor blijft de insteekopening toegankelijk. Het opzetstuk vormt daarbij een kraag met grotere dwarsafinetingen dan de buitenafmetingen van het eindoppervlak van het afwerkingsdeel.
Bij een aangebrachte afwerkingslaag, zoals een pleisterlaag, kan de afwerkingslaag langs de buitenrand van het eindoppervlak van het afwerkingsdeel een overgangsvoeg vertonen. Deze overgangsvoeg volgt de omtrek van het eindoppervlak en kan een storend element zijn in de afwerking. Door op het afwerkingsdeel een opzetstuk te bevestigen met een kraag die grotere dwarsafmetingen heeft dan het eindoppervlak van het afwerkingsdeel, zal de kraag zich bovenop de afwerkingslaag over de overgangsvoeg heen uitstrekken en deze storende overgangsvoeg onzichtbaar maken. Als de afwerkingslaag in de zone omheen het wandelement barstjes of andere onvolkomenheden vertoont, kunnen deze uiteraard ook door de kraag van het opzetstuk onzichtbaar gemaakt worden.
Men werkt bij voorkeur met een opzetstuk dat losmaakbaar bevestigd is aan het afwerkingsdeel, bijvoorbeeld door middel van een schroefdraadverbinding. Naargelang de grootte van de te verbergen tussenvoeg of andere onvolkomenheden in de afwerkingslaag kan men werken met opzetstukken met andere dwarsafmetingen of andere vormen. Door het opzetstuk te vervangen door een opzetstuk uit een ander materiaal of met een andere vorm, afmeting of kleur kan men ook het uitzicht van de wand met geïntegreerde wandelementen wijzigen. Bij bepaalde toepassingen zal men eerder wensen dat het opzetstuk zo weinig mogelijk zichtbaar is.
Bij voorkeur omvat het opzetstuk een ringvormige kraag.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm omvat het basisdeel een eerste deel dat de genoemde eerste koppelmiddelen omvat en voorzien is om vast bevestigd te worden, en een tweede deel dat voorzien is om aan het eerste deel bevestigd te worden en de genoemde schroefdraad voor verbinding met het afwerkingsdeel omvat. Bij een dergelijk basisdeel kan men het eerste en het tweede deel uit een ander materiaal vervaardigen. Het tweede deel kan bijvoorbeeld uit een steviger materiaal (zoals metaal of een metaallegering) worden vervaardigd, terwijl het eerste deel bijvoorbeeld als een standaard stuk uit kunststof kan vervaardigd worden, wat de productiekost verminderd. De schroefdraadlengte van het tweede deel kan variëren naargelang de afmeting van het bijhorende afwerkingsdeel. Deze afmeting wordt bepaald in functie van de vooraf geschatte grenswaarden voor de dikte (minimum- en maximumdikte) van de afwerkingslaag.
De eerste koppelmiddelen zijn bij voorkeur voorzien om zowel een mechanische als een elektrische verbinding tot stand te brengen, en om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een elektrisch toestel, zoals een verlichtingstoestel. Doordat de eerste en tweede koppelmiddelen zowel een mechanische als een elektrische verbinding tot stand brengen, hoeft men geen bijkomende elektrische verbinding te realiseren voor een elektrisch toestel. Een dergelijk wandelement maakt het mogelijk om een elektrisch toestel door middel van compacte middelen en op een zeer eenvoudige manier, zonder gereedschappen, aan een wand te bevestigen en elektrisch te verbinden met de stroomtoevoer.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is minstens het afwerkingsdeel vervaardigd uit metaal of een metaallegering.
Deze uitvinding betreft eveneens een verlichtingssysteem dat één of meerdere verlichtingstoestellen en respectievelijke in een afwerkingslaag integreerbare wandelementen voor bevestiging van een respectievelijk verlichtingstoestel aan een wand omvat, waarbij de wandelementen wandelementen volgens deze uitvinding zijn en voorzien zijn van eerste koppelmiddelen die voorzien zijn om zowel een mechanische als een elektrische verbinding tot stand te brengen, en voorzien zijn om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een verlichtingstoestel.
Een dergelijk verlichtingssysteem omvat wandelementen die zo in een afwerkingslaag kunnen geïntegreerd worden dat het eindoppervlak zich nauwkeurig in het vlak van de afwerkingslaag bevindt, waardoor de afwerking veel minder gebreken vertoont dan bij bestaande verlichtingssystemen van dit type.
Bij voorkeur omvat elk verlichtingstoestel een insteekarm met tweede koppelmiddelen, zodat het verlichtingstoestel mechanisch en elektrisch koppelbaar is aan het wandelement.
Dit verlichtingssysteem laat toe om de verlichtingstoestellen op een bijzonder eenvoudige wijze door één insteekbeweging (plug-in) aan een wand te bevestigen en elektrisch te verbinden, terwijl de wandelementen met insteekopening op een esthetisch perfecte manier in de afwerkingslaag geïntegreerd zijn doordat het eindoppervlak met een grote nauwkeurigheid in het vlak van de afwerkingslaag ligt.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een wandelement voor een verlichtingssysteem en van een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van het wandelement, het verlichtingssysteem en de werkwijze aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij - Figuur 1 een langsdoorsnede volgens de lijn A-A (zie figuur 3) is van een wandelement dat in een afwerkingslaag van een plafond geïntegreerd is, en waarvan het afwerkingsdeel zich met het eindoppervlak in het vlak van de afwerkingslaag bevindt; - Figuur 2 het tweede deel van het basisdeel en het eraan bevestigde afwerkingsdeel van de op figuur 1 voorgestelde doorsnede toont, waarbij het afwerkingsdeel bijkomend voorzien is van een opzetring; - Figuur 3 een bovenaanzicht is van het op de figuren 1 en 2 voorgestelde tweede deel van het basisdeel; - Figuur 4 enkel het tweede deel van het basisdeel van de op figuren 1 en 2 voorgestelde doorsnede voorstelt; - Figuren 5 en 6 respectievelijk een onderaanzicht en een doorsnede volgens de lijn B-B zijn van het afwerkingsdeel van dit wandelement; - Figuren 7 en 8 respectievelijk een bovenaanzicht en een doorsnede volgens de lijn C-C zijn van een opzetring van dit wandelement; - Figuren 9 en 10 respectievelijk een onderaanzicht en een doorsnede volgens de lijn D-D zijn van een afdekstuk van het wandelement;
Op figuur 1 is een wandelement (1) omvattende een basisdeel (2) en een afwerkingsdeel (3) weergegeven. Dit wandelement (1) is bevestigd aan een plafondwand of een plafondstructuur (11) waarop een pleisterlaag (10) is aangebracht. Het wandelement (1) is geïntegreerd in deze pleisterlaag (10). Dit wandelement (1) kan een onderdeel zijn van een verlichtingssysteem, waarbij dit verlichtingssysteem één of meerdere verlichtingstoestellen en bijhorende wandelementen (1) omvat. Het wandelement (1) vormt in een dergelijk verlichtingssysteem niet enkel het bevestigingselement (1) waarmee het verlichtingstoestel aan de wand (11) bevestigd wordt, maar ook een connecter waarmee de elektrische verbinding tussen het verlichtingstoestel en de in de wand voorziene elektrische geleiders voor de stroomtoevoer tot stand gebracht wordt. Uiteraard zijn ook andere systemen dan verlichtingssystemen mogelijk. Zo kan het systeem i.p.v. een verlichtingstoestel een andere elektrisch toestel omvatten of een niet-elektrische inrichting zoals bijvoorbeeld een naambordje of een signalisatie- of informatiebord.
Het wandelement (1) omvat een basisdeel (2), bestaande uit twee aan elkaar bevestigde delen (2a), (2b), een afwerkingsdeel (3) met een eindoppervlak (5), en een opzetstuk (7) zoals voorgesteld op figuur 2 (op figuur 2 is het eerste deel (2a) van het basisdeel (2) niet voorgesteld).
Het basisdeel (2) omvat een eerste deel (2a) met een cirkelvormige voetplaat (15a) en een aan de bovenzijde op deze voetplaat (15a) aansluitend centraal lichaam dat eerste koppelmiddelen omvat om een mechanische en een elektrische verbinding tot stand te brengen met een verlichtingstoestel. Het basisdeel (2) omvat ook een tweede deel (2b) met een cirkelvormige voetplaat (15b) van dezelfde afmetingen als de voetplaat (15a) van het eerste deel (2a), en een centraal open cilindrisch lichaam dat zich loodrecht op de voetplaat (15b) uitstrekt. Dit open cilindrisch lichaam is voorzien van uitwendige schroefdraad (4a) om de schroefdraadverbinding met het afwerkingsdeel (3) tot stand te brengen.
In de cirkelvormige voetplaten (15a), (15b) van het eerste (2a) en het tweede deel (2b) van het basisdeel (2) zijn twee schroefopeningen (16a), (16b) voorzien (zie figuur 1) die zich tegenover elkaar bevinden, zodat beide delen (2a), (2b) verbonden kunnen worden met elkaar en met de plafondstructuur (11) door middel van twee schroeven (niet voorgesteld op de figuren).
Het afwerkingsdeel (3) is als een open cilindrisch element uitgevoerd (zie figuur 2) met inwendige schroefdraad (4b), zodat het afwerkingsdeel (3) op het cilindrisch lichaam van het tweede deel (2b) van het basisdeel (2) kan geschroefd worden. De ringvormige rand van het afwerkingsdeel (3) vormt dan het zogenaamde eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3). Ter hoogte van het eindoppervlak (5) bevindt zich ook de insteekopening (6) van het wandelement (1).
Het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) bevindt zich in het vlak van het zichtbare oppervlak van de pleisterlaag (10), het afwerkingsdeel (3) is met het basisdeel (2) verbonden door middel van de hoger genoemde overeenkomstige schroefdraden (4a), (4b) van het basisdeel (2) en het afwerkingsdeel (3).
Het basisdeel (2) is via schroeven door de openingen (16a), (16b) in de voetplaten (15a), (15b) vast verbonden met de plafondstructuur (11). Door de schroefdraadverbinding (4a), (4b) is de positie van het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) ten opzichte van het vast bevestigde basisdeel (2) traploos regelbaar. Een opzetstuk (7) is door middel van schroefdraad (4b), (14a) verbonden met het afwerkingsdeel (3).
Dit opzetstuk (7) omvat een relatief korte open cilindrische hals (17) met uitwendige schroefdraad (14a), een opening (8) die in het verlengde ligt van de insteekopening (6), en een ringvormig gedeelte dat een kraag (9) vormt aansluitend op het einde van deze hals (17). Het opzetstuk (7) kan met de hals (17) in het afwerkingsdeel (3) vastgeschroefd worden, waarbij de uitwendige schroefdraad (14a) van de hals (17) samenwerkt met de inwendige schroefdraad (4b) van het afwerkingsdeel (3) aan de zijde van het eindoppervlak (5).
Bij het installeren van het verlichtingssysteem worden de basisdelen (2) aan de plafondstructuur (11) bevestigd vooraleer de pleisterlaag (10) wordt aangebracht. Deze bevestiging gebeurt met schroeven doorheen de voetplaten (15a), (15b) van de twee op elkaar geplaatste delen (2a), (2b) van het basisdeel (2). Uiteraard kan deze bevestiging ook op een andere manier gebeuren. Bij het bevestigen van het basisdeel (2) kan het afwerkingsdeel (3), al dan niet voorzien van een opzetstuk (7), al bevestigd zijn aan het basisdeel (2). Dit afwerkingsdeel (3) kan ook na de bevestiging van het basisdeel (2) aan de plafondstructuur (11) worden aangebracht op het basisdeel (2). Bij de bevestiging van het basisdeel (2) wordt het eerste deel (2a) van het basisdeel (2) ook verbonden met de elektrische geleiders voor de stroomtoevoer. Door vervolgens het afwerkingsdeel (3) te verdraaien ten opzichte van het vast bevestigde basisdeel (2) kan de positie van het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) zo geregeld worden dat het eindoppervlak (5) komt te liggen waar vermoedelijk het zichtbare oppervlak van de aan te brengen pleisterlaag (10) zich zal bevinden.
Vervolgens wordt de pleisterlaag (10) aangebracht op de plafondstructuur (11). Tijdens of na het aanbrengen van die pleisterlaag (10), maar vóór het uitharden van de pleisterlaag (10), wordt de positie van het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) t.o.v. het basisdeel (2) zo geregeld dat het genoemde eindoppervlak (5) in het vlak van het zichtbare oppervlak van de pleisterlaag (10) komt te liggen.
Doordat de positie van het eindoppervlak (5) nog wijzigbaar is tijdens en na het aanbrengen van de pleisterlaag (10), is het geen nadeel meer dat de persoon die het wandelement (1) installeert vooraf niet precies weet welke de dikte van de pleisterlaag (10) zal zijn, en dus de positie van het eindoppervlak (5) niet precies kan bepalen.
De kraag (9) van het opzetstuk (7) bedekt het afwerkingsdeel (3) zodanig dat de overgangsvoeg tussen de pleisterlaag (10) en de buitenrand van het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) volledig is bedekt. Het opzetstuk (7) zorgt dus voor een afdekking van de storende overgangsvoeg.
Daarna wordt het verlichtingstoestel (niet op de figuren voorgesteld) via een klikverbinding verbonden met het bevestigingselement (1). Deze klikverbinding komt tot stand doordat het verlichtingstoestel een insteekarm met tweede koppelmiddelen omvat zodanig dat zodat het verlichtingstoestel mechanisch en elektrisch koppelbaar is met het bevestigingselement (1) via de eerste koppelmiddelen van het eerste deel (2a) van het basisdeel (2). Deze insteekarm wordt in de insteekopening (6) van het bevestigingselement (1) gebracht waarna de tweede koppelmiddelen vastklikken in een met de eerste koppelmiddelen gekoppelde toestand. Het voordeel van deze klikverbinding is dat de verbinding tussen het verlichtingstoestel en het bevestigingselement (1) niet permanent is. Het verlichtingstoestel kan immers makkelijk worden losgemaakt van het wandelement (1) door het lostrekken van de klikverbinding.
Bovendien kan deze klikverbinding op eenvoudige wijze en zonder gereedschappen tot stand worden gebracht of verbroken worden. Hierdoor kan men het verlichtingstoestel eenvoudig verwijderen als dit gewenst is en eventueel vervangen door een ander verlichtingstoestel of een ander elektrisch toestel dat via éénzelfde principe kan worden vastgeklikt aan het verbindingselement (1).
Hierdoor kan men de verlichtingsinrichting in een ruimte wijzigen, bijvoorbeeld om deze aan te passen aan een gewijzigde interieurinrichting, zonder wijziging van de bevestigingsmiddelen en de elektrische connectoren. Hierdoor worden ingrijpende werkzaamheden vermeden. Voor musea, verkoopsruimtes en toonzalen e.d., waar men de inrichting van het interieur en/of van de verlichtingsinrichting doorgaans frequent moet wijzigen is dit type verlichtingssysteem dus bijzonder geschikt.
Tijdens het aanbrengen van de pleisterlaag (10) kan de insteekopening (6) worden afgedekt door een afdekstuk (12) te verbinden met het afwerkingsdeel (3). Dit afdekstuk (12) belet dan stof en vuil om in de insteekopening (6) te komen tijdens het aanbrengen van de pleisterlaag (10). Ook indien men na het uitharden van de pleisterlaag (10) het verlichtingstoestel niet onmiddellijk wenst te plaatsen of als men na een bepaalde periode het verlichtingstoestel terug wil verwijderen, kan men de insteekopening (6) van het bevestigingselement (1) afdekken met behulp van een afdekstuk (12). Dit belet niet enkel stof en vuil om in de insteekopening (6) te komen, maar dit oogt esthetisch ook beter. Stof of vuil zou de goede mechanisch/elektrische werking van de eerste koppelmiddelen kunnen belemmeren.
Het afdekstuk (12) omvat een cilindrisch gesloten plaatje met een geringe hoogte uit bijvoorbeeld kunststof zoals Rulon of uit bijvoorbeeld brons. Het afdekstuk (12) wordt rechtstreeks verbonden met het afwerkingsdeel (3). Indien een opzetstuk (7) met het afwerkingsdeel (3) is verbonden, moet dit eerst worden verwijderd vooraleer het afdekstuk (12) verbonden kan worden met het afwerkingsdeel (3).
Het afdekstuk (12) met een cilindrische buitenwand is voorzien van uitwendige schroefdraad (14b) die voorzien is om samen te werken met de inwendige schroefdraad (4b) van het afwerkingsdeel (3) aan de zijde van het eindoppervlak (5). Aan één zijde van het afdekstuk (12), de zijde die na plaatsing zichtbaar is, is er in het cirkel vormig oppervlak van het plaatje een langwerpige gleuf (13) voorzien zodat het afdekstuk (12) met behulp van een schroevendraaier of dergelijke kan verdraaid worden om het vast te schroeven of te verwijderen. Het afdekstuk (12) kan eventueel beschilderd worden of beplakt worden zodanig dat het minder zichtbaar is t.o.v. de pleisterlaag (10).
Daar het bevestigingselement (1) van het verlichtingssysteem volgens de uitvinding perfect geïntegreerd is in de pleisterlaag (10), oogt zo’n verlichtingssysteem beter dan andere verlichtingssystemen.
Het eerste deel (2a) van het basisdeel (2) wordt bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. Het tweede deel (2b) van het basisdeel (2), het afwerkingsdeel (3) en het opzetstuk (7) worden bij voorkeur uit metaal vervaardigd zoals bijvoorbeeld brons.
Claims (14)
1. Werkwijze voor het zo in een afwerkingslaag (10) van een wand (11) integreren van een wandelement (1) dat een eindoppervlak (5) ervan zich nagenoeg in het vlak van de afwerkingslaag (10) bevindt, met het kenmerk dat een wandel ement (1) omvattende een vast bevestigbaar basisdeel (2) en een door middel van schroefdraad (4a), (4b) met dit basisdeel (2) verbonden afwerkingsdeel (3) wordt voorzien, dat het basisdeel (2) eerst in een vaste positie ten opzichte van de wand (11) wordt bevestigd, en dat, tijdens of na het aanbrengen van afwerkingslaag (10), de positie van het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) door middel van de genoemde schroefdraad (4a), (4b) zo wordt geregeld in functie van de dikte van de afwerkingslaag (10) , dat het eindoppervlak (5) ervan zich nagenoeg in het vlak van de afwerkingslaag (10) bevindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het wandelement (1) een insteekopening (6) omvat waarlangs eerste koppelmiddelen bereikbaar zijn voor samenwerking met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een aan de wand (11) te koppelen inrichting.
3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afwerkingslaag (10) een pleisterlaag (10) is, en dat de regeling van de positie van het afwerkingsdeel (3) gebeurt vóór het uitharden van de pleisterlaag (10).
4. Wandelement (1) voorzien om zo in een afwerkingslaag (10) van een wand (11) geïntegreerd te worden dat een eindoppervlak (5) ervan zich nagenoeg in het vlak van de afwerkingslaag (10) bevindt, waarbij het wandelement (1) een insteekopening (6) omvat waarlangs eerste koppelmiddelen bereikbaar zijn die voorzien zijn om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een aan de wand (11) te bevestigen inrichting en waarbij het wandelement (1) een vast bevestigbaar basisdeel (2) en een door middel van schroefdraad (4a), (4b) met dit basisdeel (2) verbonden afwerkingsdeel (3) omvat, met het kenmerk dat de eerste koppelmiddelen voorzien zijn in het basisdeel (2) en de positie van het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3) ten opzichte van het vast bevestigde basisdeel (2) traploos regelbaar is in functie van de dikte van de afwerkingslaag (10).
5. Wandelement (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de insteekopening (6) uitmondt in het eindoppervlak (5) van het afwerkingsdeel (3).
6. Wandelement (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppelmiddelen voorzien zijn voor het losneembaar aan de wand (11) bevestigen van de inrichting.
7. Wandelement (1) volgens een van de conclusies 4 tot 6, met het kenmerk dat de inrichting een elektrisch toestel is, in het bijzonder een verlichtingstoestel.
8. Wandelement (1) volgens een van de conclusies 4 tot 7, met het kenmerk dat het wandelement (1) een opzetstuk (7) omvat dat op het afwerkingsdeel (3) bevestigd is, dat het opzetstuk (7) een opening (8) omvat die in het verlengde ligt van de insteekopening (6), en een kraag (9) vormt met grotere dwarsafmetingen dan de buitenafmetingen van het afwerkingsdeel (3).
9. Wandelement (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het opzetstuk (7) een ringvormige kraag (9) omvat.
10. Wandelement (1) volgens een van de conclusies 4 tot 9, met het kenmerk dat het basisdeel (2) omvat, een eerste deel (2a) dat de genoemde eerste koppelmiddelen omvat en voorzien is om vast bevestigd te worden, en een tweede deel (2b) dat voorzien is om aan het eerste deel (2a) bevestigd te worden en dat de genoemde schroefdraad (4a) voor verbinding met het afwerkingsdeel (3) omvat.
11. Wandelement (1) volgens een van de conclusies 4 tot 10, met het kenmerk dat de eerste koppelmiddelen voorzien zijn om zowel een mechanische als een elektrische verbinding tot stand te brengen, en voorzien zijn om samen te werken met overeenstemmende tweede koppelmiddelen van een elektrisch toestel, zoals een verlichtingstoestel.
12. Wandelement (1) volgens een van de conclusies 4 tot 11, met het kenmerk dat minstens het afwerkingsdeel (3) vervaardigd is uit metaal of een metaallegering.
13. Verlichtingssysteem omvattende één of meerdere verlichtingstoestellen en respectievelijke in een afwerkingslaag (10) integreerbare wandelementen (1), voor het bevestigen van een respectievelijk verlichtingstoestel aan een wand (11), met het kenmerk dat het een wandelement (1) is volgens conclusie 11.
14. Verlichtingssysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het verlichtingstoestel een insteekarm met tweede koppelmiddelen omvat, zodat het verlichtingstoestel mechanisch en elektrisch koppelbaar is aan het wandelement (1).
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE201200530A BE1020686A5 (nl) | 2012-08-06 | 2012-08-06 | Wandelement en werkwijze om een dergelijk wandelement in een afwerkingslaag te integreren. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE201200530 | 2012-08-06 | ||
BE201200530A BE1020686A5 (nl) | 2012-08-06 | 2012-08-06 | Wandelement en werkwijze om een dergelijk wandelement in een afwerkingslaag te integreren. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1020686A5 true BE1020686A5 (nl) | 2014-03-04 |
Family
ID=46924165
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE201200530A BE1020686A5 (nl) | 2012-08-06 | 2012-08-06 | Wandelement en werkwijze om een dergelijk wandelement in een afwerkingslaag te integreren. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1020686A5 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4125850A1 (de) * | 1991-08-03 | 1993-02-04 | Reisser Schraubenwerk Gmbh & C | Schraubeinheit fuer abstandsmontage |
WO2003014487A1 (de) * | 2001-07-31 | 2003-02-20 | Frank Prochiner | Montagevorrichtung für wandelemente |
DE20313909U1 (de) * | 2003-09-04 | 2003-11-13 | Gräwe, Bernd, 45701 Herten | Befestigungssystem |
-
2012
- 2012-08-06 BE BE201200530A patent/BE1020686A5/nl active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4125850A1 (de) * | 1991-08-03 | 1993-02-04 | Reisser Schraubenwerk Gmbh & C | Schraubeinheit fuer abstandsmontage |
WO2003014487A1 (de) * | 2001-07-31 | 2003-02-20 | Frank Prochiner | Montagevorrichtung für wandelemente |
DE20313909U1 (de) * | 2003-09-04 | 2003-11-13 | Gräwe, Bernd, 45701 Herten | Befestigungssystem |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101738216B1 (ko) | 천정등 탈부착장치 | |
US20150362159A1 (en) | Magnetic Trim System for Luminaires | |
US8511867B1 (en) | Apparatus and method for providing adjustable lip heights for plaster applications on a ceiling surface | |
CN109155171A (zh) | 用于安装建筑物墙壁结构的电气设备的设备、系统和方法 | |
KR20180103828A (ko) | 전자 악기용 페달을 페달 보드에 연결하는 커넥터 | |
KR20160067002A (ko) | 천정등 탈부착장치 | |
CN110382952B (zh) | 用于将设备齐平安装的紧固系统和齐平式安装的设备 | |
BE1020686A5 (nl) | Wandelement en werkwijze om een dergelijk wandelement in een afwerkingslaag te integreren. | |
US20190101256A1 (en) | Lamps and Illuminated Hardscapes | |
KR200378270Y1 (ko) | 천정등 | |
EP2458265B1 (en) | Recessed lighting apparatus and cover therefor | |
JP2019512891A (ja) | 電気ケーブルの保持 | |
CN206943978U (zh) | 一种筒灯 | |
JP4915591B2 (ja) | 表面パネル取付構造 | |
CN107420808A (zh) | 一种筒灯及其安装方法 | |
EP3385615B1 (en) | Base for a modular lamp and modular lamp | |
JP3216587U (ja) | 扇風機のスタンドポール構造 | |
JP7016760B2 (ja) | 照明器具の取付け用補助具 | |
BE1021746B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het inbouwen van een elektrische module | |
KR101493271B1 (ko) | 슬래브에 매설된 전기 배선박스를 이용한 감시카메라의 설치구조 | |
KR101486338B1 (ko) | 다운 라이트 외함을 이용한 감시카메라의 설치구조 | |
KR20190094925A (ko) | 조명기구 | |
JPH11213746A (ja) | 埋込形照明器具 | |
BE1016885A3 (nl) | Verbeterde elektrische inbouwmodule. | |
JPH0643929Y2 (ja) | 照明カバー取付構造 |