BE1020659A3

BE1020659A3 - TUBE TRAILER.

Info

Publication number: BE1020659A3
Application number: BE201200330A
Authority: BE
Inventors: Joris Bogaert
Original assignee: B & A Automation Bvba
Priority date: 2012-05-18
Filing date: 2012-05-18
Publication date: 2014-02-04

Description

Buisrailwagen.Pipe rail trolley.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een buisrailwagen.The present invention relates to a pipe rail trolley.

Meer bepaald heeft de huidige uitvinding betrekking op zulke buisrailwagen die bedoeld is om over buizen van een tuinbouwserre te rijden, welke buizen dienst doen als rails, waarbij de buisrailwagen voorzien is van railwielen en aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de buisrailwagen over de buizen.More specifically, the present invention relates to such pipe rail trolley which is intended to travel over pipes of a horticultural greenhouse, which pipes serve as rails, wherein the pipe rail trolley is provided with rail wheels and drive means for moving the pipe rail trolley over the pipes.

Zulke buisrailwagens zijn reeds bekend volgens de stand van de techniek en ze worden gebruikt in de tuinbouw om verzorgers doorheen de tuinbouwserre te verplaatsen, bijvoorbeeld om de groei van de planten in de serre te controleren en om de planten te verzorgen of om planten of vruchten te oogsten en deze geoogste planten of vruchten af te voeren.Such pipe rail trolleys are already known in the art and are used in horticulture to move caretakers through the greenhouse, for example to control the growth of the plants in the greenhouse and to care for the plants or to care for plants or fruits. harvest and remove these harvested plants or fruits.

De buizen waarover zulke buisrailwagens rijden bestaan hierbij uit een paar verwarmingsbuizen die zoals rails van een spoorvoertuig parallel aan elkaar doorheen de serre lopen.The tubes on which such pipe rail trolleys travel consist of a pair of heating pipes which run parallel to each other through the greenhouse, like rails of a rail vehicle.

Meer bepaald worden zulke buizen gebruikelijk ter plaatse van het vrije pad tussen plantenrijen voorzien.In particular, such tubes are usually provided with the free path between rows of plants at the location.

De beide buizen in één pad vormen in de praktijk één doorlopende buis en zijn daartoe aan het einde van het pad onderling verbonden door middel van een bochtvormig buisdeel.In practice, the two tubes in one path form one continuous pipe and are therefore mutually connected at the end of the path by means of a bend-shaped pipe part.

Wanneer de planten welke bereikbaar zijn vanuit een bepaald pad behandeld of geïnspecteerd zijn, wordt een buisrailwagen van de buizenrail gereden op een lager gelegen verhard dwarspad.When the plants that are reachable from a certain path have been treated or inspected, a pipe rail trolley is driven from the pipe rail onto a lowered paved cross path.

De buizen zijn gebruikelijk zodanig opgesteld dat hun onderzijde even hoog reikt als de bovenzijde van de verharde dwarspad.The tubes are usually arranged in such a way that their underside reaches as high as the top of the paved cross path.

Het voornoemde bochtvormig buisdeel aan het einde van elk pad rust gebruikelijk meer bepaald op het bovenvlak van het verharde dwarspad.The aforementioned bend-shaped tube part at the end of each path usually rests, in particular, on the upper surface of the paved cross path.

Wanneer zulke bekende buisrailwagen van de buizenrail gereden wordt tot op het lager gelegen verhard dwarspad, dient de gebruiker van de buisrailwagen af te treden vooraleer of onmiddellijk nadat de overgang gemaakt wordt van de buizenrails naar het verhard dwarspad.When such known pipe rail trolley is driven from the pipe rail to the lower paved cross path, the user must step down from the pipe rail trolley before or immediately after the transition is made from the pipe rails to the paved cross path.

Inderdaad, de gebruikelijke aandrijvingen en opbouwstructuren voor buisrailwagens brengen bij de overgang van de buizenrails naar het verhard dwarspad een bruuske versnelling of vertraging met zich voorzien.Indeed, the usual drives and superstructure structures for pipe rail trolleys involve a sudden acceleration or deceleration at the transition from the pipe rails to the paved transverse path.

Een gebruikelijke buisrailwagen is voorzien van twee paar railwielen welke bedoeld zijn om op de buizen te steunen: één paar vooraan en één paar achteraan de buisrailwagen.A conventional pipe rail trolley is provided with two pairs of rail wheels which are intended to be supported on the pipes: one pair at the front and one pair at the rear of the pipe rail trolley.

Gebruikelijk zijn deze railwielen daartoe voorzien van een halfrond uitgehold contactvlak.For this purpose, these rail wheels are usually provided with a semicircular hollowed out contact surface.

Vaak is minstens één paar railwielen uitgevoerd als zogenaamde flenswielen.At least one pair of rail wheels is often designed as so-called flange wheels.

Flenswielen zijn wielen met twee functionele buitendiameters. Zoals de naam aangeeft zijn het wielen met halfrond uitgehold contactvlak en daarnaast voorzien van een flens zodat ze, enerzijds, kunnen steunen op. en samenwerken met de buizen en, anderzijds, kunnen steunen op een gebruikelijke ondergrond welke lager is gelegen dan de buizen, en dit laatste dan door contact van de flens met de ondergrond.Flange wheels are wheels with two functional outside diameters. As the name implies, the wheels have a semicircular hollowed out contact surface and are additionally provided with a flange so that, on the one hand, they can rest on. and cooperating with the tubes and, on the other hand, being able to rely on a conventional base which is lower than the tubes, and the latter then through contact of the flange with the base.

Het is gebruikelijk dat minstens één van de assen van de railwielen voorzien is van een aandrijving.It is common for at least one of the axles of the rail wheels to be provided with a drive.

Het is duidelijk dat de overgang van een buisrailwagen voorzien van flenswielen een versnelling met zich meebrengt bij de overgang van de rails naar het dwarspad of ook middenpad genoemd.It is clear that the transition from a pipe rail trolley provided with flanged wheels involves an acceleration at the transition from the rails to the transverse path or also called center path.

Naast de railwielen zijn zulke buisrailwagens gebruikelijk ook voorzien van zogenaamde manoeuvreerwielen, bedoeld voor het verplaatsen van de buisrailwagen wanneer deze zich niet op de rails bevindt.In addition to the rail wheels, such pipe rail trolleys are usually also provided with so-called maneuvering wheels, intended for moving the pipe rail trolley when it is not on the rails.

Dit kunnen zwenkwielen zijn, één of twee paar bijvoorbeeld, of twee vaste wielen en twee zwenkwielen, of vier haaks op de flenswielen geplaatste vaste wielen, of twee centraal geplaatste vaste wielen.These can be swivel wheels, for example one or two pairs, or two fixed wheels and two swivel wheels, or four fixed wheels placed at right angles to the flange wheels, or two centrally placed fixed wheels.

Zulke manoeuvreerwielen reiken gebruikelijk lager dan het contactvlak van de railwielen welke bedoeld zijn te steunen op de buizen.Such maneuvering wheels usually extend lower than the contact surface of the rail wheels which are intended to be supported on the tubes.

In zulk geval zijn ze gebruikelijk verder uit elkaar verwijderd en dus dichter bij de langse zijranden van de buisrailwagen voorzien dan de railwielen, een en ander zodanig dat ze geen belemmering vormen bij het op de rails rijden van de buisrailwagen.In such a case, they are usually further apart from each other and are thus provided closer to the longitudinal side edges of the pipe rail trolley than the rail wheels, all this in such a way that they do not constitute an obstacle to running the pipe rail trolley on the rails.

Inderdaad, zoals eerder gesteld zijn de beide buizen in één pad in de praktijk aan het einde van het pad onderling verbonden door middel van een bochtvormig buisdeel.Indeed, as stated earlier, the two tubes in one path are, in practice, mutually connected at the end of the path by means of a bend-shaped pipe part.

Dit bochtvormig buisdeel kan worden ontweken door de lager reikende manoeuvreerwielen op grotere onderlinge afstand te voorzien dan de afstand tussen de beide rails.This bend-shaped pipe part can be avoided by providing the lower-reaching maneuvering wheels at a greater mutual distance than the distance between the two rails.

Alternatief kunnen de manoeuvreerwielen voorzien zijn van een bijvoorbeeld hydraulisch hefsysteem, zodat ze in ingetrokken positie over het bochtvormig buisdeel kunnen verplaatst worden.Alternatively, the maneuvering wheels can be provided with a hydraulic lifting system, for example, so that they can be moved over the bend-shaped pipe part in the retracted position.

Wanneer de buisrailwagen tot op het verharde dwarspad is verplaatst, dient de buisrailwagen te worden verplaatst naar een volgende pad. Dit gebeurt gebruikelijk manueel.When the pipe rail trolley has been moved to the paved cross path, the pipe rail trolley must be moved to the next path. This is usually done manually.

Door de buisrailwagen te manoeuvreren worden de eventuele zwenkwielen gepast gericht zodat de verplaatsing op het dwarspad kan voltrokken worden tot aan een volgend pad.By maneuvering the pipe rail trolley, the pivot wheels, if any, are aligned appropriately so that the movement on the transverse path can be accomplished up to the next path.

Bijkomend manoeuvreren met het oog'op in lijn plaatsen van de buisrailwagen voor de set buizen dat door het betreffende pad loopt laat toe vervolgens de overgang te maken van de buisrailwagen van het pad naar de betreffende buizenset.Additional maneuvering with a view to aligning the pipe rail trolley for the set of pipes that runs through the relevant path then makes it possible to make the transition from the pipe rail carriage from the path to the relevant pipe set.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde nadelen van de bekende buisrailwagens en eventueel aan andere nadelen een oplossing te bieden.The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned disadvantages of the known pipe rail trolleys and possibly to other disadvantages.

Hiertoe betreft de uitvinding een buisrailwagen welke zowel over een set van buizen of rails kan rijden, als over een gebruikelijke ondergrond, waarbij de buisrailwagen voorzien is van railwielen en aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de buisrailwagen over de buizen, waarbij de aandrijfmiddelen minstens twee aandrijfwielen met onderling verschillende diameters omvatten welke met onderling verschillende omwentelsnelheden kunnen worden aangedreven.To this end the invention relates to a pipe rail trolley which can drive both over a set of pipes or rails and over a conventional surface, the pipe rail trolley being provided with rail wheels and drive means for moving the pipe rail trolley over the tubes, the drive means having at least two drive wheels with have mutually different diameters which can be driven with mutually different rotational speeds.

Een belangrijk voordeel bestaat erin dat zulke buisrailwagen bij de overgang van de buizenrails naar een gebruikelijke ondergrond zoals bijvoorbeeld een verhard dwarspad, bruuske versnellingen voorkomen worden.An important advantage consists in that abrupt accelerations are prevented at the transition from the pipe rails to a conventional surface such as, for example, a hardened transverse path.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvariante omvatten de aandrijfmiddelen een eerste aandrijfwiel met eerste diameter en een tweede aandrijfwiel met tweede diameter omvatten, waarbij de eerste diameter kleiner is dan de tweede diameter, en waarbij het eerste aandrijfwiel zodanig is opgesteld dat het kan samenwerken met de rails wanneer de buisrailwagen op de rails staat, en waarbij het tweede aandrijfwiel zodanig is opgesteld dat het kan samenwerken met de ondergrond wanneer de buisrailwagen zich nabij of op een gebruikelijke ondergrond bevindt.According to a preferred embodiment variant, the drive means comprise a first drive wheel with first diameter and a second drive wheel with second diameter, wherein the first diameter is smaller than the second diameter, and wherein the first drive wheel is arranged so that it can interact with the rails when the pipe rail trolley is on the rails, and wherein the second drive wheel is arranged so that it can interact with the substrate when the pipe rail trolley is near or on a conventional substrate.

Voorkeurdragend zijn twee zulke sets voorzien zodat voor elke buis een eerste aandrijfwiel is voorzien, en in de nabijheid ervan een tweede aandrijfwiel voor de samenwerking met de ondergrond.Two such sets are preferentially provided so that a first drive wheel is provided for each tube, and in its vicinity a second drive wheel for cooperation with the substrate.

Bij voorkeur omdat elk zulke set een motor, een eerste overbrenging naar het eerste aandrijfwiel en een tweede overbrenging naar het tweede aandrijfwiel.Preferably because each such set comprises a motor, a first transmission to the first drive wheel and a second transmission to the second drive wheel.

Zulke set is bijvoorkeur pendelend doch afgeveerd aan het raamwerk van de buisrailwagen voorzien, een en ander zodanig dat het goede contact tussen eerste aandrijfwiel en tweede aandrijfwiel met respectievelijk railbuis en ondergrond steeds optimaal is.Such a set is preferably provided with pivoting but sprung suspension on the frame of the pipe rail trolley, all this in such a way that the good contact between first drive wheel and second drive wheel with rail tube and base respectively is always optimal.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen, meer bepaald een bladsnijkar, volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in zijaanzicht een buisrailwagen volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 in meer detail een aandrijfset zoals in figuur 1 aangeduid met pijl F2 weergeeft.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a pipe rail trolley, more particularly a leaf cutting cart according to the invention, is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying figures, in which: figure 1 in side view represents a pipe rail trolley according to the invention; figure 2 represents a drive set as indicated by arrow F2 in more detail in figure 1.

In figuur 1 is een buisrailwagen 1 weergegeven, althans zonder weergave van de bovenbouw welke op diverse wijzen kan worden voltrokken, bijvoorbeeld door een in de hoogte verstelbaar werkplatform te voorzien.Figure 1 shows a pipe rail trolley 1, at least without display of the superstructure which can be completed in various ways, for example by providing a height-adjustable working platform.

De buisrailwagen 1 omvat een raamwerk 2 waaraan vier railwielen 3 zijn voorzien, hier meer bepaald per paar voorzien op een voorste as 4 en een achterste as 5.The pipe rail trolley 1 comprises a framework 2 on which four rail wheels 3 are provided, here more specifically provided per pair on a front axle 4 and a rear axle 5.

Wanneer hier en verder naar voorkant of achterkant wordt verwezen, of bijhorend gelegen voorste of achterste onderdeel, dan mag de linkse zijde op de figuur 1 als voorkant worden aanzien, en visa versa.When reference is made here and further to the front or rear, or the front or rear component correspondingly situated, the left-hand side in Figure 1 may be regarded as front, and vice versa.

De railwielen 3 vertonen een halfrond uitgehold contactvlak zodat ze in zijaanzicht, zoals weergegeven in figuur 1, de buis waarop ze steunen deels verscholen houden.The rail wheels 3 have a semicircular hollowed out contact surface so that in side view, as shown in figure 1, they partially hide the tube on which they are supported.

Merk op dat het hoofdsteunvlak van zulke railwielen 3 met uitgehold contactvlak het meest verdoeken gedeelte is van het uitgeholde contactvlak.Note that the head support surface of such rail wheels 3 with hollowed out contact surface is the most recessed part of the hollowed out contact surface.

In de nabijheid van elk van de railwielen 3 is een zwenkwiel 6 voorzien, hier meer bepaald verder uit elkaar verwijderd en dus dichter bij de langse zijranden van de buisrailwagen 1 voorzien dan de railwielen 3, althans in naar buiten gezwenkte positie ervan.A pivot wheel 6 is provided in the vicinity of each of the rail wheels 3, here more specifically further apart from one another and thus provided closer to the longitudinal side edges of the pipe rail trolley 1 than the rail wheels 3, at least in its outwardly swiveled position.

Hoofdzakelijk halverwege de voorste as 4 en een achterste as 5 zijn hier twee aandrijfsets 7 voorzien, meer bepaald op gepaste onderlinge afstand, hoofdzakelijk in overeenstemming met de onderlinge afstand tussen de railwielen 3 welke op eenzelfde as zijn voorzien.Essentially halfway between the front axle 4 and a rear axle 5, two drive sets 7 are provided here, more particularly at an appropriate mutual distance, mainly in accordance with the mutual distance between the rail wheels 3 which are provided on the same axle.

Zoals in meer detail weergegeven in figuur 2, omvat elke aandrijfset 7 een draagarm 8 welke scharnierbaar of pendelbaar kan worden aangebracht op het raamwerk 2 van de buisrailwagen 1.As shown in more detail in Figure 2, each drive set 7 comprises a support arm 8 which can be hinged or pivotably mounted on the frame 2 of the pipe rail trolley 1.

Hiertoe is in deze uitvoeringsvorm een bevestigingsbeugel 9 voorzien welke vast kan worden aangebracht op het raamwerk 2 en waarop de draagarm 8 pendelbaar kan worden aangebracht, hier ter plaatse van een uiteinde van de draagarm 8.To this end, in this embodiment, a mounting bracket 9 is provided which can be fixedly mounted on the frame 2 and on which the supporting arm 8 can be mounted pivotably, here at the end of the supporting arm 8.

Verder zijn op de draagarm 8 een motor 10 voorzien, een eerste aandrijfwiel 11 met eerste diameter en een tweede aandrijfwiel 12 met tweede diameter, waarbij de eerste diameter kleiner is dan de tweede diameter.Furthermore, a motor 10 is provided on the support arm 8, a first drive wheel 11 with a first diameter and a second drive wheel 12 with a second diameter, the first diameter being smaller than the second diameter.

Het eerste aandrijfwiel 11 is.voorzien op een eerste as 13 terwijl het tweede aandrijfwiel 12 is voorzien op een tweede as 14 welke assen hier niet samenvallen.The first drive wheel 11 is provided on a first shaft 13 while the second drive wheel 12 is provided on a second shaft 14, which axes do not coincide here.

Tussen de motor 10 en het eerste aandrijfwiel 11 is een eerste overbrenging voorzien, en tussen de motor 10 en het tweede aandrijfwiel 12 is een tweede overbrenging voorzien met bijhorende eerste en tweede overbrengingsverhouding.A first transmission is provided between the motor 10 and the first drive wheel 11, and between the motor 10 and the second drive wheel 12 a second transmission is provided with corresponding first and second transmission ratios.

Ter plaatse van het uiteinde van de draagarm 8 dat verwijderd is van de scharnierverbinding van de draagarm 8 met het raamwerk 2, hier dus verwijderd van de bevestigingsbeugel 9, is tussen de draagarm 8 en het raamwerk 2 een veer 15 voorzien.At the end of the support arm 8 which is removed from the hinge connection of the support arm 8 with the frame 2, thus here removed from the mounting bracket 9, a spring 15 is provided between the support arm 8 and the frame 2.

De veer 15 betreft hier meer bepaald een spiraalveer 15 voorzien omheen een cilindervormige bus 16 welke voorzien is op een geleidingsbeugel 17 welke vast kan worden aangebracht op het raamwerk 2.The spring 15 here relates more particularly to a spiral spring 15 provided around a cylindrical bush 16 which is provided on a guide bracket 17 which can be fixedly mounted on the frame 2.

In figuur 1 is de buisrailwagen 1 op een buizenrail 18 geplaatst, welke buizenrail 18 op regelmatige afstand ondersteund wordt door steunvoeten 18B.In figure 1 the pipe rail trolley 1 is placed on a pipe rail 18, which pipe rail 18 is supported at regular intervals by support feet 18B.

In deze uitvoering, zoals links op de figuur 1 aangegeven, is de buizenrail 18 voorzien van een bochtvormig buisdeel 19 welke de parallelle buisdelen van eenzelfde verwarmingsbuis doorlopend verbindt.In this embodiment, as indicated on the left in Figure 1, the pipe rail 18 is provided with a bend-shaped pipe part 19 which continuously connects the parallel pipe parts of the same heating pipe.

Het bochtvormig buisdeel 19 rust op een verhard dwarspad 20 of tussenpad, bijvoorbeeld vervaardigd uit beton.The bend-shaped pipe part 19 rests on a hardened cross path 20 or intermediate path, for example manufactured from concrete.

Het bovenvalk van het dwarspad 20 is bijgevolg lager gelegen dan de bovenzijde van de buizen van de buizenrail 18, hier meer bepaald 51 millimeter lager.The upper falcon of the cross path 20 is therefore lower than the upper side of the tubes of the tube rail 18, in particular 51 millimeters lower here.

Hier vertonen de buizen van de buizenrail 18 een buitendiameter van 51 millimeter, doch andere gebruikelijke buitendiameters zijn 45 millimeter of 57 millimeter.Here, the tubes of the tube rail 18 have an outer diameter of 51 millimeters, but other conventional outer diameters are 45 millimeters or 57 millimeters.

De eerste diameter van het eerste aandrijfwiel 11 en de tweede diameter van het tweede aandrijfwiel 12 zijn zodanig dat het verschil van beide minstens gelijk is aan, doch liever groter is dan het tweevoud van de diameter van de buizen.The first diameter of the first drive wheel 11 and the second diameter of the second drive wheel 12 are such that the difference between the two is at least equal to, but more preferably, greater than twice the diameter of the tubes.

In deze uitvoeringsvorm vertoont het eerste aandrijfwiel 11 een eerste diameter gelijk aan 125 millimeter, en het tweede aandrijfwiel 12 een tweede diameter gelijk aan 250 millimeter. Het verschil van 125 millimeter is inderdaad groter dan het tweevoud van de diameter van de buizen, hier 102 millimeter.In this embodiment, the first drive wheel 11 has a first diameter equal to 125 millimeters, and the second drive wheel 12 has a second diameter equal to 250 millimeters. The difference of 125 millimeters is indeed greater than twice the diameter of the tubes, here 102 millimeters.

De werking van de buisrailwagen 1 volgens de figuren 1 tot 2 is eenvoudig en als volgt.The operation of the pipe rail trolley 1 according to figures 1 to 2 is simple and as follows.

Wanneer de buisrailwagen 1 op de buizenrail 18 is geplaatst, is het duidelijk dat deze kan worden voortbewogen door het contact of de samenwerking van het eerste aandrijfwiel 11 met de buizen van de buizenrail.When the pipe rail trolley 1 is placed on the pipe rail 18, it is clear that it can be advanced by the contact or cooperation of the first drive wheel 11 with the pipes of the pipe rail.

De buisrailwagen 1 steunt daarbij niet enkel op de railwielen 3, maar ook op de centraal gelegen eerste aandrijfwielen 11 van de beide aandrijfsets 7.The pipe rail trolley 1 thereby rests not only on the rail wheels 3, but also on the centrally located first drive wheels 11 of the two drive sets 7.

Merk op dat de veer 15 de pendelend opgehangen draagarm 8 ten allen tijde neerwaarts drukt, een en ander zodanig dat zelfs bij neerwaarts doorgebogen railbuizen contact van het eerste aandrijfwiel 11 met de buizen van de buizenrail gegarandeerd blijft.Note that the spring 15 at all times presses down the pendently suspended support arm 8, so that even with downwardly bent rail tubes contact of the first drive wheel 11 with the tubes of the tube rail is guaranteed.

Het is een welgekend probleem dat de buizen van een buizenrail 18 doorbuigen, en afhankelijk van de positie van de buisrailwagen 1 ten opzichte van de steunvoeten 18BIt is a well-known problem that the pipes of a pipe rail 18 bend, and depending on the position of the pipe rail trolley 1 relative to the support feet 18B

van de buizenrail 18, kan deze doorbuiging opwaarts of neerwaarts zijn.of the pipe rail 18, this deflection may be up or down.

Door de gepaste geometrie, plaatsing en samenbouw van de draagarm 8 en het daarop aangebrachte eerste aandrijfwiel 11, kan bekomen worden dat deze laatste steeds zowel opwaarts als neerwaarts de voorkomende spelingen kan opvangen.Due to the appropriate geometry, placement and assembly of the bearing arm 8 and the first drive wheel 11 mounted thereon, it can be achieved that the latter can always accommodate the occurring clearances both upwards and downwards.

Zolang de buisrailwagen 1 op de buizenrail 18 is geplaatst en zich op een afstand van het dwarspad 20 bevindt, zweven de zwenkwielen 6 aan de buitenzijde van de buizenrail 18, en zweeft ook het tweede aandrijfwiel 12 van elke aandrijfset 7 contactvrij tussen de buizen van de buizenrail 18.As long as the pipe rail trolley 1 is placed on the pipe rail 18 and is at a distance from the transverse path 20, the pivot wheels 6 float on the outside of the pipe rail 18, and the second drive wheel 12 of each drive set 7 also floats contact-free between the tubes of the pipe rail 18.

Bij de overgang van zulke buisrailwagen 1 van de buizenrail 18 naar het dwarspad 20 zullen eerst de voorste railwielen 3 tot voorbij het bochtvormig buisdeel 19 worden verplaatst en vrij zwevend boven het dwarspad 20 plaats nemen.At the transition of such pipe rail trolley 1 from the pipe rail 18 to the cross path 20, the front rail wheels 3 will first be moved beyond the bend-shaped pipe part 19 and take a floating position above the cross path 20.

De voorste zwenkwielen 6 zullen mogelijks als eerste contact maken met het dwarspad 20, hoewel dit niet noodzakelijk is, bijvoorbeeld wanneer de buisrailwagen 1 bij de overgang op eerste aandri j f swielen 11 en op de achterste railwielen 3 zou rusten.The front swivel wheels 6 may first make contact with the cross path 20, although this is not necessary, for example if the pipe rail trolley 1 should rest at the transition to first drive wheels 11 and to the rear rail wheels 3.

Van zodra de aandrijf sets 7 in de nabijheid komen van het dwarspad 20, zullen de tweede aandrijfwielen 12 contact maken met het dwarspad 20.As soon as the drive sets 7 come in the vicinity of the cross path 20, the second drive wheels 12 will make contact with the cross path 20.

Merk op dat wanneer het verschil tussen de eerste diameter van het eerste aandrijfwiel 11 en de tweede diameter van het tweede aandrijfwiel 12 groter is dan het tweevoud van de diameter van de buizen, dit contact zich zelfs zal voordoen wanneer de eerste aandrijfwielen 11 zich ter plaatse het buisvormig buisdeel 19 bevinden.Note that if the difference between the first diameter of the first drive wheel 11 and the second diameter of the second drive wheel 12 is greater than twice the diameter of the tubes, this contact will occur even when the first drive wheels 11 are in place the tubular tube part 19.

De draagarm 8 zal opwaarts geduwd worden tot de eindslag bereikt is, ten gevolge waarvan de buisrailwagen 1 enigszins opgetild wordt.The carrying arm 8 will be pushed upwards until the final stroke is reached, as a result of which the pipe rail trolley 1 is lifted slightly.

Dankzij de gepaste overbrengingsverhoudingen van, enerzijds, de eerste overbrenging tussen de motor 10 en het eerste aandrijfwiel 11 en, anderzijds, van de tweede overbrenging tussen de motor 10 en het tweede aandrijfwiel 12, zal een bruuske versnelling voorkomen worden bij deze overgang.Thanks to the appropriate gear ratios of, on the one hand, the first transmission between the motor 10 and the first drive wheel 11 and, on the other hand, of the second transmission between the motor 10 and the second drive wheel 12, a sudden acceleration will be prevented at this transition.

Inderdaad, de snelheid van de buisrailwagen 1 stemt overeen met de omwentelsnelheid vermenigvuldigd met de halve diameter van het actieve aandrijfwiel 11 of 12.Indeed, the speed of the pipe rail trolley 1 corresponds to the speed of rotation multiplied by half the diameter of the active drive wheel 11 or 12.

Door de verhouding van de overbrengingsverhoudingen van de eerste overbrenging en de tweede overbrenging hoofdzakelijk te laten overeenstemmen met de omgekeerde verhouding van de eerste diameter en de tweede diameter, wordt de beoogde vloeiende overgang van buizenrail 18 naar dwarspad 20 bekomen.By having the ratio of the transmission ratios of the first transmission and the second transmission essentially correspond to the inverse ratio of the first diameter and the second diameter, the intended smooth transition from pipe rail 18 to cross path 20 is achieved.

De gebruiker van de buisrailwagen 1 volgens de uitvinding dient de buisrailwagen 1 zelfs niet af te treden vooraleer de overgang gemaakt wordt van de buizenrails 18 naar het verhard dwarspad 20.The user of the pipe rail trolley 1 according to the invention should not even step down the pipe rail trolley 1 before the transition is made from the pipe rails 18 to the paved transverse path 20.

Eenmaal de buisrailwagen 1 zich volledig op het dwarspad 20 bevindt, wat bekomen wordt door de buisrailwagen 1 uitgaande van de laatst besproken positie hoofdzakelijk rechtdoor te verplaatsen, rust deze steeds geheel of deels op de beide tweede aandrijfswielen 12, en eventueel bijkomend op de voorste of achterste set zwenkwielen 6, of op beide sets zwenkwielen.Once the pipe rail trolley 1 is completely on the transverse path 20, which is obtained by moving the pipe rail trolley 1 substantially straight ahead from the last discussed position, it always rests wholly or partly on the two second drive wheels 12, and optionally also on the front or rear wheels. rear set of castors 6, or on both sets of casters.

Inderdaad, de zwenkwielen 6 kunnen daartoe op gepaste hoogte zijn aangebracht op het raamwerk 2, een en ander afgestemd op de geometrie, de afmetingen en de positionering van de draagarm 8, de instelling van bijhorende eindaanslag en de diameter van het tweede aandrijfwiel 12.Indeed, the swivel wheels 6 can for this purpose be arranged at a suitable height on the frame 2, all this adjusted to the geometry, the dimensions and the positioning of the bearing arm 8, the adjustment of the associated end stop and the diameter of the second drive wheel 12.

Merk op dat de instelbaarheid van de eindaanslag tevens de mogelijkheid biedt dezelfde maten voor de aandrijfswielen 11 en 12 aan te wenden voor verschillende buizendiameters.Note that the adjustability of the end stop also offers the possibility of using the same dimensions for the drive wheels 11 and 12 for different pipe diameters.

Verder manoeuvreren van de buisrailwagen 1 volgens de uitvinding, bijvoorbeeld draaien en verder verrijden en weerom draaien tot voor een volgende buizenrail 18, kan door de motoren 10 van de aandrijf sets 7 gepast aan te sturen, i.e. verschillend indien het maken van een bocht beoogd wordt.Further maneuvering of the pipe rail trolley 1 according to the invention, for example turning and moving further and turning again for a subsequent pipe rail 18, can be suitably controlled by controlling the motors 10 of the drive sets 7, ie different if it is intended to make a bend .

Deze eenvoudige besturing is een voordeel dat bekomen wordt dankzij de positionering van de aandrijfsets 7, i.e. tussen de voorste as 4 en een achterste as 5.This simple control is an advantage that is achieved thanks to the positioning of the drive sets 7, i.e. between the front axle 4 and a rear axle 5.

In de besproken uitvoeringsvorm zijn de aandrijfsets 7 hoofdzakelijk halverwege tussen de voorste as 4 en een achterste as 5 voorzien, welke positie voorkeurdragend is doch niet noodzakelijk.In the discussed embodiment, the drive sets 7 are provided substantially midway between the front axle 4 and a rear axle 5, which position is preferred but not necessary.

Deze tussengelegen positie van aandrijfsets 7, en in het bijzonder ook de hoofdzakelijk centrale positie ervan, brengt tevens het voordeel met zich mee dat de last van de buisrailwagen 1, wanneer deze op de buizenrail 18 is geplaatst, over zes draagpunten wordt verdeeld.This intermediate position of drive sets 7, and in particular also the substantially central position thereof, also has the advantage that the load of the pipe rail trolley 1, when placed on the pipe rail 18, is distributed over six bearing points.

Dit brengt, enerzijds, minder doorbuiging van de buizen met zich mee en, anderzijds, biedt de mogelijkheid zoals eerder gesteld mede dankzij de pendelende en geveerde ophanging van de draagarm 8, ten allen tijde op flexibele wijze contact van het eerste aandrijfwiel 11 met de buizen van de buizenrail mogelijk te maken.On the one hand, this results in less bending of the tubes and, on the other hand, offers the possibility, as stated earlier, partly thanks to the oscillating and resilient suspension of the bearing arm 8, flexible contact of the first drive wheel 11 with the tubes at all times. of the pipe rail.

Het is duidelijk dat de centrale positie van de aandrijfsets echter geen vereiste is voor het bekomen van een vloeiende overgang van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding van een buizenrail 18 naar een dwarspad of andere gebruikelijke verharde ondergrond.It is clear, however, that the central position of the drive sets is not a requirement for achieving a smooth transition from a pipe rail trolley 1 according to the invention from a pipe rail 18 to a transverse path or other conventional paved surface.

Het is overigens mogelijk de aandrijfsets vooraan of achteraan de buisrailwagen 1 te voorzien, bijvoorbeeld ter vervanging van een set railwielen 3.Incidentally, it is possible to provide the drive sets at the front or at the rear of the pipe rail trolley 1, for example to replace a set of rail wheels 3.

Het is overigens ook mogelijk slechts één aandrijfset 7 te voorzien, of slechts één motor 10 te voorzien welke dan twee assen aandrijft met aan beider uiteinden de betreffende eerste en tweede aandrijfwielen 11 en 12.Incidentally, it is also possible to provide only one drive set 7, or to provide only one motor 10 which then drives two axles with the respective first and second drive wheels 11 and 12 at both ends.

Het eventueel voorzien van een differentieel biedt dan opnieuw een verbeterde bestuurbaarheid.The possible provision of a differential then again offers improved controllability.

De aandrij fwielen 11 en 12 kunnen overigens ook op één as voorzien worden, waarbij planetaire overbrengingen worden aangewend om de onderscheidende overbrengingsverhoudingen te bekomen.Incidentally, the drive wheels 11 and 12 can also be provided on one axis, whereby planetary transmissions are used to obtain the distinctive transmission ratios.

Het is ook mogelijk dat per aandrijfwiel 11 en 12, een aparte motor 10 voorzien wordt.It is also possible that a separate motor 10 is provided for each drive wheel 11 and 12.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding, doch zulke buisrailwagen 1 volgens de uitvinding kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The invention is by no means limited to the embodiment of a pipe rail trolley 1 according to the invention described by way of example and shown in the figures, but such pipe rail trolley 1 according to the invention can be realized in all sorts of other ways without departing from the scope of the invention.

Claims

A pipe rail trolley (1) which can run both over a set of pipes or a pipe rail (18) and over a conventional surface (20), the pipe rail trolley (1) comprising a frame (2) on which rail wheels (3) and drive means for forwarding the pipe rail trolley (1) over the tubes, characterized in that the drive means comprise at least a first drive wheel (11) and a second drive wheel (12) with mutually different diameters, and either - a motor (10) and between the motor (10) and the first drive wheel (11) a first transmission with first transmission ratio, and between the motor (10) and the second drive wheel (12) a second transmission with a second transmission ratio; - or, two motors, wherein a first motor is connected directly or indirectly to the first drive wheel (11), and wherein a second motor is directly or indirectly connected to the second drive wheel (12), and a control unit which motors the motors in appropriate ratio can control; this in such a way that the two drive wheels (11, 12) can be driven with mutually different but coordinated speeds of rotation.

Pipe rail trolley (1) according to claim 1, characterized in that the ratio of the rotational speeds of the two drive wheels (11, 12) substantially corresponds to the inverted ratio of respective diameters of the drive wheels (11, 12).

Pipe rail trolley (1) according to one or more of the preceding claims, characterized in that the first drive wheel (11) and the second drive wheel (12) are provided on a first axle (13) and on a second axle (14) respectively.

Pipe rail trolley (1) according to one or more of the preceding claims, characterized in that the first drive wheel (11) and the second drive wheel (12) are provided on one axis and that the first transmission and the second transmission are integrated in a planetary transmission.

Pipe rail trolley (1) according to one or more of the preceding claims, characterized in that a plurality of sets are provided with first drive wheel (11) and second drive wheel (12), all coupled to the same motor, possibly with an intermediate differential.

Pipe rail trolley (1) according to one or more preceding claims, characterized in that the first drive wheel (11) is arranged on the frame (2) in such a way that it can interact with the pipe rail (18), and wherein the second drive wheel (12) is arranged on the frame (2) in such a way that it can cooperate with the substrate, all this when the pipe rail trolley (1) is partially placed on the pipe rail (18) and is partly on a conventional substrate.

Pipe rail trolley (1) according to one or more preceding claims, characterized in that the pipe rail trolley (1) comprises at least one drive set (7) which comprises a support arm (8) on which are provided a motor (10), a first drive wheel (11) , a second drive wheel (12), a first transmission with a first gear ratio between the motor (10) and the first drive wheel (11), a second gear with a second gear ratio between the motor (10) and the second drive wheel (12).

Pipe rail trolley (1) according to claim 7, characterized in that the supporting arm (8) is mounted on the frame (2) in a hinged or hinged manner.

Pipe rail trolley (1) according to claim 8, characterized in that the frame (2) is provided with castors (6) which, in the position of use of the pipe rail trolley (1), reach lower than the rail wheels (3), wherein the carrying arm (8) an end stop is pivotally arranged on the frame (2), and wherein the end stop is set such that at a position of the supporting arm (8) up to the end stop, the second drive wheel (12) in use position extends lower than the swivel wheels (6) .