BE1020425A5 - Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1020425A5 BE1020425A5 BE2011/0653A BE201100653A BE1020425A5 BE 1020425 A5 BE1020425 A5 BE 1020425A5 BE 2011/0653 A BE2011/0653 A BE 2011/0653A BE 201100653 A BE201100653 A BE 201100653A BE 1020425 A5 BE1020425 A5 BE 1020425A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- model
- articulator
- view
- patient
- plane
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N7/00—Television systems
- H04N7/18—Closed-circuit television [CCTV] systems, i.e. systems in which the video signal is not broadcast
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61C—DENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
- A61C11/00—Dental articulators, i.e. for simulating movement of the temporo-mandibular joints; Articulation forms or mouldings
- A61C11/005—Dental articulators, i.e. for simulating movement of the temporo-mandibular joints; Articulation forms or mouldings with tracing devices
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61C—DENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
- A61C11/00—Dental articulators, i.e. for simulating movement of the temporo-mandibular joints; Articulation forms or mouldings
- A61C11/08—Dental articulators, i.e. for simulating movement of the temporo-mandibular joints; Articulation forms or mouldings with means to secure dental casts to articulator
- A61C11/081—Dental articulators, i.e. for simulating movement of the temporo-mandibular joints; Articulation forms or mouldings with means to secure dental casts to articulator with adjusting means thereof
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61C—DENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
- A61C13/00—Dental prostheses; Making same
- A61C13/0003—Making bridge-work, inlays, implants or the like
- A61C13/0004—Computer-assisted sizing or machining of dental prostheses
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61C—DENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
- A61C19/00—Dental auxiliary appliances
- A61C19/04—Measuring instruments specially adapted for dentistry
- A61C19/045—Measuring instruments specially adapted for dentistry for recording mandibular movement, e.g. face bows
-
- G—PHYSICS
- G06—COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
- G06V—IMAGE OR VIDEO RECOGNITION OR UNDERSTANDING
- G06V40/00—Recognition of biometric, human-related or animal-related patterns in image or video data
- G06V40/10—Human or animal bodies, e.g. vehicle occupants or pedestrians; Body parts, e.g. hands
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Dentistry (AREA)
- Epidemiology (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Human Computer Interaction (AREA)
- Dental Tools And Instruments Or Auxiliary Dental Instruments (AREA)
- Dental Prosthetics (AREA)
Description
Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het gebruiken van data van een patiënt voor het maken van een gebitelement of (virueel) hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, en in het bijzonder voor het maken van een gehele of partiële prothese, een tandkroon of een brug, of van een (virtueel) hulpmiddel op maat zoals een (virtuele) richtplaat, bijvoorbeeld voor implantaten, of van een correctiemal, bijvoorbeeld voor een gingivacorrectie of een botcorrectie. De uitvinding heeft ook betrekking op een facebow, en op een articulator, in het bijzonder voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
Wanneer een patiënt zijn gebit wenst te laten aanpassen, maakt hij hiervoor een afspraak bij een tandarts. De tandarts maakt bijvoorbeeld een gipsafdruk van het gebit van de patiënt, of maakt een digitaal model van het gebit met behulp van een mondscanner. Dit fysisch studiemodel of virtueel studiemodel wordt vervolgens bezorgd aan een tandtechnicus. Volgens de bestaande werkwijzen worden kronen en bruggen geplaatst op basis van de ervaring van de tandtechnicus. Deze beschikt echter over minder informatie dan de tandarts. De patiënt is immers niet aanwezig in het labo en de tandtechnicus moet zich dus volledig baseren op het studiemodel. De tandtechnicus beschikt dus niet over bijkomende informatie betreffende het gelaat van de patiënt, zoals de ooglijn tussen de pupillen, het Campervlak, enz.
WO 2008/031614 beschrijft een werkwijze voor het vervaardigen van een tandprothese met de volgende stappen: het verzamelen van data over de te vervangen tanden en het gebied daarrond; het compileren van een databank met de data voor geprefabriceerde tandvervangingsdelen; het uitsluiten van deze tandvervangingsdelen die op basis van de data niet geschikt zijn omwille van functionele en/of esthetische en/of stabiliteitsredenen; en het selecteren van de te gebruiken tandvervangingsdelen.
WO 2009/105684 beschrijft een werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement op maat waarin digitale data van de patiënt verzameld wordt en verstuurd wordt naar een tandlabo.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een werkwijze te verschaffen waarmee het gebit op een meer correcte wijze kan worden aangepast. Voordelige uitvoeringen van deze werkwijze moeten een betere communicatie tussen de tandarts en de tandtechnicus toelaten.
Daartoe onderscheidt een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zich daarin dat deze de volgende stappen omvat. Ten minste een eerste fotografisch beeld van een vooraanzicht van de patiënt en een tweede fotografisch beeld van een zijaanzicht van de patiënt worden geanalyseerd waarbij een aantal maten worden berekend: een eerste maat voor de richting van de hoektandlijn ten opzichte van de ooglijn; en een tweede maat voor de richting van het occlusievlak ten opzichte van het Campervlak. Met andere woorden zijn deze eerste en tweede maat dus bepalend voor de inclinatie van de tandenboog. Verder wordt een virtueel of reëel studiemodel van het volledige gebit van de patiënt of van een deel daarvan gemaakt, welk studiemodel gerefereerd is aan de bovenkaak van de patiënt. Op basis van het studiemodel wordt een virtueel of reëel meestermodel voor het gebitelement of hulpmiddel gemaakt, welke meestermodel eveneens gerefereerd is aan de bovenkaak van de patiënt. De eerste en de tweede maat worden overgebracht op het meestermodel op basis van de richting van de hoektandlijn en van het occlusievlak in het studiemodel. Ten slotte wordt het gebitelement of hulpmiddel vervaardigd op het meestermodel op basis van de overgebrachte eerste en tweede maten.
Door op deze manier tewerk te gaan, wordt voor het maken van het gebitelement of hulpmiddel tevens rekening gehouden met bepaalde parameters uit het gelaat, zoals de ooglijn en het Campervlak, en kan een voor een patiënt meer correct gebitelement of hulpmiddel worden vervaardigd.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt verder een derde maat berekend voor de positie van de middellijn tussen de voortanden ten opzichte van de positie van het midden van het lijnstuk tussen linker- en rechterneusvleugel. Deze maat kan dan tevens overgebracht worden op het meestermodel op basis van de positie van de middellijn in het studiemodel. Volgens nog een verder ontwikkelde uitvoering wordt ook een vierde maat voor de zichtbare lengte van de snijtanden berekend, en wordt deze vierde maat overgebracht op het meestermodel. Deze derde en vierde maat vormen dus een indicatie voor de verticale en horizontale positie van de tandenboog. Merk op dat men de eerste en derde maat ook zou kunnen combineren, rekening houdend met het feit dat in een ideale tandopstelling de middellijn loodrecht staat op de ooglijn en door het midden van het lijnstuk tussen linker- en rechterneusvleugel gaat.
Volgens een mogelijke variant van de werkwijze van de uitvinding wordt een fysisch studiemodel van het gebit van de patiënt gemaakt. Dit fysisch studiemodel wordt aangebracht in een articulator. Het aanbrengen en positioneren van het studiemodel in de articulator gebeurt bij voorkeur op één van de volgende manieren: - volgens een eerste mogelijkheid wordt het studiemodel manueel gepositioneerd, waarbij men typisch probeert om het occlusievlak in hoofdzaak horizontaal te richten en de middellijn uitlijnt ten opzichte van een verticale pin van de articulator; tijdens dit positioneren kan met het studiemodel ingipsen; bij voorkeur wordt een zogenaamde "splitcast" techniek gebruikt, maar ook andere technieken zijn mogelijk. Volgens de splitcast techniek wordt het studiemodel met gips "gekleefd" aan een splitcast plaat die vastgeklikt kan worden op een bovenplaat van de articulator; - volgens een tweede mogelijkheid wordt het studiemodel via een beetvork van een facebow, zie verder, gepositioneerd in een articulator; - volgens een derde mogelijkheid doet men de positionering gebruik makend van een video-overlay van de eerste en tweede fotografische beelden en beelden van het studiemodel genomen door camera's op de articulator, zie verder.
Na het aanbrengen van het studiemodel in de articulator worden de richting van de hoektandlijn en het occlusievlak bepaald op het studiemodel aan de hand van meetmiddelen. Vervolgens wordt het studiemodel verwijderd en wordt een meestermodel in dezelfde positie in de articulator geplaatst. Aan de hand van de berekende eerste en tweede maat worden vervolgens ideale richtingen voor de hoektandlijn en het occlusievlak aangeduid op het in de articulator geplaatst meestermodel. Volgens een voordelige uitvoering hiervan wordt ook de richting van de middellijn bepaald op het studiemodel, en wordt aan de hand van de derde maat de ideale richting van de middellijn aangeduid op het meestermodel. Nog meer bij voorkeur wordt aan de hand van de vierde maat ook een ideale tandlengte aangeduid op het meestermodel.
Volgens een bijzonder voordelige uitvoering hiervan wordt op de articulator een lichtbron gemonteerd met behulp van positioneringsmiddelen. De lichtbron is ingericht voor het projecteren van licht in een eerste vlak en een loodrecht daarop gericht tweede vlak. De positioneringsmiddelen worden door een gebruiker bediend om het eerste vlak in hoofdzaak te laten samenvallen met het occlusievlak en de hoektandlijn, en om het tweede vlak in hoofdzaak te laten samenvallen met de middellijn. Vervolgens kunnen de positioneringsmiddelen bediend worden rekening houdend met de eerste, tweede en derde maat om het eerste en tweede vlak te laten samenvallen met de ideale richtingen voor het occlusievlak en de middellijn.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt het eerste en het tweede fotografisch beeld van respectievelijk een voor- en zijaanzicht van de patiënt genomen met behulp van twee videocamera's die volgens een bepaalde opstelling gemonteerd zijn op een facebow. Opnieuw heeft men op die manier het voordeel dat de camera's in bekende posities gemonteerd zijn ten opzichte van bepaalde locaties op het hoofd van de patiënt, en dat de beelden dus eenvoudiger te verwerken zijn door software. Volgens een bijzonder voordelige uitvoering zijn de twee videocamera's op de articulator aangebracht in dezelfde opstelling als de gekende opstelling die gebruikt wordt op de facebow.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een fysisch studiemodel aangebracht in een articulator, waarbij aan de hand van ten minste twee videocamera's eerste en tweede beelden van respectievelijk een voor- en zijaanzicht van het studiemodel worden verkregen. Deze eerste en tweede beelden worden weergegeven op een scherm, en een gebruiker geeft op het scherm de richting van de hoektandlijn en van het occlusievlak weer op deze eerste en tweede beelden van het studiemodel. Nadat deze referentielijnen aangeduid zijn op het scherm, kan de eerste en tweede maat overgebracht worden op het meestermodel gebruikmakend van de referentielijnen. Een dergelijke manier van werken heeft het voordeel dat de beelden van het studiemodel genomen worden in bekende posities van de camera's en van het studiemodel zelf, en vervolgens op een handige manier verwerkt kunnen worden in software. Dit geniet met name de voorkeur als de eerste en tweede beelden van de patiënt genomen zijn met een facebow waarbij de camera's zich in eenzelfde gekende positie bevinden, zodanig dat een overlay van de beelden van het studiemodel en van het gelaat eenvoudig mogelijk zijn.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding worden drie camera's voorzien in een articulator, dit wil zeggen twee eerste camera's voor het nemen van eerste beelden van een vooraanzicht van de patiënt, en een tweede camera voor het nemen van beelden van het zijaanzicht van de patiënt. Op analoge wijze kan gewerkt worden met een facebow waarop drie camera's zijn voorzien. Deze drie camera's worden dan bij voorkeur in dezelfde opstelling gebruikt op de articulator en op de facebow. Op die manier kan een 3D beeld van de patiënt/het studiemodel weergegeven worden op een 3D scherm, en kan de werkwijze in 3D worden uitgevoerd.
Volgens een verder aspect van de uitvinding waarbij twee of drie videocamera's aangebracht zijn op de articulator en twee of drie videocamera's aangebracht zijn op de facebow, wordt een overlay gemaakt van de beelden van het studiemodel met de beelden van de patiënt. Hierbij kan een verdere overlay gemaakt worden van de beelden van de patiënt met een ideale tandopstelling gebruikmakend van de richtingen van de hoektandlijn en het occlusievlak in het studiemodel en de eerste en tweede maat.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een facebow. Volgens een uitvoeringsvorm van een facebow volgens de uitvinding is deze voorzien van een eerste videocamera die zodanig is aangebracht dat deze gepositioneerd is om een eerste beeld op te nemen van het vooraanzicht van een patiënt, en een tweede camera die zodanig is aangebracht dat deze gepositioneerd is om een tweede beeld op te nemen van een zijaanzicht van de patiënt. Volgens een variant hiervan kunnen twee eerste videocamera's zijn voorzien voor het nemen van twee beelden van het vooraanzicht van een patiënt. Verder is de facebow typisch voorzien van een aantal steunen die ingericht zijn voor plaatsing op verschillende locaties op het hoofd van de patiënt. Deze steunen zijn bij voorkeur zodanig dat de facebow nagenoeg onbeweeglijk positioneerbaar is op het hoofd van de patiënt. De steunen omvatten bij voorkeur een steun die ingericht is voor plaatsing tussen de ogen, en steunen die ingericht zijn voor positionering in de oren. Optioneel kan ook een mondstuk zijn voorzien dat ingericht is voor positionering in de mond, en dat nuttig is voor het overbrengen van de positie ten opzichte van de bovenkaak in de articulator.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een articulator. De articulator volgens de uitvinding onderscheidt zich volgens een eerste aspect dat deze voorzien is van indicatiemiddelen die gemonteerd zijn op met de articulator verbonden positioneringsmiddelen. De indicatormiddelen zijn ingericht om een eerste vlak en een in hoofdzaak loodrecht daarop gericht tweede vlak aan te geven op een in de articulator geplaatst studie- of meestermodel. De positioneringsmiddelen zijn bij voorkeur ingericht om het eerste vlak in hoofdzaak te laten samenvallen met de hoektandlijn/het occlusievlak van de tanden van het studiemodel of met een gewenste hoektandlijn/occlusievlak van de tanden van een meestermodel. Verder zijn de positioneringsmiddelen bij voorkeur ingericht om het tweede vlak te laten samenvallen met de middellijn tussen de voortanden van het studiemodel of met de gewenste middellijn. Volgens een voordelige uitvoering hiervan zijn de positioneringsmiddelen voorzien van een eerste digitale afstandmeter voor het meten van een horizontale translatie van het tweede vlak; en/of van een tweede digitale afstandmeter voor het meten van een verticale translatie van het eerste vlak; en/of van een eerste digitale hoekmeter voor het meten van de rotatie van het eerste vlak rond de snijlijn tussen het eerste en het tweede vlak; en/of van een tweede digitale hoekmeter voor het meten van de rotatie van het eerste vlak rond een in het eerste vlak gelegen as die loodrecht staat op de snijlijn.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt een articulator verschaft die zich daarin onderscheidt dat deze voorzien is van ten minste één eerste videocamera die zodanig aangebracht is dat deze ten minste één eerste beeld kan opnemen van het vooraanzicht van een studiemodel of meestermodel. Verder omvat de articulator een tweede videocamera die zodanig is aangebracht dat een tweede beeld kan opgenomen worden van een zijaanzicht van een in de articulator geplaatst studiemodel of meestermodel.
De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijze, articulator en facebow volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur 1 een stroomschema is dat een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding illustreert;
Figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een facebow volgens de uitvinding illustreert;
Figuren 3A en 3B schematische perspectivische aanzichten van een uitvoeringsvorm van een articulator volgens de uitvinding tonen, respectievelijk gezien vanaf de bovenzijde en vanaf de onderzijde;
Figuren 4A en 4B schematische perspectivische aanzichten illustreren van een tweede uitvoeringsvorm van een articulator volgens de uitvinding, respectievelijk gezien vanaf de achterzijde en vanaf de voorzijde;
Figuur 5 een aantal schematische schermbeelden toont ter illustratie van een uitvoeringsvorm van een computerprogramma volgens de uitvinding.
Figuur 1 illustreert de verschillende stappen van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding. Merk op dat de verschillende stappen niet noodzakelijk in de beschreven volgorde uitgevoerd moeten worden, en dat in andere uitvoeringsvormen bepaalde stappen kunnen zijn weggelaten en/of bijkomende stappen kunnen zijn toegevoegd.
In stap 1 wordt een foto of een video gemaakt van respectievelijk het vooraanzicht en het zijaanzicht van een patiënt, zie stap 101. Hierbij geniet het de voorkeur om op basis van het fotomateriaal bepaalde afmetingen te kunnen afleiden. Daartoe kan men een lat aanbrengen nabij het gezicht van de patiënt, zodanig dat deze meetlat tevens zichtbaar is op de foto/video en toelaat om bepaalde afmetingen in de foto's/video's af te leiden. Merk op dat dit slechts één mogelijke uitvoering is, en dat het bijvoorbeeld ook mogelijk is om te werken met een sticker met gekende afmetingen die men aanbrengt op het gezicht van de patiënt of door gebruik te maken van een time of flight camera welke tevens de afstanden tussen het voorwerp op de foto en de camera registreert en toelaat om andere afmetingen in het gezicht van de patiënt af te leiden. Volgens nog een andere mogelijkheid meet men een referentielengte op een gipsmodel van de tanden.
Voor het maken van de foto's/video in voor- en zijaanzicht kan gewerkt worden volgens een voorgeschreven protocol, bijvoorbeeld een drietal foto's in vooraanzicht (bijvoorbeeld een eerste foto terwijl de patiënt normaal lacht, een tweede foto met opgetrokken bovenlip, en een derde foto terwijl de patiënt praat), en een drietal foto's van een rechterzij aanzicht, van een linkerzij aanzicht, waaronder een foto waarin de referenties voor het occlusievlak goed zichtbaar zijn. Hierbij kiest men bij voorkeur het meest geschikte zijaanzicht voor het afleiden van het occlusievlak, zie verder.
Volgens een andere variant kan gebruik gemaakt worden van een facebow waarop camera's gemonteerd zijn voor het maken van video opnames van het voor- en zijaanzicht van het hoofd van de patiënt, terwijl de patiënt lacht, praat, enz. Een uitvoeringsvorm van een geschikte facebow is geïllustreerd in figuur 2. De facebow 200 is voorzien van twee eerste steunen 210, 211 die ingericht zijn om gepositioneerd te worden op het hoofd van de patiënt. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn deze steunen 210, 211 elk voorzien van vier poten 212. De steunen 210, 211 zijn via een instelbare arm 214 verbonden met het gestel G van de facebow. Verder is een steun 220 voorzien die ingericht is voor plaatsing tussen de ogen, aan de bovenzijde van de neus. De steun 220 is door middel van een instelbare arm 221 verbonden met het gestel G van de facebow. Ook zijn steunen 241, 242 voorzien welke ingericht zijn voor plaatsing in de oren van de patiënt. De steunen 241, 242 worden in hoofdzaak gevormd door één poot die instelbaar verbonden is met het frame. Ten slotte is een mondstuk 230 voorzien dat ingericht is voor plaatsing in de mond. Dit is bijvoorbeeld een beetvork met waswafel om de bovenkaak te laten in bijten. Het mondstuk 230 is door middel van een instelbare arm 231 verbonden met het gestel. De vakman zal begrijpen dat andere varianten van de steunen denkbaar zijn zonder het kader van de uitvinding te verlaten. Het geheel van steunen laat bij voorkeur een unieke positionering op het hoofd van de patiënt toe, zodanig dat de facebow onbeweeglijk gemonteerd is op het hoofd van de patiënt.
Merk op dat de steunen 210, 211 weggelaten kunnen worden. Verder kan de software die gebruikt wordt om de foto's/videobeelden te verwerken ingericht zijn om eventuele bewegingen van de facebow ten opzichte van het hoofd van de patiënt te corrigeren.
De facebow is verder voorzien van een hulpgestel H dat verbonden is met het hoofdgestel G. Dit hulpgestel H is ingericht voor het daarop monteren van twee videocamera's 201, en een tweede videocamera 202 voor het opnemen van beelden van respectievelijk het voor- en zijaanzicht van de patiënt. Het hulpgestel H bestaat uit een in hoofdzaak horizontale arm 250 die onder een bepaalde hoek monteerbaar is op het gestel G. Het gestel G omvat een arm 260 die bedoeld is om zich in hoofdzaak evenwijdig met het gezicht van de patiënt uit te strekken, en de arm 250 is dan bedoeld om zich onder een hoek van ongeveer 45° uit te strekken ten opzichte van de arm 260. De arm 250 is bij zijn uiteinden voorzien van respectievelijke draagstukken 251, 252 voor de videocamera's 201, 202. Merk op dat de gehoorgang zich niet in het beeld van de videocamera 202 bevindt, maar de positie daarvan ten opzichte van het beeld is bekend, zodat het Campervlak bepaald kan worden, zie verder.
In de in figuur 2 geïllustreerde variant worden twee camera's 201 gebruikt voor het registreren van het vooraanzicht voor het genereren van een 3D effect wanneer gebruik wordt gemaakt van een 3D scherm en/of voor het in 3D opnemen van het gelaat. Het is echter ook mogelijk om slechts één camera 201 te gebruiken voor het registreren van het vooraanzicht. Via een dergelijke camera opstelling met twee of drie camera's worden een aantal foto's gemaakt of wordt gedurende een korte tijd een video opgenomen waarbij de patiënt praat, lacht, de lip extreem optrekt, enz. Op basis van de genomen foto's of op basis van een aantal frames uit de video voert men vervolgens een gelaatsanalyse uit, zie stap 102.
De gelaatsanalyse op basis van de foto's of videoframes kan uitgevoerd worden door de tandarts zelf of door een technisch labo. De gelaatsanalyse wordt bij voorkeur uitgevoerd door speciaal daarvoor geschreven software. Om een volledige gelaatsanalyse uit te voeren worden bij voorkeur gebruikt: - meerdere vooraanzichtfoto's van de patiënt met daarop zichtbaar : * de ogen; * de middellijn tussen de twee fronttanden; * het tandverloop (het midden van de incisale rand, de cuspide toppen) van de zes fronttanden; * de lachlijn, i.e. de bedekking van de tanden door de lip tijdens het lachen; * het tandvleesverloop van de zes fronttanden; * de lipbedekking van de centrale fronttand tijdens het praten; * de twee neusvleugels; * optioneel, een meetlat die bij voorkeur onder de kin is aangebracht, in hoofdzaak evenwijdig aan de fronttanden en op een eenzelfde lensafstand als de te meten tanden om de foto te kunnen calibreren; volgens een andere mogelijkheid meet men een referentielengte op een gipsmodel van de tanden; in het geval een facebow zoals beschreven aan de hand van figuur 2 gebruikt wordt, zijn de afstanden in de genomen beelden afleidbaar uit de gekende posities van de camera's, en is er dus geen meetlat of andere referentielengte nodig.
- meerdere zijaanzichtfoto's met daarop zichtbaar: * lippen in rust op elkaar om de lipvulling in profiel in te schatten; * fronttanden vrijgelachen om de positie en inclinatie van de fronttanden in te schatten; * het tandverloop (het midden van de incisale rand, cuspide toppen) van de centrale en laterale snijtand en hoektand en de meest dorsaal zichtbare tand met de kaak fel opzij getrokken; * neuspunt en gehoorgang teneinde het Campervlak te kunnen bepalen; in het geval dat de facebow van figuur 2 wordt gebruikt, hoeft de gehoorgang niet zichtbaar te zijn aangezien dit een bekend punt is ten opzichte van het beeld; * optioneel, een meetlat, bij voorkeur ter hoogte van de neus, om de foto te kunnen calibreren; volgens een variant kan een gipsmodel gebruikt worden waarop men een referentielengte kan meten; verder is een dergelijke meetlat of referentielengte niet nodig indien een facebow zoals beschreven aan de hand van figuur 2 wordt gebruikt.
Volgens een mogelijke uitvoering vraagt de software aan een gebruiker om voor elk van de te bepalen variabelen bepaalde referentiepunten in te geven. Zo zal men bijvoorbeeld de pupillen kunnen aanklikken, waarna de software de ooglijn weergeeft op de foto en de richting daarvan berekent. Op analoge wijze kan de onderrand van de hoektanden aangeklikt worden, waarna de software de hoektandlijn weergeeft op het scherm en de richting en lengte berekent. Op dezelfde manier wordt de snij rand (het tandverloop), de middellijn, de lachlijn en de gingivalijn bepaald, aan de hand van de foto's van het vooraanzicht van de patiënt, zie ook figuur 1. Op basis van de foto's van het zijaanzicht wordt de richting van het Campervlak en van het occlusievlak bepaald.
In een volgende stap 103 wordt het ideaal tandverloop berekend, bij voorkeur door software. In een ideaal tandverloop moet de inclinatie van het occlusievlak in het frontaanzicht, dit wil zeggen de hoektandlijn, evenwijdig zijn aan de ooglijn. Het hoekverschil tussen de hoektandlijn en de ooglijn bepaalt dus hoeveel de hoektandlijn gecorrigeerd moet worden. Verder loopt in een ideaal tandverloop de middellijn tussen de fronttanden bij voorkeur loodrecht op en door het midden van het lijnstuk van de linker- naar de rechterneusvleugel. Een tweede correctie bestaat dus uit een correctie van de middellijn. Verder is bij een ideaal tandverloop de inclinatie van het occlusievlak bij voorkeur gelijk aan de inclinatie van het Campervlak. Een derde correctie betreft dus de inclinatie van het occlusievlak. Ten slotte is in een ideaal tandverloop de zichtbare lengte van de fronttanden, gemeten op een centrale snijtand tijdens het praten, ongeveer 1,5 tot 2 mm of meer, en is het tandvleesverloop bij voorkeur evenwijdig aan het ideaal snijrandverloop in vooraanzicht. Dit bepaalt een vierde correctie, met name van de lengte van de tanden.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm wordt tevens rekening gehouden met de positie van de fronttand in zijaanzicht, waarbij deze beoordeeld en vergeleken wordt met de gesloten liptoestand. Bij te veel of te weinig lipvulling ter hoogte van de fronttanden in profielaanzicht kan dit verder gemeten en verrekend worden voor het bepalen van de ideale tandpositie.
Aan de hand van deze eerste, tweede, derde en vierde correctiematen kan dus de exacte positie van het occlusievlak en de positie en afmetingen van de tandenboog gedefinieerd worden.
Merk op dat het al naargelang de wensen van de patiënt en de gekozen behandeling, ook mogelijk is om niet alle hierboven genoemde correcties door te voeren. In de praktijk kan het bijvoorbeeld zo zijn dat het ideaal tandverloop niet volledig kan of moet gevolgd worden. Zo kan bijvoorbeeld de positie van de middellijn bij het omslijpen en overkronen van fronttanden niet veel veranderd worden.
Nadat de ideale correcties bekend zijn, kan de ideale tandenboog worden weergegeven op de foto's van het voor- en zijaanzicht van de patiënt. Volgens een voordelige uitvoering laat de software toe om de gemaakte correcties verder aan te passen en te verfijnen voor een zo goed mogelijk eindresultaat.
Merk op dat het ook mogelijk is om niet alle in stap 102 genoemde metingen uit te voeren en om stap 103 weg te laten. Deze variant is bijvoorbeeld mogelijk bij het gebruik van de facebow van figuur 2. De software kan dan een simulatie-onderdeel omvatten waarin de ideale positie van het tandverloop op het gelaat gekoppeld wordt weergegeven in een vooraanzicht en een zijaanzicht. Een gebruiker klikt in het voor- en het zijaanzicht enkele referentiepunten van het tandverloop aan om de beelden van het voor- en het zijaanzicht met elkaar te kunnen koppelen. Nadat deze beelden gekoppeld zijn, kan het ideaal tandverloop weergegeven worden met behulp van door een gebruiker verschuifbare lijnstukken. De gebruiker kan deze lijnstukken dan in de gewenste positie plaatsen, waarna deze posities geregistreerd kunnen worden om weer te geven op het meestermodel. Dit is geïllustreerd in figuur 5. In een eerste stap A van de simulatie wordt een beeld weergegeven van het vooraanzicht van de patiënt en van een zijaanzicht van de patiënt. In het vooraanzicht wordt een eerste referentielijn 501 die het tandverloop van de voortanden volgt en een tweede referentielijn 502 die de middellijn tussen de voortanden volgt, aangeduid. In het zijaanzicht wordt een lijn 503 aangeduid die samenvalt met het occlusievlak en die dus gekoppeld is met de lijn 501 in het vooraanzicht. Verder wordt een lijn 506 aangeduid die gekoppeld is met de middellijn 502 in het vooraanzicht. De gebruiker kan deze lijnen 501, 502 handmatig verplaatsen, waarbij de lijnen 503 en 506 dan automatisch meeschuiven/roteren eens de koppeling definitief is gemaakt. Vervolgens wordt een detailaanzicht van de mond getoond in vooraanzicht, zie stap B. In dit detailaanzicht worden lijnstukken 504, 505 weergegeven voor het aanduiden van het werkelijk tandverloop. Verder worden lijnstukken 504', 505' weergegeven voor het aanduiden van het ideaal tandverloop. Deze lijnstukken worden bij voorkeur weergegeven in enerzijds een vooraanzicht met een normale lipstand tijdens het praten, zie stap B, en anderzijds in een stand van de mond met opgetrokken lip, zie stap C. Door de koppeling tussen het vooraanzicht en het zijaanzicht kunnen de lijnstukken in de zijaanzichten automatisch meeschuiven. Op die manier kan een gebruiker dus manueel met behulp van de lijnstukken 504, 504' en 505, 505' het werkelijk en ideaal tandverloop aanduiden en opslaan. Dit ideaal tandverloop kan dan vervolgens overgebracht worden op het meestermodel, zie verder.
Volgens nog een andere mogelijkheid voert men niet de gedetailleerde gelaatsanalyse van stap 102 uit, maar doet men een verkorte analyse waarbij enkel in het voor- en zijaanzicht het tandverloop aangeklikt wordt, bijvoorbeeld van de hoektandlijn in vooraanzicht en de richting van het occlusievlak in zijaanzicht. Vervolgens worden voor elke fronttand een aantal referenties weergegeven op het scherm waarmee door een gebruiker geschoven kan worden. De gebruiker kan dan deze referenties manueel aanpassen, rekening houdend met de andere eigenschappen van het gelaat, om zo tot een ideale tandopstelling te komen. Nadat de gebruiker alle referenties goed heeft gezet, worden deze bewaard en worden de door te voeren correcties berekend om deze nadien te kunnen weergeven op het ideale meestermodel en de tandopstelling te kunnen vervaardigen, zie verder.
In een volgende stap 105a, 105b wordt een studiemodel van het gebit van de patiënt gemaakt. Merk op dat deze stap ook vóór stap 101 kan uitgevoerd worden, of onmiddellijk na stap 101. Dit kan een fysisch studiemodel zijn (stap 105a), typisch een gipsmodel, of een virtueel studiemodel (stap 105c) zijn, bijvoorbeeld door het nemen van een 3D scan van het gebit van de patiënt. Indien een fysisch studiemodel wordt gemaakt, omvat een mogelijke uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding de stappen 106a, 108a, 110a en 112a. Volgens een andere variant worden de stappen 106b, 107, 108b, 110b en 111b doorlopen, zie verder.
In stap 106 wordt het studiemodel M in een articulator geplaatst. Dit is geïllustreerd in figuren 3A en 3B. De articulator 301 is voorzien van indicatiemiddelen 302. De indicatiemiddelen 302 worden in de geïllustreerde variant gevormd door een kruisvormig laserlicht dat licht uitstraalt in een eerste vlak VI en een loodrecht daarop gericht vlak V2, zie figuur 3B. De indicatiemiddelen 302 zijn gemonteerd op positioneringsmiddelen 303. De positioneringsmiddelen 303 zijn ingericht om de indicatiemiddelen zodanig te kunnen positioneren dat het eerste vlak in hoofdzaak samenvalt met de hoektandlijn/het occlusievlak van de tanden van het studiemodel M of met de ideale hoektandlijn/occlusievlak van de ideale tandopstelling op het meestermodel. Verder zijn de positioneringsmiddelen ingericht om het vlak V2 zodanig te kunnen positioneren dat het samenvalt met de middellijn tussen de voortanden van het studiemodel of met de ideale middellijn. De positioneringsmiddelen 303 omvatten een eerste horizontaal verschuifbare arm 321 en een eerste digitale afstandsmeter 311 voor het meten van de positie van de horizontale arm 321. De positioneringsmiddelen omvatten verder een verticale arm 322 die zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de horizontale arm 321. Langs de verticale arm 321 is een schuifstuk 322 verticaal beweegbaar. Een tweede digitale afstandsmeter 312 meet de verplaatsing van het schuifstuk 332 langs de verticale arm 322. Het schuifstuk 332 is scharnierend rond een as A2 verbonden met een rotatiestuk 314 dat voorzien is van een digitale hoekmeter, voor het meten van de rotatie rond de as A2 van het rotatiestuk 314 ten opzichte van het schuifstuk 332. Het rotatiestuk 314 is verbonden met een loodrecht daarop gericht rotatiestuk 313, en het kruisvormig laserlicht 302 is scharnierend rond een as Al verbonden met het rotatiestuk 313. Het rotatiestuk 313 is voorzien van een digitale hoekmeter voor het meten van de kanteling van het kruisvormig laserlicht 302 ten opzichte van het rotatiestuk 313.
In stap 108a, nadat het studiemodel in de articulator is geplaatst, worden de laservlakken VI, V2 als volgt gericht. In een eerste handeling wordt het kruisvormig laserlicht gekanteld rond as Al tot het vlak VI evenwijdig is aan de hoektandlijn, waarna de digitale hoekmeter 313 op nul wordt gezet. Daarna wordt geschoven met de horizontale digitale afstandsmeter 311 tot het vlak V2 in hoofdzaak samenvalt met de middellijn van de voortanden, en wordt de horizontale digitale afstandsmeter 311 op nul gezet. Daarna wordt het vlak VI gericht op de snij rand van de centrale fronttand die eerder als referentie gebruikt werd in de software, zie hierboven, en op de cuspide top van de meest dorsale tand die gebruikt werd als referentie in de software, zie hierboven, door het rotatiestuk 314 te kantelen rond as A2. Na het kantelen zal typisch ook een bijkomend verticaal verschuiven van het schuifstuk 322 en/of een horizontaal verschuiven van arm 321 nodig zijn. Vervolgens wordt de digitale hoekmeter 314 op nul gezet. Ten slotte kan de verticale afstandsmeter 312 ingesteld worden, waarbij het schuifstuk 332 verticaal omhoog/omlaag wordt geschoven tot de snij rand van de centrale snijtand geraakt wordt met het vlak VI. Dan wordt deze verticale afstandsmeter 312 op nul gezet.
In stap 110a kunnen de digitale meters 311, 313, 314 ingesteld worden gebruikmakend van de in stap 103 bepaalde correcties. Daarna kan ook verticale meter 312 ingesteld worden met de in stap 103 bepaalde correctie voor de tandlengte. De vlakken VI en V2 duiden nu dus de in het meestermodel te volgen vlakken voor een ideale tandopstelling aan. In stap lila wordt het studiemodel in de articulator vervangen door het meestermodel waarin de te volgen referentie wordt weergegeven met de laservlakken VI, V2. Dit meestermodel moet uiteraard in dezelfde positie gemonteerd worden als het studiemodel, en in het bijzonder in dezelfde stand ten opzichte van de onderkaak. Het meestermodel kan bijvoorbeeld een onbetand kaakmodel zijn waarop een nieuw gebit aangebracht moet worden, of een model van de besiepen stompen van het gebit van de patiënt waarop brugwerk dient aangebracht te worden.
Nu zullen de stappen 106b, 107, 108b, 110b en 111b worden toegelicht. In stap 106b wordt het studiemodel in een articulator geplaatst die schematisch getoond is in figuren 4A en 4B. De articulator is voorzien van een hulpgestel H dat identiek is aan het hulpgestel H dat gebruikt werd in de facebow van figuur 2. Zoals in figuur 2 bestaat het hulpgestel· uit een arm 450 die bedoeld is om in hoofdzaak horizontaal gemonteerd te worden aan de articulator. Aangezien het studiemodel verbonden wordt met de bovenplaat 410 van de articulator, geniet het de voorkeur om het hulpgestel dat de camera's draagt tevens te verbinden met de bovenplaat 410. Daartoe is een arm 411 vast verbonden met de bovenplaat 410, op welke arm het hulpgestel H geplaatst is. De arm 411 is vergelijkbaar met de arm 260 van de facebow en is bedoeld om in hoofdzaak evenwijdig te lopen met de voorkant van het studiemodel. Op het hulpgestel is een eerste en tweede videocamera 401, 402 gemonteerd. De videocamera 401 kan een dubbele videocamera zijn zoals beschreven voor figuur 2. De bovenplaat 410 van de articulator is typisch kantelbaar rond een as A en/of kan instelbaar zijn en/of kan volgens een vaste of instelbare hoek verschuifbaar zijn ten opzichte van de onderplaat 412 van de articulator. De door de camera's 401, 402 genomen beelden kunnen live weergegeven worden op een scherm. In stap 107 worden referentiepunten op het live beeld aangeklikt. Deze referentiepunten kunnen bijvoorbeeld de hoektandlijn, de middellijn en het occlusievlak zijn. Een overlay wordt simultaan weergegeven over het live beeld van elk van de twee camera's, of over het live beeld van de 3D weergave bij drie camera's. Deze overlay geeft de ideale tandopstelling weer en wordt geroteerd, getransleerd en geresized op basis van de door de gebruiker aangeduide referentielijnen en de voorheen in stap 103 berekende correcties.
Merk op dat het ook mogelijk is om te werken met standaard foto's van een voor- en zijaanzicht van het gipsmodel in plaats van de opstelling van figuren 4A en 4B te gebruiken. In een dergelijke situatie kent men de cameraposities niet, maar deze kunnen berekend worden aan de hand van de door een gebruiker aangeklikte referentiepunten in het voor- en zijaanzicht, zodanig dat de beelden van de voor- en zijaanzichten gekoppeld kunnen worden voor een realistische gekoppelde weergave met de mogelijkheid om gekoppeld te schuiven en kantelen zoals geïllustreerd werd aan de hand van figuur 5.
Indien de facebow van figuur 2 wordt gebruikt kunnen de beelden van het gelaat overgebracht worden en zal de overlay slechts een weinig geherpositioneerd moeten worden omdat de cameraposities in de articulator dezelfde zijn als deze in de facebow. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat de positie van de bovenkaak fysisch overgebracht wordt door in de facebow een beetvork te fixeren terwijl de bovenkaak daarop inbijt. Deze beetvork positie kan dan van de facebow overgedragen worden op de articulator. Volgens een andere mogelijkheid kan de positie van de bovenkaak digitaal overgebracht worden. Dit kan door in beide aanzichten van de live beelden van het studiemodel in de articulator als video overlay een transparant beeld van de door de facebow van figuur 2 genomen video-opnames van de bovenkaak weer te geven. Op die manier kan het studiemodel met de overlay manueel gematcht worden, gefixeerd worden om dan zo in te gipsen voor het verkrijgen van een ingegipst studiemodel, bijvoorbeeld gebruikmakend van een splitcast techniek waarin het studiemodel met gips bevestigd is aan een splitcastplaat die vastgeklikt kan worden in de articulator. Het mastermodel kan dan op analoge wijze ingegipst worden.
Verder kan men aan de hand van live beelden genomen terwijl de patiënt de facebow van figuur 2 draagt, de patiënt laten "praten over het studiemodel" door in de verschillende videoframes de mondholte digitaal weg te knippen, en het studiemodel in de articulator zichtbaar te maken achter de mondholte. Bij een 3D opname met facebow en bij een studiemodel in de articulator, kan men dus op een 3D scherm de patiënt in 3D gevisualiseerd weergeven, pratend over een 3D gipsmodel of met in 3D te volgen referentielijnen en -vlakken die een ideale tandopstelling tonen.
Merk op dat men door het koppelen van voor- en zijaanzichten van standaard foto's ook een 3D beeld kan vormen van de te volgen vlakken en tandposities van een ideale tandopstelling. Indien de facebow van figuur 2 gebruikt wordt, zijn deze drie beelden echter doorgaans nog nauwkeuriger.
Nu zullen stappen 105c, 108c, 110c en 111c toegelicht worden. Indien deze variant van de werkwijze gevolgd wordt, wordt geen fysisch studiemodel maar een digitaal studiemodel gemaakt, bijvoorbeeld door het maken van een scan van het gebit van de patiënt. Merk op dat het ook mogelijk is om wel een fysisch studiemodel te maken en vervolgens door een scan een digitaal 3D model te maken van het studiemodel. In stap 105c wordt een dergelijk digitaal studiemodel gemaakt. Dit digitaal studiemodel wordt typische gecreëerd in een STL formaat, en dit STL formaat van de scan wordt ingeladen in aangepaste software waarin de genomen foto's/video's van de patiënt tevens zijn ingeladen. In stap 108c wordt het digitaal studiemodel geheroriënteerd ten opzichte van de foto's door het bepalen van referentielijnen (bijvoorbeeld de hoektandlijn, het occlusievlak en de middellijn) in het digitaal model en deze lijnen te matchen met de eerder in stap 102 bepaalde referenties in de beelden. Dit geherpositioneerd digitaal studiemodel wordt vervolgens in stap 110c bewaard samen met de eerder in stap 103 berekende correcties. In stap 111c wordt het geherpositioneerd digitaal studiemodel ingeladen in software die bedoeld is voor het vervaardigen van de ideale tandopstelling.
In stap 113 wordt de tandkleur bepaald aan de hand van de in stap 101 genomen foto's/video's van een voor- en zijaanzicht van de patiënt. Merk op dat deze stap ook op een eerder tijdstip uitgevoerd kan worden. Ten slotte wordt in stap 114a, 114b, 114c de tandopstelling vervaardigd op het meestermodel.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm kan men in stap 105 een simulatie tonen van een voor- en zijaanzicht van de patiënt met een overlay van de ideale tandopstelling. Deze simulatie kan weergegeven worden op een beeld van een in een articulator aangebracht studiemodel, op eerder gemaakte analysebeeiden van het gelaat van de patiënt; of op live beelden van het gelaat van een patiënt, bijvoorbeeld tijdens een ingreep. In dit laatste geval wordt aan een chirurg een virtuele richtplaat geboden die bijvoorbeeld nuttig kan zijn tijdens een inplantoperatie. Ook voor een tandarts kan een dergelijke virtuele richtplaat nuttig zijn om bijvoorbeeld te verifiëren hoeveel gingivacorrectie moet gebeuren, of hoeveel nog van de tanden afgeslepen moet worden om binnen de finale morfologie te blijven. Wanneer gewerkt wordt met twee frontcamera's in de facebow van figuur 2 kan een tweede screenshot gemaakt worden dat gebaseerd is op de opname door de tweede frontcamera. Het digitaal studiemodel kan met de twee verschillende screenshots achter dit stereovooraanzicht gepositioneerd worden en kan als tweede video overlay gebruikt worden om te matchen met het live beeld van de tweede frontcamera, zodanig dat een 3D beeld op een 3D scherm kan weergegeven worden van de pratende patiënt met een 3D weergave van de virtuele tandopstelling. Men kan op een analoge manier tewerk gaan om de ideaal te volgen morfologie weer te geven op beelden van een in de articulator van figuur 4 gemonteerd fysisch model.
De vakman zal begrijpen dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden en dat de beschermingsomvang enkel bepaald wordt de hierna volgende conclusies.
Claims (24)
1. Werkwijze voor het gebruiken van data van een patiënt bij het maken van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: het maken van ten minste een eerste fotografisch beeld van een vooraanzicht van de patiënt en een tweede fotografisch beeld van een zijaanzicht van de patiënt (101); het aan de hand van het eerste en tweede fotografisch beeld (102) berekenen (103) van: een eerste maat voor de richting van de hoektandlijn ten opzichte van de richting van de ooglijn, een tweede maat voor de richting van het occlusievlak ten opzichte van het campervlak; het voorzien van een virtueel of reëel studiemodel van ten minste een deel van het gebit van de patiënt gerefereerd aan de bovenkaak van de patiënt; het op basis van het studiemodel voorzien van een virtueel of reëel meestermodel voor het gebitelement of hulpmiddel; het overbrengen van de eerste en tweede maat op het meestermodel op basis van de richting van de hoektandlijn en het occlusievlak in het studiemodel; het vervaardigen van het gebitelement of hulpmiddel op het meestermodel, op basis van de overgebrachte eerste en tweede maten.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het berekenen verder het berekenen omvat van een derde maat voor de positie van de middellijn tussen de voortanden ten opzichte van de positie van het midden van het lijnstuk tussen linker- en rechterneusvleugel; en dat deze derde maat ook overgebracht wordt op het meestermodel op basis van de positie van de middellijn in het studiemodel.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het berekenen verder het berekenen omvat van een vierde maat voor de zichtbare lengte van de snijtanden; en dat deze vierde maat ook overgebracht wordt op het meestermodel.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het berekenen verder het berekenen omvat van een vijfde maat voor de positie van de fronttand in zijaanzicht ten opzichte van de gesloten liptoestand; en dat deze vijfde maat ook overgebracht wordt op het meestermodel.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het studiemodel een fysisch studiemodel is en aangebracht wordt in een articulator, waarbij op het studiemodel de richting van de hoektandlijn en het occlusievlak worden bepaald aan de hand van meetmiddelen, waarna het studiemodel verwijderd wordt en het meestermodel in dezelfde positie in de articulator wordt geplaatst, waarbij aan de hand van de eerste en tweede maat ideale richtingen van de hoektandlijn en het occlusievlak aangeduid worden op het in de articulator geplaatste meestermodel.
6. Werkwijze volgens conclusie 2 en conclusie 5, met het kenmerk, dat ook de middellijn wordt bepaald op het studiemodel en aan de hand van de derde maat de ideale positie van de middellijn aangeduid wordt op het meestermodel.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of conclusie 6, met het kenmerk, dat aan de hand van de vierde maat een ideale tandlengte aangeduid wordt op het meestermodel.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies en conclusie 2, met het kenmerk, dat het studiemodel een fysisch studiemodel is en aangebracht wordt in een articulator, waarbij op de articulator een lichtbron (302) wordt gemonteerd, welke lichtbron gemonteerd is met behulp van positioneringmiddelen (303) en ingericht is voor het projecteren van licht in ten minste een eerste vlak (VI) en een loodrecht daarop gericht tweede vlak (V2), waarbij de positioneringmiddelen bediend worden om het eerste vlak in hoofdzaak te laten samenvallen met het occlusievlak en de hoektandlijn en het tweede vlak in hoofdzaak te laten samenvallen met de middellijn, waarna de positioneringmiddelen bediend worden rekening houdend met de eerste, tweede en derde maat zodanig dat het eerste vlak en het tweede vlak samenvallen met de ideale richting/positie.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het studiemodel een fysisch studiemodel is en aangebracht wordt in een articulator (400), waarbij aan de hand van twee videocamera's een eerste en een tweede beeld van respectievelijk een vooraanzicht en van een zijaanzicht van het studiemodel wordt verkregen, waarna de richting van de hoektandlijn en het occlusievlak in het studiemodel bepaald worden op het eerste en tweede beeld van het studiemodel, zodanig dat de eerste en tweede maat op het meestermodel overgebracht kunnen worden gebruik makend van de bepaalde richtingen.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste fotografisch beeld van een vooraanzicht van de patiënt en het tweede fotografisch beeld van een zijaanzicht van de patiënt genomen worden met behulp van twee videocamera's die volgens een bepaalde opstelling gemonteerd zijn op een facebow (200) .
11. Werkwijze volgens conclusie 9 en 10, met het kenmerk, dat de twee videocamera's op de articulator (400) aangebracht zijn in dezelfde opstelling als de bepaalde opstelling van de twee videocamera's op de facebow (200) .
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het studiemodel een fysisch studiemodel is, en aangebracht wordt in een articulator, waarbij aan de hand van twee eerste videocamera's eerste beelden van een vooraanzicht van het studiemodel en aan de hand van een tweede videocamera tweede beelden van een zijaanzicht van het studiemodel worden verkregen, waarna de richting van de hoektandlijn en het occlusievlak in het studiemodel bepaald worden op de eerste en tweede beelden daarvan, zodanig dat de eerste en tweede maat op het meestermodel overgebracht kunnen worden gebruikmakend van de bepaalde richtingen.
13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met behulp van twee eerste camera's eerste beelden genomen worden van een vooraanzicht van de patiënt, en dat met behulp van een tweede camera tweede beelden genomen worden van een zijaanzicht van de patiënt.
14. Werkwijze volgens conclusie 12 en 13, met het kenmerk, dat de eerste en tweede videocamera's op de articulator aangebracht zijn in dezelfde opstelling als de eerste en tweede videocamera's die gebruikt worden voor het nemen van de eerste en tweede beelden van de patiënt.
15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste fotografisch beeld van een vooraanzicht van de patiënt en het tweede fotografisch beeld van een zijaanzicht van de patiënt onderdeel zijn van een eerste en een tweede videoopname genomen met behulp van twee videocamera's die volgens een bepaalde opstelling gemonteerd zijn op een facebow.
16. Werkwijze volgens conclusie 9 en 15, met het kenmerk, dat de twee videocamera's op de articulator (400) aangebracht zijn in dezelfde opstelling als de bepaalde opstelling van de twee videocamera's op de facebow (200), waarbij een overlay gemaakt wordt van het eerste beeld van het studiemodel met de eerste videoopname en van het tweede beeld van het studiemodel met de tweede video-opname, waarna een overlay gemaakt wordt van de eerste en tweede videoopname met een ideale tandopstelling gebruikmakend van de richting van de hoektandlijn en het occlusievlak in het studiemodel en de eerste en tweede maat.
17. Facebow (200) voor gebruik in een werkwijze volgens conclusie 10 of 11 of 15 of 16, waarop ten minste één eerste videocamera (201) zodanig is aangebracht dat deze gepositioneerd is om ten minste één eerste beeld op te nemen van het vooraanzicht van een patiënt (P), en waarop een tweede camera (202) zodanig is aangebracht dat deze gepositioneerd is om een tweede beeld op te nemen van een zijaanzicht van een patiënt (P).
18. Facebow volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de facebow voorzien is van een steun (220) ingericht voor plaatsing tussen de ogen, en optioneel van een mondstuk (230) ingericht voor positionering in de mond.
19. Articulator (301) voor gebruik in een werkwijze volgens één der conclusies 5 tot 8, voorzien van indicatiemiddelen (302) die op met de articulator verbonden positioneringmiddelen (303) gemonteerd zijn, welke indicatormiddelen ingericht zijn om een eerste vlak (VI) en een in hoofdzaak loodrecht daarop gerichte tweede vlak (V2) aan te geven op een in de articulator geplaatst studie- of meestermodel (M), welke positioneringmiddelen (303) ingericht zijn om het eerste vlak (VI) in hoofdzaak te laten samenvallen met de hoektandlijn/het occlusievlak van de tanden van het studiemodel of met de gewenste hoektandlijn/occlusievlak van de tanden van het meestermodel·, en om het tweede vlak (V2) te laten samenvallen met de middellijn tussen de voortanden van het studiemodel of de gewenste middellijn van het meestermodel.
20. Articulator volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de positioneringmiddelen (303) voorzien zijn van een eerste digitale afstandmeter (311) voor het meten van een horizontale translatie van het tweede vlak (V2); een tweede digitale afstandmeter (312) voor het meten van een verticale translatie van het eerste vlak (VI); een eerste digitale hoekmeter (313) voor het meten van een rotatie van het eerste vlak rond de snijlijn (S) tussen het eerste en het tweede vlak; en een tweede digitale hoekmeter (314) voor het meten van een rotatie van het eerste vlak rond een in het eerste vlak gelegen as (A2) die loodrecht staat op de snijlijn.
21. Articulator (400) voor gebruik in een werkwijze volgens conclusie 9 of 12 of 14 of 16, waarop ten minste één eerste videocamera (401) zodanig is aangebracht dat deze gepositioneerd is om ten minste één eerste beeld op te nemen van het vooraanzicht van een in de articulator geplaatst studiemodel of meestermodel (M) voor een gebitelement of hulpmiddel, en waarop een tweede camera (402) zodanig is aangebracht dat deze gepositioneerd is om een tweede beeld op te nemen van een zijaanzicht van een in de articulator geplaatst studiemodel (M) of meestermodel.
22. Computerprogramma dat instructies bevat voor het uitvoeren van één of meer stappen van de werkwijze van één der conclusies 1-16.
23. Werkwijze volgens één der conclusies 10, 11, 15 of 16, waarin een facebow volgens conclusie 17 of 18 wordt gebruikt.
24. Werkwijze volgens één der conclusies 5-8, of 9, of 12, of 14, of 15, waarin een articulator volgens één der conclusies 19-21 wordt gebruikt.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2011/0653A BE1020425A5 (nl) | 2011-11-08 | 2011-11-08 | Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator. |
JP2014539191A JP2014534866A (ja) | 2011-11-08 | 2012-11-05 | 歯、顔弓、及び咬合器を調整するための歯科用要素又は補助器具を作成する方法 |
PCT/BE2012/000048 WO2013067606A2 (en) | 2011-11-08 | 2012-11-05 | Method for producing a dental element or aid for adjusting the teeth, face-bow and articulator |
US14/356,461 US20140313304A1 (en) | 2011-11-08 | 2012-11-05 | Method for Producing a Dental Element or Aid for Adjusting the Teeth, Face-Bow and Articulator |
EP12795322.2A EP2775956B1 (en) | 2011-11-08 | 2012-11-05 | Method for producing a dental element or aid for adjusting the teeth |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2011/0653A BE1020425A5 (nl) | 2011-11-08 | 2011-11-08 | Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator. |
BE201100653 | 2011-11-08 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1020425A5 true BE1020425A5 (nl) | 2013-10-01 |
Family
ID=47290511
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2011/0653A BE1020425A5 (nl) | 2011-11-08 | 2011-11-08 | Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20140313304A1 (nl) |
EP (1) | EP2775956B1 (nl) |
JP (1) | JP2014534866A (nl) |
BE (1) | BE1020425A5 (nl) |
WO (1) | WO2013067606A2 (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2593036B1 (en) * | 2010-07-12 | 2017-12-20 | Centre De Recherche Medico Dentaire Am Inc. | Dental analysis method and system |
US9037439B2 (en) * | 2011-05-13 | 2015-05-19 | Align Technology, Inc. | Prioritization of three dimensional dental elements |
IL227360A (en) * | 2013-07-07 | 2015-01-29 | Boris Fridzon | Method and system for presenting and planning or performing dental care |
ES2848027T3 (es) | 2013-07-19 | 2021-08-05 | 3Shape As | Alineación de modelo dental utilizando fotografía en 2D |
EP3062733A1 (en) * | 2013-10-28 | 2016-09-07 | 3Shape A/S | Method for applying design guides |
KR101657990B1 (ko) * | 2015-05-12 | 2016-09-20 | 주식회사 이큐 | 인공치아 교합기 |
FR3047166B1 (fr) * | 2016-02-01 | 2020-01-10 | One Ortho | Dispositif de controle de l'alignement, de l'equilibrage et de la symetrie d'un visage |
DE102017105729B4 (de) | 2017-03-16 | 2023-09-07 | Ivoclar Vivadent Ag | Artikulator sowie Artikulatorzusatzvorrichtung |
IT201800006261A1 (it) * | 2018-06-13 | 2019-12-13 | Procedimento di realizzazione di un prototipo anatomico | |
CN113056241B (zh) * | 2018-11-01 | 2022-09-09 | 李宇炯 | 数字化三维牙齿模型系统 |
JP6831861B2 (ja) * | 2019-01-25 | 2021-02-17 | 株式会社Grin | 歯科用測定器具、測定方法、及びアタッチメント器具 |
US11000349B2 (en) | 2019-06-05 | 2021-05-11 | Dentsply Sirona Inc. | Method, system and computer readable storage media for determining articulation parameters |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6261248B1 (en) * | 1999-03-29 | 2001-07-17 | Yoshitomo Takaishi | Maxillary tooth dimension determining system |
WO2008031614A1 (de) * | 2006-09-14 | 2008-03-20 | Dental Consulting Mönkmeyer S.L. | Verfahren und system zur herstellung einer dentalprothese |
WO2009105684A1 (en) * | 2008-02-22 | 2009-08-27 | Smithkline Beecham Corporation | Systems and methods for providing customized dentures |
WO2012000511A1 (en) * | 2010-06-29 | 2012-01-05 | 3Shape A/S | 2d image arrangement |
WO2012006717A1 (en) * | 2010-07-12 | 2012-01-19 | 9104-6516 Québec Inc. | Dental analysis method and system |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3049804A (en) * | 1959-02-24 | 1962-08-21 | Clawson N Skinner | Method and apparatus for shaping and sizing dentures |
GB1179414A (en) * | 1966-06-02 | 1970-01-28 | Graham Peter Rabey | Improvements relating to Apparatus for Use in Recording Details of Bodies |
FR2639212A1 (fr) * | 1988-11-18 | 1990-05-25 | Hennson Int | Dispositif de mesure et d'analyse de mouvements du corps humain ou de parties de celui-ci |
US5340309A (en) * | 1990-09-06 | 1994-08-23 | Robertson James G | Apparatus and method for recording jaw motion |
JP3903228B2 (ja) * | 1997-04-23 | 2007-04-11 | 東風 巧 | 審美的咬合平面の決定装置 |
JP2003000619A (ja) * | 2001-06-25 | 2003-01-07 | Yasuyuki Sugano | 咬合器調節支援システム |
DE102006004197A1 (de) * | 2006-01-26 | 2007-08-09 | Klett, Rolf, Dr.Dr. | Verfahren und Vorrichtung zur Aufzeichnung von Körperbewegungen |
GB0707454D0 (en) * | 2007-04-18 | 2007-05-23 | Materialise Dental Nv | Computer-assisted creation of a custom tooth set-up using facial analysis |
US20130084537A1 (en) * | 2011-10-03 | 2013-04-04 | David Cho | Apparatus and method for use in creating dental prosthetics |
-
2011
- 2011-11-08 BE BE2011/0653A patent/BE1020425A5/nl not_active IP Right Cessation
-
2012
- 2012-11-05 US US14/356,461 patent/US20140313304A1/en not_active Abandoned
- 2012-11-05 EP EP12795322.2A patent/EP2775956B1/en active Active
- 2012-11-05 JP JP2014539191A patent/JP2014534866A/ja active Pending
- 2012-11-05 WO PCT/BE2012/000048 patent/WO2013067606A2/en active Application Filing
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6261248B1 (en) * | 1999-03-29 | 2001-07-17 | Yoshitomo Takaishi | Maxillary tooth dimension determining system |
WO2008031614A1 (de) * | 2006-09-14 | 2008-03-20 | Dental Consulting Mönkmeyer S.L. | Verfahren und system zur herstellung einer dentalprothese |
WO2009105684A1 (en) * | 2008-02-22 | 2009-08-27 | Smithkline Beecham Corporation | Systems and methods for providing customized dentures |
WO2012000511A1 (en) * | 2010-06-29 | 2012-01-05 | 3Shape A/S | 2d image arrangement |
WO2012006717A1 (en) * | 2010-07-12 | 2012-01-19 | 9104-6516 Québec Inc. | Dental analysis method and system |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20140313304A1 (en) | 2014-10-23 |
JP2014534866A (ja) | 2014-12-25 |
EP2775956A2 (en) | 2014-09-17 |
WO2013067606A2 (en) | 2013-05-16 |
WO2013067606A3 (en) | 2014-08-07 |
EP2775956B1 (en) | 2019-06-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1020425A5 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een gebitelement of hulpmiddel voor het aanpassen van het gebit, facebow en articulator. | |
US11426077B2 (en) | Methods and systems for creating and interacting with three dimensional virtual models | |
KR102057207B1 (ko) | 3차원 구강 모델 분석방법 및 이를 포함하는 보철물 디자인 방법 | |
US8043091B2 (en) | Computer machined dental tooth system and method | |
US9411910B2 (en) | Dental analysis method and system | |
KR101799878B1 (ko) | 2d 영상 장치 | |
EP2408394B1 (en) | System for planning, visualization and optimization of dental restorations | |
US10552549B2 (en) | Virtual design of attachment of dental model in articulator | |
KR20130048202A (ko) | 동적 가상 교합기 | |
US9642686B1 (en) | Method and system for recording characteristics of the occlusal arch of a patient using a portable computing device | |
US20130084538A1 (en) | Apparatus and method for use in creating dental prosthetics | |
US20230035538A1 (en) | Tools and automation for tooth setup | |
KR101653494B1 (ko) | 치아 정밀 자동 삭제 방법 및 시스템 | |
RU2504344C1 (ru) | Способ контроля моделирования зубного ряда относительно скелетных ориентиров черепа пациента | |
RU2360644C1 (ru) | Способ построения протетической плоскости | |
RU2509543C1 (ru) | Способ измерения на гипсовых моделях челюстей | |
AU2013100527A4 (en) | Dental restoration | |
US20220331075A1 (en) | Dental articulator with quality control features |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20211130 |