BE1020199A3 - Uitstootsysteem voor een vierkantebalenpers. - Google Patents

Abstract

In de uitvinding wordt een stuursysteem verschaft om het aantal pinnen (24) automatisch te kiezen afhankelijk van de positie van de laatste voltooide baal (18) in de balenkamer (10) zoals aangegeven door het uitgangssignaal van een sensor (20) die op de beweging van de balen (16,18) in de balenkamer (10) reageert.

Description

UITSTOOTSYSTEEM VOOR EEN VIERKANTEBALENPERS

Toepassingsgebied van de uitvinding

Deze uitvinding heeft betrekking op een vierkantebalenpers met een uitstootsysteem.

Achtergrond van de uitvinding

Tijdens gebruik van een vierkantebalenpers is het soms nodig tijdens een taak met de balenpers over een openbare weg te rijden; daarvoor dient - uit veiligheidsoverwegingen - de balenkamer gesloten te wordèn door de uitwerpgoot omhoog te bewegen. Als de laatste voltooide baal echter nog uit de balenkamer steekt, kan hij het omhoog bewegen van de uitwerpgoot belemmeren zodat hij eerst moet worden uitgeworpen. Om die reden is het wenselijk om onder bepaalde omstandigheden in staat te zijn alleen de laatste voltooide baal uit te stoten. In andere situaties is het vereist de volledige inhoud van de balenkamer uit te stoten nadat een nog onvolledige baal (korter dan de gewenste lengte) werd gebonden.

Octrooi W096/29195 onthult een vierkantebalenpers die, in plaats van alleen te rekenen op de samendrukkende plunjer om gebonden balen uit de balenkamer te lossen, een hulpuitstootsysteem bevat dat de bestuurder in staat stelt voltooide balen te lossen. Het uitstootsysteem bevat een pendelgeheel dat opgesloten zit binnen holle rails van de balenkamer. Het pendelsysteem bestaat uit een frame dat heen en weer bewogen wordt in de bewegingsrichting van de samendrukkende plunjer en bevat verstelbare pinnen die naar boven uit het frame steken om in de onderkant van de balen te grijpen. De pinnen nemen de baal alleen mee tijdens de voorwaartse slag van het pendelgeheel, d.w.z. wanneer deze naar de ontlaadopening van de balenkamer beweegt, en glijden ten opzichte van de onderkant van de baal tijdens de teruggaande slag. Op die manier verplaatst de heen-en-weergaande beweging van het pendelgeheel de balen stapsgewijs naar de ontlaadopening.

Het uitstootmechanisme van octrooi W096/29195 is regelbaar om de bestuurder in staat te stellen te kiezen om alleen de laatste baal in de balenkamer te ontladen (die welke zich het dichtst bij de ontlaadopening bevindt) of zowel de laatste als de voorlaatste baal. Om dit te verwezenlijken, zijn de pinnen zo opgesteld op de pendel in een zich in de lengte uitstrekkende reeks, en zijn minstens sommige van de pinnen regelbaar door de bestuurder met behulp van een handbediende selector zodat de bestuurde pinnen zo gepositioneerd kunnen worden dat ze ofwel in de balenkamer uitsteken of eruit getrokken zijn.

Het uitstootsysteem van octrooi W096/29195 heeft als nadeel dat de bestuurder eerst de positie van de balen in de balenkamer moet nagaan om te beslissen welke van de pinnen hij moet activeren.

Voorwerp van de uitvinding

Deze uitvinding streeft ernaar een uitstootsysteem te verschaffen voor een vierkantebalenpers dat de voornoemde nadelen van de stand van de techniek verhelpt.

Samenvatting van de uitvinding

Volgens deze uitvinding wordt hier een vierkantebalenpers verschaft die een balenkamer bevat waarin het gewas samengeperst wordt door middel van een plunjer, een ontlaadopening aan één einde van de balenkamer en een uitstootsysteem om de balen naar de ontlaadopening te bewegen, onafhankelijk van de beweging van de samendrukkende plunjer, waarbij het uitstootsysteem een pendelgeheel bevat, aangebracht in een wand van de balenkamer om heen en weer te bewegen evenwijdig met de richting van beweging van de balen in de balenkamer, en een veelvoud pinnen die aangebracht zijn op het pendelgeheel om een baal in de balenkamer mee te nemen en de baal stapsgewijs uit de ontlaadopening te drukken naarmate het pendelgeheel heen en weer beweegt ten opzichte van de balenkamer, waarbij het aantal pinnen die contact maken met de balen in de balenkamer geselecteerd kan worden om alleen de laatste voltooide baal of beide balen in de balenkamer uit te werpen, gekenmerkt doordat er een stuursysteem is verschaft om het aantal pinnen automatisch te selecteren afhankelijk van de positie van de laatste voltooide baal in de balenkamer zoals aangegeven door het uitgangssignaal van een sensor die op de beweging van de balen in de balenkamer reageert.

De uitvinding biedt het voordeel dat de bestuurder de cabine van zijn trekker niet moet verlaten om de balenpers te inspecteren en daartoe maakt een uitvoeringsvorm van de uitvinding gebruik van het uitgangssignaal van een sensor die normaal aanwezig is in een balenpers en verbonden is met de knopenlegger. Zulke sensor, gewoonlijk in de vorm van een wiel met pieken dat draait naarmate de baal vooruit beweegt, wordt gebruikt om de beweging van de baal te detecteren om te bepalen wanneer een baal zijn gewenste lengte heeft bereikt. Wanneer dit het geval is, wordt een bindcyclus gestart waarbij stukken touw, die gebruikt worden om de baal te binden, met de naalden omhoog bewogen vanaf de onderkant van de balenkamer tot aan knopenleggers die zich boven de balenkamer bevinden en stevig gebonden worden. De uitgang van zulke sensor geeft zodoende een indicatie van de positie van de laatste voltooide baal in de balenkamer.

Als de bestuurder de uitwerpgoot omhoog wenst te heffen, is d.m.v. het uitgangssignaal van de sensor geweten of de laatste voltooide baal het sluiten al dan niet belet. Indien niet, dan kan de uitwerpgoot daarna omhoog gezet worden zonder eerst balen uit te moeten stoten. Als er evenwel gevonden wordt dat een deel van de laatste voltooide baal het omhoog bewegen belet, dan is het mogelijk, op basis van de kennis van de positie van de laatste voltooide baal, om het juiste aantal pinnen te kiezen om een maximale kracht uit te oefenen op de uit te stoten baal zonder dat de baal die nog voltooid moet worden te hinderen.

Om de balenkamer volledig leeg te maken, wordt de gedeeltelijk voltooide baal gebonden om hem voor te bereiden om ontladen te worden, daarna worden alle pinnen geselecteerd ongeacht de positie van de balen die opgegeven is door de sensor.

Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding zal nu verder beschreven worden bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarbij:

Figuur 1 een doorsnede weergeeft door de balenkamer van een vierkantebalenpers met de uitwerpgoot in zijn onderste positie zonder dat een baal uit de uitwerpgoot steekt;

Figuur 2 de balenkamer van Figuur 1 toont met de uitwerpgoot omhoog bewogen in een veilige positie waarin de uitwerpgoot de ontlaadopening van de balenkamer afsluit om te voorkomen dat er een baal uit zou vallen tijdens het verplaatsen;

Figuur 3 een gelijkaardig aanzicht is van Figuur 1 behalve dat een voltooide baal gedeeltelijk uit de balenkamer steekt en de uitwerpgoot belet omhoog te bewegen;

Figuur 4 de positie toont van de balen na het heen en weer gaan van het pendelgeheel met de pinnen die gekozen werden op de manier die getoond is in Figuur 3;

Figuur 5 een aanzicht is dat vergelijkbaar is met de vorige figuren, dat de pinnen van het uitstootsysteem weergeeft die ingesteld zijn om de volledige inhoud van de balenkamer leeg te maken; en

Figuur 6 hetzelfde aanzicht is als Figuur 5 na werking van het uitstootsysteem.

Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoerinqsvorm

De tekeningen geven alleen de onderdelen weer van een vierkantebalenpers die relevant zijn voor het begrijpen van deze uitvinding. De constructie van een vierkantebalenpers en een uitstootsysteem dat een pendelgeheel bevat met pinnen voor het meenemen van de balen is in detail beschreven in octrooi W096/29195 dat, om deze beschrijving zo kort mogelijk te houden, hierin volledig is opgenomen ter referentie.

Figuur 1 toont een balenkamer 10 met een uitwerpgoot 12 die aangebracht is achter een ontlaadopening. De uitwerpgoot kan scharnieren rond een as 14 tussen een neergelaten positie, getoond in Figuur 1, en een omhoog gedraaide positie, getoond in figuur 2, waarin ze de ontlaadopening van de balenkamer 10 afsluit. In de neergelaten positie loopt de uitwerpgoot 12 lichtjes naar beneden ten opzichte van de horizontale zodat balen langs de uitwerpgoot 12 zullen glijden onder invloed van de zwaartekracht en vanaf het achterste uiteinde op de grond zullen vallen. Een aangedreven stangenwerk 13 wordt gebruikt om de uitwerpgoot 12 omhoog en omlaag te bewegen en is in de tekeningen alleen schematisch voorgesteld door een dikke lijn.

Zoals welbekend en goed gedocumenteerd is in de stand van de techniek, wordt het gewas in de balenkamer 10 ingevoerd in plakken die samengedrukt worden door een heen en weer bewegende plunjer. In normaal bedrijf, wanneer de baal 16 die gevormd wordt in grootte toeneemt, wordt de vorige voltooide baal 18 uit de balenkamer gedrukt en glijdt uiteindelijk van de uitwerpgoot 12, zoals hiervoor beschreven.

De lengte van de baal in vorming wordt gemeten door een sensor 20 die een wiel met pieken bevat dat in de baal grijpt en meedraait wanneer de baal in de balenkamer 10 beweegt. De sensor 20 maakt deel uit van een stuursysteem dat ontworpen is om balen met gelijkmatige grootte te produceren. Wanneer de baal in vorming een gewenste grootte bereikt, zoals gedetecteerd door de sensor 20, wordt een knoopcyclus gestart om de baal met een stuk touw samen te binden en wordt met een nieuwe baal begonnen. Het binden moet niet in detail beschreven worden aangezien deze bewerking goed gekend en gedocumenteerd is en niet speciaal relevant is voor de uitvinding. Het is alleen belangrijk te noteren in deze context dat het mogelijk is om op eender welk moment, op basis van het uitgangssignaal van de sensor 20, de positie te bepalen van de uiteinden van de balen in de balenkamer.

Als het tijdens een taak gewenst is om met de balenpers op de openbare weg te rijden, bijvoorbeeld om naar het andere veld te rijden, moet de uitwerpgoot 12 eerst omhoog gezet worden in haar verticale positie, zoals getoond in Figuur 2. In deze positie dekt de uitwerpgoot 12 de ontlaadopening van de balenkamer 10 af en voorkomt dat een baal uit de balenpers valt tijdens diens verplaatsing . Als op het tijdstip dat het gewenst is om de uitwerpgoot omhoog te zetten, de balen 16 en 18 zich in de balenkamer in de positie bevinden die getoond wordt in Figuur 1, is er niets dat de uitwerpgoot 12 belet om omhoog gedraaid te worden en moet geen speciale actie worden ondernomen.

Als evenwel de balen 16 en 18 zich in de positie bevinden die getoond is in Figuur 3, moet de balenkamer 10 gedeeltelijk leeg worden gemaakt door de voltooide baal 18 te ontladen zonder het voltooien van de baal 16 in de vorming te beletten. Om dit te verwezenlijken, is het niet mogelijk te vertrouwen op de heen-en-weergaande beweging van de compressieplunjer om de voltooide baal 18 naar de uitwerpgoot 12 te verplaatsen. In plaats daarvan, zoals octrooi W096/29195 leert, is een pendelgeheel 22 aangebracht in goten in de vloer van de balenkamer en verbonden met een geschikt mechanisme dat ervoor zorgt dat het pendelgeheel heen en weer bewogen wordt in de richting van de beweging van de balen. Het pendelgeheel draagt een set pinnen 24 die de baal meenemen en die een onwerkzame positie hebben, weergegeven voor alle pinnen in Figuren 1 en 2, waarbij ze teruggetrokken zijn uit de balenkamer en niet op de balen inwerken, en een werkzame positie die weergegeven is voor alle pinnen in Figuren 5 en 6, waarin ze de balen meenemen. De pinnen 24 werken als in één richting werkende grijpvoorzieningen zodat ze in de voorwaartse slag de balen naar de ontlaadopening drukken en ze in de teruggaande slag automatisch intrekken en ten opzichte van de balen „> glijden.

De pinnen 24 moeten niet allemaal terzelfder tijd in de werkzame positie staan en kunnen bestuurd worden door op eender welk moment de pinnen 24 te selecteren die in de werkzame positie dienen te staan. Zoals geïllustreerd is elke pin 24 verbonden met een afzonderlijk hydraulisch stuursysteem 26 zodat ze allemaal onafhankelijk van elkaar gekozen kunnen worden of onwerkzaam gemaakt worden. Individuele regeling is evenwel niet essentieel voor deze uitvinding en als alternatief kan men een drijfstang aanbrengen die verschuifbaar is ten opzichte van het pendelgeheel om een selecteerbaar aantal pinnen 24 vanaf het ontlaaduiteinde van de balenkamer werkzaam te maken.

Het aantal pinnen dat werkzaam gemaakt wordt, wordt in deze uitvinding automatisch bepaald door een stuursysteem, afhankelijk van de positie van de balen 16 en 18, zoals aangegeven door het uitgangssignaal van een sensor, bij voorkeur sensor 20 die verbonden is met het knoopmechanisme. In Figuur 3 worden, nadat de positie van de laatste voltooide baal 18 is bepaald, alleen de eerste twee pinnen 24a en 24b door het stuursysteem werkzaam gemaakt. Wanneer het pendelgeheel heen en weer wordt bewogen, zullen deze twee pinnen 24a en 24b de laatste voltooide baal 18 uit de balenkamer drukken zonder enige invloed te hebben op de baal 16 die nog steeds gevormd wordt. Als de baal 18 minder ver uit de balenkamer zou steken, zou de pin 24c ook werkzaam gemaakt zijn geweest door het stuursysteem en omgekeerd, als de baal 18 nog verder uit de balenkamer 10 zou uitsteken, zou alleen pin 24a werkzaam gemaakt moeten zijn.

Het voordeel van de uitvinding is dat de bestuurder geen visuele inspectie moet uitvoeren, noch manueel het aantal pinnen moet instellen. In plaats daarvan moet de bestuurder alleen selecteren of de balenkamer gedeeltelijk of volledig leeggemaakt moet worden. In het eerste geval wordt het passende aantal pinnen 24 automatisch door het stuursysteem gekozen op basis van de waargenomen positie van de balen in de balenkamer, zoals boven beschreven.

Als de balenkamer anderzijds volledig leeg gemaakt moet worden, dan worden - zoals getoond in Figuren 4 en 5 - alle pinnen 24 werkzaam gemaakt. In dit geval is het te verkiezen om de gedeeltelijk voltooide baal 16 te binden alvorens het uitstootsysteem te bedienen om beide balen 16 en 18 terzelfder tijd uit te stoten.

Claims (4)

1. Vierkantebalenpers (10) die een balenkamer bevat waarin het gewas samengeperst wordt door middel van een plunjer, een ontlaadopening aan één einde van de balenkamer en een uitstootsysteem om de balen naar de ontlaadopening te bewegen, onafhankelijk van de beweging van de samendrukkende plunjer, waarbij het uitstootsysteem een pendelgeheel (22) bevat, aangebracht in een wand van de balenkamer (10) om heen en weer te bewegen evenwijdig met de richting van beweging van de balen (16,18) in de balenkamer (10), en een veelvoud pinnen (24) die aangebracht zijn op het pendelgeheel (22) om een baal (18) in de balenkamer (10) mee te nemen en de baal (18) stapsgewijs uit de ontlaadopening te drukken naarmate het pendelgeheel (22) heen en weer beweegt ten opzichte van de balenkamer (10), waarbij het aantal pinnen (24) die contact maken met de balen (16,18) in de balenkamer geselecteerd kan worden om alleen de laatste voltooide baal of beide balen in de balenkamer uit te werpen, gekenmerkt doordat er een stuursysteem is verschaft om het aantal pinnen (24) automatisch te selecteren afhankelijk van de positie van de laatste voltooide baal (18) in de balenkamer (10) zoals aangegeven door het uitgangssignaal van een sensor (20) die op de beweging van de balen (16,18) in de balenkamer (10) reageert.

2. Vierkantebalenpers volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de sensor verder gekoppeld is aan een knoopsysteem dat dient om balen te binden wanneer ze een voorafbepaalde grootte bereiken.

3. Vierkantebalenpers volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de pinnen individueel stuurbaar zijn.

4. Vierkantebalenpers volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat een staaf bewogen kan worden door het stuursysteem ten opzichte van het pendelgeheel om een selecteerbaar aantal pinnen, te rekenen vanaf het ontlaaduiteinde van de balenkamer, werkzaam te maken.