BE1019983A3 - Deurvleugel met vleugeloverdekkend paneel. - Google Patents

Abstract

Deurvleugel (40), omvattende een raamwerk dat een opening (22) omkadert en een voorzijde (201) uitwijst, een aan de voorzijde aangebracht dekpaneel (32) dat de opening (22) en het raamwerk bedekt, en een bevestigingslid (25) waarmee het dekpaneel aan het raamwerk bevestigd is. Het bevestigingslid is een door een volgens de omtrek gesloten kader (25), met afmetingen overeenkomstig de raamwerkopening (22). De deurvleugel vertoont een gelaagde opbouw, waarbij het kader(25) een tussenlaag tussen het raamwerk (20) en het dekpaneel (32, 52) vormt. Een werkwijze voor het vervaardigen ven de deurvleugel is ook voorzien.

Description

DEURVLEUGEL MET VLEUGELOVERDEKKEND PANEEL Technisch gebied

[0001] De uitvinding betreft een montagesysteem voor vleugelöverdekkende (sier)panelen op deurvleugels. Deze panelen worden op en over het raamwerk van de deurvleugel gemonteerd. De uitvinding is bijzonder geschikt voor deurvleugels met een raamwerk opgebouwd uit kunststof vleugelprofielen.

Stand van de techniek

[0002] Het is gekend dat PVC (poly vinylchloride) of aluminium deurvleugels voorzien worden van inzet-deurpanelen. Deze worden net als de dubbele beglazing langs . de binnenzijde van het raamwerk van de deurvleugel ingezet tegen een glasaanslag met afdichtingsrubber waarna ze met de bij de deurvleugel behorende glaslatten worden vastgezet. Dit geeft als esthetisch resultaat dat bij dergelijke voordeur van buitenaf een vaste kader zichtbaar is, een deurvleugelraamwerk, een dichtingsrubber en tenslotte het inzetpaneel. Deze drie niveaus en de meestal zwarte of grijze afdichtingsrubber maken dat de deur er niet zo mooi uitziet.

[0003] Het is daarom gekend dat vele deurpaneel-fabrikanten vleugeloverdekkende panelen op maat produceren, waarbij de buitenste plaat (meestal in aluminium of in glasvezelversterkte kunststof) doorloopt en bovenop het deurvleugelraamwerk wordt aangebracht. Met andere woorden, het paneel overdekt de deurvleugelprofielen. Bij deze techniek vermijdt men dat de deurvleugelprofielen en de grijze of zwarte dichtingen zichtbaar zijn van buitenaf en bekomt men dat de deur dus esthetisch mooier is.

[0004] Dergelijke deuren zijn gekend van DE 20 2006 018 804 UI en DE 20 2008 016 847 UI, die deurvleugels beschrijven, waarbij het vleugelraamwerk langs de zijde van de glasaanslag (voorzijde) bedekt wordt met een overdekkend paneel. Het paneel wordt langs de zijde van de glaslatten (achterzijde) aan het vleugelraamwerk bevestigd door middel van een bevestigingselement en schroeven.

[0005] In DE 20 2006 018 804 wordt gebruik gemaakt van bevestigingsblokjes, die in de hoek tussen paneel en vleugelprofiel, tegen de achterzijde van het paneel enerzijds en de bevestigingsgroef voor de glaslatten van het vleugelprofiel anderzijds worden geschroefd. Op deze bevestigingsblokjes wordt een kap voorzien om de schroefgaten weg te werken. Het resultaat is een deurvleugel waar langs de achterzijde van de deur verschillende blokjes zichtbaar zijn, hetgeen door de klant als niet mooi wordt ervaren. Bovendien dragen de bevestigingsblokjes de krachten die op het vleugelraamwerk inwerken steeds over op het overdekkend paneel, waardoor het paneel bijgevolg voldoende stijf dient te zijn, wat de mogelijkheden aan inzetbare panelen aanzienlijk beperkt.

[0006] In DE 20 2008 016 847 wordt gebruik gemaakt van L-profielen, die aan de achterzijde van het paneel en onder de glaslatten worden aangebracht en met schroeven in zowel het paneel, als het vleugelraamwerk worden bevestigd. Het L-profiel wordt naderhand onder de glaslatten verscholen, zodat de deur er weliswaar esthetisch mooier uitziet. Doch, dit maakt dat de L-profielen klein moeten zijn om onder de glaslatten te passen. Ook hier worden de op het vleugelraamwerk inwerkende krachten op het paneel overgedragen.

Doel van de uitvinding

[0007] Het is een doel van deze uitvinding om een systeem aan te reiken aan de vakman, om een deurpaneel met behulp van hulpprofielen te monteren bovenover een deurvleugelraamwerk, die de bovengenoemde nadelen uit de stand der techniek niet vertoont.

[0008] Het is tevens een doel van deze uitvinding om een deurvleugel met overdekkend paneel aan te reiken, die robuuster is dan de bestaande deurvleugels met overdekkend paneel, in het bijzonder, waarbij geen of nauwelijks torsiekrachten op het paneel worden overgedragen.

[0009] Het is eveneens een doel van deze uitvinding om een deurvleugel met overdekkend paneel aan te reiken, die eenvoudiger is van opbouw en/of eenvoudiger te monteren is.

Hoofdkenmerken van de uitvinding

[0010] Overeenkomstig een eerste aspect van de uitvinding wordt voorzien in een deurvleugel, zoals uiteen gezet in de bij gevoegde conclusies. De deurvleugel omvat een raamwerk, dat een opening omkadert. Het raamwerk wijst een voorzijde uit, die een buitenvlak definieert. De deurvleugel omvat verder een aan de voorzijde aangebracht dekpaneel, dat de opening en minstens een deel van het raamwerk bedekt, wanneer beschouwd langs de voorzijde. Het dekpaneel is in hoofdzaak evenwijdig met het buitenvlak. Het dekpaneel is met een bevestigingslid aan het raamwerk bevestigd.

[0011] Volgens een kenmerk van de uitvinding wordt het bevestigingslid door een volgens de omtrek gesloten kader gevormd. Het kader heeft afmetingen die overeenstemmen met de afmetingen van de raamwerkopening. Het kader omsluit bij voorkeur de opening in het raamwerk.

[0012] Volgens een bijkomend kenmerk van de uitvinding vertoont de deurvleugel een gelaagde opbouw. Daarbij vormt het kader een tussenlaag tussen het raamwerk en het dekpaneel.

[0013] Wanneer beschouwd langs de voorzijde van het raamwerk, is minstens een deel van het kader op het raamwerk aangebracht en is het dekpaneel op voornoemd deel van het kader aangebracht, zodat voornoemd deel van het kader vóór de voorzijde van het raamwerk en achter het dekpaneel gelegen is.

[0014] Door een gesloten kader te voorzien, dat op het raamwerk van de deurvleugel bevestigd is en waaraan het dekpaneel is opgehangen, wordt een (torsie)stijf vleugelkozijn bekomen, dat de krachten opvangt. Daardoor worden deze krachten niet naar het dekpaneel overgedragen. Niet alleen zijn deurvleugels met overdekkend paneel volgens de uitvinding steviger en robuuster ten opzichte van de stand der techniek, maar laten deze toe om minder eisen te stellen aan de dekpanelen, zodat de kost kan gedrukt worden. Ook kan een groter aanbod aan dekpanelen worden gebruikt.

[0015] Het kader vertoont een torsiestijfheid die bij voorkeur minstens even groot is als de torsiestijfheid van het raamwerk, en bij voorkeur minstens 1,5 maal zo groot is, bij grotere voorkeur minstens tweemaal zo groot.

[0016] Bij voorkeur is er geen rechtstreekse verbinding of contact tussen het dekpaneel en het raamwerk.

[0017] Bij voorkeur omvat (voornoemd deel van) het kader een in hoofdzaak aan het buitenvlak evenwijdige voorzijde en een achterzijde. Bij voorkeur omvat het dekpaneel een achterzijde. De achterzijde van {voornoemd deel van) het kader en de voorzijde van het raamwerk zijn bij voorkeur tegenovergesteld. De voorzijde van (voornoemd deel van) het kader en de achterzijde van het dekpaneel zijn bij voorkeur tegenovergesteld. De voorzijde van het raamwerk sluit bij voorkeur op de achterzijde van (voornoemd deel van) het kader aan. De achterzijde van het dekpaneel sluit bij voorkeur op de voorzijde van (voornoentd deel van) het kader aan.

[0018] Het kader omvat bij voorkeur een in hoofdzaak aan het buitenvlak evenwijdige eerste lijst. Deze eerste lijst vormt voornoemd deel van het kader. Door de eerste lijst op het raamwerk te voorzien, en door het dekpaneel op deze lijst aan te brengen, wordt effectief verhinderd dat krachten op het dekpaneel worden overgedragen.

[0019] Het kader omvat bij voorkeur een tweede lijst, die zich volgens een op het buitenvlak loodrechte richting uitstrekt en op de eerste lijst aansluit. Bij voorkeur omsluiten de eerste of de tweede lijst, en bij voorkeur beide, de opening volledig. Het gebruik van twee haaks op elkaar staande, gesloten lijsten laat toe om een uiterst torsiestijf kader te vormen.

[0020] Bij voorkeur vormen de eerste en de tweede lijst elk een lid van een L-profiel. De eerste lijst kan dan evenwijdig zijn aan het buitenvlak en de tweede lijst bevindt zich ten opzichte van de eerste lijst bij voorkeur aan de zijde van de opening. Bij voorkeur is het kader ten minste door middel van de eerste lijst aan het raamwerk bevestigd.

[0021] Bij voorkeur is het kader door middel van in hoofdzaak loodrecht op het buitenvlak aangebrachte mechanische verbindingselementen, zoals schroeven, aan het raamwerk bevestigd. De mechanische verbindingselementen zijn dus bij voorkeur langs de voorzijde aangebracht.

[0022] Bij voorkeur omvat het kader een in hoofdzaak aan het buitenvlak evenwijdige voorzijde die geribd is. Het dekpaneel is bij voorkeur op de geribde voorzijde gekleefd.

[0023] Bij voorkeur vertoont het kader, wanneer beschouwd langs de voorzijde van het raamwerk, een buitenrand, zodat het kader binnen de buitenrand gelegen is. Bij voorkeur omvat het kader langs de buitenrand een uitsparing. Bij voorkeur omvat de deurvleugel een rondom het dekpaneel aangebrachte lijst, die een aan het buitenvlak evenwijdige lip uitwijst. Bij voorkeur is de lip in de uitsparing voorzien. De lip kan in de uitsparing gekleefd zijn. Een binnenwand van de uitsparing kan geribd zijn voor een betere hechting van het kleefmiddel.

[0024] Bij voorkeur vertoont de tweede lijst een geribde, naar de opening gerichte zijde.

[0025] Bij voorkeur is het raamwerk opgebouwd uit kunststof vleugelprofielen.

[0026] Bij voorkeur is het kader vervaardigd uit profielen van een geëxtrudeerd materiaal.

[0027] Bij voorkeur is het bevestigingslid of het kader vervaardigd uit aluminium of een aluminiumlegering.

[0028] Overeenkomstig een tweede aspect van de uitvinding wordt voorzien in een deur omvattende een deurvleugel zoals beschreven in de voorgaande paragrafen.

[0029] Overeenkomstig een derde aspect van de uitvinding wordt voorzien in een werkwijze voor het overdekken van een deurvleugel met een dekpaneel, zoals uiteengezet in de bijgevoegde conclusies. De werkwijze omvat het voorzien van een raamwerk. Het raamwerk omkadert een opening en vertoont een voorzijde die een buitenvlak definieert. De werkwijze omvat verder het voorzien van een volgens de omtrek gesloten kader. Het kader wordt langs de voorzijde op het raamwerk aangebracht. Het kader heeft zodanige afmetingen, dat het de opening in het raamwerk omsluit en dat minstens een deel van het kader over het raamwerk komt te liggen. Langs de voorzijde wordt op voornoemd deel van het kader het dekpaneel aangebracht, zodanig dat het dekpaneel in hoofdzaak evenwijdig met het buitenvlak komt te liggen. De werkwijze laat toe om een deur en deurvleugel overeenkomstig aspecten van de uitvinding te bekomen.

[0030] Bij voorkeur omvat het raamwerk vleugelprofielen met glasaanslag en worden de glasaanslagen van de vleugelprof ielen afgezaagd om het kader aan te kunnen brengen. Bij voorkeur omvat het kader een zich evenwijdig aan het buitenvlak uitstrekkende eerste lijst en een daarop loodrecht staande tweede lijst. De eerste lijst en de tweede lijst kunnen elk een lid van een L-profiel vormen. Bij voorkeur wordt de eerste lijst van het kader over het raamwerk en de tweede lijst in het raamwerk, op de plaats van de afgezaagde glasaanslagen, aangebracht.

[0031] Bij voorkeur wordt het kader door middel van mechanische verbindingselementen aan het raamwerk bevestigd. Bij voorkeur wordt het dekpaneel op het kader gekleefd.

Beschrijving van de figuren

[0032] Figuur 1 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een deur met inzetpaneel uit de stand der techniek.

[0033] Figuur 2 toont een vooraanzicht van het raamwerk van een deurvleugel verstevigd door een kader overeenkomstig de uitvinding.

[0034] Figuur 3 toont de dwarsdoorsnede A-A van het raamwerk van figuur 2.

[0035] Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede overeenkomstig figuur 3, waarbij een dekpaneel op het kader is opgesteld.

[0036] Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een raamwerk van een deurvleugel overeenkomstig de uitvinding, waarbij een L-vormige lijst rondomheen het dekpaneel is aangebracht.

[0037] Figuur 6 toont een uitvergrote dwarsdoorsnede van het kaderprofiel en de lijst uit figuren 3-5_. Een detail van het kaderprofiel is bijkomend uitvergroot.

[0038] Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van een raamwerk van een deurvleugel overeenkomstig de uitvinding, waarbij een U-vormige lijst rondomheen het dekpaneel is aangebracht.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

[0039] Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een typische deurvleugel 10 met een inzetpaneel 12 uit de stand der techniek. De deurvleugel 10 wordt gehangen in een vast staand kozijn 9, dat aan een muur of wand bevestigd wordt. De deurvleugel omvat een raamwerk of kader opgebouwd uit vleugelprofielen 11, die een glasaanslag 111 omvatten. De zijde van de glasaanslag 111 definieert algemeen de buitenzijde van de deurvleugel 10. Het raamwerk omkadert een opening 15, die gedicht wordt met behulp van een inzetpaneel 12, dat in de opening 15, tot aan de glasaanslag 111 wordt gebracht. Langs de binnenzijde (overzijde van de zijde van de glasaanslag 111), wordt het inzetpaneel 12 in de vleugelprofielen 11 geklemd door middel van glaslatten 13. Afdichtingsrubbers 14 kunnen langsheen de overgangen worden voorzien.

[0040] In deurvleugels overeenkomstig de uitvinding worden geen inzetpanelen 12 gebruikt, maar overdekkende panelen, kortweg dekpanelen, die dus niet langs de binnenzijde van de vleugelprofielen in het raamwerk worden geschoven, maar die langs de buitenzijde bovenover de vleugelprofielen 11 worden aangebracht. Deze dekpanelen blijven na montage bijgevolg aan de buitenzijde over het raamwerk hangen.

[0041] Zoals getoond in figuren 2 en 3 omvatten deurvleugels overeenkomstig de uitvinding een raamwerk 20, dat opgebouwd is uit vleugelprofielen 21. Het raamwerk 20 omkadert één of meerdere openingen 22. De deurvleugel (raamwerk 20) kan via scharnieren in een vast deurkozijn 29 worden opgehangen en de aanslagvlakken kunnen met afdichtingsrubbers 24 worden voorzien.

[0042] Het raamwerk 20 vertoont een voorzijde 201 en een achterzijde 202, gedefinieerd wanneer men frontaal het raamwerk 20 met opening 22 aanschouwt. De voorzijde 201 is algemeen de zijde waar een glasaanslag 111 zou worden voorzien. Algemeen wordt die buitenzijde van het raamwerk, die tegen een aanslag van het vaststaand kozijn 29 aanligt als voorzijde 201 aangeduid (bij een naar binnen draaiende deur).

[0043] De voorzijde 201 definieert een buitenvlak. Het buitenvlak ligt in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak van de opening 22, of het vlak van het raamwerk 20. Het dekpaneel zal evenwijdig aan het buitenvlak komen te liggen. De voorzijde 201 van de vleugelprof ielen 21 is meestal vlak, zodanig dat de voorzijden van alle vleugelprof ielen 21 die het raamwerk 20 vormen (de twee stijlen links en rechts, en de boven- en onderdorpel) in één vlak liggen. Dit vlak definieert dan het buitenvlak. Het is mogelijk dat de voorzijden van vleugelprofielen 21 niet in één vlak liggen. Het buitenvlak kan dan gedefinieerd worden door het meest buiten gelegen vlak dat aan de vleugelprofielen 21 raakt.

[0044] De vleugelprofielen 21 zijn bij voorkeur profielen uit een geëxtrudeerd materiaal, zoals aluminium of kunststof (bv. PVC) . Met voordeel worden kunststof- profielen gebruikt, waarbij voor de stevigheid een metalen (stalen) kern 27 in het profiel voorzien kan worden.

[0045] Overeenkomstig de uitvinding wordt bovenop het raamwerk 20 een kader 25 voorzien. Het kader 25 is gevormd uit profielen 250, waarvan figuur 6 een uitvergrote dwarsdoorsnede toont. Kaderprofielen 250 worden in de vorm van een kader aan elkaar bevestigd, bij voorkeur vóórdat het kader 25 op het raamwerk 20 wordt gemonteerd.

[0046] Met voordeel worden de kaderprofielen 250 in de hoeken van het kader 25 verstek gezaagd en aan elkaar bevestigd. Het aan elkaar bevestigen van de kaderprofielen 250 tot een kader 25 gebeurt bij voorkeur door lassen, zoals bv. TIG-lassen ingeval van een metalen, zoals aluminium, kader. Zoals verder zal blijken, wordt op deze manier een stevig kader 25, dat in staat zal zijn om op de deurvleugel inwerkende torsiekrachten op te vangen, bekomen.

[0047] Het kader 25 wordt aangebracht aan de voorzijde 201 van het raamwerk 20 (dit is dezelfde zijde waar het dekpaneel later zal worden aangebracht) en strekt zich bij voorkeur ononderbroken omheen de binnenopening 22 van het raamwerk 20 uit.

[0048] Kaderprofiel 250 en bijgevolg kader 25 is bij voorkeur uit een geëxtrudeerd materiaal, zoals aluminium, vervaardigd.

[0049] Kaderprofiel 250 en bijgevolg kader 25 omvat bij voorkeur een eerste lijst 251, die in gemonteerde toestand evenwijdig aan het buitenvlak ligt. Zoals in figuur 3 getoond, wordt deze eerste lijst 251 langs de voorzijde 201 bovenop het vleugelprofiel 21 gemonteerd. De eerste lijst 251 ligt met andere woorden over (een deel van) het vleugelprofiel 21, wanneer beschouwd langs de voorzijde 201.

[0050] Bij voorkeur omvat het kaderprofiel 250 een tweede lijst 252, die op de eerste lijst 251 aansluit. De tweede lijst 252 ligt bij voorkeur haaks op de eerste lijst 251, en bij voorkeur zodanig dat de eerste lijst 251 en de tweede lijst 252 een L-profiel vormen. Beschouwt men het kader 25 frontaal langs de voorzijde 201, dan is de tweede lijst bij voorkeur aan de binnenrand van het kader 25 gelegen, zodat in gemonteerde toestand de tweede lijst 252 rond de raamwerkopening 22 en loodrecht op het buitenvlak gelegen is. Ten opzichte van de eerste lijst 251, strekt de tweede lijst 252 zich uit vanaf de eerste lijst 251 naar de achterzijde 202 toe.

[0051] De eerste lijst 251 of de tweede lijst 252 kunnen het kader 25 sluitend (ononderbroken) maken en daarbij de raamwerkopening 22 omgeven. Voor optimale stevigheid zijn zowel de eerste lijst 251 als de tweede lijst 252 ononderbroken rond het kader 25 voorzien.

[0052] Het kader 25 wordt derhalve op het raamwerk 20 bevestigd. Daarbij worden de afmetingen van het kader zodanig gekozen, dat de eerste, lijst. 251 bovenop de voorzijde 201 van de vleugelprofielen 21 steunt. De tweede lijst 252 ligt dan in de raamwerkopening 22. Voor een betere montage van het kader 25 op het raamwerk wordt met voordeel de glasaanslag 111 van de vleugelprofielen 21 afgezaagd, zodat de tweede lijst 252 in de raamwerkopening 22 kan dringen. Als alternatief kan een specifiek vleugelprof iel, dat geen glasaanslag omvat, worden gebruikt.

[0053] De montage van het kader 25 op het raamwerk 20 resulteert daarin dat het kader 25 een aan het buitenvlak evenwijdige voorzijde 253 vertoont, die desgevallend de voorzijde van de eerste lijst 251 is. Zoals verder zal blijken, zal deze voorzijde 253 het steunvlak voor het dekpaneel vormen.

[0054] Het kader 25 wordt bij voorkeur door middel van schroeven 26 op het raamwerk 20 bevestigd. De schroeven 26 worden bij voorkeur volgens de voorzijde 253 aangebracht. Bij kunststofprofielen met verstevigingskern 27 dringen de schroeven 26 bij voorkeur tot in de kern 27 door. Aan de voorzijde 253 omvat het kader 25 bij voorkeur een groef 255 langsheen de omtrek om het boren van schroefgaten te vergemakkelijken (zie fig. 6).

[0055] De bevestiging van het kader 25 op het raamwerk 20 resulteert bijgevolg in een verstevigd, torsiestijver raamwerk. Het effect is des te meer merkbaar wanneer het kader 25 twee gesloten (ononderbroken), loodrecht op elkaar staande lijsten 251 en 252 omvat.

[0056] Zoals getoond in figuur 4, wordt vervolgens het dekpaneel 32 langs de voorzijde 201, 253 van raamwerk en kader op het kader 25 aangebracht. Het dekpaneel 32 steunt met andere woorden op het kader 25, en niet, zoals in de stand der techniek, op de vleugelprofielen 21. Een achterzijde 322 van het dekpaneel 32 (wanneer beschouwd langs de voorzijde 201) ligt bijgevolg tegenovergesteld aan de voorzijde 253 van het kader 25 en sluit er bij voorkeur op aan.

[0057] Het dekpaneel heeft zulke afmetingen dat het zich over de raamwerkopening 22 en het kader 25 uitstrekt. Bij voorkeur strekt het dekpaneel 32 zich volledig over het kader 25 uit. De frontale zijde (voorzijde 253) van het kader 25 wordt bij voorkeur volledig, of minstens grotendeels, afgedekt. Het dekpaneel 32 heeft derhalve bij voorkeur afmetingen die ten minste gelijk zijn aan de afmetingen van de buitenrand van het kader 25.

[0058] Het dekpaneel 32 is bij voorkeur volledig op maat gemaakt en kan voorzien zijn van glas, sierlijsten, infrezingen, opleg inox elementen, en deurgrepen. Het wordt bij voorkeur op de voorzijde 253 van het kader 25 gekleefd.

[0059] Voor een goede hechting van de lijm, zijn kaderprofielen 250 aan de voorzijde 253 bij voorkeur voorzien van ribbels 256 (zie fig. 6) . Ook de tweede lijst 252 kan aan de naar de raamwerkopening 22 gerichte zijde van ribbels 256 voorzien zijn.

[0060] Met voordeel is het kader 25 voorzien van een deklaag. Na het aan elkaar bevestigen van de stijlen en dorpels (kaderprofielen 250) van het kader 25, zoals door lassen, wordt het gemonteerde kader 25 van een deklaag, zoals van een verf of andere hechtingslaag, voorzien. Dit heeft als voordeel dat de reiniging en het vetvrij maken van het kader kan geschieden in de fabriek, vooraleer de deklaag wordt aangebracht, zodat de schrijnwerker die uiteindelijk de deurvleugel zal assembleren, een zuiver kader 25 aangeleverd, krijgt, en deze niet hoeft te ontvetten, wat tijdrovend kan zijn en niet grondig kan gebeuren wegens de ribbels 256. Bij voorkeur wordt een deklaag op het kader 25 voorzien door middel van poederlakken.

[0061] Zoals in figuur 5 getoond kan het dekpaneel een dikker paneel zijn, zoals een sandwichpaneel 52, dat langs de achterzijde 522 rondomheen de rand is uitgefreesd, zodat een uitkraging 523 wordt bekomen dat de gewenste dikte heeft om op het kader 25 te passen. Het dikkere middendeel 524 van het sandwichpaneel 52 dringt dan tot in de opening 22 en kan langs de zijkant 525 aan de tweede lijst 252 worden gekleefd. In dit geval kan een buitenoppervlak van de tweede lijst 252 van het kader 25 met zijkant 525 van het sandwichpaneel 52 contact maken.

[0062] De deurvleugel 40, 50 kan worden afgewerkt met behulp van een lijst 47, zoals getoond in figuren 5 en 6. Deze lijst heeft bij voorkeur een L-vormige dwarsdoorsnede met leden 471 en 472.

[0063] Ter bevestiging van de lijst 47 omvatten de kaderprofielen 250 een uitsparing 254, die omheen de buitenrand van het kader 25 is aangebracht. De uitsparing 254 is bij voorkeur aan de achterzijde van het kader 25 (achterzijde 257 van de eerste lijst 251) aangebracht.

[0064] De uitsparing 254 heeft zodanige afmetingen dat een eerste lid 471 van de lijst 47 in de uitsparing 254 past en erin geschoven kan worden. In gemonteerde toestand, zoals voorgesteld in figuur 5, is het eerste lid 471 van de lijst 47 in de uitsparing 254 van het kaderprof iel geschoven.

[0065] De lijst 47 kan in de uitsparing 254 aan het kader 25 en/of het raamwerk 20 gekleefd zijn. Bij voorkeur is een binnenwand van de uitsparing 254, zoals een aan het buitenvlak evenwijdige binnenwand 258 van ribbels voorzien voor een betere hechting van de lijm.

[0066] Haaks op het eerste lid 471 omvat de lijst 47 een tweede lid 472, dat rondom het kader 25 en het dekpaneel 32 is aangebracht en de zijkanten van kader en dekpaneel afdekt. Het kader 25 is daardoor niet zichtbaar langs de zijkant van de deurvleugel.

[0067] Figuur 7 toont een deurvleugel 70 voorzien van een lijst 77, gelijkaardig aan de lijst 47 uit figuur 5. In plaats van een L-vormige dwarsdoorsnede, heeft lijst 77 een U-vormige dwarsdoorsnede, met een eerste been 771 die overeenstemt met het eerste lid 471 van lijst 47. Het tweede been 772 van de U wordt dan over (de voorzijde 321, 521 van) het dekpaneel 32, 52 geschoven. Een U-vormige lijst 77 kan nuttig zijn bij dekpanelen 32, 52 die een voorzijde 321, 521 met deklaag omvatten, zoals bv. een houtstructuurlaag. Het tweede been 772 voorkomt dan dat deze laag onder invloed van omgevingsfactoren loskomt.

[0068] De afmetingen van het dekpaneel 32 worden bij voorkeur zodanig gekozen, dat tussen het deurkozijn 29 en de lijst 47 een voeg 48 wordt voorzien, die kleiner is dan de breedte van het eerste lid 471 (dit eerste lid 471 heeft bij voorkeur een breedte groter dan of gelijk aan 5 mm, bij voorkeur tussen 5 mm en 20 mm) . Wanneer de deurvleugel 40 in een deurkozijn 29 gemonteerd is en de deur gesloten is, kan de lijst 47 niet worden verwijderd.

[0069] Om de lijst 47 op haar plaats te houden kunnen als alternatief de uitsparing 254 en het eerste lid 471 van de lijst 47 worden voorzien van een clipssysteem, zodat het eerste lid 471 in de uitsparing 254 kan worden geclipst.

[0070] De (water)afdichting tussen dekpaneel 32 en lijst 47 kan met behulp van een siliconenafdichting of dichtingsrubbers worden verwezenlijkt.

[0071] Het deurvleugelsysteem overeenkomstig de uitvinding heeft als voordeel dat het dekpaneel als het ware opgehangen is aan het kader 25, in plaats van aan de vleugelprofielen 21. Torsie- en andere krachten worden bijgevolg eerst door het kader 25 opgenomen. Door het kader zodanig te dimensioneren (bv. door de dikte en -het materiaal van de kaderprof ielen 250 te kiezen) dat het geheel van raamwerk 20 en kader 25 voldoende torsiestijf wordt, kan worden verhinderd dat er krachten op het dekpaneel worden overgedragen. Het resultaat is een deur met vleugeloverdekkend paneel dat zeer stevig en robuust is, doch zeer elegant kan worden uitgevoerd.

Claims (21)

1. Deurvleugel (40, 50, 70), omvattende: - een raamwerk (20) dat een opening (22) omkadert en een voorzijde (201) uitwijst die een buitenvlak definieert, - een aan de voorzijde (201) aangebracht dekpaneel (32, 52) , dat de opening (22) en minstens een deel van het raamwerk (20) bedekt wanneer beschouwd langs de voorzijde (201), - een bevestigingslid (25) waarmee het dekpaneel aan het raamwerk bevestigd is, daarin gekenmerkt, dat: - het bevestigingslid door een volgens de omtrek gesloten kader (25) met afmetingen overeenkomstig de opening (22) in het raamwerk (20) gevormd wordt, en - de deurvleugel een gelaagde opbouw vertoont, waarbij het kader (25) een tussenlaag tussen het raamwerk (20) en het dekpaneel (32, 52) vormt.

2. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens conclusie l, waarbij, wanneer beschouwd langs de voorzijde (201) van het raamwerk, minstens een deel van het kader (25) op het raamwerk (20) is aangebracht en het dekpaneel (32, 52) op voornoemd deel van het kader (25) is aangebracht, zodat voornoemd deel van het kader (25) vóór de voorzijde (201) van het raamwerk (20) en achter het dekpaneel (32, 52) gelegen is.

3. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens conclusie 1 of 2, waarbij minstens een deel (251) van het kader (25) een in hoofdzaak aan het buitenvlak evenwijdige voorzijde (253) en een achterzijde (257) omvat en waarbij het dekpaneel (32, 52) een achterzijde (322, 522) omvat, waarbij de voorzijde (201) van het raamwerk (20) aansluit op de achterzijde (257) van voornoemd deel (251) van het kader (25) en de achterzijde (322, 522) van het dekpaneel (32, 52) aansluit op de voorzijde (253) van voornoemd deel (251) van het kader (25).

4. Deurvleugel (4 0, 50, 70) volgens conclusie 3, waarbij voornoemd deel van het kader (25) door een in hoofdzaak aan het buitenvlak evenwijdige eerste lijst (251) gevormd wordt.

5. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens conclusie 4, waarbij het kader (25) een tweede lijst (252) omvat, die zich volgens een op het buitenvlak loodrechte richting uitstrekt en op de eerste lijst (251) aansluit.

6. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens conclusie 5, waarbij de eerste (251) en/of de tweede lijst (252) de opening (22) volledig omsluiten.

7. Deurvleugel (4 0, 50, 70) volgens conclusie 5 of 6, waarbij de eerste (251) en de tweede lijst (252) elk een lid van een L-profiel vormen, waarbij de eerste lijst (251) evenwijdig is aan het buitenvlak en de tweede lijst (252) zich ten opzichte van de eerste lijst (251) aan de zijde van de opening (22) bevindt.

8. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke conclusie 4 tot 7, waarbij het kader (25) ten minste door middel van de eerste lijst (251) aan het raamwerk (20) bevestigd is.

9. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij het kader (25) een torsiestijfheid vertoont die minstens even groot is als de torsiestijfheid van het raamwerk (20).

10. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij het kader (25) door middel van in hoofdzaak loodrecht op het buitenvlak aangebrachte mechanische verbindingselementen (26), zoals schroeven, aan het raamwerk (20) bevestigd is.

11. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij het kader (25) een in hoofdzaak aan het buitenvlak evenwijdige voorzijde (253) omvat die geribd (256) is en het dekpaneel (32, 52) op de geribde voorzijde (253) gekleefd is.

12. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij, wanneer beschouwd langs de voorzijde (201) van het raamwerk (20) , het kader (25) een buitenrand uitwijst, zodat het kader binnen de buitenrand gelegen is, waarbij de deurvleugel verder een rondom het dekpaneel (32, 52) aangebrachte lijst (47, 77) omvat, die een aan het buitenvlak evenwijdige lip (471, 771) uitwijst, waarbij het kader (25) langs de buitenrand een uitsparing (254) omvat die de lip (471, 771) ontvangt.

13. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens conclusie 12, waarbij een binnenwand (258) van de uitsparing (254) geribd is en de lip (471, 771) gekleefd is in de uitsparing.

14. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke conclusie 5 tot 8, waarbij de tweede lijst (252) een geribde (256), naar de opening (22) gerichte zijde vertoont.

15. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij het raamwerk (20) opgebouwd is uit kunststof vleugelprofielen.

16. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij het kader (25) vervaardigd is uit profielen van een geëxtrudeerd materiaal.

17. Deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie, waarbij het kader (25) vervaardigd is uit aluminium of een aluminiumlegering.

18. Deur omvattend een deurvleugel (40, 50, 70) volgens eender welke voorgaande conclusie.

19. Werkwijze voor het overdekken van een deurvleugel (40, 50, 70) met een dekpaneel (32, 52), omvattend: - voorzien van een raamwerk (20) , dat een opening (22) omkadert en een voorzijde (201) uitwijst die een buitenvlak definieert, - voorzien van een volgens de omtrek gesloten kader (25) met afmetingen overeenkomstig de opening (22), - langs de voorzijde (201) op het raamwerk (20) aanbrengen van het kader (25), zodanig dat minstens een deel van het kader (25) over het raamwerk (20) gelegen is, - langs de voorzijde (201) op voornoemd deel van het kader (25) aanbrengen van het dekpaneel (32, 52) , zodanig dat het dekpaneel (32, 52) in hoofdzaak evenwijdig met het buitenvlak is.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij het kader (25) een zich evenwijdig aan het buitenvlak uitstrekkende eerste lijst (251) en een daarop loodrecht staande tweede lijst (252) omvat, waarbij het raamwerk (20) opgebouwd is uit vleugelprofielen (21) en de werkwijze het afzagen van glasaanslagen (111) van de vleugelprofielen omvat, om de eerste lijst (251) van het kader (25) over het raamwerk (20) en de tweede lijst (252) in het raamwerk, omheen de opening (22) aan te kunnen brengen.

21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, omvattend het door middel van mechanische verbindingselementen (26) bevestigen van het kader (25) aan het raamwerk (20) en het op het kader (25) kleven van het dekpaneel (32, 52).