BE1019500A3

BE1019500A3 - BEARING STRUCTURE FOR A WOOD CHELETON CONSTRUCTION AND METHOD FOR MANUFACTURING SUCH BEARING STRUCTURE.

Info

Publication number: BE1019500A3
Application number: BE2010/0344A
Authority: BE
Inventors: Marc Cools
Original assignee: Eco Home Bvba
Priority date: 2010-06-04
Filing date: 2010-06-04
Publication date: 2012-08-07

Abstract

Draagstructuur voor een houtskeletconstructie, welke draagstructuur een hoofdzakelijk vlak raamwerk vormt en aldus twee kadervlakken omvat, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur minstens één drager omvat welke minstens deels tussen de kadervlakken is aangebracht en tot voorbij minstens één van de kadervlakken van de draagstructuur reikt.Support structure for a timber frame construction, which support structure forms a substantially flat frame and thus comprises two frame surfaces, characterized in that the support structure comprises at least one support which is arranged at least partly between the frame surfaces and extends beyond at least one of the frame surfaces of the support structure.

Description

Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur.Support structure for a timber frame construction and method for manufacturing such a support structure.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een draagstructuur voor een houtskeletconstructie en een werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur.The present invention relates to a support structure for a timber frame construction and a method for manufacturing such a support structure.

De huidige uitvinding heeft als doel om op een eenvoudige wijze een laag-enegie of passiefwoning of dergelijke te bouwen.The present invention has for its object to build a low-energy or passive house or the like in a simple manner.

Houtskeletbouw is een bouwmethode waarbij de dragende delen van een bouwwerk boven de grond in hoofdzaak uit een houtconstructie bestaan. Zulke constructie bestaat gebruikelijk uit balken voor vloeren, stijlen en regels voor de dragende wanden en balken, spanten of vakwerkliggers voor het dak.Timber frame construction is a construction method in which the load-bearing parts of a structure above the ground mainly consist of a timber construction. Such a construction usually consists of beams for floors, posts and rules for the load-bearing walls and beams, trusses or lattice girders for the roof.

Een houtskeletbouw wordt gebruikelijk opgebouwd met behulp van geprefabriceerde houtskeletwanden.A timber frame construction is usually constructed using prefabricated timber frame walls.

Een draagstuctuur voor houtskeletwanden is gebruikelijk opgebouwd uit houten liggers, bijvoorbeeld twee, welke in geplaatste toestand verticaal worden georiënteerd en welke aan hun uiteinden verbonden zijn door middel van een zogenaamde boven- en onderregel, in wezen een houten plank welke de liggers onderling verbinden.A supporting structure for timber frame walls is usually composed of wooden beams, for example two, which are oriented vertically when placed and which are connected at their ends by means of a so-called top and bottom rail, essentially a wooden board which connect the beams to each other.

De liggers kunnen bijvoorbeeld I-liggers of liggers met rechthoekige dwarsdoorsnede zijn, beide gekenmerkt door een breedte B, een hoogte H en een lengte L.The beams can for example be I-beams or beams with a rectangular cross-section, both characterized by a width B, a height H and a length L.

Een draagstructuur voor houtskeletwanden vormt gebruikelijk een hoofdzakelijk rechthoekig en vlak raamwerk met twee hoofdzakelijk overeenstemmende rechthoekige kadervlakken en met een omtreksboord waarvan de dikte gebruikelijk overeenstemt met de hoogte H van de liggers.A support structure for timber frame walls usually forms a substantially rectangular and flat framework with two substantially similar rectangular frame surfaces and with a circumferential edge, the thickness of which usually corresponds to the height H of the beams.

Met kadervlak wordt bedoeld het vlak dat gevormd wordt door de zijkanten van de liggers welke frontaal zichtbaar zijn wanneer men zich zodanig opstelt dat frontale doorkijk doorheen de opening of openingen mogelijk is. De beide kadervlakken worden zoals verder uiteengezet bekleed met gepast plaatmateriaal, afhankelijk van de ruimte, binnen of buiten, waarnaar deze gericht worden.By frame surface is meant the surface formed by the sides of the beams which are visible frontally when one is positioned in such a way that frontal view through the opening or openings is possible. The two frame surfaces are covered with suitable sheet material as further explained, depending on the space, inside or outside, to which they are directed.

Gebruikelijk vormt de houtskeletwand deel van een buitenmuur van de bouwconstructie, en daarom wordt in die context het naar buiten gerichte kadervlak verder vaak het buitenkadervlak genoemd en wordt het naar binnen gerichte kadervlak verder het binnenkadervlak genoemd.Usually, the timber frame wall forms part of an outer wall of the building structure, and therefore in that context the outward-facing frame surface is often referred to as the outer-frame surface and the in-facing frame surface is further called the inner-frame surface.

In de context van de huidige uitvinding dient men onder een draagstructuur voor een houtskeletwand een samenbouw van liggers en regels of dergelijke te verstaan. De huidige uitvinding kan worden toegepast in combinatie met diverse vormen van draagstructuren en is niet beperkt tot de gebruikelijk en hierboven beschreven draagstructuren.In the context of the present invention, a support structure for a timber frame wall is to be understood as an assembly of beams and rails or the like. The present invention can be applied in combination with various forms of support structures and is not limited to the usual support structures described above.

Betreft de verdere afwerking van de draagstructuren wordt aan de binnenzijde, i.e. de zijde die in geplaatste toestand naar de binnenzijde van de woning of het gebouw wordt gericht, de draagstructuur voor de houtskeletwand gebruikelijk voorzien van een plaat welke niet dampdichter is uitgevoerd dan noodzakelijk, verder de binnenplaat genoemd.With regard to the further finishing of the supporting structures, on the inside, ie the side that is directed towards the inside of the house or the building, the supporting structure for the timber frame wall is usually provided with a plate which is not vapor-proof than necessary, further called the inner plate.

Gebruikelijk wordt een zogenaamde OSB plaat voorzien. OSB staat voor de engelse benaming "Oriented Strand Board" of in het nederlands een plaat gemaakt van gerichte houtschilfers.A so-called OSB plate is usually provided. OSB stands for the English name "Oriented Strand Board" or in Dutch a plate made of targeted wood chips.

Aan de buitenzijde wordt op de draagstructuur van de houtskeletwand een wind- en waterdichte laag aangebracht, verder de buitenplaat genoemd, welke idealiter maximaal dampopen is uitgevoerd, en in elk geval meer dampopen dan de binnenplaat. De buitenplaat kan bijvoorbeeld bestaan uit een zachte damopen houtvezelplaat.On the outside, a windproof and watertight layer is applied to the supporting structure of the timber frame wall, hereinafter referred to as the outer plate, which is ideally designed to achieve maximum vapor opening, and in any case more vapor opening than the inner plate. The outer plate can for instance consist of a soft damopen wood fiber plate.

De buitenzijde wordt bijkomend voorzien van een buitengevelbekleding naar keuze.The outside is additionally provided with an outer wall cladding of your choice.

De open ruimte of inwendige ruimte in de draagstuctuur van houtskeletwanden, i.e. de ruimte tussen de kadervlakken, de liggers, de onderregel en de bovenregel, wordt gebruikelijk opgevuld met thermisch isolatiemateriaal, hetzij voorafgaand aan de plaatsing van het buiten- en binnenscherm, hetzij erna door inblazen.The open space or internal space in the load-bearing structure of timber frame walls, ie the space between the frame surfaces, the beams, the bottom rail and the top rail, is usually filled with thermal insulation material either before or after the placement of the outer and inner shield. blow in.

Aan de binnenzijde van de binnenplaat wordt gebruikelijk een luchtdichting voorzien, bijvoorbeeld door de aansluitnaden van de binnenplaten te voorzien van een luchtdichte strook.An air seal is usually provided on the inside of the inner plate, for example by providing the connecting seams of the inner plates with an airtight strip.

Daarop wordt gebruikelijk een leidingspouw voorzien welke in hoofdzaak bestaat uit balkjes welke op de binnenplaat worden aangebracht met daarop een gipsplaat.A pipe cavity is usually provided on this, which essentially consists of beams which are mounted on the inner plate with a plasterboard on top.

Twee vaak toegepaste houtskeletbouwmethoden met bijhorende houtskeletstructuren zijn de zogenaamde balloon methode en de zogenaamde platform methode.Two commonly used timber frame construction methods with associated timber frame structures are the so-called balloon method and the so-called platform method.

Bij de balloon methode reiken de houtskeletwanden van de fundering tot de dakrand en hangen de vloeren tussen de •voornoemde wanden.In the balloon method, the timber frame walls extend from the foundation to the eaves and the floors hang between the aforementioned walls.

Bij de platform methode worden de houtskeletwanden per verdiep voorzien en worden de vloeren gedragen door deze op de onderliggende houtskeletwanden te plaatsen.With the platform method, the timber frame walls are provided per floor and the floors are supported by placing them on the underlying timber frame walls.

Houtskeletbouw wordt vaak toegepast met het oog op het bekomen van energiezuinige woningen, zoals bijvoorbeeld bij passiefwoningen.Timber frame construction is often used with a view to obtaining energy-efficient houses, such as passive houses.

De balloonmethode biedt een betere thermische isolatie dankzij de ononderbroken houtskeletwanden, doch heeft het nadeel dat de draagkracht beperkter is.The balloon method offers better thermal insulation thanks to the continuous wood frame walls, but has the disadvantage that the bearing capacity is more limited.

Inderdaad, de vloeren worden tussen de wanden geplaatst en gedragen door een bevestiging met de houtskeletwanden, bijvoorbeeld door middel van bouten.Indeed, the floors are placed between the walls and supported by a fixation with the timber frame walls, for example by means of bolts.

Alternatief of in combinatie met de voornoemde bevestiging wordt een dragende vloerbalk op balkjes van de leidingenspouw geplaatst welke zoals hierboven beschreven aan de binnenzijde op de binnenplaat kunnen zijn bevestigd.Alternatively or in combination with the aforementioned mounting, a load-bearing floor beam is placed on beams of the pipe cavity which, as described above, can be mounted on the inside of the inner plate.

Zulke dragende balk is dan voldoende onderschoord door de balkjes van de leidingenspouw en bevestigd aan de liggers van de houtskeletwand zodat daarop de balken van de tussenvloer kunnen worden opgelegd.Such supporting beam is then sufficiently underlined by the beams of the pipe cavity and attached to the beams of the timber frame wall so that the beams of the intermediate floor can be laid on it.

De platformmethode biedt een betere draagkracht voor de vloerelementen, doch levert een minder gunstige thermische isolatie, een en ander ten gevolge van de onderbroken houtskeletwanden.The platform method offers a better bearing capacity for the floor elements, but provides a less favorable thermal insulation, all this as a result of the interrupted timber frame walls.

De huidige uitvinding heeft als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.The present invention has for its object to provide a solution to one or more of the aforementioned and / or other disadvantages.

Hiertoe betreft de uitvinding een draagstructuur voor een houtskeletconstructie, welke draagstructuur een hoofdzakelijk vlak raamwerk vormt en aldus twee kadervlakken omvat, waarbij de draagstructuur minstens één drager omvat welke minstens deels tussen de kadervlakken is aangebracht en tot voorbij minstens één van de kadervlakken van de draagstructuur reikt.To this end the invention relates to a support structure for a timber frame construction, which support structure forms a substantially flat frame and thus comprises two frame surfaces, the support structure comprising at least one support which is arranged at least partly between the frame surfaces and extends beyond at least one of the frame surfaces of the support structure .

Het voordeel dat bekomen wordt is dat met zulke draagstructuur voor een houtskeletconstructie een steun wordt voorzien welke weerstaand kan bieden aan grote belastingen en welke tegelijkertijd met hoge thermische isolatiekarakteristieken kan worden uitgevoerd.The advantage that is obtained is that with such a supporting structure for a timber frame construction a support is provided which can resist large loads and which can be carried out simultaneously with high thermal insulation characteristics.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de draagstructuur twee liggers welke onderling verbonden zijn door middel van een bovenregel en een onderregel, waarbij de onderregel en/of de bovenregel de drager vormt doordat deze tot voorbij minstens één van de kadervlakken van de draagstructuur reikt.According to a preferred embodiment, the support structure comprises two girders which are mutually connected by means of a top rail and a bottom rail, the bottom rail and / or the top rail forming the carrier in that it extends beyond at least one of the frame surfaces of the carrier structure.

Deze uitvoeringsvariante is bijzonder eenvoudig te vervaardigen en samen te bouwen en biedt uitstekende thermische eigenschappen.This embodiment variant is particularly easy to manufacture and assemble and offers excellent thermal properties.

Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de draagstructuur minstens twee samengebouwde deelraamwerken met tussenliggende drager welke minstens tot voorbij minstens één van de kadervlakken van de draagstructuur reikt.According to another preferred embodiment, the support structure comprises at least two assembled sub-frames with intermediate support which extends at least beyond at least one of the frame surfaces of the support structure.

Deze uitvoeringsvariante biedt het bijzondere voordeel dat de deelraamwerken hoofdzakelijk vlak zijn en dus eenvoudig op compacte wijze te stapelen en te transporteren zijn. De drager kan op de werf worden aangebracht en dankzij zijn compacte gedaante maakt deze nauwkeurige plaatsing en voorziening van isolatie en winddichting mogelijk.This embodiment variant offers the special advantage that the sub-frames are substantially flat and can therefore be stacked and transported in a compact manner in a simple manner. The carrier can be installed on site and thanks to its compact shape, this allows accurate placement and provision of insulation and windproofing.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft de drager een plaatvormig element waarvan de dikte en de opbouw wordt afgestemd op de vereiste weerstand.According to a preferred embodiment, the support relates to a plate-shaped element whose thickness and structure are adjusted to the required resistance.

De huidige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur, welke werkwijze minstens de stappen omvat van het voorzien van een eerste hoofdzakelijk vlak deelraamwerk voor een houtskeletconstructie, voorzien van twee kadervlakken en een omtreksboord, het aanbrengen van een drager op minstens een deel van de omtreksboord van het eerste deelraamwerk, het voorzien van een tweede deelraamwerk voor een houtskeletconstructie, voorzien van twee kadervlakken en een omtreksboord, het aanbrengen van het tweede deelraamwerk, meer bepaald van een deel van de bijhorende omtreksboord op een deel van de drager, één en ander zodanig dat de drager zich minstens deels tussen de deelraamwerken bevindt en minstens tot voorbij minstens één van de kadervlakken van de eerste draagstructuur en/of van de tweede draagstructuur reikt.The present invention also relates to a method for manufacturing such a support structure, which method comprises at least the steps of providing a first substantially flat subframe for a timber frame construction, provided with two frame surfaces and a circumferential board, applying a support to at least a part of the circumference of the first subframe, the provision of a second subframe for a timber frame construction, provided with two frame surfaces and a circumferential board, the provision of the second subframe, more particularly of a part of the associated circumferential board on a part of the carrier, one and others such that the carrier is located at least partly between the sub-frames and at least extends beyond at least one of the frame surfaces of the first bearing structure and / or of the second bearing structure.

Deze werkwijze biedt het voordeel dat ze op de werf kan worden voltrokken. De deelraamwerken zijn hoofdzakelijk vlak uitgevoerd en bijgevolg, zoals gezegd, eenvoudig op compacte wijze te stapelen en te transporteren.This method offers the advantage that it can be completed on site. The sub-frames are essentially flat and therefore, as stated, easy to stack and transport in a compact manner.

De drager kan op de werf worden aangebracht en dankzij zijn compacte gedaante maakt deze een nauwkeurige plaatsing en voorziening van isolatie en winddichting mogelijk.The carrier can be installed on site and, thanks to its compact shape, enables precise placement and provision of insulation and windproofing.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, enkele bekende uitvoeringsvarianten beschreven en als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een draagstructuur voor een houtskeletconstructie volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een gedeelte van een houtskeletbouw volgens de balloon methode weergeeft; figuur 2 een verdere mogelijke opbouw en afwerking van de houtskeletbouw in figuur 1 weergeeft; figuur 3 een gedeelte van een houtskeletbouw volgens de platform methode weergeeft; figuur 4 een verdere mogelijke opbouw en afwerking van de houtskeletbouw in figuur 3 weergeeft; figuur 5 een gedeelte van een houtskeletbouw volgens de uitvinding weergeeft; figuur 6 in meer detail het knooppunt van de houtskeletbouw in figuur 5 en volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 7 een verdere mogelijke opbouw en afwerking van de houtskeletbouw in figuur 5 en volgens de uitvinding weergeeft.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few known embodiments are described below and, by way of example, without limiting character, a preferred embodiment of a support structure for a timber frame construction according to the invention is described, with reference to the accompanying drawings, in which : figure 1 represents a part of a timber frame construction according to the balloon method; figure 2 represents a further possible construction and finishing of the timber frame construction in figure 1; figure 3 represents a part of a timber frame construction according to the platform method; figure 4 represents a further possible construction and finishing of the timber frame construction in figure 3; figure 5 represents a part of a timber frame construction according to the invention; figure 6 represents the node of the timber frame construction in figure 5 and according to the invention in more detail; figure 7 shows a further possible construction and finishing of the timber frame construction in figure 5 and according to the invention.

In figuur 1 is een gedeelte van een houtskeletwand 1 met aangebrachte vloer 2 weergegeven volgens de bekende balloon methode.Figure 1 shows a part of a timber frame wall 1 with floor 2 applied according to the known balloon method.

De houtskeletwand 1 omvat een draagstuctuur 3 welke is opgebouwd uit liggers 4 welke in geplaatste toestand verticaal worden georiënteerd en welke aan hun uiteinden verbonden zijn door middel van een zogenaamde bovenregel 5 en onderregel 6 welke de liggers 4 onderling verbinden.The timber frame wall 1 comprises a supporting structure 3 which is built up of beams 4 which, when placed, are oriented vertically and which are connected at their ends by means of a so-called top rail 5 and bottom rail 6 which connect the beams 4 to each other.

De liggers 4 reiken bij de balloonmethode van de fundering tot de dakrand.With the balloon method, the beams 4 extend from the foundation to the roof edge.

Aan de binnenzijde 7, i.e. de zijde die in geplaatste toestand naar de binnenzijde van de woning of het gebouw wordt gericht en welke in de figuren aan de rechterzijde is weergegeven, is de draagstructuur 3 voorzien van een binnenplaat 8, hier een OSB plaat 8.On the inside 7, i.e. the side which, when placed, is directed towards the inside of the house or building and which is shown on the right in the figures, the bearing structure 3 is provided with an inner plate 8, here an OSB plate 8.

Aan de buitenzijde is de draagstructuur 3 voorzien van een buitenplaat 9, hier een zachte damopen houtvezelplaat 9.On the outside, the supporting structure 3 is provided with an outer plate 9, here a soft damopen wood fiber plate 9.

Daartegen kan een buitengevelbekleding naar wens geplaatst worden, desgevallend met tussenliggende spouw welke eventueel van isolatie kan voorzien worden.Against this an outer wall cladding can be placed as desired, if necessary with an intermediate cavity which can possibly be provided with insulation.

De open ruimten in de draagstuctuur 3 is opgevuld met een niet weergegeven thermisch isolatiemateriaal.The open spaces in the supporting structure 3 are filled with a thermal insulation material (not shown).

Aan de binnenzijde zijn de aansluitnaden van de binnenplaten 8 voorzien van een niet weergegeven luchtdichte strook.On the inside, the connection seams of the inner plates 8 are provided with an airtight strip (not shown).

Op de binnenplaten 8 is hier een leidingspouw 10 voorzien welke bestaat uit verticaal gerichte balkjes 11 welke op de binnenplaat 8 worden aangebracht met daarop een gipsplaat 12.A pipe cavity 10 is provided on the inner plates 8 which consists of vertically oriented beams 11 which are mounted on the inner plate 8 with a plasterboard 12 thereon.

Op de balkjes 11 is een dragende vloerbalk 13 voorzien welke tevens met de liggers 4 is verbonden.A supporting floor beam 13 is provided on the beams 11 which is also connected to the beams 4.

Volgens de balloon methode is de vloer 2 tussen de voornoemde wanden 1 geplaatst, meer bepaald door de vloerliggers 14 op de dragende vloerbalk 13 te leggen.According to the balloon method, the floor 2 is placed between the aforementioned walls 1, in particular by laying the floor beams 14 on the bearing floor beam 13.

Zoals in figuur 2 aanvullend wordt weergegeven, zijn bovenop de vloerliggers 14 achtereenvolgens een vloerdichtingsplaat 15, een drukvaste thermische isolatieplaat 16, een waterkering 17, een dekvloer 18 en een vloerafwerking 19 voorzien.As is additionally shown in Figure 2, a floor sealing plate 15, a pressure-resistant thermal insulation plate 16, a water-retaining barrier 17, a screed 18 and a floor finish 19 are provided on top of the floor girders 14.

De drukvaste thermische isolatieplaat 16 en de waterkering 17 vormen dankzij een opstaande rand een kuipvorm welke aansluit met de binnenplaat 8.Thanks to a raised edge, the pressure-resistant thermal insulation plate 16 and the flood defense 17 form a tub shape which connects with the inner plate 8.

Ter plaatse van de aansluiting van de drukvaste thermische isolatieplaat 16 en de vloerafwerking 19 is hier een voegkit 20 voorzien.A joint kit 20 is provided here at the location of the connection of the pressure-resistant thermal insulation plate 16 and the floor finish 19.

Ter plaatse van de aansluiting van de gipsplaat 12 van de bovenliggende verdieping en de vloerafwerking 19 is hier een plint 21 voorzien.A plinth 21 is provided here at the location of the connection of the plasterboard 12 of the upper floor and the floor finish 19.

Onderaan de vloerliggers 14 is achtereenvolgens een latwerkconstructie 22 en een plafondafwerking 23 voorzien. De ruimte tussen de latwerkconstructie 22 kan worden aangewend als leidingspouw.At the bottom of the floor beams 14, a trellis construction 22 and a ceiling finish 23 are provided in succession. The space between the trellis construction 22 can be used as a piping cavity.

Tussen en/of onder de vloerliggers 14 kan optioneel geluidsisolatie voorzien worden.Optionally sound insulation can be provided between and / or under the floor beams 14.

Het is duidelijk dat een constructie volgens de balloonmethode een gunstige thermische isolatie biedt gezien de ononderbroken houtskeletwanden 1.It is clear that a construction according to the balloon method offers a favorable thermal insulation in view of the continuous timber frame walls 1.

Het grote nadeel is echter dat de draagkracht van de dragende vloerbalk 13 met opgelegde vloerliggers 14 beperkt is.The major disadvantage, however, is that the load-bearing capacity of the load-bearing floor beam 13 with floor beams 14 applied is limited.

De vloerbalk 13 steunt weliswaar op de balkjes 11 welke onrechtstreeks verbonden zijn met de draagstructuur 3, en bijkomend is de vloerbalk desgevallend ook rechtstreeks verbonden met de liggers 4 van de draagstructuur 3, het is duidelijk dat voornoemde verbindingen weerstand zullen moeten bieden aan enorme schuifspanningen.Although the floor beam 13 rests on the beams 11 which are indirectly connected to the support structure 3, and in addition, if necessary, the floor beam is also directly connected to the beams 4 of the support structure 3, it is clear that the aforementioned connections will have to withstand enormous shear stresses.

In figuren 3 en 4 is een gedeelte van een houtskeletwand 1 met aangebrachte vloer 2 weergegeven volgens de bekende platform methode.Figures 3 and 4 show a part of a timber frame wall 1 with floor 2 applied according to the known platform method.

De houtskeletwand 1 omvat in dit geval een eerste onderaan gelegen draagstuctuur 3a en een tweede bovenaan gelegen draagstructuur 3b.The timber frame wall 1 in this case comprises a first support structure 3a located below and a second support structure 3b situated above.

Deze zijn beide opgebouwd uit liggers 4 welke in geplaatste toestand verticaal worden georiënteerd en welke aan hun uiteinden verbonden zijn door middel van een zogenaamde boven- en onderregel 5 en 6 welke de liggers 4 onderling verbinden.These are both built up of beams 4 which, when placed, are oriented vertically and which are connected at their ends by means of a so-called top and bottom rail 5 and 6 which connect the beams 4 to each other.

De eerste onderaan gelegen draagstructuur 3a reikt hier van de fundering tot hoofdzakelijk het niveau van het plafond van de gelijkvloerse benedenverdieping.The first bearing structure 3a located below extends here from the foundation to mainly the level of the ceiling of the ground floor below.

De afwerking van de skeletwanden 2 en van de vloer 2 zijn hoofdzakelijk in overeenstemming met deze zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 en zoals hierboven besproken.The finish of the skeleton walls 2 and of the floor 2 are essentially in accordance with those as shown in Figures 1 and 2 and as discussed above.

Aangezien de vloerliggers 14 volgens de platform methode echter op de eerste onderaan gelegen draagstructuur 3a worden gelegd, reiken de balkjes 11 van de leidingspouw 10 tot gepaste hoogte onder de vloerliggers 14.However, since the floor beams 14 are laid on the first lower-lying bearing structure 3a according to the platform method, the beams 11 of the pipe cavity 10 reach to an appropriate height below the floor beams 14.

De vloerliggers 14 zijn meer bepaald onderling verbonden door middel van een eerste randbalk 24 aan de binnenzijde. Daarop is een isolatielaag 25 voorzien en verder een tweede randbalk 26 aan de buitenzijde daarvan.The floor beams 14 are in particular interconnected by means of a first edge beam 24 on the inside. An insulating layer 25 is provided thereon and furthermore a second edge beam 26 on the outside thereof.

Beide randbalken 24 en 26 stemmen in hoogte hoofdzakelijk overeen met de hoogte van de vloerliggers 14, en rusten op een eerste muurplaat 27 welke deels tot onder de vloerliggers 14 reiken. Deze eerste muurplaat 27 doet tevens dienst als koppelregel tussen de verschillende draagstructuren van de skeletwand 1.Both edge beams 24 and 26 essentially correspond in height to the height of the floor beams 14, and rest on a first wall plate 27 which partially extends below the floor beams 14. This first wall plate 27 also serves as a coupling rule between the different bearing structures of the skeleton wall 1.

Bovenaan zijn de randbalken 24 en 26 voorzien bedekt met de vloerdichtingsplaat 15 die in deze uitvoeringsvorm tot aan de buitenste randblak 26 reikt. Daarop is een tweede muurplaat 28 voorzien.At the top the edge beams 24 and 26 are provided covered with the floor sealing plate 15 which in this embodiment extends to the outer edge edge 26. A second wall plate 28 is provided thereon.

In streepjeslijn is een luchtdichtingsfolie 29 weergegeven.An airtight sealing foil 29 is shown in dotted line.

De overblijvende ruimte tussen de randbalk 26 en de buitenplaat 9 is voorzien van een thermische isolatie 30.The remaining space between the edge beam 26 and the outer plate 9 is provided with a thermal insulation 30.

Beide randbalken 24 en 26 dienen om de last van de tweede bovenliggende draagstructuur 3b over te brengen op de eerste onderliggende draagstructuur 3a.Both edge beams 24 and 26 serve to transfer the load from the second upper bearing structure 3b to the first lower bearing structure 3a.

De tweede bovenaan gelegen draagstructuur 3b reikt hier van de muurplaat 28 tot hoofdzakelijk het niveau van het plafond van de eerste verdieping.The second supporting structure 3b located at the top here extends from the wall plate 28 to essentially the level of the ceiling of the first floor.

De platform methode biedt een betere draagkracht voor de vloerelementen in vergelijking met de balloon methode, doch levert een minder gunstige thermische isolatie, een en ander ten gevolge van de onderbroken houtskeletwanden.The platform method offers a better bearing capacity for the floor elements in comparison with the balloon method, but provides a less favorable thermal insulation, all this as a result of the interrupted timber frame walls.

In de figuren 5 tot 7 is een draagstructuur volgens de uitvinding weergegeven, samen met een gedeelte van een houtskeletwand 1 met aangebrachte vloer 2.Figures 5 to 7 show a support structure according to the invention, together with a part of a timber frame wall 1 with floor 2 applied.

Deze zijn hier beide opgebouwd uit liggers 4 welke in geplaatste toestand verticaal worden georiënteerd en welke aan hun uiteinden verbonden zijn door middel van een zogenaamde boven- en onderregel 5 en 6 welke de liggers 4 onderling verbinden.Here, they are both built up of beams 4 which, when placed, are oriented vertically and which are connected at their ends by means of a so-called top and bottom rail 5 and 6 which connect the beams 4 to each other.

De afwerking van de skeletwanden 2 en van de vloer 2 zijn hoofdzakelijk in overeenstemming met deze zoals weergegeven in figuur 2 en zoals eerder in detail besproken.The finish of the skeleton walls 2 and of the floor 2 are essentially in accordance with those as shown in Figure 2 and as discussed in detail previously.

De opbouw verschilt van de constructie zoals weergegeven in figuur 3, i.e. de draagconstructie bekomen door toepassing van de platform methode, doordat de vloerliggers 14 niet op de eerste onderaan gelegen draagstructuur 3a worden gelegd, doch op een drager 31 welke voorzien wordt tussen de eerste onderaan gelegen draagstuctuur 3a en de tweede bovenaan gelegen draagstructuur 3b.The structure differs from the construction as shown in figure 3, ie the bearing construction obtained by applying the platform method, in that the floor beams 14 are not laid on the first lower bearing structure 3a, but on a carrier 31 which is provided between the first bottom supporting structure 3a and the second supporting structure 3b located at the top.

Het geheel van eerste onderaan gelegen draagstuctuur 3a, tweede bovenaan gelegen draagstructuur 3b en drager 31 vormt een draagstructuur 3 voor een houtskeletwand 2 volgens de uitvinding.The whole of the first lower supporting structure 3a, the second upper supporting structure 3b and the carrier 31 forms a supporting structure 3 for a timber frame wall 2 according to the invention.

De drager 31, hier in de vorm van een plaat met gepaste dikte en opbouw in overeenstemming met de gewenste weerstand, reikt tot voorbij het kadervlak, hier het binnenkadervlak van deze draagstructuur 3 en vormt aldus een steun voor de vloer 2.The support 31, here in the form of a plate with an appropriate thickness and structure in accordance with the desired resistance, extends beyond the frame surface, here the inner frame surface of this support structure 3 and thus forms a support for the floor 2.

In dubbellijn is een eerste dampremmende folie 33a en een tweede dampremmende folie 33b weergegeven, welke hier tussen de drager 31 en de bovenregel 5 van de eerste onderliggende draagstructuur 3a is voorzien, respectievelijk tussen de drager 31 en de tweede bovenliggende draagstructuur 3b.A double vapor barrier film 33a and a second vapor barrier film 33b are shown in double line, which is here provided between the carrier 31 and the top rail 5 of the first underlying support structure 3a, and between the carrier 31 and the second upper support structure 3b, respectively.

In beide gevallen is de dampremmende folie 33 omgeslagen en luchtdicht aangebracht door middel van een in de markt beschikbare luchtdichtingskit.In both cases, the vapor-inhibiting film 33 is turned over and applied airtightly by means of an air-sealing kit available in the market.

In streepjeslijn is een hechtingslaag 34 weergegeven, hier een Pü-lijm, welke op gepaste wijze kan aangebracht worden tussen de te hechten samenstellende delen.An adhesive layer 34 is shown in dotted line, here a Pü glue, which can be applied in an appropriate manner between the component parts to be bonded.

Het is duidelijk dat van de weergegeven en besproken hechtingswi j ze en de wijze van het voorzien van de dampremmende folie 33 kan worden afgeweken.It is clear that the method of adhesion shown and discussed and the method of providing the vapor-inhibiting film 33 can be deviated from.

De vloerliggers 14 zijn onderling verbonden door middel van een randbalk 32, hier meer bepaald door middel van zwaluwstaartverbindingen.The floor beams 14 are interconnected by means of an edge beam 32, in this case more specifically by means of dovetail joints.

De randbalk 32 stemt in hoogte hoofdzakelijk overeen met de hoogte van de vloerliggers 14, en rust op het uitstekende gedeelte van de drager 31.The height of the edge beam 32 essentially corresponds to the height of the floor beams 14, and rests on the protruding part of the support 31.

Merk op dat de dikte van de drager 31 kan afgestemd zijn op de gewenste dikte van een lattenconstructie 22 waartegen een plafondafwerking 23 kan voorzien worden, een en ander zodanig dat dit uitstekende deel van de drager 31 deel uitmaakt van deze lattenconstructie 22.Note that the thickness of the support 31 can be adjusted to the desired thickness of a slatted construction 22 against which a ceiling finish 23 can be provided, all this such that this protruding part of the support 31 forms part of this slatted construction 22.

Eventueel reikt de drager 31 slechts tot op zekere diepte tussen de op elkaar geplaatste draagstructuren 3a en 3b, i.e. niet tot aan de buitenplaat 9, een en ander zodanig dat voorzien wordt in een thermische onderbreking ter bevordering van de thermische karakteristieken van de totale opbouw.Optionally, the carrier 31 only extends to a certain depth between the superimposed bearing structures 3a and 3b, i.e. not as far as the outer plate 9, all such that a thermal interruption is provided to promote the thermal characteristics of the overall structure.

In dat geval kan ter bevordering van de stabiliteit en de goede overdracht van de lasten een steunregel voorzien worden welke bijvoorbeeld aanleunt tegen de buitenlaag 9.In that case, in order to promote stability and the proper transfer of the loads, a support rule can be provided which, for example, leans against the outer layer 9.

Opvulling van de ruimte tussen zulke steunregel en de drager 31, welke in dat geval slechts deels tot tussen de kadervlakken reikt, bijvoorbeeld met een gepast isolatiematerieel, bevordert de isolatiekarakteristieken bij komend.Filling in the space between such a support line and the support 31, which in that case only partially extends between the frame surfaces, for example with an appropriate insulation material, promotes the insulation characteristics additionally.

Het is duidelijk dat zowel de draagstructuren 3a en 3b als de tussenliggende drager 31 anders kunnen zijn uitgevoerd.It is clear that both the support structures 3a and 3b and the intermediate support 31 can be designed differently.

Indien bijvoorbeeld de bovenregel 5 en/of de onderregel 6 zich tot voorbij het kadervlak zouden uitstrekken, dan kan deze dienst doen als drager. Het is duidelijk dat ook de eventuele luchtdichtingsfolie 29 dan anders dient te worden voorzien.If, for example, the top rail 5 and / or the bottom rail 6 would extend beyond the frame surface, then it can serve as a carrier. It is clear that any airtight sealing foil 29 must then also be provided otherwise.

De uitvinding omvat overigens ook een draagstructuur voor een houtskeletconstructie dat niet meerdelig of uit meerdere deelraamwerken is opgebouwd, doch waarbij de draagstructuur een hoofdzakelijk vlak raamwerk vormt en aldus twee kadervlakken omvat, en waarbij de draagstructuur een drager omvat welke minstens deels tussen de kadervlakken is aangebracht en tot voorbij minstens één van de kadervlakken van de draagstructuur reikt.The invention furthermore also comprises a support structure for a timber frame construction that is not composed of multiple parts or from several sub-frames, but wherein the support structure forms a substantially flat framework and thus comprises two frame surfaces, and wherein the support structure comprises a support which is arranged at least partly between the frame surfaces and extends beyond at least one of the frame surfaces of the support structure.

In de hierboven besproken en in de figuren 5 tot 7 weergegeven uitvoeringsvorm reikt de drager tot voorbij het binnenkadervlak, echter het is mogelijk de drager 31 alternatief tot voorbij het buitenkadervlak van de draagstructuur te laten reiken, bijvoorbeeld indien aldaar een opleg gewenst is, of de drager 31 of dragers 31 tot voorbij beide kadervlakken te laten reiken, bijvoorbeeld indien aan beide zijden van de draagstructuur een opleg gewenst is zoals bijvoorbeeld voor een binnenmuur.In the embodiment discussed above and shown in Figs. 5 to 7, the carrier extends beyond the inner frame surface, however, it is possible to have the carrier 31 reach beyond the outer frame surface of the support structure, for example if a support is desired there, or carrier 31 or carriers 31 to extend beyond both frame surfaces, for example if a support is desired on both sides of the bearing structure, such as for example for an inner wall.

Het is eveneens duidelijk dat de drager 31 niet plaatvormig dient te zijn, en niet noodzakelijk doorlopende over de gehele lengte van de draagstructuur 3 dient te worden voorzien.It is also clear that the support 31 does not have to be plate-shaped, and does not necessarily have to be provided continuously over the entire length of the support structure 3.

Alternatief, volledig onafhankelijk van de hierboven besproken uitvinding en dus toepasbaar in alle houtskeletbouwmethoden, doch in het bijzonder nuttig wanneer toegepast in combinatie met de draagstructuur volgens de uitvinding, wordt de binnenplaat 8 vervangen door een gepaste gipsplaat. De leidingenspouw 10 wordt weggelaten en achter de gipsplaat, i.e. aan de in geplaatste toestand niet zichtbare zijde ervan, wordt een dampscherm of een dampremmende folie op luchtdichte wijze aangebracht. De leidingen worden aangebracht in een aparte leidingenkoker voorzien in de beschikbare ruimte tussen de kadervlakken en de liggers van de draagstructuur. Deze opstelling drukt de kosten en voorziet in een bijzonder luchtdichte constructie.Alternatively, completely independently of the invention discussed above and thus applicable in all timber frame construction methods, but particularly useful when used in combination with the support structure according to the invention, the inner plate 8 is replaced by a suitable plasterboard. The conduit cavity 10 is omitted and behind the plasterboard, i.e. on its side, which is not visible in the installed state, a vapor barrier or vapor-damping foil is fitted in an airtight manner. The pipes are installed in a separate pipe sleeve provided in the available space between the frame surfaces and the beams of the support structure. This arrangement reduces costs and provides a particularly airtight construction.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringvormen, doch, een draagstructuur voor een houtskeletconstructie kan in velerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described and shown in the figures, but a supporting structure for a timber frame construction can be designed in many shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.

Claims

A support structure for a timber frame construction, which support structure forms a substantially flat framework and thus comprises two frame surfaces, characterized in that the support structure comprises at least one support which is arranged at least partly between the frame surfaces and extends beyond at least one of the frame surfaces of the support structure.

Support structure as claimed in claim 1, characterized in that the support structure comprises two girders which are mutually connected by means of a top rail and a bottom rail, the bottom rail and / or the top rail forming the carrier in that it extends beyond at least one of the frame surfaces of the support structure.

Support structure according to claim 1 or 2, characterized in that the support structure comprises at least two assembled sub-frames (3a, 3b) with intermediate support (31) which extends at least beyond at least one of the frame surfaces of the support structure.

Support structure according to claim 3, characterized in that the sub-frames each comprise two beams which are mutually connected by means of an upper rail and a lower rail.

Support structure according to one or more of the preceding claims, characterized in that the support is a shelf or the like.

Method for manufacturing a support structure for a timber frame construction, characterized in that the method comprises at least the steps of providing a first substantially flat subframe (3a) for a timber frame construction, provided with two frame surfaces and a circumferential board, applying a carrier (31) on at least a part of the circumferential edge of the first subframe (3a), providing a second subframe (3b) for a timber frame construction, provided with two frame surfaces and a circumferential collar, arranging the second subframe (3b), more particularly of a part of the associated peripheral board on a part of the support (31), all such that the support (31) is at least partly between the sub-frames (3a, 3b) and at least beyond at least one of the frame surfaces from the first support structure (3a) and / or from the second support structure (3b).

Method according to claim 6, characterized in that the width of the adjacent circumferential edges of the two sub-frames (3a, 3b) substantially correspond and are placed in line, such that the frame surfaces of the two sub-frames (3a, 3b) are line.