BE1019479A3 - Gemotoriseerde slanghaspel. - Google Patents
Gemotoriseerde slanghaspel. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1019479A3 BE1019479A3 BE2010/0536A BE201000536A BE1019479A3 BE 1019479 A3 BE1019479 A3 BE 1019479A3 BE 2010/0536 A BE2010/0536 A BE 2010/0536A BE 201000536 A BE201000536 A BE 201000536A BE 1019479 A3 BE1019479 A3 BE 1019479A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- hose
- reel
- drive
- hose reel
- user
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H75/00—Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
- B65H75/02—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
- B65H75/34—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables
- B65H75/38—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables involving the use of a core or former internal to, and supporting, a stored package of material
- B65H75/44—Constructional details
- B65H75/4481—Arrangements or adaptations for driving the reel or the material
- B65H75/4486—Electric motors
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H75/00—Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
- B65H75/02—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
- B65H75/34—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables
- B65H75/38—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables involving the use of a core or former internal to, and supporting, a stored package of material
- B65H75/44—Constructional details
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H75/00—Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
- B65H75/02—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
- B65H75/34—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables
- B65H75/38—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables involving the use of a core or former internal to, and supporting, a stored package of material
- B65H75/44—Constructional details
- B65H75/4402—Guiding arrangements to control paying-out and re-storing of the material
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H75/00—Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
- B65H75/02—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
- B65H75/34—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables
- B65H75/38—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables involving the use of a core or former internal to, and supporting, a stored package of material
- B65H75/44—Constructional details
- B65H75/4418—Arrangements for stopping winding or unwinding; Arrangements for releasing the stop means
- B65H75/4421—Arrangements for stopping winding or unwinding; Arrangements for releasing the stop means acting directly on the material
- B65H75/4426—Stopping at the end of winding or unwinding
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H75/00—Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
- B65H75/02—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
- B65H75/34—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables
- B65H75/38—Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables involving the use of a core or former internal to, and supporting, a stored package of material
- B65H75/44—Constructional details
- B65H75/4481—Arrangements or adaptations for driving the reel or the material
- B65H75/4484—Electronic arrangements or adaptations for controlling the winding or unwinding process, e.g. with sensors
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H2701/00—Handled material; Storage means
- B65H2701/30—Handled filamentary material
- B65H2701/33—Hollow or hose-like material
Landscapes
- Storing, Repeated Paying-Out, And Re-Storing Of Elongated Articles (AREA)
Abstract
De huidige uitvinding heeft betrekking op een gemotoriseerde haspel voor het gemakkelijk en snel oprollen van een bepaalde hoeveelheid slang zonder dat de bedienaar zich moet verplaatsen of zonder dat de bedienaar een bijkomend bedieningsorgaan moet gebruiken. Het bedienen van de haspel gebeurt door middel van de "trigger" van het gereedschap, aangesloten op het vrije uiteinde van de slang. Het andere uiteinde van de slang is via een draaibare koppeling verbonden met de haspel, in het bijzonder met toevoerleiding. In deze toevoerleiding is een detectiemodule opgenomen dewelke de pulsen van de "trigger" registreert, interpreteert en omzet in een oprolsignaal.
Description
GEMOTORISEERDE SLANGHASPEL
Huidige uitvinding heeft betrekking op een gemotoriseerde haspel voor het op- en àfrollen van een slang voor het transporteren van gassen of vloeistoffen waarbij de gebruiker van op afstand allerlei functies kan activeren of deactiveren zonder zich te moeten verplaatsen of zonder een bijkomend bedieningsorgaan te moeten gebruiken.
Haspels worden veelvuldig gebruikt om slangen op gemakkelijke wijze ordelijk op te bergen. Klassieke slanghaspels zijn uitgerust met een veermotor. Als de gebruiker de slang uittrekt wordt gelijktijdig een veer opgespannen. Deze zorgt er voor dat de slang na gebruik opnieuw wordt opgerold. Hoewel zeer veel gebruikt telt deze manier van werken een aantal belangrijke nadelen, zeker op gebied van veiligheid en ergonomie.
Het belangrijkste nadeel van veeraangedreven slanghaspels is dat, als tijdens het afrollen de slang wordt losgelaten, er een zeer gevaarlijke situatie ontstaat. De opgespannen veer zal de slang namelijk tegen hoge snelheid terugtrekken. Deze ongecontroleerde situatie zal niet alleen tot impactschade aan de haspel leiden, maar kan ook lichamelijke letsels veroorzaken bij de gebruiker en/of omstaande collega’s.
Een tweede nadeel van veeraangedreven slanghaspels betreft het blokkeermechanisme welke belet dat de slang tijdens gebruik steeds door de veer wordt teruggetrokken. De gebruiker moet na het afrollen van de gewenste lengte de dichtstbijzijnde blokkeerpositie zoeken alvorens de slang te mogen loslaten. Het zoeken naar deze blokkeerpositie wordt vaak als frustrerend en tijdrovend ervaren. Daar komt bij dat, als de gebruiker klaar is en de slang opnieuw moet opgerold worden, hij eerste dit blokkeermechanisme moet uitschakelen. Vooral bij lange en/of zware slangen vergt dit veel inspanning van de gebruiker. Tot slot moet opgemerkt worden dat dit blokkeermechanisme bestaat uit een pal en een veertje en dat beide componenten aan slijtage onderhevig zijn. Zoals hierboven aangehaald kan het andermaal tot zeer gevaarlijke situaties leiden indien een van beide componenten zou falen.
Een ander nadeel van veeraangedreven slanghaspels is het feit dat de kracht van de veer proportioneel toeneemt naarmate de gebruiker meer slang nodig heeft. Afhankelijk van de lengte en diameter van de slang kan deze kracht oplopen tot 300 Nf. Deze oplossing vergt m.a.w. veel krachtinspanningen van de gebruiker en is om die reden niet geschikt voor intensieve toepassingen zoals bijvoorbeeld in de autoassemblage.
Om antwoord te bieden op deze en andere nadelen van veeraangedreven slanghaspels wordt steeds meer gezocht naar oplossingen waarbij veiligheid en ergonomie centraal staan. Bij dergelijke ergonomische oprolsystemen wordt de slang d.m.v. een aandrijfmotor opgerold. Zo ook omvat de huidige uitvinding in hoofdzaak een gemotoriseerde haspel voor het op- en afrollen van een slang.
De huidige uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op een gemotoriseerde slanghaspel waarbij de gebruiker van op afstand verschillende functies kan activeren of deactiveren zonder zich te moeten verplaatsen of zonder een of ander extra schakelaar te moeten bedienen.
Huidige stand van zaken
Bij de meeste gemotoriseerde slanghaspels moet de gebruiker eerst naar de haspel teruglopen om daar een of andere startknop te bedienen in de nabijheid van de haspel waardoor de aandrijfmotor van de haspel wordt geactiveerd en de slang wordt opgerold. Bij het teruglopen moet hij ook de slang achter zich meetrekken. Deze manier van werken vergt van de gebruiker dus bijkomende inspanningen. Een tweede belangrijk nadeel van deze werkwijze is dat de gebruiker tijdens zijn verplaatsing naar de haspel goed moet opletten dat hij niet over de slang struikelt. Aangezien de slang pas wordt opgerold nadat de gebruiker bij de haspel is, moet deze laatste steeds uitkijken waar hij zijn voeten zet teneinde niet op de slang te trappen of om niet met zijn voet in de lus van de slang terecht te komen. Tot slot noemen we nog het feit dat bij deze manier van werken, waarbij het oprollen pas kan beginnen als de bedienaar terug bij de haspel is, hij moet wachten tot de hele slang is opgerold en hij dus onnodig tijd verliest.
Andere gemotoriseerde slanghaspels (US5495995) maken gebruik van een sensor dewelke de beweging van de trommel detecteert. Als de gebruiker klaar is met zijn taak moet hij aan de slang trekken. Deze beweging wordt door de sensor gedetecteerd en omgezet naar een oprolsignaal. Een van de nadelen van deze manier van werken is het feit dat de slang eveneens wordt opgerold als de gebruiker aan de slang trekt omdat hij meer slang nodig heeft. In dat geval moet hij de oprollende slang tegenhouden en moet hij wachten tot de trommel enkele seconden stil staat en de aandrijving uiteindelijk afslaat. Een ander nadeel van deze manier van werken is het feit dat, als de gebruiker klaar is met zijn taak, hij eerst de slang moet strak spannen of optillen om de trommel in beweging te krijgen. Dit vergt bijkomende inspanningen van de gebruiker en is vooral bij lange en/of zware slangen zeer intensief. Tot slot noemen we als bijkomend nadeel het feit dat de oprolsnelheid van de slang bij dit soort gemotoriseerde slanghaspels niet regelbaar is. Dit betekent dat de gebruiker zijn verplaatsingssnelheid c.q. werktempo moet aanpassen aan de snelheid van het oprolsysteem.
Nog andere gemotoriseerde slanghaspels maken gebruik van een draadloos afstandsbediening voor het genereren van het oprolsignaal (W02008103941). Zodra de gebruiker klaar is met zijn taak moet hij een knop van de draagbare zender bedienen. Dit signaal wordt door de ontvanger opgepikt en vertaald naar een oprolsignaal. Het belangrijkste nadeel van deze manier van werken is het feit dat de draagbare zender gevoed wordt door batterijen. Zeker in omgevingen waar intensief met slanghaspels wordt gewerkt moeten de batterijen vaak vervangen worden. Een tweede nadeel is dat de gebruiker telkens als hij klaar is eerst de draagbare zender moet zoeken en dan nog eens de juiste drukknop moet indrukken. Hierbij moet men tevens noteren dat in sommige productieprocessen gebruikers meerdere slanghaspels bedienen. Verder noemen we nog de mechanische kwetsbaarheid van de elektronica in de draagbare zender en de problemen rond interferentie als bijkomende nadelen van deze manier van werken.
Een ander bestaand voorstel om het probleem van het oprolsignaal op te lossen is het gebruik van een hydraulisch systeem met ,een bijkomend schakelelement op het uiteinde van de slang (US2963227). Hierbij wordt tussen het uiteinde van de slang en een afvulpistool voor brandstof een drukventiel gemonteerd. In de holte van de slang is een retourslang voorzien dewelke verbinding maakt tussen het drukventiel en een schakelventiel. De retourslang is gevuld met een vloeistof (olie), volledig gescheiden van het product (brandstof) dat doorheen de slang loopt. Door het drukventiel te bedienen verplaatst de vloeistof (olie) zich via de retourslang naar het schakelventiel dewelke op zijn beurt de aandrijfmotor doet starten. Deze oplossing kent verschillende nadelen, zowel op technische als ergonomisch vlak.
Eigen aan deze manier van werken zijn de vele verbindingen nodig om de twee producten volledig van elkaar gescheiden te houden. De kans is groot dat er vroeg of laat ergens lekkage optreedt en beide producten toch met elkaar in contact komen. De gevolgen van een dergelijke contaminatie zijn visueel niet te detecteren en kunnen catastrofaal zijn (bijv. vliegtuigbetanking). En ander nadeel is dat het gemotoriseerd opwinden van de slang ook zal starten als de bedienaar het bijkomende schakelelement ongewild aanraakt of het schakelelement ongewild ergens tegen stoot. Verder laat dit voorstel niet toe de aandrijfmotor tijdens het oprollen te onderbreken in geval van nood. Noch is het mogelijk een veiligheid te voorzien om het gemotoriseerd oprollen van de slang onmiddellijk automatisch te onderbreken mocht de slang ergens blijven achterhaken. Een ander belangrijk nadeel is het feit dat de slang moet voorzien zijn van een retourslang. Deze laatste neemt een bepaalde hoeveelheid van de beschikbare ruimte in. Dit gaat ten koste van het debiet dat door de slang kan lopen. Het gevolg is dat het vullen van een reservoir met dit systeem aanzienlijk meer tijd vergt dan het vullen van het zelfde reservoir met een gewone slang. Tot slot noemen we nog als ergonomisch nadeel het feit dat de bedienaar, naast het zware afvulpistool, ook het bijkomende drukventiel moet dragen. Dit vergt een bijkomende inspanning.
Vele van de bovengenoemde nadelen werden verholpen door de hydraulische oplossing te vervangen door een elektrische oplossing. We verwijzen hier naar gemotoriseerde slanghaspels waarbij het oprolsignaal gegenereerd wordt d.m.v. van een verzonken drukknop aan het uiteinde van de slang (EP0953536). Via stroomdraden in de wanddikte van de slang wordt vanuit de haspel een elektrische stroom gestuurd naar de drukknop op het uiteinde van de slang. Door het sluiten van de verzonken drukknop vloeit de elektrische stroom terug naar de behuizing. Via een speelcontact wordt deze stroom doorgegeven naar een elektronische stuurkaart waar deze wordt omgezet in een oprolsignaal.
Het belangrijkste nadeel van deze manier van werken is de kwetsbaarheid van de geleiders in de slang. Tijdens het op- en afrollen worden deze continue gebogen, geknikt en getorst. De samenstellende draadjes van de geleiders breken één voor één af tot er uiteindelijk geen elektrische verbinding meer mogelijk is tussen de drukknop aan het ene uiteinde van de slang en het sleepcontact aan het andere uiteinde van de slang. Het gevolg is dat vooral in omgevingen waar slanghaspels intensief worden gebruikt (bijv. autoassemblage) deze slang zeer vaak moet vervangen worden. Daar komt bij dat deze slang speciaal voor dit soort slanghaspel werd ontwikkeld en zeer duur is vergeleken met een standaard slang met de zelfde afmetingen. Bovendien vraagt het vervangen van deze speciale slang een tijdrovende interventie.
Het gebruik van een drukknop op het uiteinde van de slang creëert nog tal van andere nadelen, vooral op ergonomisch vlak. Zo is deze manier van werken enkel geschikt voor werksituaties waarbij de gebruiker één hand vrij heeft om de verzonken drukknop te kunnen bedienen. In de praktijk is dit vaak niet het geval. Een ander ergonomisch nadeel van deze verzonken drukknop is het feit dat, als de gebruiker klaar is en hij de slanghaspel wil activeren, hij eerst zijn gereedschap moet optillen om met zijn vrije hand bij de verzonken drukknop te komen. Bijkomend probleem is dat de verzonken drukknop vaak moeilijk bereikbaar is en de gebruiker zijn pols in allerlei bochten moet omwringen om vooralsnog bij de drukknop te komen. Tot slot vermelden we nog dat steeds meer bedrijven hun werknemers verplichten om handschoenen te dragen. Het indrukken van de verzonken drukknop met handschoenen is haast onmogelijk.
De huidige uitvinding is er in geslaagd de bovengenoemde en andere nadelen van bestaande gemotoriseerde slanghaspels te elimineren door een nieuwe oplossing te introduceren waarbij de gebruiker onmiddellijk na gebruik allerlei functies kan activeren of deactiveren zonder zich te moeten verplaatsen of zonder een bijkomend bedieningsorgaan te moeten bedienen, hetzij op de slang, hetzij op een zender, hetzij op een andere drager. De huidige uitvinding onderscheidt zich van bestaande gemotoriseerde slanghaspels in het bijzonder door het feit dat het oprolsignaal thans gegenereerd wordt door middel van het bedieningsorgaan (“trigger”) van het aangesloten gereedschap.
Een gereedschap, bijvoorbeeld een pneumatische moeraanzetter, is op geschikte wijze verbonden met het vrije uiteinde van de slang. De gebruiker kan het oprolsysteem bedienen door met het bedieningsorgaan (“trigger”) van dit gereedschap korte en/of lange pulsen te geven. In de toevoerleiding van de huidige uitvinding is een detectiemodule opgenomen dewelke deze pulsen registreert. Deze module bestaat in hoofdzaak uit een stuk leiding, een detectieorgaan en een microprocessor en werkt zowel bij gassen als bij vloeistoffen. D.m.v. de nodige software worden de pulsen van het detectieorgaan vervolgens geïnterpreteerd door de microprocessor. Deze vergelijkt de ontvangen pulsensequentie met de geprogrammeerde sequenties. Elke sequentie is gekoppeld aan een bepaalde functie, bijvoorbeeld het starten van de aandrijfmotor, het onderbreken van de aandrijving, het regelen van de toevoer, het verhogen of verlagen van de oprolsnelheid, het openen of sluiten van een ventiel in de toevoerleiding, etc. Het interpreteren van de pulsen gebeurt bij voorkeur a.h.v. een voorgeprogrammeerde pulsensequentie. Om tegemoet te komen aan specifieke noden van elke toepassing, kan de gebruiker deze voorgeprogrammeerde pulsensequentie eigenhandig aanpassen en zelfs uitbreiden.
De trommel van de haspel volgens de huidige uitvinding is voorzien of kan voorzien worden van een bepaalde hoeveelheid slang en wordt bij voorkeur via een overbrenging aangedreven door een motor. Afhankelijk van de toepassing en afhankelijk van de beschikbare aandrijfmiddelen kan dit een elektrische, pneumatische of hydraulische motor zijn. De snelheid waarmee de motor de trommel aandrijft is bij voorkeur regelbaar.
Bij de gemotoriseerde slanghaspel volgens de huidige uitvinding is de slang via een draaibare koppeling ("swivel”) op geschikte wijze verbonden met de toevoerleiding. Dankzij de juiste dichting kunnen zowel vloeistoffen als gassen zonder lekkage van het stilstaande gedeelte overgebracht worden naar het roterende gedeelte.
Om er voor te zorgen dat tijdens het gemotoriseerd oprollen de slang tussen de flenzen van de trommel terecht komt, loopt de slang bij voorkeur doorheen een slanggeleider. De opening in deze slanggeleider is voorzien van geleidingsrollen om de slang tijdens het op- en afrollen te beschermen tegen insnijdingen. De slanggeleider is zodanig geplaatst dat de gemotoriseerde slanghaspel volgens de huidige uitvinding op gepaste wijze tegen een wand of tegen een plafond gemonteerd kan worden.
Op het vrije uiteinde van de slang is een obstructie (“bumper") voorzien. Deze is over de ganse lengte van de slang verplaatsbaar en zorgt er voor dat niet de volledige slang wordt opgerold. De “bumper” is groter dan de opening in de slanggeleider zodat deze wordt tegengehouden door de geleidingsrollen van de slanggeleider.
Het afrollen van de benodigde lengte slang gebeurt manueel. De overbrengingsverhouding tussen aandrijfmotor en trommel is zodanig gekozen dat het manueel afrollen van de slang gemakkelijk verloopt en weinig krachtinspanning van de gebruiker vergt. Aangezien de trommel te allen tijde verbonden blijft met de aandrijving, zorgt het zelfremmende effect van de aandrijfmotor voor een lichte tegenkracht. Deze kracht wordt in de huidige uitvinding gebruikt om te beletten dat de trommel door zijn massatraagheid te lang blijft nadraaien (“spinning”) als de gebruiker stopt met trekken aan de slang.
Om de slang op te rollen volstaat het één of meerdere korte pulsen te geven aan de “trigger” van het gereedschap. Het aantal en de lengte (tijd) van deze pulsen zijn voorgeprogrammeerd volgens een bepaalde pulsensequentie, maar kunnen door de gebruiker naderhand worden aangepast. De detectiemodule zal de pulsen detecteren, interpreteren en omzetten in, bijvoorbeeld, een oprolsignaal. Een potentiometer op de detectiemodule laat toe om, indien nodig, een vertraging te creëren tussen het oprolsignaal en het effectief activeren van de aandrijfmotor.
Een van de belangrijkste doelstellingen van elke slanghaspel is vermijden dat de gebruiker over de slang struikelt. Het is om die reden belangrijk dat de snelheid waarmee de slang wordt opgerold regelbaar is in functie van de verplaatsingssnelheid c.q. werktempo van de gebruiker. Bij de gemotoriseerde slanghaspels volgens de huidige uitvinding gebeurt dit door het geven van een voorgeprogrammeerde pulsensequentie. De oprolsnelheid van de slang kan eveneens vooraf ingesteld worden d.m.v. een potentiometer die verbonden is met elektronische stuurkaart van de aandrijfmotor.
Om de aandrijving tijdens het oprollen van de slang te onderbreken volstaat het dat de gebruiker één korte puls geeft aan de “trigger” van het gereedschap. Ook hier geldt dat het aantal en de lengte (tijd) van deze pulsen bij voorkeur vooraf ingesteld zijn maar naderhand door de bedienaar kunnen aangepast worden.
Om de aandrijving te onderbreken in geval de slang tijdens het oprollen ergens blijft achterhangen, is de gemotoriseerde slanghaspel volgens de huidige uitvinding bij voorkeur voorzien van een stroomdetectie. Zodra de stroom een vooraf ingestelde waarde overschrijdt, zal de aandrijving onmiddellijk onderbreken. Deze stroomwaarde is d.m.v. een potentiometer aanpasbaar in functie van de toepassing. Deze regelbare stroomdetectie moet tevens beletten dat de gemotoriseerde slanghaspel als hijstoestel wordt gebruikt.
Zodra de hele slang is opgerold stopt de aandrijving. Dit gebeurt bij de gemotoriseerde slanghaspel volgens de huidige uitvinding bij voorkeur d.m.v. de slanggeleider. Deze is scharnierend verbonden met de behuizing en wordt met een veer in de rustpositie gehouden. Zodra tijdens het gemotoriseerd oprollen van de slang de “bumper” de slanggeleider raakt, zal deze laatste worden meegetrokken door de “bumper”. Een schakelaar of sensor, bij voorkeur opgenomen in de behuizing van de haspel, detecteert de beweging van de scharnierende slanggeleider en zorgt er voor dat de aandrijving van de trommel onmiddellijk onderbreekt. Nadat de aandrijving stopt keert de scharnierende slanggeleider dankzij de veer opnieuw naar de rustpositie.
De gemotoriseerde haspel volgens de huidige uitvinding zal bij voorkeur uitgerust zijn met een rem. Als de slang helemaal is opgerold en de aandrijving is gestopt, zorgt deze rem er voor dat het gereedschap aan de haspel kan hangen zonder bijkomende ondersteuning.
Ter verduidelijking van de kenmerken eigen aan de huidige uitvinding, zal hierna, bij wijze van voorbeeld zonder uitsluitend of beperkend karakter, een meer gedetailleerde beschrijving volgen, uitgaande van een elektrisch aangedreven slanghaspel.
Fig. 1 : typische opstelling
Fig. 2 : detail van het vrije uiteinde van de slang met gereedschap Fig. 3 : weergave samenhang detectiemodule, stuurkaart, motor Fig. 4 : weergave doorsnede haspel Fig. 5 : weergave slanggeleider
Fig. 6 : voorbeeld van een voorgeprogrammeerde pulsensequentie
Figuur 1 toon een typische wandopstelling van de gemotoriseerde slanghaspel volgens de huidige uitvinding, bestaande uit een behuizing 1, een scharnierende slanggeleider 2 en een trommel 3 waarop een slang 4 is gewikkeld. Zoals getoond in figuur 2 bevind zich op het vrije uiteinde van de slang 4 een verplaatsbare “bumper” 5 en een aansluiting 6 waarmee een gereedschap 7, bijvoorbeeld een reinigingspistool incl. “trimer” 8 , op geschikte wijze aan de slang kan aangesloten worden.
Figuur 3 geeft de samenhang weer tussen de detectiemodule 9, de stuurkaart 10 en de aandrijfmotor 11. De detectiemodule is opgenomen in de toevoerleiding 12 van de haspel en bestaat in het bijzonder uit een sensor 13 en een microprocessor 14. Een connector 15 is voorzien om de functionaliteit van de detectiemodule 9 naderhand aan te passen en/of uit te breiden volgens de wensen van de gebruiker. Aansluitklemmen 16, 17 en 18 worden verbonden met de stroomtoevoer terwijl aansluitklemmen 22 en 23 bedoelt zijn voor het voeden van de stuurkaart 10. Het starten/stoppen van de aandrijving en het regelen van de oprolsnelheid gebeuren respectievelijk via aansluitklem 24 en 25. De overige aansluitklemmen 26-29 zijn extra uitgangen die eventueel gebruikt kunnen worden voor andere functies, bijvoorbeeld voor het sluiten van een ventiel in de toevoerleiding. De aansluitklemmen 30 en 31 op de elektronische stuurkaart 10 zijn bedoeld om de aandrijfmotor 11 te voeden. Het regelen van de oprolsnelheid kan bij voorkeur gebeuren d.m.v. een potentiometer. Deze wordt aangesloten op aansluitklemmen 20 en 21. Tot slót is er op de detectiemodule 9 een potentiometer 32 voorzien om eventueel een vertraging in te stellen tussen het oprolsignaäl en het activeren van de aandrijfmotor, en een tweede potentiometer 33 om de stroombeveiliging tè regelen.
Figuur 4 geeft een dwarsdoorsnede weer van de gemotoriseerde slanghaspel volgens de huidige uitvinding. De behuizing 1 is de dragende constructie waarop alle andere componenten op passende wijze gelast of geschroefd worden. Een medium, bijvoorbeeld water, komt via de toevoerleiding 12 in de haspel om vervolgens via de detectiemodule 9, de holle as 34 en de draaikoppeling 36 een gesloten verbinding te vormen met de slang 4. De trommel 3 is verbonden met een lager 35 waardoor deze vrij kan draaien op de holle as 34. Het aandrijven van de trommel 3 gebeurt bij voorkeur door een tandriemwiel 37 op het lager 35 en een tandriemwiel 39 op de uitgaande as van dé aandrijfmotor 11. Beide tandriemwielen zijn met elkaar verbonden d.m.v. een tandriem 38.
Figuur 5 toont de slanggeleider 2 dewelke scharnierend verbonden is aan de behuizing 1. Een veer 40 zorgt er voor dat de slanggeleider terugkeert naar zijn rustpositie. Aan de andere kant van de slanggeleider is een opening voorzien waar de slang 4 doorheen loopt. Deze opening is uitgerust met geleidingsrollen 41 om de buitenmantel van de slang te beschermen en de bumper 5 tegen te houden. Een aanslag 42 op de behuizing zorgt er voor dat de slanggeleider 2 wordt tegengehouden als de bumper 5 de slanggeleider raakt. In zijn uiterste positie maakt de slanggeleider contact met een schakelorgaan 43 waardoor de aandrijving afslaat.
Figuur 6, tot slot, toont een voorbeeld van een voorgeprogrammeerde pulsensequentie.
Bovengenoemde beschrijving, inclusief bijhorende afbeeldingen, zijn geenszins beperkend bedoeld. De uiteindelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding kan afwijken zonder buiten het kader te vallen van wat de essentie van deze uitvinding mag beschouwd worden.
Claims (6)
1. Slanghaspel met trommel 3, op geschikte wijze aangedreven door een motor, waarbij een hoeveelheid slang 4 is opgewonden waarvan één uiteinde op geschikte wijze is verbonden met een gereedschap 7 voorzien van een “trigger” 8 en waarvan het andere uiteinde op geschikte wijze verbonden is met een toevoerleiding 12 waar doorheen een medium stroomt, gekenmerkt door een detectiemodule 9 opgenomen in de toevoerleiding 12 en dewelke pulsen, afkomstig van de “trigger” 8, detecteert, interpreteert en omzet in een elektrisch signaal voor het starten van de aandrijving.
2. Slanghaspel zoals beschreven in conclusie 1, waarbij de pulsen afkomstig van de “trigger” 8, worden gedetecteerd, geïnterpreteerd en omgezet in een elektrisch signaal dat voor andere functies wordt aangewend dan het starten van de aandrijving: onderbreken van de aandrijving, wijzigen van de oprolsnelheid, openen of sluiten van een ventiel in de toevoerleiding.
3. Slanghaspel zoals beschreven in conclusie 1, gekenmerkt door een elektronische stuurkaart 10 dewelke verbonden is met een potentiometer voor het regelen van de oprolsnelheid.
4. Slanghaspel zoals beschreven in conclusie 1, gekenmerkt door een stroomdetectie dewelke door middel van een potentiometer 33 regelbaar is en er voor zorgt dat de aandrijving onmiddellijk wordt onderbroken op het ogenblik dat de stroom een vooraf ingestelde waarde overschrijdt.
5. Slanghaspel zoals beschreven in conclusie 1, gekenmerkt door een slanggeleider 2 die dankzij een schakelorgaan 43 er voor zorgt dat de aandrijving onmiddellijk stop op het ogenblik dat de verplaatsbare “bumper” 5 de geleidingsrollen 41 raakt.
6. Slanghaspel zoals beschreven in conclusie 1, gekenmerkt door een rem die er voor zorgt dat het gereedschap 7 aan de slanggeleider 2 blijft hangen als de slang 4 is opgerold en de motor is gestopt.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2010/0536A BE1019479A3 (nl) | 2010-09-08 | 2010-09-08 | Gemotoriseerde slanghaspel. |
PL11768132T PL2614025T3 (pl) | 2010-09-08 | 2011-09-08 | Napędzany silnikiem zwijacz węża |
PCT/IB2011/053930 WO2012032486A1 (en) | 2010-09-08 | 2011-09-08 | Motorized hose reel |
US13/821,275 US9315360B2 (en) | 2010-09-08 | 2011-09-08 | Motorized hose reel |
EP11768132.0A EP2614025B1 (en) | 2010-09-08 | 2011-09-08 | Motorized hose reel |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE201000536 | 2010-09-08 | ||
BE2010/0536A BE1019479A3 (nl) | 2010-09-08 | 2010-09-08 | Gemotoriseerde slanghaspel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1019479A3 true BE1019479A3 (nl) | 2012-07-03 |
Family
ID=43864359
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2010/0536A BE1019479A3 (nl) | 2010-09-08 | 2010-09-08 | Gemotoriseerde slanghaspel. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US9315360B2 (nl) |
EP (1) | EP2614025B1 (nl) |
BE (1) | BE1019479A3 (nl) |
PL (1) | PL2614025T3 (nl) |
WO (1) | WO2012032486A1 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DK3259748T3 (da) * | 2015-02-20 | 2020-11-02 | FLAIM Systems Pty Ltd | Brandmandstræningsenhed |
US11052413B2 (en) * | 2016-05-24 | 2021-07-06 | Guala Dispensing S.P.A. | Remote trigger head for dispensing a liquid and dispensing device |
EP3392177B1 (en) | 2017-04-18 | 2020-06-03 | Cejn Ab | Stop ball |
USD948317S1 (en) | 2019-04-11 | 2022-04-12 | Westmor Industries, LLC | Fuel hose reel mount |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2963227A (en) * | 1958-06-06 | 1960-12-06 | Symington Wayne Corp | Device for remotely winding a reel |
FR2221395A1 (en) * | 1973-03-13 | 1974-10-11 | Petit Co Sarl A | Petrol tank filling equipment - uses hose armouring and internal wire to connect level detectors and valves |
US5947148A (en) * | 1998-01-07 | 1999-09-07 | Devito; Robert | Fluid delivery hose recovery system |
WO2004080161A1 (en) * | 2003-03-13 | 2004-09-23 | Great Stuff, Inc. | Remote control for hose operation |
WO2004103875A1 (en) * | 2003-05-20 | 2004-12-02 | Robert Gerald Haskins | Electrically controlled hose reel rewind apparatus |
EP1916040A2 (fr) * | 2006-10-27 | 2008-04-30 | Rivard | Dispositif de lavage de tubes, en particulier de tubes de faisceaux d'échangeurs de chaleur |
US20100006685A1 (en) * | 2008-07-11 | 2010-01-14 | Crucs Holdings, Llc | Sensor cable retractor |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2514862A (en) * | 1948-02-24 | 1950-07-11 | Clifford B Hannay & Son Inc | Hose reel |
US2962227A (en) | 1959-11-17 | 1960-11-29 | Whitehurst George | Fuel injection nozzles |
US4305553A (en) * | 1979-10-22 | 1981-12-15 | Coquerel Michel J L | Flexible hose automatic winding device |
US4311165A (en) * | 1979-11-30 | 1982-01-19 | Grumman Aerospace Corporation | Hose reel automatic brake |
US5495995A (en) | 1994-01-31 | 1996-03-05 | Reelcraft Industries, Inc. | Motor driven hose reel |
US5784232A (en) * | 1997-06-03 | 1998-07-21 | Tecumseh Products Company | Multiple winding sensing control and protection circuit for electric motors |
BE1011896A3 (nl) | 1998-04-29 | 2000-02-01 | Reels Besloten Vennootschap Me | Verbeterde slanghaspel. |
US6978960B2 (en) * | 2003-10-31 | 2005-12-27 | Schaller James M | Hose reel with integral hub assembly |
US9079748B2 (en) | 2007-02-23 | 2015-07-14 | Great Stuff, Inc. | Remote control for valve and hose reel system |
-
2010
- 2010-09-08 BE BE2010/0536A patent/BE1019479A3/nl not_active IP Right Cessation
-
2011
- 2011-09-08 WO PCT/IB2011/053930 patent/WO2012032486A1/en active Application Filing
- 2011-09-08 EP EP11768132.0A patent/EP2614025B1/en not_active Not-in-force
- 2011-09-08 PL PL11768132T patent/PL2614025T3/pl unknown
- 2011-09-08 US US13/821,275 patent/US9315360B2/en not_active Expired - Fee Related
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2963227A (en) * | 1958-06-06 | 1960-12-06 | Symington Wayne Corp | Device for remotely winding a reel |
FR2221395A1 (en) * | 1973-03-13 | 1974-10-11 | Petit Co Sarl A | Petrol tank filling equipment - uses hose armouring and internal wire to connect level detectors and valves |
US5947148A (en) * | 1998-01-07 | 1999-09-07 | Devito; Robert | Fluid delivery hose recovery system |
WO2004080161A1 (en) * | 2003-03-13 | 2004-09-23 | Great Stuff, Inc. | Remote control for hose operation |
WO2004103875A1 (en) * | 2003-05-20 | 2004-12-02 | Robert Gerald Haskins | Electrically controlled hose reel rewind apparatus |
EP1916040A2 (fr) * | 2006-10-27 | 2008-04-30 | Rivard | Dispositif de lavage de tubes, en particulier de tubes de faisceaux d'échangeurs de chaleur |
US20100006685A1 (en) * | 2008-07-11 | 2010-01-14 | Crucs Holdings, Llc | Sensor cable retractor |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2614025B1 (en) | 2015-03-04 |
WO2012032486A1 (en) | 2012-03-15 |
US20130161438A1 (en) | 2013-06-27 |
PL2614025T3 (pl) | 2015-08-31 |
US9315360B2 (en) | 2016-04-19 |
EP2614025A1 (en) | 2013-07-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1019479A3 (nl) | Gemotoriseerde slanghaspel. | |
US8910499B2 (en) | Multifunctional locking device and servomotor with actuator which can be wound up around an interchangeable reel | |
KR101555893B1 (ko) | 전력 코드의 인출 및 인입 | |
US7299847B1 (en) | Fire door control system and method | |
EP3467981B1 (en) | Improved motorized cable reel | |
US4386398A (en) | Automatic door control apparatus | |
US5762282A (en) | Remote retractable lifeline extender | |
US7984894B1 (en) | Electrical clutch engagement/disengagement apparatus | |
AU2014101555A4 (en) | Pulling tool | |
AU2014101553A4 (en) | Pulling tool | |
GB2539403A (en) | Retractable animal leash | |
CN110668270A (zh) | 一种线缆收放装置 | |
JP2017197388A (ja) | エンドレス・ケーブル・ウインチ | |
JP5055014B2 (ja) | インナーケーブルの連結解除機構およびそれを用いたケーブル駆動装置 | |
US20050225166A1 (en) | Electromechanical parking brake | |
CN111498641A (zh) | 轿厢的驻车装置 | |
CN111163299A (zh) | 一种车库安保定点监控设备 | |
CN110924834A (zh) | 一种低楼层急救防盗窗 | |
CN215068168U (zh) | 一种ar互动台的触摸屏保护装置 | |
CN213356874U (zh) | 一种vr装备收纳装置和vr体验设备 | |
CN212403069U (zh) | 轿厢的驻车装置 | |
JP2009101125A (ja) | 車椅子用ウインチ | |
KR101611250B1 (ko) | 파워 슬라이딩 도어의 개폐시스템 | |
JP2011026074A (ja) | ウインチ装置 | |
JP2020051126A (ja) | シャッター装置の電動と手動の切替装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20220930 |