BE1019395A3

BE1019395A3 - PANEL WITH IMPROVED COUPLERS.

Info

Publication number: BE1019395A3
Application number: BE2010/0391A
Authority: BE
Inventors: Yves Michel
Original assignee: Kreafin Group S A
Priority date: 2010-06-30
Filing date: 2010-06-30
Publication date: 2012-06-05

Abstract

Deze uitvinding betreft een nieuw vloer- of wand paneel met verbeterde koppelmiddelen en tot doel heeft om aan de tekortkomingen van het "fall down" bevestigingssysteem een oplossing te bieden.The present invention relates to a new floor or wall panel with improved coupling means and aims to address the shortcomings of the "fall down" fastening system.

Description

PANEEL MET VERBETERDE KOPPELMIDDELENPANEL WITH IMPROVED COUPLERS

Deze uitvinding heeft betrekking op een paneel met verbeterde koppelmiddelen. Het paneel kan zowel een vloer - als wandpaneel zijn.This invention relates to a panel with improved coupling means. The panel can be both a floor and wall panel.

Bij de verbinding van vloerdelen niet gebruik makend van lijmtechnieken zijn er meerdere systemen bekend die zich onderscheiden op de manier hoe de vloerdelen samengebracht kunnen worden. De grote groepen zijn de volgende:When joining floor parts not using gluing techniques, several systems are known that distinguish themselves in the way in which the floor parts can be assembled. The large groups are the following:

Voor de lanze zijde van het vloerdeel: a) een vloerdeel horizontaal en het andere vloerdeel via een hoek verbinden met het eerste vloerdeel; b) een vloerdeel horizontaal en het andere vloerdeel via een roterende beweging met het eerste vloerdeel verbinden.For the other side of the floor part: a) connecting a floor part horizontally and the other floor part via an angle with the first floor part; b) connecting a floor part horizontally and the other floor part to the first floor part via a rotating movement.

Meest bekende voorliggende systemen zijn beschreven in volgende octrooipublicaties: BE 9600527; BE 9700344; EP 0843763 en EP 1026341.Most well-known systems are described in the following patent publications: BE 9600527; BE 9700344; EP 0843763 and EP 1026341.

Voor de korte zijde van het vloerdeel éénmaal de lamse verbinding reeds is gerealiseerd: a) het samenbrengen via een horizontale beweging van beide vloerdelen ten opzichte van mekaar de zogenaamde “snap-verbinding”; b) een vloerdeel horizontaal en het andere vloerdeel via een verticale beweging met het eerste vloerdeel verbinden. De zogenaamde “fall-down of push-down” verbindingen.For the short side of the floor part, once the lamella connection has already been realized: a) bringing together via a horizontal movement of both floor parts relative to each other the so-called "snap connection"; b) connecting one floor part horizontally and the other floor part to the first floor part via a vertical movement. The so-called "fall-down or push-down" connections.

Een belangrijk nadeel van de horizontale beweging, meer bekend als de snap-beweging, van de vloerdelen ten opzichte van mekaar is het feit dat er enerzijds een hulpstuk en hamer voor nodig zijn en dat de kracht uitgevoerd via het “samenkloppen” van de vloerdelen kan aanleiding geven tot beschadiging van de decoratieve toplaag. Hetzelfde fenomeen kan zich voordoen met het niet correct hanteren van het hulpstuk, dat beschadiging van de uitstekende tand aan het andere uiteinde van het te verbinden vloerdeel moet voorkomen. Bij het gebruik van de hamer voor de horizontale beweging van de vloerdelen ten opzichte van mekaar moet er met een gedoseerde kracht geklopt worden op het op een correcte manier geplaatste hulpstuk om een degelijke verbinding te realiseren. Daarenboven is het eveneens belangrijk dat het bewegende vloerdeel gelijkmatig naar het andere vloerdeel wordt gebracht om eveneens beschadiging te voorkomen. Uit de praktijk blijkt dat dit omwille van de puntbelasting van hamer eveneens praktisch onmogelijk is.An important disadvantage of the horizontal movement, more commonly known as the snap movement, of the floor parts relative to each other is the fact that on the one hand it requires an attachment and hammer and that the force carried out via the "knocking" of the floor parts can give rise to damage to the decorative top layer. The same phenomenon can occur with incorrect handling of the attachment, which must prevent damage to the protruding tooth on the other end of the floor part to be joined. When using the hammer for the horizontal movement of the floor parts in relation to each other, there must be a tapping force on the fitting placed correctly in order to achieve a proper connection. Moreover, it is also important that the moving floor part is brought uniformly to the other floor part to prevent damage as well. Practice shows that this is also practically impossible due to the point load of hammer.

Omwille van de beschreven problematiek met de horizontale snap-verbinding is er een gebruiksvriendelijke technologie in ontwikkeling namelijk de verticale verbinding van het te bevestigen paneel ten opzichte van het horizontaal geplaatst paneel. Meer bepaald de fall-down of push-down technologie. Met deze technologie wordt de problematiek omtrent het gebruik van hulpstukken en het gedoseerd samenbrengen met een hamer grotendeels opgelost.Because of the problems described with the horizontal snap connection, a user-friendly technology is being developed, namely the vertical connection of the panel to be fixed with respect to the horizontally placed panel. More specifically the fall-down or push-down technology. This technology largely solves the problem of the use of attachments and dosed assembly with a hammer.

In de meest voorkomende gekende technieken blijft er echter nog een probleem omtrent eventuele beschadiging van de 2-decorzijden omwille van de verticale schuur-beweging gedurende het “falldown”-process ten opzichte van mekaar.In the most common known techniques, however, there still remains a problem with regard to possible damage to the 2-decor sides due to the vertical sanding movement during the falldown process relative to each other.

Een ander veel voorkomend probleem is het feit dat de verbinding weinig opwaartse krachten omwille van oneffenheden in de vloer kan opvangen. Dikwijls is namelijk de kracht met de welke de vloerdelen samengebracht worden immers ook de kracht met dewelke deze terug van mekaar kunnen loskomen (Cfr EP 0085196 en EP 0562402). Omwille van het feit dat de vloerdelen met een eenvoudige druk met de duim naar beneden gedrukt worden is deze relatief lage kracht dezelfde waarmee deze vloerdelen terug van mekaar kunnen loskomen. Om dit laatste probleem te verbeteren zijn er reeds bepaalde versies bekend die gebruik maken van inzetstukjes die uit een ander materiaal dan het vloerdeel zelf zijn vervaardigd(cff EP 1 650 375 en EP 1 415 056).Another common problem is the fact that the connection can absorb few upward forces due to unevenness in the floor. After all, often the force with which the floor parts are brought together is also the force with which they can come back from each other (see EP 0085196 and EP 0562402). Because of the fact that the floor parts are pressed down with a thumb with a simple pressure, this relatively low force is the same with which these floor parts can come apart again. To improve this last problem, certain versions are already known that use insert pieces made of a material other than the floor part itself (cf. EP 1 650 375 and EP 1 415 056).

Deze uitvinding heeft nu tot doel om aan de bovenvermelde tekortkomingen van het “fall down” bevestigingssysteem een oplossing bieden.It is an object of the present invention to provide a solution to the aforementioned shortcomings of the fall down fastening system.

Om de eigenschappen van deze uitvinding te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van het vloerpaneel overeenkomstig de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming.To clarify the features of this invention and to indicate additional advantages and details thereof, a more detailed description of the floor panel according to the invention now follows. It is clear that nothing in the following description can be interpreted as a limitation of the protection claimed in the claims.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij : figuren 1 t/m 5: toont de verbinding tussen twee vloerdelen overeenkomstig een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 6: toont de verbinding tussen twee vloerdelen overeenkomstig een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.In this description reference is made to the accompanying drawings by reference numerals, in which: figures 1 to 5: shows the connection between two floor parts according to a first embodiment according to the invention; figure 6: shows the connection between two floor parts according to an alternative embodiment according to the invention.

De voorliggende met elkaar te verbinden elementen 1 en Γ zijn vloerdelen hoofdzakelijk opgebouwd uit MDF, een verbinding van houtvezel met een polymeer of uitsluitend uit een polymeer. De mogelijk aan te wenden materialen voor de vloerdelen 1 en Γ is afhankelijk van de mechanische eigenschappen, meer bepaald de flexibiliteit van het beweegbaar deel Γ7. De vloerdelen hebben een decoratieve afwerking aan de bovenzijde 11 en Γ1 met aan het uiteinde van elke decorzijde een kritisch punt 12 en Γ2 dat aanleiding kan geven tot beschadiging bij het samenbrengen van de vloerdelen. Beide vloerdelen 1 en Γ hebben verbindingsmiddelen respectievelijk 120 en Γ20 bestaande uit een inkeping respectievelijk IA en l’D en een uitstekend deel respectievelijk 1B en l’C. Het uitstekend deel l’C van het verbindingsmiddel Γ20 van vloerdeel Γ is daarenboven voorzien van een beweegbaar deel Γ7 dat integraal deel uitmaakt van het verbindingsmiddel 1 ’20 dat op zijn beurt integraal deel uitmaakt van het vloerdeel Γ.The elements 1 and Γ to be joined together are floor parts mainly made of MDF, a wood fiber connection with a polymer or exclusively from a polymer. The materials that can be used for floor parts 1 and Γ depend on the mechanical properties, in particular the flexibility of the movable part Γ7. The floor parts have a decorative finish on the top side 11 and Γ1 with a critical point 12 and Γ2 at the end of each decor side that can give rise to damage when assembling the floor parts. Both floor parts 1 and Γ have connecting means 120 and Γ20, respectively, consisting of a notch IA and ID and a protruding part, respectively, 1B and IC. The projecting part IC of the connecting element Γ20 of floor part Γ is furthermore provided with a movable part Γ7 which forms an integral part of the connecting means 1'20 which in turn forms an integral part of the floor part Γ.

Het beweegbaar deel Γ7 heeft een dubbele functie. Het zal er enerzijds voor zorgen dat tijdens de verbinding en de bijhorende neerwaardse beweging van vloerdeel Γ tov vloerdeel 1 de uiteinden van de decorzijden 12 en Γ2 pas op het allerlaatse moment tijdens het verbindingsproces met mekaar in contact kunnen komen. Daarenboven zal het beweegbaar deel Γ7 na ingrijping in de uitsparing 111 deel uitmakend van de inkeping IA van het verbindingsmiddel 120 zorgen voor een eerste vergrendeling van vloerdeel 1 met vloerdeel Γ.The movable part Γ7 has a dual function. On the one hand, it will ensure that during the connection and the associated downward movement of floor part Γ relative to floor part 1, the ends of the decor sides 12 and Γ2 cannot come into contact with each other at the very last moment during the connection process. In addition, the movable part Γ7 after engagement with the recess 111 forming part of the notch IA of the connecting means 120 will ensure a first locking of floor part 1 with floor part Γ.

Het voorliggend ontwerp voorziet echter ook in een extra vergrendeling. Het is namelijk zo dat afhankelijk van het basismateriaal van de te verbinden vloerdelen het beweegbaar deel Γ7 naar maatvoering toe moet kunnen wijziging. Voor een hard minder flexibel basismateriaal voorziet het voorliggend ontwerp namelijk de mogelijkheid om het beweegbaar deel Γ7 te voorzien van een andere vormgeving dan voor een zachter meer flexibel materiaal, en dit zonder grote invloed te hebben op de kracht K die noodzakelijk is om de vloerdelen samen te brengen en de kracht F die de vloerdelen terug van mekaar zou kunnen scheiden of punt 12 zou kunnen laten bewegen ten opzichte van punt Γ2 na plaatsing.However, the present design also provides for additional locking. The fact is that, depending on the base material of the floor parts to be connected, the movable part Γ7 must be able to change according to dimensions. Namely, for a hard less flexible base material, the present design provides the possibility of providing the movable part Γ7 with a different shape than for a softer, more flexible material, and this without having a major influence on the force K which is necessary to assemble the floor parts together. and the force F which could separate the floor parts back or to move point 12 relative to point Γ2 after placement.

De extra vergrendeling van de vloerdelen 1 en Γ wordt op de volgende manier gerealiseerd. Na de verticale beweging H van vloerdeel 1 ’ t.o.v. vloerdeel 1 over de afstand El ontstaat er een contact tussen de schuine zijde Γ4 van de inkeping l’D van het verbindingsmiddel Γ20 en de schuine zijde 14 van het uitstekend deel 1B van het verbindingsmiddel 120. Het beweegbaar deel Γ7 is eveneens tijdens deze verticale beweging nog in zijn originele vormgeving en is nog niet onderhevig aan buiging. Het beweegbaar deel Γ7 fungeert tijdens de verticale verplaatsing H over de afstand El van vloerdeel Γ t.o.v. vloerdeel 1 als afstandhouder tussen de einde van de decoratieve zijden 12 en Γ2. Het uiteinde Γ3 van het beweegbaar deel Γ7 maakt tijdens de verplaatsing H over de afstand El contact met de zijde 17 deel uitmakend van vloerdeel 1.The additional locking of the floor parts 1 and Γ is realized in the following manner. After the vertical movement H of floor part 1 'with respect to floor part 1 over the distance E1, contact is made between the oblique side Γ4 of the notch l'D of the connecting means Γ20 and the oblique side 14 of the projecting part 1B of the connecting means 120. The movable part Γ7 is also in its original design during this vertical movement and is not yet subject to bending. The movable part Γ7 acts during the vertical movement H over the distance E1 of floor part beweeg relative to floor part 1 as a spacer between the end of the decorative sides 12 and Γ2. The end Γ3 of the movable part Γ7 makes contact with the side 17 forming part of floor part 1 during the distance H over the distance E1.

Tijdens de schuine verplaatsing in de richting Z over de afstand E2 van vloerdeel 1 t.o.v. vloerdeel Γ over de schuine zijden 14 en Γ4 wordt de extra vergrendeling gerealiseerd. Het uitstekend deel 1B van het verbindingsmiddel 120 van het vloerdeel 1 is namelijk voorzien van een schuine zijde 15. Zo is ook de inkeping l’D van het verbindingsmiddel Γ20 voorzien van een schuine zijde Γ5. Tijdens de schuine verplaatsing in de richting Z zal de schuine zijde Γ5 zich verplaatsen langs de schuine zijde 15. Het uitstekend deel Γ30 onder de schuine zijde Γ5 van vloerdeel Γ bevindt zich nu onder het deel 130 van vloerdeel 1 en zal extra weerstand bieden tegen een opwaartse kracht F omwille van bepaalde oneffenheden van de vloer FL.During the oblique movement in the direction Z over the distance E2 from floor part 1 relative to floor part Γ over the sloping sides 14 and Γ4, the additional locking is realized. Namely, the projecting part 1B of the connecting means 120 of the floor part 1 is provided with an oblique side 15. Thus, the notch 1'D of the connecting means Γ20 is also provided with an oblique side Γ5. During the oblique movement in the direction Z, the oblique side Γ5 will move along the oblique side 15. The protruding part Γ30 below the oblique side Γ5 of floor part Γ is now located under part 130 of floor part 1 and will offer extra resistance to a upward force F due to certain unevenness of the floor FL.

Tijdens deze verplaatsing in de richting Z over de afstand E2 gaat ook het beweegbaar deel 1 ’7 zich verplaatsen X in de uitsparing 1 ’6 van het uitstekend deel l’C. Dit om een verplaatsing in de schuine richting Z van vloerdeel Γ t.o.v. van vloerdeel 1 mogelijk te maken. Naarmate het beweegbare deel 1 ’7 zich verplaatst in de uitsparing 1 ’6 gaan nu ook pas de uiteinden decorzijden 12 en Γ2 naar elkaar toe bewegen.During this displacement in the direction Z over the distance E2, the movable part 1 "7 will also move X into the recess 1" 6 of the projecting part I "C. This is to enable a displacement in the oblique direction Z of floor part Γ relative to floor part 1. As the movable part 1 "7 moves into the recess 1" 6, now only the ends of the decor sides 12 and pas2 move towards each other.

Op het einde van de verplaatsing Z over de afstand E2 zal de onderzijde Γ10 van het uitstekend deel l’C contact maken met de bovenzijde 110 van de inkeping IA. Net voor dit contact zal ook het beweegbaar deel Γ7 zich verplaatsen in de uitsparing 111 deel uitmakend van de inkeping IA. Het beweegbaar deel 1’7 zal terug zijn oorspronkelijke positie innemen en de uitsparing Γ6 neemt ook terug zijn oorspronkelijke vorm aan. Eenmaal dit gebeurd is er terug een vergrendeling gerealiseerd omwille van het contact van de bovenzijde Γ9 van het beweegbaar deel Γ7 met de zijde 19 van vloerdeel 1.At the end of the displacement Z over the distance E2, the bottom side Γ10 of the projecting part I'C will make contact with the top side 110 of the notch IA. Just before this contact, the movable part Γ7 will also move in the recess 111 forming part of the notch IA. The movable part 1'7 will return to its original position and the recess Γ6 will also return to its original shape. Once this has been done, a locking has been realized again because of the contact of the top side Γ9 of the movable part Γ7 with the side 19 of floor part 1.

Om de opwaartse kracht F omwille van vloeroneffenheden op te vangen zijn er ondertussen 2 vergrendelingen gerealiseerd, namelijk één omwille van het contact tussen de schuine wand 15 en Γ5 en één omwille van het contact tussen de schuine wand Γ9 van het beweegbaar deel Γ7 met de schuine zijde 19 van vloerdeel 1. De dubbele vergrendeling is gerealiseerd.In order to compensate for the upward force F due to floor irregularities, two locks have been realized in the meantime, namely one because of the contact between the sloping wall 15 and Γ5 and one because of the contact between the sloping wall baar9 of the movable part Γ7 with the sloping wall side 19 of floor part 1. The double locking has been realized.

Het is ook pas op het einde van het volledige verbindingsproces en de beweging van vloerdeel Γ t.o.v. vloerdeel 1 over de verticale afstand El en de verplaatsing E2 onder een hoek dat de decoruiteinden 12 en Γ2 met mekaar in contact komen en er dus geen kans op beschadiging van deze decoruiteinden bestaat daar deze niet over mekaar moeten schuren tijdens het verbindingsproces en zonder kracht met mekaar aansluiten éénmaal de verbinding reeds gerealiseerd is.It is also only at the end of the complete joining process and the movement of floor part Γ relative to floor part 1 over the vertical distance E1 and the displacement E2 at an angle that the decor ends 12 and Γ2 come into contact with each other and therefore there is no risk of damage. these decor ends exist since they do not have to sand over each other during the connection process and connect without force once the connection has already been made.

Eveneens dient opgemerkt dat tijdens het ganse verbindingsproces een kracht K in verticale richting is uitgeoefend en dat de vormgeving van de verbindingsmiddelen 120 en Γ20 een beweging in de verticale richting H en de beweging onder hoek Z autonoom tot stand heeft doen komen.It should also be noted that a force K in the vertical direction was exerted during the entire joining process and that the shape of the connecting means 120 and Γ20 caused a movement in the vertical direction H and the movement at angle Z to occur autonomously.

Omwille van de dubbele vergrendeling zal de kracht F om de verbinding te ontgrendelen merkelijk hoger moeten zijn dan de kracht K die noodzakelijk was om de verbinding te realiseren, hetgeen basiskenmerken uit de industrie zijn voor een eenvoudige hoogkwalitatieve verbinding tussen vloerdelen.Because of the double locking, the force F to unlock the connection will have to be considerably higher than the force K that was necessary to realize the connection, which are basic characteristics of the industry for a simple high-quality connection between floor parts.

Daarenboven maakt de extra vergrendeling ter hoogte van de schuine zijde 15 en F5 het mogelijk om, via een eenvoudige verandering van de maatvoering van het beweegbaar deel 1 ’7 door een eenvoudige verplaatsing van een frees, zonder extra investeringen verschillende type vloerdelen opgebouwd uit uiteenlopende materialen met verschillende mechanische eigenschappen met mekaar te verbinden zonder de verbindingskracht te moeten hypothekeren.In addition, the additional locking at the inclined side 15 and F5 makes it possible, via a simple change in the dimensions of the movable part 1 '7 by a simple displacement of a milling cutter, to make different types of floor parts made up of various materials without additional investment. connect with each other with different mechanical properties without having to mortgage the connecting force.

Claims

A profile strip (1) comprising a visible side (11) and a protruding connecting means (120) consisting of a notch (IA) and a protruding part (1B), profile strip (1 ') comprising a visible side (l'l) and a protruding part connecting means (Γ20) in line with the visible side (l'l) consisting of a notch (l'D) and a protruding part (l'C), the protruding part (1B) and the notch (l'D) being provided of oblique sides (15) and (Γ5) respectively, with sliding contact between both oblique sides (15) and (Γ5) a first locking of the adjacent profile strips (1,1 ') against a force (F) in the opposite direction relative to the locking force (K) is realized and a movable flexible part (Γ7) being part of the projecting part (l'C) or projecting part (1B) as cited in another possible embodiment according to figure 6, wherein the movable part (Γ7) is part of the excellent part (l'C) on the one hand is fun acts as a spacer between the ends of the viewing sides (11) and (l ') and (12) and (Γ2) respectively when connecting the profile strips and on the other hand acts as a second lock between the profile strips (1,1') against a force (F) in the opposite direction than the locking force (K) by engaging the recess (111), characterized in that the profile strips (1,1 ') are connected to each other by exerting a locking force (K) perpendicular to the visible side ( ll) of profile strip (Γ), wherein profile strip (1 ') when exerting this locking force (K) initially over a distance (E1) in the direction (H) parallel to the upright side (17) and substantially perpendicular to The decorative side (11) of the profile strip (1) will then move over a distance (E2) in the direction (Z) parallel to the oblique sides (14) and (Γ4) and at an angle with respect to the visible side (l'l ) to move.