BE1019271A3 - DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS. - Google Patents

DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS. Download PDF

Info

Publication number
BE1019271A3
BE1019271A3 BE2010/0212A BE201000212A BE1019271A3 BE 1019271 A3 BE1019271 A3 BE 1019271A3 BE 2010/0212 A BE2010/0212 A BE 2010/0212A BE 201000212 A BE201000212 A BE 201000212A BE 1019271 A3 BE1019271 A3 BE 1019271A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper
drive
weaving
reversal point
carrier
Prior art date
Application number
BE2010/0212A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2010/0212A priority Critical patent/BE1019271A3/en
Priority to CN201180017860.0A priority patent/CN102947497B/en
Priority to EP11709704.8A priority patent/EP2553153B1/en
Priority to PCT/EP2011/054074 priority patent/WO2011120820A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019271A3 publication Critical patent/BE1019271A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/18Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick two weft inserters meeting at or near the middle of the shed and transferring the weft from one to the other
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/275Drive mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/275Drive mechanisms
    • D03D47/276Details or arrangement of sprocket wheels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Braiding, Manufacturing Of Bobbin-Net Or Lace, And Manufacturing Of Nets By Knotting (AREA)

Abstract

Aandrijving en werkwijze voor het aandrijven van een grijperdrager (2) voor een gevergrijper (3) en een grijperdrager (4) voor een nemergrijper (5) door middel van een aandrijving (1), die een gemeenschappelijke aandrijfmotor (6) voor twee aandrijfmechanismen (10,11) en twee door een bijhorend aandrijfmechanisme (10,11) aangedreven aandrijfwielen (14,15) voor een grijperdrager (2,4) bevat, waarbij de grijperdragers (2,4) zodanig aangedreven zijn, dat zich de gevergrijper (3) en de nemergrijper (4) elk tussen een buitenste buiten het weefvak (29) bevindend omkeerpunt (I,III) en een binnenste binnen het weefvak (29) bevindend omkeerpunt (II,IV) heen en weer bewegen en waarbij volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt (I) van de gevergrijper (3) voorijlt op het buitenste omkeerpunt (III) van de nemergrijper (5).Drive and method for driving a gripper carrier (2) for a recipient gripper (3) and a gripper carrier (4) for a gripper gripper (5) by means of a drive (1), which has a common drive motor (6) for two drive mechanisms ( 10,11) and two drive wheels (14,15) for a gripper carrier (2,4) driven by an associated drive mechanism (10,11), the gripper carriers (2,4) being driven such that the gripper gripper (3 ) and the gripper looper (4) each move back and forth between an outer turning point (I, III) located outside the weaving shed (29) and an inner turning point (II, IV) located inside the weaving shed (29) and whereby according to the weaving cycle the outer reversal point (I) of the trigger gripper (3) is ahead of the outer reversal point (III) of the gripper gripper (5).

Description

Aandrijving en werkwijze voor het aandrijven van grijperdragers.Drive and method for driving gripper carriers.

De uitvinding betreft een aandrijving en een werkwijze voor het aandrijven van een grijperdrager voor een gevergrijper en een grijperdrager voor een nemergrijper door middel van een aandrijving, die een gemeenschappelijke aandrijfmotor voor twee aandrijfmechanismen en twee door een bijhorend aandrijfmechanisme aangedreven aandrijfwielen voor een grijperdrager bevat, waarbij de grijperdragers zodanig aangedreven zijn, dat zich de gevergrijper en de nemergrijper elk tussen een buitenste buiten het weefvak bevindend omkeerpunt en een binnenste binnen het weefvak bevindend omkeerpunt heen en weer bewegen.The invention relates to a drive and a method for driving a gripper carrier for a gripper and a gripper carrier for a gripper gripper by means of a drive, which comprises a common drive motor for two drive mechanisms and two drive wheels for a gripper carrier driven by a corresponding drive mechanism, wherein the gripper carriers are driven such that the gripper and the gripper gripper each move back and forth between an outer turning point located outside the weaving section and an inner turning point located inside the weaving section.

Uit DE 10346227 Al is een aandrijfmechanisme voor een grijperdrager gekend. Bij NL 7511122 A voeren het aandrijfwiel voor de grijperdrager voor de gevergrijper en het aandrijfwiel voor de grijperdrager voor de nemergrijper een zogenaamde "symmetrische" beweging uit, waarbij de gevergrijper en de nemergrijper in tegengestelde zin naar elkaar toe bewegen, waarbij de gevergrijper en de nemergrijper elkaar ongeveer in het midden van het weefvak ontmoeten en waarbij de gevergrijper en de nemergrijper vervolgens terug in tegengestelde zin weg van elkaar bewegen. Een grijperdrager kan bijvoorbeeld bestaan uit een grijperband of uit een g rijperstang.DE 10346227 A1 discloses a drive mechanism for a gripper carrier. With NL 7511122 A, the drive wheel for the gripper carrier for the gripper and the drive wheel for the gripper carrier for the gripper gripper perform a so-called "symmetrical" movement, wherein the gripper and the gripper gripper move towards each other in the opposite direction, the gripper gripper and the gripper gripper meet approximately in the middle of the weaving section and the gripper and taker gripper then move away from each other again in the opposite direction. A gripper carrier may, for example, consist of a gripper belt or a gripper bar.

In het bijzonder wanneer grijperopeners worden ingezet voor het openen .en/of het sluiten van een grijperklem van een gevergrijper en/of een grijperklem van een nemergrijper nabij het midden van het weefvak is het gekend om de gevergrijper en de nemergrïjper met een zogenaamde "asymmetrische" beweging aan te drijven, waarbij er meer tijd voor de overgave van een inslagdraad voorhanden is. De nemergrijper beweegt zich in het weefvak voorbij het binnenste omkeerpunt van de gevergrijper, vooraleer de gevergrijper zijn binnenste omkeerpunt heeft bereikt, zodat beide grijpers over een korte afstand in dezelfde richting en volgens insertierichting bewegen nadat de nemergrijper zijn binnenste omkeerpunt heeft bereikt. Om deze "asymmetrische" beweging mogelijk te maken, is het gekend uit EP 0526390 Al een grijperdrager door middel van een programmagestuurde aandrijfmotor aan te drijven. Bij deze uitvoeringsvorm bestaat het probleem dat de bewegingsverlopen van de gevergrijper en de nemergrijper moeilijk te synchroniseren zijn, daar de snelheidsvariaties van' de programmagestuurde aandrijfmotor moeilijk te beheersen zijn. Daarnaast vereist het meebewegen van de nemergrijper met de gevergrijper bij de overgave van de inslagdraad dat de nemergrijper en/of de gevergrijper een grotere afstand afleggen in het weefvak, dit wil zeggen een hogere gemiddelde snelheid hebben en grotere versnellingen ondergaan om een zelfde aantal inserties per tijdseenheid uit te voeren.In particular when gripper openers are used for opening and / or closing a gripper clamp of a gripper and / or a gripper clamp of a gripper gripper near the center of the weaving pocket, it is known for the gripper and gripper gripper with a so-called "asymmetrical "to drive motion, with more time available for surrendering a weft thread. The taker gripper moves in the weaving pocket beyond the innermost reversal point of the gripper, before the gripper has reached its innermost reversal point, so that both grippers move a short distance in the same direction and according to insertion direction after the gripper gripper has reached its innermost reversal point. To enable this "asymmetrical" movement, it is known from EP 0526390 A1 to drive a gripper carrier by means of a program-driven drive motor. In this embodiment, there is a problem that the movement sequences of the gripper and the gripper gripper are difficult to synchronize, since the speed variations of the program-driven drive motor are difficult to control. In addition, moving the gripper gripper with the gripper upon transfer of the weft thread requires the gripper gripper and / or the gripper to travel a greater distance in the weaving section, i.e. have a higher average speed and undergo greater accelerations to achieve the same number of insertions per time unit.

De opgave van de uitvinding is een voornoemde werkwijze zo te verbeteren, dat een "asymmetrische" beweging van een gevergrijper en een nemergrijper behouden blijft, zonder dat hiervoor onafhankelijke aandrijfmotoren moeten worden voorzien en waarbij de gevergrijper en de nemergrijper een inslagdraad aan een relatief lage snelheid kunnen inbrengen.The object of the invention is to improve a aforementioned method in such a way that an "asymmetrical" movement of a gripper and a gripper gripper is retained, without independent drive motors having to be provided for this and wherein the gripper and the gripper gripper have a weft thread at a relatively low speed can contribute.

Deze opgave wordt opgelost doordat volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper voorijlt op het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper. Met "volgens de weefcyclus" wordt bedoeld volgens het bewegingsverloop van de weefmachine in functie van de tijd, meer in het bijzonder volgens de opeenvolgende hoekposities van de weefmachine die bepaald worden door de opeenvolgende hoekposities van de gemeenschappelijke aandrijfmotor.This problem is solved by the fact that, according to the weaving cycle, the outer reversal point of the gripper is ahead of the outer reversal point of the gripper gripper. By "according to the weaving cycle" is meant according to the movement of the weaving machine as a function of time, more particularly according to the successive angular positions of the weaving machine which are determined by the successive angular positions of the common drive motor.

Door de uitvinding wordt niet enkel het voordeel bekomen dat een aandrijving met een gemeenschappelijke aandrijfmotor voor de gevergrijper en voor de nemergrijper is voorzien, maar tevens dat de gevergrijper trager het weefvak kan binnentreden en dat de nemergrijper trager het weefvak kan verlaten. Hierbij gebeuren de bewegingen van de gevergrijper en van de nemergrijper zodanig gedefaseerd, dat het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper meerdere machinegraden voorijlt op het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper. Hierbij treedt de gevergrijper niet noodzakelijk vroeger in het weefvak binnen en verlaat de nemergrijper niet noodzakelijk later het weefvak. De uitvinding is bijzonder voordelig wanneer de weefmachine ingesteld is om te weven met maximale weefbreedte, meer in het bijzonder wanneer geweven wordt met nagenoeg maximale weefbreedte. De werkwijze volgens de uitvinding laat toe bij het weven met een bepaalde snelheid van de weefmachine de gevergrijper en de nemergrijper bij een bepaalde weefbreedte met relatief lage snelheid te bewegen wanneer deze een inslagdraad inbrengen, hetgeen vooral bij het weven met relatief grote weefbreedtes voordelig is.The invention achieves not only the advantage that a drive with a common drive motor is provided for the gripper and for the gripper gripper, but also that the gripper gripper can enter the weaving compartment more slowly and that the gripper gripper can leave the weaving compartment more slowly. The movements of the gripper and of the gripper gripper take place in such a way that the outer reversal point of the gripper grasps a number of machine degrees at the outer reversal point of the gripper gripper. Hereby, the gripper does not necessarily enter the weaving section earlier and the taker gripper does not necessarily leave the weaving section later. The invention is particularly advantageous when the weaving machine is adapted to weave with maximum weaving width, more particularly when weaving with substantially maximum weaving width. The method according to the invention makes it possible to move the gripper and the gripper gripper at a certain weaving width at a relatively low speed when weaving a weft speed of the weaving machine when they insert an weft thread, which is particularly advantageous for weaving with relatively large weaving widths.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de opgave volgens de uitvinding opgelost doordat minstens, bij een instelling voor maximale weefbreedte, volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper voorijlt op het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper.According to a preferred embodiment, the object according to the invention is solved in that at least, at a setting for maximum weaving width, according to the weaving cycle the outer reversal point of the gripper is ahead of the outer reversal point of the gripper gripper.

Volgens een uitvoeringsvorm worden de grijperdrager voor de gevergrijper en de grijperdrager voor de nemergrijper bij hun bewegingen in het weefvak en uit het weefvak met een variabele snelheid door de gemeenschappelijke aandrijfmotor van de aandrijving aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de gevergrijper na het buitenste omkeerpunt minder wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt en waarbij volgens dé weefcyclus de nemergrijper na het buitenste omkeerpunt meer wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt. Met een beweging in het weefvak wordt bedoeld dat de gevergrijper en/of de nemergrijper naar het binnenste omkeerpunt toe bewegen, terwijl met een beweging uit het weefvak bedoeld wordt dat de gevergrijper en/of de nemergrijper naar het buitenste omkeerpunt toe bewegen. Deze werkwijze is bijzonder voordelig daar die toelaat dat een gevergrijper tijdens het opnemen van een buiten het weefvak klaar gehouden inslagdraad eerst minder wordt versneld om vervolgens met hogere snelheid in het weefvak te bewegen. Hierbij beweegt de gevergrijper bij het opnemen van een inslagdraad relatief traag en beweegt de nemergrijper bij het vrijgeven van een inslagdraad relatief traag.According to an embodiment, the gripper carrier for the gripper and the gripper carrier for the gripper gripper are driven at a variable speed by the common drive motor of the drive during their movements in the weaving compartment and out of the weaving compartment, wherein according to the weaving cycle the gripper becomes less after the outer reversal point accelerated than after the inner reversal point and wherein according to the weaving cycle the taker gripper is accelerated more after the outer reversal point than after the inner reversal point. A movement in the weaving compartment means that the gripper and / or the gripper gripper move towards the inner reversal point, while a movement from the weaving compartment means that the gripper and / or the gripper gripper move towards the outer reversal point. This method is particularly advantageous in that it allows a gripper to pick up a weft thread that is kept outside the weaving section and is first accelerated less to subsequently move into the weaving section at a higher speed. Here, the gripper moves relatively slowly when picking up a weft thread and the taker gripper moves relatively slowly when releasing a weft thread.

Volgens een uitvoeringsvorm ijlt volgens de weefcyclus het binnenste omkeerpunt van de nemergrijper voor op het binnenste omkeerpunt van de gevergrijper. Volgens een uitvoeringsvorm worden de grijperdrager voor de gevergrijper en de grijperdrager voor de nemergrijper bij hun bewegingen in het weefvak en uit het weefvak met variabele snelheid door een gemeenschappelijke aandrijfmotor van de aandrijving aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de gevergrijper voor zijn binnenste omkeerpunt en de nemergrijper na zijn binnenste omkeerpunt zich over een afstand in gelijke richting bewegen. Niettegenstaande de variabele snelheden van de gevergrijper en de nemergrijper wordt hierbij verzekerd dat de gevergrijper en de nemergrijper elkaar nabij het midden van het weefvak ontmoeten en over een afstand in dezelfde richting bewegen.According to an embodiment, according to the weaving cycle, the innermost reversal point of the gripper grasps on the innermost reversal point of the gripper. According to an embodiment, the gripper carrier for the gripper and the gripper carrier for the gripper gripper are driven by a common drive motor of the drive during their movements in the weaving compartment and out of the weaving compartment, wherein according to the weaving cycle the gripper for its inner reversal point and the gripper gripper move in the same direction over a distance after its innermost turning point. Notwithstanding the variable speeds of the gripper and the gripper gripper, it is hereby assured that the gripper and the gripper gripper meet each other near the center of the weaving pocket and move over a distance in the same direction.

Volgens een uitvoeringsvorm ligt het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper meerdere machinegraden voor aanslag en ligt het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper meerdere machinegraden na aanslag. Met aanslag wordt hier bedoeld het ogenblik in de weefcyclus, meer in het bijzonder de hoekpositie van de weefmachine waarbij een inslagdraad door het met de weeflade aangedreven weefriet aangeslagen wordt. Met machinegraden wordt hierbij bedoeld de graden van de weefmachine die bepaald worden door de aandrijfmotor en die voor één weefcyclus opeenvolgend tussen 0° en 360° verlopen.According to an embodiment, the outer reversal point of the gripper is located at a plurality of machine grades before abutment and the outer reversal point of the gripper gripper is at a plurality of machine grades after abutment. By stop here is meant the moment in the weaving cycle, more particularly the angular position of the weaving machine at which an weft thread is excited by the weaving cane driven with the weaving drawer. Machine degrees are herein understood to mean the degrees of the weaving machine that are determined by the drive motor and that successively run between 0 ° and 360 ° for one weaving cycle.

Volgens een uitvoeringsvorm verlaat de gevergrijper het weefvak een aantal machinegraden voor aanslag en treedt de gevergrijper in het weefvak een aantal, bijvoorbeeld eenzelfde aantal machinegraden na aanslag, terwijl het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper meerdere machinegraden voor aanslag ligt. Volgens een uitvoeringsvorm verlaat de nemergrijper het weefvak een aantal machinegraden voor aanslag en treedt de nemergrijper het weefvak binnen een aantal, bijvoorbeeld eenzelfde aantal machinegraden na aanslag, terwijl het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper meerdere machinegraden na aanslag ligt. Op deze wijze wordt verzekerd dat niettemin het hoekverschil van de buitenste omkeerpunten, de gevergrijper en de nemergrijper zo vroeg mogelijk het weefvak kunnen binnentreden en eveneens zo laat mogelijk het weefvak kunnen verlaten, waarbij een vereiste gemiddelde snelheid van de gevergrijper en/of van de nemergrijper voor een gegeven snelheid van de weefmachine, dit betekent. bij een gegeven aantal inserties per tijdseenheid, relatief laag is.According to an embodiment, the gripper leaves the weaving pocket a number of machine grades for abutment and the gripper enters the weaving pocket a number, for example, the same number of machine grades after abutment, while the outer reversal point of the gripper grasps several machine grades for abutment. According to an embodiment, the gripper gripper leaves the weaving compartment a number of machine grades before stop and the gripper gripper enters the weaving compartment within a number, for example the same number of machine grades after stop, while the outer reversal point of the gripper gripper lies several machine grades after stop. In this way it is ensured that nevertheless the angular difference of the outer turning points, the gripper and the gripper gripper can enter the weaving compartment as early as possible and also leave the weaving compartment as late as possible, whereby a required average speed of the gripper and / or the gripper gripper for a given speed of the weaving machine, this means. at a given number of insertions per unit of time, is relatively low.

De opgave wordt verder opgelost door een aandrijving voor een grijperdrager voor een gevergrijper en een grijperdrager voor een nemergrijper die een gemeenschappelijke aandrijfmotor voor twee aandrijfmechanismen en twee door een bijhorend aandrijfmechanisme aangedreven aandrijfwielen voor een grijperdrager bevat, waarbij elk aandrijfmechanisme een kruk bevat die een vorkelement aandrijft, waarbij het vorkelement en een kruiselement via een as onderling draaibaar zijn gelagerd, waarbij het kruiselement is verbonden met een tandsegment dat een aandrijfwiel voor een grijperdrager aandrijft en dat samen met het kruiselement ten opzichte van een gestel van het aandrijfmechanisme draaibaar is gelagerd, waarbij het kruiselement en het gestel van het aandrijfmechanisme via een as onderling draaibaar zijn gelagerd die dwars op de as is opgesteld waarmee het vorkelement en het kruiselement onderling draaibaar zijn gelagerd, waarbij elke kruk in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de hoekpositie van de gemeenschappelijke aandrijfmotor draaivast is aangedreven door de gemeenschappelijke aandrijfmotor en waarbij voor elk bij een aandrijfwiel horend aandrijfmechanisme de beide assen toegevoegd aan het kruiselement om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of voor elk bij een aandrijfwiel horend aandrijfmechanisme de kruk in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de hoekpositie van de gemeenschappelijke aandrijfmotor draaivast is aangedreven, zodanig dat volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper voorijlt op het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper.The task is further solved by a drive for a gripper carrier for a gripper and a gripper carrier for a gripper gripper which comprises a common drive motor for two drive mechanisms and two drive wheels for a gripper carrier driven by a corresponding drive mechanism, each drive mechanism comprising a crank driving a fork element , wherein the fork element and a cross element are rotatably mounted relative to each other via a shaft, the cross element being connected to a tooth segment which drives a drive wheel for a gripper carrier and which is rotatably mounted together with the cross element relative to a frame of the drive mechanism, the The cross element and the frame of the drive mechanism are rotatably mounted mutually via an axis which is arranged transversely of the axis with which the fork element and the cross element are rotatably mounted mutually, with each crank in a certain angular position relative to the angular position. position of the common drive motor is rotatably driven by the common drive motor and wherein for each drive mechanism associated with a drive wheel the two axes added to the cross element are arranged around a slightly different angle degree of 90 ° with respect to each other and / or for each at a drive wheel hearing drive mechanism the crank is rotatably driven in a certain angular position relative to the angular position of the common drive motor, such that according to the weaving cycle the outer reversal point of the gripper is ahead of the outer reversal point of the gripper gripper.

Door het instellen volgens de uitvinding van de hoeken tussen elke kruk en bijhorend vorkelement, de hoeken tussen de beide assen toegevoegd aan elk kruiselement en de hoekposities waaronder elke kruk ten opzichte van de gemeenschappelijke aandrijfmotor wordt aangedreven, wordt het voordeel bekomen dat een asymmetrische grijperbeweging wordt bekomen met een gemeenschappelijke aandrijfmotor, waarbij de gevergrijper en de nemergrijper toch met een relatief lage snelheid en met relatief lage versnellingen een inslagdraad in een weefvak kunnen inbrengen. Dit is in het bijzonder voordelig voor het weven bij hoge snelheid van de weefmachine en bij grote weefbreedtes.By adjusting the angles between each crank and associated fork element according to the invention, the angles between the two axes added to each cross element and the angular positions at which each crank is driven relative to the common drive motor, the advantage is obtained that an asymmetrical gripper movement is achieved. obtained with a common drive motor, in which the gripper and the gripper gripper can nevertheless introduce a weft thread into a weaving section at a relatively low speed and with relatively low accelerations. This is particularly advantageous for high speed weaving of the weaving machine and with large weaving widths.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de beide aan het kruiselement toegevoegde assen aan het kruiselement aangebracht, meer in het bijzonder eendelig met het kruiselement uitgevoerd. Een aandrijving met een gemeenschappelijke aandrijfmotor voor twee door een bijhorend aandrijfmechanisme aangedreven aandrijfwielen laat toe beide aandrijfwielen volgens de weefcyclus in functie van de hoekpositie van de aandrijfmotor en in functie van de eigenschappen van het aandrijfmechanisme volgens de uitvinding te bewegen. Met draaivast aangedreven wordt bedoeld dat het verloop van de hoekpositie van het aandrijfmechanisme bepaald wordt door het verloop van de hoekpositie van de aandrijfmotor.According to a preferred embodiment, the two axes added to the cross element are arranged on the cross element, more particularly in one piece with the cross element. A drive with a common drive motor for two drive wheels driven by an associated drive mechanism allows both drive wheels to move according to the weaving cycle in function of the angular position of the drive motor and in function of the characteristics of the drive mechanism according to the invention. By rotationally driven is meant that the course of the angular position of the drive mechanism is determined by the course of the angular position of the drive motor.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de beide assen toegevoegd aan het kruiselement om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek ten opzichte van elkaar opgesteld, dit betekent vormt de as, waarmee het vorkelement en het kruiselement onderling draaibaar zijn gelagerd, een van 90° afwijkende hoek met de as, waarmee het kruiselement en het gestel voor het aandrijfmechanisme onderling draaibaar zijn gelagerd, zodanig dat volgens de weefcyclus de gevergrijper na het buitenste omkeerpunt minder wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt en dat de nemergrijper na het buitenste omkeerpunt meer wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt. Dit laat toe dat de gevergrijper en de nemergrijper volgens de weefcyclus zo vroeg mogelijk het weefvak kunnen binnentreden en eveneens zo laat mogelijk het weefvak kunnen verlaten.According to an embodiment the two axes are added to the cross element arranged around a slightly different angle degrees of 90 ° with respect to each other, this means that the axis with which the fork element and the cross element are rotatably mounted with respect to each other forms an angle deviating from 90 ° with the axis with which the crotch element and the frame for the drive mechanism are rotatably mounted with respect to each other, such that according to the weaving cycle the gripper is accelerated less after the outer reversal point than after the inner reversal point and that the gripper gripper is accelerated more after the outer reversal point than after the inner reversal point. This allows the gripper and taker grab to enter the weaving section as early as possible according to the weaving cycle and also to leave the weaving section as late as possible.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de beide assen toegevoegd aan het kruiselement om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek ten opzichte van elkaar opgesteld en/of zijn de hoekposities van de krukken van de aandrijfmechanismen ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor ingesteld, zodanig dat volgens de weefcyclus de grijperdrager voor de gevergrijper en de grijperdrager voor de nemergrijper bij hun bewegingen in het weefvak en uit het weefvak met variabele snelheid door de aandrijving worden aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de gevergrijper voor zijn binnenste omkeerpunt en de nemergrijper na zijn binnenste omkeerpunt zich over een afstand in gelijke richting bewegen.According to an embodiment the two axes are added to the cross element arranged around a slightly different angle degrees of 90 ° with respect to each other and / or the angular positions of the cranks of the drive mechanisms relative to the angular position of the drive motor are adjusted such that according to the weaving cycle the gripper carrier for the gripper and the gripper carrier for the gripper gripper are driven by the drive during their movements in the weaving compartment and out of the weaving compartment, wherein according to the weaving cycle the gripper is positioned before his inner reversal point and the gripper gripper after his inner reversal point move in the same direction over a distance.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de beide assen toegevoegd aan het kruiselement om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek ten opzichte van elkaar opgesteld en/of zijn de hoekposities van de krukken van de aandrijfmechanismen ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor ingesteld, zodanig dat volgens de weefcyclus het binnenste omkeerpunt van de nemergrijper voorijlt op het binnenste omkeerpunt van de gevergrijper.According to an embodiment the two axes are added to the cross element arranged around a slightly different angle degrees of 90 ° with respect to each other and / or the angular positions of the cranks of the drive mechanisms relative to the angular position of the drive motor are adjusted such that according to the weaving cycle advances the innermost reversal point of the gripper gripper at the innermost reversal point of the gripper gripper.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de beide assen toegevoegd aan het kruiselement om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek ten opzichte van elkaar opgesteld en/of zijn de hoekposities van de krukken van de aandrijfmechanismen ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor ingesteld, zodanig dat het buitenste omkeerpunt van de gevergrijper meerdere machinegraden voor aanslag ligt en dat het buitenste omkeerpunt van de nemergrijper meerdere machinegraden na aanslag ligt.According to an embodiment the two axes are added to the cross element arranged around a slightly different angle degrees of 90 ° and relative to each other and / or the angular positions of the cranks of the drive mechanisms relative to the angular position of the drive motor are adjusted such that the outer reversal point of the gripper is several machine degrees before stop and that the outer reversal point of the gripper gripper is several machine degrees after stop.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de beide assen toegevoegd aan het kruiselement over een hoek van ongeveer 4° verplaatst ten opzichte van een hoek van 90° opgesteld.According to an embodiment, the two axes added to the cross element are arranged to be displaced by an angle of approximately 4 ° with respect to an angle of 90 °.

Volgens een uitvoeringsvorm vormt de as, waarmee het vorkelement en de bijhorende kruk onderling draaibaar zijn gelagerd, een weinig hoekgraden van 45° afwijkende hoek, bijvoorbeeld een hoek van ongeveer 48°, met de as, waarmee het kruiselement en het vorkelement onderling draaibaar zijn gelagerd. Dit laat toe de gevergrijper en de nemergrijper volgens een weefcyclus over een gewenste afstand in het weefvak te bewegen.According to an embodiment, the shaft with which the fork element and the associated crank are rotatably mounted relative to each other forms a slightly different angle degrees of 45 °, for example an angle of approximately 48 °, with the axis with which the cross element and the fork element are rotatably mounted . This allows the gripper and the gripper gripper to move a desired distance in the weaving section according to a weaving cycle.

Bij voorkeur lopen bij een dergelijk aandrijfmechanisme de as die kruk en het vorkelement verbindt en de beide assen toegevoegd aan het kruiselement door een gemeenschappelijk punt.Preferably with such a drive mechanism the shaft connecting the crank and the fork element and the two axes added to the cross element run through a common point.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de krukken van de beide aandrijfmechanismen draaivast door een gemeenschappelijke aandrijfas aangedreven, waarbij de kruk van het aandrijfmechanisme voor de gevergrijper in aandrijfrichting van . de aandrijfas enkele machinegraden voorijlend is aangebracht ten opzichte van de kruk van het aandrijfmechanisme voor de nemergrijper. Volgens een uitvoeringsvorm zijn het aandrijfmechanisme voor de gevergrijper en het aandrijfmechanisme voor de nemergrijper identiek uitgevoerd. Dit maakt een eenvoudige assemblage van een aandrijving voor een weefmachine mogelijk.According to an embodiment, the cranks of the two drive mechanisms are rotatably driven by a common drive shaft, the crank of the drive mechanism for the gripper in the drive direction of. the drive shaft is mounted in advance with a few machine degrees relative to the handle of the gripper gripper drive mechanism. According to an embodiment, the driving mechanism for the gripper and the driving mechanism for the gripper gripper are of identical design. This makes a simple assembly of a drive for a weaving machine possible.

De opgave wordt verder opgelost door een weefmachine die een aandrijving volgens de uitvinding bevat.The task is further solved by a weaving machine comprising a drive according to the invention.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van de uitvoeringsvoorbeelden die worden voorgesteld in de tekeningen. De weergegeven uitvoeringsvoorbeelden dienen enkel ter verduidelijking van de uitvinding. Varianten en combinaties van de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden die onder de beschermingsomvang van de conclusies vallen zijn eveneens mogelijk.Further features and advantages of the invention appear from the following description of the exemplary embodiments represented in the drawings. The exemplary embodiments shown serve only to clarify the invention. Variants and combinations of the exemplary embodiments shown that fall within the scope of the claims are also possible.

Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een aandrijving voor een grijperband voor een gevergrijper en voor een grijperband voor een nemergrijper,Figure 1 shows a perspective view of a drive for a gripper belt for a gripper and for a gripper belt for a gripper gripper,

Figuur 2 toont vergroot een aandrijfmechanisme voor een aandrijfwiel voor een grijperband volgens figuur 1 met een kruk, een vorkelement, een kruiselement en een tandsegment,Figure 2 shows an enlarged drive mechanism for a drive wheel for a gripper belt according to Figure 1 with a crank, a fork element, a cross element and a tooth segment,

Figuur 3 toont een bovenaanzicht volgens pijl A uit figuur 1 van het aandrijfmechanisme volgens figuur 2,Figure 3 shows a top view according to arrow A from Figure 1 of the drive mechanism according to Figure 2,

Figuur 4 toont een bovenaanzicht volgens pijl D uit figuur 1 van het andere aandrijfmechanisme van figuur 1, Figuur 5 toont een zijaanzicht volgens pijl B uit figuur 1 van het aandrijfmechanisme volgens figuur 2,Figure 4 shows a top view according to arrow D from figure 1 of the other drive mechanism of figure 1, Figure 5 shows a side view according to arrow B from figure 1 of the drive mechanism according to figure 2,

Figuur 6 toont een ander perspectief aanzicht volgens pijl C uit figuur 1 van het aandrijfmechanisme volgens figuur 2,Figure 6 shows another perspective view according to arrow C from Figure 1 of the drive mechanism according to Figure 2,

Figuur 7 toont een perspectief aanzicht van het kruiselement volgens figuren 1 tot 6,Figure 7 shows a perspective view of the cross element according to Figures 1 to 6,

Figuur 8 toont een bovenaanzicht van het kruiselement volgens pijl E uit figuur 7,Figure 8 shows a top view of the cross element according to the arrow E in Figure 7,

Figuur 9 toont een zijaanzicht van het vorkelement volgens figuren 1 tot 6,Figure 9 shows a side view of the fork element according to Figures 1 to 6,

Figuur 10 toont een bovenaanzicht van de aandrijfas met tandwielen volgens pijl F uit figuur 1,Figure 10 shows a top view of the drive shaft with gears according to arrow F of Figure 1,

Figuur 11 toont een diagram van het bewegingsverloop van de gevergrijper en de nemergrijper tussen de buitenste omkeerpunten, die zich buiten een weefvak bevinden, en de binnenste omkeerpunten, die zich binnen een weefvak bevinden,Figure 11 shows a diagram of the movement of movement of the gripper and the gripper gripper between the outer reversal points, which are located outside a weaving pocket, and the inner reversal points, which are located within a weaving pocket,

Figuur 12 toont een deel van een diagram van het bewegingsverloop van de gevergrijper en de nemergrijper in de omgeving van de buitenste omkeerpunten,Figure 12 shows a part of a diagram of the movement of the gripper and the gripper gripper in the vicinity of the outer turning points,

Figuur 13 toont een variante van figuur 11 waarbij geweven wordt met een beperktere weefbreedte dan bij figuur 11.Figure 13 shows a variant of Figure 11 where weaving with a more limited weaving width than in Figure 11.

In figuur 1 is een aandrijving 1 weergegeven voor een grijperdrager 2 voor een gevergrijper 3 en voor een grijperdrager 4 voor een nemergrijper 5. Dergelijke aandrijving 1 kan aangewend worden in een weefmachine, in het bijzonder in een grijperweefmachine. De aandrijving 1 bevat een gemeenschappelijke aandrijfmotor 6 die via een aandrijfas 7 twee tandwielen 8 en 9 aandrijft. Het aandrijfmechanisme 10 dat het aandrijfwiel 14 voor de grijperdrager 2 aandrijft wordt via het tandwiel 8 door de aandrijfmotor 6 aangedreven, terwijl het aandrijfmechanisme 11 dat het aandrijfwiel 15 voor de grijperdrager 4 aandrijft via het tandwiel 9 door de aandrijfmotor 6 wordt aangedreven.Figure 1 shows a drive 1 for a gripper carrier 2 for a gripper gripper 3 and for a gripper carrier 4 for a gripper gripper 5. Such drive 1 can be used in a weaving machine, in particular in a gripper weaving machine. The drive 1 comprises a common drive motor 6 which drives two gear wheels 8 and 9 via a drive shaft 7. The drive mechanism 10 which drives the drive wheel 14 for the gripper carrier 2 is driven via the gear wheel 8 by the drive motor 6, while the drive mechanism 11 which drives the drive wheel 15 for the gripper carrier 4 is driven via the gear wheel 9 by the drive motor 6.

In figuren 1, 2, 3, 5 en 6 wordt het aandrijfmechanisme 10 weergegeven dat een door het tandwiel 8 aandrijfbaar tandwiel 12, een met het tandwiel 12 verbonden kruk 13, een aan de kruk 13 toegevoegd vorkelement 16 en een aan het vorkelement 16 toegevoegd kruiselement 17 bevat. Het kruiselement 17 is verbonden met een tandsegment 22 dat via een tandoverbrenging 18 het aandrijfwiel 14 voor de gevergrijper 3 kan aandrijven. Een dergelijke kruk 13 en tandoverbrenging 18 zijn bijvoorbeeld gekend uit DE 10346227 Al. De kruk 13 kan via een lagerschaal 19, afgebeeld in figuur 6, in een instelbare positie met het tandwiel 12 verbonden worden, zodanig dat de kruk 13 draaibaar met het tandwiel 12 is opgesteld. De kruk 13 drijft via een as 23 met aslijn 43, afgebeeld in figuur 5, het vorkelement 16 aan, waarbij de kruk 13 en het vorkelement 16 onderling draaibaar zijn gelagerd via de as 23. Het kruiselement 17 wordt via een as 20 met aslijn 44, afgebeeld in figuren 3 en 5, die gelagerd is in het vorkelement 16 door het vorkelement 16 aangedreven, waarbij het vorkelement 16 en het kruiselement 17 onderling draaibaar zijn gelagerd via de as 20. Het kruiselement 17 is samen met het tandsegment 22 draaibaar om een as 21 met aslijn 45, afgebeeld in figuur 3, gelagerd die dwars ten opzichte van de as 20 is opgesteld. De as 21 is draaibaar gelagerd ten opzichte van een gestel 42, waarbij het kruiselement 17 en het gestel 42 onderling draaibaar zijn gelagerd via de as 21.In figures 1, 2, 3, 5 and 6 the drive mechanism 10 is shown that a gear wheel 12 which can be driven by the gear wheel 8, a crank 13 connected to the gear wheel 12, a fork element 16 added to the crank 13 and a fork element 16 added to the fork element 16 contains cross element 17. The cross element 17 is connected to a tooth segment 22 which can drive the drive wheel 14 for the gripper 3 via a toothed transmission 18. Such a crank 13 and tooth transmission 18 are known, for example, from DE 10346227 A1. The crank 13 can be connected via a bearing shell 19, shown in figure 6, in an adjustable position to the gear wheel 12, such that the crank 13 is rotatably arranged with the gear wheel 12. The crank 13 drives the fork element 16 via a shaft 23 with axis line 43, shown in Figure 5, the crank 13 and the fork element 16 being rotatably mounted relative to each other via the shaft 23. The cross element 17 is connected via a shaft 20 with shaft line 44 , shown in figures 3 and 5, which is mounted in the fork element 16 driven by the fork element 16, wherein the fork element 16 and the cross element 17 are rotatably mounted mutually via the shaft 20. The cross element 17 is rotatable together with the tooth segment 22 about a shaft 21 with shaft line 45, shown in figure 3, mounted bearing transversely to the shaft 20. The shaft 21 is rotatably mounted with respect to a frame 42, the cross element 17 and the frame 42 being rotatably mounted mutually via the shaft 21.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm kan het gestel 42 vast bevestigd worden aan het niet weergegeven gestel van het aandrijfmechanisme 10 van de weefmachine. Zoals weergegeven in figuren 3 en 5 lopen bij het aandrijfmechanisme 10 de aslijnen 43, 44 en 45 van de respectievelijke assen 23, 20 en 21 door een gemeenschappelijk punt 36.In the embodiment shown, the frame 42 can be fixedly attached to the frame (not shown) of the driving mechanism 10 of the weaving machine. As shown in Figures 3 and 5, at the drive mechanism 10, the axis lines 43, 44 and 45 of the respective axes 23, 20 and 21 run through a common point 36.

Zoals verduidelijkt in figuren 7 en 8 wordt de as 21 gevormd door twee astappen 56 en 57 die aan het kruiselement 17 zijn aangebracht en die ten opzichte van het gestel 42 via lagers 58, 59, die in figuren 3, 5 en 6 zijn weergegeven, kunnen gelagerd worden. Hierbij wordt de as 20 gevormd door twee astappen 24 en 25 die aan het kruiselement 17 zijn aangebracht en die ten opzichte van het vorkelement 16 via lagers kunnen gelagerd worden. Zoals verduidelijkt in figuren 3, 5, 6 en 9 bevat het vorkelement 16 twee benen 60 en 61 waarin respectievelijk een astap 24 of 25 kan gelagerd worden.As illustrated in Figures 7 and 8, the shaft 21 is formed by two spindles 56 and 57 which are arranged on the cross element 17 and which are mounted with respect to the frame 42 via bearings 58, 59, which are shown in Figures 3, 5 and 6, can be mounted. The axle 20 is herein formed by two axle journals 24 and 25 which are arranged on the cross element 17 and which can be mounted via bearings relative to the fork element 16. As clarified in figures 3, 5, 6 and 9, the fork element 16 comprises two legs 60 and 61 in which a spindle 24 or 25 can be mounted, respectively.

Zoals zichtbaar in figuren 5 en 9 vormt-de as 23 met aslijn 43 waarmee het vorkelement 16 en de kruk 13 onderling draaibaar zijn gelagerd een weinig hoekgraden van 45° afwijkende hoek 53, bijvoorbeeld een hoek van ongeveer 48°, -ten opzichte van de as 20 met aslijn 44 waarmee het kruiselement 17 en het vorkelement 16 onderling draaibaar zijn gelagerd.As can be seen in figures 5 and 9, the axle 23 with axle line 43, with which the fork element 16 and the crank 13 are rotatably mounted, forms an angle 53 which differs slightly from 45 °, for example an angle of approximately 48 °, relative to the axle 20 with axle line 44 with which the cross element 17 and the fork element 16 are rotatably mounted with respect to each other.

In figuur 4 is een bovenaanzicht volgens pijl D uit figuur 1 van het aandrijfmechanisme 11 weergegeven dat identiek is uitgevoerd als het aandrijfmechanisme 10, maar 180° verdraaid ten opzichte van het aandrijfmechanisme 10 is opgesteld. Zoalsr zichtbaar in figuren 1, 3 en 4 zijn de aandrijfmechanismen 10 en 11 zodanig opgesteld dat de aslijn 44 van de as 20 van het aandrijfmechanisme 10 en de aslijn 50 van de as 48 van het aandrijfmechanisme 11 in een bovenaanzicht nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld. Het tandwiel 26 van het aandrijfmechanisme 11 wordt via het tandwiel 9 aangedreven en het tandsegment 47 van het aandrijfmechanisme 11 drijft via een tandoverbrenging 27 het aandrijfwiel 15 voor de nemergrijper 5 aan. Analoog aan wat wordt weergegeven in figuur 5, vormt zoals aangeduid in figuur 1 de aslijn 62 van de as 55 waarmee het vorkelement 54 en de kruk 28 onderling draaibaar zijn gelagerd een hoek 63 van ongeveer 48° ten opzichte van de aslijn 50 van de as 48 waarmee het kruiselement 52 en het vorkelement 54 onderling draaibaar zijn gelagerd.Figure 4 shows a top view according to arrow D from Figure 1 of the drive mechanism 11, which is of identical design as the drive mechanism 10, but is rotated 180 ° with respect to the drive mechanism 10. As can be seen in Figures 1, 3 and 4, the drive mechanisms 10 and 11 are arranged such that the axis line 44 of the shaft 20 of the drive mechanism 10 and the axis line 50 of the shaft 48 of the drive mechanism 11 are arranged substantially parallel to each other in a top view. . The gear wheel 26 of the drive mechanism 11 is driven via the gear wheel 9 and the tooth segment 47 of the drive mechanism 11 drives the drive wheel 15 for the gripper gripper 5 via a gear transmission 27. Analogously to what is shown in Fig. 5, as indicated in Fig. 1, the axis line 62 of the axle 55 with which the fork element 54 and the crank 28 are rotatably mounted mutually forms an angle 63 of approximately 48 ° with respect to the axle line 50 of the axle 48 with which the cross element 52 and the fork element 54 are rotatably mounted with respect to each other.

Volgens de uitvinding zijn zoals weergegeven in figuren 1, 3, 4, 7 en 8 voor elk aandrijfmechanisme 10 en 11 de assen 20 en 21 met aslijnen 44 en 45 en de assen 48 en 49 met aslijnen 50 en 51 van elk kruiselement 17 en 52 om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek 37, 64 ten opzichte van elkaar opgesteld. De loodlijn 82, 83 op de assen 45 en 51 wordt in de figuren 3, 4, 7 en 8 in een punt-streeplijn weergegeven. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de assen 20 en 21 en de assen 48 en 49 van elk kruiselement 17, 52 over respectievelijk een hoek 37 en 64 van ongeveer 4° verplaatst ten opzichte van een hoek van 90° opgesteld.According to the invention, as shown in figures 1, 3, 4, 7 and 8, for each drive mechanism 10 and 11, the shafts 20 and 21 with axis lines 44 and 45 and the shafts 48 and 49 with axis lines 50 and 51 of each cross element 17 and 52 are arranged at a slightly different angle degrees of 90 ° from angle 37, 64 with respect to each other. The perpendicular 82, 83 on the shafts 45 and 51 is shown in figures 3, 4, 7 and 8 in a dot-dash line. In the embodiment shown, the shafts 20 and 21 and the shafts 48 and 49 of each cross element 17, 52 are displaced by an angle 37 and 64 of about 4 °, respectively, with respect to an angle of 90 °.

Door het instellen van de onderlinge hoekpositie van het aandrijfmechanisme 10 ten opzichte van de aandrijfmotor 6, bijvoorbeeld door de onderlinge instelling van de tandwielen 8 en 12 en de onderlinge instelling van het tandwiel 8 en de aandrijfas 7, kan de kruk 13 in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor 6 aangedreven worden door de aandrijfmotor 6. Tijdens het weven worden de tandwielen 12 en 26 volgens aandrijfrichting R aangedreven door de aandrijfmotor 6.By adjusting the mutual angular position of the drive mechanism 10 relative to the drive motor 6, for example through the mutual adjustment of the gear wheels 8 and 12 and the mutual adjustment of the gear wheel 8 and the drive shaft 7, the crank 13 can be in a specific angular position with respect to the angular position of the drive motor 6 are driven by the drive motor 6. During weaving, the gear wheels 12 and 26 are driven in the direction of drive R by the drive motor 6.

Het tandwiel 12 waaraan de kruk 13 van het aandrijfmechanisme 10 is bevestigd en het tandwiel 26 waaraan de kruk 28 van het aandrijfmechanisme 11 is bevestigd, worden ten opzichte van een referentiepositie, bijvoorbeeld een referentiepositie bepaald door een hoekpositie waarbij de kruk 13, 28 aan een tandwiel 12, 26 is bevestigd, verdraaid over hoeken 67 en 68 ingesteld en dus in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor 6 ingesteld, zoals wordt weergegeven in figuur 1, zodat de krukken 13 en 28 van de beide aandrijfmechanismen 10 en 11 via de aandrijfas 7 draaivast en onderling gedefaseerd in bijhorende hoekposities aangedreven worden door de aandrijfmotor 6.The gearwheel 12 to which the crank 13 of the drive mechanism 10 is attached and the gearwheel 26 to which the crank 28 of the drive mechanism 11 is attached are determined relative to a reference position, for example a reference position, by an angular position with the crank 13, 28 attached to a gear 12, 26 is fixed, rotated about angles 67 and 68 and thus set in a certain angular position with respect to the angular position of the drive motor 6, as shown in figure 1, so that the cranks 13 and 28 of the two drive mechanisms 10 and 11 are rotatably driven through the drive shaft 7 and mutually de-phased in corresponding angular positions by the drive motor 6.

Zoals weergegeven in figuur 1 en 10 kunnen hiertoe het tandwiel 8 via een klemverbinding 65 en het tandwiel 9 via een klemverbinding 66 op de aandrijfas 7 aangebracht worden. Elke klemverbinding 65, 66 laat toe het tandwiel 8, 9 in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de aandrijfas 7 vast te bevestigen, zodat beide tandwielen 8, 9 in een bepaalde onderlinge hoekpositie ten opzichte van de aandrijfas 7 kunnen bevestigd worden. Volgens een niet weergegeven variante kan één van de voornoemde tandwielen eendelig met de aandrijfas 7 uitgevoerd worden, terwijl het andere tandwiel via een voornoemde klemverbinding met de aandrijfas 7 verbonden kan worden. Hierdoor kunnen hoekposities van de krukken 13, 28 van de aandrijfmechanismen 10, 11 ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor 6 zijn ingesteld, zodat de, onderlinge hoekpositie tussen de krukken 13, 28 kan ingesteld worden.As shown in Figs. 1 and 10, the gear wheel 8 can be mounted on the drive shaft 7 via a clamp connection 65 and the gear wheel 9 via a clamp connection 66 for this purpose. Each clamp connection 65, 66 allows the gear wheel 8, 9 to be fixedly fixed in a certain angular position with respect to the drive shaft 7, so that both gear wheels 8, 9 can be fixed in a certain mutual angular position with respect to the drive shaft 7. According to a variant (not shown), one of the aforementioned gears can be made in one piece with the drive shaft 7, while the other gear can be connected to the drive shaft 7 via a aforementioned clamp connection. Angle positions of the cranks 13, 28 of the drive mechanisms 10, 11 relative to the angular position of the drive motor 6 can hereby be adjusted, so that the mutual angular position between the cranks 13, 28 can be adjusted.

Volgens een variante kan de aandrijfas 7 gevormd worden door twee in eikaars verlengde opgestelde aseinden die onderling door een klemverbinding 84, zoals schematisch aangeduid in streeplijn in figuur 10, in verschillende onderlinge hoekposities kunnen verbonden worden, waarbij telkens één van de tandwielen 8, 9 op één van de aseinden is aangebracht, zodat de onderlinge hoekpositie tussen de tandwielen 8, 9 en zodoende ook tussen de krukken 13, 28 kan ingesteld worden.According to a variant, the drive shaft 7 can be formed by two shaft ends arranged in line with each other and mutually connected by a clamping connection 84, as schematically indicated in broken line in Figure 10, in different mutual angular positions, one of the gear wheels 8, 9 on each one of the shaft ends is arranged so that the mutual angular position between the gear wheels 8, 9 and thus also between the cranks 13, 28 can be adjusted.

Volgens een variante zoals weergegeven in streeplijn in figuur 1, kan een aandrijfas 85 voorzien worden waarop de tandwielen 12 en 26 zijn aangebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld het tandwiel 12 eendelig met de aandrijfas 85 zijn uitgevoerd, en kan het tandwiel 26 via een klemverbinding met de aandrijfas 85 is verbonden. Het tandwiel 12 wordt hierbij via het tandwiel 8 door de aandrijfmotor 6 aangedreven, terwijl het tandwiel 26 via het tandwiel 8, het tandwiel 12 en de aandrijfas 85 door de aandrijfmotor 6 wordt aangedreven. Bij deze variante kan het tandwiel 9, de klemverbinding 66 en het gedeelte van de aandrijfas 7 gelegen tussen het tandwiel 8 en het tandwiel 9 wegvallen.According to a variant such as the broken line in Figure 1, a drive shaft 85 can be provided on which the gear wheels 12 and 26 are arranged. In this case, for example, the gear wheel 12 can be designed in one piece with the drive shaft 85, and the gear wheel 26 can be connected to the drive shaft 85 via a clamp connection. The gear wheel 12 is driven by the drive motor 6 via the gear wheel 8, while the gear wheel 26 is driven by the drive motor 6 via the gear wheel 8, the gear wheel 12 and the drive shaft 85. In this variant, the gear wheel 9, the clamp connection 66 and the part of the drive shaft 7 located between the gear wheel 8 and the gear wheel 9 can be omitted.

Zoals weergegeven in figuur 1 zijn de gevergrijper 3 en de nemergrijper 5 bedoeld om in en uit een weefvak 29 te bewegen. Een weefvak 29 wordt gevormd door vlakken kettingdraden 30 en 31 die samenlopen ter hoogte van de aanslaglijn 32 van een weefsel 33. De aandrijfmechanismen 10 en 11 laten toe dat de gevergrijper 3 en de nemergrijper 4 elk tussen een buitenste buiten het weefvak 29 bevindend : omkeerpunt en een binnenste binnen het weefvak 29 bevindend omkeerpunt heen en weer bewegen. Door de constructie van de aandrijfmechanismen 10 en 11 bewegen de grijperdrager 2 voor de gevergrijper 3 en de grijperdrager 4 voor de nemergrijper 5 volgens de weefcyclus met variabele snelheid wanneer die door de aandrijfmotor 6 van de aandrijving 1 volgens aandrijfrichting R worden aangedreven. Hierdoor bewegen de gevergrijper 3 en de nemergrijper 5 bij hun bewegingen in het weefvak 29 en uit het weefvak 29 met een variabele snelheid.As shown in Figure 1, the gripper 3 and the gripper gripper 5 are intended to move in and out of a weaving pocket 29. A weaving compartment 29 is formed by planes of warp threads 30 and 31 which coincide at the stop line 32 of a fabric 33. The drive mechanisms 10 and 11 allow the gripper 3 and the gripper gripper 4 each to be located between an outer outside the weaving compartment 29: reversal point and a reciprocal point located inside the weaving box 29 moves back and forth. Due to the construction of the drive mechanisms 10 and 11, the gripper carrier 2 for the gripper 3 and the gripper carrier 4 for the gripper gripper 5 move according to the variable speed weaving cycle when they are driven by the drive motor 6 of the drive 1 according to drive direction R. As a result, the gripper 3 and the gripper gripper 5 move with their movements in the weaving section 29 and out of the weaving section 29 at a variable speed.

In figuur 11 wordt een diagramma van een bewegingsverloop 38 van een gevergrijper 3 en een bewegingsverloop 39 van een nemergrijper 5 weergegeven. In figuur 12 worden het bewegingsverloop 38 van de gevergrijper 3 en het bewegingsverloop 39 van de nemergrijper 4 weergegeven nabij de omgeving van de buitenste omkeerpunten I, III.Figure 11 shows a diagram of a movement course 38 of a gripper 3 and a movement course 39 of a taker gripper 5. In figure 12 the movement course 38 of the gripper 3 and the movement course 39 of the taker gripper 4 are shown near the environment of the outer reversal points I, III.

Die bewegingsverlopen 38 en 39 kunnen bekomen worden met de aandrijfmechanismen 10 en 11 zoals weergegeven in figuren 1 tot 10. De opstelling van de assen 20 en 21, de assen 48 en 49 en/of de instelling van de onderlinge hoekpositie tussen de tandwielen 12 en 26 in relatie tot de aandrijfmotor 6, laten toe een bewegingsverloop 38 of 39 te bekomen waarbij volgens de weefcyclus, dit betekent volgens aandrijfrichting R van de aandrijfmotor 6, het buitenste omkeerpunt I van de gevergrijper 3 voorijlt op het buitenste omkeerpunt III van de nemergrijper 5. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld ijlt het omkeerpunt I over een hoekverschil 40 voor op het omkeerpunt III, waarbij dit hoekverschil bijvoorbeeld ongeveer 18° bedraagt. Bij een constante aandrijfsnelheid van de aandrijfmotor 6 komt dit hoekverschil 40 overeen met een bepaald tijdsverschil. Bij het in figuur 1 weergegeven voorbeeld is in relatie tot de aandrijfas 7 de kruk 13 van het aandrijfmechanisme 10 voor de gevergrijper 3 dat via de tandwielen 8 en 12 is aangedreven enkele machinegraden voorijlend aangebracht ten opzichte van de kruk 28 van het aandrijfmechanisme 11 voor de nemergrijper 5 dat via de tandwielen 9 en 26 wordt aangedreven. Het voorijlen van het buitenste omkeerpunt I van gevergrijper 3 ten opzichte van het buitenste omkeerpunt III van de nemergrijper 5 wordt tevens bekomen door de aandrijfmechanismen 10 en 11, meer in het bijzonder door de hoek 37 tussen beide assen 20 en 21 van het kruiselement 17 van het aandrijfmechanisme 10 en/of de . hoek 64 tussen beide assen 48 en 49 van het kruiselement 52 van het aandrijfmechanisme 11.Those movements of movement 38 and 39 can be achieved with the drive mechanisms 10 and 11 as shown in figures 1 to 10. The arrangement of the shafts 20 and 21, the shafts 48 and 49 and / or the adjustment of the mutual angular position between the gear wheels 12 and 26 in relation to the drive motor 6 allow a movement course 38 or 39 to be obtained in which according to the weaving cycle, this means according to drive direction R of the drive motor 6, the outer reversal point I of the gripper 3 advances on the outer reversal point III of the gripper gripper 5 In this exemplary embodiment, the reversal point I is ahead of the reversal point III by an angle difference 40, this angle difference being, for example, about 18 °. At a constant drive speed of the drive motor 6, this angle difference 40 corresponds to a specific time difference. In the example shown in Fig. 1, in relation to the drive shaft 7, the crank 13 of the drive mechanism 10 for the gripper 3, which is driven via the gear wheels 8 and 12, some machine degrees are arranged in advance relative to the crank 28 of the drive mechanism 11 for the gripper gripper 5 which is driven via the gear wheels 9 and 26. The forwarding of the outer reversal point I of the gripper 3 relative to the outer reversal point III of the gripper gripper 5 is also achieved by the drive mechanisms 10 and 11, more particularly by the angle 37 between the two axes 20 and 21 of the cross element 17 of the drive mechanism 10 and / or the. angle 64 between the two axes 48 and 49 of the cross element 52 of the drive mechanism 11.

Zoals weergegeven in figuren 11 en 12 ligt het buitenste omkeerpunt I van de gevergrijper 3 meerdere machinegraden, bijvoorbeeld 8° voor aanslag 34 en ligt het buitenste omkeerpunt III van de nemergrijper 5 meerdere machinegraden, bijvoorbeeld 10° na aanslag 34. Hierbij komt de aanslag 34 overeen met de hoekpositie 0° of 360° van de weefmachine of het ogenblik in de weefcyclus waarbij een inslagdraad aangeslagen wordt. Zoals zichtbaar in figuren 11 en 12 wordt volgens de weefcyclus de gevergrijper 3 na het buitenste omkeerpunt I minder versneld dan na het binnenste omkeerpunt II en wordt de nemergrijper 5 na het buitenste omkeerpunt III meer versneld dan na het binnenste omkeerpunt IV. Hierdoor worden nabij het buitenste omkeerpunt I de gevergrijper 3 en nabij het binnenste omkeerpunt IV de nemergrijper 5 minder versneld wanneer die samenwerken met de inslagdraad, hetgeen voordelig is voor het door middel van een gevergrijper 3 en een nemergrijper 5 in een weefvak 29 inbrengen van een inslagdraad.As shown in figures 11 and 12, the outer reversal point I of the gripper 3 is several machine degrees, for example 8 ° before stop 34 and the outer reversal point III of the gripper gripper 5 is several machine degrees, for example 10 ° after stop 34. The stop 34 is added corresponds to the angular position 0 ° or 360 ° of the weaving machine or the moment in the weaving cycle at which a weft thread is struck. As can be seen in figures 11 and 12, according to the weaving cycle, the gripper 3 is accelerated less after the outer reversal point I than after the inner reversal point II and the gripper gripper 5 is accelerated more after the outer reversal point III than after the inner reversal point IV. As a result, near the outer reversal point I the gripper 3 and near the inner reversal point IV the gripper gripper 5 is accelerated less when they co-operate with the weft thread, which is advantageous for introducing a gripper pocket 29 and a gripper gripper into a weaving compartment 29. weft thread.

In figuur 11 is tevens zichtbaar dat volgens de weefcyclus het binnenste omkeerpunt IV van de nemergrijper 5 voorijlt op het binnenste omkeerpunt II van de gevergrijper 3. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld ijlt het omkeerpunt IV over een hoekverschil 41 voor op het omkeerpunt II, waarbij dit hoekverschil bijvoorbeeld ongeveer 10° bedraagt. Hierbij bewegen volgens de weefcyclus de gevergrijper 3 voor zijn binnenste omkeerpunt II en de nemergrijper 5 na zijn binnenste omkeerpunt IV zich over een afstand 35 in gelijke richting, meer in het bijzonder volgens insertierichting van de inslagdraad, welke afstand 35 bepaald wordt door het hoekverschil 41.Figure 11 also shows that, according to the weaving cycle, the inner reversal point IV of the gripper gripper 5 is ahead of the inner reversal point II of the gripper 3. In this exemplary embodiment, the reversal point IV leads the reversal point II through an angle difference 41, wherein this angle difference is, for example, approximately 10 °. In this case, according to the weaving cycle, the gripper 3 before its innermost reversal point II and the gripper gripper 5 move after its innermost reversal point IV over a distance 35 in the same direction, more particularly according to the insertion direction of the weft thread, which distance 35 is determined by the angle difference 41 .

In figuur 12 wordt het gearceerde gebied 69 bepaald door de hoekposities in machinegraden in de weefcyclus en de lengteposities, dit betekent posities volgens de -weefbreedte, waar een schematisch in figuur 1 afgebeeld weefriet 86 zich nabij de aanslag 34 beweegt tot een aanslaglijn 32 en voorbij de in punt-streeplijn in figuur 1 aangeduide bewegingsbaan 87 van de gevergrijper 3 en/of van de nemergrijper 4. Tijdens het weven beweegt zich het weefriet 85 tussen de aanslaglijn 32 en een achterste positie. In figuur 1 is het weefriet 85 weergegeven in de achterste positie. De gevergrijper 3 en de nemergrijper 4 mogen zich in de weefcyclus vanaf de hoekpositie 70 tot de hoekpositie 71 niet tussen de lengteposities 76 en 77 in het weefvak 29 bevinden, daar die anders in aanraking kunnen komen met het weefriet 86 of met de kettingdraden 30, 31. Hoewel het buitenste omkeerpunt I van de gevergrijper 3 meerdere machinegraden voorijlt op de aanslag 34, verlaten bij dit uitvoeringsvoorbeeld de gevergrijper 3 en de nemergrijper 4 het gebied 69 bij de hoekpositie 70 en treden ze het gebied 69 binnen bij de hoekpositie 71, waarbij de hoekposities 70 en 71 bijvoorbeeld elk evenveel machinegraden van de aanslag 34 liggen. Hoewel het aantal machinegraden 72 en 73 respectievelijk 74 en 75 verschillend zijn, zijn het aantal machinegraden 78 en 79 respectievelijk 80 en 81 gelijk. Volgens deze uitvoeringsvorm worden de beschikbare machinegraden optimaal benut om voor een bepaald aantal inserties per tijdseenheid een relatief lage gemiddelde snelheid van de gevergrijper 3 en/of van de nemergrijper 4 te bekomen, terwijl een inslagdraad door de gevergrijper 3 en de nemergrijper 4 met een relatief lage snelheid en versnelling kan worden ingebracht in een weefvak 26.In Fig. 12, the shaded area 69 is determined by the angular positions in machine degrees in the weaving cycle and the longitudinal positions, this means positions according to the weaving width, where a weave 86 schematically shown in Fig. 1 moves near the stop 34 to a stop line 32 and beyond the path of movement 87 of the gripper 3 and / or of the gripper gripper 4 indicated by the dot-and-dash line in Figure 1. During weaving, the weave reed 85 moves between the stop line 32 and a rear position. In Figure 1, the weave reed 85 is shown in the rear position. The gripper 3 and the gripper gripper 4 must not be in the weaving cycle from the angular position 70 to the angular position 71 between the longitudinal positions 76 and 77 in the weaving compartment 29, since they may otherwise come into contact with the weaving cane 86 or with the warp threads 30, 31. Although the outer reversal point I of the gripper 3 advances multiple machine degrees on the stop 34, in this exemplary embodiment the gripper 3 and the gripper gripper leave the area 69 at the angular position 70 and enter the area 69 at the angular position 71, the angular positions 70 and 71, for example, each have as many machine degrees as the stop 34. Although the number of machine degrees 72 and 73 is 74 and 75, respectively, the number of machine degrees 78 and 79 is 80 and 81, respectively. According to this embodiment, the available machine degrees are optimally utilized to obtain a relatively low average speed of the gripper 3 and / or of the gripper gripper 4 for a certain number of insertions per unit of time, while a weft thread through the gripper gripper 3 and the gripper gripper 4 with a relative low speed and acceleration can be introduced into a weaving box 26.

Indien geweven wordt met een beperkte weefbreedte kan de instelling van de kruk 13 ten opzichte van het tandwiel 12 en/of de instelling van de kruk 28 ten opzichte van het tandwiel 26 iets gewijzigd worden. In dit geval kan ook de instelling van het tandwiel 8 ten opzichte van de aandrijfas 7 en/of de instelling van het tandwiel 9 ten opzichte van de aandrijfas 7 gewijzigd worden. Alternatief of daarbij kan tevens de ingrijppositie van de tanden van het tandwiel 8 en/of de ingrijppositie van de tanden van het tandwiel 9 ten opzichte van de tanden van het bijhorend tandwiel 12 of 26 gewijzigd worden. Dergelijke ingrijppositie kan bijvoorbeeld gewijzigd worden door een tandwiel 8, 9 axiaal volgens de aandrijfas 7 te verschuiven tot tanden van het tandwiel 8, 9 niet meer ingrijpen met tanden van een tandwiel 12, 26 en vervolgens de tanden van het tandwiel 8, 9 terug te laten ingrijpen ter hoogte van andere tanden van een tandwiel 12, 26. Dergelijke aanpassingen kunnen zodanig uitgevoerd worden zodat aan de kenmerken van de conclusies wordt voldaan.If woven with a limited weaving width, the adjustment of the crank 13 relative to the gear wheel 12 and / or the adjustment of the crank 28 relative to the gear wheel 26 can be changed slightly. In this case, the setting of the gear wheel 8 relative to the drive shaft 7 and / or the setting of the gear wheel 9 relative to the drive shaft 7 can also be changed. Alternatively or additionally, the engagement position of the teeth of the gear wheel 8 and / or the engagement position of the teeth of the gear wheel 9 relative to the teeth of the associated gear wheel 12 or 26 can be changed. Such engagement position can be changed, for example, by shifting a gear wheel 8, 9 axially along the drive shaft 7 to teeth of the gear wheel 8, 9 no longer engaging teeth of a gear wheel 12, 26 and subsequently returning the teeth of the gear wheel 8, 9 engaging other teeth of a gear 12, 26. Such adjustments can be made such that the features of the claims are met.

In figuur 13 wordt een variante weergegeven voor het weven met een beperktere weefbreedte. Hierbij wordt bijvoorbeeld bij het aandrijfmechanisme 11 de positie van de kruk 28 ten opzichte van de lagerschaal 19 zodanig aangepast dat de bewegingskoers 46 waarover de nemergrijper 5 wordt bewogen ten opzichte van de bewegingskoers volgens de instelling van figuur 11 wordt verkleind. Bij het weergegeven aandrijfmechanisme 11 resulteert dit in het feit dat volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt I van de gevergrijper 3 minder voorijlt op het buitenste omkeerpunt III van de nemergrijper 5 dan bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 11. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 13 kan de hoek waarover het buitenste omkeerpunt I van de gevergrijper 3 voorijlt op het buitenste omkeerpunt III van de nemergrijper 5 terug vergroot worden door de hoekposities van minstens één van de krukken 13, 28 ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor 6 passend in te stellen, bijvoorbeeld door de tandwielen 8 of 9 in een passende hoekpositie op de aandrijfas 7 te bevestigen.Figure 13 shows a variant for weaving with a more limited weaving width. Here, for example, the position of the crank 28 relative to the bearing shell 19 at the drive mechanism 11 is adjusted such that the movement course 46 over which the gripper gripper 5 is moved relative to the movement course according to the setting of Figure 11 is reduced. With the drive mechanism 11 shown this results in the fact that according to the weaving cycle the outer reversal point I of the gripper 3 is less ahead of the outer reversal point III of the gripper gripper 5 than in the embodiment according to Fig. 11. In the embodiment of Fig. over which the outer reversal point I of the gripper 3 is ahead of the outer reversal point III of the gripper gripper 5 is increased again by appropriately adjusting the angular positions of at least one of the cranks 13, 28 relative to the angular position of the drive motor 6, for example by attaching the gear wheels 8 or 9 to the drive shaft 7 in a suitable angular position.

Het is duidelijk dat het vorkelement 16, 54 en het kruiselement 17, 52 van beide aandrijfmechanismen 10, 11 niet noodzakelijk gelijk dienen uitgevoerd te worden. De kruk 13 en de kruk 28 hoeven uiteraard ook niet gelijk uitgevoerd te worden en dit geldt eveneens voor de hoeken 37 en 64 en voor de hoeken 53 en 63. De hoeken 67 en 68 kunnen eveneens passend gekozen worden. Tevens hoeven de tandwielen 8 en 9 en de tandwielen 12 en 26 niet noodzakelijk gelijk uitgevoerd te worden. Volgens een niet weergegeven variante kunnen die eveneens iets verschillend uitgevoerd worden om aan de kenmerken van de conclusies te voldoen.It is clear that the fork element 16, 54 and the cross element 17, 52 of both drive mechanisms 10, 11 do not necessarily have to be of the same design. Naturally, the crank 13 and the crank 28 do not have to be of the same design, and this also applies to the angles 37 and 64 and the angles 53 and 63. The angles 67 and 68 can also be appropriately selected. Also, the gear wheels 8 and 9 and the gear wheels 12 and 26 do not necessarily have to be of the same design. According to a variant (not shown), they can also be of slightly different design to meet the features of the claims.

De uitvinding is bijzonder geschikt om bij relatief brede weefmachines toegepast te worden en bij weefmachines waarbij de gevergrijper 3 en/of de nemergrijper 4 bij opname, overgave of vrijgave van de inslagdraad positief geopend worden. Dit positief openen kan gebeuren met inrichtingen die inwerken op de klem van een respectievelijke gevergrijper 3 of nemergrijper 5. Dergelijke inrichtingen zijn onder meer gekend uit GB 2059455 en EP 0526390 Al.The invention is particularly suitable for use with relatively wide weaving machines and with weaving machines in which the gripper 3 and / or the gripper gripper 4 are positively opened on receiving, transferring or releasing the weft thread. This positive opening can be done with devices which act on the clamp of a respective gripper 3 or gripper gripper 5. Such devices are known from, inter alia, GB 2059455 and EP 0526390 A1.

De aandrijving 1 volgens de uitvinding biedt als bijzonder voordeel dat de snelheid en de versnelling van de gevergrijper 3 relatief beperkt zijn tijdens het opnemen van een inslagdraad. Tevens kunnen de snelheid en de versnelling van de nemergrijper 5 relatief beperkt zijn tijdens de vrijgave van de inslagdraad. Daar de aandrijving 1 volgens de uitvinding toelaat dat de gevergrijper 3 en de nemergrijper 5 tijdens de overgave gedurende een bepaalde tijd in dezelfde richting en met nagenoeg dezelfde snelheid bewegen, meer in het bijzonder een overlappende beweging uitvoeren, is voldoende tijd voorhanden om een inslagdraad op een goede manier over te geven van de gevergrijper 3 naar de nemergrijper 5. Met een aandrijving 1 volgens de uitvinding worden de gevergrijper 3 en de nemergrijper 5 meer versneld en/of vertraagd wanneer die niet samenwerken met de inslagdraad dan wanneer die wel samenwerken met de inslagdraad, hetgeen toelaat inslagdraden met een beperkte spanning in een weefvak 29 te brengen.The drive 1 according to the invention offers the special advantage that the speed and acceleration of the gripper 3 are relatively limited during the accommodation of a weft thread. The speed and acceleration of the gripper gripper 5 can also be relatively limited during the release of the weft thread. Since the drive 1 according to the invention allows the gripper 3 and the gripper gripper 5 to move in the same direction and at substantially the same speed for a certain time during the transfer, more particularly to perform an overlapping movement, sufficient time is available to apply a weft thread. a good way to transfer from the gripper 3 to the gripper gripper 5. With a drive 1 according to the invention, the gripper 3 and the gripper gripper 5 are accelerated and / or decelerated more when they do not cooperate with the weft thread than when they do cooperate with the weft thread. weft thread, which allows weft threads with a limited tension to be introduced into a weaving section 29.

Indien de nemergrijper 5 kleinere afmetingen vertoont dan de gevergrijper 3 kan de nemergrijper 5 bijvoorbeeld vroeger en tijdens het openen van het weefvak 29 in het weefvak 29 treden dan de gevergrijper 3. Hierbij kan de nemergrijper 5 tevens later en tijdens het sluiten van het weefvak 29 uit het weefvak 29 treden dan de gevergrijper 3. Indien de nemergrijper 5 kleinere afmetingen vertoont dan de gevergrijper 3 kan de nemergrijper 5 bijvoorbeeld vroeger en tijdens het weg van de aanslaglijn 32 bewegen van het weefriet in het weefvak 29 treden. dan de gevergrijper 3. Hierbij kan de nemergrijper 5 tevens later en tijdens het naar de aanslaglijn 32 bewegen van het weefriet uit het weefvak 29 treden dan de gevergrijper 3.If the gripper gripper 5 has smaller dimensions than the gripper 3, the gripper gripper 5 can, for example, enter the weaving compartment 29 earlier and during the opening of the weaving compartment 29 than the gripper gripper 3. In this case, the gripper gripper 5 can also later and during the closing of the weaving compartment 29 out of the weaving section 29 then the gripper gripper 3. If the gripper gripper 5 has smaller dimensions than the gripper gripper 3, the gripper gripper 5 can, for example, move into the weaving compartment 29 earlier and while moving away from the stop line 32. then the gripper 3. The gripper gripper 5 can then also leave the weaving box 29 later and during the movement of the weave to the stop line 32 than the gripper 3.

Een weefmachine volgens de uitvinding laat toe dat bij een bepaalde snelheid van de weefmachine de nemergrijper 5 over een grotere bewegingskoers doorheen het weefvak 29 beweegt dan de bewegingskoers waarmee de gevergrijper 3 doorheen het weefvak 29 beweegt, terwijl zowel de gevergrijper 3 als de nemergrijper 5 gemiddeld met een lagere snelheid doorheen het weefvak 29 bewegen wanneer die een inslagdraad in het weefvak 29 brengen dan wanneer die doorheen het weefvak 29 bewegen zonder een inslagdraad.A weaving machine according to the invention allows that at a certain speed of the weaving machine the gripper gripper 5 moves through a weaving course through the weaving section 29 than the movement course with which the gripper 3 moves through the weaving compartment 29, while both the gripper 3 and the gripper gripper 5 average move through the weaving section 29 at a lower speed when they insert a weft thread into the weaving section 29 than when they move through the weaving section 29 without a weft thread.

Claims (15)

1. Werkwijze voor het aandrijven van een grijperdrager (2) voor een gevergrijper (3) en een grijperdrager (4) voor een nemergrijper (5) door middel van een aandrijving (1), die een gemeenschappelijke aandrijfmotor (6) voor twee aandrijfmechanismen (10, 11) en twee door een bijhorend aandrijfmechanisme (10, 11) aangedreven aandrijfwielen (14, 15) voor een grijperdrager (2,4) bevat, waarbij de grijperdragers (2, 4) zodanig aangedreven zijn, dat zich de gevergrijper (3) en de nemergrijper (4) elk tussen een buitenste buiten het weefvak (29) bevindend omkeerpunt (I, III) en een binnenste binnen het weefvak (29) bevindend omkeerpunt (II, IV) heen en weer bewegen, daardoor gekenmerkt dat volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt (I) van de gevergrijper (3) voorijlt op het buitenste omkeerpunt (III) van de nemergrijper (5).Method for driving a gripper carrier (2) for a gripper (3) and a gripper carrier (4) for a gripper gripper (5) by means of a drive (1), which is a common drive motor (6) for two drive mechanisms ( 10, 11) and two drive wheels (14, 15) for a gripper carrier (2,4) driven by an associated drive mechanism (10, 11), the gripper carriers (2, 4) being driven such that the gripper (3) ) and the gripper gripper (4) each reciprocating between an outer reversal point (I, III) located outside the weaving section (29) and an inner reversing point (II, IV) located inside the weaving section (29), characterized in that according to the weaving cycle advances the outer turning point (I) of the gripper (3) to the outer turning point (III) of the gripper gripper (5). 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de grijperdrager (2) voor de gevergrijper (3) en de grijperdrager (4) voor de nemergrijper (5) bij hun bewegingen in het weefvak (29) en uit het weefvak (29) met variabele snelheid door de aandrijving (1) worden aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de gevergrijper (3) na het buitenste omkeerpunt (I) minder wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt (II) en de nemergrijper (5) na het buitenste pmkeerpunt (III) meer wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt (II).Method according to claim 1, characterized in that the gripper carrier (2) for the gripper (3) and the gripper carrier (4) for the gripper gripper (5) with their movements in the weaving compartment (29) and out of the weaving compartment (29) with Variable speed driven by the drive (1), whereby according to the weaving cycle the gripper (3) is accelerated less after the outer reversal point (I) than after the inner reversal point (II) and the gripper gripper (5) after the outer reversal point (III) ) is accelerated more than after the inner turning point (II). 3. Werkwijze.volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat volgens de weefcyclus het binnenste omkeerpunt (IV) van de nemergrijper (5) voorijlt op het binnenste omkeerpunt (II) van de gevergrijper (3).Method according to claim 1 or 2, characterized in that, according to the weaving cycle, the innermost reversal point (IV) of the gripper gripper (5) is ahead of the innermost reversal point (II) of the gripper (3). 4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de grijperdrager (2) voor de gevergrijper (3) en de grijperdrager (4) voor de nemergrijper (5) bij hun bewegingen in het weefvak (29) en uit het weefvak (29) met variabele snelheid door de aandrijving (1) worden aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de gevergrijper (3) voor zijn binnenste omkeerpunt (II) en de nemergrijper (5) na zijn binnenste omkeerpunt (IV) zich over een afstand in gelijke richting bewegen.Method according to one of claims 1 to 3, characterized in that the gripper carrier (2) for the gripper (3) and the gripper carrier (4) for the gripper gripper (5) during their movements in the weaving compartment (29) and out of the The weaving section (29) is driven at variable speed by the drive (1), the gripper (3) following its weaving cycle (3) before its innermost reversing point (II) and the gripper gripper (5) moving beyond its innermost reversing point (IV) move in the same direction. 5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het buitenste omkeerpunt (I) van de gevergrijper (3) een aantal machinegraden voor aanslag (34) ligt en dat het buitenste omkeerpunt (IV) van de nemergrijper (5) een aantal machinegraden na aanslag (34) ligt.Method according to one of claims 1 to 4, characterized in that the outer turning point (I) of the gripper (3) is a number of machine grades for stop (34) and that the outer turning point (IV) of the gripper gripper (5) a number of machine degrees after the stop (34). 6. Aandrijving voor een grijperdrager (2) voor een gevergrijper (3) en een grijperdrager (4) voor een nemergrijper (5) die een gemeenschappelijke aandrijfmotor (6) voor twee aandrijfmechanismen (10, 11) en twee door een bijhorend aandrijfmechanisme (10, 11) aangedreven aandrijfwielen (14, 15) voor een grijperdrager (2, 4) bevat, waarbij elk aandrijfmechanisme (10, 11) een kruk (13, 28) bevat die een vorkelement (16, 54) aandrijft, waarbij het vorkelement (16, 54) en een kruiselement (17, 52) via een as (20, 48) onderling draaibaar zijn gelagerd, waarbij het kruiselement (17, 52) is verbonden met een tandsegment (22, 47) dat een aandrijfwiel (14, 15) voor een grijperdrager (2, 4) aandrijft en dat samen met het kruiselement (17, 52) ten opzichte van een gestel (42) draaibaar is gelagerd, waarbij het kruiselement (17, 52) en het gestel (42) via een as (21, 49) onderling draaibaar zijn gelagerd die dwars op de as (20,48) is opgesteld waarmee het vorkelement (16, 54) en het kruiselement (17, 52) onderling draaibaar zijn gelagerd, waarbij elke kruk (13, 28) in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de hoekpositie van de gemeenschappelijke aandrijfmotor (6) draaivast is aangedreven door de gemeenschappelijke aandrijfmotor (6), daardoor gekenmerkt dat voor elk bij een aandrijfwiel (14, 15) horend aandrijfmechanisme (10, 11) de beide assen (20, 21; 48, 49) toegevoegd aan het kruiselement (17, 52) om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek (37, 64) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of dat voor elk bij een aandrijfwiel (14, 15) horend aandrijfmechanisme (10, 11) de kruk (13, 28) in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de hoekpositie van de gemeenschappelijke aandrijfmotor (6) draaivast is aangedreven, zodanig dat volgens de weefcyclus het buitenste omkeerpunt (I) van de gevergrijper (3) voorijlt op het buitenste omkeerpunt (III) van de nemergrijper (5).6. Drive for a gripper carrier (2) for a gripper (3) and a gripper carrier (4) for a gripper gripper (5) providing a common drive motor (6) for two drive mechanisms (10, 11) and two by a corresponding drive mechanism (10). 11) includes driven drive wheels (14, 15) for a gripper carrier (2, 4), each drive mechanism (10, 11) including a crank (13, 28) driving a fork element (16, 54), the fork element ( 16, 54) and a cross element (17, 52) are rotatably mounted with respect to each other via a shaft (20, 48), the cross element (17, 52) being connected to a tooth segment (22, 47) comprising a drive wheel (14, 15) ) for a gripper carrier (2, 4) and which is rotatably mounted together with the cross element (17, 52) relative to a frame (42), the cross element (17, 52) and the frame (42) being rotated (21, 49) are rotatably mounted with respect to each other and arranged transversely to the axis (20,48) with which the fork element (16, 54) and the cross element (17) , 52) are rotatably mounted with respect to each other, with each crank (13, 28) being rotatably driven in a certain angular position relative to the angular position of the common drive motor (6) by the common drive motor (6), characterized in that drive wheel (14, 15) associated with the drive mechanism (10, 11) the two axles (20, 21; 48, 49) are added to the cross element (17, 52) around an angle (37, 64) that differs slightly by 90 ° and / or that for each drive mechanism (14, 15) associated with a drive wheel (14, 15) 10, 11) the crank (13, 28) is rotated in a certain angular position relative to the angular position of the common drive motor (6), such that according to the weaving cycle the outer turning point (I) of the gripper (3) is ahead of the outer turning point (III) of the taker grab (5). 7. Aandrijving volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de beide assen (20, 21; 48,49) toegevoegd aan het kruiselement (17, 52) om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek (37, 64) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zodanig dat volgens de weefcyclus de gevergrijper (3) na het buitenste omkeerpunt (I) minder wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt (II) en dat de nemergrijper (5) na het buitenste omkeerpunt (III) meer wordt versneld dan na het binnenste omkeerpunt (IV).Drive as claimed in claim 6, characterized in that the two axes (20, 21; 48.49) added to the cross element (17, 52) are angles (37, 64) differing slightly from each other by a slightly angular degree of 90 ° arranged so that, according to the weaving cycle, the gripper (3) is accelerated less after the outer reversal point (I) than after the inner reversal point (II) and that the gripper gripper (5) is accelerated more after the outer reversal point (III) than after the inner reversal point (IV). 8. Aandrijving volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de beide assen (20, 21; 48,49) toegevoegd aan het kruiselement (17, 52) om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek (37, 64) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of de hoekposities van de krukken (13, 28) van de aandrijfmechanismen (10, 11) ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor (6) zijn ingesteld, zodanig dat volgens de weefcyclus de grijperdrager (2) van de gevergrijper (3) en de grijperdrager (4) van de nemergrijper (5) bij hun bewegingen in het weefvak (29) en uit het weefvak (29) met variabele snelheid door de aandrijving (1) worden aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de gevergrijper (3) voor zijn binnenste omkeerpunt (II) en de nemergrijper (5) na zijn binnenste omkeerpunt (IV) zich over een afstand (35) in gelijke richting bewegen.Drive according to claim 6 or 7, characterized in that the two axes (20, 21; 48.49) are added to the cross element (17, 52) about a slightly different angle degree (37, 64) with respect to an angle of 90 ° are arranged relative to each other and / or the angular positions of the cranks (13, 28) of the drive mechanisms (10, 11) relative to the angular position of the drive motor (6) are set such that, according to the weaving cycle, the gripper carrier (2) of the the gripper (3) and the gripper carrier (4) of the gripper gripper (5) are driven at variable speed by the drive (1) during their movements in the weaving section (29) and out of the weaving section (29), the gripper gripping according to the weaving cycle (3) before its innermost reversal point (II) and the gripper gripper (5) after its innermost reversal point (IV) move in the same direction over a distance (35). 9. Aandrijving volgens één van de conclusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de beide assen (20, 21; 48,49)' toegevoegd aan het kruiselement (17, 52) om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek (37, 64) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of de hoekposities van de krukken (13, 28) van de aandrijfmechanismen (10, 11) ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor (6) zijn ingesteld, zodanig dat volgens de weefcyclus het binnenste omkeerpunt (IV) van de nemergrijper (5) voorijlt op het binnenste omkeerpunt (II) van de gevergrijper (3).Drive according to one of Claims 6 to 8, characterized in that the two shafts (20, 21; 48,49) are added to the cross element (17, 52) for a slightly different angle degree (37, 64) ) are arranged relative to each other and / or the angular positions of the cranks (13, 28) of the drive mechanisms (10, 11) are adjusted relative to the angular position of the drive motor (6) such that according to the weaving cycle the inner reversal point (IV) of the gripper gripper (5) is ahead of the inner reversal point (II) of the gripper gripper (3). 10. Aandrijving volgens één van de conclusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de beide assen (20, 21; 48, 49) toegevoegd aan het kruiselement (17, 52) om een weinig hoekgraden van 90° afwijkende hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of de hoekposities van de krukken (13, 28) van de aandrijfmechanismen (10, 11) ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor (6) zijn ingesteld, zodanig dat het buitenste omkeerpunt (I) van de gevergrijper (3) een aantal machinegraden voor aanslag (34) ligt en dat het buitenste omkeerpunt (IV) van de nemergrijper (5) een aantal machinegraden na aanslag (34) ligt.Drive according to one of claims 6 to 9, characterized in that the two axes (20, 21; 48, 49) added to the cross element (17, 52) are angularly different from each other by a slight angle degree of 90 ° and / or the angular positions of the cranks (13, 28) of the drive mechanisms (10, 11) relative to the angular position of the drive motor (6) are set such that the outer reversal point (I) of the gripper (3) a number of machine degrees lies before stop (34) and that the outer turning point (IV) of the gripper gripper (5) lies a number of machine degrees after stop (34). 11. Aandrijving volgens één van de conclusies 6 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de beide assen (20, 21; 48, 49) toegevoegd aan het kruiselement (17, 52) over een hoek van ongeveer 4° verplaatst ten opzichte van een hoek van 90° opgesteld zijn.Drive according to one of claims 6 to 10, characterized in that the two axes (20, 21; 48, 49) added to the cross element (17, 52) are displaced by an angle of approximately 4 ° with respect to an angle of 90 °. 12. Aandrijving volgens één van de conclusies 6 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de as (23, 55), waarmee het vorkelement (16, 54) en de bijhorende kruk (13, 28) onderling draaibaar zijn verbonden, een weinig hoekgraden van 45° afwijkende hoek, meer in het bijzonder een hoek van ongeveer 48°, vormt met de as (20, 48), waarmee het kruiselement (17, 52) en het vorkelement (16, 54) onderling draaibaar zijn verbonden.Drive according to one of claims 6 to 11, characterized in that the shaft (23, 55) with which the fork element (16, 54) and the associated crank (13, 28) are rotatably connected to each other has a slight angle of 45 degrees ° forms a different angle, more in particular an angle of approximately 48 °, with the shaft (20, 48) with which the cross element (17, 52) and the fork element (16, 54) are rotatably connected to each other. 13. Aandrijving volgens één van de conclusies 6 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de krukken (13, 28) van de beide aandrijfmechanismen (10,11) draaivast door een gemeenschappelijke aandrijfas (7) zijn aangedreven, waarbij volgens de weefcyclus de kruk (13) van het aandrijfmechanisme (10) voor de gevergrijper (3) enkele machinegraden voorijlend is aangebracht ten opzichte van de kruk (28) van het aandrijfmechanisme (11) voor de nemergrijper (3).Drive according to one of Claims 6 to 12, characterized in that the cranks (13, 28) of the two drive mechanisms (10, 11) are rotatably driven by a common drive shaft (7), the crank (13) according to the weaving cycle ) of the drive mechanism (10) for the gripper (3), a few machine degrees are provided in advance relative to the crank (28) of the drive mechanism (11) for the gripper gripper (3). 14. Aandrijving volgens één van de conclusies 6 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het aandrijfmechanisme (10) voor de gevergrijper (3) en het aandrijfmechanisme (11) voor de nemergrijper (5) identiek zijn uitgevoerd.Drive according to one of claims 6 to 13, characterized in that the drive mechanism (10) for the gripper (3) and the drive mechanism (11) for the gripper gripper (5) are identical. 15. Weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine éen aandrijving (1) volgens één van de conclusies 6 tot 14 bevat. ;Weaving machine, characterized in that the weaving machine comprises a drive (1) according to one of claims 6 to 14. ;
BE2010/0212A 2010-04-02 2010-04-02 DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS. BE1019271A3 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0212A BE1019271A3 (en) 2010-04-02 2010-04-02 DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS.
CN201180017860.0A CN102947497B (en) 2010-04-02 2011-03-17 Drive and method for driving gripper carriers
EP11709704.8A EP2553153B1 (en) 2010-04-02 2011-03-17 Drive and method for driving gripper carriers
PCT/EP2011/054074 WO2011120820A2 (en) 2010-04-02 2011-03-17 Drive and method for driving gripper carriers

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201000212 2010-04-02
BE2010/0212A BE1019271A3 (en) 2010-04-02 2010-04-02 DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019271A3 true BE1019271A3 (en) 2012-05-08

Family

ID=43088375

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0212A BE1019271A3 (en) 2010-04-02 2010-04-02 DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2553153B1 (en)
CN (1) CN102947497B (en)
BE (1) BE1019271A3 (en)
WO (1) WO2011120820A2 (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4008818A1 (en) 2020-12-07 2022-06-08 Picanol Method and device for adjusting a gripper movement stroke
EP4008817A1 (en) 2020-12-07 2022-06-08 Picanol Method and device for determining a movement parameter of a gripper
WO2022122271A1 (en) 2020-12-07 2022-06-16 Picanol Method and device for determining a movement parameter of a gripper

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2196713A (en) * 1986-10-18 1988-05-05 Dornier Gmbh Lindauer Crank mechanism
EP0526390A1 (en) * 1991-07-24 1993-02-03 Sulzer RàœTi Ag Gripper loom with an insert device which is adjustable according to the thread properties
JPH09137338A (en) * 1995-11-13 1997-05-27 Toyota Autom Loom Works Ltd Weft-insertion method for rapier loom

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7511122A (en) 1975-09-19 1977-03-22 Picanol Nv Feeding the weft in a rapier loom - by moving colour selector guide to impart acceleration to thread
GB2059455A (en) 1979-09-29 1981-04-23 Northrop Weaving Machinery Ltd Improvements in or relating to looms with stationary weft supply
DE29808997U1 (en) * 1998-05-18 1998-07-30 Textilma Ag, Hergiswil Gripper and a weft insertion device for a rapier weaving machine
DE10346227B4 (en) 2003-09-23 2012-09-13 Picanol N.V. Gripper belt drive for a rapier weaving machine
BE1017477A3 (en) * 2007-02-26 2008-10-07 Picanol Nv A GRIJPER WEAVING MACHINE WITH A GRAINER AND A BENDING GUIDE.
US20090293983A1 (en) * 2008-05-28 2009-12-03 Itema (Switzerland) Ltd. Apparatus And Method For The Insertion Of A Weft Thread In A Rapier Weaving Machine
CN101525800B (en) * 2009-04-20 2011-06-29 增城市柏迪创展有限公司 Woof-intersecting device for weaving machine

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2196713A (en) * 1986-10-18 1988-05-05 Dornier Gmbh Lindauer Crank mechanism
EP0526390A1 (en) * 1991-07-24 1993-02-03 Sulzer RàœTi Ag Gripper loom with an insert device which is adjustable according to the thread properties
JPH09137338A (en) * 1995-11-13 1997-05-27 Toyota Autom Loom Works Ltd Weft-insertion method for rapier loom

Also Published As

Publication number Publication date
CN102947497A (en) 2013-02-27
WO2011120820A3 (en) 2012-08-30
WO2011120820A2 (en) 2011-10-06
CN102947497B (en) 2014-11-12
EP2553153A2 (en) 2013-02-06
EP2553153B1 (en) 2015-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019271A3 (en) DRIVE AND METHOD FOR DRIVING DRIVER CARRIERS.
CN106471281A (en) Many gears actuating device for rail vehicle
CN105767115B (en) A kind of belt-type prawn opens back of the body device
FR2505892A1 (en) APPARATUS FOR FEEDING LAUNDRY PIECES TO A CALENDER
CN102785933A (en) Material translation and turnover device
BE1016753A3 (en) METHOD AND DEVICE FOR FORMING A LENO TISSUE WITH A WEAVING MACHINE.
CN2915901Y (en) Upper-placed cam shedding device of flexible gripper loom
CN101531291B (en) Sheet delivery
CN202610471U (en) Doup edge device
CN103129964A (en) Mechanical type linear reciprocating synchronizing device
CN211142347U (en) Weft insertion mechanism of multi-rapier loom
JPH05132838A (en) Conveyor combining selection of weft in loom
CN100535215C (en) Upper-mounted cam open device of flexible gripper loom
CN2329673Y (en) Wefting driving device for rapier loom
CN2199996Y (en) Weft inserting mechanism for shuttleless loom
US3378041A (en) Shuttle drive
CN2507874Y (en) Wefting mechanism of rapier loom
CN103382615B (en) Servo-driven type movable back beam mechanism
CN204491125U (en) A kind of cam weft insertion device of loom
CN218878430U (en) Heavy load moves and carries device
BE1007896A3 (en) Loom with selvedge mechanism
FR2524015A1 (en) DEVICE FOR INSERTING CHAIN YARNS IN WEAVING BEDS AND APPROPRIATE LAMINATES
JP2002105793A (en) Shedding motion in loom
CN212863414U (en) A guiding mechanism for textile fabric rolling
CN209441512U (en) A kind of unmanned electrodynamic balance vehicle of automatic trailing type

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230430