BE1019065A3 - Hitteschild voor schuifpoorten en schuifpoort omvattende een dergelijk hitteschild. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een hitteschild (3) voor het afschermen van een onderste geleidingsbalk (2) van een schuifpoort (1) van invallende zonnewarmte, waarmee problemen als gevolg van kromtrekken van deze onderste geleidingsbalk (2) worden verholpen, omvattende één of meerdere profielen (4) die bevestigbaar zijn aan de onderste geleidingsbalk (2) zodanig dat deze profielen (4) zich in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk bovenop de geleidingsbalk (2) uitstrekken, in lengterichting ten opzichte van de geleidingsbalk (2) verschuifbaar zijn en zodat er zich een ruimte tussen deze profielen (4) en de geleidingsbalk (2) bevindt. Deze uitvinding betreft eveneens een schuifpoort (1) voorzien van een dergelijk hitteschild(3).

Description

HITTESCHILD VOOR SCHUIFPOORTEN EN SCHUIFPOORT OMVATTENDE EEN DERGELIJK HITTESCHILD

Deze uitvinding betreft een hitteschild voor het afschermen van een onderste geleidingsbalk van een schuifpoort van invallende zonnewarmte.

Deze uitvinding betreft eveneens een schuifpoort die voorzien is van een dergelijk hitteschild.

Geleidingsbalken van schuifpoorten worden bij openen en sluiten van deze schuifpoorten geleid ten opzichte van vast opgestelde geleidingselementen van deze schuifpoort.

Wanneer zonlicht invalt op de onderste geleidingsbalk van een schuifpoort bestaat het gevaar dat deze kromtrekt. Dit probleem treedt bijvoorbeeld op bij koude omgevingstemperaturen van bijvoorbeeld ongeveer -10 °C, waarbij de ene zijde van deze geleidingsbalk de temperatuur van de omgeving aanneemt, terwijl de middagzon de andere zijde van deze geleidingsbalk opwarmt tot een veel hogere temperatuur. Als gevolg van het grote temperatuurverschil tussen beide zijden van deze geleidingsbalk, gaat deze kromtrekken. Dit kromtrekken kan dan een hinder vormen voor het geleiden van deze geleidingsbalk ten opzichte van de vast opgestelde geleidingselementen van de schuifpoort. Dergelijke schuifpoorten zijn ook meestal voorzien van sensoren die detecteren of zich geen hindernissen in de opening van de schuifpoort bevinden bij sluiten ervan, waarbij het sluiten van de schuifpoort wordt gestopt bij aanwezigheid van hindernissen. Een kromgetrokken geleidingsbalk kan bij sluiten van de schuifpoort in de lijn van deze sensoren komen, zodat het sluiten wordt gestopt. In het slechtste geval zal het kromtrekken van de onderbalk dan ook het openen en/of sluiten van de schuifpoort verhinderen.

Het probleem van kromtrekken van een geleidingsbalk van een schuifpoort treedt voornamelijk op bij de onderste geleidingsbalken. De onderste geleidingsbalk is meestal voorzien van een opening onderaan, waardoor op deze geleidingsbalk invallend zonlicht minder gemakkelijk over de volledige geleidingsbalk verspreid kan worden. De bovenste geleidingsbalk van een schuifpoort is meestal kleiner uitgevoerd dan de onderste geleidingsbalk en is ook meestal rechthoekig van vorm, waarbij op deze bovenste geleidingsbalk invallend zonlicht beter verspreid wordt over deze bovenste geleidingsbalk en er geen dergelijk groot temperatuurverschil over deze geleidingsbalk optreedt.

Om het kromtrekken van geleidingsbalken van schuifpoorten te verhinderen, kan een geleidingsbalk waarbij het gevaar van kromtrekken reëel is, voorzien worden van thermische onderbrekingen in de opbouw van de geleidingsbalk zelf. Deze oplossing tegen kromtrekken van een geleidingsbalk is echter een dure oplossing. Bovendien treedt het probleem van kromtrekken van de geleidingsbalk slechts op bij een relatief klein aantal van de geproduceerde schuifpoorten. In de meeste gevallen zal nooit een dergelijk groot temperatuurverschil in de geleidingsbalk kunnen optreden die tot kromtrekken leidt. Schuifpoorten worden niet steeds zo geplaatst dat invallend zonlicht rechtstreeks op de geleidingsbalk inwerkt. Vaak worden deze schuifpoorten bijvoorbeeld in de schaduw van bomen geplaatst. Het is dan ook ongewenst om deze thermische onderbrekingen reeds bij productie te voorzien in de geleidingsbalken, gezien dit een dure aanpassing is, die zeker niet gewenst is waar dit probleem van kromtrekken niet zou optreden. Waar dit probleem wel optreedt, is het niet alleen vrij duur, maar ook vrij omslachtig en arbeidsintensief om deze geleidingsbalken alsnog te voorzien van thermische onderbrekingen.

Pogingen werden ondernomen om de onderste geleidingsbalk te voorzien van een speciale infrarood weerkaatsende coating als hitteschild tegen op de schuifpoort invallende zonnewarmte. Een dergelijke infrarood weerkaatsende coating blijkt echter geen afdoende oplossing te bieden voor het genoemde probleem van kromtrekken van de onderbalk.

Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een eenvoudiger te bevestigen en goedkopere oplossing die het kromtrekken van de onderste geleidingsbalk van een schuifpoort zodanig verhelpt, dat niet langer problemen kunnen optreden bij openen en/of sluiten van de schuifpoort.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een hitteschild voor het afschermen van een onderste geleidingsbalk van een schuifpoort van invallende zonnewarmte, waarbij dit hitteschild één of meerdere profielen omvat die bevestigbaar zijn aan de onderste geleidingsbalk zodanig dat deze profielen zich in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk bovenop de geleidingsbalk uitstrekken en zich minstens gedeeltelijk naast een langszijde van de geleidingsbalk uitstrekken, zodanig dat deze profielen in gemonteerde toestand minstens in lengterichting ten opzichte van de geleidingsbalk verschuifbaar zijn en zodanig dat in gemonteerde toestand van deze profielen er zich een ruimte tussen deze profielen en de geleidingsbalk bevindt.

De ruimte tussen deze profielen en de onderste geleidingsbalk zorgt hierbij voor een bijkomende buffer, die verhindert dat op het hitteschild invallende zonnewarmte, die dit hitteschild toch enigszins opwarmt, geleid wordt naar de geleidingsbalk en deze eveneens opwarmt. De profielen dienen verschuifbaar ten opzichte van de geleidingsbalk gemonteerd te worden, om het verschil in uitzetting tussen deze profielen en de onderste geleidingsbalk op te kunnen vangen. De profielen zullen onder invloed van de hierop invallende zonnewarmte vooral in lengterichting uitzetten.

Een dergelijk hitteschild kan op meerdere manieren gerealiseerd worden. De geleidingsbalk kan bijvoorbeeld voorzien worden van bevestigingsstroken, waarin één of meerdere profiel als hitteschild worden opgenomen, waarbij zich tussen de profielen en de onderste geleidingsbalk een luchtlaag bevindt. Bij voorkeur bestaan deze één of meerdere profielen dan uit kunststof of uit een ander weinig warmteabsorberend materiaal. Ook is het mogelijk om één of meerdere profielen met behulp van bouten aan de onderste geleidingsbalk vast te maken, waarbij dan bijvoorbeeld langssleuven in de profielen zijn voorzien, waardoorheen de bouten zijn aangebracht, om de profielen verschuifbaar ten opzichte van de onderste geleidingsbalk te monteren. Een veelheid aan andere bevestigingsmethoden zijn denkbaar om profielen als hitteschild verschuifbaar ten opzichte van de onderste geleidingsbalk aan deze geleidingsbalk te bevestigen.

Bij voorkeur wordt een dergelijk hitteschild echter zodanig gerealiseerd, dat elk van de profielen voorzien is van één of meerdere magnetische elementen voor het magnetisch bevestigen van deze profielen aan de genoemde geleidingsbalk.

Een geleidingsbalk van een schuifpoort waarbij bovengenoemd probleem van kromtrekken van de geleidingsbalk optreedt, is uit metaal vervaardigd. Magnetische elementen die op een dergelijke geleidingsbalk worden aangebracht, zullen dan ook magnetisch koppelen met deze geleidingsbalk. Indien deze geleidingsbalk niet uit een ferromagnetisch materiaal is vervaardigd, kan deze even goed voorzien worden van magnetische elementen, corresponderend met de magnetische elementen van het hitteschild.

Een groot voordeel van een dergelijk hitteschild dat magnetisch bevestigbaar is, is dat dankzij de eenvoudige bevestiging met behulp van magneten de geleidingsbalk niet dient aangepast te worden om het hitteschild hieraan te bevestigen. De productie van schuifpoorten dient dus niet aangepast te worden voor die gevallen waar dit probleem kan optreden.

De hiervoor genoemde mogelijkheden voor het voorzien van een dergelijk hitteschild met behulp van bevestigingsstroken, of bouten, enz. vereisen telkens een aanpassing van de onderste geleidingsbalk. Een dergelijke aanpassing is niet gewenst bij productie, gezien dit kostelijker is en esthetisch ongewenst is, waar men geen dergelijk hitteschild zal plaatsen. Waar wel een dergelijk hitteschild gewenst is, dienen deze aanpassingen van de onderste geleidingsbalk dan ook na productie te gebeuren.

Een verder voordeel van een hitteschild dat met behulp van magnetische elementen aan de onderste geleidingsbalk kan bevestigd worden, is dat ook een leek dit hitteschild eenvoudig en vlot kan bevestigen, zodat geen hoge aanpassingskosten van een schuifpoort optreden. Een dergelijk profiel kan ook eenvoudig nagezonden worden naar schuifpoorten die reeds geplaatst werden en waar het probleem van kromtrekken van een geleidingsbalk zich voordoet.

De één of meerdere magnetische elementen van een hitteschild volgens deze uitvinding zijn bij voorkeur permanente magneten.

Elk van de profielen is verder bij voorkeur voorzien van één of meerdere afstandhouders die zich in gemonteerde toestand van de profielen tussen de profielen en de geleidingsbalk bevinden, om de genoemde ruimte te realiseren. Afzonderlijke afstandhouders kunnen hiervoor aan dit profiel aangebracht zijn.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een hitteschild volgens deze uitvinding zijn de magnetische elementen uitgevoerd als afstandhouders. Indien de magnetische elementen geen dienst doen als afstandhouders, kunnen de magnetisch elementen dan volgens een andere bijzondere uitvoeringsvorm van een hitteschild volgens deze uitvinding op een corresponderende afstandhouder bevestigd worden.

Een dergelijke afstandhouder is bij voorkeur met behulp van een kleefstrook aan het corresponderende profiel bevestigd. Ook de magnetische elementen zijn bij voorkeur met behulp van een kleefstrook ofwel rechtstreeks aan het corresponderende profiel, ofwel aan de corresponderende afstandhouders bevestigd. Met behulp van dergelijke kleefstroken kunnen deze afstandhouders en magnetisch elementen eenvoudig en vlot aan de corresponderende profielen bevestigd worden. Deze afstandhouders en deze magnetische elementen zouden echter ook op eender welke andere manier aan de corresponderende profielen bevestigd kunnen worden.

Elk van de profielen van een hitteschild volgens deze uitvinding is verder bij voorkeur een hoofdzakelijk L-vormig profiel.

Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een hitteschild volgens deze uitvinding omvat elk van de profielen een eerste en een tweede zijde, waarbij de eerste zijde minder breed is uitgevoerd dan de tweede zijde, waarbij de eerste zijde aangepast is om zich in gemonteerde toestand van het profiel minstens gedeeltelijk bovenop de geleidingsbalk uit te strekken en waarbij de tweede zijde aangepast is om zich in gemonteerde toestand van het profiel minstens gedeeltelijk naast de genoemde langszijde van de geleidingsbalk uit te strekken.

Boven de onderste geleidingsbalk van een schuifpoort zijn meestal invulelementen aangebracht, die de ruimte tussen deze onderste geleidingsbalk en de bovenste geleidingsbalk minstens gedeeltelijk invullen. Ter hoogte van deze invulelementen is de geleidingsbalk minder onderhevig aan invallende zonnewarmte. De eerste zijde van dergelijke profielen kan dan naast deze invulelementen, minstens gedeeltelijk bovenop de geleidingsbalk aangebracht worden en zal hiermee het grootste percentage aan bovenop de geleidingsbalk invallende zonnewarmte afschermen. De tweede zijde die minstens gedeeltelijk naast de genoemde langszijde van de geleidingsbalk wordt aangebracht, is bij voorkeur breder uitgevoerd dan de eerste zijde, om voldoende invallende zonnewarmte over de hoogte van de onderste geleidingsbalk af te kunnen schermen.

Per profiel met de genoemde eerste en tweede zijde, omvatten de één of meerdere magnetische elementen dan bij voorkeur minstens vier magneten, die elk op een ander uiteinde van één van zijden van dit profiel zijn bevestigd. Als alternatief zouden bijvoorbeeld magnetische stroken voorzien kunnen worden, die zich over een zekere lengte van de zijden van het profiel uitstrekken.

De profielen van een hitteschild volgens deze uitvinding zijn verder bij voorkeur voorzien van thermisch isolatiemateriaal, dat in gemonteerde toestand van de profielen de genoemde ruimte minstens gedeeltelijk vult.

De één of meerdere profielen van een hitteschild volgens deze uitvinding zijn verder voorkeurdragend uit kunststof vervaardigd.

Bij een specifieke uitvoeringsvorm van een hitteschild volgens deze uitvinding zijn de één of meerdere profielen hoofdzakelijk lichtondoorlatend uitgevoerd.

Verder kunnen de één of meerdere profielen meer specifiek hoofdzakelijk infrarood weerkaatsend uitgevoerd zijn.

Een verdere specifieke uitvoeringsvorm van een hitteschild volgens deze uitvinding omvat twee of meerdere genoemde profielen die elkaar in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk overlappen. Bij uitzetting van de profielen onder invloed van hierop invallende zonnewarmte, zullen deze profielen elkaar dan bij voorkeur gedeeltelijk blijven overlappen, zodat de uiterlijke vormgeving van de schuifpoort nagenoeg onveranderd blijft.

Het doel van deze uitvinding wordt eveneens bereikt door het voorzien van een schuifpoort die één of meerdere van de hierboven beschreven hitteschilden volgens deze uitvinding omvat.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een hitteschild en een schuifpoort volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit hitteschild en deze schuifpoort aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een schuifpoort in perspectief is weergegeven; - figuur 2 een detail van de onderbalk van een schuifpoort volgens deze uitvinding, waarop een hitteschild volgens deze uitvinding is aangebracht, in perspectief is weergegeven; - figuur 3 een profiel van een hitteschild volgens deze uitvinding in perspectief is weergegeven; - figuur 4 het profiel uit figuur 3 in vooraanzicht is weergegeven; - figuur 5 het profiel uit figuur 3 in zijaanzicht is weergegeven; - figuur 6 een detail van het zijaanzicht uit figuur 5 ter hoogte van een magneet is weergegeven.

In figuur 1 is een vrijdragende schuifpoort (1) afgebeeld, die twee rollenblokken (12) omvat en een ten opzichte van deze rollenblokken (12) beweegbaar kader, dat een onderste en een bovenste geleidingsbalk (2, 10) omvat, waarbij tussen deze geleidingsbalken (2, 10) invulelementen (11) zijn aangebracht. Dergelijke schuifpoorten (1) worden vaak in openingen van muren, omheiningen, enz. voorzien om in- en/of uitritten af te sluiten. Het kader van dergelijke schuifpoorten (1) kan in horizontale richting verschuiven ten opzichte van de rollenblokken (12), waardoor deze schuifpoorten (1) deze in- en/of uitritten vrijmaken of afsluiten. Deze rollenblokken (12) zijn geleidingselementen van de schuifpoorten (1) die vast worden opgesteld. Bij kromtrekken van de onderste geleidingsbalk (2) onder invloed van hierop invallend zonlicht, zal deze moeilijker of zelfs niet langer verschoven kunnen worden ten opzichte van de rollenblokken (1) of zal deze voor de sensoren schuiven die voorzien zijn om hindernissen te detecteren bij het sluiten van de schuifpoort (1), of zal deze de opening niet volledig afsluiten, enz.

Om het kromtrekken van deze onderste geleidingsbalk (2) te vermijden, kan deze volgens deze uitvinding voorzien worden van een hitteschild (3) zoals afgebeeld in figuur 2.

Dit hitteschild (3) omvat twee hoofdzakelijk L-vormige profielen (4). Een dergelijk L-vormig profiel (4) werd afzonderlijk afgebeeld in de figuren 3 tot en met 6.

Dit L-vormig profiel (4) omvat een eerste zijde (7) en een tweede zijde (8). De eerste zijde (7) is minder breed uitgevoerd dan de tweede zijde (8). Deze eerste zijde (7) is aangepast om minstens gedeeltelijk bovenop de onderste geleidingsbalk (2) en naast de invulelementen (11) van deze schuifpoort (1) aangebracht te worden, zoals te zien is in figuur 2. De tweede zijde (8) is aangepast om minstens gedeeltelijk aan de corresponderende langszijde van de onderste geleidingsbalk (2) bevestigd te worden, zoal eveneens te zien is in figuur 2.

Dit L-vormig profiel (4) is bij voorkeur hoofdzakelijk lichtondoorlatend en hoofdzakelijk infrarood weerkaatsend uitgevoerd en is bij voorkeur uit een weinig warmteabsorberend materiaal vervaardigd, zoals bijvoorbeeld kunststof. Op deze manier kan dit profiel (4) ervoor zorgen dat zo weinig mogelijk zonnewarmte het afgeschermde deel van de onderste profielbalk (2) kan bereiken, waardoor opwarming van deze onderste geleidingsbalk (2) onder invloed van hierop invallend zonlicht sterk wordt verminderd. Om dit profiel (4) hoofdzakelijk lichtondoorlatend uit te voeren, kan dit uit een weinig lichtdoorlatend materiaal vervaardigd zijn, of kan dit voorzien zijn van een hoofdzakelijk lichtondoorlatende coating. Om dit profiel (4) hoofdzakelijk infrarood weerkaatsend uit te voeren kan dit eveneens voorzien zijn van een infrarood weerkaatsende coating. Hoe dan ook is dit profiel (4) om esthetische redenen bij voorkeur afgewerkt corresponderend met de afwerking van de schuifpoort (1). Dit profiel (4) kan hiertoe bijvoorbeeld voorzien zijn van een coating in dezelfde RAL-kleur als de schuifpoort (1).

Om dit L-vormig profiel (4) aan de onderste geleidingsbalk (2) te kunnen bevestigen, is dit L-vormig profiel (4) voorzien van vier permanente magneten (5), die elk op een ander uiteinde van één van de zijden (7, 8) van dit profiel (4) zijn bevestigd, zoals duidelijk te zien is in figuur 3. Op deze manier kan dit profiel (4) eenvoudig magnetisch aan de onderste geleidingsbalk (2) bevestigd worden.

Dit profiel (4) is hier verder voorzien van afstandhouders (6), die zich in gemonteerde toestand van het profiel (4) aan de onderste geleidingsbalk (2) tussen het profiel (4) en de geleidingsbalk (2) bevinden, om zo een ruimte tussen dit profiel (4) en deze geleidingsbalk (2) te creëren. Dankzij deze ruimte wordt een bufferende luchtlaag tussen het profiel (4) en de geleidingsbalk (2) voorzien, zodat warmte van het profiel (4) als gevolg van hierop invallend zonlicht zo min mogelijk naar de onderste geleidingsbalk (2) wordt geleid. Om de geleidingsbalk (2) bijkomend te isoleren van het profiel (4) kan dit profiel (4) ook voorzien worden van thermisch isolatiemateriaal, dat in gemonteerde toestand van dit profiel (4) de genoemde ruimte minstens gedeeltelijk vult. Dergelijk thermisch isolatiemateriaal werd niet afgebeeld in de figuren. Dergelijk thermisch isolatiemateriaal kan bijvoorbeeld uit PUR vervaardigd worden. Om een warmtebufferende laag te voorzien naast de onderste geleidingsbalk (2) zou het profiel (4) ook hol uitgevoerd kunnen worden.

De magneten (5) zelf kunnen ook dienst doen als afstandhouders (6). In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn deze magneten (5) bovenop de afstandhouders (6) aangebracht, zodat een nog grotere ruimte tussen het profiel (4) en de onderste geleidingsbalk (2) wordt gecreëerd. De afstandhouders (6) zijn hier met behulp van een dubbelzijdige kleefband (9) aan het profiel (4) bevestigd. Deze kunnen ook op gelijk welke andere geschikte manier hieraan bevestigd worden.

De ideale lengte van een dergelijk L-vormig profiel (4) naar eenvoudige montage en naar productie en transport toe lijkt 1 à 2 m. Schuifpoorten (1) worden echter vaak langer dan 2 m uitgevoerd. Twee of meerdere dergelijke L-vormige profielen kunnen dan ook naast elkaar of elkaar gedeeltelijk overlappend op de onderste geleidingsbalk (2) aangebracht worden. Wanneer deze profielen (4) naast elkaar aangebracht worden, dient telkens een voldoende tussenruimte tussen de profielen (4) voorzien te worden, zodat deze elkaar bij uitzetting onder invloed van hierop invallende zonnewarmte niet hinderen.

Een groot voordeel van een dergelijk compact L-vormig profiel (4), is dat dit eenvoudig nagezonden kan worden naar schuifpoorten (1) die reeds geplaatst werden en waar het probleem van kromtrekken van de onderste geleidingsbalk (2) zich voordoet. Dankzij de eenvoudige bevestiging met behulp van magneten (5) dient de onderste geleidingsbalk (2) niet aangepast te worden om het hitteschild (3) hieraan te bevestigen. Een leek kan dan ook eenvoudig en vlot dit hitteschild (3) bevestigen.

In plaats van L-vormig zou dit profiel (4) ook U-vormig uitgevoerd kunnen worden, waarbij de opstaande zijden van de U-vorm boven en onder de onderste geleidingsbalk (2) aangebracht worden. Bij voorkeur voorziet men dan slechts op twee van de drie zijden van het U-vormige profiel (4) magneten om de nodige speling voor een vlotte montage te voorzien. Daarnaast zou bijvoorbeeld ook een gebogen profiel (4) ingezet kunnen worden als onderdeel van een hitteschild (3) volgens deze uitvinding.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm van een hitteschild (3) volgens deze uitvinding, zijn de profielen (4) van dit hitteschild (3) voorzien van magneten (5) om deze profielen minstens in lengterichting verschuifbaar ten opzichte van de geleidingsbalk (2) te bevestigen. Dankzij deze magneten (5) zijn deze profielen (4) ook in andere richtingen verschuifbaar ten opzichte van de geleidingsbalk (2) bevestigd.

Als alternatief voor de bevestigingsmethode met behulp van magneten (5), kunnen dergelijke profielen (4) ook met behulp van andere bevestigingsmiddelen aan de onderste geleidingsbalk (2) voorzien worden. De onderste geleidingsbalk (2) kan bijvoorbeeld voorzien worden van twee bevestigingsstroken die op een tussenafstand van elkaar worden voorzien, waarin één of meerdere profielen (4) als hitteschild (3) kunnen opgenomen worden, door deze tussen de bevestigingsstroken aan te brengen en achter deze bevestigingsstroken te haken. Ook is het mogelijk om één of meerdere profielen (4) met behulp van bouten aan de onderste geleidingsbalk (2) vast te maken, waarbij dan bijvoorbeeld langssleuven in de profielen (4) zijn voorzien, waardoorheen de bouten zijn aangebracht, om de profielen (4) verschuifbaar ten opzichte van de onderste geleidingsbalk (2) te monteren. Nog een andere mogelijkheid bestaat erin de profielen (4) te voorzien van een soort bevestigingshaken die omheen verticale invulelementen (11), zoals afgebeeld in figuur 2, gehaakt kunnen worden om de profielen (4) hieraan te bevestigen. Een veelheid aan andere bevestigingsmethoden zijn denkbaar om profielen (4) als hitteschild verschuifbaar ten opzichte van de onderste geleidingsbalk (2) aan deze geleidingsbalk (2) te bevestigen.

Claims (15)

1. Hitteschild (3) voor het afschermen van een onderste geleidingsbalk (2) van een schuifpoort (1) van invallende zonnewarmte, met het kenmerk dat dit hitteschild (3) één of meerdere profielen (4) omvat die bevestigbaar zijn aan de onderste geleidingsbalk (2) zodanig dat deze profielen (4) zich in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk bovenop de geleidingsbalk (2) uitstrekken en zich minstens gedeeltelijk naast een langszijde van de geleidingsbalk (2) uitstrekken, zodanig dat deze profielen (4) in gemonteerde toestand minstens in lengterichting ten opzichte van de geleidingsbalk (2) verschuifbaar zijn en zodanig dat in gemonteerde toestand van deze profielen (4) er zich een ruimte tussen deze profielen (4) en de geleidingsbalk (2) bevindt.

2. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk van de profielen (4) voorzien is van één of meerdere magnetische elementen (5) voor het magnetisch bevestigen van deze profielen (4) aan de genoemde geleidingsbalk (2).

3. Hitteschild (3) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de één of meerdere magnetische elementen (5) permanente magneten zijn.

4. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk van de profielen (4) voorzien is van één of meerdere afstandhouders (6) die zich in gemonteerde toestand van de profielen (4) tussen de profielen (4) en de geleidingsbalk (2) bevinden, om de genoemde ruimte te realiseren.

5. Hitteschild (3) volgens conclusie 2 of 3 en 5, met het kenmerk dat elk magnetisch element (5) als een afstandhouder (6) is uitgevoerd.

6. Hitteschild (3) volgens conclusie 2 of 3 en 5, met het kenmerk dat elk magnetisch element (5) op een corresponderende afstandhouder (6) is bevestigd.

7. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk van de profielen (5) een hoofdzakelijk L-vormig profiel is.

8. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk van de profielen (4) een eerste en een tweede zijde (7, 8) omvat, waarbij de eerste zijde (7) minder breed is uitgevoerd dan de tweede zijde (8), waarbij de eerste zijde (7) aangepast is om zich in gemonteerde toestand van het profiel (4) minstens gedeeltelijk bovenop de geleidingsbalk (2) uit te strekken en waarbij de tweede zijde (8) aangepast is om zich in gemonteerde toestand van het profiel (4) minstens gedeeltelijk naast de genoemde langszijde van de geleidingsbalk (2) uit te strekken.

9. Hitteschild volgens conclusie 2, 3, 5 of 6 en conclusie 8, met het kenmerk dat de één of meerdere magnetische elementen per profiel minstens vier magneten omvatten, die elk op een ander uiteinde van één van zijden van dit profiel zijn bevestigd.

10. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de profielen (4) voorzien zijn van thermisch isolatiemateriaal, dat in gemonteerde toestand van de profielen (4) de genoemde ruimte minstens gedeeltelijk vult.

11. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere profielen (4) uit kunststof zijn vervaardigd.

12. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere profielen (4) hoofdzakelijk lichtondoorlatend zijn uitgevoerd.

13. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere profielen (4) hoofdzakelijk infrarood weerkaatsend zijn uitgevoerd.

14. Hitteschild (3) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze twee of meerdere genoemde profielen (4) omvat, die elkaar in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk overlappen.

15. Schuifpoort (1), met het kenmerk dat deze één of meerdere hitteschilden (3) volgens één van de conclusies 1 tot en met 14 omvat.