BE1018873A5 - Inrichting voor het koppelen van een flexibele container aan een verdeelinrichting. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het koppelen van een flexibele of semi-rigide drankcontainer (5) aan een verdeelinrichting (1), voorzien van een houder (7) en een koppelinrichting (8) en waarbij een koppelstuk (9) hoofdzakelijk verticaal verplaatsbaar is ten opzichte van de houder (7) zodoende een koppeling te bewerkstellingen met de flexibele of semi-rigide drankhouder (5), alsook een veiligheidsmechanisme, bestaande uit een grijpblok (18) met een boring (20) waardoor een veiligheidspin (19), al dan niet simultaan hoofdzakelijk vertical met het koppelstuk (9) verplaatsbaar is.

Description

ï f v.'

Inrichting voor het koppelen van een flexibele container aan een verdeelinrichting.__

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het koppelen van een flexibele of een semi-rigide container aan een verdeelinrichting, zodoende een juiste positionering van de container ten opzichte van het verdeelmechanisme te bewerkstelligen.

Meer in het bijzonder betreft het een inrichting voor het koppelen van een flexibele, zoals een bag-in-box of een semi-rigide container, zoals een drankkarton waarin een drank voorzien is, aan een verdeelinrichting, zoals een waterfontein en waarbij deze koppeling toelaat de inhoud van de flexibele container lekvrij te verdelen via een verdeelmond van de verdeelinrichting door het positioneren en mogelijks vastzetten van het koppelingsmechanisme.

Bij een waterfontein wordt meestal gebruik gemaakt van een waterfles, waarvan de inhoud door gravitatie verdeeld wordt met een verdeelinrichting. Dergelijke waterflessen worden in een rigide kunststof vervaardigd. Ze nemen veel ruimte in bij het transport en zijn bovendien, door hun specifieke geometrie, moeilijk te stapelen. Zowel ecologisch als economisch vormt dit een belangrijk nadeel.

Verder is ook het gebruik van flexibele containers, zoals zakken uit kunststof in de stand der techniek gekend. Meestal worden deze zakken in een omhulsel, zoals een kartonnen doos voorzien zoals bij een bag-in-box. Dergelijke flexibele containers worden ook gebruikt in combinatie met een verdeelinrichting, zoals ondermeer beschreven in W09937575, waarbij een zak met vloeistof in een houder geplaatst wordt en vervolgens doorboord wordt door middel van een pin, voor het verdelen van de vloeistof.

In W02008015716 wordt een gelijkaardige inrichting beschreven, waarin een concave houder, voor het inbrengen van een zak met drank en een pin voor het perforeren van deze zak voorzien zijn.

Volgens US2008257910 is het gekend waarbij een platform, waarop een zak met een drank geplaatst wordt, in de hoogte aangepast wordt op basis van elastische lichamen, zodoende de inhoud van de zak volledig te kunnen legen.

Bij voorgenoemde inrichtingen wordt de waterzak, door zijn eigen gewicht, door middel van een pin doorboort, waardoor de vloeistof uit de zak door een leiding naar een verdeelvat stroomt. Bij het doorboren van de zak dient een goede dichting bewerkstelligd te worden zodoende lekken te voorkomen. Bij een slecht positioneren van de zak of bij een mogelijke verschuiving kunnen vloeistoflekken ontstaan ter hoogte van de koppeling. Dit is om hygiënische redenen ongewenst.

In FR2685293 wordt hiervoor een oplossing geboden door een inrichting te voorzien met een verwijderbare houder en een flexibele drankhouder en waarbij deze eerstgenoemde onderaan van een nek voorzien is om op een verdeelvat aan te sluiten, dat van een vrouwelijk deel voorzien is, waarin zich een perforeerpin bevindt.

Onze uitvinding voorziet nu echter in een inrichting voor het koppelen van een flexibele container, al dan niet door een verpakking omgeven, of een semi-rigide container aan een verdeelinrichting door enerzijds een verplaatsing van een koppelstuk en anderzijds een veiligheidspin, waardoor deze koppeling juist gepositioneerd en vastgezet wordt.

Een houder zorgt ervoor dat de flexibele of semi-rigide container ondersteund wordt en zich boven de verdeelinrichting bevindt, zodoende een koppelstuk, dat de verbinding vormt met een uitstroomleiding van de verdeelinrichting te verplaatsen. Bij deze verplaatsing van het koppelstuk wordt tevens een sluiting bewerkstelligd door een veiligheidspin, dat ingrijpt op een grijpblok. Hierdoor kan een lekvrije koppeling tussen de verdeelinrichting en de flexibele of semi-rigide drankcontainer bewerkstelligd worden. Verder is de houder voorzien van in de hoogte verstelbare steunen om de hoogte ervan in functie van de verdeelinrichting te kunnen regelën.

Met een semi-rigide drankcontainer volgens deze uitvinding, wordt een verpakking voor drank bedoeld dat uit karton vervaardigd is en op specifieke plaatsen doorprikbaar is of van verdeelklep voorzien is.

Deze uitvinding heeft als eerste kenmerk dat de aansluiting tussen de flexibele of semi-rigide drankhouder en de verdeelinrichting door middel van een verplaatsbare koppeling, dat zowel manueel als automatisch bewerkstelligd kan worden, toelaat om een precieze positionering te bewerkstelligen zodoende een lekvrije koppeling te verwezenlijken.

Samen met de verplaatsbare koppeling wordt er een beveiligde sluiting bewerkstelligd door het vastzetten van een pin dat ingrijpt op een grijpblok, al dan niet voorzien aan het kader van een houder. Deze beveiliging zorgt ervoor dat de drankcontainer niet verschuift ten opzichte van de houder tijdens het gebruik. Dit vormt een tweede kenmerk.

Een volgend kenmerk betreft het instellen van de positie van de houder voor de drankcontainer ten opzichte van de verdeelinrichting door het gebruik van de in de hoogte verstelbare steunen. Deze steunen laten bovendien toe om een gewenste hoekinstelling te bewerkstelligen. Dit laat bovendien toe om de inrichting op een bestaande verdeelinrichting te plaatsen.

De koppeling kan voorzien zijn van een prikkop, dat de drankcontainer perforeert of een aansluitkop dat op de verdeelklep van de drankcontainer aangesloten wordt. De koppeling laat een universele aansluiting op verschillende flexibele of semi-rigide drankcontainers toe. Dit vormt een laatste kenmerk.

De uitvinding wordt vervolgens in détail uiteengezet aan de hand van de bijhorende figuren.

Figuur 1: verdeelinrichting met flexibele drankcontainer Figuur 2: détail flexibele drankcontainer Figuur 3a: niet geactiveerd koppelingsmechanisme met hefboom

Figuur 3b: geactiveerd koppelingsmechanisme met hefboom Figuur 4a: détail koppelingsmechanisme

Figuur 4b: détail niet geactiveerd koppelingsmechanisme met veiligheidspin

Figuur 4c: détail geactiveerd koppelingsmechanisme met veiligheidspin

Figuur 5a: zijaanzicht koppelingsmechanisme Figuur 5b: bovenaanzicht koppelingsmechanisme

Figuur 5c: werking koppelingsmechanisme zijaanzicht

Figuur 5d: werking koppelingsmechanisme 'geactiveerd'

Figuur 5e: werking koppelingsmechanisme 'niet- geactiveerd'

Figuur 5f: werking koppelingsmechanisme 'geactiveerd met veiligheidspin'

Figuur 5g: werking koppelingsmechanisme 'niet-geactiveerd mêt veiligheidspin'

Figuur 5h: zijaanzicht koppelingsmechanisme met wanden

Volgens figuur 1, bestaat een verdeelinrichting(1), uit een behuizing(2), waarin een verdeelmond(3) voor het verdelen van een drank in een beker(4) voorzien is. De drank bevindt zich volgens deze uitvinding in een flexibele drankhouder(5), zoals een bag-in-box, dat omgeven is dpor een rigide behuizing(6), zoals aangegeven in figuur 2. De flexibele drankhouder(5) bestaat meestal uit een zak, dat uit kunststof vervaardigd is. Volgens figuur 2 is deze zak(5) door een rigide omhulsel, zoals een kartonnen doos(6) omgeven. Volgens deze uitvinding kan de zak(5) echter ook zonder een omhulsel(6) voorzien zijn. In een mogelijke uitvoeringsvorm, maar niet aangegeven op de figuren, wordt de flexibele zak in een houder gebracht die op de verdeelinrichting(1) voorzien is. Deze houder kan uit één geheel of uit meerdere wandpanelen, uit kunststof vervaardigd zijn, zoals een plexiglas. Verder kan deze houder transparant zijn en/of van adverterende boodschappen voorzien zijn. Verder kan de drankcontainer uit een karton, voorzien van een kunststoflaag bestaan en op specifieke plaatsen van een doorprikbare zone voorzien zijn, zoals een semi-rigide drankcontainer. Dit is niet op de figuren aangegeven.

In figuur 2 wordt de flexibele drankhouder(5) op een houder(7) geplaatst. De koppelinrichting(8) omvat een verplaatsbaar koppelstuk(9), dat door middel van een stang(10) in een hoofdzakelijk verticale beweging verstelbaar is. Mogelijkerwijze kan het koppelstuk(9) ook onder een hoek verplaatst worden. Het koppelstuk(9) omvat volgens deze uitvoering een geleiding(11), waarin een prikkop(12) verplaatst wordt doorheen de wand van de flexibele drankcontainer(5).

In een mogelijke uitvoeringsvorm vormt het koppelstuk een verbindingsstuk, dat aangesloten wordt op een verdeelklep van een drankcontainer. Hierbij wordt het verbindingsstuk integraal verplaatst naar de drankcontainer toe.

De prikkop(12) omvat een buisvormig lichaam(13), dat aan zijn bovenste extremiteit(14) puntvormig is, zodoende de wand van de drankcontainer(5) te doorprikken. Doorheen het buisvormige lichaam is een kanaal(15) voorzien dat de drank vanuit de drankcontainer naar een verdeelleiding leidt. Dit wordt meer in détail aangegeven in figuur 3a. Figuur 3a en 3b illustreren de koppelinrichting(8) in respectievelijk een niet-geactiveerde en geactiveerde toestand. Volgens figuur 3a bevindt het verplaatsbare koppelstuk(9) zich in zijn onderste stand ten opzichte van een houder(7), waarop een drankcontainer (flexibel of semi-rigide) zich bevindt. De prikkop(12) bevindt zich onder de houder(7) en vormt geen verbinding met de drankhouder(5). Bij het activeren van stang(lO), volgens de pijl, rond een scharnierpunt(16) en zoals aangegeven in figuur 3b, wordt het koppelstuk(9) in werking gesteld en beweegt de prikkop(12) zich in een opwaartse beweging naar de drankcontainer toe. Hierbij wordt een koppeling tussen het koppelstuk(9) en de drankcontainer bewerkstelligd.

De koppeling kan tot stand komen door het doorprikken van de wand van de drankhouder of door het aansluiten op een verdeelklep van de drankhouder, afhankelijk van het type drankcontainer.

Bij een opwaartse beweging, volgens de richting van de pijl in figuur 3a, van de stang(10) rond het scharnierpunt(16) wordt het koppelstuk(9) in een neerwaartse beweging verplaatst, tot onder de houder(7). Volgens deze uitvoeringsvorm wordt de verplaatsing van het koppelstuk(9) door middel van een manuele handeling uitgevoerd door de beweging van een hefboom.

In een andere mogelijke uitvoeringsvorm kan de koppeling door een elektrische motor aangedreven worden, zodoende de koppeling automatisch in te stellen. Door middel van een tandwiel en tandlat, wordt het koppelstuk in hoofdzakelijk verticale richting verplaatst.

In een andere mogelijke uitvoeringsvorm wordt de verplaatsing van de koppeling door middel van een drukcylinder, hydraulisch of pneumatisch bewerkstelligd. Figuren 4a, 4b en 4c illustreren de koppelinrichting(8) meer in détail.

Volgens figuur 4a, bestaat het koppelstuk(9) uit een prikkop(12) en een houder(7), dat voorzien is van een dichting(17), dat aansluit op de drankhouder. De prikkop(12) beweegt zich doorheen de geleiding(11) doorheen de houder(7) in een op- en neerwaartse beweging. In het lichaam van de prikkop(12) is een kanaal(15) voorzien, waardoor de drank uit de drankcontainer tot in de verdeelinrichting(1) stroomt, bij de activering van de verdeelinrichting(1). Bij een koppeling wordt het geheel afgedicht.

Figuren 4b en 4c illustreren het koppelstuk(9) dat voorzien is van een veiligheidsmechanisme, voor het vastzetten van de koppelinrichting(8) tijdens het gebruik van de verdeelinrichting(1). Dit veiligheidsmechanisme bestaat uit een grijpblok(18) ter hoogte van een houder(7) en dat voorzien is van een boring(20), waarin een veiligheidspin(19) ingrijpt tijdens een activering. Figuur 4b illustreert de koppelinrichting(8) en het veiligheidsmechanisme in een niet-geactiveerde toestand. De veiligheidspin(19) bevindt zich onder de boring(20). Hierdoor kan de koppelinrichting(8) verplaatst worden bij het ontkoppelen van een drankcontainer, zoals aangegeven volgens de pijl op figuur 4b. Zolang de veiligheidspin(19) zich niet in de boring(20) bevindt, is het grijpblok(18) verplaatsbaar.

Volgens figuur 4c, bevindt de veiligheidspin(19) zich in de boring(20), op een zodanige manier dat zowel het koppelstuk(9) als het grijpblok(18) vastgezet worden bij een activering. Hierdoor wordt het koppelstuk(9) gepositioneerd ten opzichte van de houder(7) met een dichting(17), waardoor een lekvrije verdeling kan plaatsgrijpen. De drank uit de drankhouder kan doorheen het kanaal(15) vanuit de prikkop(12), naar het opvangvat van de verdeelinrichting(l) stromen, bij het activeren van deze verdeelinrichting(1).

De verplaatsing van het koppelstuk(9), als van de veiligheidspin(19) kan simultaan, zowel via een manuele handeling met een hefboommechanisme als op een geautomatiseerde manier met een elektrische motor of een drukcylinder. Dit staat echter niet op de figuren aangegeven. In een ander geval kan het veiligheidsmechanisme afzonderlijk en los van de koppelinrichting(8) in werking gesteld worden.

Figuren 5a-h illustreren de werking van de koppelinrichting(8) en het inwerking stellen voor het verdelen van de drank.

Volgens figuur 5a is de koppelinrichting(8) voorzien onder een houder(7), waarop de drankcontainer voorzien wordt. Verder is de koppelinrichting(8) van een flexibele leiding(21) voorzien dat gekoppeld wordt aan het verdeelmechanisme(22) van de verdeelinrichting(1). De koppelinrichting(8) verplaatst zich verticaal, zoals volgens de pijl aangegeven.

Figuur 5b illustreert het bovenaanzicht van de koppelinrichting(8) en een veiligheidsinrichting, met de boring(20). Verder is de houder(7), centraal van een koppelinrichting(8) voorzien. In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn er wanden(24) voorzien rond de houder(7). De houder(7) is verder voorzien van verstelbare steunen(23). Deze steunen(23), die in de hoogte en/of' onder een hoek verstelbaar zijn, kunnen aangepast worden, zodoende de drankhouder in de gewenste positie te brengen, zoals ook aangegeven in figuur 5c. Figuren 5d en 5f als 5e en 5g illustreren verder nog respectievelijk een geactiveerde en niet-geactiveerde koppeling van een koppelingsinrichting(8) met een stang(lO), dat gekoppeld is aan een verdeelmechanisme(22) van de verdeelinrichting(1).

Volgens figuur 5h is de koppelinrichting(8) voorzien van een houder(7), waarlangs wanden(24) voorzien zijn, om de drankhouder op zijn plaats te houden.

Een dergelijke koppelinrichting met een houder voor een flexibele of. semi-rigide drankcontainer kan op een bestaande verdeelinrichting met de nodige aanpassingen geplaatst worden. Hierbij dient de drankleiding van de verdeelinrichting aan de betreffende koppelinrichting bevestigd te worden, dat onder een houder voor een flexibele drankcontainer gemonteerd wordt.

Claims (6)

1. Een inrichting voor het koppelen van een flexibele drankcontainer(5) aan een verdeelinrichting(l)} bestaande uit een koppelinrichting(8), voorzien van een koppelstuk(9), dat zich onder houder(7) met dichting(17) bevindt en waarop een drankcontainer(5) geplaatst wordt en een prikkop(12) dat door middel van een stang(10) vertikaal verplaatsbaar is voor het doorboren van de wand van een drankcontainer(5) en hierdoor gekenmerkt doordat de inrichting een veiligheidsmechanisme ter hoogte van de houder(7) omvat, bestaande uit een grijpblok(18), voorzien van een boring(20) eneenveiligheidspin(19), die verticaal verplaatsbaar is doorheen de boring(20), zodoende de koppelinrichting(8) tijdens het verdelen van een drank, vast te zetten.

2. Een inrichting voor het koppelen van een flexibele drankcontainer(5) volgens conclusie 1 en hierdoor gekenmerkt doordat de veiligheidspin(19) simultaan met de prikkop(12) verticaal verplaatsbaar is doorheen de boring(20) van het grijpblok(l 8).

3. Een inrichting voor het koppelen van een flexibele drankcontainer(5) volgens conclusies 1 of 2 en hierdoor gekenmerkt doordat de verplaatsing van de prikkop(12) en de veiligheidspin(19) manueel, elektrisch, pneumatisch of hydraulisch plaatsgrijpt.

4. Een inrichting voor het koppelen van een flexibele drankcontainer(5) volgens conclusies 1 of 2 en hierdoor gekenmerkt doordat de houder(7) voorzien is van de in de hoogte en/of onder een hoek verstelbare steunen(23).

5. Een inrichting voor het koppelen van een flexibele drankcontainer(5) volgens conclusies 1-2 en hierdoor gekenmerkt doordat de houder(7) voorzien van een wand uit één geheel of meerdere wandpanelen(24).

6. Een inrichting voor het koppelen van een flexibele drankcontainer(5) volgens conclusies 4 of 5 en hierdoor gekenmerkt doordat de houder(7) met de koppelinrichting(8) en voorzien van steunen(23) verwijderbaar op een verdeelinrichting(l) geplaatst kan worden.