BE1018838A3 - Een balenpers met een weegsysteem. - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een rechthoekige balenpers (10) met middelen voor het wegen van een baal gedurende een weeg-tijdsinterval wanneer het achterste deel (26) in de baal uitwerpende positie kantelt. Het achterste deel (26) bevat verder een rem (103) voor het wijzigen van de snelheid van een baal die beweegt langs het achterste deel (26). Volgens de uitvinding is de rem (103) geconfigureerd om een instelbare remkracht uit te oefenen. Dit resulteert in een weegsysteem met een verbeterde nauwkeurigheid.

Description

Een balenpers met een weegsysteem.

De huidige uitvinding heeft betrekking op rechthoekige balenpersen voor landbouwdoeleinden voor het oprapen van oogstmateriaal zoals hooi of, stro en het vormen van rechthoekige balen. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een balenpers voorzien van een weegsysteem uitgerust met een rem voor het afremmen van de beweging van de balen voordat de balen uit de balenpers worden geworpen.

Rechthoekige balenpersen voor landbouwdoeleinden verzamelen oogstmateriaal in een balenkamer waar het materiaal wordt samengeperst tot parallellepipedum pakketten door een heen en weer gaande plunjer. De afgewerkte pakketten worden gebonden om balen te vormen die verder worden getransporteerd op een geleiding of goot aan de uitgang van de balenpers, de zogenaamde balenuitwerpgoot waarvan ze op de grond worden neergelaten. De balenuitwerpgoot in systemen volgens de stand van de techniek wordt normaal voorzien van een kantelmechanisme om te vermijden dat de balen beschadigd worden door ze voorzichtig op de grond neer te laten. Voorbeelden van gekende balenpersen van dit type worden beschreven in EP-A-0974260 en EP-A-1935232. In sommige balenpersen worden de balen ook gewogen voordat ze worden uitgeworpen. In EP-A-1935232 bijvoorbeeld, heeft de balenuitwerpgoot een achterste deel dat kantelbaar is rond een as gesitueerd onder het oppervlak dat de baal ondersteund. Het achterste deel is verder voorzien van een weegtafel ondersteund door krachtopnemers geconfigureerd om een gewichtsmeetsignaal te produceren. De balenpers uit EP-A-1935232 kan verder voorzien zijn van een rem om de balen af te remmen wanneer ze zich op de weegtafel bevinden. Een dergelijke rem kan een frictie-rem aangebracht op een rol zijn als de weegtafel gevormd is als een loopband met rollen, of kan een vervangbare frictie-schoen of kant zijn ingewerkt in het steunoppervlak. Dergelijke remmen echter worden tot nu toe uitgevoerd als mechanische remmen die manueel geactiveerd worden door de operator. Hierdoor is de remwerking niet altijd noodzakelijk, noch kan ze worden aangepast aan specifieke omstandigheden zoals het terrein of het gewas. In het bijzonder in het geval van de balenpers uit EP-A-1935232, door de specifieke structuur en positie van de kantelas van de weegtafel, hebben de balen de neiging te bewegen onder invloed van de wrijving en de zwaartekracht eens het zwaartepunt van de baal voorbij deze kantelas beweegt. Deze beweging van de balen is nogal ongecontroleerd en wordt beïnvloed door locale gewasomstandigheden, het weer en het terrein. Deze ongecontroleerde beweging geeft aanleiding tot willekeurige fouten wat het gewichtsmeetsignaal betreft die moeilijk op een systematische manier kunnen worden gecompenseerd. Er bestaat dus de wens om meer controle te hebben over de beweging van de baal vanaf het moment dat ze gepositioneerd is op de weegtafel om de precisie van het weegsysteem te verbeteren.

De huidige uitvinding heeft tot doel een balenpers met middelen voor het wegen te verbeteren zodat de precisie van de middelen voor het wegen wordt verbeterd.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een rechthoekige balenpers en op een methode zoals beschreven in de bijgevoegde conclusies.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding, wordt er voorzien in een rechthoekige balenpers die een balenkamer bevat met een heen en weer bewegende plunjer en een balenuitwerpgoot aangebracht aan het uitwerp einde van de balenkamer, de balenuitwerpgoot bevattende: - een voorste deel; - een achterste deel, dat kantelbaar is bevestigd aan het voorste deel rond een horizontale as voor hét kantelen tussen een bovenste, baal ondersteunende, positie en een onderste, baal uitwerpende positie; - de horizontale as is gelocaliseerd onder het vlak waarop een baal schuift en achterwaarts ten opzichte van een voorste kant van het voorste deel; - het achterste deel bevat verder middelen voor het wegen van een baal gedurende een weeg-tijdsinterval wanneer het achterste deel in de baal uitwerpende positie kantelt; en - het achterste deel bevat verder een rem voor het wijzigen van de snelheid van een baal die beweegt langs het achterste deel, daardoor gekenmerkt dat de rem is geconfigureerd om een instelbare remkracht uit te oefenen, en dat de balenpers verder bevat: - middelen voor het produceren of ontvangen van één of meer parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval; - een stuurinrichting geconfigureerd om de remkracht aan te passen op basis van de één of meer parameters.

Op deze manier wordt de nauwkeurigheid van de gewichtsmeting verbeterd door middel van eenvoudige middelen die ook kunnen aangebracht worden op gekende balenpersen.

De rem is geconfigureerd om een continu of stapsgewijs variabele remkracht te produceren.

De middelen voor het produceren van een parameter kunnen een microprocessor bevatten geconfigureerd voor het ontvangen van elektronische signalen geproduceerd door de middelen voor het wegen, bijvoorbeeld krachtopnemers, en verder geconfigureerd voor het berekenen van de parameter(s), bijvoorbeeld tX/ op basis van de elektronische signalen.

De middelen voor het produceren van een parameter kunnen één of meer hellingssensoren bevatten geconfigureerd voor het meten van de helling van het kantelframe en een processor geconfigureerd voor het berekenen van de parameter op basis van de signalen geproduceerd door de één of meer hellingssensoren.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een methode voor het wegen van balen van een rechthoekige balenpers volgens het eerste aspect van de uitvinding, daardoor gekenmerkt dat de methode de volgende stappen bevat: - het produceren van een baal in de rechthoekige balenpers; - het verplaatsen van de baal op de balenuitwerpgoot; - het meten van het gewicht van de baal; - het produceren of ontvangen van één of meerdere parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval; - het aanpassen van de remkracht van de rem op basis van de één of meerdere parameters.

Hierdoor kan de nauwkeurigheid van de gewichtsmeting op eenvoudige wijze worden verbeterd.

De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijhorende figuren, waarin:

Figuur 1 een balenpers weergeeft volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 2 een doorsnede van de balenpers volgens Figuur 1 weergeeft;

Figuur 3 een gewichtsmeetsignaal in functie van de tijd weergeeft van balen geproduceerd door een balenpers volgens Figuur 1;

Figuren 4, 5 en 6 details weergeven van het gewichtsmeetsignaal uit Figuur 2;

Figuur 7 een schema weergeeft van de componenten van de stuurcyclus toegepast in een balenpers en een weegmethode volgens de uitvinding.

Figuren 1 en 2 tonen een balenpers 10 volgens de uitvinding. De belangrijkste structurele onderdelen stemmen overeen met de balenpers beschreven in EP1935232 en bevatten een balenpers frame 12 dat bij voorkeur geconfigureerd is om aangekoppeld te worden aan een slepende tractor (niet weergegeven). Rechthoekige balenpersen worden gevormd met een heen en weer gaande plunjer in een balenkamer 16, de balen worden dan gebonden en uitgeworpen uit het achterste einde van de balenkamer op een balenuitwerpgoot 20. De balenuitwerpgoot is gevormd uit twee delen: voorste deel 22 en achterste deel 26. Het voorste deel 22 bevat een eerste deel 22a dat kantelbaar is vastgemaakt aan het balenpers frame 12 en een tweede deel dat een frame vormt bestaande uit verticale platen 22b en een horizontale plaat 22c.

Het tweede deel 22b, 22c is kantelbaar verbonden aan het eerste deel 22a door middel van een as 28 die enkel gebruikt wordt om het achterste deel van de balenuitwerpgoot in de transportpositie te kantelen zoals meer in detail beschreven in EP1935232. Het achterste deel 26 bevat een kantelframe 26a dat kantelt rond een as 128 gesitueerd onder het steunoppervlak van het voorste deel 22a en achterwaarts ten opzichte van een voorste kant van het achterste deel 26, en een weegtafel 26b die wordt ondersteund op het kantelframe 26a door middel van krachtopnemers 26c. Het achterste deel 26 dat kantelbaar is aangebracht op het voorste deel 22 kantelt op deze manier rond een horizontale as 128, dwars op de rij'richting, tussen een bovenste, baal ondersteunende positie en een onderste, baal uitwerpende positie om elke baal toe te laat op de grond te worden neergelaten zonder dat de baal op zijn zijde kantelt wanneer ze de balenuitwerpgoot 20 verlaat. De positie van de kantelas 128 levert een duidelijke isolatie van de baal zodra de weegtafel 26b in de baal uitwerpende positie kantelt, zodat de baal kan gewogen worden gedurende dit geschikte weeg-tijdsinterval.

De weegtafel wordt gevormd uit een loopband met rollen zoals duidelijker zichtbaar in Figuur 2. Volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is één van de rollen, bij voorkeur de laatste rol 30 voorzien van een reminrichting 103 aangebracht op de as van de rol en geconfigureerd om de rotatiesnelheid van de rol te beïnvloeden door middel van de remkracht. De rem 103 kan een magnetische rem van een gekend type zijn, zoals een op een flens aangebrachte rem van Warner Electric. Andere gekende configuraties zijn mogelijk zoals bijvoorbeeld een hydraulische schijf- of trommelrem. In het algemeen hebben de remmen die bruikbaar zijn in de uitvinding een remkracht die instelbaar is op basis van een stuursignaal. Dit betekend dat de rem kan geactiveerd of gedeactiveerd worden en zijn resulterende remkracht kan gewijzigd worden als het relevante stuursignaal naar de rem wordt verstuurd. Bij voorkeur is een wijziging in de remkracht regelbaar op een continue of stapsgewijze manier. De balenpers bevat een stuurinrichting voor het produceren van een dergelijk stuursignaal. Dit kan eender welk type gekende elektronische stuureenheid zijn.

Figuur 3 toont een opname van weegdata in functie van de tijd tijdens het gebruik van een balenpers volgens de uitvinding en tijdens het uitvoeren van de methode volgens de uitvinding. De cirkels tonen het werkelijke gewicht van de balen terwijl de sterren het gewicht aangeven afgeleid uit de signalen van de krachtopnemers. Het is zichtbaar dat de twee waarden niet altijd overeenstemmen. In Figuren 4, 5 en 6 worden de metingen aangeduid in Figuur 3 met dezelfde referenties van dichterbij bekeken. In alle drie de gevallen representeert Wp de piek van het gemeten signaal overeenstemmend met de gemeten gewichtswaarde (in kg). Het tijdsinterval tx wordt bepaald tussen het punt waar het gemeten gewicht Wp - Wx bereikt onmiddellijk voor dat Wp wordt bereikt en het punt waarbij het zelfde gewicht Wp - Wx wordt bereikt onmiddellijk nadat het piekgewicht Wp werd bereikt. Wx is een geschikt grenswaarde gewicht en wordt ingesteld op 10kg in de voorbeelden weergegeven in Figuren 4, 5 en 6, maar kan gekozen worden als een ander gewicht of als een zeker percentage van Wp. Het interval tx is een indicatie voor het tijdsinterval gedurende dewelke de baal in een optimale weegtoestand is. Figuur 4 toont de meest gewenste situatie, waarbij tx ongeveer gelijk is aan 1.5s, wat ongeveer overeenstemt met de periode van de plunjerbeweging van de balenpers (42 cycli/minuut). Het gemeten gewicht stemt goed overeen met het werkelijke gewicht van de baal. In het geval van Figuur 5 heeft de baal zich met een hogere snelheid verplaatst langsheen de weegtafel verplaatst, wat leidt tot een tx interval van ongeveer 0.5s. Dit kan het gevolg zijn van het feit dat de balenpers zich bijvoorbeeld beweegt langs een helling. Het is duidelijk dat het gewichtssignaal niet snel genoeg verwerkt werd om het werkelijke gewicht te benaderen en er wordt een niet verwaarloosbare fout gemaakt. In Figuur 6 wordt een meting getoond waarbij de baal teveel tijd spendeert op de weegtafel. De oscillatie van het gewichtssignaal kan het gevolg zijn van onregelmatigheden in het terrein die de baal doen op en neer springen op de weegtafel of kan het gevolg zijn van de invloed van de volgende baal die uit de balenkamer 16 komt. Het resultaat is dat het piekgewicht een overschatting is van het werkelijke gewicht.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de plunjerperiode genomen als de gewenste waarde voor tx die dus gebruikt wordt als stuurparameter voor het aansturen van de rem. Als een gewichtsmeting is afgewerkt wordt tx bepaald en wordt de remkracht aangepast op basis van deze parameter. Bijvoorbeeld, als tx lager is dan 1.5s wordt de remkracht verhoogd en als tx hoger is dan 1.5s wordt de remkracht verlaagd. Dit wordt schematisch weergegeven in de stuurcyclus getoond in Figuur 7 die de krachtopnemers 26c, een verwerkingseenheid 101 waar de gemeten gewichtssignaal worden verwerkt om de tx waarde te produceren en een stuureenheid 102 voor het aansturen van de rem 103 op basis van tx bevat.

Deze cyclus definieert de methode volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding, de methode bevat de stappen van: - het produceren van een baal in de balenkamer van de vierkante balenpers; - het verplaatsen van de baal op de balenuitwerpgoot; - het meten van het gewicht van de baal in functie van de tijd; - het afleiden uit deze meting van de parameter tx die indicatief is voor het weeg-tijdsinterval; - het aanpassen op basis van tx van de remkracht uitgeoefend door de rem op de volgende baal geproduceerd in de balenkamer.

Het exacte stuuralgoritme wordt hier niet beschreven en is binnen de kennis van de vakman. Als men de methode beschouwt zoals toegepast in Figuur 3 startend bij de gewichtsmeting aangeduid met referentie 4, zal tx ongeveer 1.5s zijn zoals hierboven beschreven met verwijzing naar de beschrijving van Figuur 4. Aangezien dit overeenstemt met de situatie waarin het weeg-tijdsinterval gelijk is aan het gewenste weeg-tijdsinterval zal de stuureenheid als remkracht voor de volgende baal een remkracht toepassen die gelijk is aan de huidige remkracht. Gedurende de volgende gewichtsmeting aangeduid met referentie 5 is tx ongeveer 0.5s zoals hierboven beschreven met verwijzing naar de beschrijving van Figuur 5. Aangezien dit overeenstemt met de situatie waarbij het weeg-tijdsinterval lager is dan het gewenste weeg-tijdsinterval zal de stuureenheid de remkracht voor de volgende baal verlagen in vergelijking met de huidige remkracht. Tijdens de volgende gewichtsmeting zal deze verlaagde remkracht resulteren in een tx van ongeveer 1.5s en de remkracht zal blijven zoals ze was voor de volgende baal. Bij de volgende gewichtsmeting aangeduid met referentie 6 is tx hoger dan 1.5s zoals hierboven beschreven met referentie naar de beschrijving van Figuur 6. Aangezien dit overeenstemt met de situatie waarbij het weeg-tijdsinterval hoger is dan het gewenste weeg-tijdsinterval zal de stuureenheid de remkracht voor de volgende baal verhogen in vergelijking met de huidige remkracht. Gedurende de volgende gewichtsmeting zal deze verhoogde remkracht resulteren in een tx van ongeveer 1.5s en de remkracht zal blijven zoals ze is voor de volgende baal. Voor het bepalen van de parameter tx kan de waarde van Wx van 10kg vervangen worden door andere waarden.

Als deze waarde echter te klein is kunnen fouten van het type weergegeven in Figuur 6 ongedetecteerd blijven.

Het aansturen van de rem kan gebaseerd zijn op andere parameters dan tx. Op de balenpers weergegeven in Figuur 1 en volgens EP-A-1935232, kunnen hellingssensoren aanwezig zijn om de helling van de weegtafel 26b te meten. Zoals beschreven in EP-A-1935232 kunnen deze hellingssensoren gebruikt worden om het tijdsinterval t te bepalen gedurende dewelke de weegtafel zich binnen een vooraf bepaald hellingsbereik bevindt, dat het optimale weegbereik is, bijvoorbeeld 14 graden rond de horizontale. Het tijdsinterval t, kan dan gebruikt worden op een gelijkaardige manier als tx, hierboven beschreven, als de basis voor het aansturen van de rem kracht.

Normaal kan de rem volledig gedeactiveerd worden na iedere gewichtsmeting en gereactiveerd worden voor de volgende meting. Dit kan nuttig zijn aangezien de remkracht een negatief effect kan hebben op het uitwerpen van de baal buiten de werkelijke meetperiode. Bijvoorbeeld wordt een gegeven aantal seconden na het tx interval of na het t, interval de rem gedeactiveerd, en gereactiveerd als een eerste helling van de weegtafel wordt gedetecteerd door de hellingssensor of als het gewichtssignaal een bepaald minimum gewicht overschrijdt wat aangeeft dat een baal aanwezig is op de weegtafel.

In de methodes hierboven beschreven wordt elke bepaling van tx of b gebruikt als basis voor het aanpassen van de rem gedurende een volgend gewichtsmeting. Volgens een alternatief kan, als de processor voldoende snel werkt, de rem gestuurd worden binnen iedere meetcyclus om de snelheid van de baal te beïnvloeden terwijl ze wordt gewogen. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door het meten van de helling van elke stijgende piek van de gewichtsmeting en het aanpassen van de remkracht op basis van deze helling.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt de remkracht aangestuurd op basis van de helling van het terrein waarop de balenpers zich beweegt. Het is gekend om detectiemiddelen op balenpersen te aan te brengen om deze helling te detecteren. Het signaal indicatief voor deze helling kan worden gebruikt als een input voor het aansturen van de remkracht, zodat als de balenpers zich bergaf beweegt (dit wil zeggen wordt getrokken) een lagere remkracht, wordt toegepast en wanneer de balenpers zich bergop beweegt een hogere remkracht wordt toegepast.

Volgens nog een andere uitvoeringsvorm kunnen middelen aanwezig zijn voor het ingeven van een parameter indicatief voor het type van gewas dat wordt verzameld door de balenpers. De operator kan bijvoorbeeld een dergelijke parameter ingeven voordat het vormen van balen start. De stuurmiddelen zijn dan geprogrammeerd om een remkracht toe te passen in overeenstemming met het type van gewas: gewas dat een hogere densiteit heeft kan bijvoorbeeld een hogere remkracht ontvangen.

Alle parameters hierboven beschreven kunnen afzonderlijk of in combinatie gebruikt worden in een balenpers en in een methode volgens de uitvinding.

De uitvinding is van toepassing op een eender welk type van remsysteem, niet enkel op een remsysteem aangebracht op een rol van een loopband met rollen. De zelfde stuurmethode kan bijvoorbeeld worden toegepast op een beweegbare frictieplaat of schoen geconfigureerd om wrijving op één of meer oppervlakten van een baal toe te passen om hierdoor de snelheid van de baal langs de balenuitwerpgoot te beïnvloeden.

De in de conclusies weergegeven uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan eveneens combinaties en varianten bevatten die onder de beschermingsomvang van de conclusies vallen.

Claims (15)

1. Een rechthoekige balenpers (10) die een balenkamer (16) bevat met een heen en weer bewegende plunjer en een balenuitwerpgoot (20) aangebracht aan het uitwerp einde van de balenkamer (16), de balenuitwerpgoot (20) bevattende: - een voorste deel (22, 22a, 22b, 22c); - een achterste deel (26, 26a, 26b, 26c), dat kantelbaar is bevestigd aan het voorste deel (22, 22a, 22b, 22c) rond een horizontale as (128) voor het kantelen tussen een bovenste, baal ondersteunende, positie en een onderste, baal uitwerpende positie; - de horizontale as (128) is gelocaliseerd onder het vlak waarop een baal schuift en achterwaarts ten opzichte van een voorste kant van het achterste deel (26); - het achterste deel (26) bevat verder middelen voor het wegen van een baal gedurende een weeg-tijdsinterval wanneer het achterste deel (26) in de baal uitwerpende positie kantelt; en - het achterste deel (26) bevat verder een rem (103) voor het wijzigen van de snelheid van een baal die beweegt langs het achterste deel (26), daardoor gekenmerkt dat de rem (103) is geconfigureerd om een instelbare remkracht uit te oefenen, en dat de balenpers (10) verder bevat: - middelen (26c, 101) voor het produceren of ontvangen van één of meer parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval; - een stuurinrichting (102) geconfigureerd om de remkracht aan te passen op basis van de één of meer parameters.

2. Een balenpers volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het achterste deel (26) een loopband met rollen bevat en dat de rem (103) is aangebracht op de as van minstens één van de rollen (30) van de loopband met rollen geconfigureerd om de rotatiesnelheid van de minstens één rol te beïnvloeden.

3. Een balenpers volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de rem (103) één of meer beweegbare remplaten of schoenen bevat geconfigureerd om wrijving op te leggen aan één of meer oppervlakten van een baal.

4. Een balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het wegen van een baal krachtopnemers (26c) bevatten en dat het achterste deel (26) bevat: - een kantelframe (26a) dat kantelt rond de horizontale as (128); en - een afzonderlijke weegtafel (26b) die wordt ondersteund door het kantelframe (26a) door middel van bevestigingen die de krachtopnemers (26c) bevatten.

5. Een balenpers volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat middelen zijn voorzien voor het meten van de helling van het kantelframe (26a) ten opzichte van de rest van de balenuitwerpgoot (20) en dat deze helling een parameter genereert indicatief voor het weeg-tijdsinterval.

6. Een balenpers volgens één van de voorgaande claims, daardoor gekenmerkt dat het gewicht gemeten door de middelen voor het wegen van een baal een parameter genereert indicatief voor het weeg-tijdsinterval.

7. Een balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de balenpers middelen bevat voor het meten van de helling van de balenpers ten opzichte van de horizontale en waarbij deze helling een parameter genereert indicatief voor het weeg-tijdsinterval.

8. De balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de balenpers middelen bevat voor het ontvangen van een parameter indicatief voor het type gewas dat wordt verzameld door de balenpers en waarbij deze parameter een parameter genereert indicatief voor het weeg-tijdsinterval.

9. Een methode voor het wegen van balen van een rechthoekige balenpers volgens één van de voorgaande conclusie, daardoor gekenmerkt dat de methode de volgende stappen bevat: - het produceren van een baal in de rechthoekige balenpers (10); - het verplaatsen van de baal op de balenuitwerpgoot (20); - het meten van het gewicht van de baal; - het produceren of ontvangen van één of meerdere parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval; - het aanpassen van de remkracht van de rem (103) op basis van de één of meerdere parameters.

10. Een methode volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval wordt geproduceerd door: - het bepalen, uit de gewichtsmeting van de baal, van de piekgewichtsmeting Wp; - het bepalen, uit de gewichtsmeting van de baal, van het tijdsinterval tx tussen het moment wanneer het gemeten gewicht gelijk was aan Wp-Wth onmiddellijk voor de piekgewichtsmeting Wp en het moment wanneer het gemeten gewicht opnieuw gelijk is aan Wp-Wth onmiddellijk na de piekgewichtsmeting Wp.

11. Een methode volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de de parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval geproduceerd wordt door het bepalen, uit de gewichtsmeting van de baal, van de helling van het gemeten gewichtscurve wanneer ze stijgt naar de piekgewichtsmeting Wp.

12. Een methode volgens conclusie 9 wanneer ze verwijst naar conclusie 4 en iedere daarvan afhankelijke conclusie, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval geproduceerd wordt door het bepalen, uit de meting van de helling van de weegtafel (26b), van het tijdsinterval b gedurende dewelke de helling van de weegtafel (26b) zich in een vooraf bepaald bereik bevindt.

13. Een methode volgens één van de conclusies 9 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de remkracht wordt verhoogd als het weeg-tijdsinterval lager is dan de periode van de heen en weer gaande plunjer en de remkracht wordt verlaagd als het weeg-tijdsinterval hoger is dan de periode van de heen en weer gaande plunjer.

14. Een methode volgens één van de conclusies 9 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de rem (103) gedeactiveerd wordt gedurende een tijdsinterval dat start nadat een baal werd gewogen en dat eindigt voordat een volgende baal wordt gewogen.

15. Een methode volgens één van de conclusies 9 tot 14, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de parameters indicatief voor het weeg-tijdsinterval wordt bepaald door een parameter indicatief voor de helling van het terrein waarop de balenpers zich beweegt en/of het type gewas dat door de balenpers wordt verzameld.