BE1018282A3

BE1018282A3 - Wandpaneel en bijhorende modulaire inrichting.

Info

Publication number: BE1018282A3
Application number: BE2008/0507A
Authority: BE
Original assignee: Ceulebroeck Filip Van
Priority date: 2008-09-12
Filing date: 2008-09-12
Publication date: 2010-08-03
Also published as: WO2010029154A3; WO2010029154A2

Abstract

Een wandpaneel (1) en bijhorende modulaire driedimensionale constructie (13), voorzien van lichamen (3, 5, 9, 10) die toelaten om wandpanelen (1) met elkaar te verbinden door middel van verwijderbare verbindingselementen (11, 14), die kunnen ingrijpen tussen de lichamen (3, 5, 9, 10) zowel in de dwarsrichting als in de lengterichting van twee aanéénsluitende wandpanelen (1) en waarbij de verbindingselementen (11) scharnierend voorzien zijn.

Description

Wandpaneel en bijhorende modulaire inrichting

De onderhavige uitvinding betreft een wandpaneel dat voorzien is van lichamen die zich volgens een patroon over de oppervlakte van een grondpaneel uitstrekken en zich op een welbepaalde afstand van elkaar bevinden met voornamelijk tot doel een ingesloten caviteit te bewerkstelligen door meerdere wandpanelen met elkaar te verbinden aan de hand van verbindingselementen die ingrijpen op de lichamen.

De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een modulaire constructiekit voor het vervaardigen van meubelstukken door gebruik te maken van voorgenoemde wandpanelen, voorzien van lichamen, en waarbij twee aangrenzende wandpanelen door middel van een scharnierend verbindingsstuk met elkaar verbonden worden.

Bovendien maakt deze uitvinding het mogelijk om geïndividualiseerde meubelstukken en configuraties volgens de wensen en de behoeften van de klant te assembleren, vertrekkend van een gestandaardiseerd wandpaneel, verwijderbare verbindingselementen en optioneel een decoratieve voorzetplaat.

Deze uitvinding vindt dan ook zijn toepassing, zonder enige beperking in voornamelijk meubelstukken en opbergruimtes zoals togen, vitrines, balies, stands, tafels, verdelers *van ruimten, kast en,...enz.

Door snel wisselende trends in de meubelbouw stijgt de behoefte om vanuit een basisconstructie diverse _ configuraties modulair op te bouwen.

Statische meubelen, die ondermeer in huishoudelijke kring aangewend worden, zijn meestal uit duurzame en vrij dure materialen, zoals verscheidene houtsoorten, vervaardigd, en hebben ze dan ook voornamelijk een permanent karakter. Dergelijke meubelen kunnen op maat en volgens de smaak van de klant gemaakt worden.

Daarnaast bestaat de meubelbouw uit modules die van tijdelijke aard zijn en herhaaldelijk opgebouwd en afgebroken moeten worden, zoals bijvoorbeeld tijdens beurzen of exposities.

De vraag naar universele en/of gestandaardiseerde constructiekits om enerzijds de opbouw en/of afbraak te vereenvoudigen en anderzijds'dè esthetische en/of vormgeving van het meubilair'te laten variëren is groot.

Het döel van deze uitvinding betreft dan ook een wandpaneel en een bijhorende modulaire inrichting voor het insluiten van een caviteit; zoalsèën meubelstuk of een opbergruimte, met hoofdzakelijk de nàdruk op de synergie tussen een modulaire universele constructiekit met een variërende esthetische vormgeving, te bewerkstelligen.

Gekende modulaire systemen zoâls ondermeer beschreven in EP621063 en in US5486041 bestaan uit verschillende onderdelen met diverse afmetingen. Het monteren van deze onderdelen wordt een vrij arbeidsintensieve activiteit en dit verhoogt bovendien de kostprijs voor de gebruiker. Anderzijds vormen het grote aantal onderdelen ook een probleem bij het stockeren en het transporteren.

Een oplossing voor dit laatste wordt dan weer beschreven in W02007030871. Dergelijke inrichtingen zijn voorzien van een geïntegreerd verbindingsstuk tussen de aangrenzende plaatonderdelen. Een dergelijke inrichting wordt voor het gebruik opengeklapt. In samen geplooide toestand blijven de verschillende plaatonderdelen bijgevolg aan elkaar gekoppeld. Bij geïntegreerde vaste scharnieren, zoals ook beschreven in GB2206280, is de gebruiker beperkt in het kantelen volgens de aangegeven richting. Anderzijds wordt ook de bewegingsvrijheid en de toegankelijkheid na de assemblage van de inrichting beperkt.

In US3836217 is de gebruiker gelimiteerd tot slechts een lineaire opbouw van meerdere modules, aangezien gedeelde hoekverbindingsstukken gebruikt worden. Het driedimensionale karakter bij de opbouw wordt, in de gekende stand der techniek, voornamelijk beperkt tot het koppelen van een specifieke component van een eerste module met een welbepaalde component van een daarop aan te sluiten module, zoals in US5775046. Dit verhindert de vrijheidsgraad bij de driedimensionale opbouw.

In de stand der techniek zijn echter ook modules gekend die gebruik maken van identieke platen, zoals beschreven in W02006107220. Indien meerdere modules geassembleerd worden tot een aanééngesloten inrichting dient de rigiditeit van het geheel intact te blijven. In W02007010526, worden modules slechts beperkt met elkaar verbonden, wat de stabiliteit bij langere constructies beperkt.

Het is bovendien, om de esthetische eigenschappen van het geheel niet in het gedrang te brengen, dan ook aangewezen de zichtbaarheid van de verbindingspunten te voorkomen. Een oplossing hiervoor wordt beschreven in DE202006012891U, waardoor de constructie zich beperkt tot slechts enkele verbindingspunten. Hierdoor wordt opnieuw het universele karakter van de opbouw fors beperkt. In W02006102062 wordt gebruik gemaakt van een afwerkplaat dat op een basis geklemd wordt. Bij deze constructie wordt het moeilijk om de afwerkplaten te wisselen, door hun structurele functie. Hierbij dient bovendien bij het bekleden rekening gehouden te worden met de eigenschappen van de aangewende materialen zoals bijvoorbeeld de uitzettingscoëfficient van laatstgenoemde.

Deze uitvinding biedt dan ook een oplossing voor de hiervoor gestelde problematiek.

De uitvinding bestaat dan ook uit een standaard wandpaneel dat voorzien is van lichamen, waartussen verbindingselementen ingrijpen en zo toelaten dat wandpanelen op diverse plaatsen met elkaar verbonden kunnen worden teneinde driedimensionale configuraties, volgens de behoeften en de wensen van de klant op te bouwen.

Deze uitvinding heeft dan ook de volgende voordelen.

Door het universele karakter van het wandpaneel kunnen diverse configuraties op een snelle en efficiënte manier met een minimum aan arbeid opgebouwd worden. Het wandpaneel met lichamen is zodanig voorzien dat de verbindingselementen kunnen ingrijpen langs alle zijden en op verschillende hoogtes in het paneel. Dit biedt dan ook het voordeel dat het volstaat met een standaard wandpaneel diverse meubelstukken voor diverse doeleinden te bewerkstelligen en volgens een gewenste driedimensionale configuratie op te bouwen.

De wandpanelen en de verschillende onderdelen, volgens deze uitvinding, worden bij voorkeur uit kunststof vervaardigd met als voordeel dat ze licht zijn en toch voldoende rigiditeit bezitten. De verschillende onderdelen zijn bij voorkeur dan ook monolithisch en worden in één stuk vervaardigd volgens een gekende techniek, zoals spuitgieten. Dit biedt een tweede voordeel.

Door het gebruik van verwijderbare verbindingselementen kunnen deze ingrijpen op diverse plaatsen op de plaat tussen de lichamen op de grondplaat. Het gebruik van losse scharnierende verbindingselementen, die ingrijpen op de rand van de plaat, laat toe om de wandpanelen te kantelen volgens de gewenste configuratie. De assemblage van een caviteit met verschillende wandpanelen die verbonden worden met scharnierende verbindingselementen kan op de productieplaats geschieden, zodoende de klant enkel de wandpanelen dient te kantelen bij het opzetten. De panelen kunnen na demontage en eventueel na verwijdering van de verbindingselementen op elkaar gestapeld worden teneinde zowel het stockeren als het transporteren te vereenvoudigen. Vermits de verbindingselementen op verschillende plaatsen tussen de lichamen op de grondplaat ingrijpen, kunnen verschillende modules met de nodige rigiditeit en stabiliteit gekoppeld worden.

Tussen de lichamen op de grondplaat kunnen er elektrische kabels en/of draden geleid worden. Hierdoor hoeft er geen additionele kabelleiding aan het meubelstuk voorzien te worden. Dit biedt het voordeel dat het zowel de esthetiek bevordert als de kostprijs van het meubelstuk reduceert.

De ingesloten caviteit met wandpanelen, hetzij als meubelstuk, hetzij als opbergruimte kan van een voorzetplaat zien, zodoende de esthetiek van het geheel te waarborgen. Deze voorzetplaat kan volgens de behoeften en de wensen van de klant van de nodige decoratie voorzien worden. Deze voorzetplaten zijn door middel van een klemmiddel snel en eenvoudig wisselbaar met het wandpaneel. Dit laat toe om aangepaste decoraties of patronen aan het meubelstuk toe te voegen en bovendien op een esthetisch verantwoorde manier de overgang tussen aanéénsluitende voorzetplaten of de rand met het wandpaneel te bewerkstelligen.

De uitvinding wordt vervolgens volgens de bijhorende tekeningen in detail beschreven.

Figuur la : bovenaanzicht wandpaneel met gesloten lichamen

Figuur lb : bovenaanzicht wandpaneel met open lichamen Figuur 2a : caviteit met wandpanelen en één open wand Figuur 2b : wandpanelen en scharnierende verbindingselementen

Figuur 3 : 3 aaneengesloten wandpanelen met verbindingselementen

De uitvinding betreft dus een wandpaneel(1), bestaande uit een grondplaat(2) waarop lichamen(3) voorzien zijn. Deze lichamen(3) zijn volgens een welbepaald patroon en op welbepaalde afstand van elkaar op de grondplaat(2) voorzien, volgens figuren la en lb. Bij voorkeur zijn de grondplaat(2) en de lichamen(3) monolithisch en uit kunststof, volgens een gekende techniek, zoals spuitgieten, vervaardigd. De grondplaat(2) heeft volgens figuren la en lb een oppervlak dat de vorm van een vierkant aanneemt, en heeft een bepaalde dikte.

Het lichaam(3) bestaat uit een kopstuk(3a) en een voetstuk(3b). Het kopstuk(3a) heeft volgens figuur la een oppervlak dat de vorm van een vierkant aanneemt. Dit is slechts één mogelijke uitvoeringsvorm. Het is niet uitgesloten dat het oppervlak ook een andere vorm aanneemt. Het kopstuk(3a) heeft een bovenzijde(4a) en een onderzijde(4b), dat in verbinding staat met het voetstuk(3b). Het voetstuk(3b) is verbonden met de grondplaat(2). De omtrek van het kopstuk(3a) is groter dan de omtrek van het voetstuk(3b). Hierdoor wordt onder het kopstuk(3a) en rond de periferie van het voetstuk(3b) een ruimte gevormd die toelaat om verbindingselementen zowel in de lengterichting als in de dwarsrichting in te brengen. Hierdoor grijpt een verbindingselement in op de onderzijde(4b) van het kopstuk(3a).

Volgens figuur lb, is het wandpaneel(1) voorzien van lichamen(5), met een kopstuk(5a) en een voetstuk(5b). Het lichaam(5) betreft in deze figuur een omgekeerd piramidaal lichaam, waarbij het kopstuk(5a) het breedste gedeelte van de piramide uitmaakt en conisch uitloopt in het voetstuk(5b) dat in verbinding staat met de grondplaat(7). Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk om een trapeziumvormig verbindingselement tussen minstens 2 aangrenzende lichamen(5) in te brengen, zodoende een klemeffect tussen beide conische elementen te bewerkstel1igen.

In een mogelijke uitvoeringsvorm is het holle lichaam(5), vertrekkend vanuit het voetstuk(5b), centraal van een balkvormig lichaam(6) voorzien. Dit balkvormig lichaam(6) vormt met zijn hoekpunten een volle verbinding(6a) met de binnenste hoekpunten van het omgekeerd piramidaal lichaam(6b). Deze verbinding(6a) loopt schuin af van de hoekpunten(6b) naar het voetstuk(5b).

Het voetstuk(5b) staat in verbinding met de grondplaat(7). In figuur lb, is volgens deze mogelijke uitvoeringsvorm, de grondplaat(7) geen volle plaat zoals in figuur 1, maar zijn er openingen(7a) voorzien. De bruggen tussen de verschillende onderdelen van deze grondplaat(7) zullen we gemakshalve met "ribben" aanduiden.

De lichamen(5) staan met hun voetstuk(5b) in verbinding met een balkvormig element(8), dat door middel van plaatvormige verbindingsstukken(8a) aansluit op een T-vormig plaatgedeelte(8b). Deze T-vorm(8b) is centraal gelegen tussen 2 aangrenzende lichamen(5) in. De openingen(7a) worden dus gevormd tussen het balkvormig element(8), waarop het lichaam(5) voorzien is, de verbindingsstukken(8a) en het T-vormige gedeelte(8b) van de grondplaat(7). De dikte van de grondplaat(7) wordt dus bepaald door de hoogte van het plaatvormige verbindingsstuk(8a) en het verticale been van het T-vormige gedeelte(8b).

Zowel volgens figuur la als volgens figuur lb is het wandpaneel(1) bij voorkeur voorzien van een lichaam(9) op de 4 hoekpunten van de grondplaat(2,7), als lichamen(lO) op de rand van de grondplaat(2,7), tussen de 4 hoekpunten. De lichamen(9) op de 4 hoekpunten zijn vanaf het kopstuk(3a,5a) van een uitsparing(9a) voorzien aan de tegenoverliggende hoekpunten die de rand van de grondplaat(2,7) vormen. Met betrekking tot de lichamen(lO), die zich tussen de lichamen(9) bevinden, en langs de rand van de grondplaat(2,7), zijn deze van een uitsparing(10a) voorzien, op de aansluitende hoekpunten die de rand van de grondplaat(2,7) vormen. Deze uitsparingen(9a,10a) hebben voornamelijk tot doel zijdelings en/of posterieur, verbindingselementen tussen de lichamen(9,10) in te brengen.

Tussen de lichamen(3,5,9,10) kunnen er elektrische kabels en/of draden geleid worden. Door deze inrichting dienen er uitwendig geen bijkomende kabelgoten voorzien te worden.

De lichamen(3,5,9,10) zijn dus zodanig op de grondplaat(2,7) voorzien dat er in de ruimte rond de periferie van het voetstuk(4b,5b), verbindingselementen zowel in de lengterichting als in de dwarsrichting van het wandpaneel(1) ingebracht kunnen worden.

Volgens figuur la, is het wandpaneel(1) van een scharnierend verbindingselement(11) voorzien. Dit scharnierend verbindingselement(11) bestaat uit nagenoeg 2 identieke delen(11a,11b). Deze verbindingselementen(11) bestaan, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm uit een T-vormige structuur. De armen van de T-vorm van beide delen(11a,11b) vormen het scharnierend gedeelte. Het been van de T-vorm wordt in de ruimte tussen 2 aaneen grenzende lichamen(9,10) geklemd. Elk gedeelte(11a,11b) van het scharnierend verbindingselement(11) is zodanig voorzien dat de dikte vanaf de armen van de T-vorm afneemt. Beide gedeelten(11a,11b) worden respectievelijk in de ruimten van 2 aaneensluitende wandpanelen(1) tussen de lichamen(9,10) in geklemd. Dit wordt geïllustreerd in de figuren la, 2a, en 2b.

Een dergelijk scharnierend verbindingselement(11) kan dus zowel tussen een hoeklichaam(9) en een randlichaam(lO), als tussen 2 randlichamen(lO) geklemd worden.

Figuur 2a illustreert een caviteit(12), omsloten door een modulaire inrichting(13), die gevormd wordt door een verbinding van aaneensluitende wandpanelen(1), die door scharnierende verbindingselementen(11) tussen de lichamen(9,10) van deze wandpanelen(l) geklemd worden. Volgens figuur 2b wordt het assembleren van verschillende wandpanelen(1) geïllustreerd. Deze figuur laat zien dat het modulair opbouwen van een caviteit door middel van het verbinden van wandpanelen(1) met scharnierende verbindingselementen(11) toelaat om posterieur wandpanelen toe te voegen, weg te laten of te vervangen. Door deze inrichting wordt het ook mogelijk gemaakt om een wandpaneel als deur te integreren.

Volgens figuur 3 worden enkele aanéén grenzende wandpanelen(1) door middel van een verbindingselement(14) in de lengterichting met elkaar verbonden. Het oppervlak van het verbindingselement(14) is volgens deze uitvoeringsvorm, trapeziumvormig. Deze vorm is uiteraard niet beperkend voor de karakteristieken van deze uitvinding. De vorm van het verbindingselement(13) is zodanig voorzien dat het geklemd wordt tussen de lichamen(3,5,9,10) van aanéénsluitende wandpanelen(1). Volgens figuur 3, klemt de basis van het trapezium zich in de ruimte rond het voetstuk(3b) van het lichaam(3), terwijl de top van het trapezium zich klemt onder het kopstuk(3a) van het lichaam(3).

Op figuur 3 wordt dit niet weergeven, maar het is duidelijk uit de figuur af te leiden dat het verbindingselement(14) zich ook in de dwarsrichting kan uitstrekken. Volgens deze figuur gebeurt de koppeling tussen de wandpanelen(1) in de horizontale richting (X-as), maar de koppeling kan ook zowel in verticale (Y-as), als in de diepte (Z-as) bewerkstelligd worden, wat niet op de figuur is aangegeven.

De scharnierverbindingen(ll), zoals aangegeven in figuren la, 2a en 2b zijn zodanig voorzien dat ze slechts één lichaam(9,10) ver reiken, wat het mogelijk maakt om in de richting loodrecht hierop andere verbindingselementen te klemmen.

De voorgenoemde onderdelen, namelijk de wandpanelen(1) met lichamen(3,5,9,10) alsook de verbindingselementen(11,14) zijn bij voorkeur monolithisch en uit kunststof vervaardigd door middel van spuitgieten.

Door deze uitvinding wordt het mogelijk om een driedimensionale configuratie van wandpanelen te bewerkstelligen. Het gebruik van deze wandpanelen kan zowel als opbergruimte als voor meubilair aangewend worden. Bij het assembleren van een meubelstuk is het dus mogelijk om aan de hand van een standaard wandpaneel diverse configuraties te bewerkstelligen.

Het wandpaneel wordt bij voorkeur van een voorzetplaat voorzien. Dit is niet in de figuren aangegeven. Deze voorzetplaten zijn van klemmiddelen voorzien teneinde deze met het wandpaneel te bevestigen. Het klemmechanisme, dat ingrijpt op de lichamen(3,5,9,10) van het wandpaneel(1) is zodanig voorzien dat de voorzetplaten op een snelle en eenvoudige manier vervangen kunnen worden. Meerdere wandpanelen die gekoppeld worden, kunnen van aanéénsluitende voorzetplaten voorzien worden. Door deze uitvoeringsvorm kunnen de voorzetplaten nauwkeurig op elkaar aangesloten worden. Anderzijds kunnen de voorzetplaten op maat, de afmetingen volgens de gewenste configuraties aannemen.

De voorzetplaten zijn bij voorkeur uit kunststof vervaardigd zijn en zijn voorzien van een decoratieve laag. Deze laag kan met gekende druktechnieken of spuittechnieken op de plaat aangebracht worden. Op deze manier kan de klant de decoratie van het meubelstuk naar eigen wens en behoefte wijzigen.

Hij hoeft nadien enkel een voorzetplaat met zijn gewenste decoratie aan te schaffen zodoende de decoratie van het meubelstuk te wijzigen.

Deze uitvinding omvat eveneens een constructiekit bestaande uit wandpanelen(1) met lichamen(3,5,9,10) en verbindingselementen(11,14). Optioneel kan een decoratieve voorzetplaat in de kit voorzien zijn.

Claims

1. Een wandpaneel(1 ) bestaande uit een grondplaat(2,7) met lichamen(3,5,9,10), die uit een kopstuk(3a,5a) met een boven- en onderzijde(4a,4b) en een voetstuk(3b,5b) samengesteld zijn en waarbij het voetstuk(3b,5b) aan zijn onderste extremiteit met de grondplaat(2,7) en aan zijn bovenste extremiteit met de onderzijde(4b) van het kopstuk(3a,5a) verbonden is en hierdoor gekenmerkt dat de omtrek van het kopstuk(3a,5a) groter is dan deze van het voetstuk(3b,5b) en waarbij een ruimte voorzien is rond de periferie van het voetstuk(3b,5b), tussen minstens twee aanéén grenzende lichamen(3,5,9,10) en die toelaat er een verbindingselement(11,14) in te klemmen, dat ingrijpt aan de onderzijde(4b) van het kopstuk(3a,5a).

2. Een wandpaneel(1) volgens conclusie 1 en hierdoor gekenmerkt dat de lichamen(3,5,9,10) een omgekeerde piramidale vorm bezitten en conisch aflopen naar het voetstuk(3b,5b) toe.

3. Een wandpaneel(1) volgens conclusies 1-2 en hierdoor gekenmerkt dat het lichaam(5) hol is met centraal een balkvormig lichaam(6) dat aan zijn hoekpunten door middel van een volle plaat(6a) met de binnenste hoekpunten van het omgekeerd piramidaal lichaam(6b) verbonden is.

4. Een wandpaneel(1) volgens conclusies 1-3 en hierdoor gekenmerkt dat het een volle grondplaat(2) betreft of een grondplaat(7), waarbij de lichamen(3,5,9,10) door ribben(8a,8b) met elkaar verbonden zijn, waartussen openingen(7a) voorzien zijn.

5. Een wandpaneel(1) volgens conclusies 1-4 en hierdoor gekenmerkt dat het wandpaneel(1) uit kunststof vervaardigd is.

6. Een wandpaneel(1) volgens conclusies 1-5 en hierdoor gekenmerkt dat het wandpaneel(1) door spuitgieten vervaardigd wordt.

7. Een wandpaneel(1) volgens minstens één van voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat het wandpaneel(1) monolithisch vervaardigd is.

8. Een wandpaneel(1) volgens conclusies 1-7 en hierdoor gekenmerkt dat de grondplaat(7) zodanig voorzien is dat de lichamen(5) met hun voetstuk(5b) in verbinding staan met een balkvormig element(8), dat door middel van plaatvormige verbindingsstukken(8a) aansluit op een T-vormig plaatgedeelte(8b), dat zich centraal uitstrekt tussen 2 aangrenzende lichamen(5) en voorzien is van openingen(7a), die zich tussen het balkvormig element(8), de verbindingsstukken(8a) en het T-vormige gedeelte(8b) bevinden.

9. Een wandpaneel(1) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat de lichamen(9,10), die zich respectievelijk op de hoekpunten en tussen de hoekpunten aan de rand van het wandpaneel(1) bevinden, van een uitsparing(9a,10a) voorzien zijn.

10. Een modulaire inrichting(13) dat een caviteit(12) omsluit, bestaande uit wandpanelen(1) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat minstens twee wandpanelen(1) met elkaar verbonden zijn door een verwijderbaar scharnierend verbindingselement(11).

11. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 10 en hierdoor gekenmerkt dat een eerste gedeelte(lia) van een verbindingselement(11) geklemd wordt tussen minstens twee aangrenzende lichamen(9,10) van een eerste wandpaneel(1) en een tweede gedeelte(11b) tussen twee aangrenzende lichamen(9,10) van een tweede wandpaneel(1).

12. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 10 of 11 en hierdoor gekenmerkt dat het verbindingselement(11) samengesteld is uit nagenoeg twee identieke delen(11a,11b), scharnierend ten opzichte van elkaar.

13. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 12 en hierdoor gekenmerkt dat beide gedeelten(11a,11b) T-vormig zijn, waarbij de beide armen het scharnierpunt vormen, en de beide benen zich uitstrekken tussen de lichamen(9,10) in aanéénsluitende wandpanelen(l).

14. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 13 en hierdoor gekenmerkt dat de dikte afneemt vanaf de armen van de T-vorm.

15. Een modulaire inrichting(13) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat een verwijderbaar verbindingselement(14) een zodanige vorm heeft dat aangepast is om geklemd te worden tussen de lichamen(3,5,9,10).

16. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 15 en hierdoor gekenmerkt dat het verbindingselement(14) een trapezium vorm omvat.

17. Een modulaire inrichting(13) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat het verbindingselement(14) zowel in de lengterichting als in de dwarsrichting tussen de lichamen(3,5,9,10) geklemd wordt zodoende minstens twee wandpanelen(1) te verbinden.

18. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 1-17 en hierdoor gekenmerkt dat meerdere wandpanelen(1) met elkaar verbonden worden door middel van een verbindingselement(11,14) zodoende een caviteit(12) te omsluiten.

19. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 18 en hierdoor gekenmerkt dat meerdere wandpanelen(1) met verbindingselementen(11,14) driedimensionale configuraties kunnen bewerkstelligen.

20. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 18-19 en hierdoor gekenmerkt dat het een meubelstuk betreft.

21. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 18-19 en hierdoor gekenmerkt dat een opbergruimte betreft.

22. Een modulaire inrichting(13) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat de driedimensionale constructie met standaard wandpanelen(1), scharnierende verbindingselementen(11) en/of verbindingselementen(14) opgebouwd wordt.

23. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 22 en hierdoor gekenmerkt dat de onderdelen uit kunststof vervaardigd zijn.

24. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 22 of 23 en hierdoor gekenmerkt dat de onderdelen door spuitgieten vervaardigd zijn.

25. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 22-24 en hierdoor gekenmerkt dat de onderdelen monolithisch vervaardigd zijn.

26. Een modulaire inrichting(13) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat er de tussen de lichamen(3,5,9,10) elektrische kabels en/of draden geleid worden.

27. Een modulaire inrichting(13) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat de inrichting(13) van een wisselbare decoratieve voorzetplaat voorzien is.

28. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 27 en hierdoor gekenmerkt dat de voorzetplaat met klemelementen voorzien is zodoende tussen de lichamen(3,5,9,10) in te grijpen.

29. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 27 of 28 en hierdoor gekenmerkt dat de voorzetplaat uit kunststof vervaardigd is.

30. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusies 27-29 en hierdoor gekenmerkt dat de voorzetplaat van een decoratieve laag voorzien is.

31. Een modulaire inrichting(13) volgens conclusie 30 en hierdoor gekenmerkt dat de decoratieve laag door middel van een gekend drukprocédé of een spuittechniek aangebracht wordt.

32. Een constructiekit volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat deze samengesteld is uit modulaire wandpanelen(1), scharnierende verbindingselementen(11) en/of verbindingselementen(14) en optioneel een decoratieve voorzetplaat.