BE1018117A6 - Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging. - Google Patents

Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging. Download PDF

Info

Publication number
BE1018117A6
BE1018117A6 BE200800262A BE200800262A BE1018117A6 BE 1018117 A6 BE1018117 A6 BE 1018117A6 BE 200800262 A BE200800262 A BE 200800262A BE 200800262 A BE200800262 A BE 200800262A BE 1018117 A6 BE1018117 A6 BE 1018117A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
layers
hollow
core
layered form
mold
Prior art date
Application number
BE200800262A
Other languages
English (en)
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Priority to BE200800262A priority Critical patent/BE1018117A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018117A6 publication Critical patent/BE1018117A6/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C70/00Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts
    • B29C70/04Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts comprising reinforcements only, e.g. self-reinforcing plastics
    • B29C70/28Shaping operations therefor
    • B29C70/40Shaping or impregnating by compression not applied
    • B29C70/42Shaping or impregnating by compression not applied for producing articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C70/44Shaping or impregnating by compression not applied for producing articles of definite length, i.e. discrete articles using isostatic pressure, e.g. pressure difference-moulding, vacuum bag-moulding, autoclave-moulding or expanding rubber-moulding
    • B29C70/446Moulding structures having an axis of symmetry or at least one channel, e.g. tubular structures, frames
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/42Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor characterised by the shape of the moulding surface, e.g. ribs or grooves
    • B29C33/424Moulding surfaces provided with means for marking or patterning
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/76Cores
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C70/00Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts
    • B29C70/02Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts comprising combinations of reinforcements, e.g. non-specified reinforcements, fibrous reinforcing inserts and fillers, e.g. particulate fillers, incorporated in matrix material, forming one or more layers and with or without non-reinforced or non-filled layers
    • B29C70/021Combinations of fibrous reinforcement and non-fibrous material
    • B29C70/025Combinations of fibrous reinforcement and non-fibrous material with particular filler

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Composite Materials (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

Een holle gelaagde vorm (1), bestaande uit een kern(9) met één of meer kernlagen (2,3), top-, onder- en tussenlagen (4,5,6,7) voorzien van een motief (8a), en optioneel een reliefstructuur (8) mogelijks overeen te komen het motief (8a), alsook een werkwijze voor het vervaardigen van de holle gelaagde vorm (1) waarbij de lagen (2,3,4,5,6,7) tussen een mal (13) en een flexibele kern (17) vervormd en uitgehard worden.

Description

Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging
Met een gelaagde holle vorm wordt volgens deze uitvinding, elementen bedoeld die uit verschillende lagen zijn opgebouwd, al of niet gebogen zijn en optioneel een ruimtelijk motief in de buitenste lagen bezit. Daarbij kan in de buitenste lagen een reliëfstructuur worden aangebracht, al of niet in overeenstemming met het ruimtelijk motief.
Deze uitvinding betreft bovendien de werkwijze voor het vervaardigen van bovenvernoemde vorm bestaande uit een aantal opeenvolgende stappen.
Deze holle vormen vinden onder meer, maar zonder beperking, hun toepassing in de binnen-en buitenhuisarchitectuur, als bouwelementen, in de verpakkingsindustrie en bij meubilair.
Achtergrond van de uitvinding
De aanmaak van holle vormen op basis van een laminaatstructuur bestaande uit lagen geïmpregneerd met thermo-hardende harsen zijn reeds gekend uit EP0443470, DE4021547, GB2127771, EP1356918 en US4555113 . In deze uitvindingen wordt de wandopbouw van buitenuit in verschillende lagen opgebouwd waarbij tussentijds telkens een uithardingproces noodzakelijk is. Meestal is ook een vacuümtechniek noodzakelijk om voldoende hechting te bekomen.
In EP1157809 wordt een techniek beschreven waarbij thermo-hardende lagen worden afgewisseld met lagen uit garen of bandjes. Deze garen of bandjeslagen worden met een zekere spanning boven de thermo-hardende lagen opgewikkeld zodat er een spanning ontstaat.
In GB767209 en W02006118448 worden vezels in een holle mal gebracht en wordt er een resine ingepompt, daarna wordt er een vacuüm opgebouwd om de holle vorm uit te harden.
Het gebruik van een kem uit rubber wordt besproken in patent EP1336467. Het medium dat eringepompt wordt is een gas en dit medium wordt niet verwarmd.
In onze eigen patentaanvraag EP08447004 tenslotte, wordt een gebogen gelaagd paneel beschreven die van een decoratief patroon is voorzien en waarbij er al of niet een samenvallende reliëfstructuur wordt aangebracht.
Bij veel van de bovenbeschreven patenten moet de wandopbouw in meerdere stappen worden uitgevoerd om kromtrekken en fouten in de wand te vermijden. De vele stappen in het productieproces zijn niet alleen tijdrovend maar ook kostelijk. Na het aanbrengen van enkele lagen op de wikkelmachine moeten de wikkelkernen van de machine worden genomen. Indien het wikkelmateriaal niet geïmpregneerd was dient dit opeenvolgend te gebeuren waarna de wikkelkem kan uitgehard worden. De uitgeharde wikkelkern wordt verdicht door gebruik te maken van vacuüm en opeenvolgend luchtdruk. Daarna wordt ze meestal nog geslepen om een goede hechting te bekomen. Na dit alles worden de wikkelkernen opnieuw op de wikkelmachine gemonteerd en wordt dit proces meerdere malen herhaald. Een andere mogelijkheid om te verdichten is de wikkelkern bestaand uit geïmpregneerd materiaal na enkele lagen te omspannen met garen of bandweefsel. Daarna wordt dit proces enkele keren herhaald. Onze uitvinding heeft als eerste voordeel dat een dikwandige holle vorm in één bewerking kan aangemaakt worden wat een groot voordeel geeft op gebied van kwaliteit en kost ten opzichte van bovenstaande methodes.
In bovenstaande patenten is het onmogelijk een holle vorm te maken met een driedimentioneel profiel. Immers de opeenvolgende stappen van wikkelen en uitharden laten niet toe dat wikkelkernen driedimentioneel vervormd worden tijdens het verdichten en het uitharden. Het is immers dan onmogelijk om de wikkelkernen opnieuw te monteren op de wikkelmachine. In onze uitvinding wordt een interne druk gecreëerd via een flexibele verwarmde kern, daardoor kan een holle vorm aangemaakt en uitgehard worden met onbeperkte 3D mogelijkheden. Dit biedt een tweede voordeel.
Indien men volgens bovenstaande patenten een laatste laag zou willen aanbrengen die decoratieve elementen bevat ontstaan er problemen van ongewenste vervormingen. Deze decoratieve laag zou kunnen bestaan uit een bedrukking van papier, textiel, ...enz. De tekening op deze laag moet nog intact zijn na het verdichten en uitharden. Gezien hét verdichten in bovenstaande patenten van buitenuit gebeurd wordt het decoratieve patroon ongewenst vervormd of zelf beschadigd. Een derde voordeel van onze uitvinding is dat, door het gebruik van een druk van binnenuit, de decoratieve buitenste laag niet wordt vervormd of beschadigd.
In onze patentaanvraag EP08447004 beschrijven we hoe een reliëfstructuur kan aangebracht worden, synchroon met de patroon uit de decoratieve laag. Daarvoor wordt de persmal gegraveerd met het tegenbeeld van de reliëfstructuur. Deze techniek kan volgens de bestaande prior-art ivm holle vormen niet overgenomen worden omdat de holle vorm bij het persen in 3D van buitenuit krimpt. Indien we echter de mal vast opstellen en de persdruk van binnenuit realiseren kunnen we de reliëfstructuur uit de mal laten corresponderen met het patroon uit de decoratieve laag. Dit is het vierde voordeel van deze nieuwe uitvinding.
Het is ook gekend dat bij het aanmaken van holle gebogen vormen uit multiplex (plywood) er problemen ontstaan met scheurtjes in het oppervlak van zodra kleine buigradiussen worden toegepast. Dit kan veel uitval veroorzaken of het zelf onmogelijk maken om de vorm te produceren. Het vijfde voordeel van onze uitvinding is de mogelijkheid om gebogen holle vormen te vervaardigen uit lichtgewicht vezels met zeer kleine buigradiussen zonder dat er kwaliteitsproblemen ontstaan aan het oppervlak.
Het is bekend dat bouwelementen (gevelpanelen of vloeren) gemaakt van WPC of HDF/MDF beperkt zelfdragend zijn. Daarnaast is het gekend dat carbonnanotubes (CTN) veelmaal sterker zijn dan staal maar toch flexibel blijven. Een menging van SWNT’s (single-walled nanotubes) en MWNT’s (multiwalled nanotubes) geeft daarbij de beste resultaten. Dit wordt uitgedrukt door de Young modulus (E). Deze kan oplopen tot 1000 GPa voor de beste kwaliteit CNT’s, terwijl staal +/- 200 GPa heeft. CTN’s worden tegenwoordig aangeboden in een waterige oplossing. Door gebruik te maken van versterkende lagen en/of carbonnanotubes gemengd in de thermo-hardende resine en het combineren van verschillende holle vormen in één structuur kan het zelfdragend karakter van een element gemaakt met onze uitvinding sterk worden verhoogd. Dit biedt een zesde voordeel.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding wordt volgens bijhorende figuren in detail uiteengezet. Daarbij onderscheiden we drie uitvoeringsvormen van de holle, al of niet gebogen, vorm. De uitvoeringsvorm 1 geeft de mogelijkheid om een volledig ommantelde decoratieve laag aan te bieden. Daartegenover heeft de uitvoeringsvorm 2 een enveloppe-struktuur, die onder andere de mogelijkheid biedt om scherpe randen te realiseren. De derde uitvoeringsvorm is een combinatie van beide vorige.
Figuur 1 holle, al of niet gebogen, vorm via uitvoeringsvorm 1
Figuur 2 holle, al of niet gebogen, vorm via uitvoeringsvorm 2
Figuur 3 holle, samengestelde, al of niet gebogen, vorm via uitvoeringsvorm 3
Figuur 4 niet uitgeharde holle vorm opgebouwd uit banden wikkelmateriaal gebruikt voor uitvoeringsvorm 1
Figuur 5 niet uitgeharde holle vorm opgebouwd door oprollen gebruikt voor uitvoeringsvorm 1
Figuur 6 niet uitgeharde holle vorm opgebouwd door oprollen en een zwaluwstaartverbinding gebruikt voor uitvoeringsvorm 1
Figuur 7 niet uitgeharde vorm gebruikt voor uitvoeringsvorm 2
Korte samenvatting van de materialen uit onze patentaanvraag EP08447004
Voor deze nieuwe uitvinding wordt gebruik gemaakt van materialen en hulpmiddelen die we aldaar reeds beschreven hebben. We gebruiken hier dezelfde omschrijvingen en nummeringen. Een korte samenvatting van deze elementen : i. Een vorm (1) met mogelijks een driedimentioneel profiel (10,11) ii. Een kern (9), met tenminste één laag (2,3), is samengesteld uit vezels. Deze vezels kunnen zowel natuurlijke vezels, kunststofvezels, ... enz zijn. De verschillende lagen (2,3) van de kern (9) worden, al of niet, van tenminste één thermo-hardende hars voorzien.
iii. Tenminste één toplaag (4) en mogelijks één of meer onderlaag (7) die boven en of onder de kern (9) voorzien worden.
iv. Verschillende tussenlagen (5,6) die mogelijks onder de top (4)- of onderlaag (7) of tussen de kernlagen (2,3) worden aangebracht.
v. Deze lagen (4,5,6,7) worden vervaardigd uit papier, textiel, non-wovens, glasvezels... enz. Deze lagen (4,5,6,7) kunnen, al of niet, met één of meerdere thermo-hardende harsen worden voorzien.
vi. Minstens één laag (4,5,6,7) is, mogelijks, voorzien van een motief (8a) en een reliëfstructuur (8). De reliëfstructuur (8) kan, al of niet, in overeenstemming zijn met het motief (8a).
vii. Een mal (13) die het tegenprofiel van de uiteindelijke reliëfstructuur (8) bevat en gesloten wordt doormiddel van zuigers (16). De reliëfstructuur (8) kan doormiddel van een lasertechniek worden aangebracht.
Beschrijving van de gelaagde holle vorm
De uitvinding bestaat uit drie uitvoeringsvormen volgens figuur 1,2 en 3. De uitvoeringsvormen 1 en 2 volgens figuur 1 en 2, zijn opgebouwd uit een kern (9) bestaande uit tenminste één kernlaag (2,3) en de top-, tussen- of onderlagen (4,5,6,7). De lagen (2.3.4.5.6.7) zijn, al of niet, geïmpregneerd met één of meerdere thermo-hardende harsen. Indien ze niet geïmpregneerd zijn worden ze mogelijks na het vervaardigen van de niet-uitgeharde gelaagde vorm (14) geïmpregneerd. De top- en onderlaag (4,7) zijn optioneel bedrukt met een motief (8a). In de mal (13) is er mogelijks een reliëf aanwezig dat het tegenprofiel is van de reliëfstructuur (8) die op de holle gelaagde vorm (1) wordt aangebracht bij het uitharden. De holle gelaagde vorm (1) kan driedimentioneel gebogen zijn (10,11).
In de uitvoeringsvorm 1 volgens figuur 1 is de vorm (1) volledig ommanteld met de lagen (4.5.6.7) . De buitenlaag (4,7), die mogelijks een motief (8a) bevat, loopt volledig rond de vorm (1). Deze uitvoering vertrekt van een niet-uitgeharde vorm (14) die samengesteld is uit de verschillende lagen (2,3,4,5,6,7).
In de uitvoeringsvorm 2 volgens figuur 2 is de vorm (1) niet volledig ommanteld aan de zijkanten. De uitvoering vertrekt hier van twee voorgevormde kernen (9) bestaande uit de kernlagen (2,3). Deze kernlagen (2,3) hoeven niet dezelfde te zijn in de beide kernen (9). Boven, tussen en onder deze kernen (9) worden de lagen (4,5,6,7) aangebracht. Door de werkwijze gekoppeld aan deze uitvoeringsvorm worden de randen verkleefd en uitgehard. Deze uitvoeringsvorm geeft ook de mogelijkheid om de achterzijde van de vorm (1) op dezelfde manier te verkleven en uit te harden.
De uitvoeringsvorm 3 is een combinatie van de twee voorgaande uitvoeringsvormen en bevat mogelijks, maar niet noodzakelijk, dezelfde elementen. Volgens figuur 3 onderscheiden we een aantal niet-uitgeharde vormen (14) met hun verschillende lagen (2,3,6), twee voorgevormde kernen (9) met zijn kernlagen (2,3) en de top-, onder- en tussenlagen (4,5,6,7) die zich boven en onder de voorgevormde kernen (9) bevinden. In de top- en onderlaag (4,7) kan een reliëf (8) aangebracht zijn, al of niet, in overeenstemming met een motief (8a).
In de drie uitvoeringsvormen is het mogelijk dat in de thermohardende harsen, waar één of meerdere lagen (2,3,4,5,6,7) werden mee voorzien, er carbonnanotubes worden in vermengd. Er kan tussen de lagen ook een extra resinelaag, waar de carbonanotubes in zijn verwerkt, worden aangebracht.
Beschrijving van de werkwijze ter vervaardiging
De werkwijze ter vervaardiging van de holle gelaagde vorm (1) bestaat erin door: i. het bewerkstellingen van de kernen (9) en de lagen (2,3,4,5,6,7) ii. het vervaardigen van een niet-uitgeharde vorm (14) gebruikt voor de uitvoeringsvorm 1 volgens drie methodes volgens figuur 4, 5 en 6 iii. het mogelijks opbrengen van harsen op de buitenste laag (4,6) van de niet uitgeharde vorm (14) iv. het vervaardigen van de niet-uitgeharde kernen (9) gebruikt voor de uitvoeringsvorm 2 volgens figuur 7 v. het mogelijks opbrengen van harsen gemengd met carbonnanotubes in, op of onder de lagen (2,3,4,5,6,7), op de niet-uitgeharde vorm (14) of de niet-uitgeharde kern (9) vi. het samenstellen van de structuur gebruikt voor de uitvoeringsvorm 3, gebruikmakend van niet-uitgeharde vormen (14) en niet-uitgeharde kernen (9) in combinatie met bewerkstelligde lagen (4,5,6,7) vii. het buigen, samenpersen en uitharden van de holle gelaagde vorm (1) in uitvoering 1 doormiddel van verwarmde mallen (13a, 13b, 13c, 13d) en een expanderende flexibele verwarmde kern (17) volgens figuur 1 viii. het buigen, samenpersen en uitharden van de holle gelaagde vorm (1) in uitvoering 2 doormiddel van verwarmde mallen (13a, 13c) en een expanderende flexibele verwarmde kern (17) volgens figuur 2 ix. het buigen, samenpersen en uitharden van de holle gelaagde vorm (1) in uitvoering 3 doormiddel van verwarmde mallen (13a, 13c) en verschillende expanderende flexibele verwarmde kernen (17) volgens figuur 3
In de werkwijze voor de verschillende uitvoeringsvormen volgens figuur 1, 2 en 3 wordt gebruikt gemaakt van mallen (13). De manteldelen (13a, 13b, 13c, 13d) van deze mal zijn verwarmd. De reliëfstructuur (8) in de gelaagde holle vorm (1) volgens figuur 1, 2 en 3 wordt aangebracht door de mal (13). Dit reliëf (8) kan dan ook, al of niet, in overeenstemming met het motief (8a) worden aangebracht. Een belangrijk aspect bij deze bewerking is een nauwkeurige positionering van de gelaagde structuur (2,3,4,5,6,7) in de mal. Daarvoor wordt er een referentiepunt voorzien in de buitenste lagen (4,7) en op één van de manteldelen van de mal (13).
Daarnaast maken de verschillende uitvoeringsvormen gebruik van een flexibele kern(en) (17) om de vorm (1) uit te harden. De mantel van de kern (17) bestaat uit een flexibel materiaal dat tegelijk weerstand kan bieden aan de warmte en de druk. We denken daarbij, zonder beperking, aan chloropreen rubber, butyl rubber, siliconen rubber, fluor rubber, ...enz of composieten ervan. Deze flexibele kern(en) (17) wordt ingebracht in de holte(s) (20) die ontstaat in de center van de mal (13). In deze kern(en) (17) wordt een verwarmd medium ingepompt (bv. thermische olie) of wordt het medium terplaatse opgewarmd door een elektrische weerstand. Dit medium wordt op druk gebracht zodat de kern (17) uitzet.
De werkwijze voor uitvoeringsvorm 1 vertrekt met het vervaardigen van een gelaagde, niet-uitgeharde holle vorm (14). Daarvoor zijn er volgende mogelijke werkwijzen: i. Volgens figuur 4 wordt de holle vorm opgebouwd door banden van het kernmateriaal (2,3) en de top-, tussen- en onderlagen (4,5,6,7) spiraalvormig te wikkelen rond een tweedimentionele doorn (15). Van deze eindloze holle vorm wordt de niet-uitgeharde holle vorm (14) afgesneden. Een andere werkwijze is dat de toplagen (4,5) er niet tijdens het wikkelen wordt aangebracht, maar achteraf nadat de niet-uitgeharde holle vorm (14) werd afgesneden.
ii. Een tweede werkwijze, volgens figuur 5, maakt gebruik van rechthoekige matten van het kernmateriaal (2,3) en rechthoekige bladen van de top-, tussen- en onderlagen (4,5,6,7). Deze worden achtereenvolgens rond de tweedimentionele doorn (15) opgerold tot een niet-uitgeharde holle vorm (14).
iii. Een derde werkwijze voorgesteld in figuur 6, maakt gebruik van een zwaluwstaart of gelijkaardige verbinding om van de kernlagen (2,3) een holle vorm te maken. De top-,tussen- en onderlagen (4,5,6,7) worden onder, tussen of op deze kernen aangebracht door ze rond de tweedimentionele doorn (15) en de kernlagen (2,3) te wikkelen. Zo ontstaat een niet-uitgeharde holle vorm (14).
Voor alle bovenstaande werkwijzen is het ook mogelijk dat de toplaag (4) een motief (8a) bevat. Daarnaast is het voor bovenstaande werkwijzen ook mogelijk dat het aanbrengen van de harsen op de buitenste laag (4,7) slechts uitgevoerd wordt nadat de niet-uitgeharde holle vorm (14) werd gemaakt. Evenals is het mogelijk dat harsen gemengd met carbonnanotubes aangebracht worden op de kern (9) tijdens de aanmaak van de niet-uitgeharde vorm (14). Beide bewerkingen kunnen door verspuiten, uitstrijken, onder druk zetten met een verzadigd medium...of enig andere techniek. Om het ontstaan van blazen aan het oppervlak te vermijden, dient de niet-uitgeharde vorm (14) gedroogd te worden tot een vooraf vastgelegde vochtigheid alvorens het proces van het uitharden wordt gestart.
Het verder verloop van de werkwijze voor de uitvoeringsvorm 1 wordt hierna uitgelegd. Volgens figuur 1 wordt deze niet-uitgeharde vorm (14) ingebracht tussen de manteldelen (13a, 13b, 13c, 13d). De manteldelen (13b, 13c, 13d) worden gesloten doormiddel van de zuigers (16b, 16c, 16d) en op hun plaats gehouden. De flexibele kern (17) wordt in de holte (20) ingebracht. Het medium in de kern (17) is reeds opgewarmd of wordt nu opgewarmd. Door het opbouwen van een interne druk in de kem (17) wordt de niet-uitgeharde vorm (14) tegen de verwarmde mal (13) gedrukt. Door aanwezigheid van de harsen en doormiddel van de warmte, de druk en de tijd wordt de holle vorm (1) uitgehard. De persdruk van de kern (17) en de temperatuur van de mallen (13) en de kern (17) zijn naast de behandelingstijd afhankelijk van de karakteristieken van de aangewende lagen (2,3,4,5,6,7), de driedimentionele buiging (10,11) en de vereiste eigenschappen van de holle gelaagde vorm (1). Na het uitharden wordt de druk weggenomen, zodat de flexibele kern (17) kan verwijderd worden en de mal (13) geopend. De holle gebogen vorm (1) kan nadien verwijderd worden.
De werkwijze voor uitvoeringsvorm 2 volgens figuur 2 maakt gebruik van niet-uitgeharde kernen (9). Deze niet-uitgeharde kernen (9) worden vervaardigd volgens figuur 7. Deze kernen (9) worden opgebouwd uit de kernlagen (2,3) en doormiddel van de persmal (13) gebogen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de verwarmde manteldelen (13a, 13c) en de zuiger (16c). De temperatuur, persdruk en tijd bepalen de stabiliteit van de buiging. Er wordt op gelet dat de kern (9) niet uitgehard wordt en de vooraf bepaalde restvochtigheid aangehouden wordt. Op dat moment kunnen de harsen gemengd met de carbonnanotubes mogelijks worden aangebracht op of onder de kern (9).
Volgens figuur 2 wordt vervolgens het sandwichpaneel samengesteld die bestaat uit twee al of niet gelijke, niet-uitgeharde kernen (9) bestaande uit de kernlagen (2,3) en de top-, tussen-en onderlagen (4,5,6,7). Deze sandwich wordt tussen de gebogen manteldelen (13a, 13c) gebracht. De verwarmde gebogen mallen (13a, 13c) worden doormiddel van een zuiger (16c) gesloten zodat de zijranden worden samengedrukt. Tegelijkertijd wordt in de holte (20), die overblijft tussen het onder en bovendeel, een flexibele kern (17) ingebracht. Het medium in de kern (17) is reeds opgewarmd of wordt nu opgewarmd en een interne druk wordt opgebouwd. De persdruk van de kern (17) en de temperatuur van de mallen (13) en de kern (17) zijn naast de behandelingstijd afhankelijk van de karakteristieken van de aangewende lagen (2,3,4,5,6,7), de driedimentionele buiging (10,11) en de vereiste eigenschappen van de holle gelaagde vorm (1). Ook hier kan na het uitharden de gelaagde holle vorm (1) verwijderd worden.
In de werkwijze voor uitvoeringsvorm 3 volgens figuur 3 maken we gebruik van niet-uitgeharde kernen (9) uit uitvoeringsvorm 2 en niet-uitgeharde vorm (14) uit uitvoeringsvorm 1. Deze werkwijze plaatst verschillende niet-uitgeharde vormen (14) naast elkaar, waarna er boven en onderaan telkens een niet-uitgeharde kern (9) wordt voorzien. Boven en onder deze kernen (9) worden dan de top-, tussen- en onderlagen (4,5,6,7) voorzien. Ook hier kunnen harseb gemengd met carbonnanotubes worden aangebracht tussen, onder of op de verschillende lagen (2,3,4,5,6,7). De werkwijze om de gelaagde holle vorm (1) te bekomen is daarna gelijk aan deze beschreven in uitvoeringsvorm 2. Hier wordt er uiteraard gebruik gemaakt van verschillende flexibele kernen (17).

Claims (25)

1. Een gelaagde vorm (1) bestaande uit een kern (9), voorzien van één of meerdere kernlagen (2,3), tenminste één toplaag (4), al of niet onderlagen (7) en al of niet tussenlagen (5,6) en hierdoor gekenmerkt dat de vorm (1) hol is.
2. Een holle gelaagde vorm (1) bestaande uit een kern (9), voorzien van één of meerdere kernlagen (2,3), tenminste één toplaag (4), al of niet onderlagen (7) en al of niet tussenlagen (5,6) en hierdoor gekenmerkt dat de vorm (1) een decoratieve laag heeft die de toplaag (4) is.
3. Een holle gelaagde vorm (1) bestaande uit een kern (9), voorzien van één of meerdere kernlagen (2,3), tenminste één toplaag (4), al of niet onderlagen (7) en al of niet tussenlagen (5,6) en hierdoor gekenmerkt dat de vorm (1) gebogen is
4. Een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 1,2 of 3 en hierdoor gekenmerkt dat de vorm (1) voorzien is van een reliëfstructuur (8) al dan niet, in overeenstemming met een vooraf aangebracht motief (8a) in één of meerdere van de lagen (4,5,6,7). p. Een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 1, 2 of 3 en hierdoor gekenmerkt dat de kernlagen (2,3) met thermo-hardende harsen behandeld zijn.
6. Een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 1, 2 of 3 en hierdoor gekenmerkt dat de kern (9) bestaat uit verscheidene kernlagen (2,3) die de eigenschappen van de holle vorm (1) bepalen.
7. Een holle gelaagde vorm (1) volgens een van vorige conclusies en hierdoor gekenmerkt dat de kernlagen (2,3) gemaakt zijn van verschillende vezels.
8. Een holle gelaagde vorm (1) volgens een van vorige conclusies en hierdoor gekenmerkt dat de top-, tussen-, en onderlagen (4,5,6,7) samengesteld zijn uit natuurlijk of synthetisch materiaal, en optioneel behandeld zijn met thermohardende résinés.
9. Een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 8 en hierdoor gekenmerkt dat indien de top-, tussen-, en onderlagen (4,5,6,7) niet behandeld zijn met thermohardende résinés, deze résinés al of niet worden aangebracht op de niet uitgeharde vorm (14) na het aanmaken ervan.
10. Een holle gelaagde vorm (1) volgens een van vorige conclusies en hierdoor gekenmerkt dat in, op, onder of tussen de lagen (2,3,4,5,6,7) thermohardende résinés gemengd met carbonanotubes zijn aangebracht.
11. Een holle gelaagde vorm (1) volgens volgens een van vorige conclusies en hierdoor gekenmerkt dat de kernlaag (9) kan gemaakt worden op basis van een driedimentioneel profiel (10,11), met een selectieve dikte en/of densiteit.
12. Een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 9 en hierdoor gekenmerkt dat het driedimentioneel profiel (10,11) aan de hand van een computermodel samengesteld wordt.
13. Een holle gelaagde vorm (1) volgens volgens een van vorige conclusies en hierdoor gekenmerkt dat het toevoegen van specifieke substanties in de lagen (2,3,4,5,6,7) het brandwerende, en/of waterbestendige, en/of krasbestendige substanties verhoogd.
14. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) en hierdoor gekenmerkt dat de volgende stappen worden doorlopen : i. het bewerkstelligen van de vorm en de dimensies van de kern (9) en zijn kernlagen (2,3) ii. het bewerken van de top-,onder- en tussenlagen (4,5,6,7) iii. het maken van een niet-uitgeharde holle vorm (14) voor de uitvoeringswijze 1 iv. het optioneel aanbrengen van résinés op de buitenzijde van de niet-uitgeharde holle vorm (14) v. het maken van niet uitgeharde kernen (9) voor de uitvoeringswijze 2 vi. het samenbrengen van de verschillende onderdelen voor de uitvoeringswijze 2 en 3 vii. het buigen en uitharden tot een holle gelaagde vorm (1) viii. het bewerkstellingen van het reliëf (8) tijdens het persproces, al of niet in overeenstemming met een motief (8a) doormiddel van de mal (13)
15. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat er gebruik gemaakt wordt van een flexibele kern (17) om de vorm (1) uit te harden.
16. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 15 en hierdoor gekenmerkt dat de flexibele kern (17) een medium bevat die kan verwarmd en onder druk gezet worden.
17. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat de gelaagde struktuur (2,3,4,5,6,7) tussen de mal (13) en de flexibele kern (17) tot een holle gelaagde vorm (1) bewerkstelligd wordt, rekening houdend met de druk, warmtetoevoer en behandelingstijd, afhankelijk van de eigenschappen van het materiaal.
18. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat de kem (9), bestaande uit ten minste één kernlaag (2,3), op basis waarvan de eigenschappen van het driedimentioneel profiel (10,11), wordt opgebouwd.
19. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat de kernlagen (2,3) behandeld worden met thermo-hardende résinés al of niet gemengd met carbonnanotubes.
20. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat de top-, onder- en tussenlagen (4,5,6,7) behandeld worden met thermo-hardende résinés al of niet gemengd met carbonnanotubes.
21. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat er een motief (8a) aangebracht wordt op ten minste één van de lagen (4,5,6,7) door middel van een printprocédé.
22. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat er een reliëf (8) in, ten minste één van de lagen (4,5,6,7), al dan niet in overeenstemming met het motief (8a), wordt aangebracht.
23. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 21 en hierdoor gekenmerkt dat tijdens het printen van het motief (8a), markeringen (12) aangebracht worden, die dienen om de niet-uitgeharde vorm (14) te positioneren in de mal (13).
24. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt dat het motief (8a) een digitale afbeelding is, die volgens een computermodel berekend wordt.
25. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 22 en hierdoor gekenmerkt dat het reliëf (8) aangebracht wordt tijdens het persen van de verschillende lagen (2,3,4,5,6,7) met behulp van de mal (13) en de verwarmde flexibele kern (17).
26. Een werkwijze voor het vervaardigen van een holle gelaagde vorm (1) volgens conclusie 14 en hierdoor gekenmerkt dat de mal (13) of een deel van de mal (13) voorzien is van een reliëfstructuur (18) en verwarmd wordt.
BE200800262A 2008-05-08 2008-05-08 Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging. BE1018117A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200800262A BE1018117A6 (nl) 2008-05-08 2008-05-08 Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200800262A BE1018117A6 (nl) 2008-05-08 2008-05-08 Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging.
BE200800262 2008-05-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018117A6 true BE1018117A6 (nl) 2010-05-04

Family

ID=42126317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE200800262A BE1018117A6 (nl) 2008-05-08 2008-05-08 Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018117A6 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022219263A1 (fr) * 2021-04-14 2022-10-20 Safran Aircraft Engines Procede de fabrication d'une aube creuse de turbomachine

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022219263A1 (fr) * 2021-04-14 2022-10-20 Safran Aircraft Engines Procede de fabrication d'une aube creuse de turbomachine
FR3121865A1 (fr) * 2021-04-14 2022-10-21 Safran Aircraft Engines Procédé de fabrication d’une aube creuse de turbomachine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100546824C (zh) 精确叠合压纹产品的制造工艺
US20200254732A1 (en) Method of manufacturing a decorative substrate and decorative substrate produced thereby
RU2696701C2 (ru) Компоновка сотовой основы и содержащая ее многослойная деталь
FI105082B (fi) Menetelmät kohokuviomuottien suunnittelemiseksi sekä puuainesyhdistelmätuotteiden valmistamiseksi
FI112928B (fi) Täytelaminaatti, joka on valmistettu tärkkelysvaahdosta
JPH07500779A (ja) 繊維からグリッドを製造する方法及び装置
JP6346636B2 (ja) 模造の木目調およびきめを有する接合薄板、接合薄板パネル、およびこれらを作製する方法
JP6335868B2 (ja) サンドイッチ型の部品を製造する方法及び装置
CN107322750A (zh) 纤维板的制造方法
JP2012071591A (ja) 繊維強化成形体及びその製造方法
BE1018117A6 (nl) Een gelaagde holle vorm en de werkwijze ter vervaardiging.
JP4620765B2 (ja) 真空成形に使用する木質型の製造方法
US3235440A (en) Mat and method for finishing a rough base
KR101234261B1 (ko) 복합 smc 성형품, 및 이의 성형 방법
JPH0247565B2 (nl)
JP6982827B2 (ja) 木質化粧板の製造方法およびこの木質化粧板を用いたインサート成形品の製造方法
JP2016087816A (ja) 成形合板の製造方法
US1866312A (en) Process of making door panels of fibrous materials
JP6847510B2 (ja) 炭素繊維複合化粧板
JP7046711B2 (ja) 木目柄成形建材、木目柄炭素繊維複合材薄体及びその製造方法
CN203795771U (zh) 室内墙面装饰用贴面板
DE3915249C2 (nl)
JP5210367B2 (ja) 木質型を用いた成形品の製造方法
CN207697221U (zh) 一种层压的补压结构
JPH0489208A (ja) プリプレグの製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20100531