BE1017895A3 - Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet. - Google Patents

Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet. Download PDF

Info

Publication number
BE1017895A3
BE1017895A3 BE2007/0594A BE200700594A BE1017895A3 BE 1017895 A3 BE1017895 A3 BE 1017895A3 BE 2007/0594 A BE2007/0594 A BE 2007/0594A BE 200700594 A BE200700594 A BE 200700594A BE 1017895 A3 BE1017895 A3 BE 1017895A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
frame
support
rocker arm
toilet bowl
pivot point
Prior art date
Application number
BE2007/0594A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Brego Technics N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brego Technics N V filed Critical Brego Technics N V
Priority to BE2007/0594A priority Critical patent/BE1017895A3/nl
Priority to PCT/BE2008/000098 priority patent/WO2009073935A2/en
Priority to AT08859653T priority patent/ATE530716T1/de
Priority to ES08859653T priority patent/ES2376030T3/es
Priority to EP08859653A priority patent/EP2229488B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1017895A3 publication Critical patent/BE1017895A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D11/00Other component parts of water-closets, e.g. noise-reducing means in the flushing system, flushing pipes mounted in the bowl, seals for the bowl outlet, devices preventing overflow of the bowl contents; devices forming a water seal in the bowl after flushing, devices eliminating obstructions in the bowl outlet or preventing backflow of water and excrements from the waterpipe
    • E03D11/13Parts or details of bowls; Special adaptations of pipe joints or couplings for use with bowls, e.g. provisions in bowl construction preventing backflow of waste-water from the bowl in the flushing pipe or cistern, provisions for a secondary flushing, for noise-reducing
    • E03D11/14Means for connecting the bowl to the wall, e.g. to a wall outlet
    • E03D11/143Mounting frames for toilets and urinals

Abstract

Inrichting (1) voor de bevestiging van een toiletpot (2) van een hangtoilet (3), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een kader (4) voor de bevestiging in of tegen een wand en een steun (5) waaraan de toiletpot (2) bevestigd kan worden en een mechanisme (6) met een aandrijving (27) dat toelaat de steun (5) ten opzichte van het kader (4) te bewegen tussen een gesloten positie overeenstemmend met een gebruiksklare ophanging van de toiletpot (2) waarbij de steun (5) naar het kader (4) is teruggetrokken en een onderhoudspositie waarbij de steun (5) over een zekere afstand van het kader (4) is verwijderd om toe te laten het inwendige van de toiletpot (2) te bereiken, waarbij het mechanisme (6) zodanig is dat de steun (5) initieel wentelt en vervolgens of gelijktijdig van het kader (4) weg beweegt.

Description

Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van een toiletpot, in het bijzonder van een toiletpot van een hangtoilet die is uitgerust met een vergruizer.
In de bekende installaties worden dergelijke toiletpotten aan de wand bevestigd door middel van draadstangen en moeren.
Een nadeel is dan ook dat bij herstel, nazicht of onderhoud van de vergruizer het toilet volledig verwijderd moet worden, wat arbeidsintensief is.
Men kent reeds scharnier systemen voor de bevestiging van een hangtoilet, waarbij de toiletpot zijdelings opendraait.
Een nadeel is dat de ruimte rond een toilet vaak beperkt is waardoor het opendraaien niet mogelijk is.
Een ander nadeel is dat de bekende toiletten lawaai produceren wanneer de vergruizerpomp in actie treedt.
Nog een nadeel is dat bij de bestaande systemen niets is voorzien om onregelmatigheden te kunnen wegwerken die kunnen optreden tussen de toiletpot en de muurafwerking.
Dergelijke onregelmatigheden kunnen bijvoorbeeld te wijten zijn aan de toiletpot doordat het porselein vervormt tijdens het bakken, of aan de muurafwerking door ongelijke tegelzetting, ruwe materialen en dergelijke.
Nog een ander nadeel is dat de dichting tussen de steun en toiletpot met siliconen wordt afgewerkt, wat onesthetisch is.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voörnoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting voor de bevestiging van een toiletpot van een hangtoilet, waarbij de inrichting voorzien is van een kader voor de bevestiging in of tegen een wand en een steun waaraan de toiletpot bevestigd kan worden en een mechanisme met een aandrijving dat toelaat de steun ten opzichte van het kader te bewegen tussen een gesloten positie overeenstemmend met een gebruiksklare ophanging van de toiletpot waarbij de steun naar het kader is teruggetrokken en een onderhoudspositie waarbij de steun over een zekere afstand van het kader is verwijderd om toe te laten het inwendige van de toiletpot te bereiken, waarbij het mechanisme zodanig is dat de steun initieel wentelt en vervolgens of gelijktijdig van het kader weg beweegt.
Een voordeel is dat de toiletpot initieel van het kader weg kan worden gewenteld tot een zekere afstand, om zodoende toegang te verkrijgen, bijvoorbeeld tot de vergruizer en de daarbijhorende elektrische componenten en/of de verbindingen, waardoor montage, onderhoud en kleine werkzaamheden veel makkelijker uit te voeren zijn.
Een ander voordeel is dat de toiletpot initieel over een kleine hoek kan worden gewenteld, zodat men kan zien waar het probleem zich situeert zonder de toiletpot te moeten verwi j deren.
Een bijkomend voordeel is dat de inrichting slechts een geringe inbouwdiepte vereist.
Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding is de aandrijving van de inrichting opgebouwd uit een moer die door middel van een mechanische spindel verschuifbaar is.
Een voordeel is dat het mechanisme eenvoudig kan worden bediend door de moer te verdraaien.
Nog een voordeel is dat de onregelmatigheden tussen de muurafwerking en de toiletpot door de inrichting worden opgevangen door het gecontroleerd vastdraaien van de moer, waarbij de pot tegen de muur wordt aangetrokken.
Bij voorkeur wordt de steun tweedelig uitgevoerd waarbij een eerste gedeelte kan samenwerken met het voornoemd mechanisme en waarbij een tweede gedeelte aan de toiletpot is voorzien, waarbij de beide delen voorzien zijn van complementaire koppel elementen waarmee de twee delen aan elkaar kunnen worden bevestigd, die uitgevoerd kunnen zijn in de vorm van zijdelings uitstékende tappen op het eerste gedeelte en haken op het tweede gedeelte zodat het tweede gedeelte over de uitsteeksels van het eerste gedeelte kan worden vastgehaakt.
Een voordeel is dat bij grotere herstellingen op zeer eenvoudige wijze de toiletpot van het kader kan worden verwijderd of vervangen door een andere toiletpot.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de steun verder voorzien van een dichtingsring met de contouren van het steunvlak van de toiletpot tegen de muur.
Een voordeel is dat de dichting tussen de toiletpot en de wand het geluid, veroorzaakt door de werking van de vergruizerpomp, tot het absolute minimum reduceert.
Een bijkomend voordeel is dat de dichting steeds op haar plaats blijft zitten.
Nog een voordeel is dat hierdoor geen siliconen gebruikt moeten worden en dat aldus een mooie afwerking bekomen wordt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van de inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 in volledig gemonteerde toestand van de inrichting; de figuren 3 tot 6 de opeenvolgende stappen tijdens de beweging van de gesloten positie naar de onderhoudspositie weergeven;
In de figuren 1 en 2 is schematisch een inrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven voor de bevestiging van een toiletpot 2 van een hangtoilet 3.
De inrichting 1 bestaat hoofdzakelijk uit een kader 4 voor de bevestiging in of tegen een wand en een steun 5 waaraan de toiletpot 2 kan worden bevestigd, waarbij het kader 4 voorzien is van een mechanisme 6 dat toelaat de steun 5 ten opzichte van het kader 4 te bewegen.
Het kader 4 is opgebouwd uit minstens twee verticale balken 7,8 die dwars op de vloer 9 zijn geplaatst en met elkaar verbonden zijn door één of meerdere dwarsverbindingen 10 en is bij voorkeur uit metaal vervaardigd, al dan niet afgewerkt met poederlak.
Zoals duidelijk weergegeven is in figuur 2, bevat het mechanisme 6 onder meer een schommelarm 11, die met een uiteinde 12 scharnierbaar rond een as op het kader 4 is opgehangen en met een ander uiteinde 13 scharnierbaar verbonden is met de onderzijde van de steun 5.
Verder bevat het mechanisme een tuimelaar 14 die scharnierbaar op het kader 4 is aangebracht en die van twee benen 15,16 is voorzien, die onder een zekere hoek ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, bij voorkeur nagenoeg dwars op elkaar gericht.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevindt het scharnierpunt 17 waarmee de tuimelaar 14 op het kader 4 is aangebracht zich lager dan het scharnierpunt 18 waarmee de schommelarm 11 op het kader 4 is aangebracht.
Bovendien is het scharnierpunt 17 van de tuimelaar 14 verder verwijderd van de steun 5 dan het scharnierpunt 18 van de schommelarm 11.
De afstand A tussen de voorzijde van het kader 4 en het scharnierpunt 17 van de tuimelaar 14 kan bijvoorbeeld 85 mm bedragen, terwijl de afstand B tussen het scharnierpunt 18 van de schommelarm 11 en deze voorzijde 25 mm kan zijn.
Bij voorkeur is de tuimelaar 14 voorzien van een nok 19 tegenover een rand 20 van de schommelarm 11 teneinde met deze rand te kunnen samenwerken, waarbij de nok 19 al dan niet voorzien kan zijn van een wiel 21 waarmee de nok in contact komt met de voornoemde rand 20.
Een van de benen 15 van de tuimelaar is scharnierbaar verbonden met een stang 22, die op zijn beurt scharnierbaar verbonden is met een slede 23 die verschuifbaar in het kader 4 is aangebracht, waarbij de slede 23 een verticale beweging kan uitvoeren in een daartoe voorziene geleiding 24.
Het scharnierpunt 18 waarmee de schommelarm 11 op het kader 4 is aangebracht, bevindt zich in het verlengde van de bewegingsrichting van deze slede 23.
Het scharnierpunt 25 tussen de stang 22 en de slede 23 bevindt zich tussen de scharnierpunten 17,18 waarmee de schommelarm 11 en de tuimelaar 14 op het kader zijn bevestigd.
Het andere been 16 van de tuimelaar 14, meer bepaald het been met de nok 19, is in het weergegeven voorbeeld scharnierbaar verbonden met een brug 26, die op haar beurt scharnierbaar verbonden is met de bovenzijde van de steun 5.
Bij voorkeur is de lengte C van de brug 26 kleiner dan de lengte D van de schommelarm 11, waarbij deze lengtes bijvoorbeeld respectievelijk 115 mm en 245 mm kunnen bedragen, gemeten tussen de scharnierpunten.
Het mechanisme 6 bevat verder middelen die, na een initiële wenteling en bij het verder activeren van de aandrijving 27, ervoor zorgen dat de steun 5 in de omgekeerde draaizin kan terugwentelen en zich verder verwijderen van de steun 5 ten opzichte van het kader 4.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de voornoemde middelen uitgevoerd in de vorm van de voornoemde nok 19 en een oploopgedeelte 28 van de voornoemde rand 20 van de schommelarm 11 waarmee de nok 19 in contact kan komen, en dat schuin kan lopen ten opzichte van de meetkundige as door de scharnierpunten van de schommelarm 11.
De vorm van het oploopgedeelte 28 is zodanig dat de afstand tussen het contactpunt 29 en deze meetkundige as afneemt naarmate het contactpunt 29 zich naar het scharnierpunt 18 van de schommelarm 11 op het kader 4 beweegt.
De aandrijving 27 is in de weergegeven uitvoeringsvorm opgebouwd uit een moer 30 die in de slede 23 is aangebracht en die door middel van een mechanische spindel 31 verschuifbaar is in de richting van de as van het scharnierpunt 18 van de schommelarm 11 op het kader 4.
In de weergegeven uitvoeringsvorm is de steun 5 tweedelig uitgevoerd, waarbij een gedeelte 32 bediend kan worden door het mechanisme 6 en een ander gedeelte 33 aan de toiletpot 2 is voorzien, en waarbij beide delen 32,33 aan elkaar bevestigd kunnen worden door middel van complementaire koppelelementen.
Deze koppelelementen kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd zijn in de vorm van zijdelings uitstekende tappen 34 aan het voornoemde eerste gedeelte 32 van de steun 5 en haken 35 op het tweede gedeelte 33 van de steun 5, een en ander zodanig dat het tweede gedeelte 33 over de uitsteeksels 34 van het eerste gedeelte 32 kan worden vastgehaakt.
In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn er op de het eerste gedeelte 32 van de steun 5 twee uitsteeksels 34 voorzien die aan de bovenzijde en de onderzijde van de steun 5 gelegen zijn en bevindt het scharnierpunt van de brug 36 op de steun 5 zich tussen deze twee uitsteeksels 34.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een dichtingsring 37 voorzien met de contouren van het steunvlak van de toiletpot 2 tegen de muur.
Bij voorkeur bevat de inrichting 1 twee evenwijdige, onafhankelijk werkende mechanismen 6 die met elkaar verbonden zijn door een zogenaamde balansregelaar 38 die in het weergegeven voorbeeld gevormd wordt door een staaf die in een centraal punt 39 is bevestigd op de voornoemde slede 23 en die dienst doet als het bovenste scharnierpunt van de stang.
De staaf van de balansregelaar 38 is in dit geval op de slede 23 bevestigd middels een schuin naar beneden gericht verbindingsstuk 40, een en ander zodanig dat de bewegingsrichting van het bovenste scharnierpunt 25 van de stang 22 gelegen is tussen de scharnierpunten 17, 18 waarmee de tuimelaar 14 en de schommelarm 11 op het kader 4 zijn bevestigd.
De benodigde inbouwdiepte E voor de inrichting kan kleiner zijn dan 25 cm, liever nog kleiner dan 20 cm of zelfs kleiner is dan 18 cm.
De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
In de teruggetrokken positie, overeenstemmend met de gebruiksklare ophanging van de toiletpot 2, zoals weergegeven in figuur 2, is de steun 5 van de toiletpot 2 naar het kader 4 teruggetrokken en bevindt deze steun 5 zich in of tegen het kader 4, waarbij de toiletpot 2 door middel van de spindel 31 tegen de muur is aangespannen en waarbij de dichting 37 de oneffenheden van de muur opvangt alsook van de toiletpot 2, evenals mogelijke uitlijningsfouten van het kader 4 ten opzichte van de muur.
De schommelarm 11 is parallel gericht aan de steun 5 en de brug 26 is hoofdzakelijk dwars op het kader 4 gericht. Het scharnierpunt 25 van de stang 22 op de slede 23 bevindt zich dichter bij het kader 4 dan het scharnierpunt 41 van de stang 22 op de tuimelaar 14.
De stang 22 bevindt zich onder een stompe hoek ten opzichte van het eerste been 15 van de tuimelaar 14..
De initiële wentelbeweging geactiveerd kan worden door de moer 30 te verdraaien, die zich in een praktische uitvoeringsvorm achter een afdekplaat bevindt.
De schroefdraad van de moer 30 kan samenwerken met de schroefdraad van de spindel 31 een en ander zodanig dat de rotatie van de moer 30 de spindel 31 rond zijn as doet draaien, die op zijn beurt de slede 23 zal doen verplaatsen in de geleiding 24.
Door de verplaatsing van de slede 23 zal de stang 22 scharnieren rond het scharnierpunt 25 met de slede 23, waardoor het scharnierpunt 41 van de stang op het been 15 van de tuimelaar 14 in beweging wordt gebracht.
Hierdoor zal de tuimelaar 14 beginnen draaien rond zijn scharnierpunt 17 op het kader 4 waarbij de draaizin zodanig is dat de benen 15,16 van de tuimelaar 14 zich in de richting van de steun 5 bewegen.
Door de rotatie van de tuimelaar 14 rond zijn scharnierpunt 17 zal de hoek tussen het been 15 van de tuimelaar 14 dat scharnierbaar verbonden is met de brug 26, en de brug 26 zelf, toenemen.
Hierdoor kan het andere uiteinde van de brug 26 dat verbonden is met de steun 5 weg van het kader 4 wentelen, waarbij de steun 5 draait rond het scharnierpunt 13 op de schommelarm 11, en aldus de toiletpot 2 initieel van het kader 4 wentelt waarbij bovenaan een spleet 42 wordt vrijgemaakt tussen de toiletpot 2 en de muur die moet toelaten een snelle visuele controle uit te voeren van het inwendige van de toiletpot 2 en de daarin aanwezige onderdelen en verbindingen, zoals weergegeven in figuur 3.
De dimensies en de vorm van het mechanisme 6 zijn zodanig gekozen dat de hoek waarover de steun 5 initieel draait ten opzichte van het kader 4 proportioneel is aan de hoek waarover de tuimelaar 14 draait ten opzichte van de as door het scharnierpunt 17.
Tijdens de rotatie van de tuimelaar 14 rond de as door zijn scharnierpunt 17 op het kader 4 zal het been 15 met de nok 19 zich in de richting van de schommelarm 11 bewegen en op een gegeven moment de schommelarm 11 raken, zoals weergegeven in figuur 5.
Bij deze draaibeweging zal het wiel 21 bewegen in de richting van het scharnierpunt 18 van de schommelarm 11 op het kader 4, waarbij, door de beweging van de nok 19, de schommelarm 11 rond het scharnierpunt 18 verder van het kader 4 zal weg wentelen en waarbij deze wentelbeweging functie is van de vorm en afmetingen van het oploopgedeelte 28 aan de rand 20 van de schommelarm 11.
Bij voorkeur is het oploopgedeelte 28 zodanig dat de steun 5 van de toiletpot 2 naar boven beweegt en terugwentelt en uiteindelijk hoger van de vloer 9 komt dan in de gesloten positie.
Deze beweging waarbij de steun weg van het kader 4 wentelt, wordt gestopt wanneer de nok 19 op het einde van het verdiept oploopgedeelte 28 komt, zoals weergegeven in figuur 6.
Op dat moment bevindt de inrichting 1 zich in de onderhoudspositie waarbij de steun 5 terug nagenoeg verticaal gericht is en de afstand tussen de toiletpot 2 en het kader 4 minstens 13 cm, liever nog minstens 15 cm, en bij voorkeur minstens 17 cm bedraagt, hetgeen ruim voldoende is om een vakman toe te laten de nodige herstellingen uit te voeren aan de inwendige onderdelen.
Indien nodig, kan de toiletpot 2 eenvoudig verwijderd worden door de haken 35 van het tweede gedeelte 33 van de steun 5 los te maken van de uitsteeksels 34 van het eerste gedeelte 32 van de steun 5.
Om de toiletpot 2 opnieuw in de gebruiksklare positie te brengen, volstaat het de toiletpot 2 met behulp van de haken 35 te bevestigen aan de steun 5, waarna, door het draaien aan de moer 30, de toiletpot 2 de beweging in omgekeerde richting zal uitvoeren.
De moer 30 dient hierbij in de tegengestelde richting dan de richting bij het uitwentelen te worden gedraaid.
Door de moer 30 te verdraaien, kan de toiletpot 2 op gecontroleerde wijze tegen de wand worden vastgetrokken en kunnen onregelmatigheden tussen de muurafwerking en de toiletpot 2 worden opgevangen doordat de balansregelaar 38 kleine toleranties in alle richtingen kan opvangen door het feit dat de twee evenwijdige mechanismen onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen.
Bijgevolg wordt eenzelfde aanspankracht bekomen in alle punten van het contactvlak tussen de toiletpot 2 en de wand.
Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten de inrichting toe te passen in een hangtoilet zonder vergruizer.
Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten de inrichting toe te passen in andere toepassingen om onderdelen te laten bewegen, waarbij deze toepassingen niet noodzakelijkerwijze sanitaire toepassingen zijn.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een inrichting voor de bevestiging van een toiletpot van een hangtoilet volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (23)

1.- Inrichting (1) voor de bevestiging van een toiletpot (2) van een hangtoilet (3), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een kader (4) voor de bevestiging in of tegen een wand en een steun (5) waaraan de toiletpot (2) bevestigd kan worden en een mechanisme (6) met een aandrijving (27) dat toelaat de steun (5) ten opzichte van het kader (4) te bewegen tussen een gesloten positie overeenstemmend met een gebruiksklare ophanging van de toiletpot (2) waarbij de steun (5) naar het kader (4) is teruggetrokken en een onderhoudspositie waarbij de steun (5) over een zekere afstand van het kader (4) is verwijderd om toe te laten het inwendige van de toiletpot (2) te bereiken, waarbij het mechanisme (6) zodanig is dat de steun (5) initieel wentelt en vervolgens of gelijktijdig van het kader (4) weg beweegt.
2,- Inrichting (1) volgens conclusie 1 daardoor gekenmerkt dat het voornoemd mechanisme (6), enerzijds, een schommelarm (11) bevat die met een uiteinde (12) scharnierbaar rond een as op het kader (4) is opgehangen en met zijn andere uiteinde (13) scharnierbaar verbonden is met de onderzijde van de steun (5) en, anderzijds, een tuimelaar (14) bevat die scharnierbaar is aangebracht op het kader (4), welke tuimelaar van twee benen (15,16) is voorzien, die onder een zekere hoek ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, waarbij één van de voornoemde benen (15) scharnierbaar verbonden is met een stang (22) die op zijn beurt scharnierbaar verbonden is met een slede (23) die verschuifbaar is in het kader (4) en waarbij het andere been (16) scharnierbaar verbonden is met een brug (26) die op zijn beurt scharnierbaar verbonden is met de bovenzijde van de steun (5).
3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de benen (15,16) van de tuimelaar (14) nagenoeg dwars op elkaar zijn gericht.
4. Inrichting (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het scharnierpunt (17) waarmee de tuimelaar (14) op het kader (4) is aangebracht lager ligt dan het scharnierpunt (18) waarmee de schommelarm (11) op het kader (4) is aangebracht en op een grotere afstand van de steun (5) dan dit scharnierpunt (18).
5. Inrichting (1) volgens een van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het scharnierpunt (18) waarmee de schommelarm (11) op het kader (4) is aangebracht zich in het verlengde of nagenoeg in het verlengde van de bewegingsrichting van de slede (23) bevindt.
6. Inrichting (1) volgens een van de conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het scharnierpunt (25) van de stang (22) op de slede (23) zich in de bewegingsrichting van de slede gezien bevindt tussen het scharnierpunt (17) waarmee de tuimelaar (14) op het kader (4) is aangebracht en het scharnierpunt (18) waarmee de schommelarm (11) op het kader (4) is aangebracht.
7. Inrichting (1) volgens een van de conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de lengte C van de brug (26) kleiner is dan de lengte D van de schommelarm (11).
8. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de dimensies en de vorm van het mechanisme (6) zodanig zijn dat de hoek waarover de steun (5) draait ten opzichte van het kader (4) tijdens de initiële wentelbeweging proportioneel is aan de hoek waarover de tuimelaar (14) draait ten opzichte van de as door het scharnierpunt (17).
9. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de tuimelaar (14) is voorzien van een nok (19) tegenover een rand (20) van de schommelarm (11) teneinde ermee te kunnen samenwerken waarbij de nok (19) al dan niet kan voorzien zijn van een wiel (21) waarmee de nok (19) in contact kan komen met de voornoemde rand (20).
10. Inrichting (1) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de nok (19) voorzien is op het been (16) dat scharnierbaar verbonden is met de brug (26).
11. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 9 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het mechanisme (6) voorzien is van middelen die na het initieel wentelen en het zich verwijderen van de steun (5) van het kader (4) de steun (5) in omgekeerde draaizin terugwentelt.
12,- Inrichting (1) volgens conclusies 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen gevormd worden door de voornoemde nok (19) samen met een oploopgedeelte (28) van de voornoemde rand (20) van de schommelarm (11) waarmee de nok (19) in contact kan komen, welk oploopgedeelte (28) schuin loopt ten opzichte van de meetkundige as doorheen de scharnierpunten van de schommelarm (11) en de afstand van het contactpunt (29) tot deze meetkundige as af neemt naarmate dit punt (29) zich naar het scharnierpunt (18) van de schommelarm (11) op het kader (4) beweegt.
13. Inrichting (1) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het oploopgedeelte (28) van de schommelarm (11) zich bevindt aan het uiteinde (12) dat scharnierbaar op het kader (4) is aangebracht.
14. Inrichting (1) volgens een van de conclusies 2 tot 13, daardoor gekenmerkt dat in de teruggetrokken, gesloten gebruikspositie de brug (26) hoofdzakelijk dwars op het kader (4) is gericht.
15. Inrichting (1) volgens een van de conclusies 2 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de stang (22) en het eerste been (15) van de tuimelaar (14) een stompe hoek insluiten in de teruggetrokken, gesloten gebruikspositie.
16. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat in de onderhoudspositie de afstand tussen de toiletpot (2) en het kader (4) minstens 13 cm, liever nog minstens 15 cm, en bij voorkeur minstens 17 cm bedraagt.
17. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (27) is opgebouwd uit een moer (30) die aangebracht is in de slede (23) en die door middel van een mechanische spindel (31) verschuifbaar is in de richting van de as vàn het scharnierpunt (18) van de schommelarm (11) op het kader (4) .
18. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) twee evenwijdige, onafhankelijk werkende mechanismen (6) bevat die ter plaatse van het scharnierpunt (25) van de stang (22) op het kader (4) , met elkaar verbonden zijn door een verbindingsstuk (40) dat op de slede (23) is bevestigd.
19. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de steun (5) tweedelig is uitgevoerd met een gedeelte (32) dat door het mechanisme (6) bediend kan worden en een tweede gedeelte (33) dat aan de toiletpot (2) is voorzien, waarbij de twee delen (32,33) complementaire koppelelementen (34,35) bevatten waarmee de twee delen (32,33) aan elkaar bevestigd kunnen worden.
20. Inrichting (1) volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (32) van de steun (5) voorzien is van zijdelings uitstekende tappen (34) en dat het tweede gedeelte (33) voorzien is van haken (35) waarmee het tweede gedeelte (33) over de uitsteeksels (34) van het eerste gedeelte (32) vastgehaakt kan worden.
21. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de steun (5) voorzien is van een dichtingsring (37) met de contouren van het steunvlak van de toiletpot (2) tegen de muur.
22. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de toiletpot (2) voorzien is van een vergruizer.
23. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de benodigde inbouwdiepte E voor de inrichting kleiner is dan 25 cm, liever nog kleiner dan 20 cm, of zelfs kleiner dan 18 cm.
BE2007/0594A 2007-12-13 2007-12-13 Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet. BE1017895A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2007/0594A BE1017895A3 (nl) 2007-12-13 2007-12-13 Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet.
PCT/BE2008/000098 WO2009073935A2 (en) 2007-12-13 2008-12-04 Device for fixing the toilet bowl of a suspended toilet.
AT08859653T ATE530716T1 (de) 2007-12-13 2008-12-04 Vorrichtung zur befestigung des toilettenbeckens einer hängenden toilette
ES08859653T ES2376030T3 (es) 2007-12-13 2008-12-04 Dispositivo para fijar la taza de inodoro de un inodoro suspendido.
EP08859653A EP2229488B1 (en) 2007-12-13 2008-12-04 Device for fixing the toilet bowl of a suspended toilet

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2007/0594A BE1017895A3 (nl) 2007-12-13 2007-12-13 Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet.
BE200700594 2007-12-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1017895A3 true BE1017895A3 (nl) 2009-10-06

Family

ID=39639201

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2007/0594A BE1017895A3 (nl) 2007-12-13 2007-12-13 Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP2229488B1 (nl)
AT (1) ATE530716T1 (nl)
BE (1) BE1017895A3 (nl)
ES (1) ES2376030T3 (nl)
WO (1) WO2009073935A2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102018104725B4 (de) 2018-03-01 2022-05-25 Oliver Bez Befestigungsanordnung zur Befestigung eines WC-Körpers an einer Wand
GB2582021B (en) * 2019-03-08 2021-10-27 Ideal Standard Int Nv Urinal mounting arrangement

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1221219A (fr) * 1959-03-04 1960-05-31 Canalisation articulée pour appareils hydrauliques
JPH03158535A (ja) * 1989-11-15 1991-07-08 Matsushita Electric Ind Co Ltd 駆動便器
DE9108260U1 (nl) * 1990-07-20 1991-09-05 Geberit Ag, Jona, St.Gallen, Ch
DE202006000411U1 (de) * 2006-01-12 2006-04-13 Kefer, Ludwig Höhenverstellbares Wasserklosett

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1221219A (fr) * 1959-03-04 1960-05-31 Canalisation articulée pour appareils hydrauliques
JPH03158535A (ja) * 1989-11-15 1991-07-08 Matsushita Electric Ind Co Ltd 駆動便器
DE9108260U1 (nl) * 1990-07-20 1991-09-05 Geberit Ag, Jona, St.Gallen, Ch
DE202006000411U1 (de) * 2006-01-12 2006-04-13 Kefer, Ludwig Höhenverstellbares Wasserklosett

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009073935A2 (en) 2009-06-18
ES2376030T3 (es) 2012-03-08
ATE530716T1 (de) 2011-11-15
EP2229488A2 (en) 2010-09-22
WO2009073935A3 (en) 2010-01-21
EP2229488B1 (en) 2011-10-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1017895A3 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een toiletpot van een hangtoilet.
US4097171A (en) Manhole cover support ring
US20050273919A1 (en) Adjustable tank lever
JP2007132157A (ja) 床用目地装置
RU2329756C2 (ru) Убирающаяся душевая кабина
CA2587042A1 (en) Projection nut feeding device
CN106315062B (zh) 用于闭合结构和工艺孔口的封闭件
JP5463579B2 (ja) 埋込型自転車保管台
US6526600B1 (en) Toilet lid position control
JP2010106434A (ja) 吊り戸装置
JP4814010B2 (ja) 引戸装置
JP2010031629A (ja) グレーチング用固定具
RU59685U1 (ru) Люк
JP2020090872A (ja) 目地カバー装置
JP2006316451A (ja) 振れ止め機構
US1028327A (en) Lavatory.
US1066736A (en) Vault-head.
JP3150297U (ja) プール床の支持装置
JP7172590B2 (ja) 排水弁装置
JPS592320Y2 (ja) 二連梯子のロツク装置
JP3929826B2 (ja) スロープ装置
JP2005354852A (ja) 盤の扉ストッパ構造
CN105756260A (zh) 一种用于洁净室顶板的可调节的吊挂装置
JP2018177501A (ja) ゴミ収納庫
JP6603452B2 (ja) 洗面化粧台