BE1017805A6 - Poolweefsels uit stukjes weefsel en werkwijzen voor de productie ervan. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft werkwijzen voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) waarbij de eerste zijde van de gesneden lintstukjes (1,4) een ander uitzicht heeft dan de tweede zijde. Deze uitvinding betreft eveneens poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1,4) die volgens een dergelijke werkwijze zijn vervaardigd.

Description

POOLWEEFSELS UIT STUKJES WEEFSEL EN WERKWIJZEN VOOR DE

PRODUCTIE ERVAN

De uitvinding betreft werkwijzen voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes. Deze uitvinding betreft eveneens poolweefsels die volgens een dergelijke werkwijze zijn vervaardigd.

Deze uitvinding heeft in het bijzonder betrekking tot pooltapijt omdat de gebruikseisen hierbij zeer hoog liggen. Dit voorbeeld is echter niet limitatief en deze werkwijzen mogen gebruikt worden voor alle driedimensionale weefsels in het algemeen; gaande van haute couture weefsels, kledij, gordijnen, overgordijnen, wandtapijten, bedspreien, bedtapijten, kussens en dergelijke.

Met betrekking tot deze uitvinding zal men voor de pool steeds spreken over polen die uit weefselbanden vervaardigd zijn. Dit is echter niet limitatief en kan evengoed banden uit linten gebruiken uit vilt, breigoed, vlechtwerk en zo meer.

Tweehonderd jaar geleden werden in Zweden en later in Engeland, in de VSA en Canada reeds handgeprikte tapijten vervaardigd uit weefsellappen. In de Engelse en Canadese textielliteratuur vindt men dan ook uitvoerig uitleg hoe voddentapijten gehaakt of gepriemd worden met eenvoudige houten pennen of hoe ze sneller met de hand geweven worden. In de VSA gebruikte men “snelle haaknaalden”. Vóór en na de tweede wereldoorlog werden er meerdere pogingen uitgevoerd, zowel in de VSA als in Engeland, om via de gekende conventionele tuftechniek een gesneden pooltapijt te bekomen met smalle weefselbandjes.

Sinds enkele jaren ziet men driedimensionale textielartikelen, meestal tapijten, wandtapijten en kledingsstoffen opkomen die door middel van linten of weefselbanden vervaardigd zijn.

Het doel van deze uitvinding is te voorzien in poolweefsels, die naar gelang de zijde waarin men ze bekijkt, een ander uitzicht hebben.

Dit doel wordt bereikt met een werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes waarbij de eerste zijde van de gesneden lintstukjes een ander uitzicht heeft dan de tweede zijde. Dit ander uitzicht kan bijvoorbeeld bestaan uit een andere kleur, maar kan evengoed bestaan uit een ander patroon of een andere structuur van het weefsel.

Meer bijzonder strekken de lintstukjes bij een werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels zich volgens deze uitvinding hoofdzakelijk loodrecht uit ten opzichte van het basisweefsel. Hiertoe zorgt men ervoor dat de dichtheid van de pool voldoende is. Een normale dichtheid is 100 dubbele polen per 100 cm2 voor bandjes van ongeveer 30 mm breedte.

Bij een bijzondere werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels volgens deze uitvinding, worden korte dubbelzijdige polen en lange dubbelzijdige polen gevormd.

Verder zijn bij een voorkeurdragende werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels volgens deze uitvinding de lintstukjes voorzien om met de eerste zijden van de lintstukjes met een zelfde uitzicht naar één zijde gericht te staan, terwijl de andere zijden van de lintstukjes met een ander uitzicht naar de tegenovergestelde zijde zijn gericht. Op deze manier kan bijvoorbeeld een poolweefsel vervaardigd worden dat van de ene zijde bekeken een andere kleur heeft dan wanneer dit poolweefsel van de andere zijde wordt bekeken. Meer complex kan het poolweefsel bijvoorbeeld ook van de ene zijde bekeken een andere figuur voorstellen dan wanneer dit poolweefsel van de andere zijde wordt bekeken.

Bij voorkeur zijn de lintstukjes voorzien om door enkele draden van een stramien opgesteld te worden.

Bij een meer bijzondere werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels volgens deze uitvinding bestaat een pool uit 2 of meerdere lintstukjes. Zo kan men sneller en meer kleureffecten bekomen. Men kan aldus een bijzonder toon in toon effect bekomen. Door conventionele garens te mengen en in te weven met weefsellinten bekomt men het zogenaamd ‘pot pourri’. Deze leent zich best in heel grove structuren.

Bij een voordelige werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels volgens deze uitvinding zijn lintstukjes in lengterichting in het midden smaller dan aan de uiteinden. Op deze manier kan een zelfde effect naar uitzicht toe bekomen worden, waarbij minder stof nodig is.

De lintstukjes worden bij voorkeur in biais gesneden, omdat dit niet alleen het voordeel vertoont dat dergelijke lintstukjes meer veerkracht bieden, maar ook omdat de drie vrije kanten van de lintstukjes niet snel kunnen uitrafelen zowel bij fabricage als bij gebruik.

Nog meer voorkeurdragend worden deze lintstukjes complementair uit een weefsel gesneden. Door ze complementair uit een weefsel te snijden kunnen deze lintstukjes namelijk met een minimum aan materiaalverlies vervaardigd worden.

Om verder uitrafelen van de lintstukjes te vermijden, worden deze bij voorkeur minstens gedeeltelijk met een gepast anti-uitrafelproduct behandeld. Volgens een andere uitvoeringsvorm volgens deze uitvinding, zal men, om het uitrafelen te beletten, de lintstukjes in langs- en in breedterichting thermisch snijden. Volgens nog een andere uitvoeringsvorm volgéns deze uitvinding, zal men, om de lintstukjes plaatselijk aan de randen te verstevigen om uitrafelen te vermijden, de lintstukjes in langs- en in breedterichting ultrasoon snijden.

Bij een meer specifieke uitvoeringsvorm volgens deze uitvinding voor het vervaardigen van poolweefsels, worden de lintstukjes op het draagweefsel gekleefd langs de loopzijde. Dit kan uitgevoerd worden met behulp van sneldrogende- of contactlijmen. Bij een verdere specifieke uitvoeringsvorm worden de lintstukjes op het draagweefsel genaaid. Bij een nog verdere uitvoeringsvorm worden de lintstukjes thermisch op het draagweefsel gelast. Nog meer bijzonder worden de lintstukjes ultrasoon op het draagweefsel gelast. Deze werkwijze is heel economisch om gedessineerde of complexe motieven in het poolweefsel in te brengen.

Volgens een verdere bijzonder voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding is het bekomen poolweefsel een dubbelzijdig poolweefsel.

Het doel van deze uitvinding wordt verder eveneens bekomen met een poolweefsel omvattende een basisweefsel voorzien van een poolstructuur die hoofdzakelijk gevormd is door middel van lintstukjes, waarbij de lintstukjes een eerste en een tweede zijde hebben met een verschillend uitzicht.

Meer bijzonder hebben de lintstukjes hierbij aan de ene zijde een andere kleur dan aan de andere zijde.

Een bijzonder poolweefsel volgens deze uitvinding omvat korte dubbelzijdige polen en lange dubbelzijdige polen.

Bij voorkeur zijn de lintstukjes bij een poolweefsel volgens deze uitvinding bovendien zo voorzien dat hun eerste zijden naar eenzelfde zijde gericht zijn, zodat het poolweefsel, afhankelijk van de kijkrichting, een hoofdzakelijk door het uitzicht van de eerste zijden bepaald uitzicht heeft of een hoofdzakelijk door het uitzicht van de tweede zijden bepaald uitzicht heeft.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van werkwijzen voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes.

De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van werkwijzen voor het vervaardigen van poolweefsels volgens deze uitvinding waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij op figuur 1 wordt voorgesteld hoe lintstukjes bekomen worden door linten op korte lengten te snijden; figuur 2 een lintstukje is weergegeven dat in lengterichting in het midden smaller is dan aan de uiteinden; figuur 3 voorgesteld is hoe lintstukjes complementair uit een weefsel worden gesneden; figuur 4 in een weefseldoorsnede wordt weergegeven hoe een pooltapijt bekomen kan worden door op een weefgetouw telkens een lintstukje in te binden tussen een aantal kettingdraden; figuur 5 is voorgesteld hoe een pooltapijt bekomen kan worden door een uiteinde van een lintstukje met een haakje horizontaal onder de draden van een stramien te trekken; figuur 6 in een weefseldoorsnede wordt voorgesteld hoe meerdere lintstukjes naast elkaar worden ingebonden Om de pool te vormen; figuur 7 een dubbelzijdig lintstukje weergegeven is; figuur 8 te zien is hoe dubbelzijdige lintstukjes tussen enkele kettingdraden van een weefgetouw ingebonden worden waarbij de eerste zijden van de lintstukjes met een zelfde uitzicht naar één zijde gericht te staan, terwijl de andere zijden van de lintstukjes met een ander uitzicht naar de tegenovergestelde zijde zijn gericht; figuur 9 in een weefseldoorsnede wordt voorgesteld hoe een poolweefsel bekomen kan worden met dubbelzijdige linten door de roede aan de zijkant van zijn uiteinde door te snijden; figuur 10 in een weefseldoorsnede schematisch is voorgesteld hoe een poolweefsel, bekomen zoals voorgesteld in figuur 9, er uitziet; met een lange dubbelzijdige pool en een korte dubbelzijdige pool figuur 11 in vooraanzicht is weergegeven hoe een dubbelzijdig lint rond een lat wordt gewikkeld; figuur 12 in zijaanzicht is weergegeven hoe de lat met dubbelzijdig lint uit figuur 11 voorzien wordt van bindscheuten, waarna men de lussen zijdelings doorsnijdt;

Figuur 13 wordt voorgesteld hoe met een elektrisch handtuft luchtpistool een dubbelzijdig lint door een stramien wordt getuft om een poolweefsel te bekomen; figuur 14 is afgebeeld hoe een dubbelzijdig lint met een pin door een stramien wordt getuft om een poolweefsel te bekomen.

Een afwijking van de klassieke techniek om poolweefsel te bekomen, is gebruik maken van individuele stukjes stof door linten op korte lengten te snijden tot lintstukjes (1), zoals schematisch is weergegeven in figuur 1. Men spreekt hierbij vaak van verzegelde rechthoekige “vlinders”. In dit octrooidocument zijn deze stukjes echter voornamelijk als lintstukjes (1) benoemd.

Een variante van deze rechthoekige “vlinder” is een versmalde rechthoek zoals in figuur 2 is weergegeven, zodat men een grote weefselbesparing bekomt. Deze lintstukjes (1) kunnen uitgevoerd worden door het snijden of “stansen” van meerdere lintstukjes (1) naast elkaar uit een weefsel en dit bij voorkeur op een complementaire wijze, zoals in figuur 3 is weergegeven, zodat er geen of weinig textielresten zijn.

De lintstukjes (1) die in de figuren zijn weergegeven, zijn telkens in biais gesneden. Hoewel niet limitatief zal men bij voorkeur de vier randen van de lintstukjes (1) van een anti-uitrafel product voorzien en dan wel aan de buitenkant. Zodoende behoudt men goed de textieleigenschappen van de gebruikte weefsels.

Meestal zal men kiezen voor textiel die een grote veerkracht bezit en kreukvrij is. Hiervoor zijn wol, synthetische vezels of mengelingen ervan aangewezen. Voor tapijten kiest men best dichtgeweven weefsels van circa 200 g/m2. Deze weefsels, van welk optisch effect ook, zijn thans goedkoop geworden door het gebruik van ultra snelle weefmachines.

Vooral bij lichtere weefsels van ongeveer 100 g/m2 zal men een lintstukje (1) vervaardigen dat nadien geplooid wordt en eventueel gestreken. De zijkanten van de zo gevormde lintstukjes (1) moeten dan, al dan niet, slechts op de zijkanten verstevigd worden en niet op de loopvlakte.

De nieuwe techniek om poolweefsels te vervaardigen waarbij lintstukjes (1) gebruikt worden in plaats van klassieke garens, maakt meestal gebruik van conventionele textielmachines zoals weef-, tuft- of breimachines. Hoewel men hiermee grote hoeveelheden kan produceren, moet men aannemen dat deze uitvinding vaak ook luxe artikelen betreft zoals hedendaagse afgepaste tapijten. Dit wil zeggen dat er hiervoor slechts één exemplaar volgens het ontwerp van een binnenhuisarchitect of decorateur zal uitgevoerd worden. Om dit te verwezenlijken zijn de gekende ‘handtuft’ of handweefprocédé’s het meest aangewezen, zonder af te doen van de andere technieken.

De manuele fabricagetechnieken zijn talrijk en uiteenlopend.

Voor het handweven dat zowel op de oude klassieke verticale spankaders (haute lisse) als op de horizontale weefgetouwen (basse lisse) kan gebeuren zal men tussen de opstaande kettingdraden de nodige lintstukjes (1) plooien en insteken. Na de totale weefbreedte te hebben voorzien van lintstukjes (1), zal men enkele bindscheuten weven om de pooltjes op hun plaats te houden. Na het inweven zoals op figuur 4 is afgebeeld, zal men op de rug van het doek een appretuur indienen om de pooltjes goed te verankeren.

Figuur 4 stelt een doorsnede, in kettingrichting van een geweven pooltapijt voor volgens de “W” binding. Bovenaan ziet men de gesneden poollinten (1) die onderaan vastgebonden zijn door de kettingdraden (2) in het grondweefsel.

Voor de tufttechnieken die men hier ‘vingertuft’ noemt omdat de pooltjes individueel in het basis- of draagweefsel (3) met de vingers ingestoken worden, zijn er terug veel uiteenlopende werkwijzen. De basis ligt erin met een scherp voorwerp de gesneden bandjes door het opgespannen steunweefsel te prikken of met een smyrnahaak te trekken. Men kan dit langs beide zijden uitvoeren. In figuur 5 is voorgesteld hoe met een haakje een lintstukje (1) horizontaal op enkele mm van elkaar onder de draden van een stramien (3) wordt getrokken om zo een pooltapijt te bekomen.

In figuur 6 is weergegeven hoe meerdere lintstukjes (1) gecombineerd kunnen worden en naast elkaar in het weefsel ingebonden worden om de pool te vormen. Het poolweefsel bezit hierdoor een meer gevuld karakter en kan eveneens een toon in toon of gemêleerd aspect vertonen.

Om het poolweefsel van de ene zijde bekeken een andere uitzicht mee te geven dan wanneer dit poolweefsel van de andere zijde wordt bekeken, zal men dubbelzijdige lintstukjes (4), zoals er één in figuur 7 is weergegeven, tussen enkele kettingdraden (2) van een weefgetouw bevestigen, zoals in figuur 8 is weegegeven, waarbij de eerste zijden van de dubbelzijdige lintstukjes (4) met een zelfde uitzicht naar één zijde gericht staan, terwijl de andere zijden van de dubbelzijdige lintstukjes (4) met een ander uitzicht naar de tegenovergestelde zijde zijn gericht.

Om een ander uitzicht te bekomen, naar gelang de zijde waarin men het poolweefsel bekijkt, kan verder eveneens een dubbelzijdig lint (7) gebruikt worden, die tijdens een werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels volgens deze uitvinding tot dubbelzijdige lintstukjes (4) wordt versneden, in plaats van afzonderlijke lintstukjes (4). Met gebruik van dit dubbelzijdig lint (7), heeft men opnieuw een veelheid aan werkwijzen volgens deze uitvinding om tot een poolweefsei volgens deze uitvinding te komen. Hierna worden slechts enkele voorbeelden van dergelijke werkwijzen verder besproken.

Zoals in figuur 9 is afgebeeld, kan men bobijnen, voorzien van dubbelzijdige linten (7), op een rek plaatsen, met de nodige gewichten, als toevoer voor een mechanisch “Wilton” roedegetouw. Men weeft dan volgens de gekende “W” binding. Het scheermesje (6) is volgens deze werkwijze echter niet aan de bovenkant, maar wel aan de zijkant van het uiteinde van de roede (5) geplaatst, zodat, bij het uittrekken van de snijroede, er een lange dubbelzijdige pool (8) en een korte dubbelzijdige pool (9) ontstaan. Op figuur 10 ziet men duidelijk dat, het poolweefsel langs de ene zijde een ander uitzicht heeft dan langs de andere zijde. Wanneer men het poolweefsel bekijkt vanuit de linkerzijde uit deze figuur dan zal men het gedeelte van het poolweefsel zien dat in stippellijn werd aangeduid, terwijl men, kijkend vanuit de rechterzijde van deze figuur, het gedeelte aangeduid in volle lijn zien.

Op een handweefgetouw kan men eveneens, zoals voorgesteld in figuur 11, met een dubbelzijdig lint (7) een ander uitzicht bekomen, naargelang de zijde waarin men het poolweefsel bekijkt, door een continu dubbelzijdig lint (7) rond een lat (10) te wikkelen, dat af en toe door kettingdraden (2) in inslagrichting vastgelegd wordt volgens een oeroud poolsysteem. Daarna weeft men een aantal stevige bindscheuten (11) om de genoemde lat (10) om deze tijdelijk vast te leggen, zoals in figuur 12 is afgebeeld, en snijdt men alle lussen door aan de zijkant ervan, zodat men opnieuw een lange dubbelzijdige pool (8) en een korte dubbelzijdige pool (9) bekomt.

Verder kan men, zoals in figuur 13 is afgebeeld, met een elektrisch handtuft luchtpistool (12) een dubbelzijdig lint (7) door een gepast draagweefsel of stramien (3) tuften en de machine zo regelen (zoals voor een Shag- of Rya langpool tapijt) dat er telkens een lange dubbelzijdige pool (8) en een korte dubbelzijdige pool (9) automatisch gesneden wordt. Zo bekomt men opnieuw een ander uitzicht, naargelang de zijde waarin men het poolweefsel bekijkt.

In plaats van dit elektrisch handtuft luchtpistool kan men eveneens een eenvoudig mechanisch handtuft gereedschap gebruiken, zoals dit gebruikelijk is in onder meer China, India, Pakistan, Thailand, enz.

Zoals op figuur 14 is afgebeeld, bekomt men eveneens een ander uitzicht, naargelang de zijde waarin men het poolweefsel bekijkt, door het tuften van een dubbelzijdig lint (7) met een pin (13) door een opgespannen stramien (3). Slechts na het vastlijmen van de rug (14) om de voet van de tussen definitief vast op het stramien (3) te bevestigen, zal men de lussen zo snijden, dat men telkens een lange dubbelzijdige pool (8) en een korte dubbelzijdige pool (9) bekomt.

Claims (23)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4), met het kenmerk dat de eerste zijde van de lintstukjes (1,4) een ander uitzicht heeft dan de tweede zijde.

2. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste zijde van de lintstukjes (1, 4) een andere kleur heeft dan de tweede zijde.

3. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1,4) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) voorzien zijn om zich hoofdzakelijk loodrecht ten opzichte van het basisweefsel uit te strekken.

4. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (4) volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat korte dubbelzijdige polen (9) en lange dubbelzijdige polen (8) worden gevormd.

5. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) voorzien zijn om met de eerste zijden van de lintstukjes (1, 4) met een zelfde uitzicht naar één zijde gericht te staan, terwijl de andere zijden van de lintstukjes (1, 4) met een ander uitzicht naar de tegenovergestelde zijde zijn gericht.

6. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) voorzien zijn om door enkele draden van een stramien (3) opgesteld te worden.

7. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk dat een pool uit 2 of meerdere lintstukjes (1, 4) bestaat.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens conclusie één van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) in lengterichting in het midden smaller zijn dan aan de uiteinden.

9. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) in biais gesneden worden.

10. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) complementair uit een weefsel gesneden worden.

11. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) minstens gedeeltelijk met een gepast anti-uitrafelproduct worden behandeld.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) in langs- en in breedterichting thermisch gesneden worden.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 11, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) in langs- en in breedterichting ultrasoon gesneden worden.

14. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) op het draagweefsel (3) worden gelijmd.

15. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) op het draagweefsel (3) worden genaaid.

16. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) thermisch op het draagweefsel (3) worden gelast.

17. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) ultrasoon op het draagweefsel (3) worden gelast.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) volgens één van de conclusies 1 tot en met 17, met het kenmerk dat het poolweefsel een dubbelzijdig poolweefsel is.

19. Poolweefsel omvattende een basisweefsel (3) voorzien van een poolstructuur die hoofdzakelijk gevormd is door middel van lintstukjes (1, 4), met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) een eerste en een tweede zijde hebben met een verschillend uitzicht.

20. Poolweefsel volgens conclusie 19, met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) aan de ene zijde een andere kleur hebben dan aan de andere zijde.

21. Poolweefsel volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk dat het poolweefsel korte dubbelzijdige polen (9) en lange dubbelzijdige polen (8) omvat.

22. Poolweefsel volgens conclusie 19, 20 of 21 met het kenmerk dat de lintstukjes (1, 4) zo voorzien zijn dat hun eerste zijden naar eenzelfde zijde gericht zijn, zodat het poolweefsel, afhankelijk van de kijkrichting, een hoofdzakelijk door het uitzicht van de eerste zijden bepaald uitzicht hebben of een hoofdzakelijk door het uitzicht van de tweede zijde bepaald uitzicht heeft.

23. Poolweefsel waarvan de pool gevormd wordt door lintstukjes (1, 4) met het kenmerk dat het vervaardigd is volgens een werkwijze uit één van de conclusies 1 tot en met 17.