BE1017705A5 - Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen. - Google Patents

Abstract

Vloerpaneel van het type dat minstens een substraat (2) en een zich op dit substraat (2) bevindende toplaag (3) omvat, waarbij de voornoemde toplaag (3) een gedrukt decor (4) en een zich op dit decor (4) bevindende synthetische laag (5) vertoont, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (3) pigmenten (22) omvat, die een aan het oppervlak (20) van het vloerpaneel (1) zichtbaar hoekafhankelijk optisch effect bewerkstelligen. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen (1).

Description

Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.

Deze uitvinding heeft betrekking op een vloerpaneel en op een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op vloerpanelen van het type dat minstens een substraat en een zich op dit substraat bevindende toplaag omvat, waarbij de voornoemde toplaag een gedrukt decor en een zich op dit decor bevindende synthetische laag vertoont. Dergelijke vloerpanelen zijn op zich bekend en kunnen aan de hand van verschillende technieken worden vervaardigd. Hieronder worden twee mogelijke op zich bekende technieken besproken, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naargelang de wijze waarop het gedrukte decor is verkregen.

Volgens een eerste mogelijkheid wordt het gedrukt decor gevormd op een materiaalvel, waarna dit materiaalvel als decorlaag in de toplaag van het vloerpaneel wordt geïntegreerd aan de hand van een zogenaamd DPL proces (Direct Pressure Laminate) of een zogenaamd HPL proces (High Pressure Laminate). Bij een DPL techniek worden één of meer van hars voorziene materiaalvellen, waaronder de voornoemde decorlaag, samen met een substraat, bijvoorbeeld een houtgebaseerd substraat, in een pers gebracht, waar zij aan de hand van een perselement worden blootgesteld aan een verhoogde druk en temperatuur en zodoende onderling door middel van het aanwezige hars worden verbonden ter vorming van een met een toplaag bekleed substraat, dat dan kan worden verwerkt tot een vloerpaneel. Bij een HPL techniek worden meerdere van hars voorziene materiaalvellen, waaronder de voornoemde decorlaag, aan de hand van een perselement door middel van het aanwezige hars geconsolideerd alvorens de verkregen toplaag in zijn geheel op een substraat wordt aangebracht, bijvoorbeeld op dit substraat worden gelijmd.

Volgens'een tweede mogelijkheid wordt het gedrukt decor op het substraat gedrukt, eventueel mits tussenkomst van andere lagen zoals grondlagen, en afgewerkt met een beschermende laag, zoals met een lak of dergelijke. Bij deze tweede mogelijkheid kan eender welke druktechniek worden toegepast. Tegenwoordig worden voornamelijk analoge druktechnieken zoals offsetdruk toegepast, hoewel digitale druktechnieken zoals inktjetprinten ook ingang vinden.

Het is bekend dat aan het oppervlak van vloerpanelen van het bovengenoemde type structuren van uitsparingen en/of uitstulpingen kunnen worden gevormd met de bedoeling de structuur van een materiaal als hout of steen na te bootsen of om een willekeurige structuur te vormen. Voor voorbeelden van dergelijke oppervlaktestructuren en technieken om deze te verwezenlijken wordt voor vloerpanelen die volgens de voornoemde eerste mogelijkheid zijn vervaardigd verwezen naar het WO 01/96689 en voor vloerpanelen die volgens de voornoemde tweede mogelijkheid zijn vervaardigd verwezen naar het WO 01/47725.

Zowel bij steen- als bij houtdecoren laten de verkregen imitaties, die bestaan uit het gedrukt decor en bijpassende structuur, nog steeds te wensen over. Zo bijvoorbeeld is het moeilijk om houtspiegels of glinsterende steengedeelten op een realistische wijze na te bootsen. Omtrent pogingen tot het nabootsen van houtspiegels is voor wat betreft vloerpanelen die aan de hand van de voornoemde eerste mogelijkheid worden vervaardigd al een en ander bekend. In het WO 2006/063803 wordt voorgesteld de structuur van indrukkingen, die aangebracht zijn met de bedoeling houtporen na te bootsen, ter hoogte van de spiegels te onderbreken, de glansgraad en/of de gedrukte kleur aldaar te veranderen. In het WO 2007/072198 wordt voorgesteld ter plaatse van de spiegels gebruik te maken van indrukkingen waarvan het oppervlak uit facetvormige kleinere oppervlakken is samengesteld. De hier beschreven technieken wijken nog altijd in sterke mate af van het uitzicht van een echte houtspiegel en vertonen bovendien het risico dat hun effecten verdwijnen onder invloed van slijtage en/of krassen aan het oppervlak van het vloerpaneel.

De huidige uitvinding beoogt een vloerpaneel waarvan de samenstelling toelaat op een alternatieve wijze bijvoorbeeld houtspiegels na te bootsen. Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt hierbij een meer realistische imitatie van dergelijke houtspiegels bekomen en/of wordt een meer duurzame imitatie hiervan bekomen. De uitvinding beperkt zich echter niet tot vloerpanelen die houtdecoren en/of houtspiegels vertonen, maar de samenstelling van de vloerpanelen van de huidige uitvinding biedt ook in het algemeen nieuwe technische mogelijkheden bij het ontwerp van vloerpanelen in het algemeen, en het uitzicht daarvan in het bijzonder. Hiertoe betreft de uitvinding een vloerpaneel van het type dat minstens een substraat en een zich op dit substraat bevindende toplaag omvat, waarbij de voornoemde toplaag een gedrukt decor en een zich op dit decor bevindende synthetische laag vertoont, met als kenmerk dat de toplaag pigmenten omvat, die een aan het oppervlak van het vloerpaneel zichtbaar hoekafhankelijk optisch effect bewerkstelligen. Het voornoemde hoekafhankelijk optisch effect betreft bij voorkeur minstens een hoekafhankelijke weerspiegeling van licht en/of minstens een hoekafhankelijke weergave van kleur. De hoekafhankelijkheid heeft hierbij uiteraard betrekking op de hoek waaronder het oppervlak van het vloerpaneel wordt waargenomen.

Pigmenten die dergelijke effecten teweeg brengen zijn op zich bekend in volledig andere technische domeinen. Zo bijvoorbeeld worden zij aangewend voor het beveiligen van waardedocumenten of paspoorten of voor het vervaardigen van glanzende cosmetica-artikelen, zoals lippenstift. Hiertoe wordt verwezen naar het EP 0 657 297, US 4, 151, 666 en het US 6, 858,072. De uitvinder heeft echter ingezien dat dergelijke pigmenten ook bij vloerpanelen kunnen worden aangewend voor het verkrijgen van bijzondere effecten, die volgens bepaalde voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de uitvinding, nauw aansluiten bij de optische effecten die in een natuurlijk materiaal zoals hout of steen, bijvoorbeeld marmer, aanwezig kunnen zijn. De uitvinder heeft ook vastgesteld dat volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen dergelijke effecten op een duurzame manier kunnen worden bekomen ook wanneer de pigmenten toegepast worden in vloerpanelen met veelvuldig belopen oppervlakken die dientengevolge sterk onderhevig zijn aan slijtage en/of krassen.

Bij voorkeur vertoont het voornoemde gedrukte decor een patroon, zoals een hout- of een steenpatroon, en zijn de voornoemde pigmenten bij voorkeur geconcentreerd in gebieden die qua positie en/of grootte overeenstemmen met vormen die in het patroon van het gedrukt decor voorkomen. In het geval van een steenpatroon kan de contour of het oppervlak van blinkende of glanzende gedeelten, zoals die bijvoorbeeld in natuurlijk gesteenten zoals marmer of graniet aanwezig kunnen zijn, in het gedrukt decor worden afgebeeld en kunnen de pigmenten bijvoorbeeld . aangewend worden om effectief glanzende of blinkende gedeelten te verkrijgen op de met het gedrukt decor overeenstemmende plaatsen. Het spreekt voor zich dat het patroon ook een fantasiepatroon kan zijn, waarin dan bepaalde vormen kunnen worden geaccentueerd aan de hand van het voornoemde hoekafhankelijk optisch effect.

Bij voorkeur is er voor de pigmenten dus sprake van een zogenaamd aanbrengen in register met het gedrukt decor, al dient de overeenstemming van de pigmenten met het decor niet noodzakelijk over het volledige oppervlak worden bereikt. Opgemerkt wordt dat dergelijke overeenstemming eenvoudig kan worden bereikt door de pigmenten te mengen in één of meer van de kleurstoffen die voor het drukken van het decor worden aangewend. De pigmenten kunnen evenwel ook in een afzonderlijke stap, eventueel door middel van een druktechniek, zijn aangebracht. Verder wordt opgemerkt dat dergelijk in register aanbrengen zich volgens een variante ook kan beperken tot het globaal volgen van een in het decor afgebeelde contour, zonder dat een volledige of gedeeltelijke overeenstemming van de pigmenten met de eigenlijke betreffende contour wordt bereikt.

Volgens een bijzondere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding vertoont het voornoemde gedrukte decor een houtpatroon en worden de voornoemde pigmenten minstens aangewend om het hoekafhankelijk spiegelend effect en/of de hoekafhankelijke kleurenweergave van een houtspiegel te imiteren. Hierbij is het voornoemde effect ter imitatie van een houtspiegel bij voorkeur gesitueerd in een gebied dat qua positie en/of grootte overeenstemt met een in het patroon van het gedrukt decor weergegeven houtspiegel. Het voorzien van een hoekafhankelijk optisch effect voor de imitatie van een houtspiegel aan de hand van de voornoemde pigmenten leidt tot een meer realistische nabootsing van dergelijke houtspiegels. Uiteraard kan het effect van de huidige uitvinding gecombineerd worden met de in de stand van de techniek bekende methoden om dergelijke houtspiegels na te bootsen. Zo bijvoorbeeld kan ter plaatse van de nagebootste houtspiegel de structuur van indrukkingen die houtporen en/of houtnerven nabootst onderbroken worden of kan op deze plaats gewerkt worden met een aangepaste, bij voorkeur hogere glansgraad en/of met een overeenstemmende indrukking waarvan het oppervlak al dan niet opgebouwd is uit kleinere facetvormige oppervlakken.

Het op realistische wijze nabootsen van spiegels is bijvoorbeeld bijzonder interessant wanneer het gedrukte patroon een weergave is van eikenhout. Natuurlijk eikenhout bevat veel relatief grote spiegels en de afwezigheid van een behoorlijke imitatie hiervan leidt al gauw tot een plastiekerig uitzicht van het betreffend vloerpaneel. Uiteraard kunnen dergelijke spiegels ook in andere houtsoorten voorkomen, bijvoorbeeld in berk, wenge of esdoorn.

Volgens een andere bijzondere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding vertoont het gedrukt decor een houtpatroon en worden de voornoemde pigmenten minstens aangewend om een hoekafhankelijke weergave van kleuren te bekomen, die vergelijkbaar is met fenomenen die zich in echt hout voordoen. Sommige houtsoorten, zoals merbau, kunnen namelijk gedeelten vertonen die naargelang de invalshoek van het licht een andere kleur of een andere tint vertonen. De pigmenten van de huidige uitvinding laten toe een dergelijk fenomeen na te bootsen.

Het spreekt voor zich dat het vloerpaneel van de uitvinding aan zijn oppervlak verder nog kan voorzien zijn van een structuur van indrukkingen of een structuur van op enige andere wijze verkregen uitsparingen en/of uitstulpingen. Dergelijke structuur kan al dan niet in register zijn uitgevoerd met het gedrukt decor en kan in het geval van een houtdecor bijvoorbeeld houtporen en/of houtnerven nabootsen.

Bij voorkeur omvatten de voornoemde pigmenten minstens pigmenten die bestaan uit plaatjesvormige vlokken (Engels: flakes), die al dan niet uit meerdere lagen zijn opgebouwd. Met plaatjesvormige vlokken kan op relatief eenvoudige wijze een hoekafhankelijk optisch, bijvoorbeeld spiegelend effect worden verkregen. Door hun plaatjesvorm is het mogelijk dat dergelijke pigmenten zich grotendeels automatisch uitrichten en hoofdzakelijk dezelfde oriëntatie aannemen, zelfs wanneer eenvoudige aanbrengtechnieken worden toegepast. Zo bijvoorbeeld kunnen de in het US 6,858,072 beschreven pigmenten worden toegepast die gemodificeerd zijn om een zo goed mogelijke gemeenschappelijke oriëntatie te verkrijgen. De aldaar voorgestelde modificatie betreft het voorzien van polymeerdeeltjes aan het oppervlak van de pigmenten. Het spreekt voor zich dat dergelijke pigmenten nuttig kunnen worden toegepast in het kader van de huidige uitvinding. In het algemeen wordt opgemerkt dat van zodra enige mate van gemeenschappelijke oriëntering wordt bereikt, al een betrekkelijk goed hoekafhankelijk optisch effect kan worden bereikt. Het is ook mogelijk dat de pigmenten groepen vormen die een praktisch gemeenschappelijke oriëntatie vertonen, terwijl de pigmenten in de verschillende groepen onderling van oriëntatie verschillen.

Bij voorkeur vertonen de pigmenten een gemiddelde partikelgrootte tussen 0,1 en 100 micrometer, en beter nog tussen 10 en 45 micrometer.

Bij voorkeur vertonen de pigmenten een gemiddelde dikte tussen 0,1 en 1 micrometer.

Fijne pigmenten bezitten doorgaans een zijdeglans, terwijl grovere pigmenten een eerder glitterend effect opleveren. De hierboven vermelde afmetingen laten toe de betreffende pigmenten volgens een veelheid van methodes aan te brengen in de toplaag van het vloerpaneel. De verdeling van pigmenten met deze afmetingen op het vloerpaneel kan aan de hand van op zich bekende methoden worden uitgevoerd. Een met het gedrukte decor overeenstemmende verdeling is dan ook haalbaar.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding bevatten de voornoemde pigmenten minstens pigmenten die al dan niet mits tussenlagen, zoals grondlagen of het eigenlijke gedrukte decor, op het substraat zijn aangebracht door middel van een druktechniek. Met een druktechniek kan bij uitstek een met het al dan niet reeds gedrukte decor een overeenstemmende verdeling van de pigmenten behaald worden. Zoals verder nog zal blijken heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij de pigmenten aan de hand van een druktechniek worden aangebracht.

Uiteraard kunnen de pigmenten in het kader van de huidige uitvinding op eender welke manier in het vloerpaneel worden aangebracht. Zij kunnen bijvoorbeeld ook aan de hand van walsen zoals rasterwalsen op het substraat en/of het gedrukt decor worden aangebracht. In het geval van een DPL of HPL proces kunnen zij op de decorlaag of een ander materiaalvel worden aangebracht, bijvoorbeeld door deze pigmenten op dit materiaalvel te drukken en/of deze pigmenten in het hars, of andere kunststof, te mengen dat op het betreffende materiaalvel zal worden voorzien.

De voornoemde pigmenten bevatten bij voorkeur minstens metaal effect pigmenten. Deze kunnen gekozen zijn uit de groep van aluminium, aluminium-brons, koper, messing en zink. Met degelijke pigmenten kan door lichtreflectie op het oppervlak ervan een metaaleffect bereikt worden. Uiteraard kan ieder metaal of metaallegering hiervoor toegepast worden. Zoals voornoemd worden deze pigmenten bij voorkeur als plaatvormige vlokken uitgevoerd. Deze kunnen bijvoorbeeld worden bekomen door mechanisch verkleinen van metaalpartikels of door het vacuüm, chemisch, elektrochemisch deponeren van het betreffende metaal op een weefsel of andere drager.

De voornoemde pigmenten bevatten bij voorkeur minstens pigmenten die gebaseerd zijn op natuurlijk of synthetisch glimmer (Engels: mica). Alhoewel glimmer op zich kan worden ingezet als pigment, wordt het bij voorkeur aangewend als drager waarop een optisch werkzame bekleding, bijvoorbeeld een laagvormige bekleding, is aangebracht. Zo bijvoorbeeld kunnen dergelijke dragers worden bekleed met een al dan niet laagvormige metaaloxidebekleding van bij voorkeur titaniumoxide en/of ijzeroxide. Dergelijke laagvormige bekleding kan zowel aan één zijde als aan beide zijden van een plaat j esvormige drager zijn voorzien. Ook andere dragers kunnen van een dergelijke optisch werkzame bekleding worden voorzien, en als geheel als pigment worden ingezet in een vloerpaneel met de kenmerken van de uitvinding. Zo bijvoorbeeld kan als drager ook gebruik gemaakt worden van andere, bij voorkeur doorzichtige of doorschijnende, minerale of synthetische gesteenten of andere materialen.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt met een een plaatvormig mica gebaseerd pigment dat met een metaaloxide bekleding is voorzien gewerkt. Zo bijvoorbeeld kan in het bijzonder met het pigment worden gewerkt dat door de firma Merck op de markt wordt gebracht onder de benaming "Iriodine".

Andere mogelijke pigmenten zijn al dan niet van een laagvormige bekleding voorziene pigmenten op basis van monokristalli jn Bismuthoxychloride of polykristallijn Titaniumoxide. Deze materialen kunnen als dunne vlokken kristalliseren en kunnen als dusdanig als pigment worden ingezet, of met een bekleding worden voorzien om aldus een laaggewijs samengesteld pigment te vormen.

Bij voorkeur is het voornoemde gedrukte decor minstens gedeeltelijk en bij voorkeur geheel, al dan niet mits tussenlagen, zoals grondlagen, op het substraat gedrukt. Hiertoe kunnen zowel analoge druktechnieken zo als offsetdruk en zeefdruk, als digitale druktechnieken zoals inktjetprinten zijn toegepast. Het is uiteraard volgens de uitvinding niet uitgesloten dat het voornoemde gedrukt decor op een materiaalvel is voorzien, dat als een decorlaag in de toplaag wordt opgenomen bijvoorbeeld aan de hand van de hoger nog genoemde DPL of HPL techniek.

Bij voorkeur is het gedeelte van de synthetische laag dat zich boven de werkzame pigmenten uitstrekt vrij van materiaalvellen. Dergelijke materiaalvellen hebben een invloed op het op de pigmenten invallend licht en kunnen het gewenste optische effect teniet doen of minimaliseren, bijvoorbeeld doordat het licht verstrooid wordt of over een grote afstand en/of hoek gebroken wordt. Over het algemeen draagt het volgens de uitvinding de voorkeur zo weinig mogelijk materiaal boven de pigmenten aan te brengen.

De uitvinder heeft vastgesteld dat voor het betreffende gedeelte van de synthetische laag dat zich boven de werkzame pigmenten uitstrekt het beste kan worden gewerkt met een synthetische laag die hoofdzakelijk uit lak bestaat. Bij voorkeur bevat voornoemde synthetische laag derhalve minstens een lak, waarbij deze lak zich dan bij voorkeur boven de voornoemde pigmenten uitstrekt en waarbij het voornoemde gedeelte van dé synthetische laag bij voorkeur vrij is van materiaalvellen. Uiteraard kan dit gedeelte van de synthetische laag naast lak verschillende additieven bevatten, zoals bijvoorbeeld harde partikels. Dergelijke harde partikels kunnen bijvoorbeeld minerale of keramische partikels zoals aluminiumoxide, titaniumoxide of siliciumcarbide omvatten, waarbij deze partikels zich boven het gedrukt decor bevinden. Bij voorkeur wordt gewerkt met partikels met een gemiddelde grootte gelegen tussen 20 nanometer en 200 micrometer. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de gemiddelde grootte van dergelijke partikels kleiner dan 50 of zelfs kleiner dan 10 micrometer. Deze partikels bevinden zich bij voorkeur minstens in de eerste 5 micrometer onder het oppervlak van het vloerpaneel. Eventueel kunnen dergelijke kleine partikels gecombineerd worden met partikels met een gemiddelde grootte van 60 micrometer of meer die zich dan hoofdzakelijk onder de kleinere partikels bevinden. Evenwel is het mogelijk dat aanvaardbare resultaten voor wat betreft slijtvastheid en krasvastheid ook worden behaald wanneer enkel met partikels wordt gewerkt die kleiner zijn dan 50 micrometer of kleiner zijn dan 10 micrometer. De partikels kunnen uiteraard ook een gemiddelde partikelgrootte in het nanometerbereik vertonen en dus gemiddeld gezien kleiner zijn dan 1 micrometer.

Wanneer met een synthetische laag wordt gewerkt die minstens lak bevat, wordt bij voorkeur geopteerd voor een UV hardende of elektronenstraal hardende lak. Zo kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een acryllak, een epoxy-lak of een maleimide lak. Opgemerkt wordt dat dergelijke lakken doorgaans een betere transparantie vertonen dan een hars, zoals een melaminehars. Verder wordt opgemerkt dat het volgens de uitvinding evenwel niet uitgesloten is dat voor de synthetische laag onder andere met een hars wordt gewerkt, zoals met een melamine hars.

Zoals hoger reeds vermeld heeft de huidige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen, met als kenmerk dat deze werkwijze wordt aangewend voor het vervaardigen van vloerpanelen met de kenmerken van de uitvinding, waarbij minstens een gedeelte van de voornoemde pigmenten, al dan niet mits tussenlagen, op het substraat worden aangebracht door middel van een druktechniek. Bij voorkeur is het gedrukt substraat eveneens aan de hand van, al dan niet dezelfde of gelijkaardige druktechniek, op het substraat aangebracht.

Voor het drukken van het pigment wordt bij voorkeur uitgegaan van een dispersie van dit pigment. De dispersie kan watergedragen of solventgebaseerd zijn. De pigmenten kunnen ook zijn opgenomen in een kleurstof, zoals in een inkt of dergelijke. Het is ook mogelijk dat de pigmenten in één en dezelfde bewerking worden aangebracht als het gedrukt decor. Dit kan bijvoorbeeld door het pigment in de voor het gedrukt decor benodigde kleurstoffen of inkten te dispergeren. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan over UV inkten, die al dan niet watergedragen of solvent-gebaseerd zijn.

Bij dispersies van dergelijke pigmenten kan ook gedacht worden aan dispersies van natuurlijke pigmenten, zoals pigmenten die gewonnen zijn uit visschubben. Deze pigmenten kunnen ook hoekafhankelijke optische effecten opleveren.

Bij voorkeur wordt het drukken van de pigmenten in een afzonderlijke stap uitgevoerd, bij voorkeur wanneer het gedrukt decor reeds minstens gedeeltelijk, of volledig op het substraat is aangebracht. Bij voorkeur wordt het pigment rechtstreeks op het reeds gedrukte gedeelte van het decor aangebracht. Dit is zonder tussenlagen of tussenstoffen. Het is evenwel niet uitgesloten dat boven het gedrukt decor een gedeelte van de voornoemde synthetische laag wordt aangebracht alvorens de pigmenten boven dit gedeelte van de synthetische laag worden gedrukt. Op deze manier is het öok mogelijk bijzondere diepte-effecten te bekomen, bijvoorbeeld door dergelijk pigment op verschillende plaatsen over de dikte van de synthetische laag te voorzien.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de huidige uitvinding wordt voor het aanbrengen van de pigmenten gebruikt gemaakt van een digitale druktechniek, zoals inktjetprinten. Het is uiteraard niet uitgesloten dat gebruik gemaakt wordt van een analoge techniek zoals offsetdrukken, zeefdrukken, tampondrukken en dergelijke meer.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook betrekking heeft op een vloerbekleding die vloerpanelen met de kenmerken van de uitvinding bevat.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een vloerpaneel weergeeft met de kenmerken van de huidige uitvinding; figuur 2 in dwarsdoorsnede een zicht weergeeft volgens de op de figuur 1 aangeduide lijn II-II; figuur 3 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat op figuur 2 met F3 is aangeduid; en figuur 4 op nog grotere schaal de werking van de uitvinding illustreert voor het een gedeelte van het in figuur 3 weergegeven gebied.

Figuur 1 geeft een vloerpaneel 1 met de kenmerken van de uitvinding weer. Hiertoe betreft het een vloerpaneel 1 van het type dat, zoals figuur 2 duidelijk weergeeft, minstens een substraat 2 en een op dit substraat 2 aanwezige toplaag 3 omvat. De toplaag 3 omvat, zoals figuur 2 schematisch weergeeft, een gedrukt decor 4 en een zich op dit decor 4 bevindende synthetische laag 5.

In voorliggend geval is het vloerpaneel 1 aan minstens twee tegenovereenliggende zijden 6-7 voorzien van koppelmiddelen 8 die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen 1 aan elkaar kunnen worden gekoppeld zodanig dat in de gekoppelde toestand een verbinding tussen deze vloerpanelen 1 ontstaat zowel in een verticale richting VI loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen 1, als in een horizontale richting Hl loodrecht op de betreffende gekoppelde zijden 6-7. Het betreft hier koppelmiddelen 8 die in het vloerpaneel 1 geïntegreerd zijn. In dit geval zijn zij zelfs eendelig met het vloerpaneel 1, meer bepaald eendelig met het voornoemde substraat 2, uitgevoerd. Dergelijke koppelmiddelen 8 kunnen uiteraard ook aan de korte zijden 9-10 van het vloerpaneel 1 aanwezig zijn. De hier weergegeven koppelmiddelen 8 bestaan hoofdzakelijk uit een tand- en groefverbinding, waarbij de tand 11 en de groef 12 voorzien zijn van vergrendelingselementen 13 die in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen 1 voornoemde verbinding in horizontale richting Hl tot stand brengen.

Zoals weergegeven met de streeplijnen rechts op figuur 2 laten de hier weergegeven koppelmiddelen 8 een verbinding toe aan de hand van een horizontale schuifbeweging T van de te koppelen vloerpanelen 1 naar elkaar toe, zowel als aan de hand van een wentelbeweging W rond de bovenranden 14 van de te koppelen vloerpanelen 1. Opgemerkt wordt dat de hier weergegeven koppelmiddelen op zich bekend zijn uit het WO 97/47834. Het is niet uitgesloten dat koppelmiddelen 8 worden aangewend die slechts één van beide voornoemde koppelingswijzen toelaten en/of koppelmiddelen 8 worden toegepast die minstens of enkel een koppeling aan de hand van een neerwaartse beweging toelaten, ook wel 'pushlock' genaamd. Voor voorbeelden van koppelmiddelen die een koppeling aan de hand van een neerwaartse beweging toelaten wordt verwezen naar het WO 01/02669 en het WO 03/016654.

Figuur 1 geeft duidelijk weer dat het gedrukte decor 4 van het vloerpaneel 1 een houtpatroon 15 vertoont, waarbij dit patroon 15 onder andere houtporen 16 en houtspiegels 17 weergeeft. Zoals figuur 3 weergeeft is het gedrukte decor 4 gevormd als een bedrukking 18 uitgevoerd op een grondlaag 19 die zich op het substraat 2 bevindt. Dergelijke grondlaag 19 kan bijvoorbeeld de hechting tussen het substraat 2 en het gedrukt decor 4 verwezenlijken en/of kan voor een al dan niet neutrale achtergrondkleur voor de bedrukking 18 zorgen. Opgemerkt wordt dat het mogelijk is dat andere of meerdere lagen het gedrukte decor 4 van het substraat 2 scheiden. Als substraat 2 wordt bij voorkeur een houtgebaseerd substraat toegepast, zoals MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard). Andere substraten 2, zoals substraten die hoofdzakelijk uit kunststof bestaan, zijn uiteraard niet uitgesloten.

Het oppervlak 20 van het vloerpaneel 1 wordt in het voorbeeld van figuur 3 gevormd door de voornoemde synthetische laag 5, die bijvoorbeeld zoals hier hoofdzakelijk uit een lak kan bestaan, doch bij voorkeur zo dicht mogelijk tegen het oppervlak 20, bijvoorbeeld binnen 5 micrometer onder het oppervlak 20, nog harde partikels 21 zoals corundum (A1203) , eventueel onder de vorm van nanocorundum, bevat. Volgens een niet weergegeven variante kunnen, zoals in de inleiding vermeld, ook grotere corundum partikels worden toégepast al dan niet in combinatie met voornoemde nanocorumdum. Indien zij in combinatie worden toegepast bevindt het merendeel van de grotere partikels zich bij voorkeur onder het merendeel van de kleinere partikels, doch nog steeds boven het gedrukte decor 4.

Figuur 3 geeft, als niet beperkend voorbeeld van de huidige uitvinding, sterk vergroot en schematisch een dwarsdoorsnede weer door een dergelijke nagebootste houtspiegel 17. De betreffende houtspiegel 17 is naast te zijn weergegeven in de bedrukking 18 van het decor 4, geaccentueerd aan de hand van zich op het gedrukte decor 4 bevindende pigmenten 22 die een hoekafhankelijk optisch effect aan het oppervlak 20 van het vloerpaneel 1 bewerkstelligen. De pigmenten 22 bestaan in het voorbeeld uit plaatjesvormige vlokken die aan één zijde met een laagvormige bekleding 23 zijn voorzien. Het kan bijvoorbeeld gaan om mica vlokken die met titaniumoxide zijn belegd. Opgemerkt wordt dat figuur 3 een voorbeeld weergeeft van pigmenten 22 die in overeenstemming met het gedrukt decor 4 zijn aangebracht. Dit kan bijvoorbeeld worden bekomen aan de hand van een werkwijze met de kenmerken van de uitvinding.

Figuur 4 illustreert schematisch het werkingsprincipe van de huidige uitvinding. Onder invloed van invallend licht 24 ontstaan weerkaatsingen 25 op het spiegelend oppervlak van de hier aangewende pigmenten 22. Doordat in het voorbeeld minstens een lichte gemeenschappelijke oriëntatie van de plaatjesvormige pigmenten 22 bestaat, bezitten de voornoemde reflecties of weerkaatsingen 25 voorkeurdragende richtingen. Van weerkaatsingen 25 die eenzelfde of nagenoeg eenzelfde richting vertonen wordt op grote waarnemingsafstand de intensiteit opgeteld. Onder invloed van het schuin invallend licht 24 op figuur 4 zal bijvoorbeeld het links op de figuur weergegeven oog 26A een kleinere lichtintensiteit opvangen dan het rechts op de figuur weergegeven oog 25B, vermits minder weerkaatsingen 25 een richting vertonen die overeenstemt met de waarnemingshoek van oog 26A. Met andere woorden zal een gebruiker van het betreffend vloerpaneel 1 naargelang de hoek waaronder hij het vloerpaneel 1 waarneemt een verschillende lichtintensiteit ter hoogte van voornoemde nagebootste houtspiegel 17 waarnemen. Dergelijke intensiteitverschillen kunnen bijvoorbeeld opgemerkt worden bij het bewandelen van een vloerbekleding die uit dergelijke vloerpanelen is samengesteld of bij het gaan zitten of rechtstaan in de buurt van of op dergelijke vloerbekleding.

Er wordt nog opgemerkt dat voor de eenvoud van figuur 4 een mogelijk lichtbreking ter hoogte van de synthetische laag 5 en de harde partikels 21 niet is weergegeven. Zoals eerder in de inleiding opgemerkt wordt voor het voorkomen van al te grote lichtbrekingen het beste vermeden boven de pigmenten 22 een materiaallaag zoals een papiervel toe te passen.

Uit figuur 4 is het duidelijk dat al bij een kleine afwijking van een willekeurige oriëntatie van de plaatvormige pigmenten 22 onderling, dus dat al bij een kleine neiging tot gemeenschappelijke oriëntatie hoe die ook is bekomen, gunstige effecten kunnen worden verkregen. De aanwending van dergelijke pigmenten 22 in een vloerpaneel kan derhalve verschillende gunstige effecten. Daarom betreft de uitvinding ook nog volgens een tweede onafhankelijk aspect een vloerpaneel 1 van het type dat minstens een substraat 2 en een zich op dit substraat bevindende toplaag 3 omvat, waarbij de voornoemde toplaag 3 een gedrukt decor 4 en een zich op dit decor 4 bevindende synthetische laag 5 vertoont, met als kenmerk dat de toplaag 3 pigmenten 22 omvat, waarbij voornoemde pigmenten 22 onder de vorm van plaatjes in de toplaag 3 aanwezig zijn en waarbij voornoemde pigmenten 22 al dan niet voorzien zijn van een laagvormige bekleding 23, zonder dat hierbij noodzakelijkerwijs een aan het oppervlak 20 van het vloerpaneel 1 zichtbaar hoekafhankelijk optisch effect moet worden verkregen. Het is duidelijk dat de in de inleiding voornoemde plaatjesvormige pigmenten in aanmerking komen bij de vloerpanelen 1 met de kenmerken van het huidig onafhankelijk aspect. Verder is het duidelijk dat het vloerpaneel 1 zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 tevens de eigenschappen van dit tweede onafhankelijk aspect vertoont. Het is ook duidelijk dat bij voorkeur enige mate van, al dan niet groepsgewijze, gemeenschappelijke oriëntatie bestaat tussen voornoemde plaatjesvormige pigmenten en dat het vloerpaneel van dit tweede onafhankelijk aspect eventueel nog de kenmerken kan vertonen die in verband met het eerste aspect van de uitvinding zijn vermeld.

Verder is het duidelijk dat de huidige uitvinding, volgens afwijkende varianten van het eerste en het tweede aspect van de uitvinding, in de plaats van voor vloerpanelen 1 ook kan worden toegepast bij eender welk bekleed paneel, zoals bij een meubelpaneel, een plafondpaneel, een wandpaneel en dergelijke meer. Uiteraard kan ook de werkwijze van de uitvinding in de plaats van voor de vervaardiging van vloerpanelen aangewend worden voor het vervaardigen van eender welk bekleed paneel.

Er wordt opgemerkt dat houtspiegels (Engels: silver grain) gevormd worden door het doorsnijden van een houtstructuur die uitwaaiert van in het centrum van de boomstam naar de bast, en dit dwars op de jaarringen. Deze houtstructuur wordt ook wel houtstraal of houtstraatcellen genoemd (Engels: Medullary ray).

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke perselementen en werkwijzen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (20)

1. Vloerpaneel van het type dat minstens een substraat (2) en een zich op dit substraat (2) bevindende toplaag (3) omvat, waarbij de voornoemde toplaag (3) een gedrukt decor (4) en een zich op dit decor (4) bevindende synthetische laag (5) vertoont en waarbij de toplaag (3) pigmenten (22) omvat, die een aan het oppervlak (20) van het vloerpaneel (1) zichtbaar hoekafhankelijk optisch effect bewerkstelligen, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde gedrukt decor (4) een patroon (15) vertoont en dat de voornoemde pigmenten (22) geconcentreerd zijn in gebieden die qua positie en/of grootte overeenstemmen met vormen die in het patroon (15) van het gedrukt decor (4) voorkomen.

2. Vloerpaneel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde hoekafhankelijk optisch effect minstens een hoekafhankelijke weerspiegeling van licht betreft.

3. Vloerpaneel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde hoekafhankelijk optisch effect minstens een hoekafhankelijke weergave van kleur betreft.

4. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde gedrukte decor (4) een houtpatroon (15) vertoont en dat de pigmenten (22) minstens worden aangewend om het optisch effect van een houtspiegel (17) te imiteren.

5. Vloerpaneel volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde optisch effect ter imitatie van een houtspiegel (17) gesitueerd is in een gebied dat qua positie en/of grootte overeenstemt met een in het patroon (15) van het gedrukt decor (4) weergegeven houtspiegel (17).

6. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde pigmenten (22) minstens pigmenten omvatten die bestaan uit plaatvormige vlokken, die al dan niet uit meerdere lagen zijn opgebouwd.

7. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de pigmenten een gemiddelde partikelgrootte vertonen tussen 0,1 en 100 micrometer, en beter nog tussen 10 en 45 micrometer.

8. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de pigmenten (22) een gemiddelde dikte vertonen tussen 0,1 en 1 micrometer

9. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde pigmenten (22) minstens metaal effect pigmenten omvatten, die bij voorkeur gekozen zijn uit de groep van aluminium, aluminium-brons, koper, messing.

10. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde pigmenten (22) minstens pigmenten (22) omvatten die gebaseerd zijn op natuurlijk of synthetisch mica.

11. Vloerpaneel volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde pigmenten minstens pigmenten (22) omvatten die bestaan uit natuurlijk of synthetisch mica waarop een laagvormige bekleding (23) van titaniumoxide of ijzeroxide is aangebracht.

12. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het gedeelte van de synthetische laag (5) dat zich boven de werkzame pigmenten (22) uitstrekt vrij is van materiaalvellen.

13. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde gedrukte decor (4) al dan niet mits tussenlagen, zoals grondlagen (19), op het substraat (2) is gedrukt.

14. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde pigmenten (22) minstens pigmenten (22) bevatten die al dan niet mits tussenlagen, zoals grondlagen (19), op het substraat (2) zijn aangebracht door middel van een druktechniek.

15. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde synthetische laag (5) minstens een lak bevat.

16. Vloerpaneel van het type dat minstens een substraat (2) en een zich op dit substraat (2) bevindende toplaag (3) omvat, waarbij de voornoemde toplaag (3) een gedrukt decor (4) en een zich op dit decor (4) bevindende synthetische laag (5) vertoont, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (3) pigmenten (22) omvat, waarbij voornoemde pigmenten (22) onder de vorm van plaatjes in de toplaag (3) aanwezig zijn en waarbij voornoemde plaatjesvormige pigmenten (22) voorzien zijn van een laagvormige bekleding (23) .

17. Vloerpaneel volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat dit vloerpaneel de kenmerken vertoont van één van de conclusies 1 tot 15, waarbij aan het oppervlak (20) van het vloerpaneel (1) niet noodzakelijk een hoekafhankelijk optisch effect aanwezig dient te zijn.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen, daardoor gekenmerkt dat deze werkwijze wordt aangewend voor het vervaardigen van vloerpanelen (2) met de kenmerken van één van de voorgaande conclusies, waarbij minstens een gedeelte van de voornoemde pigmenten (22) op het substraat (2), al dan niet mits tussenlagen, worden aangebracht door middel van een druktechniek.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij minstens voor het aanbrengen van de pigmenten (22) gebruikt gemaakt wordt van een digitale druktechniek, zoals inktjetprinten.

20. Vloerpaneel, respectievelijk werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij voor het pigment (22) gebruik wordt gemaakt van het onder de benaming "Iriodine" commercieel beschikbare pigment (22).