BE1017372A3 - Verband voor lichaamsdelen en gietvorm. - Google Patents

Abstract

Verband voor het steunen of immobiliseren van een lichaamsdeel van mens of dier, dat in hoofdzaak bestaat uit lappen materiaal (4, 5) en minstens ÚÚn sluiting (3) die het te steunen of het te immobiliseren lichaamsdeel passend kunnen omsluiten, daardoor gekenmerkt dat de lappen materiaal (4,5) voorzien zijn van dragers (10) ge´mpregneerd met een substantie (11), die uithardt wanneer de substantie (11) met water (16) in contact wordt gebracht.

Description

Verband voor lichaamsdelen en gietvorm.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een verband voor lichaamsdelen, meer bepaald voor het ondersteunen of immobiliseren van lichaamsdelen van mens of dier in medische of paramedische toepassingen, alsook in de sport- en recreatiewereld.

De uitvinding heeft ook betrekking op een gietvorm voor het maken van replica's van lichaamsdelen van mens of dier.

Verbanden uit gips of kunststof zijn welbekend en worden gebruikelijk gerealiseerd door panden stof of weefsel rond het te steunen lichaamsdeel te wikkelen. Ter voorkoming van verwondingen wordt gebruikelijk vooraf een polstermateriaal rond het betreffende lichaamsdeel gewikkeld. De panden stof of weefsel zijn doordrenkt met gips of een uithardende kunststof, zodat, na de uitharding ervan, het betreffende lichaamsdeel geïmmobiliseerd is en/of beschermd en gesteund wordt.

Het aanleggen van zulk een verband vergt een hele reeks bewerkingen, zoals het aanmaken van het gips of de kunststof, het aanbrengen van het gips of de kunststof op de panden stof of weefsel, het voorzien van een polsterverband en het nauwgezet en vakkundig aanbrengen van de doordrenkte panden stof of weefsel.

Een belangrijk nadeel van zulke verbanden bestaat erin dat het verband, eenmaal aangelegd, niet op eenvoudige wijze kan worden verwijderd. Inderdaad, de verwijdering van zulk een verband impliceert de vernietiging van het verband. Zodoende worden zulke verbanden gebruikelijk langdurig aangebracht, wat de verzorging van eventuele open wonden niet mogelijk maakt.

Daarnaast is het bekend dat de huid week wordt en pathologische verschijnselen kan vertonen na middellang of langdurig gebruik van zulk een verband.

Er bestaat intussen een goed alternatief verband dat een oplossing biedt voor vele van de aangehaalde problemen. Zulk bekend verband bestaat in hoofdzaak uit een katoenen dubbelwandige kous, in de vorm van het te steunen lichaamsdeel en voorzien van één of meerdere rits- of klittenbandsluitingen, die dient als omhulsel, en waarin een tweecomponenten polyurethaanschuim kan worden aangebracht, dat vervolgens uithardt.

Het aanleggen van zulk verband omvat het selecteren van de gepaste dubbelwandige kous die dienst doet als omhulsel, het mengen van de twee componenten die het polyurethaanschuim vormen, het aanbrengen van het bekomen mengsel in de dubbelwandige kous, het uitrollen van het schuim met het oog op een goede verdeling ervan, het aanbrengen van de kous rond het te steunen of te immobiliseren lichaamsdeel, en het laten uitharden van het aangebrachte schuim.

Na uitharding van het schuim kan men dankzij de aanwezigheid van de voornoemde sluitingen het verband eenvoudig verwijderen en terug aanbrengen.

Een probleem met zulk afneembaar verband zoals hierboven besproken, bestaat erin dat het klaarmaken van het verband omslachtig is. Vooral het mengen van het tweecomponenten polyurethaanschuim en het uitrollen van het schuim met het oog op de goede verspreiding ervan, wordt als omslachtig aanzien.

De huidige uitvinding heeft als doel een antwoord te bieden aan voornoemde en andere nadelen.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een verbeterd verband voor het steunen of immobiliseren van een lichaamsdeel van mens of dier, dat in hoofdzaak bestaat uit lappen materiaal en sluitingen, die het te steunen of het te immobiliseren lichaamsdeel passend kunnen omsluiten, waarbij de lappen materiaal voorzien zijn van dragers geïmpregneerd met een substantie die uithardt wanneer deze in contact wordt gebracht met water.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de impregnerende substantie uit een materiaal, bijvoorbeeld polyurethaanverbinding, dat uithardt en eventueel uitzet bij bevochtiging of vermenging met water.

Bij voorkeur is het verband voorzien van één of meerdere plooinaden die het aanbrengen en verwijderen, vooral na uitharding van de voornoemde substantie, vereenvoudigen.

De huidige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het aanleggen en het ter fixatie klaarmaken van het verband volgens de uitvinding, die, uitgaande van een geselecteerd verband gepast voor het lichaamsdeel dat men wenst te ondersteunen of te fixeren, de stappen omvat van het bevochtigen van de één of meer geïmpregneerde dragers, het aanbrengen van het verband aan het te steunen of te immobiliseren lichaamsdeel en het laten uitharden van de substantie nadat die in contact werd gebracht met water.

Na uitharding kan het verband dankzij de sluitingen eenvoudig worden verwijderd en terug worden aangelegd.

Het verband volgens de uitvinding kan, naast de voor de hand liggende toepassingen als steun- of immobilisatieverband als behandeling van een kwetsuur, zoals een breuk of een spier-of gewrichtsletsel, ook worden aangewend als gietvorm voor het maken van replica's van lichaamsdelen van mens of dier, bijvoorbeeld voor het maken van een prothese of voor het maken van een replica gebruikt voor andere doeleinden door modelmakers, ontwerpers of kunstenaars.

Daarom heeft de huidige uitvinding ook betrekking op een gietvorm in overeenstemming met het verband volgens de uitvinding.

Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verband volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een verband volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een uiteengenomen zicht van het verband volgens figuur 1 weergeeft en een werkwijze voor het gebruiksklaar maken van een verband; figuur 3 een doorsnede van het verband volgens lijn III-III in figuur 2 weergeeft; figuur 4 op grotere schaal het gedeelte weergeeft zoals aangeduid met F4 in figuur 3; figuur 5 schematisch het patroon van het verband volgens de voorgaande figuren weergeeft; figuur 6 een doorsnede van het verband volgens figuur 3 weergeeft, doch voor een alternatieve uitvoeringsvorm; figuren 7 en 8 de patronen weergeven van variante uitvoeringsvormen van een verband volgens de uitvinding.

In figuur 1 is een verband 1 volgens de uitvinding weergegeven voor het steunen of immobiliseren van een voet ten opzichte van een onderbeen.

Het verband 1 bestaat hier in hoofdzaak uit twee schaaldelen 2 die in aangebrachte toestand onderling verbonden zijn door middel van twee ritssluitingen 3 en aldus in aangebrachte toestand nauw rond de voet en het onderbeen aansluiten.

In de figuren 2 tot 4 wordt hetzelfde verband 1 volgens de uitvinding zoals weergegeven in figuur 1 weergegeven, echter met de schaaldelen 2 los van elkaar en vóór de ingebruikname ervan.

Elk schaaldeel 2 is opgebouwd uit een binnenste lap materiaal 4 en een buitenste lap materiaal 5, welk materiaal bijvoorbeeld maar niet noodzakelijk een stof betreft, waarbij de vorm en de afmetingen van de voornoemde lappen 4 en 5 hier hoofdzakelijk· overeenstemmen,' en die nabij hun langse zijranden 6 en nabij de rand 7, die in gebruik nabij de tenen is gelegen, met elkaar verbonden zijn door middel van stiksels 8 zodat een hoes 9 wordt gevormd.

In de aldus gevormde hoezen 9, met andere woorden tussen de voornoemde lappen materiaal 4 en 5, is voor beide schaaldelen 2 een drager 10 voorzien, hier een glasvezelweefsel, die geïmpregneerd is met een substantie 11 die uithardt wanneer deze in contact wordt gebracht met water, in dit geval een polyurethaanverbinding.

De geïmpregneerde dragers 10 zijn hier voorzien van een waterdicht omhulsel 12, hier in de gedaante van een kunststof folie, die de betreffende drager 10 omgeeft.

Nabij de rand 13 die in gebruik het dichtst is gelegen bij de knie, zijn de hoezen 9 voorzien van een opening 14 en zijn ook de respectievelijke plastieken omhulsels 12 waarin de dragers 10 zijn aangebracht, voorzien van een opening 15.

In figuur 5 is het patroon weergegeven van het verband 1 zoals hierboven besproken, ter fixatie of ondersteuning van een onderbeen.

De werkwijze voor het in gebruik nemen, het ter fixatie klaarmaken en het aanleggen van zulk verband 1 volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.

Uitgaande van een gepast verband 1, bedoeld voor het lichaamsdeel dat men beoogt te steunen of te immobiliseren en op maat van de patiënt geselecteerd, wordt het verband 1 uit een waterdichte of vochtdichte verpakking genomen.

In het geval van een uitvoering zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, wordt voor beide schaaldelen 2 een gepaste hoeveelheid water 16 in het omhulsel 12 rond de geïmpregneerde drager 10 gegoten via de openingen 14 en 15.

Het water 16 wordt goed verspreid in de omhulsels 12 en de schaaldelen 2 worden rond de voet en het onderbeen aangebracht en enigszins aangespannen door de ritssluitingen 3 te sluiten.

De substantie 11 zal door de hierboven besproken bevochtiging uitharden, waardoor de dragers 10 en de schelpen 2 verstijven, zodat de voet ten opzichte van het onderbeen geïmmobiliseerd wordt, of zodat de enkel minstens ondersteund wordt.

Na uitharding kan het verband 1 eenvoudig worden verwijderd en terug aangebracht, en daarbij dient slechts één van de ritssluitingen 3 te worden ontkoppeld, aangezien de andere ritssluiting 3 dan als plooinaad kan dienen.

Het is duidelijk dat het plastieken omhulsel 12 niet vereist is, en dat het weglaten ervan het voordeel biedt dat de geïmpregneerde drager 10 kan worden bevochtigd door het verband 1 in zijn geheel te bevochtigen, waarbij het water doorheen de hoezen 9 tot aan de dragers 10 dringt.

Een belangrijk voordeel van het voorzien van het omhulsel 12 bestaat er echter in dat men voorkomt dat de hoes 9 doordrongen wordt met water 16, wat de definitieve ingebruikname kan uitstellen. Inderdaad, opdat de binnenste lap materiaal 4 van ieder schaaldeel 2 zou kunnen drogen, is het nodig het verband 1 weerom te verwijderen na uitharding van de substantie 11 en de schaaldelen 2 te laten drogen.

Het voorzien van een waterdicht omhulsel 12 rond de dragers 10 geeft daarenboven een bijkomende bescherming voor de dragers 10, en eventueel kan daardoor de verpakking van het verband 1 eenvoudiger, met andere woorden minder veeleisend met betrekking tot de dichtheid, worden uitgevoerd.

Inderdaad, het omhulsel 12 kan initieel de drager 10 volledig omgeven, terwijl de opening 15 door de gebruiker kan worden aangebracht net voor het aanbrengen van het verband 1.

Ten slotte wordt ook de productie van de geïmpregneerde dragers 10 vereenvoudigd indien deze voorzien worden van een plastiek omhulsel 12.

Het is duidelijk dat de ritssluitingen 3 ook kunnen worden vervangen door andere sluitingen, zoals klittenbandsluitingen of dergelijke.

Eventueel wordt slechts één sluiting voorzien terwijl de schaaldelen 2 op vervormbare wijze met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld door één of meer plooinaden te voorzien tussen twee schaaldelen 2 waarin een drager 10 is voorzien.

Een plooinaad kan bestaan uit een zone waar geen drager 10 met uithardende substantie 11 voorzien is. Zulke zone kan op allerlei wijzen bekomen worden, bijvoorbeeld door de lappen 4 en 5 lokaal te voorzien van een stiksel.

Het is duidelijk dat, indien het gebruikte materiaal voor de lappen 4 en 5 geen geweven stof betreft maar een kunststof, dat in dat geval de stiksels kunnen zijn vervangen door verbindingen bekomen onder thermische invloed en/of druk of door een chemische verbinding.

De binnenste lap 4 en/of de buitenste lap 5 kunnen bijvoorbeeld uit latex, polyurethaan of uit een andere kunststof bestaan.

Ook kan slechts één schaaldeel 2 voorzien zijn die op zich voldoende vervormbaar is, bijvoorbeeld doordat de substantie 11 in de geïmpregneerde drager 10 in mindere mate uithardt of in mindere mate is voorzien, zodat het voorzien van een plooinaad overbodig is.

De voornoemde veralgemeningen zijn ook van toepassing op de hieronder besproken uitvoeringsvormen en op verbanden 1 volgens de uitvinding in het algemeen.

In figuur 6 wordt in doorsnede en bij wijze van voorbeeld zulk een alternatieve uitvoeringsvorm van een verband 1 weergegeven. Het verband 1 is hier hoofdzakelijk in overeenstemming met het hierboven besproken verband 1, doch, verschilt daarin dat één van beide ritssluitingen 3 is vervangen door een plooinaad die beide schaaldelen 2 op soepele wijze verbindt.

Het is ook duidelijk dat een verband 1 volgens de uitvinding slechts één schaaldeel 2 of meer dan twee schaaldelen 2 kan omvatten, en dat niet alle delen van een verband 1 volgens de uitvinding van geïmpregneerde dragers 10 moeten zijn voorzien. Inderdaad, indien een verband 1 bijvoorbeeld bedoeld is ter ondersteuning van de romp of de lende, kunnen delen van het verband 1 bijvoorbeeld uitgevoerd zijn in een rekbare stof.

De dikte van de dragers 10 en/of de hoeveelheid van de substantie 11 die erin voorzien is en/of het type van substantie en/of de mate waarin de dragers 10 worden bevochtigd, kunnen bepalend zijn voor de stijfheid van de dragers 10 na uitharding van de substantie.

Al naargelang de stijfheid van de uitgeharde dragers 10 wordt een verband 1 bekomen dat geschikt is voor de ondersteuning, dan wel voor de fixatie van het te behandelen lichaamsdeel.

Een verband 1 kan uiteraard ook dragers 10 omvatten met verschillende karakteristieken, bijvoorbeeld met onderling verschillende stijfheid.

In de figuren 7 en 8 zijn de patronen van enkele variante verbanden 1 weergegeven, respectievelijk voor een enkel en een pols.

Het is duidelijk dat een verband 1 volgens de uitvinding, indien het is bedoeld ter ondersteuning of ter fixatie van de voet of nabijgelegen delen, kan zijn voorzien van een zool.

Anderzijds kan een verband 1 volgens de uitvinding ook voorzien zijn van een scharnier, bijvoorbeeld indien het verband 1 is bedoeld om torsie van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen te voorkomen, of om torsie van de onderarm ten opzichte van de bovenarm te voorkomen.

De drager 10 kan vervaardigd zijn uit glasvezel, polyestervezel of koolstofvezel of uit een ander bekend materiaal voor het vervaardigen van weefsels.

De substantie 11 waarmee de drager 10 geïmpregneerd is, kan een polyurethaanverbinding, een epoxyhars of een andere verbinding zijn, die uithardt bij bevochtiging of vermenging met water.

De openingen 14 en 15 in respectievelijk de hoes 9 en het omhulsel 12 kunnen worden vervangen door een ventiel of dergelijke waarlangs water kan worden ingevoerd en dat bij voorkeur afsluitbaar is.

Het is duidelijk dat het verband 1 volgens de uitvinding ook kan worden aangewend als gietvorm voor het maken van replica's van lichaamsdelen van mens of dier, bijvoorbeeld voor het maken van een prothese of voor het maken van een replica gebruikt voor andere doeleinden door modelmakers, ontwerpers of kunstenaars.

Het is duidelijk dat de verbanden 1 volgens de uitvinding op verschillende wijzen kunnen worden aangemaakt.

Een voorkeurdragende werkwijze bestaat erin een model van een te ondersteunen lichaamsdeel in een latexbad te dompelen.

Het model is, na het verwijderen van het model uit het latexbad, voorzien van een latexlaag welke vervolgens, of na gehele of gedeeltelijke uitharding ervan, wordt voorzien van één of meer dragers 10 voorzien van een substantie 11 die uithardt wanneer deze in contact wordt gebracht met water.

Door vervolgens het model met de daarop aangebrachte laag latex en de daarop voorziene dragers 10 opnieuw in een latexbad te dompelen, worden de dragers 10 hermetisch afgesloten van uitwendige invloeden.

De lappen materiaal 4 en 5 zijn in dit geval vervaardigd uit latex, maar kunnen uiteraard ook uit een ander materiaal en toch volgens een gelijkaardige werkwijze zijn vervaardigd, bijvoorbeeld uit polyurethaan of dergelijke.

Een eventuele plooinaad wordt automatisch gevormd daar waar geen drager 10 voorzien is, en een sluiting 3 kan voorzien worden door ze met de drager 10 of met het latex omhulsel te verbinden door stiksels en/of verlijming.

Het is duidelijk dat het onderdompelen in een bad vloeibare kunststof ook kan vervangen worden door het benevelen of bespuiten van zulk model met een vloeibare kunststof.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch, een verband volgens de uitvinding kan volgens velerlei varianten worden uitgevoerd, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

1. Verband voor het steunen of immobiliseren van een lichaamsdeel van mens of dier, dat in hoofdzaak bestaat uit lappen materiaal (4,5) en minstens één sluiting (3) die het te steunen of het te immobiliseren lichaamsdeel passend kunnen omsluiten, daardoor gekenmerkt dat een verband (1) voorzien is van een substantie (11) die uithardt en eventueel uitzet wanneer de substantie (11) met water (16) of luchtvochtigheid in contact wordt gebracht.

2. Verband volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat een verband (1) voorzien is van een drager (10) geïmpregneerd met de substantie (11).

3. Verband volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat een drager (10) vervaardigd is uit glasvezel, polyestervezel of koolstofvezel.

4. Verband volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de substantie (11) een polyurethaanverbinding of een epoxyhars is, die uithardt bij bevochtiging of vermenging met water.

5. Verband volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van één of meerdere plooinaden die het aanbrengen en/of verwijderen ervan, vooral na uitharding van de voornoemde substantie (11), vereenvoudigen.

6. Verband volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat een plooinaad wordt gevormd door een sluiting (3) of een stiksel of dergelijke.

7. Werkwijze voor het aanleggen en het ter fixatie klaarmaken van het verband (1) volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het de stappen omvat van het selecteren van een gepast verband (1) qua vorm en afmetingen volgens de uitvinding, het bevochtigen van de één of meer geïmpregneerde dragers, het aanbrengen van het verband (1) aan het te steunen of te immobiliseren lichaamsdeel en het laten uitharden van de substantie (11) nadat die in contact werd gebracht met water.

8. Werkwijze voor het aanmaken van een verband volgens één of meer van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het minstens de stappen omvat van het voorzien van een model van een te ondersteunen lichaamsdeel, het voorzien van een kunststof laag op het model, bijvoorbeeld door het model onder te dompelen in een bad vloeibare kunststof, het vervolgens voorzien van één of meer dragers (10) voorzien van een substantie (11) die uithardt wanneer deze in contact wordt gebracht met water (16) of luchtvochtigheid, het vervolgens voorzien van een kunststof laag over de aangebrachte dragers (10), bijvoorbeeld door het geheel opnieuw onder te dompelen in een bad vloeibare kunststof.

9. Gietvorm voor het maken van replica's van lichaamsdelen van mens of dier, daardoor gekenmerkt dat het in hoofdzaak bestaat uit lappen materiaal (4,5) en minstens één sluiting (3) die het te steunen of het te immobiliseren lichaamsdeel passend kunnen omsluiten, daardoor gekenmerkt dat de lappen materiaal (4,5) voorzien zijn van dragers (10) geïmpregneerd met een substantie (11) die uithardt wanneer de substantie (11) met water (16) in contact wordt gebracht.