BE1016975A3 - Veersysteem voor een strijkmangel. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een veersysteem (1) voor een strijkmangel (10) omvattende een strijkrol (2) en een dunwandige kuip (5), waarbij de strijkrol (2) opgebouwd is uit een naakte rol (4) waarop het veersysteem (1) is bevestigd en waarbij bovenop dit veersysteem (1) een bekleding is aangebracht, waarbij het veersysteem (1) veerelementen (3) omvat met een zodanige veerhoogte (h) dat de bekleding die zich bovenop deze veerelementen (3) bevindt tegen de kuip (5) wordt aangedrukt ten einde tussen de bekleding en de kuip (5) bevindend textielgoed te strijken, en waarbij de dunwandige kuip (5) aan beide zijden van de kuip (5) een randgedeelte (5a) heeft met een kromtestraat (r1) die kleiner is dan de kromtestraal (r2) van het middengedeelte (5b) van de kuip (5), waarbij de veerhoogte (h1) van de veerelementen (3a) die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn kleiner is dan de veerhoogte (h2) van de veerelementen (3b) die ten opzichte van het genoemde middengedeelte (5b) van de kuip (5) gelegen zijn.

Description

VEERSYSTEEM VOOR EEN STR1JKMANGEL

De uitvinding betreft een veersysteem voor een strijkmangel omvattende een strijkrol en een dunwandige kuip.

Een strijkmangel is voorzien van een strijkrol die opgesteld is tegen een kuip ten einde strijkgoed te strijken tussen de strijkrol en de kuip. De strijkrol is daarbij opgebouwd uit een naakte rol waarop het veersysteem is bevestigd en waarbij bovenop dit veersysteem een bekleding, meestal vervaardigd uit vilt, is aangebracht. Het veersysteem omvat veerelementen met een zodanige veerhoogte dat de bekleding die zich bovenop deze veerelementen bevindt tegen de kuip wordt aangedrukt.

Op dit moment zijn er verschillende veersystemen gekend voor strijkmangels.

Een eerste systeem bestaat uit één of meerdere strips, bij voorkeur een staalband, waarop spiraalveren, bij voorkeur uit staaldraad, op continue wijze geweven worden. Deze veren zijn eventueel voorzien van kapjes met haakjes. Daarna worden deze één of meerdere strips aan de naakte rol van de strijkrol vastgemaakt, bijvoorbeeld door middel van klinknagels.

Een ander systeem bestaat uit één of meerdere banden in elkaar gehaakte voorgevormde, bij voorkeur metalen, plaatjes voorzien van integraal gevormde verende lamellen. Ook hier worden deze één of meerdere banden aan de naakte rol van de strijkrol vastgemaakt, bijvoorbeeld door middel van klinknagels.

Bij dunwandige kuipen is het zo dat er een vervorming optreedt aan de beide randen van de kuip, waardoor de kuip aan de beide zijden een randgedeelte heeft met een kromtestraal die kleiner is dan de kromtestraal van het middengedeelte van de kuip.

Het probleem van de hierboven omschreven gekende veersystemen is dat deze moeilijk toegepast kunnen worden wanneer de strijkmangel is voorzien van een dunwandige kuip, dit door de vervorming aan de beide randen van dergelijke kuipen. De problemen die optreden bij strijkmangels met dergelijke dunwandige kuipen zijn o.a. een verminderde strijkkwaliteit van het gestreken textielgoed doordat er ter hoogte van het middengedeelte te weinig druk is op het gestreken textielgoed, het afbreken van de veerelementen ter hoogte van de randgedeelten van de dunwandige kuip door een overdruk op de veerelementen.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een veersysteem voor een strijkmangel omvattende een strijkrol en een dunwandige kuip volgens de kop van de eerste conclusie, waarbij de levensduur van het veersysteem gegarandeerd wordt en daarbij een optimale strijkkwaliteit bekomen wordt.

Dit doel van de uitvinding wordt bekomen door te voorzien in een strijkmangel omvattende een strijkrol en een dunwandige kuip, waarbij de strijkrol opgebouwd is uit een naakte rol waarop het veersysteem is bevestigd en waarbij bovenop dit veersysteem een bekleding is aangebracht, waarbij het veersysteem veerelementen omvat met een zodanige veerhoogte dat de bekleding die zich bovenop deze veerelementen bevindt tegen de kuip wordt aangedrukt ten einde tussen de bekleding en de kuip bevindend textielgoed te strijken, en waarbij de dunwandige kuip aan beide zijden van de kuip een randgedeelte heeft met een kromtestraal die kleiner is dan de kromtestraal van het middengedeelte van de kuip, waarbij de veerhoogte van de veerelementen die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes van de kuip gelegen zijn kleiner is dan de veerhoogte van de veerelementen die ten opzichte van het genoemde middengedeelte van de kuip gelegen zijn.

Op deze manier wordt bij een dunwandige kuip met vervorming ter hoogte van de randen van de kuip een gelijkmatige druk over de volledige breedte van de kuip wordt bekomen, waardoor enerzijds ter hoogte van het middendeel van de kuip die een grotere kromtestraal heeft dan de randen van de kuip de druk voldoende is zodanig dat een goede strijkkwaliteit van het gestreken textielgoed wordt bekomen, en anderzijds de veerelementen niet gaan afbreken door overdruk.

In een voorkeurdragend veersysteem volgens conclusie de uitvinding, neemt de veerhoogte van naast elkaar liggende veerelementen die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes van de kuip gelegen zijn toe van aan de rand van de strijkrol naar het midden van de strijkrol toe.

In een meer voorkeurdragend veersysteem volgens conclusie de uitvinding, neemt de veerhoogte van naast elkaar liggende veerelementen die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes van de kuip gelegen zijn trapsgewijs toe van aan de rand van de strijkrol naar het midden van de strijkrol toe.

Het veersysteem volgens de uitvinding kan enerzijds bestaan uit een strip waarover een tot spiraalveren gevormde draad als veerelementen zijn aangebracht.

Anderzijds kan het veersysteem bestaan uit één of meerdere banden in elkaar gehaakte voorgevormde plaatjes voorzien van integraal gevormde verende lamellen als veerelementen.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een veersysteem volgens de uitvinding.

Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor het veersysteem volgens de uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: figuur 1 een schematisch perspectief vooraanzicht van een strijkrol voorzien van een veersysteem volgens de uitvinding, en een dunwandige kuip, figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van de strijkrol en de dunwandige kuip zoals voorgesteld in figuur 1; figuur 3 een detail is van deel A zoals voorgesteld op figuur 2; figuur 4a een bovenaanzicht is van een gedeelte van een strip voorzien van een tot spiraalveren gevormde draad volgens de uitvinding; figuur 4b een zijaanzicht is van het gedeelte van de strip zoals voorgesteld op figuur 4a; figuur 4c een onderaanzicht is van het gedeelte van de strip zoals voorgesteld op figuren 4a en 4b.

Een veersysteem (1) volgens de uitvinding, zoals voorgesteld op figuren 1 tot en met 4, is voorzien voor een strijkmangel (10) omvattende een strijkrol (2) en een dunwandige kuip (5). De strijkrol (2) is opgebouwd uit een naakte rol (4) waarop het veersysteem (1) is bevestigd. Bovenop dit veersysteem (1) is een bekleding (niet voorgesteld op de figuur) aangebracht, waarbij het veersysteem (1) veerelementen (3) omvat met een zodanige veerhoogte (h) dat de bekleding zich bovenop deze veerelementen (3) bevindt tegen de kuip (5) wordt aangedrukt, zodanig dat textielgoed dat zich tussen deze bekleding en de kuip (5) bevindt gestreken kan worden.

De dunwandige kuip (5) heeft aan beide zijden van de kuip (5) een randgedeelte (5a) met een kromtestraal (r-i) die kleiner is dan de kromtestraal (r2) van het middengedeelte (5b) van de kuip (5) (zie figuren 1 tot en met 3).

Zoals aangegeven op de figuren 3 en 4b, en zoals ook te zien is op de figuur 2, hebben de veerelementen (3a) die ten opzichte van de randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn een veerhoogte (h-ι) die kleiner is dan de veerhoogte (h2) van de veerelementen (3b) die ten opzichte van het middengedeelte (5b) van de kuip gelegen zijn. Bij voorkeur neemt de veerhoogte (hi) van naast elkaar liggende veerelementen (3a) die ten opzichte van deze randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn toe van aan de rand van de strijkrol (2) naar het midden van de strijkrol (2) toe (zie pijl B zoals aangegeven op de figuren 1 tot en met 3). Meer bij voorkeur neemt de veerhoogte (h-ι) van naast elkaar liggende veerelementen (3a) die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn trapsgewijs toe van aan de rand van de strijkrol (2) naar het midden van de strijkrol (2) toe.

Zoals wordt voorgesteld op de figuren 4a tot en met 4c, kan het veersysteem (1) bestaan uit een strip (6) waarover een tot spiraalveren gevormde draad (7) als veerelementen (3) zijn aangebracht. Bij voorkeur betreft het een staalband (6) waarop spiraalveren uit staaldraad (7) op continue wijze geweven worden. Deze strips (6) worden vastgemaakt op de naakte rol (4) van de strijkrol (2), bijvoorbeeld door middel van klinknagels.

Anderzijds kan het veersysteem (1) ook bestaan uit één of meerdere banden in elkaar gehaakte voorgevormde plaatjes voorzien van integraal gevormde verende lamellen als veerelementen (3). (niet voorgesteld op de figuren).

Claims (5)

1. Veersysteem (1) voor een strijkmangel (10) omvattende een strijkrol (2) en een dunwandige kuip (5), waarbij de strijkrol (2) opgebouwd is uit een naakte rol (4) waarop het veersysteem (1) is bevestigd en waarbij bovenop dit veersysteem (1) een bekleding is aangebracht, waarbij het veersysteem (1) veerelementen (3) omvat met een zodanige veerhoogte (h) dat de bekleding die zich bovenop deze veerelementen (3) bevindt tegen de kuip (5) wordt aangedrukt ten einde tussen de bekleding en de kuip (5) bevindend textielgoed te strijken, en waarbij de dunwandige kuip (5) aan beide zijden van de kuip (5) een randgedeelte (5a) heeft met een kromtestraal (r-ι) die kleiner is dan de kromtestraal (¾) van het middengedeelte (5b) van de kuip (5), met het kenmerk dat de veerhoogte (h-ι) van de veerelementen (3a) die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn kleiner is dan de veerhoogte (h2) van de veerelementen (3b) die ten opzichte van het genoemde middengedeelte (5b) van de kuip (5) gelegen zijn.

2. Veersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de veerhoogte (h-ι) van naast elkaar liggende veerelementen (3a) die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn toeneemt van aan de rand van de strijkrol (2) naar het midden van de strijkrol (2) toe (pijl B).

3. Veersysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de veerhoogte (h-ι) van naast elkaar liggende veerelementen (3a) die ten opzichte van de genoemde randgedeeltes (5a) van de kuip (5) gelegen zijn trapsgewijs toeneemt van aan de rand van de strijkrol (2) naar het midden van de strijkrol (2) toe (pijl B).

4. Veersysteem volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk dat het veersysteem (1) bestaat uit een strip (6) waarover een tot spiraalveren gevormde draad (7) als veerelementen (3) zijn aangebracht.

5. Veersysteem volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk dat het veersysteem (1) bestaat uit één of meerdere banden in elkaar gehaakte voorgevormde plaatjes voorzien van integraal gevormde verende lamellen als veerelementen (3).