BE1016712A3 - Hoes voor het beschermen van een kind tegen wind, regen en/of dergelijke. - Google Patents

Abstract

Hoes voor het beschermen van een kind tegen wind, regen en/of dergelijke, die in hoofdzaak bestaat uit een zeil (2) dat voorzien is met middelen (3) die toelaten het zeil (2) te bevestigen aan en/of om een persoon (4), een draagzak, een bedje, een buggy of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat in de hoes (1) minstens één doorgang is voorzien, in de vorm van een split (14) in het zeil (2), welke split (14) is afgeschermd door een stuk stof (15) of dergelijke.

Description

  Hoes voor het beschermen van een kind tegen wind, regen en/of dergelijke.

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoes voor het beschermen van een kind tegen weersfactoren zoals wind, regen, zon en dergelijke, meer bepaald voor kinderen die in een buggy, een reiszitje, een reisbedje, een draagtas of dergelijke bevinden.

  
Bekende hoezen voor het beschermen van kinderen tegen wind of dergelijke bestaan in hoofdzaak uit een plastic zeil dat wordt voorzien aan een hoofduiteinde van bijvoorbeeld buggy's en dat voor het gebruik dient te worden ontvouwen en aan stangen van de buggy dient te worden bevestigd.

  
Een nadeel van zulke bekende hoezen is dat ze steeds minstens gedeeltelijk moeten verwijderd worden om bij het kindje te kunnen komen, bijvoorbeeld teneinde na te kunnen gaan of het kindje geen koude handjes of voetjes heeft of desgevallend om het kindje te kunnen troosten.

  
Nog een nadeel van de bekende hoezen is dat bij het gedeeltelijk of geheel verwijderen van een dergelijke hoes, het kindje in de buggy of dergelijke mogelijks wordt blootgesteld aan regen en wind, hetgeen uiteraard ongewenst is.

  
Het doel van de huidige uitvinding is aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

  
Hiertoe betreft de uitvinding een hoes voor het beschermen van een kind tegen wind, regen en/of dergelijke, die in hoofdzaak bestaat uit een zeil dat voorzien is met middelen die toelaten het zeil te bevestigen aan en/of om een persoon, een draagzak, een bedje, een buggy of dergelijke, waarbij in de hoes minstens één doorgang is voorzien, in de vorm van een split in het zeil, en waarbij deze split is afgeschermd door een stuk stof of dergelijke.

  
Een voordeel van de huidige uitvinding is dat de hoes met behulp van de voornoemde opening een eenvoudige toegang naar het kind mogelijk maakt, zonder hiertoe de hoes geheel of gedeeltelijk te moeten verwijderen, zodat het kindje steeds beschermd is tegen gure weersomstandigheden.

  
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, wordt hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoering beschreven van een hoes volgens de uitvinding voor het beschermen van een kind tegen regen, wind of dergelijke, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin:
figuur 1 een hoes volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 een zelfde hoes weergeeft als figuur 1, doch tijdens het gebruik.

  
In figuur 1 is een hoes 1 volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een zeil 2 en middelen 3 die toelaten het zeil 2 te bevestigen aan een buggy, een reisbedje, reiszitje of, zoals is weergegeven in figuur 3 om een persoon 4. 

  
Het zeil 2 is bij voorkeur vervaardigd uit een stof die in één zin, van binnen naar buiten, vochtdoorlatend is en in de omgekeerde zin, van buiten naar binnen, vochtondoorlatend is.

  
Uiteraard is het zeil 2 bij voorkeur winddicht.

  
De voornoemde middelen 3 bestaan in dit geval uit, enerzijds, een draagriem 5 die door middel van bijvoorbeeld drukknoppen 6 kan worden verbonden aan het zeil 2, en anderzijds, uit een elastiek 7 die is weergegeven in figuur 2 en die langs minstens een gedeelte van de omtrek van het zeil 2 is aangebracht.

  
Opgemerkt wordt dat, hoewel het mogelijk is de elastiek 7 langs de volledige omtrek van het zeil 2 te voorzien, deze bij voorkeur langs slechts drie aangrenzende zijranden 8, 9 en 10 wordt aangebracht, waarbij de zijrand 11, die bedoeld is als bovenrand van het zeil 2, vrij is van een elastiek 7.

  
De drukknoppen 6 die op zich kunnen worden toegepast voor het bevestigen van de hoes 1 aan een buggy of dergelijke, zijn hierbij bij voorkeur langs de bovenrand 11 op het zeil 2 bevestigd.

  
De hoes 1 bevat een omgeplooid gedeelte 12 dat de onderzijde van de hoes 1 vormt en dat wordt gevormd door enkele nepen 13 die in het zeil 2 zijn aangebracht.

  
Volgens de uitvinding en zoals in meer detail is weergegeven in figuur 2, zijn in de hoes 1 één of meer, en in dit geval twee, doorgangen voorzien die in hoofdzaak worden gevormd door een split 14 in het zeil 2, die wordt afgeschermd door een lap stof 15 of dergelijke die, in dit geval, aan de binnenzijde van het zeil 2 is aangebracht.

  
Zoals is weergegeven in de figuren 1 en 2 is, in dit geval, aan de binnenzijde van de hoes 1 is een zak voorzien met twee wanden 16, waarvan één wand de voornoemde lap stof 15 vormt, en waarbij in deze zak minstens twee openingen 17 en 18 zijn aangebracht.

  
Een eerste opening 17, waarvan de omtreksrand is bevestigd rond de omtreksrand van een voornoemde split 14 in de hoes 1, en een tweede opening 18 die, zoals is weergegeven in figuur 2, op een afstand van de eerste opening 17 is gesitueerd.

  
Tenslotte is aan het zeil 2 een bij komende zak 19 bevestigd die schematisch en in streeplijn is weergegeven in figuur 1 en die bijvoorkeur is voorzien van afsluitmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een rits die niet in de figuren is weergegeven.

  
Het gebruik van de hoes 1 volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.

  
Voor het beschermen van een kindje 20 dat in een draagzak 21 zit, wordt, zoals is weergegeven in figuur 3, de draagriem 5 rond de nek van de persoon 4 die het kindje 20 op zich draagt aangebracht, waarna de hoes 1 over het lichaam van het kindje
20 en met het omgeplooid gedeelte 12 achter de beentj es van het kindje 20 getrokken, waarbij enkel het hoofd van het kindje 20 vrij uit de hoes steekt.

  
In deze positie is het lichaam van het betreffende kindje 20 afgeschermd tegen wind, regen en dergelijke en kan de persoon 4 het kindje 20 nog steeds makkelijk aanraken door zijn of haar handen doorheen de doorgangen, die gevormd worden door de slip 14 en de openingen 17 en 18, in de hoes 1 te steken.

  
Teneinde de hoes 1 op te bergen volstaat het de bijkomende zak 19 te openen en binnenste buiten te draaien, waarna de hoes 1 in deze zak 19 kan worden gestopt, zoals algemeen bekend bij regenjassen.

  
Opgemerkt wordt dat wanneer in de hoes 1 twee of meer doorgangen worden voorzien, de voornoemde lap stof 15 voor beide doorgangen dezelfde kan zijn, meer bepaald een zijwand
16 van eenzelfde zak, zodat tussen beide doorgangen een opbergruimte wordt gecreëerd.

  
Het is duidelijk dat de elastiek 7 die voorzien is aan de omtrek van het zeil 2 kan worden vervangen door een touw of dergelijke dat is voorzien met middelen die toelaten de lengte van het touw langs de omtrek van het zeil naar believen in te korten of te verlengen, zodat de hoes 1 rond het voetuiteinde van een buggy of dergelijke kan worden aangespannen.

  
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een van een hoes volgens de uitvinding kan volgens verscheidene varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

Conclusies
1. (1) is voorzien.

   1. - Hoes voor het beschermen van een kind tegen wind, regen en/of dergelijke, die in hoofdzaak bestaat uit een zeil (2) dat voorzien is met middelen (3) die toelaten het zeil (2) te bevestigen aan en/of om een persoon (4), een draagzak, een bedje, een buggy of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat in de hoes (1) minstens één doorgang is voorzien, in de vorm van een split (14) in het zeil (2), welke split (14) is afgeschermd door een stuk stof (15) of dergelijke.
2. 2.- Hoes volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde split (14) wordt afgeschermd door een zak die aan de binnenzijde van de hoes (1) is bevestigd en waarbij in deze zak minstens twee openingen (17 en 18) zijn voorzien die deel uitmaken van de voornoemde doorgang, namelijk een eerste opening (17) waarvan de omtreksrand is bevestigd rond de voornoemde split (14) in het zeil (2) en een tweede opening

   (18) die op een afstand van de eerste opening (17) is gesitueerd.
3. 3.- Hoes volgens één van de conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (3) voor het bevestigen van de hoes (1) worden gevormd door een elastiek (7) of dergelijke die over een gedeelte van de omtrek van de hoes
4. 4.- Hoes volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hoes (1) een omgeplooid gedeelte (12) bevat dat bedoeld is als onderzijde van de hoes.
5. 5.- Hoes volgens de conclusies 3 en 4, daardoor gekenmerkt dat de omtrek van de hoes (1), ter plaatse van de voornoemde onderzijde, is voorzien van een elastiek of dergelijke.
6. 6.- Hoes volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de middelen (3) die toelaten de hoes (1) te bevestigen aan een buggy, een reisbedje of dergelijke gevormd worden door een draagriem (5).
7. 7.- Hoes volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze een bijkomende zak (19) bevat die aan het zeil (2) is bevestigd en waarin de hoes (1) kan opgeborgen worden.
8. 8.- Hoes volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het zeil (2) is vervaardigd uit een stof die in één zin vochtdoorlatend is en in de andere zin vochtondoorlatend.
9. 9.- Hoes volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het zeil (2) is vervaardigd uit een winddichte stof.