BE1016611A3

BE1016611A3 - Wondpleister voor de hiel van een voet.

Info

Publication number: BE1016611A3
Application number: BE2005/0273A
Authority: BE
Inventors: Geert D'hooghe
Original assignee: Hooghe Geert Consulting Gcv D
Priority date: 2005-05-31
Filing date: 2005-05-31
Publication date: 2007-02-06

Abstract

De uitvinding betreft een wondpleister voor de hiel (5) van een voet, waarbij de wondpleister (1) een eerste deel (1a) omvat dat voorzien is om tegen de voetzool (5a) gehecht te worden, en een tweede deel (1b) dat voorzien is om tegen het horizontaal hielvlak (5b) van de voet vastgehecht te worden, waarbij het eerste (1a) en het tweede deel (1b) één geheel vormen.

Description

WONDPLEISTER VOOR DE HIEL VAN EEN VOET

De uitvinding betreft een wondpleister voor de hiel van een voet.

Voor het verzorgen en afdekken van wonden voor de hiel van de voet, is het tot op heden gekend om verschillende pleisters naast elkaar en/of onder elkaar op de hiel te kleven of één grote pleister op de hiel aan te brengen die dan dubbel geplooid dient te worden. Het nadeel van beide mogelijkheden echter is dat dit niet comfortabel aanvoelt aan de hiel en/of heel gemakkelijk terug loskomt. Wanneer met dergelijke loskomende pleisters in schoenen dient rondgestapt te worden, dan kunnen deze pleisters voor nog pijnlijker wonden zorgen.

Het doel van de uitvinding is dus te voorzien in een wondpleister voor de hiel van een voet, waarbij de wondpleister blijft zitten aan de hiel en een comfortabel gevoel geeft tijdens het dragen ervan.

Dit doel van de uitvinding wordt opgelost door te voorzien in een wondpleister voor de hiel van een voet, waarbij de wondpleister een eerste deel omvat dat voorzien is om tegen de voetzool gehecht te worden, en een tweede deel dat voorzien is om tegen het horizontaal hielvlak van de voet vastgehecht te worden, waarbij het eerste en het tweede deel één geheel vormen.

Op deze manier wordt een wondpleister bekomen die gemakkelijk blijft zitten aan de hiel en heel comfortabel aanvoelt, zelfs wanneer de voet zich in een schoen bevindt en daarmee dient rondgestapt te worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een wondpleister volgens de uitvinding, worden het eerste en het tweede deel gevormd door twee uitsparingen die aan beide uiteinden in breedterichting voorzien zijn, waarbij de genoemde uitsparingen zodanig gedimensioneerd zijn dat na het aanbrengen van de wondpleister tegen de voetzool en de hiel het eerste en het tweede deel elkaar overlappen.

Dit heeft als voordeel de verkleving van de beide delen op de voet nog efficiënter is aangezien het tweede deel van de wondpleister op het eerste deel kleeft.

In een meer voorkeurdragende wondpleister volgens de uitvinding, zijn de genoemde uitsparingen haaivinvormig.

Door het voorzien van dergelijke uitsparingen kan de wondpleister op een ideale manier rond de voet aangebracht worden en zal de wondpleister ook niet dubbel zitten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een wondpleister volgens de uitvinding, heeft het eerste deel een hoogte van &#65533; 89 mm, en het tweede deel een hoogte van &#65533; 50 mm.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een wondpleister volgens de uitvinding, heeft de wondpleister een hoogte van &#65533;139 mm en een breedte van &#65533;152 mm.

Met dergelijke afmetingen past de wondpleister zowel aan de voet van zuigelingen als aan de voet van kinderen, volwassenen en bejaarden.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een wondpleister volgens de uitvinding, omvat de wondpleister een waterafstotende drager.

Dit heeft verder als voordeel dat de voet beschermd wordt tegen onzuiverheden.

De drager bestaat daarbij bij voorkeur uit microgeperforeerd polyethyleen.

Dit heeft als voordeel dat er voldoende lucht bij de huid kan komen. Verder is een dergelijke drager flexibel en elastisch en geeft deze een optimale bewegingsvrijheid.

De drager is bij voorkeur voorzien van een kleefmassa dat natuurlijke rubber omvat. Het voordeel daarvan is dat de kleefmassa een sterke kleefkracht heeft.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een wondpleister volgens de uitvinding, omvat de wondpleister een niet-geweven uitrekbare drager.

Dit heeft als voordeel dat de wondpleister zeer huidverdraagzaam (hypoallergeen) is en geschikt is voor een huid die gevoelig is voor kleefmassa die natuurlijk rubber omvat. Verder kan een dergelijke wondpleister op een pijnloze manier van de voet verwijderd worden. Een dergelijke drager is flexibel en zeer goed aansluitend, kleeft volledig rond de voet en de hiel en is deze bijzonder beweeglijk.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een wondpleister volgens de uitvinding, omvat de wondpleister een niet-inklevend absorberend wondkompres.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een wondpleister volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de inrichting volgens de uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij :
- figuur 1 een bovenaanzicht is van een inrichting volgens de uitvinding bekeken aan de zijde waar zich het wondkompres bevindt;
- figuur 2 een voorstelling is van de manier waarop de wondpleister volgens de uitvinding op de hiel van de voet dient aangebracht te worden.

De wondpleister (1) volgens de uitvinding omvat een eerste gedeelte (la) dat voorzien is om aangebracht te worden tegen de voetzool (5a) en een tweede gedeelte
(lb) dat voorzien is om tegen de hiel (5b) aangebracht te worden, waarbij het eerste en tweede deel (la,lb) uit één geheel bestaan (zoals wordt voorgesteld op de figuur

1). Het eerste en het tweede deel (la,lb) worden gevormd door twee uitsparingen (4) die aan beide uiteinden in breedterichting (b) voorzien zijn. Deze twee uitsparingen

(4) hebben in hoogterichting (h) bekeken bij voorkeur een haaivinvorm.

De afmetingen van de wondpleister (1) zijn bij voorkeur de volgende : <EMI ID=1.1>

De drager (2) van de wondpleister (1) kan enerzijds waterafstotend zijn. Een voorbeeld van een dergelijke drager (2) is microgeperforeerd polyethyleen. De kleefmassa die op de drager (2) is aangebracht kan daarbij een natuurlijk rubber omvatten. Anderzijds kan de drager (2) van de wondpleister (1) bestaan uit een nietgeweven (non-woven) uitrekbare drager. Een dergelijke drager (2) is ook geschikt voor patiënten die een behandeling dienen te ondergaan met ioniserende stralen.

De wondpleister (1) is bij voorkeur voorzien van een niet-inklevend absorberend wondkompres (2). Met niet-inklevend wordt bedoeld dat het kompres niet in de wonde kan kleven. De wondpleister (1) wordt aan de zijde waar het wondkompres

(2) is aangebracht voorzien van een losmaakbare beschermlaag (6). Verder worden de wondpleister (1) individueel steriel verpakt.

Zoals wordt voorgesteld op de figuur 2, dienen volgende stappen ondernomen te worden voor aanbrengen van de wondpleister (1) op de hiel (5) van de voet :
A) het losmaken van de beschermlaag (6) van de wondpleister (1); B) het plaatsen van de hiel (5) op de wondpleister (1) zodanig dat de hiel (5) zich bevindt ter hoogte van de onderste randen van het tweede deel (lb) gevormd door de uitsparingen (4); C) het kleven van het eerste deel (la) op de voetzool (5a); D) het kleven van het tweede deel (lb) op het horizontaal hieldeel (5b).

Claims

CONCLUSIES

1. Wondpleister voor de hiel (5) van een voet, met het kenmerk dat de

wondpleister (1) een eerste deel (la) omvat dat voorzien is om tegen de voetzool (5a) gehecht te worden, en een tweede deel (1b) dat voorzien is om tegen het horizontaal hielvlak (5b) van de voet vastgehecht te worden, waarbij het eerste <EMI ID=2.1>

2. Wondpleister volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het eerste (la) en het

tweede deel (lb) gevormd worden door twee uitsparingen (4) die aan beide uiteinden in breedterichting (b) voorzien zijn, waarbij de genoemde uitsparingen

3. Wondpleister volgens conclusie 2, met het kenmerk dat genoemde

uitsparingen (4) in hoogterichting (h) bekeken haaivinvormig zijn.

4. Wondpleister volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk

dat het eerste deel (la) een hoogte (hl) van � 89 mm heeft, en het tweede deel (lb) een hoogte (h2) van �50 mm heeft.

(4) zodanig gedimensioneerd zijn dat na het aanbrengen van de wondpleister (1) tegen de voetzool (5a) en de hiel (5b) het eerste (la) en het tweede deel (lb) elkaar overlappen.

5. Wondpleister volgens één van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk

dat de wondpleister (1) een hoogte (h) van �139 mm en een breedte (b) van � 152 mm heeft.

6. Wondpleister volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk

dat de wondpleister (1) een waterafstotende drager (3) omvat.

7. Wondpleister volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de drager (3) bestaat

uit microgeperforeerd polyethyleen.

8. Wondpleister volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de drager (3)

voorzien is van een kleefmassa dat natuurlijke rubber omvat.

9. Wondpleister volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk

dat de wondpleister (1) een niet-geweven uitrekbare drager (3) omvat.

10. Wondpleister volgens één van de conclusies 1 tot en met 9, met het kenmerk

dat de wondpleister (1) een niet-inklevend absorberend wondkompres (2) omvat.