<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het behandelen van een schoen met een schoenbehandelingsmiddel Technisch veld
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een schoenbehandelingsmiddel op schoenen, en in het bijzonder op een inrichting voor éénmalig gebruik, die een plooibare drager met houder en aanbrengkussen omvat. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting waaruit verschillende schoenbehandelingsmiddelen vrijgesteld kunnen worden.
Achtergrond van de uitvinding
In het algemeen kunnen schoenen handmatig of machinaal gereinigd en gepoetst worden. Het machinaal reinigen van schoenen houdt het gebruik van dikwijls omvangrijke toestellen in en is bijgevolg vrij omslachtig. Het handmatig reinigen van schoenen gebeurt traditioneel door middel van doeken, borstels of zelfs met de hand en door gebruik te maken van producten die in afzonderlijke houders aangeboden worden.
Een verbetering bestaat erin schoenbehandelingsmiddelen aan te brengen door middel van een applicator. Dergelijke applicatoren zijn gekend in de stand der techniek en kunnen voor meervoudig gebruik aangewend worden. De applicatoren combineren een houder die gevuld is met een schoenbehandelingsmiddel en een aanbrengkussen. Via het aanbrengkussen wordt het schoenbehandelingsmiddel dat uit de houder wordt vrijgesteld op een schoen aangebracht. Het aanbrengkussen wordt over het algemeen afgeschermd met een dekseltje of kap.
Een bekend nadeel van dergelijke gekende inrichtingen is het feit dat het schoenbehandelingsmiddel niet op een efficiënte manier benut wordt: een behoorlijk verlies aan schoenbehandelingsmiddel treedt op doordat bij herhaaldelijk openen van de applicator de solventen in het middel gemakkelijk verdampen. Bovendien kan bij veelvulidg openen en sluiten van de applicator, het schoenbehandelingsmiddel uit de applicator lekken.
Applicatoren voor eenmalig gebruik zijn eveneens bekend in de stand der techniek.
In US 3,299,464 bijvoorbeeld, wordt een applicator beschreven voor éénmalig gebruik. De applicator omvat een container met schoenbehandelingsmiddel, die hermetisch afgesloten is met een afdekfolie. Op de folie is, naar het binnenste van de container toe, een absorberend aanbrengkussen voorzien dat geïnpregeneerd wordt met het
<Desc/Clms Page number 2>
schoenbehandelingsmiddel. Wanneer de folie verwijderd wordt kunnen uitstekende flappen van de folie omgeplooid worden teneinde de applicator vast te nemen.
US 3,386,793 beschrijft een applicator bestaande uit een samendrukbaar reservoir opgevuld met een schoenbehandelingsmiddel en een spons. Het reservoir kan tussen de vingertoppen vastgegrepen worden. Bij samendrukken van het reservoir wordt behandelingsmiddel naar de spons vrijgesteld.
US 5,615,440 beschrijft een applicator voor eenmalig gebruik die een basisstuk vertoont. Op het basisstuk aan één zijde een spons aangebracht, op de andere zijde is een grijpstuk voorzien om de applicator vast te nemen. Dit grijpstuk is scharnierbaar op het basisstuk gemonteerd en kan in gebruik rechtop gezet worden, en bij wegberging van de applicator in horizontale richting geplaatst worden.
In US 3,860,348 beschrijft men een applicator die bestaat uit een behuizing met kamer, waarin een spons geïnpregneerd met een schoenbehandelingsmiddel is aangebracht.
Een afdekfolie sluit de spons hermetisch in de kamer op. Bij gebruik wordt de afdekfolie verwijderd, de spons strekt zich gedeeltelijk uit de kamer naar buiten toe uit zodat het in contact kan gebracht worden met een schoenoppervlak.
US 3,369,267 stelt een applicator voor die bestaat uit een absorberend materiaal dat tussen twee folies voorzien is. Een gedeelte van de bovenste folie kan verwijderd worden waardoor een gedeelte van het absorberend materiaal vrijkomt. Dit vrijgekomen deel van het absorberend materiaal kan vervolgens met een te behandelen oppervlak in contact gebracht worden.
WO 93/12009, US 4 140 409 en WO 93/19854 beschrijven een applicator die een drager, aanbrengkussen en één of meerdere onderling gescheiden houders bevat. De drager is voorzien van plooirand (verzwakkingslijn) onder het aanbrengkussen.
Een nadeel van dergelijke gekende applicatoren voor eenmalig gebruik is een ingewikkelde constructie of het niet efficient benutten van het volledige oppervlak van het aanbrengkussen. Veelal strekken de aanbrengkussens zich vlak uit, waardoor de kussens moeilijk overeenstemmen met de soms grillige contouren van een schoen. Bij aanbrengen op een schoen kan veelal niet het volledige oppervlak van de schoen bereikt worden. Mede daardoor is het oppervlak van het aanbrengkussen meestal ook relatief groot, omdat slechts een deel van het oppervlak van het aanbrengkussen met een schoen in contact kan gebracht worden.
<Desc/Clms Page number 3>
Bij de behandeling of reininging van schoenen dienen in sommige gevallen verschillende types schoenbehandelingsmiddelen te worden aangewend, zoals bijvoorbeeld reinigingsmiddelen, glansmiddelen, wasemulsies, waterafstotende middelen, etc... Het nadeel bij gekende applicatoren voor eenmalig gebruik is dat dergelijke middelen niet via éénzelfde houder kunnen toegediend worden, daar deze middelen soms niet onderling vermengbaar zijn. Indien verscheidene behandelingen gewenst zijn moeten vaak verschillende applicatoren aangewend worden, wat een omslachtige procedure is.
De bekende applicatoren hebben tevens het belangrijke nadeel dat de hoeveelheid aan te brengen schoenbehandelingsmiddel moeilijk te doseren is.
De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde problemen en nadelen althans gedeeltelijk op te lossen en verschaft daartoe een verbeterde applicator voor het behandelen van schoenen met een schoenbehandelingsmiddel.
In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding als doel het verschaffen van een applicator waarin het aanbrengkussen een geschikte en aanpasbaar positie kan innemen die overeenstemt met de contouren van een schoen.
Het is eveneens een doel van de onderhavige uitvinding om een applicator te verschaffen waaruit meerdere types schoenbehandelingsmiddelen vrijgesteld worden.
De onderhavige uitvinding heeft verder als doel het voorzien van een applicator waarbij het schoenbehandelingsmiddel uit de applicator in een geschikte dosis vrijgesteld wordt.
De onderhavige uitvinding beoogt verder een applicator te voorzien die compact en gebruiksvriendelijk is.
Samenvatting
In een eerste aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op een applicator voor het behandelen van een schoen met een schoenbehandelingsmiddel. De term "applicator" en "inrichting" worden hierin als synoniem gebruikt.
Meer in het bijzonder omvat de onderhavige inrichting een drager waarop een aanbrengkussen voor het aanbrengen van een schoenbehandelingsmiddel op de schoen en een houder voor een schoenbehandelingsmiddel aangrenzend aan het aanbrengkussen voorzien zijn. Een inrichting volgens de huidige uitvinding is in het bijzonder gekenmerkt in dat de drager voorzien is van een plooirand onder het aanbrengkussen. In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm is de houder van de inrichting vervaardigd uit een doorzichtig
<Desc/Clms Page number 4>
materiaal. Dit laat een gebruiker toe in te schatten hoeveel behandelingsmiddel uit de houder geperst wordt bij het uitoefenen van een druk. Het voorzien van een doorzichtige houder heeft als bijkomend voordeel dat een gebruiker gemakkelijker de hoeveelheid middel in de houder kan doseren en verdelen over bijvoorbeeld verschillende schoenen.
De huidige uitvinding voorziet dus in een inrichting waarin de dosis van vrij te stellen behandelingsmiddel op een eenvoudige wijze ingesteld kan worden.
In een andere uitvoeringsvorm omvat de onderhavige inrichting voor het behandelen van een schoen met een schoenbehandelingsmiddel een drager waarop een aanbrengkussen voor het aanbrengen van een schoenbehandelingsmiddel op de schoen en een houder voor een schoenbehandelingsmiddel aangrenzend aan het aanbrengkussen voorzien zijn, waarbij de drager voorzien is van een plooirand onder het aanbrengkussen en waarbij de drager gevouwen is volgens de plooirand waardoor een hoek gecreëerd wordt tussen de twee vouwdelen van de drager en het aanbrengkussen dewelke begrepen is tussen 0 en 90 , met het kenmerk, dat de houder van de inrichting uit een doorzichtig materiaal vervaardigd is.
De plooirand loopt onder het aanbrengkussen door, zodat bij het plooien van de drager ook het aanbrengkussen zal gedwongen worden mee te plooien volgens de as van de plooirand. Het plooien van het aanbrengkussen veroorzaakt het tenminste gedeeltelijk openbreken van het aanbrengkussen. Langs de ontstane opening kan vervolgens een schoenbehandelingsmiddel naar het kussen gebracht worden vanuit de houder. De huidige uitivinding voorziet dus in een compacte, vlakke inrichting die door een eenvoudig samenplooien tot een gebruiksklare inrichting kan omgevormd worden.
Een belangijk voordeel van een inrichting volgens de huidige uitvinding is dat in gebruiksklare vorm, het aanbrengkussen zich niet vlak uitstrekt maar zich in hoofdzaak Uvormig uitstrekt op de drager. Hierdoor kan het aanbrengkussen gemakkelijk de vorm van de contouren van een schoen aannemen en dus gemakkelijker met alle delen van een te behandelen schoen in contact gebracht worden. Op deze wijze kan het volledige oppervlak van een schoen behandeld worden. Bovendien, daar het aanbrengkussen op een efficiënte manier op alle delen van de schoen contact kan maken, kan de oppervlakte van het kussen relatief beperkt worden, en wordt het schoenbehandelingsmiddel efficiënter benut.
In een voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de uitvinding een inrichting gekenmerkt in dat de plooirand wordt gevormd door een verzwakkingslijn. De verzwakkingslijn omvat een plaatselijke verzwakking van het materiaal van de drager. De verzwakking in het materiaal
<Desc/Clms Page number 5>
van de drager kan op verschillende manieren verkregen worden. Deze verzwakking kan bijvoorbeeld gevormd zijn door perforatie, door een techniek zoals stansen of rillen, of ook door het voorzien van een verdikking in het materiaal van de drager. De verzwakkingslijn is in de drager aangebracht teneinde een eenduidige vouw te krijgen op het moment dat de drager geplooid of gevouwen wordt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een inrichting, met het kenmerk, dat de drager in hoofdzaak rechthoekig is en dat de plooirand parallel loopt aan een zijde van de drager. In een gewenste uitvoeringsvorm strekt de plooirand zich over een volledige breedte van de drager.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een inrichting met het kenmerk, dat het aanbrengkussen in hoofdzaak op het midden van de drager gelegen is.
In een gewenste uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een inrichting met het kenmerk, dat de drager voorzien is van een plooirand onder het midden van het aanbrengkussen.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting met het kenmerk, dat de houder voor een schoenbehandelingsmiddel gevormd wordt door een behuizing, dewelke behuizing gedeeltelijk door de drager en gedeeltelijk door een flexibel materiaal gevormd wordt. De houder is bij voorkeur voorzien van een uitgang dewelke uitmondt in het aanbrengkussen, en bij voorkeur in het midden van het aanbrengkussen. De uitgang van de houder vormt een opening nabij de plooirand.
De onderhavige inrichting heeft als voordeel dat het schoenbehandelingsmiddel enkel op het moment van aanbrengen op een eenvoudige wijze uit een inrichting volgens de uitvinding wordt vrijgesteld. In het bijzonder, wordt het middel vrijgesteld door openbreken van het aanbrengkussen en/of door de houder in te drukken en aldus het middel uit de houder naar het aanbrengkussen te persen.
Voor gebruik, dit is in niet geplooide toestand, wordt geen schoenbehandelingsmiddel vrijgesteld uit de inrichting. Er is een actieve bewerking van een inrichting volgens de uitvinding nodig teneinde schoenbehandelingsmiddel vrij te stellen. Deze bewerking omvat het plooien van de drager langs een plooirand. Bijkomend kan een druk uitgeoefend worden op de houder, teneinde het middel uit de houder naar het aanbrengkussen te persen.
In geplooide toestand doet de verzwakkingslijn op de drager dienst als een "scharnierrand". In gevouwen toestand zal een scharnierhoek gecreëerd wordt tussen de twee vouwdelen van de drager en aanbrengkussen dewelke begrepen is tussen 0 en 90 .
De uitvinding voorziet in de mogelijkheid om de hoek te laten variëren in functie van de
<Desc/Clms Page number 6>
hoeveelheid schoenbehandelingsmiddel die men uit de inrichting wenst vrij te stellen. Een geschikte hoek kan op eenvoudige wijze ingesteld worden door het meer of minder samenplooien van de drager. Bij het samenplooien van de drager zal een opening gevormd worden in het aanbrengkussen. Bij deze bewerking zal eveneens de uitgang van de houder opengezet worden zodanig dat behandelingsmiddel uit de houder naar het aanbrengkussen kan vrijkomen. Naarmate de drager meer of minder samengeplooid wordt, wordt de uitgang van de houder meer of minder opengezet en wordt meer of minder middel van de houder naar het aanbrengkussen vrijgesteld.
Bijkomend kan de hoeveelheid vrij te stellen behandelingsmiddel eveneens verder bepaald worden in functie van de druk die men op de houder uitoefent.
In een andere uitvoeringsvorm betreft de onderhavige uitvinding een inrichting waaruit verschillende schoenbehandelingsmiddelen vrijgesteld worden uit één en dezelfde inrichting.
In een uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding namelijk in een inrichting voor het behandelen van een schoen met het kenmerk, dat meerdere onderling gescheiden houders voor gelijke of verschillende schoenbehandelingsmiddelen voorzien zijn. De houders bevinden zich bij voorkeur aan éénzelfde zijde van het aanbrengkussen, zodat men bewust één van de houders kan ledigen. Het spreekt echter voor zich dat ook andere aantallen houders en andere posities van de houder, bijvoorbeeld aan weerszijden van het aanbrengkussen, binnen het kader van de huidige uitvinding vallen. De vorm en afmeting van de houders mag niet als beperkend voor de onderhavige uitvinding worden beschouwd. In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm zijn de houders voorzien van verschillende schoenbehandelingsmiddelen.
Het voorzien van meerdere onderling gescheiden houders, die men bovendien afzonderlijk kan manipuleren, heeft als voordeel dat men meerdere schoenbehandelingsmiddelen kan voorzien op eenzelfde inrichting, die men bovendien onafhankelijk van elkaar simultaan, separaat of sequentieel kan vrijstellen. Op deze wijze worden door gebruik te maken van één inrichting gecombineerde schoenbehandelingen mogelijk gemaakt zoals bijvoorbeeld een reiniging en een behandeling met een glansmiddel, of een reiniging en een behandeling met een waterafstotend middel, etc.
In een andere uitvoeringsvorm verschaft de huidige uitvinding een inrichting die bijzonder geschikt is voor het vrijstellen van een hoeveelheid schoenbehandelingsmiddel dewelke gewenst is voor één behandeling. De huidige uitvinding verschaft dus een inrichting dat bijzonder geschikt is voor éénmalig gebruik.
<Desc/Clms Page number 7>
In een ander aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verpakking voorzien van één of meerdere inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding waarbij het type schoenbehandelingsmiddel geschikt voor het behandelen van een bepaalde kleur van schoen en/of voor het behandelen van een bepaald type van schoenmateriaal op de verpakking aangeduid is.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld, zonder enig beperkend karakter, een voorkeursdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting voor het behandelen van schoenen met een schoenbehandelingsmiddel met verwijzing naar de bijgaande figuren.
Gedetaillleerde beschrijving van de figuren
Figuur 1 stelt voor een perspectivistisch zicht voor van een voorkeursdragende uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2A-E illustreert het aanbrengen van een schoenbehandelingsmiddel 9 op een schoen 10 gebruik makend van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 stelt voor een perspectivistisch zicht voor van een voorkeursdragende uitvoeringsvorm van een verpakking 12 dewelke inrichtingen 1 volgens de onderhavige uitvinding insluit.
Gedetailleerde beschrijving
Een inrichting volgens de huidige uitvinding kan voorzien worden in diverse afmetingen en geometrische vormen. In Fig. 1 wordt een voorkeursdragende uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding voorgesteld. De voorgestelde inrichting 1 omvat een drager 2. De drager 2 voorgesteld in FIG. 1 is rechthoekig. Het spreekt echter voor zich dat een inrichting volgens de uitvinding ook een drager met een andere configuratie kan hebben zoals bijvoorbeeld een ronde, ellipsvormige, vierkante drager of dergelijke. De drager kan in een uitvoeringsvorm een drager omvatten waarvan de lengte groter is dan de breedte, of een rechthoekige drager omvatten waarvan de randen afgerond zijn.
Op de bovenzijde van de drager 2 is een aanbrengkussen 3 voorzien, alsmede twee houders 4,5. Op het deel van de drager 2 waar geen houder of kussen voorzien is wordt een label 7 aangebracht, waarop bijvoorbeeld informatie over het type schoenbehandelingsmiddel, kleur, merknaam of dergelijke vermeld wordt. De onderzijde van
<Desc/Clms Page number 8>
de drager is eveneens geschikt als informatiedrager waarop een label kan voorzien zijn met indicatie van het type schoenbehandelingsmiddel, een merknaam, reclame of dergelijke.
De drager is bij voorkeur vervaardigd uit een flexibel, plooibaar materiaal.
Voorbeelden van geschikte materialen omvatten kunststof of natuurlijke materialen. Nietlimiterende voorbeelden van geschikte kunststofmaterialen omvatten PE, PP, PVC of andere.
Niet-limiterende voorbeelden van geschikte natuurlijke materialen omvatten papier, hard papier, karton of dergelijke.
De drager wordt in het bijzonder voorzien van een plooirand (niet voorgesteld). De plooirand is in het bijzonder onder het aanbrengkussen 3 gelegen. Bij het plooien van de drager zal hierdoor ook het aanbrengkussen gedwongen worden mee te plooien volgens de as I-I van de plooirand. De plooirand strekt zich uit volgens de as I-I, dit is parallel aan de kleine zijde van de drager 2. In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm bevindt het aanbrengkussen 3 zich in het midden van de drager, waardoor de plooirand van de drager onder het midden van het aanbrengkussen 3 komt te liggen. De plooirand kan zich uitstrekken over een gedeelte van een breedte van de drager of over een volledige breedte van de drager. In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm strekt de plooirand zich uit over een volledige breedte van de drager 2.
In FIG. 2B-E, wordt een inrichting volgens de onderhavige uitvinding voorgesteld in geplooide toestand. Hierbij werd de drager gevouwen volgens de plooirand waardoor een hoek gecreëerd wordt tussen de twee vouwdelen van de drager 2 en het aanbrengkussen 3.
Deze hoek is bij voorkeur begrepen tussen 0 en 90 , en bij voorkeur tussen 45 en 90 . De hoek kan variëren in functie van het minder of meer samenplooien van de drager 2. Een belangijk voordeel van een inrichting volgens de huidige uitvinding is dat in gebruiksklare, gevouwen toestand, het aanbrengkussen 3 zich niet vlak uitstrekt maar zich in hoofdzaak Uvormig uitstrekt op de drager 2 zoals geïllustreerd op FIG. 2C-E.
Het aanbrengkussen 3 is geschikt voor het aanbrengen van een schoenbehandelingsmiddel op de schoen. Het aanbrengkussen is bij voorkeur voldoende rigide om zijn vorm te behouden tijdens gebruik, maar heeft desalniettemin ook een zeker flexibiliteitsgraad, zodat het zich aan de vorm en de contouren van een schoen kan aanpassen. Het is daarom bij voorkeur vervaardigd uit een flexibel, weefselvormig materiaal.
Dit laat een goede verspreiding van het schoenbehandelingsmiddel over het aanbrengkussen toe en aldus ook een gelijkmatig aanbrengen van het middel op een te behandelen schoen zonder lekken te veroorzaken. Het schoenbehandelingsmiddel wordt aldus op een efficiënte
<Desc/Clms Page number 9>
manier op een schoen aangebracht worden. Het aanbrengkussen kan vervaardigd zijn uit een kunststof of uit een natuurlijke materiaal. Niet-limiterende voorbeelden van geschikte kunststofmaterialen omvatten cellulose, schuim, schuimrubber of andere. Niet-limiterende voorbeelden van geschikte natuurlijke materialen omvatten een textielweefsel uit katoen, linnen, of andere. In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm is het aanbrengkussen een spons.
Het aanbrengkussen kan ook een bepaalde kleur hebben, dewelke overeenstemt met het kleur van het schoenbehandelingsmiddel in de houder waarmee het kussen zal geïnpregneerd worden bij gebruik. Dit laat een gebruiker toe om snel na te gaan wat het kleur van het schoenbehandelingsmiddel in de aangeboden inrichting is.
Het aanbrengkussen 3 is bij voorkeur voorzien in het midden van de drager. Bij het plooien van de drager zullen drager 2 en aanbrengkussen 3 volgens de as I-I van de plooirand geplooid worden, waarbij het aanbrengkussen 3 ten minste gedeeltelijk zal openbreken. Bij het openbreken zal een opening 6 gevormd worden in het aanbrengkussen 3, waarlangs schoenbehandelingsmiddel 9 op het aanbrengkussen 3 wordt aangebracht.
In een uitvoeringsvorm strekt het aanbrengkussen 3 zich in hoofdzaak uit over een volledige breedte van de drager 2. In een andere uitvoeringsvorm strekt het aanbrengkussen zich over een gedeelte van een breedte van de drager 2 uit. Het aanbrengkussen 3 kan zich bijvoorbeeld uitstrekken over 4/5-den, of over 2/3-den of over 3/4-den van een breedte van de drager.
Op de bovenzijde van de drager 2 zijn twee houders 4,5 aangebracht. De houders zijn onderling van elkaar gescheiden en grenzen aan het aanbrengkussen 3. Het spreekt voor zich dat eveneens een ander aantal houders op de drager kan voorzien zijn. Noch het aantal houders, noch hun volume, afmeting of configuratie zijn als limiterend te beschouwen voor de huidige uitvinding. In een uitvoeringsvorm hebben de houders allen eenzelfde afmeting, volume of configuratie. In een andere uitvoeringsvorm hebben de houders verschillende afmetingen, volumes en configuraties in functie van het behandelingsmiddel dewelke ze inhouden. De houders kunnen éénder welke geometrische configuratie aannemen, maar hebben bij voorkeur een gemakkelijk te manipuleren vorm, bijvoorbeeld de vorm van vingertoppen, teneinde het indrukken van de houders te vergemakkelijken.
De houders worden voorzien aan één zijde, of symmertrisch aan beide zijden van het aanbrengkussen. In FIG. 1 worden twee houders 4,5 getoond die zich aan éénzelfde zijde van het aanbrengkussen 3 bevinden, zodat men bewust één van de houders kan ledigen. In
<Desc/Clms Page number 10>
een andere uitvoeringsvorm kunnen de houders eveneens aan weerszijden van het kussen voorzien zijn. In een uitvoeringsvorm worden twee onderling gescheiden houders voorzien, één houder aan iedere zijde van het kussen op de drager. In een andere uitvoeringsvorm worden drie onderling gescheiden houders aan eenzelfde zijde van het kussen voorzien. In nog een andere uitvoeringsvorm worden vier onderling gescheiden houders op de drager voorzien waarbij twee houders voorzien zijn aan één zijde en twee houders aan een andere zijde van het aanbrengkussen.
Het spreekt voor zich dat noch het aantal houders, noch hun positie ten opzichte van het aanbrengkussen limiterend zijn door de huidige uitvinding.
De houders 4,5 voor schoenbehandelingsmiddel worden gevormd door een behuizing. Deze behuizing wordt gedeeltelijk door de drager en gedeeltelijk door een flexibel materiaal gevormd. Het flexibele materiaal is bij voorkeur een indrukbaar materiaal.
In iedere houder is een uitgang (niet voorgesteld) voorzien dewelke uitmondt in het aanbrengkussen 3. In een gewenste uitvoeringsvorm mondt de uitgang van de houder uit in het aanbrengingskussen, en bij voorkeur in de omgeving van de plooirand. In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm mondt de uitgang van de houder uit in het midden van het aanbrengkussen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is deze uitgang afgesloten, bijvoorbeeld door middel van een verzegeling, dewelke verbroken wordt bij het indrukken van de houder en/of bij het samenplooien van de drager. In een andere uitvoeringsvorm is de uitgang van de houder niet afgesloten maar is de opening van de uitgang te klein zodat in niet werkzame toestand geen schoenbehandelingsmiddel vanuit de houder vrijgesteld wordt.
Echter wanneer de drager samengeplooid wordt en/of wanneer de houder ingedrukt wordt, wordt de opening aan de uitgang groot genoeg om behandelingsmiddel vrij te stellen. In functie van de druk die uitgeoefend wordt op de houder, en in functie van de hoek waaronder de drager samengeplooid wordt kan de hoeveelheid schoenbehandelingsmiddel die uit de houder vrijgesteld wordt nauwkeurig bepaald worden.
Volgens de huidige uitvinding kunnen de houders 4,5 opgevuld worden met dezelfde of verschillende schoenbehandelingsmiddelen. Niet-limiterende voorbeelden van schoenbehandelingsmiddelen die aangebracht kunnen worden met een inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvatten een reinigingsmiddel, een glansmiddel, een wasmiddel, een waterafstotend preparaat, etc. De schoenbehandelingsmiddelen worden uit de houders 4,5 vrijgesteld door deze houders in te drukken en/of door de drager 2 en het aanbrengkussen 3 dubbel te plooien.
<Desc/Clms Page number 11>
In een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm zijn de houders althans gedeeltelijk vervaardigd uit een doorzichtig materiaal. Dit laat een gebruiker toe de hoeveelheid middel in de houder goed te doseren en te verdelen over bijvoorbeeld verschillende schoenen.
Bovendien, in het geval verschillende behandelingsmiddelen voorzien zijn in verschillende houders, laat een doorzichtige houder toe te zien welk middel in welke houder vervat zit.
In het geval meerdere houders voorzien zijn kan het soms gewenst zijn dat de schoenbehandelingsmiddelen uit de verschillende houders niet met elkaar in aanraking komen bij vrijstelling. Daarom bestaat een ander uitvoeringsvorm van een inrichting erin het aanbrengkussen te voorzien van elementen die een scheiding toelaten van de vrij te stellen behandelingsmiddelen. In een uitvoeringsvorm wordt het aanbrengkussen voorzien van meerdere, onderling gescheiden compartimenten, alnaargelang het aantal toe te passen behandelingsmiddelen. In deze compartimenten mondt de uitgang van de respectievelijke houders uit.
Refererend naar FIG. 2A-E wordt het aanbrengen van een schoenbehandelingsmiddel 9 op een schoen 10 geïllustreerd gebruik makend van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. In een eerste stap, geïllustreerd in FIG.2A, wordt een inrichting 1 voorzien volgens de onderhavige uitvinding. In een volgende stap wordt de inrichting 1 samengeplooid door de drager 2 aan weerszijden van het aanbrengkussen 3 vast te nemen en te plooien volgens de as van de plooirand (niet voorgesteld). Bij dit omplooien wordt het aanbrengkussen 3 althans gedeeltelijk opengebroken en kan schoenbehandelingsmiddel 9 uit de ontstane opening vrijgesteld worden.
Verwijzend naar FIG. 2C wordt simultaan of pas na het omplooien van de drager 2 één van de houders 4 ingedrukt teneinde het schoenbehandelingsmiddel 9 vanuit de houder 4 doorheen de uitgang van de houder (niet voorgesteld) naar het aanbrengkussen 3 te persen. Daar zal het middel 9 via het gedeeltelijk opengebroken aanbrengkussen 3 op het oppervlak van het kussen 3 vrijgesteld worden en door het kussen geadsorbeerd worden. In een volgende stap, geïllustreerd in FIG. 2D, wordt het aanbrengkussen 3 waarvan het oppervlak doordrengt is met behandelingsmiddel 9 met een te behandelen schoen 10 in contact gebracht. Doordat de inrichting compact en gemakkelijk te manipuleren is, en het aanbrengkussen niet vlak maar in hoofdzaak U-vormig omgeplooid is, kan het kussen zich gemakkelijk aan alle contouren van de schoen aanpassen en met alle delen van de schoen in contact gebracht worden.
Na gebruik wordt de inrichting 1 in een afvalcontainer 11 verwijderd, zoals voorgesteld in FIG. 2E.
<Desc/Clms Page number 12>
EMI12.1
FIG. 3 illustreert een verpakking 12 die geschikt is om één of meerdere inrichtingen 1 volgens de onderhavige uitvinding in te sluiten. Op de verpakking wordt bij voorkeur aangeduid welk type en/of welke kleur schoenbehandelingsmiddel ingesloten is en/of voor welk type schoenmateriaal de ingesloten inrichtingen geschikt zijn.