<Desc/Clms Page number 1>
BORSTEL Object van de uitvinding [0001] Het object van de uitvinding is een borstel, voorzien van vezelrijen of vezelbundels, veelal bestaande uit staaldraad. Een veel voorkomende toepassing hiervan is de roteerbare borstel voor montage onder straatreinigingsvoertuigen, bruikbaar bijvoorbeeld voor het verwijderen van onkruid tussen straatstenen.
Stand van de techniek [0002] Het type roteerbare borstel zoals hierboven geciteerd bestaat over het algemeen uit een ronde draagplaat voorzien van één of meer concentrische rijen van vezelbundels bestaande uit gevlochten staaldraad, die schuin gemonteerd zijn ten opzichte van het vlak van de draagplaat. Veelal worden de vezelbundels gevat in metalen hulzen die dan aan de draagplaat worden vast gelast.
[0003] Soms worden de bundels in een kunststof steun vastgehouden, zoals beschreven in document EP-A-0196928.
Een veegborstel met verwisselbare rijen van vezels is bekend van document FR-A-2614188. Dit systeem is echter ongeschikt voor het maken van een borstel met individueel verwisselbare vezelbundels.
Doel van de uitvinding [0004] Het doel van de uitvinding is een borstel voor te stellen voorzien van individueel verwijderbare
<Desc/Clms Page number 2>
vezelbundels of vezelrijen die stevig met een draagvlak verbonden zijn en op eenvoudige manier kunnen gemonteerd en gedemonteerd worden.
Hoofdkenmerken van de uitvinding [0005] De huidige uitvinding betreft een borstel bestaande uit een draagvlak en meerdere borstelelementen, gekenmerkt doordat elk van de borstelelementen verbonden is met het draagvlak door middel van een bevestigingsstuk, dat geklemd wordt tussen een onderste en bovenste draagplaat, dewelke platen het genoemde draagvlak vormen. Onder borstelelementen kan verstaan worden : vezelbundels, meer bepaald stukken gevlochten metaaldraad, vezelrijen of rijen van metalen strippen, stukken metaalgaas, e.a.
[0006] In de geprefereerde uitvoeringsvorm, bevat genoemd bevestigingsstuk een eerste deel dat tussen de platen geklemd is, en een tweede deel waaraan het borstelelement bevestigd is, waarbij het tweede deel een hoek maakt met het eerste deel, dewelke kleiner is dan 180 , door middel van een tussendeel dat dienst doet als bocht tussen het eerste en tweede deel.
[0007] Het eerste deel van het bevestigingsstuk is bij voorkeur voorzien van een hamervormig uiteinde terwijl het tweede deel bij voorkeur voorzien is van tandvormige uitsteeksels.
[0008] De bevestigingsstukken bestaan bij voorkeur uit een vlak metalen stuk, gesneden uit een metaalplaat.
[0009] In de geprefereerde uitvoeringsvorm zit een buis geklemd over het tweede deel van het bevestigingsstuk, waarbij de tandvormige uitsteeksels minstens gedeeltelijk in de wand van de buis gedrukt zijn, en waarbij het borstelelement een vezelbundel betreft die geklemd is in genoemde buis.
<Desc/Clms Page number 3>
[0010] De vezelbundel kan omgeven zijn door een beschermhuls in kunststof of metaalgaas, of door metalen ringen. Deze vezelbundel kan bestaan uit gevlochten metaaldraad, bij voorkeur staaldraad.
[0011] In de geprefereerde uitvoeringsvorm bevat de onderste plaat gleuven doorheen de volledige dikte van de plaat, dewelke gleuven geordend zijn in rijen van twee longitudinaal in elkaars verlengde liggende gleuven, en waarin de breedte van elke gleuf voldoende is om ten minste gedeeltelijk een bevestigingsstuk door te laten.
[0012] De onderste plaat kan ringvormig zijn waarin de rijen van twee gleuven geordend zijn langs lijnen die doorheen het middelpunt van de onderste plaat lopen.
[0013] Eveneens in de geprefereerde uitvoeringsvorm, bevat de bovenste plaat gleuven doorheen de volledige dikte van de plaat, en waarin de breedte van elke gleuf voldoende is om ten minste gedeeltelijk een bevestigingsstuk door te laten.
[0014] De bovenste plaat kan ringvormig zijn waarin de gleuven in deze plaat geordend zijn langs lijnen die doorheen het middelpunt van de bovenste plaat lopen. De bovenste plaat kan bestaan uit twee delen.
[0015] In de geprefereerde uitvoeringsvorm betreft de uitvinding een borstel, waarin de bevestigingsstukken vlakke stukken zijn voorzien van een hamervormig uiteinde op het eerste deel en waarin in gemonteerde toestand : - het hamervormig uiteinde van elk bevestigingsstuk aan één zijde in één van de in de onderste plaat voorziene gleuven van een rij past, en aan de andere zijde in één van de gleuven in de bovenste plaat, - het tussendeel gelegen is in de andere gleuf van de rij gleuven in de onderste plaat,
<Desc/Clms Page number 4>
- het eerste deel evenwijdig is aan het vlak van de onderste plaat.
[0016] Bij voorkeur worden beide platen aan elkaar verbonden door middel van spanbouten, die passen in persmoeren die aangebracht zijn op één van beide platen.
[0017] Bij voorkeur zijn zowel de bevestigingsstukken als de onderste en bovenste draagplaat gemaakt uit staal van kwaliteit QSTE690TM.
[0018] Volgens een verdere uitvoeringsvorm van het bevestigingsstuk is het tweede deel van dit bevestigingsstuk voorzien van twee gleuven langs de zijkant van het tweede deel. Deze gleuven kunnen verder aan de binnenkant voorzien zijn van oneffenheden.
Beschrijving van de figuren [0019] Fig. la toont een beeld van een volledig gemonteerde borstel volgens de uitvinding.
[0020] Fig. 2 toont een beeld van een vezelbundel.
[0021] Fig. 3 toont een tekening van een haakvormig bevestigingsstuk voor het bevestigen van een vezelbundel.
[0022] Fig. 4a en 4b illustreren de bevestiging van een buis op het stuk uit figuur 3.
[0023] Fig. 5 toont de onderste draagplaat volgens de uitvinding.
[0024] Fig. 6 toont de bovenste draagplaat volgens de uitvinding.
[0025] Fig. 7 illustreert de wijze waarop een bevestigingshaak gemonteerd is tussen de beide platen.
[0026] Fig. 8 illustreert een veegborstel volgens de huidige uitvinding.
[0027] Fig. 9 toont een alternatieve vorm van het bevestigingsstuk.
<Desc/Clms Page number 5>
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding [0028] De huidige uitvinding betreft een borstel zoals afgebeeld in figuur 1, waarbij de individuele vezelbundels 1 vastgemaakt zijn aan het draagvlak 2 via bevestigingsstukken (niet zichtbaar). De ronde, roteerbare borstel is afgebeeld en vormt de belangrijkste uitvoeringsvorm van de uitvinding, hoewel andere vormen eveneens binnen de reikwijdte van de uitvinding kunnen vallen, zoals verder besproken. Figuur 2 toont één bundel, voorzien van een haakvormig bevestigingsstuk 3, en verder bestaande uit een metalen buis 4 met daarin geklemd een vezelbundel 5, bijvoorbeeld bestaande uit gevlochten bundels staaldraad. Bij voorkeur is de bundel omgeven door een beschermhuls in kunststof of metaalgaas of door metaalringen, hoewel dit niet noodzakelijk is binnen het kader van de huidige uitvinding.
[0029] Een gedetailleerd beeld van een haakvormig bevestigingsstuk 3 is te zien in figuur 3. Dit stuk is bij voorkeur gemaakt uit staalplaat, en heeft in dit geval, in het vlak loodrecht op het vlak van de figuur, overal dezelfde dikte. Het wordt bij voorkeur uitgesneden uit een staalplaat, via een lasersnijtechniek.
[0030] Het bevestigingsstuk 3 bestaat uit een eerste deel 10 dat tussen de platen geklemd wordt en een tweede deel 13 waaraan de vezelbundels bevestigd worden, en dat een hoek maakt met het eerste deel 10, dewelke hoek kleiner is dan 180 . De haak in figuur 3 bestaat uit een recht deel 10, dat voorzien is van een hamervormig uiteinde 11, een bocht 12 aansluitend op het recht deel 10 en een tweede recht deel 13 aansluitend op de bocht 12 en voorzien van tandvormige uitsteeksels 15 aan de zijkant. De hoek a tussen beide delen 10 en 13 is eveneens aangegeven in figuur 3 .
<Desc/Clms Page number 6>
[0031] Figuur 4a&b toont hoe de buis 4 op het getande deel 13 wordt geklemd. Dit vormt een bijkomende aspect van de uitvinding. Het klemmen van de buis op het bevestigingsstuk 3 kan gebeuren met een bekende kleminstallatie. De binnendiameter van de buis 4 is zodanig dat deze buis over het getande deel 13 kan geschoven worden met minimale speling (figuur 4a). De buis wordt over de haak geschoven tot aan de aanslag 16. Vervolgens wordt de buis op de tanden geklemd, zodat deze zich voor een deel in de buiswand boren (figuur 4b). Hiertoe moet de hardheid van het materiaal van het bevestigingsstuk 3 voldoende hoger zijn dan deze van de buis 4. Het resultaat is een stevige verbinding tussen de buis 4 en het bevestigingsstuk 3.
[0032] De vezelbundels, voorzien van de bevestigingshaken 3, worden aangebracht tussen twee draagplaten, een onderplaat 20 en een bovenplaat 21, die samen het draagvlak 2 vormen. In het geval van een roteerbare borstel zijn deze platen bij voorkeur ringvormig, zoals afgebeeld in figuren 5 en 6. De bevestigingshaken 3 worden gemonteerd in gleuven in de onderplaat (figuur 5). Op elke vezelbundel-locatie langs de omtrek van de onderplaat zijn twee gleuven 23 en 24 aangebracht die in elkaars verlengde gelegen zijn en bij voorkeur langsheen een lijn die door het middelpunt 25 van de plaat loopt. De gleuf 23 ligt dichter bij het middelpunt van de plaat dan de gleuf 24. De haak wordt dan aangebracht door het hamervormige uiteinde 11 doorheen de gleuf 23 te schuiven, en vervolgens dit hamervormig gedeelte te laten haken in de gleuf 24 die verder van dit middelpunt ligt.
Bij voorkeur is een aanslag 17 voorzien, die tegen de onderplaat moet aanleunen. Het resultaat is dat de haak 3 met zijn recht deel 10 evenwijdig ligt aan de onderste plaat, met het hamervormig gedeelte gelegen in de
<Desc/Clms Page number 7>
gleuf 24 en de bocht 12 gelegen in de gleuf 23, zie figuur 7. Het getande deel 13 maakt dan de hoek a met de horizontale, naar buiten toe.
[0033] Zoals te zien is in figuur 5, zijn in deze bepaalde uitvoeringsvorm de gleuven van twee naburige bundellocaties niet gelegen op dezelfde plaats langsheen de straal, maar wel afwisselend dichterbij en verder van het middelpunt 25, zodat de vezelbundels een grotere oppervlakte kunnen beslaan. Dit is een geprefereerde uitvoeringsvorm, echter geen noodzakelijkheid binnen het kader van de uitvinding. Hetzelfde geldt voor de hoek a, waaronder de vezelbundels geplaatst zijn. In principe kan zelfs een rechte hoek worden toegepast, hoewel een schuinstelling in ieder geval te prefereren is. Algemeen kan men zeggen dat de hoek a kleiner is dan 180 en bij voorkeur gelegen is tussen 0 en 90 .
[0034] De bovenplaat 21 (figuur 6) bevat eveneens gleuven 31 die zodanig gelegen zijn dat de hamervormige uiteinden 11 van de haken 3 in deze gleuven haken, wanneer de bovenste plaat bovenop de met vezelbundels uitgeruste onderste plaat wordt gelegd (zie figuur 7). Beide platen worden dan aan elkaar vastgemaakt middels spanbouten, doorheen gaten 35 in beide platen (zie figuren 5 en 6). In de geprefereerde uitvoeringsvorm is de onderplaat onderaan de gaten 35 voorzien van persmoeren, waar de spanbouten in passen. Het gebruik van persmoeren maakt het onnodig enige lasbewerking uit te voeren bij het vervaardigen van een borstel volgens de uitvinding. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 6, bestaat de bovenste plaat uit twee delen 33 en 34. Deze delen kunnen apart bovenop de bevestigingsstukken worden gelegd, wat de montage vergemakkelijkt.
<Desc/Clms Page number 8>
[0035] Andere uitvoeringsvormen dan de ronde borstel vallen binnen het kader van de uitvinding. De vorm van de platen 20 en 21 is niet bepaald. Men kan zelfs een rechte borstel maken volgens het principe van conclusie 1, waarbij meerdere bevestigingsstukken 3 geklemd zijn tussen twee rechthoekige platen voorzien van de nodige gleuven, bijvoorbeeld geordend in paren van gleuven die allen loodrecht staan op de lange zijde van de rechthoek. Andere vormen van draagplaten zijn mogelijk.
[0036] Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsstukken bevestigd in een ringvormige buis, in plaats van aan twee aparte platen. De ringvormige buis kan bijvoorbeeld een rechthoekige doorsnede hebben.
[0037] Volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsstukken 3 zowel als de staalplaten 20 en 21 gemaakt uit staal met een trekvastheid van minimum 750N/mm2. Staal met kwaliteit QSTE690 TM geniet de voorkeur. De chemische analyse van het bij voorkeur gebruikte staal is weergegeven in onderstaande tabel. Deze staalsoort kan bijkomende elementen bevatten, zoals Aluminium, Vanadium, Molybdeen of Boor. Het gebruik van deze staalsoort laat toe de platen voldoende dun te maken, tot 4mm dikte, met behoud van de nodige sterkte.
[0038] Tabel : chemische analyse van staal voor onder-en bovenplaat en voor bevestigingsstukken.
EMI8.1
<tb>
<tb>
C <SEP> Si <SEP> Mn <SEP> S <SEP> P <SEP> Nb <SEP> Ti
<tb> # <SEP> 0.10 <SEP> # <SEP> 0.60 <SEP> # <SEP> 2.00 <SEP> # <SEP> 0.01 <SEP> # <SEP> 0.025 <SEP> # <SEP> 0. <SEP> 08 <SEP> # <SEP> 0. <SEP> 20
<tb>
[0039] De uitvinding betreft eveneens zgn. veegborstels, die hier worden gedefinieerd als borstels die niet voorzien zijn van vezelbundels, maar eerder van rijen 40 van vezels of metalen strippen. Deze vorm is getoond in
<Desc/Clms Page number 9>
figuur 8. Het bevestigingsstuk waarmee deze vezelrijen bevestigd zijn aan het draagvlak hebben dezelfde vorm als het stuk 3 uit figuur 3, behalve dat het deel geen stuk met tandvormige uitsteeksels bevat. In de uitvoeringsvorm van figuur 8 is de rij uitgevoerd in de vorm van een rij metalen strippen 41 die solidair zijn met het bevestigingsstuk 3.
De monteerwijze van dergelijke vezelof strippenrijen tussen de platen is identiek aan deze van de vezelbundels hierboven beschreven.
[0040] Figuur 9 toont tenslotte een alternatieve vorm van het bevestigingsstuk 3, dat eveneens uit een vlakke plaat wordt gesneden en waarin het tweede recht deel 13 voorzien is van twee gleuven 50 langs de zijkant van het deel 13. Deze gleuven zijn verder aan de binnenzijde voorzien van oneffenheden 51. Deze uitvoeringsvorm is geschikt voor het bevestigen van ronde buizen uit metaalgaas, die men in de gleuven 50 kan schuiven en waarbij de mazen van het gaas vasthaken in de oneffenheden 51. De buizen metaalgaas vormen dan de borstelelementen. Ook andere borstelementen met buisvormige uiteinden kunnen in het bevestigingsstuk van figuur 9 worden aangebracht.