BE1015228A3 - Elektrisch installatie-element voor wanden. - Google Patents

Elektrisch installatie-element voor wanden. Download PDF

Info

Publication number
BE1015228A3
BE1015228A3 BE2002/0692A BE200200692A BE1015228A3 BE 1015228 A3 BE1015228 A3 BE 1015228A3 BE 2002/0692 A BE2002/0692 A BE 2002/0692A BE 200200692 A BE200200692 A BE 200200692A BE 1015228 A3 BE1015228 A3 BE 1015228A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
installation element
element according
electrical installation
finishing layer
wall
Prior art date
Application number
BE2002/0692A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jonkmans Erik
Pieters Erwin
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jonkmans Erik, Pieters Erwin filed Critical Jonkmans Erik
Priority to BE2002/0692A priority Critical patent/BE1015228A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1015228A3 publication Critical patent/BE1015228A3/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/12Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)

Abstract

Elektrisch installatie-element voor wanden, dat minstens een frontstructuur (15) omvat, daardoor gekenmerkt dat deze frontstructuur (15) middelen bevat die bedoeld zijn om met een afwerklaag (4) van de wand (2), zoals een pleisterlaag of dergelijke, samen te werken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Elektrisch installatie-element voor wanden. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een elektrisch installatie-element voor wanden. 



  Meer speciaal houdt de huidige uitvinding verband met elementen zoals schakelaars of andere bedieningselementen met een schakelfunctie, stopcontacten of dergelijke, welke zoals bekend, bedoeld zijn om in gebouwen te worden aangewend voor onder andere het in- en uitschakelen van licht, voor het vormen van aansluitpunten op het elektrisch net, en voor aanverwante domotica-toepassingen. 



  Het is bekend dat dergelijke installatie-elementen zowel bestaan in uitvoeringen voor opbouw als voor inbouw. 



  Bij de inbouwsystemen wordt eerst een inbouwdoos in een uitsparing in de wand vastgezet. Op het ogenblik dat de elektrische installatie wordt gerealiseerd, wordt het betreffende elektrische installatie-element in de inbouwdoos aangebracht. 



  Bij traditionele uitvoeringen bestaat zulk elektrisch installatie-element hoofdzakelijk uit, enerzijds, het eigenlijke elektrische deel, zoals de eigenlijke schakelaar of het eigenlijke stopcontact, en, anderzijds, een frontstructuur. Deze frontstructuur is in hoofdzaak samengesteld uit een metalen flensvormig deel, waaraan het elektrisch deel is bevestigd, en een uit één of meer delen gevormde kunststoffen frontplaat. Bij de montage in de inbouwdoos wordt het elektrisch deel in de inbouwdoos gestoken tot de metalen flens tegen de buitenzijde van de gebruikelijk op de wand aangebrachte afwerklaag, zoals een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 pleisterlaag of een gipskartonplaat, aanleunt, waarna het elektrisch deel in de inbouwdoos wordt vastgezet, bijvoorbeeld door middel van spanklauwen die door het aandraaien van schroeven zijdelings kunnen worden opengespannen.

   De voornoemde frontplaat wordt dan voor de metalen flens tegen het geheel vastgeschroefd. 



  Deze bekende uitvoeringen hebben als nadeel dat zij steeds zodanig moeten ontworpen worden dat de frontplaat tot over de omliggende rand van de afdeklaag wordt uitgevoerd, waardoor de ontwerpmogelijkheden begrensd zijn. 



  De huidige uitvinding beoogt een nieuwe soort elektrisch installatie-element voor wanden, dat door zijn technische opvatting het voordeel biedt dat bijzondere nieuwe uitvoeringsvormen kunnen worden gecreëerd, die op zich ook verschillende voordelen opleveren. 



  Hiertoe betreft de uitvinding, volgens een eerste aspect, een elektrisch installatie-element voor wanden, dat minstens een frontstructuur omvat, met als kenmerk dat deze frontstructuur middelen bevat die bedoeld zijn om met een afwerklaag van de wand, zoals een pleisterlaag of dergelijke, samen te werken. Door de directe samenwerking tussen het elektrisch installatie-element en de afwerklaag van de wand ontstaat het voordeel dat er geen noodzaak meer bestaat aan een afwerklaag overlappende afdekplaat, hetgeen nieuwe technische realisaties met het oog op een verbeterde binnenhuisarchitectuur toelaat. 



  Zo bijvoorbeeld kan het zichtbare oppervlak van het installatie-element worden verkleind, of kan een welbepaald oppervlak beter worden benut. Ook kan, volgens bepaalde 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 uitvoeringsvormen, het ontstaan van uitstekende randen, waarop stof zich kan afzetten, worden vermeden. 



  Volgens een eerste mogelijkheid omvatten de voornoemde middelen minstens één gedeelte dat bedoeld is om, bij het installeren van het elektrisch installatie-element in een wand, in de afwerklaag, respectievelijk onder de afwerklaag, te worden aangebracht. Door middel van dit gedeelte kan een effectieve verbinding worden gerealiseerd tussen, enerzijds, de voornoemde frontstructuur, en anderzijds de voornoemde afwerklaag, met als voordeel dat een onderlinge vergrendeling tussen beide ontstaat, zodanig dat wanneer deze vergrendeling éénmalig is gerealiseerd, een vaste positionering blijft bestaan. 



  In de meest voorkeurdragende vorm bestaat het voornoemde gedeelte uit één of meer delen die geëigend en bedoeld zijn om te worden ingepleisterd. Doordat de frontstructuur minstens aan de randen ingepleisterd is en dus een vaste positionering wordt verkregen, ontstaat het voordeel dat het omgevende pleisterwerk, gelijktijdig met het inpleisteren van de frontstructuur, aansluitend tot tegen deze frontstructuur kan worden uitgevoerd. 



  Volgens een tweede mogelijkheid bestaan de voornoemde middelen minstens uit een randgedeelte dat bedoeld is om een begrenzing te vormen voor de omgevende afwerklaag. Zulk randgedeelte laat toe dat de afwerklaag eenvoudig tot tegen het elektrisch installatie-element kan worden uitgevoerd, waardoor overlappende gedeelten niet echt noodzakelijk zijn of tot een minimum kunnen worden beperkt. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de voornoemde middelen die bedoeld zijn om met een afwerklaag 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 van een wand samen te werken, zowel uit, enerzijds, minstens één gedeelte dat bedoeld is om bij de montage van het elektrisch installatie-element in een wand in de afwerklaag, respectievelijk onder de afwerklaag, te worden aangebracht, en, anderzijds, een randgedeelte dat bedoeld is om een begrenzing te vormen voor de omgevende afwerklaag, waarbij dit randgedeelte aan het voornoemde gedeelte is aangebracht. Door deze combinatie van kenmerken wordt vermeden dat de tegen het randgedeelte aangewerkte afwerklaag van het randgedeelte kan losscheuren, dit doordat via het eerstgenoemde gedeelte een degelijke verbinding met de afwerklaag kan worden tot stand gebracht. 



  Volgens een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het elektrisch installatie-element een frontstructuur die zodanig geconfigureerd is dat deze frontstructuur bij het installeren van het elektrisch installatie-element met zijn voorzijde hoofdzakelijk in hetzelfde vlak kan worden gesitueerd dan het oppervlak van de omgevende wand. Hierdoor kunnen uitstekende gedeelten worden vermeden. 



  Volgens een bijzondere toepassing van de uitvinding, waarbij het elektrisch installatie-element als een bedieningselement is uitgevoerd, met andere woorden als een schakelelement, is dit bedieningselement gevormd door een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element. Door gebruik te maken van een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element, ontstaat het voordeel dat het gebruik van traditionele schakelknoppen kan worden uitgesloten en als contactelement een eenvoudige vlakke of hoofdzakelijk vlakke frontplaat kan worden aangewend. Ook wordt zodoende een bedieningselement verkregen dat, in tegenstelling tot gebruikelijke schakelaars met een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 schakelknop, gemakkelijker en op een veiligere wijze kan worden gereinigd en onderhouden. 



  Opgemerkt wordt dat het gebruik van een dergelijk bedieningselement, waarbij een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element wordt aangewend voor het in- en uitschakelen van licht of dergelijke, op zich ook voordelen biedt ten opzichte van de traditioneel aangewende installatie-elementen in elektrische installaties voor gebouwen, ongeacht of er al dan niet gebruik wordt gemaakt van een frontstructuur die met een afdeklaag samenwerkt. 



  Volgens een tweede aspect heeft de huidige uitvinding dan ook betrekking op een elektrisch installatie-element voor wanden, dat minstens één bedieningselement bevat, waarmee een elektrische schakeling kan worden bevolen, meer speciaal worden in- en uitgeschakeld, met als kenmerk dat dit bedieningselement bestaat uit een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch in doorsnede een uitvoering van een bekend elektrisch installatie-element weergeeft in gemonteerde toestand; figuur 2 in perspectief een elektrisch installatie- element volgens de uitvinding weergeeft, in gemon- teerde toestand; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 4 de frontstructuur uit de uitvoering van figuren 2 en 3 in uiteengenomen toestand weergeeft; figuur 5 het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 met F5 is aangeduid, in een verder uiteengenomen toestand; figuur 6 een variante weergeeft in een horizontale doorsnede ;

   figuren 7,8 en 9 nog drie varianten weergeven. 



  Figuur 1 geeft schematisch weer hoe een elektrisch installatie-element 1 van bekende uitvoering doorgaans in een wand 2 wordt bevestigd. Hierbij is in de wand 2, die in dit geval bestaat uit een eigenlijke muur 3 en een afwerklaag 4 uit pleister, een inbouwdoos 5 in een uitsparing 6 vastgezet, waarop een leiding 7 aansluit. 



  Het installatie-element 1 bestaat hierbij uit het eigenlijke elektrische gedeelte 8, dat in dit geval een schakelaar is, en een frontstructuur 9 die is samengesteld uit een metalen flens 10 en een kunststoffen afdekplaat 11. De flens 10 en de afdekplaat 11 overlappen de afdeklaag 4 en leunen aan tegen de buitenzijde 12 van de wand 2, met de in de inleiding genoemde nadelen tot gevolg. 



  In de figuren 2 tot 5 is een uitvoering van een installatie-element 13 volgens de huidige uitvinding weergegeven, met een elektrisch gedeelte 14 en een frontstructuur 15. Het bijzondere hierbij bestaat erin dat dit elektrisch installatie-element 13 middelen bevat die bedoeld zijn om met de afwerklaag 4 samen te werken, welke middelen in dit geval bestaan in de combinatie van, enerzijds, een gedeelte 16 dat bedoeld is in de afwerklaag 4 te worden aangebracht, en, 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 anderzijds, een randgedeelte 17 dat bedoeld is om een begrenzing te vormen voor de afwerklaag 4. 



  Het gedeelte 16 bestaat uit een inpleisterbaar deel, in het voorbeeld in de vorm van een plaatvormige flens die is voorzien van perforaties 18 die de verankering in het pleister of dergelijke van de afwerklaag 4 bevorderen. Het als flens uitgevoerde gedeelte 16 strekt zich langs de volledige omtrek van de frontstructuur 15 naar buiten uit. 



  Het is duidelijk dat het gedeelte 16 volgens een niet weergegeven variante ook uit meerdere delen kan bestaan, dat dit gedeelte 16 niet noodzakelijk in de vorm van een flens moet uitgevoerd zijn, en dat in de plaats van de voornoemde perforaties 18 ook andere middelen kunnen worden voorzien om de verankering in pleister of dergelijke te bevorderen, zoals bijvoorbeeld reliëfvormende gedeelten en dergelijke. 



  Het voornoemde randgedeelte 17 vertoont een naar voren gericht kops uiteinde 19 dat geëigend en bedoeld is om gelijk met de buitenzijde 12, met andere woorden, met het buitenste wandoppervlak van de afwerklaag 4, te worden ingewerkt. 



  Op zich kan dit randgedeelte 17 op verschillende wijzen worden gerealiseerd. In de in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm wordt dit gevormd door L-vormige profieltjes 20 die bijvoorbeeld op het gedeelte 16 zijn vastgelast door middel van puntlassen. 



  Het randgedeelte 17 vormt een zitting voor een frontplaat 21, die in het weergegeven voorbeeld uit 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 twee delen, respectievelijk een basisplaat 22 en een sierplaat 23, is opgebouwd. In de gemonteerde toestand zit deze frontplaat 21 aldus verzonken in het randgedeelte 17, meer speciaal zodanig dat het frontvlak 24 van de frontstructuur 15 hoofdzakelijk in hetzelfde vlak kan worden gesitueerd dan de buitenzijde van de omgevende wand 2. 



  Het frontvlak 24 is, zoals weergegeven, bij voorkeur vrij van uitstekende gedeelten. 



  De bevestiging van de frontplaat 21 kan op eender welke wijze geschieden en is dan ook niet weergegeven in de uitvoering van de figuren 2 tot 5. In principe kan deze frontplaat 21 in het randgedeelte 17 vastklikken of eraan vast worden geschroefd. Ook is een bevestiging mogelijk door zulke frontplaat 21 met het eigenlijke elektrisch gedeelte 14 te verbinden, terwijl dit gedeelte 14 op zich in de inbouwdoos 5 wordt vastgezet, hetgeen hierna nog aan de hand van een verdere uitvoeringsvorm zal worden beschreven. 



  In de uitvoeringsvorm van de figuren 2 tot 5 bestaat het elektrisch gedeelte 14 uit een bedieningselement, waarmee een elektrische schakeling kan worden bevolen, meer speciaal kan worden in- en uitgeschakeld, met als bijzonderheid dat dit bedieningselement, of aldus het gedeelte 14, bestaat uit een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element. Zodoende kan de frontplaat 21 een frontvlak 24 bezitten dat volledig effen is uitgevoerd, daar geen schakelknoppen of dergelijke noodzakelijk zijn. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Het voornoemde aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element omvat bijvoorbeeld een gevoelige cmos-component gekoppeld aan een verschilversterker of een capaciteitsgevoelig element gekoppeld aan een verschilversterker. Uiteraard zijn andere aanraakgevoelige of nabijheidsgevoelige elementen mogelijk.

   Deze kunnen werkzaam zijn op een lage spanning, bijvoorbeeld tussen 8 en 48 Volt, en zijn uiteraard gekoppeld met schakelelementen, zoals relais of dergelijke, waarop dan een lichtkring of een ander verbruikselement is aangesloten. Zulke relais kunnen in een centrale verdeelkast ingebouwd zijn. 



  Aan de frontstructuur 15 zijn naar achter gerichte bevestigings- en/of positioneerdelen 25-26 gevormd die in de inbouwdoos 5 kunnen worden geschoven en zodoende er minstens voor zorgen dat de door het gedeelte 16 omgeven opening 27 zich precies voor de inbouwdoos 5 bevindt. Deze delen 25-26 bestaan in het weergegeven voorbeeld uit naar binnen gevouwen flappen die gevormd zijn uit het plaatvormig materiaal van het gedeelte 16. 



  De montage van het installatie-element 13 in een wand 2 kan eenvoudig worden afgeleid uit de figuren 2 en 3 en de voorgaande beschrijving, doch wordt hierna nog kort toegelicht. 



  De inbouwdoos 5 wordt op een traditionele wijze in de wand 2 vastgezet, bijvoorbeeld in een uitsparing 6 vastgepleisterd. 



  Bij het realiseren van de afwerklaag 4 wordt ook de frontstructuur 9 in het pleister van deze afwerklaag 4 vastgezet, zodanig dat het kopse uiteinde 19 van het 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 randgedeelte 17 precies in het vlak van de buitenzijde 12 van de afwerklaag 4 komt te liggen. Het uiteinde 19 kan hierbij als afstrijkrand fungeren. 



  Het eigenlijke elektrische gedeelte 14 kan op eender welke wijze in de inbouwdoos 5 worden vastgezet, hetzij voor of na het vastpleisteren van de frontstructuur 15. Bij voorkeur is het gedeelte 14 zodanig uitgevoerd dat het via de opening 27 in de inbouwdoos 5 kan worden gemonteerd. 



  Figuur 6 geeft schematisch een mogelijkheid weer om een elektrisch gedeelte 14 en een frontplaat 21 te bevestigen. Het elektrisch gedeelte 14 is door middel van traditionele spanklauwen 28 in de inbouwdoos 5 ingeklemd. Het basisdeel 22 van de frontplaat 21 is door middel van schroeven 29 aan het gedeelte 14 bevestigd en wordt door het aanspannen van deze schroeven 29 in de zitting gevormd door het randgedeelte 17 aangetrokken. Het sierdeel 23 wordt op het basisdeel 22 vastgeklikt. 



  In figuur 7 is een uitvoering weergegeven met een frontplaat waarachter een meervoudig bedieningselement, respectievelijk meerdere bedieningselementen, kunnen worden aangebracht. De frontplaat 21 is in dit geval ingedeeld in vier segmenten 21A-21B-21C-21D, waarmee telkens een afzonderlijk bedieningselement, meer speciaal een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element, kan worden geactiveerd. 



  De indeling in segmenten 21A-21B-21C-21D is bij voorkeur gemarkeerd, bijvoorbeeld door middel van lijnvormige markeringen 30. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Figuur 8 geeft een variante weer met acht segmenten, respectievelijk aangeduid als 21A tot 21H. 



  Zoals zichtbaar in de figuren 7 en 8, wordt bij voorkeur gewerkt met een frontstructuur 15 en frontplaat 21 die afmetingen vertonen die zijn afgestemd op deze van een standaard inbouwdoos of op deze van een veelvoud hiervan: de uitvoering van figuur 7 is bedoeld om aan één inbouwdoos te worden aangebracht, terwijl deze van figuur 8 met twee naast elkaar gemonteerde inbouwdozen kan samenwerken. 



  Figuur 9 toont aan dat de uitvinding ook geschikt is om te worden aangewend in combinatie met een stopcontact. 



  Ook hierbij kan met een frontvlak 24 worden gewerkt dat evenwijdig is met de buitenzijde 12 van de wand 2 en dat overigens geen uitstekende gedeelten vertoont. 



  Het gebruik van de installatie-elementen 13 volgens de uitvinding beperkt zich niet tot toepassingen waarbij de wand 2 is voorzien van een afwerklaag 4 uit op de wand 2 uitgestreken pleister. Zulk installatie-element 13 kan immers ook in combinatie met andere afwerklagen worden aangewend, bijvoorbeeld in combinatie met een wand waarvan de afwerklaag 4 bestaat uit een gipskartonplaat. Het installatie-element 13 kan dan met het gedeelte 16 tussen een dragende structuur en de daarop bevestigde gipskartonplaat worden aangebracht, respectievelijk worden ingeklemd. In de gipskartonplaat is dan een opening aangebracht waarin het randgedeelte 17 past en de aanwerking van de gipskartonplaat tot tegen dit randgedeelte 17 kan gebeuren met behulp van een vulmiddel. 



  Opgemerkt wordt dat onder een "elektrisch installatie- element" volgens de uitvinding zowel een volledig element 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 als een gedeelte daarvan moet worden verstaan, met andere woorden, dat onder deze term enerzijds zowel de combinatie van een elektrisch gedeelte 14 met een frontstructuur 15, als, anderzijds, uitsluitend een frontstructuur kan worden verstaan. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk elektrisch installatieelement voor wanden kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (20)

Conclusies.
1.- Elektrisch installatie-element voor wanden, dat minstens een frontstructuur (15) omvat, daardoor gekenmerkt dat deze frontstructuur (15) middelen bevat die bedoeld zijn om met een afwerklaag (4) van de wand (2), zoals een pleisterlaag of dergelijke, samen te werken.
2. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen minstens bestaan uit minstens één gedeelte (16) dat bedoeld is om, bij het installeren van het elektrisch installatie- element (13) in een wand (2), in de afwerklaag (4), respectievelijk onder de afwerklaag (4), te worden aangebracht.
3. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde gedeelte (16), respectievelijk de voornoemde gedeelten (16), bestaan uit een deel of delen die geëigend en bedoeld zijn om te worden ingepleisterd.
4. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het inpleisterbaar gedeelte (16) hoofdzakelijk plaatvormig is uitgevoerd en voorzien van middelen die de verankering in pleister of dergelijke bevorderen, zoals perforaties (18), reliëfvormende gedeelten en dergelijke.
5. - Elektrisch installatie-element volgens één van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde gedeelte (16) is uitgevoerd in de vorm van <Desc/Clms Page number 14> een zich langs de volledige of nagenoeg volledige omtrek van de frontstructuur (15) naar buiten uitstrekkende flens.
6. - Elektrisch istallatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen minstens bestaan uit een randgedeelte (17) dat bedoeld is om een begrenzing te vormen voor de omgevende afwerklaag (4).
7. - Elektrisch installatie-element volgens één van de conclusies 2 tot 5 en volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen die bedoeld zijn om met een afwerklaag (4) van een wand (2) samen te werken, zowel bestaan uit, enerzijds, minstens één gedeelte (16) dat bedoeld is om bij de montage van het elektrisch installatie-element (13) in een wand (2) in de afwerklaag (4), respectievelijk onder de afwerklaag (4), te worden aangebracht, en, anderzijds, een randgedeelte (17) dat bedoeld is om een begrenzing te vormen voor de omgevende afwerklaag (4), waarbij dit randgedeelte (17) aan het voornoemde gedeelte (16) is aangebracht.
8.- Elektrisch installatie-element volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat het randgedeelte (17) een naar voren gericht kops uiteinde (19) vertoont dat geëigend en bedoeld is om gelijk met de buitenzijde (12) van de afwerklaag (4) te worden ingewerkt.
9. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het een frontplaat (21) omvat die in de gemonteerde toestand verzonken is in het voornoemde randgedeelte (17). <Desc/Clms Page number 15>
10. - Elektrisch installatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een frontstructuur (15) vertoont die zodanig geconfigureerd is dat deze frontstructuur (15) bij het installeren van het elektrisch installatie-element (13) met zijn voorzijde hoofdzakelijk in hetzelfde vlak kan worden gesitueerd dan de buitenzijde (12) van de omringende wand (2).
11. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de frontstructuur (15) een frontvlak (24) vertoont, hetgeen op zich vrij is van uitstekende gedeelten.
12. - Elektrisch installatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het minstens één bedieningselement bevat, waarmee een elektrische schakeling kan worden bevolen, meer speciaal worden in- en uitgeschakeld, waarbij dit bedieningselement bestaat uit een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element.
13. - Elektrisch installatie-element volgens één van de conclusies 10 of 11 en volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het een frontplaat (21) vertoont die hoofdzakelijk over het volledige oppervlak vlak is.
14. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het een frontplaat (21) bevat waarachter een meervoudig bedieningselement, respectievelijk meerdere bedieningselementen, geïntegreerd zijn. <Desc/Clms Page number 16>
15. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de frontplaat (21) afmetingen vertoont die zijn afgestemd op deze van een standaard inbouwdoos (5) of op een veelvoud hiervan.
16. - Elektrisch installatie-element volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit een stopcontact.
17. - Elektrisch installatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de frontstructuur (15) is voorzien van naar achteren gerichte bevestigings- en/of positioneerdelen (25-26).
18. - Elektrisch installatie-element voor wanden, dat minstens één bedieningselement bevat, waarmee een elektrische schakeling kan worden bevolen, meer speciaal worden in- en uitgeschakeld, daardoor gekenmerkt dat dit bedieningselement bestaat uit een aanraakgevoelig en/of nabijheidsgevoelig element.
19. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat het een frontplaat (21) bevat waarachter een meervoudig bedieningselement, respectievelijk meerdere bedieningselementen, geïntegreerd zijn, waarbij deze frontplaat (21) bij voorkeur ook afmetingen vertoont die zijn afgestemd op deze van een standaard inbouwdoos (5) of op een veelvoud hiervan.
20. - Elektrisch installatie-element volgens conclusie 18 of 19, daardoor gekenmerkt dat het een frontstructuur (15) bevat met een hoofdzakelijk vlakke frontplaat (21), die zodanig aangebracht en geconfigureerd is dat zij zodanig in een wand (2) kan <Desc/Clms Page number 17> worden geïntegreerd dat zij zich met haar frontvlak (24) in hetzelfde vlak bevindt als de buitenzijde (12) van een op de wand (2) aangebrachte afwerklaag (4).
BE2002/0692A 2002-12-03 2002-12-03 Elektrisch installatie-element voor wanden. BE1015228A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0692A BE1015228A3 (nl) 2002-12-03 2002-12-03 Elektrisch installatie-element voor wanden.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0692A BE1015228A3 (nl) 2002-12-03 2002-12-03 Elektrisch installatie-element voor wanden.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015228A3 true BE1015228A3 (nl) 2004-11-09

Family

ID=33304396

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0692A BE1015228A3 (nl) 2002-12-03 2002-12-03 Elektrisch installatie-element voor wanden.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1015228A3 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2452060A (en) * 2007-08-22 2009-02-25 James Gerard Mccoy Decoration of surfaces with apertures to receive electrical boxes
BE1019838A3 (nl) * 2011-02-23 2013-01-08 Delta Light Nv Systeem voor montage en elektrische aansluiting van verlichtingselementen.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB249655A (en) * 1925-02-28 1926-04-01 George Edwards Improvements relating to electric switches
DE1985650U (de) * 1968-02-21 1968-05-22 Fritz Maerkle Einbaudose, insbesondere zur aufnahme von elektrischen installationselementen.
DE7429928U (de) * 1974-09-05 1977-02-17 Hans Grohe Kg, 7622 Schiltach Unterputzgehäuse aus Kunststoff
EP0700119A2 (de) * 1994-09-01 1996-03-06 Burtz GmbH Industrievertretung Elektro-Installationsdose
DE20200360U1 (de) * 2002-01-10 2003-03-20 Markmann, Jan, 22607 Hamburg Aufnahmevorrichtung für einen Taster

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB249655A (en) * 1925-02-28 1926-04-01 George Edwards Improvements relating to electric switches
DE1985650U (de) * 1968-02-21 1968-05-22 Fritz Maerkle Einbaudose, insbesondere zur aufnahme von elektrischen installationselementen.
DE7429928U (de) * 1974-09-05 1977-02-17 Hans Grohe Kg, 7622 Schiltach Unterputzgehäuse aus Kunststoff
EP0700119A2 (de) * 1994-09-01 1996-03-06 Burtz GmbH Industrievertretung Elektro-Installationsdose
DE20200360U1 (de) * 2002-01-10 2003-03-20 Markmann, Jan, 22607 Hamburg Aufnahmevorrichtung für einen Taster

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2452060A (en) * 2007-08-22 2009-02-25 James Gerard Mccoy Decoration of surfaces with apertures to receive electrical boxes
BE1019838A3 (nl) * 2011-02-23 2013-01-08 Delta Light Nv Systeem voor montage en elektrische aansluiting van verlichtingselementen.
US8779302B2 (en) 2011-02-23 2014-07-15 Delta Light Nv System for fitting and electrically connecting lighting elements

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6643987B2 (en) Supporting element for cover strips
US20080156514A1 (en) Adjustable Electrical Box Assembly
KR950704582A (ko) 패널 연결기구(panel joining mechanism)
US9705297B1 (en) Devices, systems, and methods for mounting electrical devices for building wall constructions
US20030041540A1 (en) Cover panel attachment system for partitions
BE1015228A3 (nl) Elektrisch installatie-element voor wanden.
US20080146078A1 (en) Universal modular support bracket assembly
WO2001096685A2 (en) Connector for building panels
US6979780B1 (en) Non-gangable box with embossed sides
USD413239S (en) Stapler
ATA60899A (de) Anschlussgarnitur für einen plattenheizkörper
BR9506908A (pt) Cartucho para uso com uma ferramenta industrial operada de forma explosiva
FI971442A (fi) Kiinnitysjärjestelmä levyn kiinnittämiseksi kotelon sisään
GB2350240B (en) Conduit junction piece cover
JP4206018B2 (ja) 連結構造
JP3969353B2 (ja) 壁パネルの連結構造
JP2003262073A (ja) 見切材および見切材の取付構造
KR200219927Y1 (ko) 천장 모서리 마감재
AU771072B2 (en) Method and apparatus for installing a fitting
AU2012216297A1 (en) Electrical fitting
JP3192275B2 (ja) 浴室壁
KR960005301U (ko) 조립욕실용 바닥판넬
ATA7152000A (de) Anschlussarmatur für einen plattenheizkörper
JP2011069120A (ja) 壁パネルと天井パネルとの接合構造
JPH0978805A (ja) 床材接合構造

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20101231