BE1015213A3

BE1015213A3 - Werkwijze voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel en inrichting hiertoe aangewend.

Info

Publication number: BE1015213A3
Application number: BE2002/0662A
Authority: BE
Original assignee: Nannic Int Bv Met Beperkte Aan
Priority date: 2002-11-19
Filing date: 2002-11-19
Publication date: 2004-11-09

Abstract

Werkwijze voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel op de huid (4) wordt aangebracht door het met behulp van een aërosolwerking op de huid (4) te vernevelen en inrichting voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel, meer speciaal volgens de voornoemde werkwijze, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een recipiënt die, enerzijds, een hoeveelheid zelfbruinend middel in een vernevelbare toestand bevat, en, anderzijds, is voorzien van middelen om het zelfbruinend middel door aërosolwerking op de huid (4) te vernevelen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel en inrichting hiertoe aangewend. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel, alsmede op een inrichting die hiertoe kan worden aangewend. 



  Men kent reeds zelfbruinende middelen die op de huid kunnen worden aangebracht om de huid op een kunstmatige wijze en met een onmiddellijk effect te bruinen alsof men dagen in de zon heeft gelegen. 



  Zulke zelfbruinende middelen zijn vooral populair in periodes met weinig zon of bij mensen die bruin willen worden zonder daarbij de schadelijke effecten van het langdurig zonnen op de huid te moeten ondergaan. 



  Men weet ook dat zulke zelfbruinende middelen worden toegepast in de vorm van emulsies, crèmes, melken, zalven, lotions en dergelijke die verpakt zijn in tubes, in potjes of in flesjes. 



  Bij deze bekende toepassingen wordt het zelfbruinend middel op de huid uitgestreken en wordt dit middel verder met de hand uitgewreven om op deze manier een zo egaal mogelijke verdeling van het middel op de huid, en dus ook een zo egaal mogelijk bruinend effect te bekomen. 



  Een nadeel van deze werkwijze waarbij het zelfbruinend middel met de hand verder wordt uitgestreken, is dat zeer 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 moeilijk een egale bruining hiermee kan worden verwezenlijkt. 



  Het is immers zeer moeilijk om zulk product met de hand zeer gelijkmatig uit te strijken. Op plaatsen waar het zelfbruinend middel niet of niet voldoende is uitgewreven, bijvoorbeeld op moeilijk bereikbare plaatsen op de rug of dergelijke, kunnen daardoor gemakkelijk vlekken en strepen ontstaan. Voor het uitwrijven van het zelfbruinend middel op deze plaatsen is dan ook de hulp van een derde persoon ten zeerste aangewezen. 



  Bovendien is het bekend dat de huid op verschillende plaatsen een verschillend absorptievermogen heeft. Op de plaatsen waar de opperhuid of het zogenaamde stratum corneum dikker is, zal bij het herhaaldelijk uiteenwrijven van het middel dan ook een grotere concentratie aan zelfbruinend middel worden opgenomen, waardoor uiteindelijk op deze plaatsen een sterkere bruining zal plaatsvinden, waardoor onesthetische vlekken ontstaan. 



  De voornoemde plaatsen zijn bijvoorbeeld gesitueerd ter hoogte van de knieën, ellebogen, handpalmen, voetzolen en dergelijke. 



  Vooral de handen worden doorgaans veel donkerder gekleurd dan de andere lichaamsdelen omdat de handen het meest in contact zijn met het zelfbruinend middel. Wanneer bovendien slechts één hand wordt gebruikt om het zelfbruinend middel uit te wrijven, blijft men na behandeling achter met één hand die donkerder is dan de andere. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Ook is het bekend om zulk zelfbruinend middel te verpakken in een recipiënt die voorzien is van een sproeidop met een manueel te bedienen vloeistofpompje. 



  Bij deze systemen wordt het zelfbruinend middel, iedere keer wanneer het bedieningsorgaan van het pompje wordt ingedrukt, met een geringe hoeveelheid naar buiten gedrukt en komt zodoende in de vorm van relatief dikke druppels op de huid terecht, met een dergelijke hoeveelheid dat plaatselijk een vloeibare massa aan zelfbruinend middel op de huid wordt verkregen. Hierbij dient deze massa aansluitend onmiddellijk te worden uitgestreken, waardoor dezelfde nadelen worden verkregen als wanneer het zelfbruinend middel eerst op de hand wordt aangebracht en vervolgens op de betreffende delen van de huid wordt uitgestreken. 



  Tenslotte wordt opgemerkt dat het egaal aanbrengen van een zelfbruinend middel, teneinde een gelijkmatig bruinend effect te verkrijgen, veel kritischer is dan het aanbrengen van een beschermende zonnecrème, zodat het aanbrengen van zulk zelfbruinend middel niet vergelijkbaar is met het aanbrengen van een beschermende zonnecrème. 



  De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel, waarbij dit 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 zelfbruinend middel op de huid wordt aangebracht door het met behulp van een aërosolwerking op de huid te vernevelen. 



  Een voordeel van deze werkwijze is dat het zelfbruinend middel zeer fijn wordt verneveld en op een zeer egale manier op de huid wordt aangebracht, in het bijzonder zonder dat druppels op de huid worden afgezet. 



  Door het gelijkmatig vernevelen van het zelfbruinend middel kan op zeer gemakkelijke wijze een egale film op de huid worden aangebracht, waarbij het niet nodig is het aangebrachte middel verder uit te wrijven en er bijgevolg ook geen ongewenste en onnatuurlijk uitziende vlekken en strepen kunnen ontstaan die het gevolg zijn van het uiteenwrijven en men ook niet met donkere handen achterblijft. 



  Een ander voordeel is dat door het vernevelen, op plaatsen die bij de bekende werkwijzen met de hand moeilijk bereikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld op de rug, een derde gemakkelijk een egale verneveling tot stand kan brengen zonder dat deze zelf met bruine handen achter blijft. 



  Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding wordt een zelfbruinend middel toegepast in een waterig vloeibare toestand, wat bevorderlijk is voor een egale verneveling van het middel. 



  Volgens een voorkeurdragende werkwijze zal het zelfbruinend middel, verwerkt zijn in een oplossing op basis van water en/of alcohol, al dan niet verrijkt met producten met een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 vochtregulerende werking, waarbij dit water en/of deze alcohol, nadat het zelfbruinend middel op de huid is verneveld, snel kan opdrogen door verdamping. 



  Bij voorkeur zal het zelfbruinend middel één of meer van de    volgende producten bevatten : dihydroxiacetone(DHA);   eritrulose ; één of meer suikers die een zelfbruinend effect vertonen op de huid. 



  Volgens een praktische toepassing wordt het zelfbruinend middel verneveld door middel van een drijfgas, meer speciaal door middel van een spuitbus waarin zulk drijfgas is voorzien. 



  Een voordeel van zulke spuitbus is dat zij zeer gemakkelijk, snel en praktisch is in het gebruik en dat zij in de praktijk zeer goede resultaten oplevert met een zeer gelijkmatige en natuurlijk uitziende kleuring van de huid. 



  Ook is een eenvoudige commercialisatie mogelijk. 



  Bij voorkeur wordt een drijfgas gekozen op basis van één of meer gassen uit de volgende, niet beperkende reeks: stikstof ; dimethylether (DME); butaan ; fluocarbongas; 134 A ; koolstofdioxide (C02); stikstofdioxide (N02). 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel volgens de hiervoor beschreven werkwijze, waarbij deze inrichting bestaat uit een recipiënt die, enerzijds, een hoeveelheid zelfbruinend middel in een vernevelbare toestand bevat, en, 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 anderzijds, is voorzien van middelen om het zelfbruinend middel door aërosolwerking op de huid te vernevelen. 



  Zoals weergegeven in de enige bijgevoegde figuur, en zoals hierna verder toegelicht, wordt deze inrichting bij voorkeur gevormd door een spuitbus 1 waarin het zelfbruinend middel, bij voorkeur in een oplossing, samen met een drijfgas is aangebracht. 



  Het mengsel zelfbruinend middel en drijfgas wordt op bekende wijze door het indrukken van een spuitkop 2 als een nevel 3 op de huid 4 aangebracht. 



  Door de spuitbus 1 op een afstand van het lichaam te houden en het zelfbruinend middel met bijvoorbeeld cirkelvormige bewegingen op de huid 4 aan te brengen, kan het middel op een zeer egale en gedoseerde manier verspreid worden, zonder dat nog enig uiteenwrijven van het zelfbruinend middel noodzakelijk is. 



  Door minder zelfbruinend middel te vernevelen op die plaatsen waar de opperhuid dikker is, kan bovendien worden vermeden dat op die plaatsen meer zelfbruinend middel wordt opgenomen en de huid 4 donkerder verkleurdt. 



  Het bruiningseffect dat wordt verkregen als resultaat van de verneveling, is vergelijkbaar met het effect van een natuurlijke bruining tengevolge van zonnestraling. Zo zal het vernevelde zelfbruinend middel geen grenslijn vormen met onaangeroerde plaatsen, wat tot op heden met de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gebruikelijke emulsies, crèmes, melken, zalven, lotions en dergelijke, niet mogelijk was. 



  Volgens een niet weergegeven variante kan, met dezelfde voordelen als hiervoor, een inrichting worden toegepast die hoofdzakelijk gevormd wordt door een klassieke verstuiver die voorzien is van een drukvat waarin het zelfbruinend middel wordt aangebracht en een manueel te bedienen luchtpompje of dergelijke waarmee dit drukvat en het daarin aanwezige middel onder druk gebracht kan worden, dit aldus volgens het verstuiverflacon-principe. 



  Een analoge uitvoering kan erin bestaan dat het voornoemde drukvat van de verstuiver onder druk wordt gebracht door middel van een extern drukcircuit, bijvoorbeeld een pneumatisch circuit, dat door middel van een drukslang of dergelijke op het drukvat wordt aangesloten. 



  Alle voornoemde kenmerken, aangaande de aangehaalde producten, als aangaande de middelen die worden aangewend om het zelfbruinend middel te vernevelen, kunnen, zoals blijkt uit de aangehechte conclusies, zowel van belang zijn voor het realiseren van de werkwijze, als voor het realiseren van de inrichting. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de enige figuur weergegeven uitvoeringsvorm, doch een dergelijke inrichting en werkwijze die daarbij wordt toegepast, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. l.- Werkwijze voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel op de huid (4) wordt aangebracht door het met behulp van een aérosolwerking op de huid (4) te vernevelen.
2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat wordt uitgegaan van een zelfbruinend middel dat zich in een waterig vloeibare toestand bevindt.
3. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat wordt uitgegaan van een zelfbruinend middel dat opgelost is in een vloeistof op basis van water en/of alcohol.
4.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel wordt verneveld door middel van een drijfgas.
5.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel wordt verneveld door middel van een spuitbus (1).
6. - Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel wordt verneveld door middel van een verstuiver met drukvat en luchtpomp.
7.- Inrichting voor het aanbrengen van een zelfbruinend middel, meer speciaal volgens de werkwijze van conclusie 1, <Desc/Clms Page number 9> daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een recipiënt die, enerzijds, een hoeveelheid zelfbruinend middel in een vernevelbare toestand bevat, en, anderzijds, is voorzien van middelen om het zelfbruinend middel door aërosolwerking op de huid (4) te vernevelen.
8. - Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een spuitbus (1) waarin het zelfbruinend middel samen met een drijfgas is aangebracht.
9.- Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel zich in de recipiënt in een waterig vloeibare toestand bevindt.
10.- Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel is opgelost in een vloeistof op basis van water en/of alcohol, al dan niet verrijkt met producten met een vochtregulerende werking.
11.- Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het zelfbruinend middel één of meer van de volgende actieve producten bevat: - dihydroxiacetone (DHA); - eritrulose; - één of meer suikers die een zelfbruinend effect vertonen op de huid.
12.- Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde recipiënt drijfgas <Desc/Clms Page number 10> bevat of een mengeling van drijfgassen gekozen uit de volgende reeks: - stikstof; - dimethylether (DME); - butaan; - fluocarbon gassen; - 134 A; - koolstofdioxide (C02); - stikstofdioxide (N02).