<Desc/Clms Page number 1>
Beweegbaar chassis voor een container.
Deze uitvinding heeft betrekking op een beweegbaar chassis voor een container, welk chassis van minstens twee paar aan weerszijden en tegenover elkaar gelegen containervergrendelingen, zogenoemde "twistlocks", is voorzien, waarbij elke twistlock een huis bevat dat op het chassis is bevestigd en een ten opzichte van dit huis wentelbare en over een afstand axiaal verschuifbare bout die een langwerpige kop bezit en waarop, een minstens gedeeltelijk buiten het huis gelegen, moer geschroefd is.
Het begrip container moet hier in ruime zin worden geinterpreteerd, zodat hieronder niet alleen balkvormige laadkisten moeten worden begrepen, maar ook tanks die gemonteerd zijn in een geraamte met een gelijkaardige omtrek. Beweegbaar betekent verrijdbaar en/of kipbaar.
Containers, en in het bijzonder ISO-containers die beantwoorden aan de internationale ISO-norm, bezitten op elk van hun hoeken een hol hoekstuk met, in de buitenwanden, een langwerpige opening. Door deze opening kan de kop van een twistlock, in ontgrendelde stand, in en uit het hoekstuk worden gebracht.
Wanneer een container op het chassis wordt geplaatst, dringen de vier bouten, die zich in een bepaalde stand bevinden, doorheen openingen in de hoekstukken. Door daarna deze bouten over 90 naar grendelstand te wentelen, worden binnenin de hoekstukken gelegen koppen dwars op de
<Desc/Clms Page number 2>
openingen geplaatst, zodat ze er niet meer door kunnen. Tot slot wordt de moer aangespannen tegen de behuizing, zodat de kop tegen het hoekstuk vastgeklemd wordt. Op deze manier wordt de container op vier hoeken vergrendeld aan het chassis.
Indien het chassis verrijdbaar is, zou de container, indien hij niet vergrendeld werd, tijdens het rijden van het chassis kunnen schuiven.
Er bestaan ook kipbare chassis die kipbaar op een oplegger of op een vast onderstel zijn opgesteld. Dergelijke chassis worden gebruikt voor containers voor stortmateriaal en vloeistoffen. Door het kippen van het chassis kan de erop aangebrachte container worden geledigd, bijvoorbeeld in zakken. Het is duidelijk dat, bij dergelijke chassis, het absoluut noodzakelijk is dat de container op het chassis vergrendeld is en de twistlocks zich dus in grendelstand bevinden om bij het kippen niet af te vallen.
De bestaande chassis bezitten echter geen middelen om na te gaan of de container vergrendeld is. De enige mogelijkheid is een visuele inspectie van de stand van de bouten, wat tijdrovend en bij gebrekkige zichtbaarheid moeilijk of onmogelijk is.
De uitvinding heeft als doel dit nadeel te verhelpen en heeft een chassis voorzien van twistlocks als doel dat toelaat op een eenvoudige manier vast te stellen of een twistlock zich in grendelstand bevindt.
<Desc/Clms Page number 3>
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat, bij minstens twee twistlocks, een op het chassis of op het huis van de twistlock gemonteerde schakelaar aangebracht is, terwijl op een buiten het huis gelegen uiteinde van de bout een bedieningselement aangebracht is die de schakelaar een bepaalde stand, hierna grendelstand, doet innemen wanneer de bout van de twistlock in grendelstand gewenteld is, welke schakelaar in een elektrische keten is gelegen.
Elke schakelaar bestuurt de elektrische keten en aan de hand van de keten kan worden vastgesteld of de schakelaar en dus de twistlock, zich in de grendelstand bevindt.
Het bedieningselement kan een arm zijn die dwars op de lengterichting van de kop van de bout gericht is, die zelf verplaatsbaar in zijn lengterichting is, en op een uiteinde een stopelement bevat dat, zolang de moer niet aangeschroefd is, door deze moer gestopt wordt en zo belet dat de arm in de stand geschoven wordt, waarbij hij de schakelaar in de grendelstand kan doen brengen.
De schakelaar kan dus enkel in voornoemde grendelstand overeenkomend met een vergrendelde stand van de twistlock gebracht worden, wanneer, zowel de bout in de juiste stand werd gewenteld, als de moer werd aangespannen.
De twistlock kan een verend element bevatten dat de arm naar de stand poogt te brengen, waarbij hij de schakelaar in de grendelstand kan doen brengen.
<Desc/Clms Page number 4>
Bij voorkeur bezitten de twee twistlocks van minstens één paar een bout die een bedieningselement draagt dat een schakelaar in grendelstand kan doen brengen, en zijn de schakelaars behorend bij dit paar in serie geschakeld.
In een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm bezitten de twistlocks van beide, nabij de uiteinden van het chassis gelegen, paren een bout die een bedieningselement draagt dat een schakelaar in voornoemde grendelstand kan doen brengen. Al deze schakelaars kunnen in serie in eenzelfde elektrische keten geschakeld zijn.
Sommige chassis zijn geschikt voor containers van verschillende lengtes en bevatten dan ook meer dan twee paar twistlocks, bijvoorbeeld zes paar, om containers van drie verschillende lengtes te kunnen dragen, waarbij de, tussen de uiteinden van het chassis gelegen, twistlocks van een type zijn waarbij de bout met de moer ten opzichte van het huis kan dalen tot de kop praktisch volledig in het huis gelegen is.
Alleen het voorste en het achterste uiteinde van de container wordt vastgezet, wat betekent dat slechts twee paar twistlocks worden gebruikt.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan bij elk van de twistlocks een schakelaar op het chassis of op het huis worden aangebracht, terwijl alle twistlocks een bout bezitten die een bedieningselement draagt dat een schakelaar in grendelstand kan doen brengen.
<Desc/Clms Page number 5>
Het is duidelijk dat de twistlocks tegenover de uiteinden van de container in vergrendelstand moeten staan. Aangezien de container steeds zo ver mogelijk naar het voorste of het dichtst bij de kipas gelegen uiteinde geplaatst wordt, moeten, met andere woorden, de twistlocks van het paar op dit voorste uiteinde en de twistlocks van dat andere paar dat tegenover het achterste uiteinde van de container gelegen is, in grendelstand staan.
Om hiermee rekening te kunnen houden, bezit, in een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding in een chassis met meer dan twee paren, minstens één van de twistlocks van elk van de paren met hoogstens uitzondering van één paar, namelijk het paar dat vooraan gelegen is bij een verrijdbaar chassis of nabij de kipas gelegen is bij een kipbaar chassis, een verend indrukbaar element dat op het huis is aangebracht en in niet ingedrukte stand naast de kop van de bout boven het huis uitsteekt, en in ingedrukte stand, een schakelaar van stand doet veranderen, welke schakelaar bij voorkeur in serie geschakeld is met de andere door een bedieningselement van de twistlock van stand veranderbare schakelaar die in voornoemde elektrische keten geschakeld is.
De elektrische keten kan deel uitmaken van een beveiliging die de beweging van het chassis, in het bijzonder het kippen, onmogelijk maakt, indien één of meer van bepaalde twistlocks zich niet in grendelstand bevinden.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend
<Desc/Clms Page number 6>
karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een beweegbaar chassis voor een container volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 schematisch een zijaanzicht weergeeft van een chassis volgens de uitvinding; figuur 2 schematisch een bovenaanzicht weergeeft van het chassis van figuur 2; figuur 3 op grotere schaal en meer in detail het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F3 is aangeduid ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV in figuur 3; figuur 5 op grotere schaal en meer in detail het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F5 is aangeduid ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VI-VI in figuur 5;
figuur 7 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VII-
VII in figuur 3, op grotere schaal; figuur 8 het elektrisch schema weergeeft van het chassis volgens de vorige figuren.
Het chassis 1, weergegeven in de figuren 1 tot 7, bevat in hoofdzaak twee langsliggers 2 die verbonden zijn door een aantal dwarsliggers 3 en die op een uiteinde door een as 4 kipbaar op een onderstel 5 is gemonteerd. Tussen het chassis 1 en het onderstel 5 is een hydraulische duwcilinder 6 aangebracht die op een voor de vakman bekende
<Desc/Clms Page number 7>
en hier niet nader beschreven besturingsmechanisme 7 bestuurd wordt.
Het chassis 1 is geschikt voor ISO-containers van verschillende lengtes, bijvoorbeeld 20,30 en 40 voet. Om deze containers te bevestigen, is het chassis 1 van vier paar twistlocks 8-8A, 9-9A, 10-10A en 11-11A voorzien.
Het paar twistlocks 8-8A is op het voorste, aan de zijde van de as 4 gelegen uiteinde van het chassis 1 gelegen, het paar twistlocks 9-9A op een afstand daarvan die overeenkomt met de lengte van een 20 voet container, het derde paar twistlocks 10-10A op een afstand van het paar 8-8A dat overeenkomt met de lengte van een 30 voet container en het paar 11-11A op een afstand van het paar 8-8A dat overeenkomt met de lengte van een 40 voet container en tevens op het andere uiteinde van het chassis 1.
De twee twistlocks van een paar 8-8A, 9-9A, 10-10A en 11- 11A zijn tegenover elkaar op de buitenzijden van respectievelijk de twee langsliggers 2 vastgemaakt.
Zoals in detail in figuren 3 en 4 is weergegeven, bestaat elke twistlock 8,8A, 11 en 11A in hoofdzaak uit een huis 12 en een daarin gemonteerde bout 13 waarop een moer 14 geschroefd is.
Het huis 12 bezit een bovenwand 15, een daaraan evenwijdige onderwand 16 en een zijwand 17 die aan de langsligger 2 gelast zijn en die van een ronde opening 18 voor het lichaam 19 van de bout 13 voorzien zijn.
<Desc/Clms Page number 8>
De kop 20 van de bout 13 is boven de bovenwand 15, buiten het huis 12 gelegen en is langwerpig. Het lichaam 19 van de bout 13 is wentelbaar en over een afstand in zijn lengterichting verplaatsbaar in de openingen 18 in het huis 12. De moer 14 is onder de onderwand 16 op het onderste uiteinde van het lichaam 19 geschroefd en dus ook buiten het huis 12 gelegen.
Onder de moer 14, steekt een arm 21, die in het voorbeeld een metalen stang is, met een zekere speling dwars doorheen het uiteinde van het lichaam 19. Deze arm 21 is in haar lengterichting. Ze draagt op één uiteinde een stopelement 22 dat tegen de moer 14 aanslaat zolang deze niet tegen de onderwand 16 is geschroefd.
Op haar andere uiteinde is de arm 21 van een kop 23 in de vorm van een plaat voorzien. Een cilindrische veer 24 omringt de arm 21 tussen het uiteinde van de bout 13 en deze kop 23 en duwt de kop 23 weg van de bout 13.
Naast het huis 12 is een inductieve of naderingsschakelaar 25 aangebracht op een steun 25A die op de zijkant van een langsligger 2 bevestigd is.
Wanneer de bout 13 zich in grendelstand bevindt, is de kop 20 dwars op de langwerpige opening in een hoekstuk van de container, en dus ook dwars op de lengterichting van de langsligger 2, gericht, en strekt de arm 21 zich evenwijdig aan deze langsligger 2 uit.
<Desc/Clms Page number 9>
Bij een vorige ontgrendeling van een container werd de moer 14 in een van de onderwand 16 verwijderde stand gebracht, wat het verplaatsen van de arm 21 weg van de schakelaar 25, vergde. Hierdoor werd de veer 24 samengedrukt en, na het loslaten van de arm 21, werd het stopelement 22 door de moer 14 tegengehouden.
Wanneer, na het in grendelstand wentelen van de bout 13, de moer 14 tegen de onderwand 16 geschroefd wordt om de vergrendeling van de twistlock volledig te maken, zal het stopelement 22 onder de moer 14 door kunnen en zal de arm 21 door de veer 24 verplaatst worden tot de kop 23 praktisch tegen de naderingsschakelaar 25 gelegen is.
Door de nabijheid van de kop 23, gaat deze naderingsschakelaar 25 naar grendelstand, dit is bijvoorbeeld tot een gesloten stand overgaan. Doordat het uiteinde van de arm 21 een kop 23 bevat, blijft de arm 21 de naderingschakelaar 25 bedienen, ook wanneer de arm 21 lichte afwijkingen in de richting of ligging ten opzichte van de normale richting of ligging vertoont, bijvoorbeeld ten gevolge van speling van de arm 21 in de opening van de bout 13 of door een lichte buiging van de arm 21 of tengevolge van de tolerantie tussen de kop 20 en het hoekstuk van de container.
De twistlocks 9, 9A, 10, en 10A verschillen enigszins van de hiervoor beschreven twistlocks 8,8A, 11 en 11A doordat de bout 13 over een grotere afstand in zijn lengterichting verplaatsbaar is, namelijk tot de kop 20 tot onder het
<Desc/Clms Page number 10>
steunvlak voor een container en dus praktisch volledig in het huis 12 gelegen is.
Zoals in detail in de figuren 5 en 6 is weergegeven, bevat hiertoe elk van deze twistlocks 9,9A, 10 en lA een buitenring 26 die van een handgreep 27 is voorzien en een binnengeleiding 28 die het lichaam 19 omringt. De binnengeleiding bezit dwars op het lichaam 19 een langwerpige vorm die overeenkomt met de binnenvorm van de buitenring 26 zodat, voor één stand van de buitenring 26 ten opzichte van de binnengeleiding 28, deze laatste in de opening van de ring valt, terwijl voor een over 90 verdraaide stand van de buitenring 26, de binnengeleiding 28 op de buitenring 26 rust en met twee nokken 28A doorheen een langwerpige opening in de bovenwand 15 uitsteekt.
De kop 20 rust in ontgrendelde stand van de bout 13 op deze nokken, maar kan in vergrendelstand van de bout 13 tussen de nokken 28A naar omlaag.
De moer 14 dringt in vastgeschroefde stand met een gedeelte in het huis 12.
Op het onderste uiteinde van het lichaam 19 is, zoals bij de twistlocks 8,8A, 11 en 11A, een arm 21 aangebracht die een stopelement 22 draagt dat met de moer 14 samenwerkt en een kop 23 bezit die samenwerkt met een, naast de twistlock op de langsligger 2 aangebrachte, naderingschakelaar 25.
Wanneer het achterste uiteinde van een container dichter bij het achterste uiteinde gelegen is dan het paar
<Desc/Clms Page number 11>
twistlocks 9-9A of 10-10A, wordt hun buitenring 26 in de arm geplaatst, waarbij de binnengeleiding 28 in de buitenring 26 steekt en dus de kop 20 van hun bout 13 in het huis 2 gelegen is, zodat dus de twistlocks van dit paar niet gebruikt worden.
Voor deze stand van de bout 13 ligt de kop 23 op de arm 21 te laag om de naderingschakelaar 25 te kunnen beïnvloeden.
Bij de twistlocks die onder het achterste uiteinde van de container zijn gelegen, wordt de buitenring 26 in de andere stand geplaatst, waarbij de kop 20 van de bout 13 boven het huis 12 uitsteekt. De vergrendeling met de twistlock geschiedt, zoals hoger beschreven, waarbij de kop 23 op het einde van de arm 21 op de hoger beschreven manier samenwerkt met de, naast deze twistlocks opgestelde, naderingsschakelaars 25.
De twistlocks 9,10 en 11, dit is één van de twistlocks van elk paar dat eventueel niet moet worden gebruikt voor het vastmaken van een container, bezitten een verend indrukbaar element 29 dat op het huis 12 aangebracht is.
Zoals in detail in figuur 7 is weergegeven, bestaat dit element 29 in het weergegeven voorbeeld uit een kogel 30 waarop een veer 31 inwerkt die in een koker 12A opgesteld is en die in de behuizing 12 is bevestigd. In niet ingedrukte stand steekt de kogel 30 naast de kop 20 van de bout 13 met een gedeelte, kleiner dan de helft, doorheen een opening 32 in de bovenwand 15.
<Desc/Clms Page number 12>
Binnenin het huis 12 is een naderingsschakelaar 34 opgesteld die in sluitstand wordt gebracht wanneer de kogel 30 door een hoekstuk op het achterste uiteinde van een container ingedrukt wordt.
Deze naderingsschakelaar 34 is in serie geschakeld met de naderingsschakelaar 25 die door de arm 21 van stand veranderbaar is.
Zoals weergegeven in figuur 7, zijn al de naderingschakelaars 25 en 34 in een elektrische keten 35 geschakeld. De schakelaars 25 behorend bij de twistlocks 8 en 8A zijn in een gedeelte 36 van deze keten 35 in serie geschakeld. Dit gedeelte 36 vertakt zich in drie banen 37 in parallel, waarin telkens de twee schakelaars 25 en 34 behorend bij de twistlock 9, respectievelijk 10 en 11, en de schakelaar 25 behorend bij de twistlock 9A, respectievelijk 10A en 11A, in serie geschakeld zijn. Voor de duidelijkheid is in figuur 7 bij elke schakelaar 25 of 34 tussen haakjes de twistlock aangeduid, waarbij deze schakelaar behoort.
In de keten 35 is ook een elektrisch bedieningselement 38 van de besturingsinrichting 39 van de duwcilinder 6 geschakeld, bijvoorbeeld de spoel van een elektromagneet dat een hydraulische klep bestuurt, zodat het bedieningselement 38 het uitschuiven van de duwcilinder 6 belet zolang de keten 35 onderbroken is.
Deze keten 35 is niet onderbroken wanneer, enerzijds, de twee twistlocks 8 en 8A in vergrendelstand staan en dus de bijhorende schakelaars 25 zich in sluitstand bevinden, en,
<Desc/Clms Page number 13>
anderzijds, de twistlocks van het paar waarboven het achterste uiteinde van de container gelegen is in vergrendelstand staan, of met andere woorden wanneer de schakelaars 25 gesloten zijn die in serie geschakeld zijn met de schakelaar 34 die door het indrukken van de kogel 30 gesloten is. De container moet dus op de vier hoeken door twistlocks vergrendeld zijn vooraleer het chassis 1 kan kippen, wat een grote veiligheid waarborgt.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk beweegbaar chassis voor een container kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Movable chassis for a container.
This invention relates to a movable chassis for a container, which chassis is provided with at least two pairs of opposite sides and container locks, so-called "twistlocks", wherein each twistlock comprises a housing mounted on the chassis and a bolt which can be rotated from this housing and which is axially displaceable over a distance and which has an elongated head and on which a nut is screwed at least partially outside the housing.
The term container must here be interpreted in a broad sense, so that this not only includes beam-shaped containers, but also tanks mounted in a frame with a similar circumference. Movable means mobile and / or tiltable.
Containers, and in particular ISO containers that meet the international ISO standard, have a hollow corner piece at each of their corners with an elongated opening in the outer walls. Through this opening the head of a twistlock can be brought in and out of the corner piece in the unlocked position.
When a container is placed on the chassis, the four bolts, which are in a certain position, penetrate through openings in the corner pieces. By subsequently turning these bolts through 90 to the locking position, the heads located inside the corner pieces become transverse to the
<Desc / Clms Page number 2>
openings have been placed so that they can no longer pass through. Finally, the nut is tightened against the housing, so that the head is clamped against the corner piece. In this way the container is locked to the chassis at four corners.
If the chassis is mobile, if it was not locked, the container could slide off the chassis while driving.
There are also tiltable chassis that can be tilted on a trailer or fixed chassis. Such chassis are used for containers for bulk material and liquids. The tipping container can be emptied by tipping the chassis, for example in bags. It is clear that, with such a chassis, it is absolutely necessary that the container is locked on the chassis and that the twistlocks are therefore in a locking position so as not to fall off during tipping.
The existing chassis, however, have no means for checking whether the container is locked. The only option is a visual inspection of the position of the bolts, which is time-consuming and difficult or impossible if visibility is poor.
The invention has for its object to remedy this drawback and has as its object a chassis provided with twistlocks which makes it possible to determine in a simple manner whether a twistlock is in the locked position.
<Desc / Clms Page number 3>
This object is achieved according to the invention in that, with at least two twistlocks, a switch is mounted on the chassis or on the casing of the twistlock, while on an end of the bolt located outside the casing there is arranged an operating element which gives the switch a certain position, hereafter locking position, when the twistlock bolt is rotated into locking position, which switch is located in an electrical circuit.
Each switch controls the electrical circuit and the circuit can be used to determine whether the switch and therefore the twistlock is in the lock position.
The operating element may be an arm which is directed transversely to the longitudinal direction of the head of the bolt, which is itself displaceable in its longitudinal direction, and which comprises on one end a stop element which, as long as the nut is not screwed in, is stopped by this nut and this prevents the arm from being moved to the position where it can cause the switch to move into the locking position.
The switch can therefore only be brought into the above-mentioned locking position corresponding to a locked position of the twistlock if both the bolt was rotated in the correct position and the nut was tightened.
The twistlock may include a resilient element that attempts to bring the arm to the position, thereby allowing the switch to move to the lock position.
<Desc / Clms Page number 4>
Preferably, the two twistlocks of at least one pair have a bolt carrying a control element that can cause a switch to be locked, and the switches associated with this pair are connected in series.
In an even more preferred embodiment, the twist locks of both pairs, located near the ends of the chassis, have a bolt which carries an operating element which can cause a switch to be brought into the aforementioned locking position. All these switches can be connected in series in the same electrical circuit.
Some chassis are suitable for containers of different lengths and therefore contain more than two pairs of twistlocks, for example six pairs, to be able to carry containers of three different lengths, the twistlocks located between the ends of the chassis being of a type in which the bolt with the nut can drop relative to the housing until the head is practically completely in the housing.
Only the front and rear ends of the container are secured, which means that only two pairs of twistlocks are used.
According to an embodiment of the invention, a switch can be provided on the chassis or on the housing at each of the twistlocks, while all twistlocks have a bolt carrying a control element which can cause a switch to be brought into a locking position.
<Desc / Clms Page number 5>
It is clear that the twistlocks must be opposite the ends of the container in the locking position. Since the container is always placed as far as possible towards the front or closest end to the tipping axis, the twistlocks of the pair on this front end and the twistlocks of that other pair opposite the rear end of the container is in its locked position.
In order to be able to take this into account, in a particular embodiment of the invention in a chassis with more than two pairs, at least one of the twistlocks of each of the pairs has at most the exception of one pair, namely the pair located in front at a mobile chassis or near the tipping axle is located near a tipping chassis, a resiliently compressible element which is arranged on the housing and protrudes above the housing in the unpressed position next to the head of the bolt, and in the pressed position, causes a switch of position which switch is preferably connected in series with the other position-switch switch which is connected in the above-mentioned electrical circuit by a control element of the twistlock.
The electrical circuit can be part of a protection that makes the movement of the chassis, in particular tipping, impossible, if one or more of certain twistlocks are not in the locking position.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, hereafter, as an example, is without limiting
<Desc / Clms Page number 6>
character, a preferred embodiment of a movable chassis for a container according to the invention, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 schematically represents a side view of a chassis according to the invention; figure 2 schematically represents a top view of the chassis of figure 2; figure 3 shows on a larger scale and in more detail the part which is indicated by F3 in figure 1; figure 4 represents a section along the line IV-IV in figure 3; figure 5 shows on a larger scale and in more detail the part which is indicated by F5 in figure 1; figure 6 represents a section along the line VI-VI in figure 5;
figure 7 represents a section according to the line VII-
VII in figure 3, on a larger scale; Figure 8 shows the electrical diagram of the chassis according to the previous figures.
The chassis 1, shown in Figs. 1 to 7, essentially comprises two longitudinal beams 2 which are connected by a number of cross beams 3 and which are mounted on a chassis 5 for tilting at an end through a shaft 4. Between the chassis 1 and the chassis 5, a hydraulic push cylinder 6 is mounted which is on a basis known to those skilled in the art
<Desc / Clms Page number 7>
and control mechanism 7 not further described here is controlled.
The chassis 1 is suitable for ISO containers of different lengths, for example 20.30 and 40 feet. To attach these containers, the chassis 1 is provided with four pairs of twistlocks 8-8A, 9-9A, 10-10A and 11-11A.
The pair of twistlocks 8-8A is located on the front end of the chassis 1 located on the side of the axle 4, the pair of twistlocks 9-9A at a distance therefrom corresponding to the length of a 20-foot container, the third pair twistlocks 10-10A at a distance from the pair 8-8A corresponding to the length of a 30 foot container and the pair 11-11A at a distance from the pair 8-8A corresponding to the length of a 40 foot container and also on the other end of the chassis 1.
The two twistlocks of a pair of 8-8A, 9-9A, 10-10A and 11-11A are fixed opposite one another on the outer sides of the two longitudinal girders 2, respectively.
As shown in detail in Figures 3 and 4, each twistlock 8, 8A, 11 and 11A consists essentially of a housing 12 and a bolt 13 mounted therein on which a nut 14 is screwed.
The housing 12 has an upper wall 15, a lower wall 16 parallel thereto and a side wall 17 which are welded to the longitudinal beam 2 and which are provided with a round opening 18 for the body 19 of the bolt 13.
<Desc / Clms Page number 8>
The head 20 of the bolt 13 is located above the top wall 15, outside the housing 12 and is elongated. The body 19 of the bolt 13 is rotatable and displaceable over a distance in its longitudinal direction in the openings 18 in the housing 12. The nut 14 is screwed under the bottom wall 16 on the lower end of the body 19 and therefore also outside the housing 12 located.
Under the nut 14, an arm 21, which in the example is a metal rod, protrudes with a certain play through the end of the body 19. This arm 21 is in its longitudinal direction. It carries a stop element 22 at one end which abuts against the nut 14 as long as it is not screwed against the bottom wall 16.
At its other end, the arm 21 is provided with a head 23 in the form of a plate. A cylindrical spring 24 surrounds the arm 21 between the end of the bolt 13 and this head 23 and pushes the head 23 away from the bolt 13.
In addition to the housing 12, an inductive or proximity switch 25 is mounted on a support 25A mounted on the side of a longitudinal beam 2.
When the bolt 13 is in the locking position, the head 20 is directed transversely to the elongated opening in a corner piece of the container, and thus also transversely to the longitudinal direction of the longitudinal beam 2, and the arm 21 extends parallel to this longitudinal beam 2. from.
<Desc / Clms Page number 9>
During a previous unlocking of a container, the nut 14 was brought into a position remote from the bottom wall 16, which required the arm 21 to be moved away from the switch 25. As a result, the spring 24 was compressed and, after the arm 21 was released, the stop element 22 was retained by the nut 14.
When, after the bolt 13 has been rotated into locking position, the nut 14 is screwed against the bottom wall 16 to complete the twistlock locking, the stop element 22 will be able to pass under the nut 14 and the arm 21 will pass through the spring 24. be moved until the head 23 is substantially against the proximity switch 25.
Due to the proximity of the head 23, this proximity switch 25 goes to the latching position, for example, this has moved to a closed position. Because the end of the arm 21 comprises a head 23, the arm 21 continues to operate the proximity switch 25, also when the arm 21 shows slight deviations in the direction or location relative to the normal direction or location, for example due to play of the arm 21 in the opening of the bolt 13 or due to a slight bending of the arm 21 or due to the tolerance between the head 20 and the corner piece of the container.
The twistlocks 9, 9A, 10, and 10A differ slightly from the twistlocks 8, 8A, 11 and 11A described above in that the bolt 13 is displaceable over a greater distance in its longitudinal direction, namely up to the head 20 below the
<Desc / Clms Page number 10>
supporting surface for a container and therefore practically completely located in the housing 12.
To this end, as shown in detail in Figures 5 and 6, each of these twistlocks 9, 9A, 10 and 1A comprises an outer ring 26 which is provided with a handle 27 and an inner guide 28 which surrounds the body 19. The inner guide has an elongated shape transverse to the body 19 corresponding to the inner shape of the outer ring 26 so that, for one position of the outer ring 26 relative to the inner guide 28, the latter falls into the opening of the ring, while for an over The rotated position of the outer ring 26, the inner guide 28 rests on the outer ring 26 and protrudes through an elongated opening in the upper wall 15 with two cams 28A.
The head 20 rests in the unlocked position of the bolt 13 on these cams, but can be lowered between the cams 28A in the locked position of the bolt 13.
The nut 14 penetrates into a screwed position with a part in the housing 12.
On the lower end of the body 19, as with the twistlocks 8, 8A, 11 and 11A, an arm 21 is mounted which carries a stop element 22 which cooperates with the nut 14 and has a head 23 which cooperates with a twistlock adjacent to the twistlock proximity switch 25 mounted on the side member 2.
When the rear end of a container is closer to the rear end than the pair
<Desc / Clms Page number 11>
twistlocks 9-9A or 10-10A, their outer ring 26 is placed in the arm, the inner guide 28 protruding into the outer ring 26 and thus the head 20 of their bolt 13 is located in the housing 2, so that the twistlocks of this pair not be used.
The head 23 on the arm 21 is too low for this position of the bolt 13 to be able to influence the proximity switch 25.
With the twist locks located below the rear end of the container, the outer ring 26 is placed in the other position, with the head 20 of the bolt 13 protruding above the housing 12. Locking with the twistlock takes place as described above, with the head 23 on the end of the arm 21 cooperating in the manner described above with the proximity switches 25 arranged next to these twistlocks.
The twistlocks 9,10 and 11, this is one of the twistlocks of each pair that may not be used for securing a container, have a resiliently compressible element 29 mounted on the housing 12.
As shown in detail in Figure 7, this element 29 in the example shown consists of a ball 30 on which a spring 31 acts, which is arranged in a tube 12A and which is mounted in the housing 12. In the unpressed position, the ball 30 protrudes next to the head 20 of the bolt 13 with a portion, smaller than half, through an opening 32 in the top wall 15.
<Desc / Clms Page number 12>
Inside the housing 12, a proximity switch 34 is arranged which is brought into the closed position when the ball 30 is pressed by a corner piece on the rear end of a container.
This proximity switch 34 is connected in series with the proximity switch 25 which can be changed in position by the arm 21.
As shown in Figure 7, all the proximity switches 25 and 34 are connected in an electrical circuit 35. The switches 25 associated with the twistlocks 8 and 8A are connected in series in a portion 36 of this circuit 35. This part 36 branches in three tracks 37 in parallel, in which in each case the two switches 25 and 34 associated with the twistlock 9, 10 and 11, respectively, and the switch 25 associated with the twistlock 9A, 10A and 11A, are connected in series . For the sake of clarity, in Fig. 7, at each switch 25 or 34, the twistlock is indicated between brackets, to which this switch belongs.
An electric operating element 38 of the control device 39 of the pushing cylinder 6 is also connected in the circuit 35, for example the coil of an electromagnet controlling a hydraulic valve, so that the operating element 38 prevents the pushing cylinder 6 from sliding out as long as the circuit 35 is interrupted.
This circuit 35 is not interrupted when, on the one hand, the two twistlocks 8 and 8A are in the locked position and thus the associated switches 25 are in the closed position, and
<Desc / Clms Page number 13>
on the other hand, the twistlocks of the pair above which the rear end of the container is located are in the locked position, or in other words when the switches 25 are closed which are connected in series with the switch 34 which is closed by pressing the ball 30. The container must therefore be locked by twistlocks at the four corners before the chassis 1 can tip, which guarantees great safety.
The invention is in no way limited to the embodiment described above and shown in the accompanying figures, but such movable chassis for a container can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.