BE1013931A3 - Schroefcompressor. - Google Patents

Schroefcompressor. Download PDF

Info

Publication number
BE1013931A3
BE1013931A3 BE2001/0057A BE200100057A BE1013931A3 BE 1013931 A3 BE1013931 A3 BE 1013931A3 BE 2001/0057 A BE2001/0057 A BE 2001/0057A BE 200100057 A BE200100057 A BE 200100057A BE 1013931 A3 BE1013931 A3 BE 1013931A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
valve
housing
screw compressor
rotor chamber
supply line
Prior art date
Application number
BE2001/0057A
Other languages
English (en)
Inventor
Hugo Jan August Brangers
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Nv filed Critical Atlas Copco Airpower Nv
Priority to BE2001/0057A priority Critical patent/BE1013931A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1013931A3 publication Critical patent/BE1013931A3/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C18/00Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids
    • F04C18/08Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing
    • F04C18/082Details specially related to intermeshing engagement type pumps
    • F04C18/086Carter
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C18/00Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids
    • F04C18/08Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing
    • F04C18/12Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type
    • F04C18/14Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type with toothed rotary pistons
    • F04C18/16Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type with toothed rotary pistons with helical teeth, e.g. chevron-shaped, screw type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/0007Injection of a fluid in the working chamber for sealing, cooling and lubricating
    • F04C29/0014Injection of a fluid in the working chamber for sealing, cooling and lubricating with control systems for the injection of the fluid
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/02Lubrication; Lubricant separation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Applications Or Details Of Rotary Compressors (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een schroefcompressor die een behuizing (9) met daarin opgestelde rotoren (10) bevat die voorzien is van een ingang (12) voor het samen te persen gas, minstens een ingang (17) voor smeervloeistof en een uitgang (15) voor samengeperst gas. De ingang (17) voor de smeervloeistof is juist naast de uitgang (15) voor het samengeperst gas gelegen en dus is de aansluiting van de toevoerleiding (8) voor smeervloeistof ook juist naast de aansluiting van de persleiding (6) op de behuizing (9) gelegen. Beide aansluitingen vormen één geheel.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Schroefcompressor. Deze uitvinding heeft betrekking op een schroefcompressor die een behuizing bevat met daarin een rotorkamer, en twee in deze rotorkamer opgestelde samenwerkende schroefvormige rotoren, waarbij deze behuizing voorzien is van een ingang voor het samen te persen gas, minstens een ingang voor   smeervl (Deistof   en een uitgang voor samengeperst gas, die alle op de binnenkant van de rotorkamer uitgeven en waarbij op de ingang voor het samen te persen gas een aanvoerleiding aansluit, op de ingang voor smeervloeistof een toevoerleiding aansluit en op de uitgang voor het samengeperste gas een persleiding aansluit. 



  In een compressor wordt tijdens het samenpersen van het gas smeervloeistof, bijvoorbeeld olie, op de rotoren geinjecteerd voor het smeren en afkoelen van de rotoren. 



  Deze smeervloeistof, die tevens koelvloeistof is, wordt gemengd met het gas dat, bijvoorbeeld de lucht die, via de invoerleiding en de inlaat voor gas aan de inlaatzijde in de rotorkamer wordt aangezogen en dit mengsel wordt na samenpersen aan de perszijde afgevoerd via de uitgang en de persleiding. 



  Dit gas wordt naar een drukvat gevoerd waar de smeervloeistof afgescheiden wordt van het gas en vervolgens, nadat het meestal eerst nog door een koeler geleid wordt, via de invoerleiding voor smeervloeistof terug wordt gevoerd naar de rotorkamer. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Het injecteren van de smeervloeistof in de rotorkamer geschiedt meestal in het midden van de rotorkamer, dit is op een afstand van de inlaat om opwarming van het instromende gas door de   sneervloeistof   te vermijden en toch vrij in het begin van de compressie om een zo goed mcgelijke isotherme compressie te verkrijgen. 



  In de bekende compressoren sluit de toevoerleiding voor   smeervloeistof   dicht bij de injectieplaats van de smeervloeistof in de rotorkamer op de inlaat voor smeervloeistof aan en dus op een afstand van de uitlaat van het compressorelement via dewelke het mengsel van perslucht en smeervloeistof in de persleiding terechtkomt. 



  Dit betekent dat de behuizing, benevens een aansluiting voor de toevoerleiding van het samen te persen gas, twee aansluitingen moet bezitten, respectievelijk voor een toevoerleiding voor smeervloeistof en voor de persleiding. 



  DiL betekent dat de behuizing drie aansluitingen moet toelaten en dus relatief ingewikkeld van constructie is en driemaal moet aangesloten worden, en een relatief groot aantal onderdelen noodzakelijk zijn, waardoor de constructie en montage duur zijn. Daarenboven bestaat bij elk van de aansluitingen en dus driemaal gevaar voor lekken. 



  De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een schroefcompressor te verschaffen met minder aansluitingen die dus goedkoper is van constructie en minder montagewerk vraagt. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt doordat de ingang voor de smeervloeistof juist naast de uitgang voor het samengeperst gas is gelegen en dus de aansluiting van de toevoerleiding voor smeervloeistof ook juist naast de aansluiting van de persleiding op de behuizing met de rotorkamer is gelegen en beide aansluitingen een geheel vormen. 



  Dit betekent dat de inlaat voor de smeervloeistof, die cp een afstand van de uitlaat voor het samengeperste gas, in de rotorkamer uitmondt, zieh over een afstand doorheen de behuizing van de rotorkamer moet uitstrekken. 



  Bij voorkeur sluit de toevoerleiding voor smeervloeistof op de ingang voor smeervloeistof aan onder tussenkomst van de klepbehuizing van een klep, terwijl de persleiding op de uitgang voor het samengeperste gas aansluit via een tweede klep, waarbij de klep op de persleiding een klepbehuizing bezit die   een   geheel vormt met de klepbehuizing van de klep op de toevoerleiding voor smeervloeistof, en deze kleppen dus gemeenschappelijk en met   een   aansluiting op de behuizing met de rotorkamer zijn aangesloten. 



  De kleppen op de persleiding en op de toevoerleiding voor   smeervloeistof   laten toe dat de drukketel onder druk blijft wanneer de rotor stil staat. De kleppen dienen dan om te beletten dat de rotorkamer onder druk komt te staan wanneer de rotoren stil staan terwijl het drukvat onder druk blijft. De klep op de afvoerleiding voor het samengeperst gas kan een gewone terugslagklep zijn die automatisch sluit 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 wanneer de druk in de rotorkamer onder een bepaalde waarde daalt terwijl de klep op de toevoerleiding voor smeervloeistof bestuurd wordt door de druk aan de uitlaaz in de rotorkamer en sluit wanneer deze druk onder een bepaalde waarde daalt. Deze laatste klep staat dus in verbinding met deze uitlaat. 



  De laatstgenoemde verbinding is in een compressor volgens de uitvinding zeer kort aangezien de klep voor de smeervloeistof tegenover de uitlaat voor het samengeperste gas gelegen is. 



  Er zijn compressoren bekend waarbij, door een speciale, volledig afsluitbare inlaatklep, de klep in de persleiding en de klep in de toevoerleiding voor smeervloeistof weggelaten zijn. Bij een plotse stilstand van het compressorelement zal de inlaat volledig gesloten worden. 



  Bij dergelijke compressoren kunnen de aansluitingen gewoon tot een geheel samengebracht zijn, maar bij voorkeur sluiten volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bij een dergelijk type van compressor de persleiding en de toevoerleiding voor smeervloeistof op respectievelijk de uitgang voor samengeperst gas en de ingang voor smeervloeistof aan via een gemeenschappelijk aansluitstuk, dat op een voordelige manier voornoemde gemeenschappelijke klepbehuizing kan zijn waarin evenwel geen kleppen zijn aangebracht. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een compressor volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 
Figuur 1 schematisch een compressor volgens de   uitvinding weergeeft ;   
Figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid ;
Figuur 3 een gedeelte weergeeft van de compressor analoog aan dit van figuur 2, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. 



  De compressor weergegeven in figuur 1 bevat op de gebruikelijke manier in hoofdzaak een olie-geïnjecteerd schroefcompressorelement l aangedreven door een motcr 2, een luchttoevoerleiding 3 die op het compressorelement l uitgeeft en waarin een filter 4 en een inlaatklep 5 opgesteld zijn, een persleiding 6 die het compressorelement 1 verbindt met een   olie-afscheider'7, dit   is een vat met daarin een filter, en een toevoerleiding 8 voor olie voor het terugvoeren van de in de olie-afscheider 7 afgescheiden olie naar het compressorelement   1   en het injecteren van de olie daarin. 



  Het compressorelement 1 bevat een behuizing 9 die om constructieve redenen uit meerdere delen bestaat en die een rotorkamer 10 omgeeft waarin twee met elkaar samenwerkende schroefvormige rotoren 11 opgesteld zijn. In de figuren is slechts   een   van de rotoren 11 zichtbaar, de andere is erachter gelegen. Deze rotoren 11 zijn gelagerd in de behuizing 9 waarin ook de overbrenging van beweging tussen 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 de motor 2 en de rotoren 11 opgesteld is. 



  Eenvoudigheidshalve zijn deze lagering en overbrenging niet in de figuren weergegeven. 



  De behuizing 9 is van een ingang 12 voorzien voor de samen te persen lucht. De luchttoevoerleiding 3 geeft op deze ingang 12 uit via een inlaatklep 13 en is dus onder tussenkomst van de klepbehuizing 14 van deze inlaatklep 13 aan de behuizing 9 vastgemaakt. 



  De behuizing is verder van een uitgang 15 voorzien voor de perslucht, waarop de persleiding 6 via een terugslagklep 16 aansluit, en van een ingang 17 voorzien voor de   teruggevoerd   olie, waarop de toevoerleiding 8 voor olie via een klep 18 aansluit. 



  Deze ingang 17 geeft op de buitenkant van de behuizing 9 uit in de onmiddellijke omgeving van de uitmonding van de uitgang 15 op deze buitenkant. De ingang 17 strekt zieh bijgevolg uit in de vorm van een kanaal doorheen de behuizing 9 en mondt uit op de rotorkamer 10 op een afstand van zowel de ingang 12 voor de samen te persen lucht als de uitgang 15 voor de samengeperste lucht, bijvoorbeeld op 1/3 van de lengte van de rotorkamer 10 van de uitgang 15 verwijderd. In het weergegeven voorbeeld mondt de ingang 17 voor de olie op twee plaatsen in de rotorkamer 10 uit, namelijk   een   plaats tegenover elk van de rotoren 11, maar het is duidelijk dat het aantal plaatsen zowel   een   als meer dan twee kan zijn. 



  De terugslagklep 16 en de klep 18 voor de olietoevoer 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bezitten een gemeenschappelijke klepbehuizing 19 die dus   een   geheel vormt en in   een   keer over de naast elkaar gelegen ingang 17 en uitgang lS op de behuizing 9 vastgemaakt werd. De zitting van de terugslagklep 16 kan zelfs, zoals weergegeven in de figuren, door een rond de uitgang 15 gelegen gedeelte van de behuizing 9 gevormd zijn. 



  De klep 18 kan van een bekende constructie zijn, waarbij haar klepelement 20 in open stand wordt geduwd door de druk in de uitgang 15 van de rotorkamer 10 die via een kanaal of doorgang 21 met de aan een uiteinde van het klepelement 20 gelegen kamer 22 in de klepbehuizing 19 in verbinding staat. 



  Een veer 23 werkt op het andere uiteinde van het klepelement 20 in om, wanneer de druk in de uitgang 15 onder een bepaalde waarde daalt het klepelement 20 in sluitstand te brengen en de olietoevoer via de toevoerleiding 8 af te sluiten. 



  Doordat de klep 8 aan de uitgang 15 is gelegen, is de doorgang 21 uiterst kort. 



  Doordat de kleppen 16 en 18   een   zelfde klepbehuizing 19 bezitten, zijn minder onderdelen nodig en kan de aansluiting van de persleiding 6 en van de toevoerleiding 8 voor olie op respectievelijk de uitgang 15 en de ingang 17 sneller en gemakkelijker geschieden dan met kleppen met een afzonderlijke behuizing. Een enkele aansluiting van een klepbehuizing 19 op de behuizing 9 betekent ook minder 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 lekgevaar dan wanneer twee afzonderlijke klepbehuizingen moeten worden aangesloten. 



  De   gezamenl. jke   klepbehuizing 19 maakt ook een betere benutting van de ruimte rond het compressorelement mogelijk. 



  De uitvoeringsvorm van de compressor waarvan een   gcdeclte   is weergegeven in figuur 3 verschilt van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm in hoofdzaak doordat hij een andere inlaatklep bezit dat van dergelijk type is dat noch de terugslagklep 16 noch de klep 18 nodig zijn. 



  In plaats van de klepbehuizing 19 met daarin de kleppen 16 en 17, zijn de persleiding 6 en de toevoerleiding 8 voor olie op de behuizing 9 bevestigd via een gemeenschappelijk aansluitstuk, dat in het in de figuur 3 weergegeven voorbeeld de klepbehuizing 19 op zich is, zonder de klepelementen en de veren. Aangezien het klepelement van de klep 18 ontbreekt, is ook geen stuurdruk nodig en is de doorgang 21 afgesloten. 



  Deze uitvoeringsvorm biedt praktisch dezelfde voordelen als de vorige. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de hieraan toegevoegde tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke schroefcompressor kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding zoals bepaald in de hieraan toegevoegde conclusies te 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 vallen.

Claims (8)

Conclusies.
1. - Schroefcompressor die een behuizing (9) bevat met daarin een rotcrkamer (10), en twee in deze rotorkamer (10) opgestelde samenwerkende schroefvormige rotoren (10), waarbij deze behuizing (9) voorzien is van een ingang (12) voor het samen te persen gas, minstens een ingang (17) voor smeervloeistof en een uitgang (15) voor samengeperst gas, die alle op de binnenkant van de rotorkamer (10) uitgeven en waarbij op de ingang (12) voor het samen te persen gas een aanvoerleiding (3) aansluit, op de ingang (17) voor smeervloeistof een toevoerleiding (8) aansluit en op de uitgang (15) voor het samengeperste gas een persleiding (6) aansluit, daardoor gekenmerkt dat de ingang (17) voor de smeervloeistof juist naast de uitgang (15) voor het samengeperst gas is gelegen en dus de aansluiting van de toevoerleiding (H)
voor smeervioeistof ook juist naast de aansluiting van de persleiding (6) op de behuizing (9) met de rotorkamer (10) is gelegen en beide aansluitingen een geheel vormen.
2.-Schroefcompressor volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de toevoerleiding (8) voor smeervloeistof aansluit op de ingang (17) voor smeervloeistof onder tussenkomst van de klepbehuizing (19) van een klep (18), terwijl de persleiding (6) op de uitgang (15) voor het samengeperste gas aansluit via een tweede klep (16), waarbij de klep (16) op de persleiding een klepbehuizing (19) bezit die een geheel vormt met de klepbehuizing (19) van de klep (18) op de toevoerleiding (8) voor <Desc/Clms Page number 11> smeervloeistof, en deze kleppen (16, 18) dus gemeenschappelijk en met een aansluiting op de behuizing (9) met de rotorkamer (10) zijn aangesloten.
3.-Schroefcompressor volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de klep (16) op de persleiding (6) een terugslagklep is.
4.-Schroefcompressor volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de klep (18) voor de smeervloeistof bestuurd wordt door de druk in de uitgang (15) voor het samengeperste gas en het klepelement (20) aan een uiteinde een kamer (22) bezi die via een doorgang (21) met deze uitgang (15) in verbinding staat.
5.-Schroefcompressor volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zowel de toevoerleiding (8) voor smeervloeistof op de ingang (17) voor smeervloeistof aansluit, als de persleiding (6) op de uitgang (15) voor het samengeperste gas aansluit onder tussenkomst van een gemeenschappelijke aansluitstuk dat op de behuizing (9) van de rotorkamer (10) is bevestigd.
6. - Schroefcompressor volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het gemeenschappelijke aansluitstuk waarmee dus de toevoerleiding (8) en de persleiding (6) gemeenschappelijk en met een aansluiting op de behuizing (9) met de rotorkamer (10) zijn aangesloten, een klepbehuizing (19) is zonder klepelementen.
7.-Schroefcompressor volgens conclusie 6, daardoor <Desc/Clms Page number 12> gekenmerkt dat de persleiding (6) en de toevoerleiding (8) voor smeervloeistof op de behuizing (9) aangesloten zijn onder tussenkomst dcor de gemeenschappelijke klepbehuizing (19) van de kleppen (16 en 18) van de schroefcompressor volgens conclusie 4, zonder de klepelementen en veren daarvan en waarbij de doorgang (21) afgesloten is.
8. - Schroefcomp essor volgens een van de vorige conclusies, daardocr gekenmerkt dat de ingang (17) voor de smeervloeistof een gedeelte bevat dat zich als een kanaal doorheen de behuizing (9) met de rotorkamer (10) uitstrekt vanaf de omgeving van de uitgang (15) voor de samengeperste lucht tot een of meer plaatsen waar ze uitgeeft op de binnenkant van de rotorkamer (10).
BE2001/0057A 2001-01-25 2001-01-25 Schroefcompressor. BE1013931A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0057A BE1013931A3 (nl) 2001-01-25 2001-01-25 Schroefcompressor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0057A BE1013931A3 (nl) 2001-01-25 2001-01-25 Schroefcompressor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013931A3 true BE1013931A3 (nl) 2002-12-03

Family

ID=3896836

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2001/0057A BE1013931A3 (nl) 2001-01-25 2001-01-25 Schroefcompressor.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1013931A3 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2041450A (en) * 1979-02-12 1980-09-10 Hoerbiger Ventilwerke Ag Rotary positive-displacement fluid-machines
JPS5776298A (en) * 1980-10-30 1982-05-13 Ebara Corp Screw compressor
DE4325200A1 (de) * 1992-08-07 1994-02-10 American Standard Inc Schraubenverdichter

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2041450A (en) * 1979-02-12 1980-09-10 Hoerbiger Ventilwerke Ag Rotary positive-displacement fluid-machines
JPS5776298A (en) * 1980-10-30 1982-05-13 Ebara Corp Screw compressor
DE4325200A1 (de) * 1992-08-07 1994-02-10 American Standard Inc Schraubenverdichter

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 006, no. 161 (M - 151) 24 August 1982 (1982-08-24) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101421518B (zh) 改进的真空泵
US20040005223A1 (en) Compressor
EP1803933B1 (en) High-pressure pump for a fuel, with sump in communication with the fuel inlet
KR910001251A (ko) 용량제어 가능한 압축기 장치
CN208295506U (zh) 集成式供油系统歧管
DE102006025097A1 (de) Ölabscheider-und Schalldämpferkonstruktion
US4236876A (en) Multiple compressor system
BE1013931A3 (nl) Schroefcompressor.
DE102009045966A1 (de) Kompressor mit verbesserter Ölabscheidung
JPS598672B2 (ja) 冷凍機用圧縮機
US3465953A (en) Compressor lubrication arrangement
US4703726A (en) Lubricating system for engine
KR930002464B1 (ko) 슬라이딩 베인식 압축기의 베인배압부여장치
EP0248839A1 (en) SCREW COMPRESSOR WITH INTERMITTENT OPERATION.
KR20090093816A (ko) 기체 압축기
KR100444876B1 (ko) 2단 구조의 릴리프 밸브
CN112444012B (zh) 储液器、压缩机组件和制冷系统
KR100277176B1 (ko) 자동차 오일펌프의 압력조절장치
CN102439313A (zh) 压缩机,特别是将二氧化碳作为冷却剂的径向活塞压缩机
JP2006112331A (ja) 圧縮機
BE1014461A3 (nl) Oliegeinjecteerde schroefcompressor.
JP4354839B2 (ja) 気体圧縮機
BE1013538A3 (nl) Met vloeistof geinjecteerde volumetrische compressor.
BE1014642A3 (nl) Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement.
WO2021196519A1 (zh) 卧式压缩机的顶盖和卧式压缩机