<Desc/Clms Page number 1>
BEVEILIGDE INRICHTING VOOR HET LEDIGEN VAN AFVALHOUDERS
IN EEN VERZAMELHOUDER De uitvinding betreft een inrichting voor het ledigen van afvalhouders in een verzamelhouder, waarbij ten minste een beladingsinrichting voorzien is voor het opnemen van een afvalhouder en waarbij aan ten minste een zijde van de beladingsinrichting een veiligheidsarm is aangebracht die beweegbaar is tussen een werkstand, waarin de veiligheidsarm het bewegingsgebied van de beladingsinrichting lateraal afschermt, en een ruststand, waarin de veiligheidsarm dit gebied niet afschermt.
De uitvinding vindt vooral zijn toepassing bij afvalophalers, waarbij afvalhouders geledigd worden in een verzamelhouder. Om aan de huidige veiligheidsvoorschriften volgens norm EN 1501 te voldoen, moet het bewegingsgebied van de beladingsinrichting in automatisch of half-automatisch bedrijf, lateraal worden afgeschermd voor (onoplettende) personen, zodat deze zieh tijdens het beladen niet in het bewegingsgebied van de beladingsinrichting kunnen bevinden en daardoor bekneld kunnen raken onder de afvalhouders.
Om aan deze veiligheidsvoorziening te voldoen worden er zowel vaste (permanente) veiligheidsarmen, als beweegbare veiligheidsarmen, als aanrakingsvrije detectieorganen toegepast.
Om geen hinder te ondervinden van de uitstekende veiligheidsarmen bij'gewoon'gebruik van het
<Desc/Clms Page number 2>
afvalinzamelvoertuig en om verkeerstechnische redenen is het gewenst dat de veiligheidsarmen in een stand kunnen worden gebracht waarin ze niet uitsteken en geen hinder veroorzaken, maar waarin ze het bewegingsgebied van de beladingsinrichting ook niet meer afschermen. De volledige veiligheidsvoorziening moet er in voorzien dat de automatische of halfautomatische beladingsinrichting onbruikbaar is wanneer de veiligheidsarmen zieh in de niet-afschermende stand (ruststand) bevinden.
Een dergelijke afvalophaler die voorzien is van beweegbare veiligheidsarmen is in verschillende uitvoeringsvormen beschreven in het Europese octrooi EP 0156445 (Zoller-Kipper). De veiligheidsarm is hierbij scharnierend bevestigd naast het beladingssysteem en kan vanuit een opgeklapte ruststand neergeklapt worden in een achterwaarts uitstekende werkstand. In de werkstand activeert de veiligheidsarm een schakelaar die het automatisch of halfautomatisch gebruik van de beladingsinrichting mogelijk maakt. Zodra de veiligheidsarm wordt opgelicht en de schakelaar wordt gedeactiveerd, werkt de schakelaar blokkerend op de stuurkring van de beladingsinrichting, waardoor geen automatisch of half-automatisch bedrijf meer mogelijk is.
Een andere uitvoeringsvorm is beschreven in het Europese octrooi EP 0962401 (Geesink). De veiligheidsarm is hierbij scharnierend bevestigd naast het beladingssysteem en kan vanuit een opgeklapte ruststand neergeklapt worden in een achterwaarts uitstekende werkstand. In de nietwerkzame stand activeert de veiligheidsarm een schakelaar
<Desc/Clms Page number 3>
die een beveiligingsorgaan nabij het opneemorgaan van de beladingsinrichting aanstuurt, waardoor dit beveiligingsorgaan verhindert dat er nog afvalhouders door het opneemorgaan kunnen worden opgenomen. Om met de inrichting te kunnen werken is men gedwongen de veiligheidsarmen in de afschermende stand te brengen.
Het nadeel van de bekende inrichtingen is dat bij het automatische gebruik van de beladingsinrichting bewuste of onbewuste sabotage van de schakelaars kan leiden tot zeer gevaarlijke situaties voor de beladers of voorbijgangers. Bovendien is het gebruik van schakelaars storingsgevoelig en kostelijk.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een inrichting waarbij de aan de bekende inrichtingen klevende nadelen voorkomen kunnen worden.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het ledigen van afvalhouders in een verzamelhouder, waarbij ten minste een beladingsinrichting voorzien is voor het opnemen van een afvalhouder en waarbij aan ten minste een zijde van de beladingsinrichting een veiligheidsarm is aangebracht die beweegbaar is tussen een werkstand, waarin de veiligheidsarm het bewegingsgebied van de beladingsinrichting lateraal afschermt, en een ruststand, waarin de veiligheidsarm dit gebied niet afschermt, waarbij de veiligheidsarm een om een horizontale as zwenkbaar deel omvat, dat zieh in de ruststand op of binnen de baan van de werkende beladingsinrichting bevindt en dat zieh in de werkstand
<Desc/Clms Page number 4>
buiten de baan van de werkende beladingsinrichting bevindt, zodanig dat,
indien de veiligheidsarm zieh in de ruststand zou bevinden, deze door de werking van de beladingsinrichting naar de afschermende werkstand wordt gedwongen.
Dit heeft als voordeel dat, in tegenstelling tot de beschreven inrichting in het Nederlandse octrooi NL8902431 (Terberg), de veiligheidsarmen hier verticaal worden geplaatst, zwenkbaar over een horizontale as, zodat deze zieh in de ruststand langs de rand van de afvalophaler bevinden. Het voordeel van deze in ruststand verticaal geplaatste veiligheidsarmen is dat er op die wijze geen hinder is bij het beladen van de afvalophaler zonder de beladingsinrichting. De afvalophaler blijft hierdoor multi-inzetbaar voor het inzamelen van grofvuil, afvalzakken e. d. Daarnaast kan de beladingsinrichting binnen dezelfde breedte van een standaard afvalophaler breder uitgevoerd worden, waardoor bredere en grotere afvalstukken in de afvalophaler gedeponeerd kunnen worden.
Een ander voordeel is dat wanneer de veiligheidsarmen worden uitgerust met bedieningsknoppen voor de beladingsinrichting en/ of het compactiesysteem, dan worden deze door de verticale ruststand van de veiligheidsarm niet beschadigd door het inwerpen van afvalzakken of grofvuil en ondervindt het inwerpen van het afval geen hinder door de positie van deze bedieningsknoppen.
<Desc/Clms Page number 5>
In een voorkeursuitvoering van de uitvinding is een trogklep voorzien, die de veiligheidsarm vanuit de ruststand naar de afschermende werkstand kan brengen door deze trogklep vanuit een neergeklapte rustpositie naar een omhooggeklapte werkpositie te brengen.
In een andere voorkeursuitvoering van de uitvinding is een trogklep voorzien, waarbij de bedieningsknoppen van de trogklep op de veiligheidsarm zijn geplaatst.
Dit heeft als voordeel dat de belader de veiligheidsarm eerst manueel naar zijn afschermende werkstand zal brengen alvorens de trogklep naar de omhooggeklapte werkpositie te brengen. Hierdoor wordt voorkomen dat de veiligheidsarm onverwachts door de beladingsinrichting in de afschermende werkstand wordt gedwongen.
In een meer specifieke voorkeursuitvoering werkt op de veiligheidsarm een veer in, die de veiligheidsarm naar de afschermende werkstand kan dwingen.
Dit heeft als voordeel dat er een geleidelijke beweging gebeurt van de veiligheidsarm naar de afschermende werkstand en er ook een zekerheid is dat de veiligheidsarm naar de afschermende werkstand wordt gebracht. Bijkomend voordeel is dat de beweging van de trogklep rustiger verloopt dan de beweging van de beladingsinrichting. Hierdoor worden de veiligheidsarmen rustiger in de afschermende werkstand gebracht.
<Desc/Clms Page number 6>
In een voorkeursuitvoering omvat de beladingsinrichting een startschakelaar die een automatische beladingscyclus initieert en de neergeklapte trogklep schermt de niet werkzame beladingsinrichting tenminste gedeeltelijk af, teneinde genoemde startschakelaar onbereikbaar te maken.
Dit heeft als voordeel dat de beladingsinrichting niet automatisch in gang kan worden gezet als de trogklep niet omhoog is geklapt, daar de startschakelaar, die ervoor zorgt dat de beladingsinrichting in gang wordt gezet, onbereikbaar is. Indien de trogklep omhoog wordt geklapt zullen de veiligheidsarmen in de afschermende werkstand worden gedwongen.
In een specifieke voorkeursuitvoering van de uitvinding is de veiligheidsarm voorzien van sensoren die de positie van de veiligheidsarm kunnen detecteren, zodat bij het omhoog bewegen van de beladingsinrichting een waarschuwingssignaal wordt gegenereerd, indien de veiligheidsarm zieh nog in de ruststand bevindt.
Dit heeft als voordeel dat de belader gewaarschuwd wordt voor het automatisch zakken van de veiligheidsarmen in de afschermende werkstand.
In een nog meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is de veiligheidsarm voorzien van sensoren die de positie van de veiligheidsarm kunnen detecteren, zodat bij het omhoog bewegen van de beladingsinrichting de beweging van de beladingsinrichting wordt geblokkeerd, indien de veiligheidsarm nog in de ruststand staat.
<Desc/Clms Page number 7>
Dit heeft als voordeel dat de mechanische beveiliging volgens de uitvinding, waarbij de veiligheidsarmen onverwachts naar de afschermende werkstand kunnen worden gedwongen, beveiligd wordt met een elektronische beveiliging. De onverwachte gedwongen beweging van de veiligheidsarmen naar de afschermende stand, wordt hierdoor voorkomen. Sabotage van de sensoren zal echter niet leiden tot het niet voldoen aan de veiligheidsnormen, daar de mechanische beveiliging daar zorg voor draagt. Zodoende is er sprake van een dubbele veiligheid.
In een voorkeursinrichting is aan de linkerzijde van de beladingsinrichting een veiligheidsarm en aan de rechterzijde van de beladingsinrichting een veiligheidsarm met de hierboven beschreven kenmerken voorzien, waarbij genoemde veiligheidsarmen met elkaar verbonden zijn.
Dit heeft als voordeel dat wanneer een veiligheidsarm manueel naar de afschermende werkstand wordt gebracht, de andere veiligheidsarm automatisch volgt en zieh ook naar de afschermende werkstand begeeft.
In een zeer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is de beladingsinrichting voorzien van middelen die de afvalhouders kunnen identificeren en de inhoud van de afvalhouders kunnen wegen.
<Desc/Clms Page number 8>
De uitvinding zal in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : - figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van het achterste gedeelte van een afvalophaler volgens de uitvinding van het type met de achterlader met de veiligheidsarm in de afschermende werkstand ; - figuur 2 een schematisch zijaanzicht is van een afvalophaler volgens de uitvinding van het type met de achterlader met de veiligheidsarm in de ruststand ;
- figuur 3 een schematisch achteraanzicht is van de afvalophaler volgens de uitvinding van het type met de achterlader met de veiligheidsarm in de ruststand ; - figuur 4 een schematisch zijaanzicht is van een afvalophaler volgens de uitvinding van het type met de achterlader met de veiligheidsarm in de ruststand en de trogklep in neergeklapte positie tijdens het niet werken van de beladingsinrichting ; - figuur 5 een schematisch zijaanzicht van het achterste gedeelte van een afvalophaler volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding van het type met de achterlader met de veiligheidsarm in de afschermende werkstand en de trogklep in de omhooggeklapte positie tijdens het werken van de beladingsinrichting ;
- figuur 6 een schematisch achteraanzicht is van een afvalophaler volgens de uitvinding van het type met de achterlader met de veiligheidsarm in de ruststand en de trogklep in neergeklapte positie tijdens het niet werken van de beladingsinrichting.
<Desc/Clms Page number 9>
Op de figuren is slechts het achterste gedeelte van een afvalophaler van het type achterlader volgens de uitvinding weergegeven.
In een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals
EMI9.1
voorgesteld op figuur 1, 2 en 3, wordt een afvalophaler (1) voorgesteld, die ingericht is voor het transporteren van afval, waarbij de afvalophaler (1) een laadtrog (2) heeft, die toegankelijk is via een laadopening (3).
Het afval wordt op zichzelf bekende wijze aangevoerd in afvalhouders, die met behulp van de beladingsinrichting (4) via de laadopening (3) in de laadtrog (2) geledigd worden. De beladingsinrichting (4) omvat een hydraulische hefcilinder (5) en een door een stangenmechanisme (6) gedragen kam (7), welke achter een rand van een te lossen afvalhouder kan haken.
De beladingsinrichting (4) is links en rechts voorzien van een veiligheidsarm (8a, 8b), die ervoor zorgt dat
EMI9.2
personen, die van opzij van de afvalophaler (1) achterlangs deze afvalophaler (1) willen lopen, niet in contact kunnen komen met de in bedrijf zijnde beladingsinrichting (4).
Elke veiligheidsarm (8a, 8b) bestaat uit een balk (9) die door middel van een scharnier (10) met een horizontale scharnieras, scharnierend verbonden is aan een vaste balk (11), die vasthangt aan de afvalophaler (1).
<Desc/Clms Page number 10>
De veiligheidsarmen (8a, 8b) kunnen bewogen worden tussen twee standen, nl. een ruststand en een afschermende werkstand. Zoals op figuur 1 wordt getoond, is de afschermende werkstand, de stand waarin de veiligheidsarmen (8a, 8b) het bewegingsgebied van de beladingsinrichting (4) lateraal afschermen. De veiligheidsarmen bevinden zieh dan buiten de baan (A) van de hoofdarm (6) van de werkende beladingsinrichting (4). Zoals op figuur 2 en 3 wordt weergegeven, is de ruststand de stand waarin het bewegingsgebied van de beladingsinrichting (4) niet wordt afgeschermd en de veiligheidsarmen (8a, 8b) zieh in de baan (A) van de hoofdarm (6) van de werkende beladingsinrichting (4) bevinden.
Wanneer een startschakelaar, die zieh op de beladingsinrichting (4) bevindt (niet voorgesteld op de figuur), ingeschakeld wordt, wordt een automatische beladingscyclus ge nitieerd. De hefcilinder (5) zal bewegen waardoor de beladingsinrichting (4) begint te werken. Daardoor beweegt de hoofdarm (6) zieh omhoog en worden de veiligheidsarmen (8a, 8b) automatisch naar beneden, dus in de afschermende werkstand gedwongen.
De beweging van de veiligheidsarmen (8a, 8b) van de ruststand naar de afschermende werkstand, en omgekeerd, gebeurt in de richting van de pijl (B), waarbij de veiligheidsarmen (8a, 8b) over circa 90 graden op en neer worden gedraaid.
<Desc/Clms Page number 11>
De veiligheidsarmen (8a, 8b), zoals voorgesteld op figuur 1 en 2, zijn voorzien van een paneel (12), dat voorzien is van bedieningsknoppen (13) voor het bedienen van de beladingsinrichting (4).
Het is de bedoeling dat de belader handmatig de veiligheidsarmen (8a, 8b) in de afschermende werkstand zal positioneren. Er is echter geen mogelijkheid dat door sabotage of storingen er een situatie ontstaat, waarbij de beladingsinrichting (4) automatisch of halfautomatisch werkt, zonder dat het bewegingsgebied van de beladingsinrichting (4) lateraal door de veiligheidsarmen (8a, 8b) wordt afgeschermd.
In een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals voorgesteld op figuur 4,5 en 6, omvat de afvalophaler (1) links en rechts van de beladingsinrichting (4) een veiligheidsarm (8a, 8b) die een interactie ondergaan met de positie van een trogklep (14), die enerzijds dient om de afstand naar de pers toe, die het afval in de afvalophaler perst, in functie van de norm te hanteren en anderzijds het afval vanuit de afvalhouder in de laadtrog (2) te laten vallen. Bij het beladen van de afvalophaler (1) zonder de beladingsinrichting (4) is het noodzakelijk dat de trogklep (14) kan worden neergeklapt, opdat een vrij toegankelijke laadopening (3) wordt gecre erd.
In de ruststand, zoals voorgesteld op figuur 4 en 6, bevinden de veiligheidsarmen (8a, 8b) zieh in de baan van (A) van de hoofdarm (6) van de werkende beladingsinrichting en hangt de trogklep (14) over de
<Desc/Clms Page number 12>
beladingsinrichting (4), waardoor het onmogelijk is een afvalhouder aan de kam (7) van de beladingsinrichting (4) te hangen. De schakelaars waarmee de automatische beladingscyclus wordt geinitieerd bevinden zieh eveneens onder de neergeklapte trogklep (14), zodat deze schakelaar niet geactiveerd kan worden door een afvalhouder. Om de beladingsinrichting (4) te gebruiken en de startschakelaar toegankelijk te maken, dient men eerst de trogklep (14), ofwel manueel, ofwel met zijn eigen hefcilinder (niet afgebeeld) via de daarvoor bestemde bedieningsknoppen (13) omhoog te bewegen.
Bij het omhoog bewegen van de trogklep (14) wordt de veiligheidsarm (8) zodanig aangestuurd dat deze zich in de afschermende werkstand, zoals weergegeven op figuur 5, zal begeven. De veiligheidsarmen (8a, 8b) bevinden zich dan buiten de baan (A) van de hoofdarm (6) van de werkende beladingsinrichting (4).
De trogklep (14) kan de veiligheidsarmen (8a, 8b) in de afschermende werkstand dwingen, of het lossen van een aanhaakorgaan (15), waarna een veer (16), die op de veiligheidsarm (8) werkt, de veiligheidsarm (8) in de afschermende werkstand brengt, kan volstaan. Door deze uitvoeringsvorm worden de veiligheidsarmen (8a, 8b) automatisch in de afschermende werkstand gebracht door het positioneren van de trogklep (14).
Een andere uitvoeringsvorm, die niet voorgesteld wordt, houdt in dat de bedieningsknop van de trogklep zieh op de veiligheidsarm bevindt. Daardoor wordt de belader gestimuleerd de veiligheidsarm eerst manueel naar de
<Desc/Clms Page number 13>
afschermende werkstand te brengen alvorens de trogklep in de omhooggeklapte positie kan worden geplaatst, waardoor dan pas de startschakelaar op de beladingsinrichting kan worden ingeschakeld en de automatische beladingscyclus in werking treedt. De veiligheidsarmen worden dan niet meer onverwachts naar de afschermende werkstand gedwongen, omdat deze reeds manueel in de afschermende werkstand zijn gebracht. Dit bevordert een veilig gebruik van de beladingsinrichting met veiligheidsarmen.
Met de bovenbeschreven maatregelen wordt een optimale veiligheid bereikt, waarbij door de mechanische constructie een betrouwbare veiligheidsinrichting is uitgevonden voor het automatische beladen van de afvalophaler met de beladingsinrichting. Verder kan nog als extra veiligheid worden ingebouwd dat de veiligheidsarmen voorzien zijn van sensoren die de positie van de veiligheidsarmen kunnen detecteren. Bij het heffen van de beladingsinrichting (zowel automatisch, half-automatisch als manueel) en bij het zich in de ruststand bevinden van de veiligheidsarmen kan er een waarschuwingssignaal gegenereerd worden. Op deze wijze wordt de belader gewaarschuwd voor het automatisch zakken van de veiligheidsarmen in de afschermende werkstand.
Een nog grotere veiligheid kan bereikt worden door te voorzien in sensoren die de positie van de veiligheidsarmen detecteren, en deze sensoren blokkerend te laten werken op de beweging van de beladingsinrichting, indien de veiligheidsarmen zieh niet in de afschermende werkstand bevinden.
<Desc / Clms Page number 1>
SECURE DEVICE FOR EMPTYING WASTE HOLDERS
The invention relates to a device for emptying waste containers into a collection container, wherein at least one loading device is provided for receiving a waste container and wherein a safety arm is arranged on at least one side of the loading device that is movable between an operating position , wherein the safety arm laterally shields the movement area of the loading device, and a rest position, wherein the safety arm does not shield this area.
The invention finds its application in particular in waste collectors, in which waste containers are emptied into a collection container. In order to comply with the current safety regulations according to standard EN 1501, the movement area of the loading device in automatic or semi-automatic operation must be laterally shielded for (unwary) people, so that they cannot be in the movement area of the loading device during loading. and can therefore become trapped under the waste containers.
To meet this safety provision, fixed (permanent) safety arms, as well as movable safety arms, as well as touch-free detection devices are used.
In order not to be hindered by the excellent safety arms with 'normal' use of it
<Desc / Clms Page number 2>
It is desirable that the safety arms can be brought into a position in which they do not protrude and do not cause any nuisance, but in which they no longer screen off the movement area of the loading device. The full safety device must ensure that the automatic or semi-automatic loading device is unusable when the safety arms are in the non-shielding position (rest position).
Such a waste collector which is provided with movable safety arms is described in various embodiments in the European patent EP 0156445 (Zoller-Kipper). The safety arm is hinged to the side of the loading system and can be folded down from a folded up rest position into a rearwardly protruding working position. In the operating position, the safety arm activates a switch that allows the automatic or semi-automatic use of the loading device. As soon as the safety arm is lifted and the switch is deactivated, the switch acts blocking on the control circuit of the loading device, as a result of which automatic or semi-automatic operation is no longer possible.
Another embodiment is described in the European patent EP 0962401 (Geesink). The safety arm is hinged to the side of the loading system and can be folded down from a folded up rest position into a rearwardly protruding working position. The safety arm activates a switch in the inoperative position
<Desc / Clms Page number 3>
which controls a security member near the pick-up member of the loading device, as a result of which this security member prevents waste containers from being picked up by the pick-up member. In order to be able to work with the device, it is forced to bring the safety arms into the shielding position.
The disadvantage of the known devices is that with the automatic use of the loading device, conscious or unconscious tampering of the switches can lead to very dangerous situations for the loaders or passers-by. Moreover, the use of switches is susceptible to malfunction and expensive.
The object of the invention is to provide a device wherein the drawbacks associated with the known devices can be avoided.
This object is achieved by providing a device for emptying waste containers in a collection container, wherein at least one loading device is provided for receiving a waste container and wherein a safety arm is arranged on at least one side of the loading device that is movable between a working position, in which the safety arm laterally shields the movement area of the loading device, and a rest position, in which the safety arm does not shield this area, wherein the safety arm comprises a part pivotable about a horizontal axis, which part is in the rest position on or within the path of the loading device. working loading device and that is in the working position
<Desc / Clms Page number 4>
is located outside the trajectory of the working loading device such that,
if the safety arm should be in the rest position, it is forced to the shielding operating position by the action of the loading device.
This has the advantage that, in contrast to the device described in Dutch patent NL8902431 (Terberg), the safety arms are placed vertically here, pivotable about a horizontal axis, so that they are situated in the rest position along the edge of the waste collector. The advantage of these safety arms placed vertically in rest position is that in this way there is no hindrance when loading the waste collector without the loading device. The waste collector therefore remains multi-purpose for the collection of bulky waste, waste bags and the like. d. In addition, the loading device can be made wider within the same width of a standard waste collector, whereby wider and larger waste pieces can be deposited in the waste collector.
Another advantage is that when the safety arms are equipped with operating buttons for the loading device and / or the compacting system, they are not damaged by the vertical rest position of the safety arm by the insertion of waste bags or bulky waste and the insertion of the waste is not hindered by the position of these controls.
<Desc / Clms Page number 5>
In a preferred embodiment of the invention, a trough valve is provided, which can bring the safety arm from the rest position to the shielding working position by moving this trough valve from a folded-down resting position to a raised working position.
In another preferred embodiment of the invention, a trough valve is provided, wherein the control buttons of the trough valve are placed on the safety arm.
This has the advantage that the loader will first manually bring the safety arm to its shielding working position before moving the trough valve to the raised working position. This prevents the safety arm from being unexpectedly forced into the shielding working position by the loading device.
In a more specific preferred embodiment a spring acts on the safety arm, which spring can force the safety arm to the shielding working position.
This has the advantage that a gradual movement occurs from the safety arm to the shielding working position and there is also a certainty that the safety arm is brought to the shielding working position. An additional advantage is that the movement of the trough valve proceeds more smoothly than the movement of the loading device. As a result, the safety arms are quietly brought into the shielding working position.
<Desc / Clms Page number 6>
In a preferred embodiment, the loading device comprises a start switch that initiates an automatic loading cycle and the collapsed trough valve at least partially shields the inactive loading device in order to make said start switch unreachable.
This has the advantage that the loading device cannot be started automatically if the trough valve is not raised, since the start switch, which causes the loading device to be started, is unreachable. If the trough valve is raised, the safety arms will be forced into the shielding working position.
In a specific preferred embodiment of the invention, the safety arm is provided with sensors that can detect the position of the safety arm, so that when the loading device is raised, a warning signal is generated if the safety arm is still in the rest position.
This has the advantage that the loader is alerted to automatically lower the safety arms to the shielding working position.
In an even more specific embodiment of the invention, the safety arm is provided with sensors which can detect the position of the safety arm, so that when the loading device is raised, the movement of the loading device is blocked if the safety arm is still in the rest position.
<Desc / Clms Page number 7>
This has the advantage that the mechanical protection according to the invention, in which the safety arms can unexpectedly be forced to the shielding working position, is protected with an electronic protection. This prevents the unexpected forced movement of the safety arms to the shielding position. Tampering the sensors, however, will not lead to non-compliance with safety standards, as mechanical protection ensures this. This means there is double safety.
In a preferred device a safety arm is provided on the left-hand side of the loading device and on the right-hand side of the loading device a safety arm having the characteristics described above, said safety arms being connected to each other.
This has the advantage that when one safety arm is manually brought to the shielding working position, the other safety arm follows automatically and also moves to the shielding working position.
In a very specific embodiment of the invention, the loading device is provided with means that can identify the waste containers and can weigh the contents of the waste containers.
<Desc / Clms Page number 8>
The invention will be further elucidated in the following description of an exemplary embodiment of the invention with reference to the drawing, in which: - figure 1 is a schematic side view of the rear part of a waste collector according to the invention of the type with the rear loader with the rear loader; safety arm in the shielding working position; figure 2 is a schematic side view of a waste collector according to the invention of the type with the rear loader with the safety arm in the rest position;
figure 3 is a schematic rear view of the waste collector according to the invention of the type with the rear loader with the safety arm in the rest position; figure 4 is a schematic side view of a waste collector according to the invention of the type with the rear loader with the safety arm in the rest position and the trough valve in the folded-down position during the non-operation of the loading device; figure 5 shows a schematic side view of the rear part of a waste collector according to a preferred embodiment of the invention of the type with the rear loader with the safety arm in the shielding working position and the trough valve in the raised position during operation of the loading device;
figure 6 is a schematic rear view of a waste collector according to the invention of the type with the rear loader with the safety arm in the rest position and the trough valve in the folded-down position during the non-operation of the loading device.
<Desc / Clms Page number 9>
The figures show only the rear part of a waste collector of the type of rear loader according to the invention.
In a first embodiment of the invention, such as
EMI9.1
1, 2 and 3, a waste collector (1) is shown, which is arranged for transporting waste, the waste collector (1) having a loading trough (2) accessible via a loading opening (3).
The waste is supplied in a manner known per se into waste containers, which are emptied into the loading trough (2) via the loading opening (3) via the loading device (4). The loading device (4) comprises a hydraulic lifting cylinder (5) and a comb (7) supported by a rod mechanism (6), which can hook behind an edge of a waste container to be discharged.
The loading device (4) is provided with a safety arm (8a, 8b) on the left and right, which ensures that
EMI9.2
persons who, from the side of the waste collector (1), want to walk behind this waste collector (1), cannot come into contact with the operating loading device (4).
Each safety arm (8a, 8b) consists of a beam (9) which is hinged to a fixed beam (11) by means of a hinge (10) with a horizontal hinge axis, which is attached to the waste collector (1).
<Desc / Clms Page number 10>
The safety arms (8a, 8b) can be moved between two positions, namely a rest position and a shielding working position. As shown in Figure 1, the shielding operating position is the position in which the safety arms (8a, 8b) laterally shield the movement area of the loading device (4). The safety arms are then located outside the path (A) of the main arm (6) of the working loading device (4). As shown in figures 2 and 3, the rest position is the position in which the movement area of the loading device (4) is not shielded and the safety arms (8a, 8b) are in the path (A) of the main arm (6) of the working person loading device (4).
When a start switch located on the loading device (4) (not shown in the figure) is switched on, an automatic loading cycle is initiated. The lifting cylinder (5) will move, causing the loading device (4) to start working. As a result, the main arm (6) moves upwards and the safety arms (8a, 8b) are automatically lowered, i.e. forced into the shielding working position.
The movement of the safety arms (8a, 8b) from the rest position to the shielding working position, and vice versa, takes place in the direction of the arrow (B), whereby the safety arms (8a, 8b) are turned up and down by approximately 90 degrees.
<Desc / Clms Page number 11>
The safety arms (8a, 8b), as represented in figures 1 and 2, are provided with a panel (12), which is provided with operating buttons (13) for operating the loading device (4).
It is intended that the loader will manually position the safety arms (8a, 8b) in the shielding working position. However, there is no possibility that tampering or malfunction will result in a situation where the loading device (4) operates automatically or semi-automatically, without the movement area of the loading device (4) being laterally shielded by the safety arms (8a, 8b).
In a second embodiment of the invention, as shown in Figures 4, 5 and 6, the waste collector (1) on the left and right of the loading device (4) comprises a safety arm (8a, 8b) that interact with the position of a trough valve (14), which serves on the one hand to handle the distance to the press, which squeezes the waste into the waste collector, in function of the standard and, on the other hand, to let the waste fall from the waste container into the loading trough (2). When loading the waste collector (1) without the loading device (4), it is necessary that the trough valve (14) can be folded down, so that a freely accessible loading opening (3) is created.
In the rest position, as shown in figures 4 and 6, the safety arms (8a, 8b) are in the path of (A) of the main arm (6) of the working loading device and the trough valve (14) hangs over the
<Desc / Clms Page number 12>
loading device (4), making it impossible to hang a waste container on the comb (7) of the loading device (4). The switches with which the automatic loading cycle is initiated are also located underneath the folded trough valve (14), so that this switch cannot be activated by a waste container. In order to use the loading device (4) and to make the start switch accessible, the trough valve (14) must first be raised, either manually or with its own lifting cylinder (not shown) via the appropriate control buttons (13).
When the trough valve (14) is raised, the safety arm (8) is controlled in such a way that it will move into the shielding working position, as shown in Figure 5. The safety arms (8a, 8b) are then located outside the path (A) of the main arm (6) of the working loading device (4).
The trough valve (14) can force the safety arms (8a, 8b) into the shielding working position, or release a hook member (15), whereafter a spring (16) acting on the safety arm (8), the safety arm (8) into the shielding working position, it is sufficient. By this embodiment, the safety arms (8a, 8b) are automatically brought into the shielding working position by positioning the trough valve (14).
Another embodiment, which is not proposed, involves the control button of the trough valve being located on the safety arm. As a result, the loader is stimulated to first move the safety arm to the
<Desc / Clms Page number 13>
to provide a shielding working position before the trough valve can be placed in the raised position, so that only then can the start switch on the loading device be switched on and the automatic loading cycle commence. The safety arms are then no longer unexpectedly forced to the shielding working position, because they have already been brought manually into the shielding working position. This promotes safe use of the loading device with safety arms.
Optimum safety is achieved with the above-described measures, whereby a reliable safety device has been invented for the automatic loading of the waste collector with the loading device due to the mechanical construction. Furthermore, it can be built in as extra safety that the safety arms are provided with sensors that can detect the position of the safety arms. A warning signal can be generated when the loading device is raised (both automatically, semi-automatically and manually) and when the safety arms are in the rest position. In this way the loader is alerted to automatically lower the safety arms to the shielding working position.
An even greater safety can be achieved by providing sensors that detect the position of the safety arms, and allowing these sensors to block the movement of the loading device, if the safety arms are not in the shielding working position.