<Desc/Clms Page number 1>
Koordgeleider voor een ophaalgordijn. Deze uitvinding heeft betrekking op een koordgeleider voor een ophaalgordijn.
Ophaalgordijnen zijn gordijnen die geopend worden door de onderkant ervan door middel van koorden naar boven te trekken, waarbij de gordijnstof als een accordeon wordt samengevouwen.
De koorden worden op verscheidene plaatsen, verspreid in de hoogte, geleid door koordgeleiders, die in de meeste gevallen ringen zijn die aan de gordijnstof vastgenaaid worden.
Een klassiek type van ophaalgordijn is dit waarbij op regelmatige afstanden boven elkaar door de gordijnstof kokers worden gevormd die zieh over de volledige breedte uitstrekken en waarin buizen of roeden aangebracht zijn.
Aan de naar het vensterglas gerichte zijde zijn aan het gordijn ter plaatse van elke koker twee of meer, naargelang de breedte, ringen vastgenaaid.
Door elke verticale rij van ringen steekt een koord die aan de onderste ring van de rij vastgemaakt is.
Het aannaaien van deze ringen is relatief tijdrovend, waardoor een ophaalgordijn relatief duur is.
<Desc/Clms Page number 2>
Daarenboven moet de draad voor het aannaaien doorheen de gordijnstof zodat deze plaatselijk wordt verzwakt en, daar waar een ring aangenaaid is, deze gordijnstof kan doorscheuren.
Er zijn reeds koordgeleiders in de vorm van klembeugels bekend om voornoemde nadelen te vermijden.
Deze klembeugels bevatten twee verende vleugels en een oogje voor de koord en worden door verende vervorming van de vleugels over een buis of roede omringd met stof aangebracht.
Dergelijke klembeugels zijn evenwel zeer opvallend en het aanbrengen ervan vergt bepaalde kracht en kan lastig zijn.
Daarenboven zijn de klembeugels enkel bruikbaar bij ophaalgordijnen met buizen of roeden die overigens rond moeten zijn.
De afmetingen van de klembeugels moeten overigens overeenstemmen met de diameters van de buizen of roeden, hetgeen betekent dat verschillende formaten van klembeugels noodzakelijk zijn, aangezien de buizen of roeden uiteenlopende diameters kunnen hebben.
De uitvinding heeft een koordgeleider voor een ophaalgordijn als doel die voornoemde en andere nadelen verhelpt en niet alleen bij uiteenlopende types van ophaalgordijnen toepasbaar is maar ook zeer snel en gemakkelijk kan worden aangebracht.
<Desc/Clms Page number 3>
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de koordgeleider een grijpelement is dat twee vleugels bevat die elk van een opening voor de koord zijn voorzien en waarbij minstens een van de vleugels van minstens een naar de andere vleugel gerichte tand is voorzien voor het grijpen van gordijnstof, en waarbij dit grijpelement middelen bezit om de vleugels, eenmaal ze naar elkaar gebracht zijn, in deze stand te houden.
Eenmaal de vleugels naar elkaar gebracht zijn en de tand in de gordijnstof grijpt, blijven deze vleugels in deze stand zodat de tand de gordijnstof blijft vasthouden.
Bij voorkeur zijn de vleugels op een afstand van de tand scharnierend met elkaar verbonden.
Het naar elkaar brengen van de vleugels bestaat dan uit het naar elkaar scharnieren van de vleugels.
Bij voorkeur bestaan de middelen om de vleugels, eenmaal ze naar elkaar gebracht zijn, in deze stand te houden uit minstens een klikverbinding.
Deze klikverbinding bevat bijvoorbeeld twee enigszins elastisch vervormbare haken.
Bij voorkeur bevat de vleugel, die in dichtgewentelde stand van de koordgeleider tegenover de vleugel met minstens een tand is gelegen, tegenover deze tand een opening voor deze laatste.
<Desc/Clms Page number 4>
De koordgeleider kan bijvoorbeeld op een vleugel drie tanden bevatten en in de andere vleugel drie uitsparingen daarvoor.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een koordgeleider voor een ophaalgordijn beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 een zieht van buiten uit weergeeft van een neergelaten ophaalgordijn voorzien van koordgeleiders volgens de uitvinding ;
Figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid ;
Figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2 ;
Figuur 4 een zieht in perspectief weergeeft van een koordgeleider volgens de uitvinding, in opengevouwen stand ;
Figuur 5 een zieht weergeeft analoog aan dit van figuur 4, maar tijdens het aanbrengen van de koordgeleider op een ophaalgordijn.
In figuur 1 is doorheen een venster 1, waarvan het glas 2 gedeeltelijk is weggesneden, een ophaalgordijn 3 in neergelaten stand weergegeven.
Dit ophaalgordijn 3 bestaat uit gordijnstof 4 die, op regelmatige afstanden in de hoogte, samengestikt is tot vorming van een horizontale koker 5 waarin een buis 6 aangebracht is en waarop koordgeleiders 7 zijn aangebracht.
<Desc/Clms Page number 5>
De koordgeleiders 7 zijn in twee verticale rijen aangebracht en door de koordgeleiders 7 van elke rij is een koord 8 aangebracht die onderaan vastgemaakt is aan de onderste koordgeleider 7 of een ander bevestigingselement en bovenaan via geleidingen tot naast het ophaalgordijn 3 wordt geleid zodat deze koord 8 door een gebruiker kan worden gegrepen om de gordijnstof 4 op te halen.
Zoals in detail in de figuren 2 tot 5 is weergegeven bestaat een koordgeleider 7 uit een grijpelement dat twee scharnierend met elkaar verbonden vleugels 9 en 10 bevat die beide van een langwerpige opening 11 voor een koord 8 zijn voorzien.
De koordgeleider 7 is uit kunststof, bijvoorbeeld polycarbonaat, vervaardigd en het scharnier 12 is een dunne strook van dezelfde kunststof.
Voor het grijpen van de gordijnstof 4 staan op de vleugel 9, nabij zijn uiterste rand en op zijn binnenzijde, dit is de zijde die na het dichtscharnieren van de koordgeleider 7 naar de vleugel 10 is gericht, drie tanden die gevormd zijn door pinnen 13 met een relatief scherpe punt.
De andere vleugel 10 is, eveneens nabij zijn uiterste rand en op zijn binnenzijde van drie overeenstemmende uitsparingen, namelijk gaten 14 voorzien.
Op de vleugel 10 staan nabij de twee smalle randen verende haken 15, waarvan het uiteinde een verdikking 15A vormt die naar de tegenover gelegen haak 15 gericht is, welke
<Desc/Clms Page number 6>
verdikking ISA op zodanige afstand van de vleugel 10 is gelegen dat in dichtgewentelde stand, de vleugel 9 onder deze verdikkingen 15A is gelegen.
De twee haken 15 vormen een klikverbinding tussen de vleugels 9 en 10 of met andere woorden middelen om, eenmaal de vleugels 9 en 10 naar elkaar gewenteld zijn zoals weergegeven in de figuren 2 en 3, deze vleugels 9 en 10 in deze stand te houden en te beletten terug open te wentelen.
Deze haken 15 vormen ook een aanslag voor de gordijnstof 4 die tussen de vleugels 9 en 10 wordt aangebracht.
Tegenover elke haak 15 op de vleugel 10 is de vleugel uitgesneden zodat in gesloten stand de haken 15 niet zijdelings uitsteken buiten de koordgeleider 7.
De op het scharnier 12 aansluitende gedeelten van de vleugels 9 en 10 zijn iets dikker dan de op de vrije rand aansluitende gedeelten waarop ook de haken 15 staan. Wanneer de eerstgenoemde gedeelten tegen elkaar gewenteld zijn blijft er tussen de laatstgenoemde gedeelten een smalle ruimte over voor de gordijnstof 4 zoals weergegeven in figuur 3.
De hiervoor beschreven koordgeleider 7 kan als volgt snel worden aangebracht.
Een koordgeleider 7 die open gewenteld is zoals weergegeven in figuur 4 wordt met zijn vleugel 10 tegen de onderzijde gebracht van een koker 5, daar waar een koordgeleider 7 nodig is.
<Desc/Clms Page number 7>
Deze koker 5 uit gordijnstof 4 wordt dicht geduwd en op de vleugel 10 gelegd, tot tegen de haken 15, zoals weergegeven in figuur 5.
Tot slot wordt de vleugel 9 naar de vleugel 10 gewenteld.
Op het einde van deze wenteling dringen de drie pinnen 13 doorheen de dubbele laag gordijnstof 4 tot in de gaten 14, terwijl de vleugel 9 de twee haken 15 verend uit elkaar duwt tot de verdikkingen 15A over de vleugel 9 klikken.
In figuren 2 en 3 is de koordgeleider 7 in gesloten toestand vergrendeld en door middel van de pennen 13 stevig op de gordijnstof 4 vastgemaakt, weergegeven.
Blijft nu nog alleen de koord 8 door de tegenover elkaar gelegen openingen 11 te steken.
Het is duidelijk dat het aantal pinnen 13 niet noodzakelijk drie moet zijn, maar met meerdere pinnen 13 wordt de kracht op de gordijnstof 4 tijdens het gebruik beter verdeeld.
Alhoewel de koordgeleider 7 vaster op de gordijnstof 4 zit wanneer de pinnen 13 doorheen de gordijnstof 4 steken, is dit niet noodzakelijk. De gordijnstof 4 kan in een gat 14 door een pin 13, die dan niet noodzakelijk een scherpe punt moet bezitten, worden geklemd.
Voor het aanbrengen van de koordgeleiders 7 kunnen speciale tangen worden gebruikt waarmee de vleugels 9 en 10 nog
<Desc/Clms Page number 8>
sneller en gemakkelijker naar elkaar, met de gordijnstof 4 ertussen, kunnen worden gebracht.
De koordgeleiders 7 zijn zeer discreet. Ze kunnen ook worden gebruikt met ophaalgordijnen zonder buizen 6.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke koordgeleider kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.