BE1013186A6

BE1013186A6 - Brandstoftank voor ondergronds gebruik.

Info

Publication number: BE1013186A6
Application number: BE9900823A
Authority: BE
Original assignee: Tank Shop Jan Verbeeck B V B A
Priority date: 1999-12-21
Filing date: 1999-12-21
Publication date: 2001-10-02

Abstract

Brandstoftank voor ondergronds gebruik, die bestaat uit een eigenlijke tank (1) met een mantel (2) , een reeks verstevigende ribben (3 en 4) , een mangat (5) met een steunkraag (8) , een deksel (6) dat rechtstreeks op de mantel (2) is bevestigd, en een reeks hijsogen (15) daardoor gekenmerkt dat de tank ééndelig en naadloos uit een thermoplastisch materiaal vervaardigd is;

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Brandstoftank voor ondergronds gebruik. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een brandstoftank die bedoeld is voor het ondergronds opslaan van brandstofproducten. 



  Bij bekende brandstoftanks, die voornamelijk uit metaal en met een relatief dunne wand zijn vervaardigd, bestaat het gevaar dat door externe invloeden, bijvoorbeeld door de wortelgroei van planten, door grondverschuivingen of onder de invloed van corrosieve producten, scheuren of plaatselijke aantastingen ontstaan die het lekken van de opgeslagen brandstof tot gevolg kunnen hebben, wat zeer ernstige schade aan het milieu kan toebrengen. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel de voornoemde en andere nadelen te verhelpen door een tank te bieden die stevig is, lekvrij is en zeer duurzaam is. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de brandstoftank uitgevoerd is in een thermoplastisch materiaal. 



  Deze tank wordt in een voorkeurdragende vorm vervaardigd uit een polyethyleen, meer speciaal een ethyleen-hexeen copolymeer polyethyleenhars dat bij voorkeur UV-gestabiliseerd is. Dit voornoemde polymeer heeft een hoge weerstand bij lage temperaturen, is taai en corrosiebestendig van aard en kan niet worden aangetast door vegetatie-en wortelgroei. 



  Zulke tank zal bij voorkeur worden geproduceerd door middel van het zogenaamde rotatiegieten, waarbij een spuitmond in 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 een matrijs gaat en al draaiende de thermoplastische kunststof tegen de matrijswand spuit, waarbij een wand wordt gevormd uit   een   deel, zonder naden, wat de kans op lekken zo goed als onbestaande maakt. 



  Om de stijfheid van de tankwand te vergroten, kan deze voorzien worden van   een   of meerdere ribben die zich zowel in axiale als radiale vlakken kunnen bevinden, meer bepaald verticaal en dwars op de asrichting van de tank en/of horizontaal en verlopend volgens de asrichting van de tank. 



  Deze ribben worden bij voorkeur in de matrijs gevormd waar ze bijgevolg deel uitmaken van de ééndelige structuur van de tank. 



  De radiale verticale ribben die cirkelvormig rond de tank lopen, zijn onderaan bij voorkeur afgevlakt, waardoor de tank bij het neerlaten in een daartoe gegraven put, op een voldoende groot draagvlak kan rusten. Dit laatste in tegenstelling tot bestaande tanks die geen stabiele onderzijde bezitten, te wijten aan hun cilindrische vorm, waardoor zij de neiging vertonen te kantelen. Volgens een variante kan de tank in plaats van van afgevlakte ribben, ook van andere   steunvlakken   met dezelfde functie worden voorzien. 



  Om het neerlaten van de brandstoftank in de grond te vergemakkelijken, kunnen er op de tankwand hijsogen worden voorzien, waar men touwen aan kan bevestigen, waarbij door zijn licht gewicht, te wijten aan het gebruikte materiaal, het neerlaten van de tank aanzienlijk weinig kracht vergt. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 beschreven van een brandstoftank voor ondergronds gebruik, met verwijzing naar de   bljgaande   tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een brandstoftank volgens de huidige uitvinding weergeeft ; figuur 2 een vooraanzicht van voornoemde tank weer- geeft ; figuur 3 een zijaanzicht van voornoemde tank weer- geeft ; figuur 4 een bovenaanzicht van voornoemde tank weer- geeft ; figuur 5 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 1 weergeeft ; figuur 6 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 4 weergeeft. 



  De brandstoftank, zoals weergegeven in de figuren 1 tot en met 4, bestaat hoofdzakelijk uit de eigenlijke tank   1,   die gevormd is door een mantel 2, een reeks radiaal gerichte verticale ribben 3, een axiaal gerichte horizontale rib 4, een mangat 5 en een deksel 6. 



  De mantel 2 is volgens de uitvinding vervaardigd uit een thermoplastisch kunststof, meer bepaald een polyethyleen, en in het bijzonder een hoog densiteits ethyleen-hexeen polyethyleen dat UV-gestabiliseerd is. 



  De mantel 2 kan weliswaar in uiteenlopende dikten vervaardigd worden, maar in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm variëert de dikte D ervan, zoals is aangeduid in figuur 5, tussen 1 en 2 cm. 



  De voornoemde ribben 3 en 4, die rondom de tank 1 lopen, zorgen voor een grotere stijfheid en maken deel uit van de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 mantel 2 en zijn, zoals weergeven in figuur 5, hol uitgevoerd. 



  Onderaan zijn de verticale ribben 3 afgeplat ten einde een steunvlak 7 voor de tank 1 te vormen, met als bedoeling een stabiel basisvlak te bieden aan de tank 1. 



  Belangrijk is dat het voornoemde deksel 6 rechtstreeks op de ééndelige structuur van de mantel 2 is bevestigd, meer speciaal op een ééndelig hieraan gevormde steunkraag 8, eventueel met tussensluiting van een dichtingsring 9. Dit is in het weergegeven voorbeeld, volgens figuur 6, gerealiseerd door middel van zelftappende bouten 10. 



  In het deksel 6 zijn verder verschillende aansluitopeningen 11 voorzien waarop onder andere leidingen voor de aan-en afvoer van brandstof op bekende wijze kunnen worden aangesloten. 



  Het voornoemde mangat 5 is voorzien van-een steunrand 12, waarop rond de steunkraag 8 een schacht 13 kan worden bevestigd, waarbij een afdichting 14 tussen schacht 13 en steunkraag 8 kan worden voorzien, om te verhinderen dat bij het morsen of overlopen brandstof in de omliggende bodem kan sijpelen. 



  Op de mantel 2 van de brandstoftank 1 zijn er tenslotte hijsogen 15 voorzien, zoals weergegeven in figuren 1 tot en met 4. 



  Om ideale karakteristieken te verkrijgen voor wat betreft, enerzijds, weerstand en, anderzijds, buigzaamheid wanneer tegen de tank voorwerpen, zoals steenbrokken of dergelijke zouden komen te zitten bij de ondergrondse plaatsing, zal 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 bij voorkeur kunststof met een buigmodulus van 700   ä   800 MPa worden   toegepast   (getest volgens ASTM D790). Ook zal   dit materiaal bij   voorkeur een verbuigingstemperatuur volgens ISO 75-2 hebben die groter is dan   600C.   



  Het spreekt vanzelf dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch zulke brandstoftank kan in velerlei afmetingen en vormen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. - Brandstoftank voor ondergronds gebruik, daardoor gekenmerkt dat zij is verwezenlijkt uit een thermoplastisch materiaal.

2.-Brandstoftank volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het thermoplastisch materiaal een polyethyleen is.

3.-Brandstoftank volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het polyethyleen een hoog densiteits ethyleen-hexeen polyethyleen hars is.

4.-Brandstoftank volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde materiaal UV-gestabiliseerd is.

5.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande EMI6.1 conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eigenlijke tank (1) ééndelig is.

6.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eigenlijke tank (1) naadloos is.

7.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tank (1) een mantel (2) vertoont met een dikte (D) die 1 ä 2 cm bedraagt.

8.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij een of meer ribben (3 - 4) vertoont. <Desc/Clms Page number 7>

9.-Brandstoftank volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ribben (3 - 4) hol zijn en een deel van de mantel (2) uitmaken.

10.-Brandstoftank volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat zij een of meerdere ribben (3) vertoont die EMI7.1 zich volgens een radiaal vlak uitstrekken en/of een of meerdere ribben (4) die zich volgens een axiaal vlak uitstrekken.

11.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande EMI7.2 conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij aan de onderzijde steunvlakken (7) bevat die zich in een vlak bevinden, bij voorkeur daar waar de tank (1) is voorzien van onderaan afgevlakte ribben (3).

12.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt zij voorzien is van een mangat (5), dat voorzien is van een steunkraag (8), waarop een schacht (13) over het mangat (5) kan worden aangebracht, waarbij tussen de steunkraag (8) en de schacht (13) een vloeistofdichte afdichting (14) kan worden voorzien.

13.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de mantel (2) van de tank (1) door middel van rotatie-gieten is verkregen.

14.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt zij een deksel (6) bevat dat rechtstreeks op het thermoplastische materiaal van de ééndelige mantel (2) van de tank (1) is bevestigd. <Desc/Clms Page number 8> 15.-Brandstoftank volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is vervaardigd uit een thermoplastische kunststof met een buigmodulus van 700 ä 800 MPa (getest volgens ASTM D790) en/of een kunststof met een verbuigingstemperatuur volgens ISO 75-2 die groter is dan 600C.