BE1012699A6 - Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
BE1012699A6
BE1012699A6 BE9900384A BE9900384A BE1012699A6 BE 1012699 A6 BE1012699 A6 BE 1012699A6 BE 9900384 A BE9900384 A BE 9900384A BE 9900384 A BE9900384 A BE 9900384A BE 1012699 A6 BE1012699 A6 BE 1012699A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
stop
objects
stack
air
printing press
Prior art date
Application number
BE9900384A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Beleyr Gunther De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beleyr Gunther De filed Critical Beleyr Gunther De
Priority to BE9900384A priority Critical patent/BE1012699A6/nl
Priority to EP00201484A priority patent/EP1057763A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012699A6 publication Critical patent/BE1012699A6/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/24Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by air blast or suction apparatus
    • B65H29/245Air blast devices
    • B65H29/246Air blast devices acting on stacking devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/16Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by contact of one face only with moving tapes, bands, or chains
    • B65H29/18Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by contact of one face only with moving tapes, bands, or chains and introducing into a pile
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/66Advancing articles in overlapping streams
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/42Piling, depiling, handling piles
    • B65H2301/421Forming a pile
    • B65H2301/4212Forming a pile of articles substantially horizontal
    • B65H2301/42122Forming a pile of articles substantially horizontal by introducing articles from under the pile
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/44Moving, forwarding, guiding material
    • B65H2301/443Moving, forwarding, guiding material by acting on surface of handled material
    • B65H2301/4432Moving, forwarding, guiding material by acting on surface of handled material by means having an operating surface contacting only one face of the material, e.g. roller
    • B65H2301/44322Moving, forwarding, guiding material by acting on surface of handled material by means having an operating surface contacting only one face of the material, e.g. roller belt

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Delivering By Means Of Belts And Rollers (AREA)
  • Sheets, Magazines, And Separation Thereof (AREA)
  • Pile Receivers (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het stapelen van dunne voorwerpen, waarbij de voorwerpen elkaar overlappend worden aangevoerd met een voorgaand voorwerp gedeeltelijk boven een volgend voorwerp, tegen een aanslag (4) onder elkaar worden geschoven zodat de stapel van onder naar boven wordt gevormd. Op een afstand van de aanslag (4) die kleiner is dan de afstand tussen opeenvolgende overlappende voorwerpen van onder de stapel in vorming een luchtlijn veroorzaakt wordt zodat het onderste voorwerp opwaarts geblazen wordt om een volgend voorwerp eronder door te laten tot tegen de aanslag (4). De uitvinding betreft ook een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. Deze inrichting bevat middelen om nabij de aanslag (4) een verticale luchtlijn te creeren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het stapelen van dunne voorwerpen, in het bijzonder enveloppen, waarbij de voorwerpen elkaar overlappend worden aangevoerd met een voorgaand voorwerp gedeeltelijk boven een volgend voorwerp, en tegen een aanslag onder elkaar worden geschoven zodat de Stapel van onder naar boven wordt gevormd. 



  Dergelijke werkwijzen worden toegepast voor het vormen van een kleine Stapel onder het aanzuiggedeelte van de voeding van een drukpers met continue belading voor het drukken van enveloppen. 



  In plaats van de enveloppen snel één voor   een   aan te voeren en door middel van dit aanzuiggedeelte in de pers te brengen, worden de enveloppen met beperktere snelheid maar elkaar gedeeltelijk overlappend aangevoerd en aan de ingang van de pers, onder het aanzuiggedeelte tot een kleine Stapel gestapeld. Terwijl de Stapel onderaan wordt aangevuld, neemt het aanzuiggedeelte telkens de bovenste enveloppe van de Stapel af om deze in de pers te brengen. 



  Het vormen van de Stapel door het onder elkaar schuiven van de enveloppen geeft dikwijls problemen doordat de omslagen met hun klep aan elkaar kunnen haken of kleven. Dit komt vooral vaak voor bij vensterenveloppen en zakenveloppen met openliggende zelfklevende klep. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Om dit vasthaken te proberen te voorkomen, is het bekend frontaal vanuit de pers op de stapel in vorming lucht te blazen. 



  Dit blazen veroorzaakt evenwel het opblazen en terugspringen van de enveloppen, hetgeen het vormen van valse plooien en stilstanden tijdens het drukken als gevolg kan hebben. 



  Deze uitvinding heeft een werkwijze voor het stapelen van dunne voorwerpen als doel die voornoemde nadelen vermijdt en een feilloze stapeling van onder naar boven toelaat, in het bijzonder van enveloppen voor de toevoer aan een drukpers. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat op een afstand van de aanslag die kleiner is dan de afstand tussen opeenvolgende overlappende voorwerpen van onder de stapel in vorming een luchtlijn veroorzaakt wordt zodat het onderste voorwerp opwaarts geblazen wordt om een volgend voorwerp eronder door te laten tot tegen de aanslag. 



  De luchtlijn wordt bij voorkeur geblazen doorheen een tafel die opgesteld is tussen de aanslag en bijvoorbeeld een eindloze transportinrichting die de voorwerpen aanvoert. 



  De stapel kan gevormd worden onder het aanzuiggedeelte van de voeding van een drukpers. 



  Als voorwerpen kunnen enveloppen worden aangevoerd en gestapeld. 



  Het luchtdebiet kan worden aangepast in functie van het gewicht van de voorwerpen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting die bijzonder geschikt is voor het toepassen van de werkwijze volgens een van de vorige uitvoeringsvormen en die op een eenvoudige manier een foutloze stapeling verwezenlijkt zonder gevaar van valse plooien of storingen tijdens de verdere behandeling, in het bijzonder het drukken in een drukpers. 



  Meer bepaald heeft de uitvinding ook betrekking op een inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen, in het bijzonder enveloppen, die elkaar overlappend worden aangevoerd met een voorgaand voorwerp gedeeltelijk boven een volgend voorwerp, tegen een aanslag, daardoor gekenmerkt dat ze middelen bevat om nabij de aanslag een verticale luchtlijn te creëren. 



  Deze middelen om een luchtlijn te creëren, bevatten bij voorkeur een blaaskamer die in haar bovenwand van een luchtspleet is voorzien en middelen om lucht onder druk aan de blaaskamer toe te voeren. 



  Bij voorkeur is de bovenwand van de blaaskamer naar de aanslag toe opgaand hellend. 



  De afstand tussen de aanslag en de luchtspleet is bijvoorbeeld ongeveer 1 cm. 



  De inrichting kan deel uitmaken van de voeding van een drukpers, waarbij de aanslag of een gedeelte ervan deel kan uitmaken van deze drukpers. Zo kan de blaaskamer een naar boven gerichte rand bezitten die aansluit op een aanslag van de drukpers. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De blaaskamer kan dan tussen de drukpers en een eindloze aanvoertransportinrichting opgesteld zijn. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een bovenaanzicht weergeeft van een inrichting voor het stapelen van enveloppen volgens de uitvinding, die deel uitmaakt van de voeding van een drukpers en weergegeven tijdens het stapelen ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn   11-11   in   figuur l ;    figuur 3 schematisch het volledige transportmechanisme van de enveloppen tot aan de drukpers weergeeft ; figuur 4 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid. 



  De inrichting voor het van onder uit stapelen van enveloppen 1 weergegeven in de figuren 1 en 2 maakt deel uit van de voeding van een continu gevoede vellendrukpers 2, waarvan slechts een gedeelte in punt-streeplijn in figuur 2 is weergegeven, en is opgesteld onder het aanzuiggedeelte 3 van deze drukpers 2. Dit aanzuiggedeelte 3 is op een bekende manier voorzien van beweegbare zuignappen. 



  De inrichting zelf bestaat in hoofdzaak uit een aanslag 4 en uit een daartegen opgestelde blaaskamer 5 waarvan de bovenwand 6 van een luchtspleet 7 is voorzien voor het creëren van een verticale luchtlijn. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 De twee opstaande eindwanden 8 van de blaaskamer 5 zijn vastgemaakt aan de twee opstaande wanden 9 van een   transportsysteem. dit laatste is enkel een rol 10    weergegeven die tussen de opstaande wanden 9 wentelbaar opgesteld is en waarover een aantal riemen 11 verplaatst worden waarop de enveloppen 1 worden aangevoerd. 



  Deze rol 10 is op een afstand van de blaaskamer 5 gelegen. 



  De bovenwand 6 van deze blaaskamer 5 is naar de rol 10 toe omlaag hellend en de uitstekende rand van deze bovenwand 6 is lager gelegen dan de bovenzijde van de riemen 11. 



  De luchtspleet 7 is daarentegen hoger gelegen, op een afstand van de aanslag 4 die kleiner is dan de afstand tussen de opeenvolgende overlappende enveloppen 1 en bijvoorbeeld ongeveer 1 cm is. 



  Aan de zijde van de drukpers 2 is aan de blaaskamer 5 een plaatje vastgemaakt dat boven de bovenwand 6 uitsteekt en een uitstekende rand 12 vormt die deel uitmaakt van de aanslag 4. Deze rand 12 sluit aan tegen een aanslaglat 13 die op een steun 14 van de drukpers 2 is vastgemaakt en boven de rand 12 de aanslag 4 vormt. 



  Via de bodem 15 van de blaaskamer 5 monden twee luchtleidingen 16 in deze kamer 5 uit. Deze luchtleidingen 16 sluiten aan op een blaasinrichting 17. 



  De werking van de stapelinrichting is als volgt. 



  Door de riemen 11 die door een niet in de figuren weergegeven motor worden aangedreven, worden de te stapelen enveloppen 1 aangevoerd die elkaar overlappen zodanig dat 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 een volgende enveloppe 1 met haar voorste gedeelte onder het achterste gedeelte van de vorige enveloppe 1 is gelegen. 



  De enveloppen 1 overlappen elkaar met een gedeelte dat merkelijk groter is dan de afstand van de luchtspleet 7 tot de aanslag 4 en zijn normaal met hun klep aan de voorkant gelegen en met hun te bedrukken zijde aan de bovenkant. 



  Voorbij de rol 10 valt de steun voor de enveloppen 1 weg en valt dus het voorste uiteinde van een enveloppe 1 naar omlaag tot op de hellende bovenwand 6 van de blaaskamer 5, waardoor dit uiteinde opnieuw opwaarts geleid wordt tot het boven de luchtspleet 7 komt te liggen. 



  Continu wordt lucht door de blaasinrichting 17 via de luchtleiding 16 naar de blaaskamer 5 geblazen waar deze lucht via de luchtspleet 7 als een luchtlijn omhoog stroomt. 



  Door deze luchtlijn zal het voorste uiteinde van voornoemde enveloppe een weinig naar boven worden geblazen zodra ze boven de luchtspleet 7 is gelegen waardoor een volgende enveloppe 1 die op gelijkaardige manier met haar voorste uiteinde door de bovenwand 6 wordt geleid zonder hinder onder de vorige kan worden geschoven. 



  Tijdens de continue werking van de drukpers 2 bevindt zieh boven de blaaskamer 5 een stapeltje van een tiental millimeter hoog dat dus steeds via de onderkant aangevuld wordt. 



  Terzelfder tijd wordt aan de bovenkant van dit stapeltje door de zuignappen van het aanzuiggedeelte 3 telkens de bovenste enveloppe 1 genomen en in de vellendrukpers 2 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gebracht zodat de hoogte van het stapeltje nagenoeg constant blijft. 



  Doordat de luchtlijn verticaal is, wordt er geen lucht in de enveloppen 1 geblazen. Doordat deze laatste door de lucht worden opgelicht tijdens het onder elkaar schuiven kunnen de kleppen van de enveloppen 1 dit schuiven niet hinderen en zal er ook bij dit schuiven minder wrijving ontstaan, vooral bij zelfklevende enveloppen 1. 



  De hiervoor beschreven inrichting voor het stapelen, kan op een interessante manier worden gecombineerd met een inrichting voor het overlappend toevoeren van dunne voorwerpen vanuit een stapel aan een transportinrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van vacuüm. 



  In figuur 3 is schematisch een dergelijke combinatie weergegeven. 



  Hierin bevat de laatstgenoemde inrichting voor het overlappend toevoeren van enveloppen 1 een rotor 18 die van openingen 19 is voorzien en die wentelbaar is rond een stator 20 die van een kamer 21 is voorzien die via een gleuf 22 op haar buitenomtrek uitmondt tegenover de stapel enveloppen 1 die bovenaan de rotor 18 opgesteld is. 



  De kamer 21 sluit via een leiding 23 aan op de aanzuigzijde van de blaasinrichting 17 die dus tevens een vacuümpomp vormt. 



  De rotor 18 wordt via riemen gedreven door een ernaast gelegen, door een niet weergegeven motor aangedreven, rol 24 die tevens deel uitmaakt van een eindloze transportinrichting 25 met riemen 26, die aansluiten op een 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 omkeerinrichting 27 met riemen 28 die de enveloppen 1 ondersteboven overnemen en die aansluiten op de transportinrichting met de rol 10 en de riemen 11. 



  Telkens een opening 19 of een reeks openingen 19 van de rotor 18 tegenover de gleuf 22 van de stator 20 komt of komen te liggen, wordt de onderste enveloppe 1 van de stapel meegezogen en van onder de stapel weggeschoven tot op de riemen 26. 



  Voornoemde stapel kan niet rechtstreeks aan de ingang van de drukpers 2 worden toegevoegd aangezien dit de tijdelijke onderbreking van de voeding vergt en dus geen continue werking toelaat. 



  Terwijl bij het overlappen de ene enveloppe 1 boven de andere wordt geplaatst, zal na het omkeren door de omkeerinrichting 27 de ene enveloppe 1 nu onder de andere gelegen zijn. 



  De enveloppen 1 worden zo aan de blaaskamer 5 toegevoerd en gestapeld zoals hoger beschreven. 



  De lucht die door de blaasinrichting 17 afgezogen wordt uit de stator 20 wordt nu toegevoegd aan de blaaskamer 5. 



  Het is duidelijk dat hoe zwaarder de enveloppen 1 zijn hoe sterker het vacuüm moet zijn in de kamer 21 en hoe meer lucht er moet afgezogen worden. Automatisch verhoogt dan ook de hoeveelheid geblazen lucht zodat het luchtdebiet van de luchtlijn aangepast wordt aan de zwaarte van de enveloppen 1. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Uiteraard kan in een variante het toevoeren van de blaaslucht aan de blaaskamer 5 en het afzuigen van de zuiglucht uit de kamer 21 door twee verschillende compresoren worden uitgevoerd. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen kunnen in verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

Conclusies.
1. - Werkwijze voor het stapelen van dunne voorwerpen, waarbij de voorwerpen elkaar overlappend worden aangevoerd met een voorgaand voorwerp gedeeltelijk boven een volgend voorwerp, en tegen een aanslag (4) onder elkaar worden geschoven zodat de stapel van onder naar boven wordt gevormd, daardoor gekenmerkt dat op een afstand van de aanslag (4) die kleiner is dan de afstand tussen opeenvolgende overlappende voorwerpen van onder de stapel in vorming een luchtlijn veroorzaakt wordt zodat het onderste voorwerp opwaarts geblazen wordt om een volgend voorwerp eronder door te laten tot tegen de aanslag (4).
2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de luchtlijn wordt geblazen doorheen een tafel die opgesteld is tussen de aanslag (4) en een eindloze transportinrichting (10-11) die de voorwerpen aanvoert.
3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de stapel wordt gevormd onder het aanzuiggedeelte (3) van de voeding van een drukpers (2).
4.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat als voorwerpen enveloppen (1) worden aangevoerd en gestapeld.
5.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het luchtdebiet wordt aangepast in functie van het gewicht van de voorwerpen.
6.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze voorwerpen door een systeem <Desc/Clms Page number 11> met vacuümzuiging vanuit een stapel overlappend op een transportinrichting worden gelegd en de door dit systeem afgezogen lucht wordt gebruikt om de luchtlijn te vormen.
7.-Inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen die elkaar overlappend worden aangevoerd met een voorgaand voorwerp gedeeltelijk boven een volgend voorwerp, tegen een aanslag (4), daardoor gekenmerkt dat ze middelen bevat om nabij de aanslag (4) een verticale luchtlijn te creëren.
8.-Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat deze middelen om een luchtlijn te vormen een blaaskamer (5) bevatten die in haar bovenwand (6) van een luchtspleet (7) is voorzien en middelen (17) om lucht onder druk aan de blaaskamer (5) toe te voeren.
9.-Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de bovenwand (6) van de blaaskamer (5) naar de aanslag (4) toe opgaand hellend is.
10.-Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de afstand tussen de aanslag (4) en de luchtspleet (7) ongeveer 1 cm is.
11.-Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat ze deel uitmaakt van de voeding van een drukpers (2).
12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (4) of een gedeelte ervan een functie in de drukpers (2) overneemt.
13.-Inrichting volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de blaaskamer (5) een naar boven gerichte <Desc/Clms Page number 12> rand (12) bezit die aansluit op een aanslag van de drukpers (2).
14.-Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de blaaskamer (5) tussen de drukpers (2) en een eindloze aanvoertransportinrichting (10-11) opgesteld is.
15.-Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de blaaskamer (5) in verbinding staat met een vacuümkamer (21) van een inrichting om de voorwerpen van een stapel overlappend op een transportinrichting (25) te leggen.
BE9900384A 1999-06-02 1999-06-02 Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen. BE1012699A6 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900384A BE1012699A6 (nl) 1999-06-02 1999-06-02 Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen.
EP00201484A EP1057763A3 (en) 1999-06-02 2000-04-25 Method and device for stacking thin objects

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900384A BE1012699A6 (nl) 1999-06-02 1999-06-02 Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012699A6 true BE1012699A6 (nl) 2001-02-06

Family

ID=3891943

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9900384A BE1012699A6 (nl) 1999-06-02 1999-06-02 Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1057763A3 (nl)
BE (1) BE1012699A6 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE50312736D1 (de) * 2002-09-12 2010-07-08 Ferag Ag Verfahren und Vorrichtung zum Bearbeiten und Separieren einer schuppenartigen Formation von flexiblen, flächigen Gegenständen
JP2016050107A (ja) * 2014-09-02 2016-04-11 株式会社東芝 紙葉類供給装置および紙葉類処理装置

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5637959A (en) * 1979-08-31 1981-04-11 Tokyo Electric Co Ltd Sheet counter
JPS5859153A (ja) * 1981-10-05 1983-04-08 Hideki Fukuzaki 平板体の積重ね機構
US4593897A (en) * 1984-09-27 1986-06-10 Xerox Corporation Bottom stacking with air knife levitation and articulating seals

Also Published As

Publication number Publication date
EP1057763A2 (en) 2000-12-06
EP1057763A3 (en) 2001-10-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4905977A (en) Combination collator folder
US3143100A (en) Unfolding mechanism for envelope opening apparatus
JPS627102B2 (nl)
JPS63262367A (ja) 輪転印刷機の排紙装置
CN101497407A (zh) 纸张排出机构
US6206361B1 (en) Device for separating blanks
US7788880B2 (en) Device for inserting sheets into an envelope
BE1012699A6 (nl) Werkwijze en inrichting voor het stapelen van dunne voorwerpen.
JPH05139597A (ja) 特に書簡を分類機出口で傾斜させ且つ容器内に平らに積み重ねるための装置
US3328027A (en) Sheet delivery unit
JPS63503137A (ja) 折帖集積方法および該方法実施のための集積機
NL1013218C2 (nl) Inrichting voor het ÚÚn voor ÚÚn afvoeren van vellen vanaf de bovenkant van een stapel vellen.
JP5339378B2 (ja) 刷本抜取装置
JP2008273663A (ja) 紙受け装置
US4500244A (en) Air lift for blank stackers
EP0633842B1 (en) Envelope opening mechanism for inserter apparatus
US5909873A (en) Non marking slow down apparatus
US6390702B1 (en) Apparatus for processing and transferring mail
US4783065A (en) Feeder apparatus for feeding sheet material sections
JPH10226426A (ja) エアー吸引式給紙装置
JP3659277B2 (ja) 丁合封入封緘装置
RU2406675C2 (ru) Устройство для транспортировки листов
JPH08169610A (ja) シート材搬送積載装置
JPH04223946A (ja) 単票等を自動的に供給する装置
KR950004413Y1 (ko) 지폐 지급기의 지폐자동인도장치

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *DE BELEYR GUNTHER

Effective date: 20050602

RE20 Patent expired

Owner name: *DE BELEYR GUNTHER

Effective date: 20050602